Klik hier - Lne.be

GEMEENTE WELLEN 

RUP BUURTPARK DORPSSTRAAT 

Plan MER screening - 

Verzoek tot raadpleging

COLOFON 

Opdracht: 

RUP Buurtpark Dorpsstraat 

Opdrachtgever: 

Gemeente Wellen 

Dorpsstraat 25 

3830 Wellen 

Opdrachthouder: 

Antea Belgium nv 

Posthofbrug 10 

2600 Berchem 

Tel 03/221.55.00 

Fax 03/221.55.03 

www.anteagroup.co 

m 

Jaarbeurslaan 25 

3600 Genk 

Tel 089/74.11.00 

Fax 089/74.11.01 

Anteagroup is gecertificeerd volgens ISO9001 

Identificatienummer: 

2213493051/mgo 

Datum: Status / versie 

Jan. 2011 

April 2011 

Oktober 2011 

November 2011 

December 2011 

Januari 2012 

Juni 2012 

Vrijgave: 

Cedric Vervaet, Account Manager 

MER-deskundige 

Projectleider 

Wim Smeets, stedenbouwkundige 

Projectmedewerkers: 

Marijke Gorissen 

Voorontwerp – MVT 

Voorontwerp – MVT rev. 01 

Voorontwerp – MVT rev. 02 – verzoek 

tot raadpleging 

Verzoek tot raadpleging – versie 

adviesinstanties 

Verzoek tot raadpleging – versie 

dienst MER 

Verzoek tot raadpleging – 

aanpassingen nav advies dienst MER 

Verzoek tot raadpleging – definitief 

dossier dienst MER 

© Anteagroup 2012 

Zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van de 

opdrachtgever mag geen enkel onderdeel of uittreksel uit deze 

tekst worden weergegeven of in een elektronische databank 

worden gevoegd, noch gefotokopieerd of op een andere 

manier vermenigvuldigd.

Inhoud 

1 Inleiding 5 

1.1 Opdrachtomschrijving 5 

1.2 Situering 5 

2 Juridisch kader 6 

2.1 Samenvattende tabel 6 

2.2 Gewestplan 7 

2.3 RUP “Woonbeleid” 8 

2.4 Natura 2000 en VEN 8 

2.5 Buurt- en Voetwegen 9 

2.6 Screening plan-mer-plicht 10 

3 Beleidskader en relevante studies 12 

3.1 Structuurplanning 12 

3.2 Cultureel Erfgoed 20 

3.3 Open ruimtebeleid 21 

3.4 Provinciaal fietsrouteplan 22 

3.5 Water 23 

4 Onderzoek en analyse 26 

4.1 Ruimtelijk voorkomen en functioneren 26 

4.2 Kwaliteiten, knelpunten en potenties 29 

5 Ruimtelijk uitvoeringsplan 30 

5.1 Visie en motivatie 30 

5.2 Limitatieve opgave van op te heffen voorschriften 30 

5.3 Ruimtebalans 30 

5.4 Register potentiële planschade en planbaten 31 

6 Verzoek tot raadpleging 32 

2213493051 –Plan MER screening - Verzoek tot raadpleging 3 

RUP Buurtpark Dorpsstraat - Gemeente Wellen juni 2012

6.1 Kadering 32 

6.2 Potentiële milieueffecten van het plan 33 

7 Bijlagen 42 

7.1 Plan bestaande en juridische toestand 42 

7.2 Grafisch plan en stedenbouwkundige voorschriften 43 

7.3 Advies VMM 15/03/2012 44 

7.4 Adviezenmatrix 45 

7.5 Verslag overleg VMM 46 

7.6 Mail VMM dd 12/06/2012 47 



1 Inleiding 

1.1 Opdrachtomschrijving 

1.2 Situering 

De opdracht behelst een herziening van het deelgebied ‘Binnengebied Dorpsstraat’ dat gelegen is 

binnen de contouren van het RUP “Woonbeleid”, goedgekeurd in 2006. Het huidige RUP laat 

binnen dit gebied geen bebouwingsmogelijkheden toe en doet geen uitspraken omtrent de zone 

die rechtstreeks aansluit op de bestaande tuinen langs de Stokstraat. Het voorliggende RUP 

“Buurtpark Dorpsstraat” dient dan ook de oprichting van voor het parkgebied ondersteunende 

gebouwen mogelijk te maken. 

De bebouwingsmogelijkheden die zullen worden voorzien dienen ter ondersteuning van het reeds 

bestaande recreatieve karakter van het buurtpark. Het gaat om zeer beperkte voorzieningen. Zo zal 

het mogelijk worden een aantal overdekte petanque terreinen te voorzien alsook een clublokaaltje 

voor de leden van de visclub Puppe. 

Ook zal in het RUP een oplossing geboden worden aan het parkeerprobleem van politie en OCMW 

(zuidwestelijk van het plangebied gelegen) door een kleine, beperkte parking te voorzien 

(maximaal 10-tal voertuigen). 

Vloeiherkstraat 

Dorpsstraat 

Figuur 1-1 Situering plangebied, bron Agiv 

Stokstraat 

WELLEN 

Het plangebied is gelegen in het centrum van Wellen, in het binnengebied gelegen tussen 

Dorpsstraat (N754, zuidelijk), Stokstraat (oostelijk) en Vloeiherkstraat (N777, westelijk). 

Dit binnengebied is gesitueerd in de Herkvallei, dwars door het plangebied loopt de Herk. 

De afbakening van het plangebied is dezelfde als de afbakening van het grafisch plan ‘Binnengebied 

Dorpsstraat’ uit het bestaande RUP “Woonbeleid”. Dit wordt m.a.w. volledig vervangen. 



2 Juridisch kader 

Bijlage 1: plan bestaande feitelijke en juridische toestand 

2.1 Samenvattende tabel 

Type plan Kenmerken 

Gewestplan(nen) Sint-Truiden - Tongeren 

KB van 05-04-1977 

Gewestelijke ruimtelijke 

Geen 

uitvoeringsplannen 

Provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen Geen 

Gemeentelijke ruimtelijke 

uitvoeringsplannen 

Algemene plannen van aanleg Geen 

Bijzondere plannen van aanleg Geen 

Verkavelingsvergunningen Geen 

Gewestelijke rooilijnplannen Geen 

Provinciale rooilijnplannen Geen 

Gemeentelijke rooilijnplannen Geen 

Habitatrichtlijngebieden Geen 

Vogelrichtlijngebieden Geen 

RUP “Woonbeleid”, deelplan 

‘Binnengebied Dorpsstraat’. 

Publicatie in Belgisch Staatsblad op 

10-08-2006 

Gebieden van het VEN – 1e fase Noordelijk en zuidelijk: VEN gebied nr 

428, ‘de Herk’. 

Buurt – en voetwegen Sentier nr. 107 in plangebied. Chemin nr. 

19, nr. 9 en nr. 1 grenzen aan plangebied. 

Erkende natuurreservaten Geen 

Beschermde monumenten Geen 

Beschermde landschappen Geen 

Beschermde stads- en dorpsgezichten Geen 

Polders en wateringen Watering de Herk 

Beschermingszones grondwaterwinningen Geen 



2.2 Gewestplan 

Figuur 2-1: Gewestplan met aanduiding plangebied, bron Agiv 

Op 5 april 1977 werd bij Koninklijk Besluit het gewestplan Sint-Truiden – Tongeren goedgekeurd 

waartoe de gemeente Wellen behoort. 

Het plangebied met zijn directe omgeving bevindt zich volgens het gewestplan volledig binnen 

woongebied. 

De bestemming binnen het gewestplan wordt door het deelplan ‘Binnengebied Dorpsstraat’ van 

het RUP “Woonbeleid” opgeheven. 



2.3 RUP “Woonbeleid” 

Figuur 2-2: RUP “Woonbeleid”, deelgebied ‘Binnengebied Dorpsstraat’ 

Binnen het huidige RUP “Woonbeleid” is het plangebied volledig bestemd als buurtpark. Het 

inrichten van bijkomende verharding of bebouwing is niet toegelaten. Het dient een openbaar 

karakter te hebben d.w.z. dat de bestaande 4 toegangen dienen behouden te blijven en het park te 

allen tijde voor iedereen toegankelijk dient te zijn. 

2.4 Natura 2000 en VEN 

Speciale beschermingszones 

In de buurt van het plangebied komen geen gebieden voor die deel uitmaken van het NATURA 

2000-netwerk, zijnde vogelrichtlijn- en/of habitatrichtlijngebieden. Het dichtstbijzijnde gebied 

bevindt zich op meer dan 3km van het plangebied. Het betreft het habitatrichtlijngebied “bossen 

en kalkgraslanden van Haspengouw”. 

VEN/IVON 

Het gebiedsgericht beleid van het natuurdecreet houdt de ontwikkeling van het Vlaams Ecologisch 

Netwerk (VEN) en het Integraal Verwevings- en Ondersteunend Netwerk (IVON) in. Het 

natuurdecreet legt de voorschriften en geboden in VEN en IVON vast. 



Figuur 2-3 VEN/IVON gebieden, bron Agiv 

Op ongeveer 80m noordelijk en ongeveer 60m zuidelijk van het plangebied vinden we het VEN 

gebied nr 428, ‘de Herk’ terug (GEN). 

2.5 Buurt- en Voetwegen 

De atlassen van de Buurtwegen werden opgemaakt in opvolging van de wet van 10 april 1841. 

Deze wet op de buurtwegen is nog steeds van kracht. 

Het plangebied grenst aan Chemin nr. 19 (Vloeiherkstraat), nr. 9 (Dorpsstraat) en nr. 1 (Stokstraat). 

Dwars door het plangebied loopt Sentier nr. 107 evenals de Molenbeek (momenteel de Herk). 

Figuur 2-4 Uittreksel uit atlas de buurt- en voetwegen, bron GIS Limburg 



2.6 Screening plan-mer-plicht 

Met de goedkeuring van het besluit betreffende de milieueffectrapportage over plannen en 

programma’s door de Vlaamse Regering op 12 oktober 2007, moet de initiatiefnemer van een plan 

met – mogelijk – aanzienlijke milieueffecten, zoals bijvoorbeeld ruimtelijke uitvoeringsplannen, 

deze milieueffecten en eventuele alternatieven in kaart brengen. 

Ruimtelijke uitvoeringsplannen waarvan de plenaire vergadering plaats vindt na 1 juni 2008, 

moeten aan de nieuwe regelgeving voldoen. Er geldt evenwel enkel een plan-MER-plicht voor deze 

plannen en programma’s die aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben. Om al dan niet te kunnen 

besluiten tot een plan-MER-plicht moeten geval per geval de volgende drie stappen doorlopen 

worden: 

• Stap 1: valt het plan onder de definitie van een plan of programma zoals gedefinieerd in het 

Decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid (DABM)? 

>> RUP’s vallen onder deze definitie; 

• Stap 2: valt het plan onder het toepassingsgebied van het DABM ? 

>> dit is het geval indien: 

- Het plan het kader vormt voor de toekenning van een vergunning (stedenbouwkundige, 

milieu-, natuur-, kap-,…) aan een project; 

- Het plan mogelijk betekenisvolle effecten heeft op speciale beschermingszones 

waardoor een passende beoordeling vereist is. 

Gemeentelijke ruimtelijk uitvoeringsplannen vormen het kader voor de toekenning van een 

stedenbouwkundige vergunning, die pas kan worden verleend als het voorgenomen project zich in 

de bestemming bevindt die overeenstemt met de bestemming vastgelegd in het ruimtelijk 

uitvoeringsplan. Het RUP vormt dus het kader op basis waarvan de stedenbouwkundige vergunning 

toegekend wordt. Het RUP “Buurtpark Dorpsstraat” valt bijgevolg onder het toepassingsgebied van 

het DABM. 

• Stap 3: valt het plan onder de plan-MER-plicht ? 

>> Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen: 

- Plannen die “van rechtswege” plan-MER-plichtig zijn (geen voorafgaande 

“screening” vereist): 

Plannen die het kader vormen voor projecten uit bijlage I of II van het BVR 

van 10 december 2004 (project-MER plicht) of die vallen onder het 

toepassingsgebied van de Omzendbrief LNE 2011/1 én niet het gebruik 

regelen van een klein gebied op lokaal niveau noch een kleine wijziging 

inhouden én betrekking hebben op landbouw, bosbouw, visserij, energie, 

industrie, vervoer, afvalstoffenbeheer, waterbeheer, telecommunicatie, 

toerisme en ruimtelijke ordening (een RUP voldoet per definitie aan deze 

laatste voorwaarde); 

Plannen waarvoor een passende beoordeling vereist is, uitgezonderd deze 

die het gebruik bepalen van een klein gebied op lokaal niveau of een 

kleine wijziging inhouden. 

- Plannen die niet onder de vorige categorie vallen en waarvoor geval per geval moet 

geoordeeld worden of ze aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben >> 

“screeningplicht” 

- Plannen voor noodsituaties (niet plan-MER-plichtig, maar hier niet relevant). 

Het RUP “Buurtpark Dorpsstraat” is niet van rechtswege plan-MER-plichtig, het heeft geen 

betrekking op een project vermeld in bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse regering van 10 

december 2004 of de bijlage van de omzendbrief LNE 2011/1. 



Voor niet van rechtswege plan-MER-plichtige RUP’s dient geval per geval een screeningsprocedure 

doorlopen te worden teneinde een conclusie te kunnen maken omtrent eventuele plan-MER-plicht. 

In volgende paragrafen wordt het screeningsonderzoek, ook wel het onderzoek naar het 

voorkomen van aanzienlijke milieueffecten als gevolg van het plan, gevoerd. 



3 Beleidskader en relevante studies 

3.1 Structuurplanning 

3.1.1 Wellen in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen 

Op 19 november 1997 werd het RSV definitief goedgekeurd. Dit document vormt op gewestelijk 

niveau het kader waarbinnen de ruimtelijke ontwikkelingen moeten plaatsvinden. 

Figuur 3-1 Ruimtelijke visie op Vlaanderen, bron RSV 

De gemeente Wellen is gelegen in het buitengebied. Buitengebied is - op het niveau van 

Vlaanderen bekeken - het gebied waarin de open (onbebouwde) ruimte overweegt. Elementen van 

bebouwing en infrastructuur die in functionele samenhang zijn met de niet-bebouwde ruimte 

maken er onderdeel van uit en kunnen plaatselijk overwegen. 

Ten aanzien van het buitengebied worden de volgende doelstellingen gesteld: 

- Vrijwaren van de ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden voor de structuurbepalende 

functies en activiteiten van buitengebied (landbouw, bos, natuur, wonen en werken op het 

niveau van het buitengebied); 

- Tegengaan van versnippering van het buitengebied; 

- Bundelen van de ontwikkeling in de kernen van het buitengebied (wonen, verzorgende 

activiteiten); 

- Streven naar goed gestructureerde gehelen voor landbouw-, natuur- en bosfunctie; 

Wellen 

- Nastreven van gebiedsgerichte kwaliteit door middel van ruimtelijke kwaliteitsobjectieven; 

- Afstemmen van ruimtelijk beleid en milieubeleid met het fysisch systeem als uitgangspunt; 

- Bufferen van natuurfunctie in het buitengebeid ten opzichte van eraan grenzende functies. 



3.1.1.1 Ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos 

In uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen stelde de Vlaamse overheid in 2006 een 

ruimtelijke visie op landbouw, natuur en bos op voor de regio Haspengouw-Voeren. 

Op 21 december 2007 nam de Vlaamse Regering kennis van deze visie en keurde ze de 

beleidsmatige herbevestiging van de bestaande gewestplannen voor ca. 44.500 ha agrarisch gebied 

én een operationeel uitvoeringsprogramma goed. 

In het operationeel uitvoeringsprogramma is aangegeven welke gewestelijke ruimtelijke 

uitvoeringsplannen de Vlaamse overheid de komende jaren zal opmaken voor de afbakening van 

de resterende landbouw-, natuur- en bosgebieden. 

Het plangebied is niet in de herbevestigde agrarische gebieden gelegen. 



3.1.2 Wellen in het Ruimtelijk Structuurplan Limburg 

Het Ruimtelijk Structuurplan provincie Limburg (PRSL), is op 18 september 2002 door de 

provincieraad definitief vastgesteld en werd bij MB op 12 februari 2003 definitief goedgekeurd. 

Door de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van 26 februari 2003 trad het RSPL in werking op 

12 maart 2003. 

Het PRSL werkt met deelruimten en deelstructuren. De deelruimten zijn gegroepeerd zijn tot 4 

hoofdruimten. Hoofdruimten geven de gebieden aan die de gewenste ruimtelijke structuur van de 

provincie bepalen. Deelstructuren verbinden de deelruimten en lopen erdoorheen. Zij zijn een 

middel om de samenhang van de provinciale ruimte uit te werken. Ze beschrijven de samenhang 

tussen gebieden van gelijke aard. 

Deelruimten 

De gemeente Wellen is gelegen in de hoofdruimte ‘Haspengouw – Voeren’ en deelruimte ‘Herk & 

Gete’. 

Figuur 3-2 Concept Hoofdruimte Haspengouw-Voeren, bron PRSL 

- Hoofdruimte Haspengouw – Voeren 

De hoofdruimte heeft in het bijzonder een belangrijke open ruimte betekenis voor de 

provincie. Vooral grondgebonden landbouw en fruitteelt in landschappelijk waardevolle 

gebieden zijn dragers. Daarnaast zijn natuurwaarden en het watersysteem te ondersteunen 

functies. Ten slotte kan recreatief medegebruik op provinciaal niveau — bijvoorbeeld onder 

de vorm van plattelandstoerisme — worden gestimuleerd. 

Volgende ruimtelijke concepten worden, die relevant geacht worden voor het plangebied, 

worden voor deze hoofdruimte vooropgesteld: 

Beekvalleien als natuurlijke ruggengraat; 

- Deelruimte Herk en Gete 

Wellen 

Deze deelruimte speelt in de provincie een rol inzake landbouw (fruitteelt), 

natuurontwikkeling en waterbeheersing. Daarnaast heeft zij een beperkte residentiële 

functie door het dicht netwerk van linten. Klein- en regionaalstedelijke voorzieningen horen 

binnen in dit gebied niet thuis. Zij worden verwezen naar de stedelijke gebieden aan de rand: 

Hasselt - Genk en Sint-Truiden. 

Voor deze deelruimte worden volgende, voor Wellen relevante, ruimtelijke principes 

voorgesteld: 

Een netwerk van te vrijwaren beekvalleien en overstromingsgebieden van Demer, Herk, 

Mombeek, Gete en Velpe; 

Een netwerk van beperkte kernen en linten tussen de beekvalleien; 



Deelstructuren 

- Nederzettingstructuur 

In alle gemeenten van het buitengebied selecteert de provincie één of meer hoofddorpen. 

Die selectie wordt gehanteerd bij het beoordelen van de plaats van nieuwe ontwikkelingen 

inzake bijkomende woningen en bedrijventerreinen volgens de gemeentelijke ruimtelijke 

structuurplannen. 

Aan de kwantitatieve selectie van hoofddorpen uit het informatief gedeelte voegt de 

provincie een aantal kernen toe. Het betreft de voornaamste kernen in de gemeenten die na 

kwantitatieve selectie niet over een hoofddorp beschikken. 

Binnen de gemeente Wellen wordt de deelkern Wellen geselecteerd als hoofddorp, 

Vrolingen wordt geselecteerd als woonkern. 

- Natuurlijke structuur 

Bij de ontwikkeling van de gewenste provinciale ruimtelijk natuurlijke structuur ligt de 

provinciale taak in de eerste plaats in het verbinden van de natuur doorheen gebieden waar 

andere functies structuurbepalend zijn. 

Het provinciaal beleid richt zich voornamelijk op natuurverbindingsgebieden. Natte 

natuurverbindingsgebieden nemen het netwerk van waterlopen als uitgangspunt. Daarbij 

wordt gestreefd naar een aaneensluitend ecologisch netwerk van beekvalleien. 

Minstens de beek met de begeleidende begroeiingen en habitats plus de beekoevers worden 

uiteindelijk opgenomen in het natuurverbindingsgebied. 

Als natte natuurverbinding wordt onder andere de beekvallei van de Oude Beek/Aldebeek en 

de droge verbinding met de Herk (gebied Eigenbeek), beide gelegen in Sint Truiden, Wellen 

en Alken geselecteerd, alsook KLE en bosjes in de open ruimte verbinding ten noorden van 

Ulbeek (een deelgemeente van Wellen). 

3.1.3 Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Wellen 

Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Wellen is definitief vastgesteld op de gemeenteraad van 

26 maart 2004. Hiernavolgend zullen enkel de zaken uit het structuurplan die van belang zijn voor 

het plangebied overgenomen worden. 

Informatief deel 

De gemeente Wellen is samengesteld uit de deelkernen Herten, Berlingen, Ulbeek en Wellencentrum 

(de hoofdkern van de gemeente). Wellen-centrum is het hart van de gemeente en heeft 

een uitwaaierende kernstructuur. Het plangebied is in deze deelkern gelegen. 

Wellen heeft een compact centrum dat geconcentreerd is rond de kerk en de kloosterkapel. In de 

onmiddellijke nabijheid bevinden zich de meeste voorzieningen en diensten. Het 

nederzettingspatroon is er relatief dicht. 

Dwars door het plangebied loopt de Herk, één van de belangrijkste beken van Haspengouw. Het 

plangebied is dan ook gelegen in de vallei van de Herk. De beekvalleien zijn de belangrijkste dragers 

van de natuurlijke structuur in Wellen. Vooral de Herkvallei is herkenbaar als een langgerekt groen 

lint dat zich naar het zuiden quasi ononderbroken uitrekt tot aan de taalgrens. 

In de gemeente Wellen bevinden zich 4 kunstmatig uitgegraven vijvers waaronder een (private) 

visvijver in de Stokstraat: visvijver “Puppe”, in het plangebied gelegen. 

Wat betreft de verkeersinfrastructuur komen er in Wellen geen hoofdverkeerswegen of belangrijke 

regionale wegen voor. Op lolaak niveau wordt de gemeente ontsloten door een net van belangrijke 

lokale verbindingswegen die via de buurgemeenten aansluiten op de verder afgelegen bovenlokale 

wegen. Onder andere de N777 (Vloeiherkstraat) en de N754 (Dorpsstraat) behoren tot dit net, 

beide wegen grenzen aan het plangebied. 



Het functioneel fietsverkeer loopt voornamelijk langs Zonneveldweg, Vloeiherkstraat, 

Overbroekstraat, Veerstraat en Dorpsstraat, wederom langs de grenzen van het plangebied. 

Figuur 3-3 Bestaande ruimtelijke structuur, bron GRS Wellen 

Richtinggevend deel 

Het beleid in het richtinggevend deel wordt uitgeschreven volgens de eigenheid van de 

verschillende herkenbare deelruimten, deelgebieden en deelstructuren. 

DEELSTRUCTUREN 

- Gewenste nederzettingsstructuur 

Het plangebied is gelegen in het hoofddorp Wellen. Dit hoofddorp is centraal gelegen in de 

gemeente. Het is de centrale ontmoetingsplaats van de gemeente. 

De gemeente voert een beleid om de ontmoetingsfunctie te versterken door te werken aan 

verdichting, kernversterking en een betere inrichting van het openbaar domein. 

Het natuurgebied Broekbeemd moet als toegankelijk groen hart vanuit het hoofddorp 

geïntegreerd worden, via groene sluizen bereikbaar zijn en aangetakt worden aan de 

noordelijke en zuidelijke Herkvallei. 

Er wordt gesteld dat het wenselijk is een “Woongebiedbeleid” te ontwikkelen. Met dit 

woonbeleid worden een aantal voorbeeldprojecten ontwikkeld en wordt het planologisch 

kader aangepast. Door het faseren en sturen van ontwikkelingen kan de gemeente een actief 

woonbeleid opbouwen. Dit “Woongebiedbeleid” werd reeds doorvertaald in het RUP 

“Woonbeleid”. 

In het centrum van de kern is een binnengebied niet ontwikkeld als woongebied. Het is 

gesitueerd tussen de Stokstraat en de Dorpsstraat en in de vallei van de Herk. Het heeft een 

oppervlakte van 1ha 50ca. Het gebied is bovendien gelegen in overstromingsgebied. Daar dit 

gebied reeds een sociale functie vervult en het gesitueerd is in de Herkvallei is het niet 

wenselijk dat het bebouwd wordt 1 . De bestemming wordt daarom gewijzigd van woongebied 

1 Het is niet wenselijk om grootschalige woningbouw te realiseren maar het is wel aanvaardbaar om ter ondersteuning van 

de sociale functies beperkte bebouwing toe te laten. 

Plangebied 



naar groengebied. Het gebied wordt dan een stapsteen tussen de zuidelijk en noordelijke 

gelegen natuurgebieden. 2 

Plangebied 

Figuur 3-4 Woonbeleid, bron GRS Wellen 

- Gewenste natuurlijke structuur 

De gemeente wenst 2 natuurverbindingen te herstellen in de Herkvallei. 

Tussen de zuidelijke Herkvallei en de Broekbeemd 

Tussen de Broekbeemd en de Grote Beemd 

De natuurverbinding tussen de Broekbeemd en de Grote Beemd loopt dwars door het 

plangebied. De gemeente wenst de natuurverbinding te bestendigen door wijziging van de 

bestemming woongebied naar groengebied. Deze natuurverbinding wordt beschouwd als 

een groene as met wandelpad die het centrum van de gemeente verbindt met de noordelijke 

Herkvallei. Natuurinrichtende maatregelen kunnen de natuurfunctie van deze groene as 

verhogen. 

Figuur 3-5 Gewenste natuurlijke structuur, bron GRS Wellen 

2 Dit is reeds gebeurd in het RUP “Woonbeleid”. 

Plangebied 



- Gewenste recreatieve structuur 

Visvijvers: 

De gemeente telt 2 visvijvers. Deze zullen behouden blijven en ingebed in de natuurlijke 

structuur van de Herkvallei met een minimum aan infrastructuur of accommodatie. De 

visvijver in Wellen centrum is gelegen in het plangebied. Ze wordt geïntegreerd als onderdeel 

van de gemeentelijke natuurverbinding tussen de Broekbeemd en de Grote Beemd. Hij kan 

blijven functioneren met aanliggend ontmoetingslokaal. 

Strategisch project: Grensoverschrijdend Beemdpad. 

Het Beemdpad doorloopt de valleigebieden van Alken, Wellen en Borgloon. Het opzet is om 

de bestaande beemdpaden, die vroeger vanuit de dorpskernen vertrokken, terug in gebruik 

te nemen en nieuw leven in te blazen. Het Beemdpad maakt als ruggengraatpad onderdeel 

uit van het gemeenteoverschrijdend wandel- en ruiterpadnetwerk. 

Figuur 3-6 Gewenste recreatieve – toeristische structuur, bron GRS Wellen 

- Gewenste lijninfrastructuur 

Het project “Beemdpad” wordt uitgebouwd als functionele en recreatieve wandelverbinding. 

DEELRUIMTEN EN DEELGEBIEDEN 

Het plangebied is gelegen in de deelruimte Wellen-Herten, en in het deelgebied Wellen-centrum. 

Volgende acties en aandachtspunten met betrekking tot deze deelruimte en dit deelgebied zijn van 

belang voor het plangebied: 

- Deelruimte Wellen-Herten 

Plangebied 

Wellen-Herten heeft een overwegend bebouwde structuur met de Herkvallei als groen 

eiland in het midden. Slechts op een beperkt aantal plaatsen wordt de lintstructuur 

doorbroken door open ruimte corridors. De gemeente wenst deze resterende open 

ruimten te behouden en versterken. 

De omgeving van de dorpskern is de enige zone in de gemeente waar plaatsgebonden, 

overdekte sport- en recreatievoorzieningen ruimtelijk integreerbaar zijn. 

De natuurfunctie is een ondergeschikte, maar daarom niet minder belangrijke 

ruimtegebruiker. Natuur in de bebouwde omgeving maakt deel uit van een kwalitatieve 

woonomgeving. 



- Deelgebied Wellen-centrum 

Herinrichting Dorpsstraat met o.a. aandacht voor de doortocht van de Herk en de 

Herkvallei als groene noord-zuidas en de aansluiting van de voetpaden naar de 

Vloeiherkstraat en het binnengebied Overbroekstraat/Broekstraat. 

De inrichting van groene ruimten in de woonomgeving: het gebied achter het 

gemeentehuis, aansluitend bij de visvijver in de Stokstraat en de Vloeiherkstraat wordt 

toegankelijk gemaakt voor bewoners. Van hieruit vertrekt een wandelverbinding naar 

de Grote Beemd. In de woonbehoeftestudie wordt deze zone voorgesteld als te 

herbestemmen gebied 3 

De ontwikkeling van een interne en externe padenstructuur: de voetpaden en 

veldwegen die in het centrum aankomen leggen een alternatieve verbinding tussen het 

centrum en de omringende woongebieden of naar het buitengebied. Al deze voetpaden 

worden beter ingericht of opgewaardeerd, met oog voor sociale veiligheid en 

verkeersveiligheid. 

Figuur 3-7 Gewenste ruimtelijke structuur voor het deelgebied Wellen centrum, bron GRS Wellen 

Bindend deel 

Plangebied 

Volgende elementen uit de bindende bepalingen hebben betrekking op het plangebied: 

- Het plangebied is gelegen in de deelruimte Wellen – Herten. (bepaling 1) 

- Wijziging van woonbeleid. (bepaling 7) 

Het oostelijke deel van het woongebied Dorpsstraat wordt groenzone. 

- Selectie van wegen. Dorpsstraat en Vloeiherkstraat zijn aangeduid als lokale weg type I 

(bepaling 16) 

- RUP Woonbeleid. 4 (bepaling 17) 

Het wijzigen van de bestemming van een deel van het inbreidingsgebied van het 

woongebied Dorpsstraat naar groengebied. 

- Padennetwerk – Beemdpad (bepaling 37) 

3 Dit is reeds gebeurd in het RUP “Woonbeleid” 

4 Voorliggend RUP is een herziening van het RUP “Woonbeleid”. 



3.2 Cultureel Erfgoed 

De gemeente stelt een plan op voor de realisatie en beheer van het trage fietsen wandel- 

en ruiterpadennetwerk en zoekt naar partners voor het beheer en de realisatie van dit 

netwerk. Het grensoverschrijdend Beemdpad vormt een onderdeel van dit netwerk. 

3.2.1 Inventaris onroerend erfgoed 

Op 14/09/2009 stelde de administrateur-generaal van het VIOE de Inventaris van het Bouwkundig 

Erfgoed voor Vlaanderen vast. Hierdoor is er voor het eerst een eenduidige lijst van het in 

Vlaanderen gebouwde patrimonium met erfgoedwaarde. 

Figuur 3-8 Uittreksel uit de inventaris onroerend erfgoed, bron VIOE 

Er bevinden zich volgens de volgens de inventaris geen relicten binnen het plangebied. 

In de onmiddellijke nabijheid bevinden zich volgende relicten: voormalige jongensschool, heden 

crèche (nr. 32498); vierkanthoeve, heden restaurant Ter Poorte (nr. 32563); Kapel vna het Heilig 

Hert (nr. 32564); voormalige hoeve (nr. 32562). 

3.2.2 Landschapsatlas 

Relicten 

In de ‘Landschapsatlas van Vlaanderen’ - opgemaakt door de afdeling Monumenten en 

Landschappen van de Vlaamse Gemeenschap en verschenen in het voorjaar van 2001 werden 

behalve ankerplaatsen ook relictzones, puntrelicten en lijnrelicten geselecteerd. Het geheel vormt 

een historische momentopname van de Vlaamse landschappen op het eind van de 20e eeuw. 



Figuur 3-9 Landschapsatlas, bron Agiv 

Het plangebied is gelegen in het traditionele landschap ‘Vallei van de Grote Beek’. Er liggen geen 

ankerplaatsen, relictzones of puntrelicten binnen de contouren van het plangebied. Het lijnrelict 

‘Herk en bovenlopen’ loopt dwars door het plangebied. 

3.3 Open ruimtebeleid 

3.3.1 Biologische waarderingskaart 

De biologische waarderingskaart vormt een basisdocument voor iedereen die betrokken is bij 

natuurbehoud, ruimtelijke planning, milieueffectrapportage, landschapszorg, e.d. Het is de enige 

beschikbare gebiedsdekkende inventaris van de Vlaamse biotopen en wordt daarom algemeen 

aangewend als referentiekader. Ze vormt nuttige informatie betreffende de toestand en betekenis 

van het natuurlijk milieu. 

Figuur 3-10: Biologische waarderingskaart, bron Agiv 

Het plangebied ligt deels in biologisch minder waardevol gebied, en deels in biologisch waardevol 

gebied met als code aer met als omschrijving ‘recent, eutrofe plas’. 



3.4 Provinciaal fietsrouteplan 

Figuur 3-11 Bovenlokaal Functioneel fietsroutenetwerk, bron provincie Limburg 

Het "Bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk" is een programma dat i.s.m. de provincies werd 

opgestart. Het heeft tot doel een concept van fietsroutenetwerk op te stellen. In dit concept 

worden de belangrijkste gemeentelijke/stedelijke kernen en attractiepolen met elkaar verbonden. 

Het gaat hier over een functioneel routenetwerk omdat het betrekking heeft op de zgn. 

"functionele" verplaatsingen (werken, onderwijs volgen, winkelen...) en niet op het fietsen als 

ontspanning. 

Het netwerk bevat hoofdroutes, functionele fietsroutes en alternatieve functionele hoofdroutes. 

De Vloeiherkstraat is geselecteerd als functionele fietsroute. 



3.5 Water 

Op 20 juli 2006 keurde de Vlaamse Regering het uitvoeringsbesluit voor de watertoets goed. Dit 

besluit geeft aan de overheden die vergunningen afleveren richtlijnen voor de toepassing van de 

watertoets. 

Het plangebied situeert zich in het Demerbekken. Dwars door het plangebied stroomt de Herk, een 

waterloop van Categorie I. Door de stroming van deze Herk dwars door het plangebied ligt het in 

van nature overstroombaar gebied. Eind 1998 werd het getroffen door overstromingen. Het 

behoorde tot één van de gebieden van Wellen die het zwaarst getroffen zijn geweest. 

Naar aanleiding van deze overstroming werd een (bijkomend) wachtbekken van 18.000m³ op de 

kleine Herk aangelegd dat Wellen centrum voor overstromingen dient te behoeden. De kleine Herk 

mondt ter hoogte van de Molenstraat uit in de Herk waardoor deze uitgevoerde werken hun 

invloed hebben op de waterstand in de Herk stroomafwaarts ter hoogte van het buurtpark. 

Bovendien werden er collector- en afkoppelingswerken uitgevoerd ter hoogte van de kleine Herk 

wat ook de druk op het oppervlaktewater vermindert. 

Na 1998 zijn er binnen het plangebied geen overstromingen meer geweest. 

Figuur 3-12: Watertoets: (a)overstromingsgevoelig, (b)Erosiegevoelig, (c)Grondwaterstromingsgevoelig, (d) 

Infiltratiegevoelig, bron Agiv 



Figuur 3-13 Uittreksel uit de VHA, bron Agiv 

Op basis van deze watertoetskaarten kunnen voor het plangebied RUP volgende vaststellingen 

worden gemaakt: 

• Het plangebied is nagenoeg volledig gelegen in effectief overstromingsgevoelig gebied. 

• De erosiegevoeligheid is beperkt. 

• Het gehele plangebied gebied is zeer gevoelig voor grondwaterstroming. 

• Het gehele plangebied gebied is niet infiltratiegevoelig. 

Het plangebied is gelegen in effectief overstromingsgevoelig gebied. Indien er bijkomende 

constructies opgericht worden dient dan ook verplicht advies ingewonnen te worden van de 

waterbeheerder. Hieraan dient aandacht geschonken te worden bij het aanleggen van bijkomende 

verhardingen of het voorzien van beperkte park gerelateerde constructies binnen het plangebied. 



Daar het studiegebied zeer gevoelig voor grondwaterstroming is, moet er voor constructies en 

gebouwen van meer dan 3m diep en 50m lang advies worden aangevraagd aan de bevoegde 

instantie. Nieuwe bebouwingsmogelijkheden in dit RUP zullen echter slechts van zeer beperkte 

aard zijn, daarom zal dit in dit geval niet van toepassing zijn. 

Het volledige plangebied is niet infiltratiegevoelig waardoor maatregelen in functie van vertraagde 

afvoer gewenst zijn. Bij nieuwe ingrepen moet beslist worden of de aanleg van 

infiltratievoorzieningen of waterdoorlatende verhardingen al dan niet zinvol zijn, en of er mogelijk 

schadelijke effecten kunnen optreden naar het grondwater toe, zowel kwantitatief als kwalitatief 

bij het al dan niet aanleggen van dergelijke nieuwe voorzieningen. 



4 Onderzoek en analyse 

4.1 Ruimtelijk voorkomen en functioneren 

4.1.1 Studiegebied in zijn ruimere omgeving 

SINT TRUIDEN 

N754 

Figuur 4-1 Luchtfoto grote schaal, bron Google Maps 

HASSELT 

WELLEN 

CENTRUM 

Plangebied 

TONGEREN 

De gemeente Wellen is gelegen centraal in de driehoek Hasselt – Sint-Truiden – Tongeren. Het 

plangebied zelf is gelegen binnen de deelgemeente Wellen, in het centrum van de gemeente. 

De gewestwegen N777 en N754 die een verbinding vormen tussen respectievelijk Kortessem & 

Hoepertingen, en Borgloon & Herk-de-Stad lopen volledig rond Wellen-centrum, en grenzen aan 

het plangebied. 

Wellen is gedeeltelijk gelegen in de vallei van de Herk. Noordelijk en zuidelijk van het plangebied 

uit zich dit in de aanwezigheid van 2 grote natuurgebieden(korte omschrijving van de 

natuurwaarden invoegen bij fauna en flora. 


RUP Buurtpark Dorpsstraat - Gemeente Wellen juni 2012 

N777

4.1.2 Ruimtelijk functioneren studiegebied 

HERK 

Fiets – en 

voetgangerspad 

Kantoren 

Figuur 4-2 Zoom op plangebied, bron Google Maps 

Gemeentelijke 

diensten 

Dorpsplein 

Het plangebied is zoals reeds vermeld gelegen in het centrum van Wellen, in de Herkvallei. Het is 

toegankelijk, zowel vanuit de Dorpsstraat, de Stokstraat als de Vloeiherkstraat. Aan de toegang 

langs de Dorpsstraat bevinden zich een aantal gemeentelijke diensten (gemeentehuis, politie, 

OCMW, lokale radio en kinderdagverblijf). Gemotoriseerd verkeer is enkel toegelaten om een 

achterliggende parking te bereiken, noordoostelijk achter het gemeentehuis gelegen. Vanaf daar is 

enkel niet gemotoriseerd verkeer toegelaten in het plangebied. 

De Vloeiherkstraat biedt via de Volmolensteeg toegang aan een recent opgericht kantoor (notaris), 

gelegen achter de bestaande bebouwing langs deze straat. Gemotoriseerd verkeer is hier dan ook 

toegelaten om de parking van deze kantoren te bereiken. 

De toegangen langs de Dorpsstraat en de Vloeiherkstraat zijn via een fietsen voetgangerspad met 

elkaar verbonden. De breedte van de toegangen is beperkt, en het binnengebied is slechts beperkt 

zichtbaar vanaf deze randen. Langs de Vloeiherkstraat wordt het zicht beperkt door het kantoor, 

langs de Dorpsstraat door de inplanting van de bestaande bebouwing (het gemeentehuis en een 

daarnaast gelegen garage). 


RUP Buurtpark Dorpsstraat - Gemeente Wellen juni 2012 

P 

P

Figuur 4-3 Toegang langs Dorpsstraat 

Figuur 4-5 Toegang langs Stokstraat 

Figuur 4-4 Aantal parkeerplaatsen, toegankelijk 

langs de Dorpsstraat 

Figuur 4-6 Toegang via Volmolensteeg 

Dwars door het plangebied loopt de Herk. Oostelijk van de Herk is centraal in het gebied een 

karpervisvijver gelegen: “visclub bij Puppe”. De visclub bestaat uit 44 visplaatsen. Aan deze visclub 

is een bijhorend clublokaal en café gelegen: café Bambi. Deze visvijver met bijhorend een kleine 

parking, is enkel toegankelijk langs de Stokstraat. De Herk zorgt voor een splitsing tussen het 

oostelijk en westelijk gedeelte van het binnengebied. 

Figuur 4-7 Visvijver met café Bambi, ten oosten van de Herk 



Het gebied heeft een gevarieerde beplanting (begeleidende beekbeplanting, bosje, graslanden, 

enz.) en vormt een mooi, parkachtig geheel dat zich westelijk van de Herk uit in een 

ontmoetingsruimte, ingericht met een aantal zitbankjes, en zowel een overdekte als niet overdekte 

petanquebaan. 

Figuur 4-8 Ontmoetingsruimte, ten oosten van de 

Herk (komende vanuit de Dorpsstraat) 

4.2 Kwaliteiten, knelpunten en potenties 

4.2.1 Kwaliteiten 

4.2.2 Knelpunten 

4.2.3 Potenties 

Figuur 4-9 Ontmoetingsruimte, ten oosten van de 

Herk (komende vanuit de Volmolensteeg) 

- Aanwezigheid van bestaande fiets – en voetgangersverbinding op de site. 

- Aanwezigheid van recreatieve voorzieningen in het binnengebied. 

- Aanwezigheid groen binnengebied in het centrum van Wellen met een parkachtig karakter. 

- Aanwezigheid van de Herk als structurerend element voor de site. 

- Het binnengebied is weinig zichtbaar vanaf de randen. 

- De watertoets van het binnengebied is ongunstig. 

- Het huidige RUP laat de oprichting van gebouwen ter ondersteuning van de park- en 

recreatieve functie niet toe. 

- Beperkte nieuwe bouwmogelijkheden verhogen de gebruikswaarde van het binnengebied. 

- Een nieuwe constructie over de Herk kan het oostelijk en westelijk deel van het 

binnengebied met elkaar verbinden waardoor het zowel langs de Stokstraat, Vloeiherkstraat 

als Dorpsstraat volledig toegankelijk wordt. 



5 Ruimtelijk uitvoeringsplan 

Bijlage 2: grafisch plan en stedenbouwkundige voorschriften 

5.1 Visie en motivatie 

Hieronder wordt beknopt de ontwikkelingsvisie van het plangebied en de motivatie ervan 

weergegeven (grafisch wordt deze weergegeven op het grafisch plan in bijlage). Aanvullend hierop 

wordt in de voorschriften een toelichtende kolom voorzien. 

5.1.1 Instandhouding bestaande parkstructuur en tuinzones 

Onderhavig RUP is gericht op de instandhouding van het bestaande park achter het gemeentehuis. 

In dit park bevinden zich vandaag een aantal recreatieve activiteiten (petanque, visvijver, …) die in 

stand gehouden moeten kunnen worden. Daarnaast vervult het park een ‘verbindende rol’ in de 

kern van Wellen. De bestaande (en nieuwe) paden moeten de doorgankelijkheid van het park 

verzekeren. 

De bestaande tuinzones die gelegen zijn binnen de oorspronkelijke contour van het RUP krijgen 

een bestemming als tuinzone zodat ze in stand gehouden kunnen worden. 

5.1.2 Beperkte bouwmogelijkheden ter ondersteuning van recreatieve 

karakter 

Ter ondersteuning van de bestaande recreatieve functies wordt uitbreiding of oprichting van 

gebouwen met een beperkte oppervlakte toegelaten. De oppervlakte hiervoor wordt in de 

voorschriften begroot en gemotiveerd. 

5.1.3 Parkeermogelijkheden creëren 

De visvijver is vandaag met de auto bereikbaar. Hierdoor wordt de Stokstraat niet belast met 

geparkeerde wagens. Daarom wil men ter hoogte van het clublokaal een beperkt aantal 

parkeerplaatsen in stand houden. 

Daarnaast wordt aan rand van het parkgebied en in aansluiting met de Volmolensteeg een zone 

voorzien waarin een beperkt aantal auto’s kan parkeren. 

5.2 Limitatieve opgave van op te heffen voorschriften 

RUP Woonbeleid 

Volgende bestemming(en) worden opgeheven: 

- Zone voor buurtpark 

5.3 Ruimtebalans 

Uitgaande van de bestemmingswijzigingen die gerealiseerd worden door de opmaak van het RUP 

kan men de hierna opgenomen ruimtebalans opmaken. De ruimtebalans verschaft inzicht in de 

oppervlakten die in het RUP worden bestemd (bruto oppervlakte). 

Deze ruimtebalans geeft hierbij de vergelijking tussen de oppervlakte per bestemming vóór de 

inwerkingtreding van het RUP, en de oppervlakte die in het RUP wordt vastgelegd. 



Categorie 

RUP Woonbeleid 

(m²)/gewestplan 

RUP (m²) 

Overig groen 17.974 18.323 

Wonen 349 0 

Totaal 18.323 18.323 

5.4 Register potentiële planschade en planbaten 

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt 

doorgevoerd die mogelijks aanleiding kan geven tot een planschade-vergoeding, vermeld in artikel 

2.6.1 van de Vlaamse Codex R.O. of een planbatenheffing, vermeld in artikel 2.6.4 van de Vlaamse 

Codex R.O. 

Type regeling Bestemmingswijziging Betrokken percelen 

Planschade Nvt Nvt 

Planbaten Nvt Nvt 

“Deze tabel is puur planologisch van aard: het betreft enkel de aanwijzing van percelen waarop een 

bestemmingswijziging of een overdruk wordt aangebracht die in beginsel zou kunnen leiden tot een 

planbatenheffing of één van de genoemde vergoedingen. 

Bij de planopmaak moet geen onderzoek worden verricht naar de eigendomsstructuur betreffende 

deze percelen, naar de aanwezigheid van mogelijke vrijstellingen van planbatenheffing, naar het 

voorhanden zijn van uitzonderingsgronden inzake genoemde vergoedingen etc… 

(MvT, Parl. St., Vl. Parl., 2008-09, nr 2011/1, p.40) “ 



6 Verzoek tot raadpleging 

6.1 Kadering 

De gemeente Wellen heeft beslist om over te gaan tot de opmaak van een ruimtelijk 

uitvoeringsplan (RUP) ‘Buurtpark Dorpsstraat’. 

De gemeente Wellen wenst met dit RUP het parkgebied dat aanwezig is binnen het centrum van 

Wellen, alsook de recreatieve functies aanwezig binnen het park, te bestendigen. Het parkgebied 

heeft een belangrijke verbindende alsook een recreatieve rol binnen het centrum. Daarom zullen 

er een aantal uitbreidingsmogelijkheden gegeven worden aan de recreatieve functies om te 

verzekeren dat ze op deze plaats kunnen blijven bestaan en moeten bestaande en nieuwe 

voetpaden de doorwaadbaarheid garanderen. Anderzijds dienen de bestaande tuinzones aanwezig 

binnen het plangebied te worden bestendigd en zullen er aantal parkeermogelijkheden worden 

voorzien ten behoeve van de functies in en direct rond het plangebied. 

Momenteel is er reeds een RUP van kracht voor dit gebied. Binnen dit RUP is het volledige gebied 

bestemd als parkgebied doch de voorschriften zijn te beperkt wat betreft bouwen 

parkeermogelijkheden voor de aanwezige recreatieve functies. Ook wordt er geen rekening 

gehouden met de bestaande tuinen. 

In het voorontwerp RUP worden volgende zones afgebakend: 

• Zone voor buurtpark; 

• Bouwvrije tuinzone. 

In het kader van de wettelijke verplichting voor het RUP “Buurtpark Dorpsstraat” te Wellen wordt 

een screening van mogelijk aanzienlijke effecten uitgevoerd. 

In het licht hiervan en overeenkomstig hoofdstuk II artikel 3 §1 van het besluit van de Vlaamse 

regering betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s, raadpleegt de 

initiatiefnemer (Gemeente Wellen) op eigen initiatief en uiterlijk op het ogenblik dat hij de 

doelstellingen en de reikwijdte van het voorgenomen plan kan afbakenen, de volgende instanties: 

1. de deputatie van de provincie, waarop het voorgenomen plan of programma 

milieueffecten kan hebben; 

2. de betrokken instanties afhankelijk van de ligging en de mogelijk te verwachten 

aanzienlijke effecten van het voorgenomen plan of programma op in voorkomend geval 

de gezondheid en veiligheid van de mens, de ruimtelijke ordening, de biodiversiteit, de 

fauna en flora, de energie- en grondstoffenvoorraden, de bodem, het water, de 

atmosfeer, de klimatologische factoren, het geluid, het licht, de stoffelijke goederen, het 

cultureel erfgoed met inbegrip van het architectonisch en archeologisch erfgoed, het 

landschap en de mobiliteit. 

Op 24/10/2011 werd hiertoe een adviesvraag geformuleerd aan de Dienst 

Milieueffectrapportagebeheer (MER). Op 07/11/2011 werd door de dienst MER een selectie van de 

relevante betrokken instanties die in het licht van het onderzoek dienen aangeschreven te worden, 

het betreft: 

Provinciebestuur 

Limburg 

Directie Sectie 3.2.2 Provinciehuis Universiteitslaan 1 3500 Hasselt 

Infrastructuur, Ruimtelijke 

Ruimtelijke Ordening – 

Ordening, Planning en 

Milieu 

natuur 

en beleid 

ANB -Limburg VAC Koningin Astridlaan 

50 bus 5 

3500 Hasselt 



Agentschap 

Ruimtelijke 

Ordening Limburg 

Agentschap 

Onroerend Erfgoed 

Limburg 

VMM Afdeling 

Operationeel 

Waterbeheer 

t.a.v. Bram Vogels Graaf de 

Ferrarisgebouw 

VAC Koningin Astridlaan 

50 bus 1 

VAC Koningin Astridlaan 

50 bus 1 

Koning Albert IIlaan 

20 bus 16 

3500 Hasselt 

3500 Hasselt 

1000 Brussel 

Op 24/01/2012 maakte de Dienst MER haar beslissing kenbaar. Hierin werd gesteld dat de 

screeningsnota onvoldoende heeft aangetoond dat het RUP geen aanzienlijke negatieve 

milieueffecten kan veroorzaken. Er dient opnieuw advies te worden gevraagd aan de VMM. 

Het screeningsdossier werd aangepast (de wijzigingen werden in dit dossier bijgehouden). Op 

07/02/2012 werd een nieuwe adviesvraag verzonden aan de VMM. Het 2 de advies is terug te 

vinden in bijlage 7.3 van dit dossier. De aangepaste adviezenmatrix is terug te vinden in bijlage 7.4. 

Naar aanleiding van het nieuwe advies van de VMM (ongunstig) werd een overleg met de VMM 

georganiseerd. Het verslag van dit overleg, en de beslissing van Bram Vogels betreffende dit 

overleg, werden eveneens toegevoegd in bijlage (7.5 en 7.6). De afgesproken aanpassingen zullen 

in de verdere uitwerking van het RUP worden doorgevoerd. 

Overeenkomstig bovenvermeld besluit vragen wij U om binnen een termijn van 30 dagen vanaf de 

ontvangst van voorliggend verzoek tot raadpleging uw advies omtrent de plan-MER-plicht van het 

RUP ‘Buurtpark Dorpsstraat’ over te maken aan Antea Group, optredend in naam van de 

initiatiefnemer, zijnde de gemeente Wellen en dit op volgend adres: 

Antea Group 


3600 Genk 

t.a.v. Marijke Gorissen 

6.2 Potentiële milieueffecten van het plan 

6.2.1 Bodem en grondwater 

Uit de bodemkaart blijkt het plangebied te bestaan uit een matig droge en een vochtige 

leembodem (Acp(matig droog), Adp (matig nat) en Aep (nat)). 

Aan de hand van deze code kan uit de verdichtingsgevoeligheid bepaald worden. Deze is gebaseerd 

op de verdichtingsmatrix. Gronden met code Acp en Adp zijn matig gevoelig voor verdichting, deze 

met code Aep zijn zeer gevoelig voor verdichting. De geplande werken binnen het plangebied zijn 

beperkt. De betreding kan omwille van het lokale karakter (parkgebied voor bewoners in de directe 

omgeving) ook als beperkt beschouwd worden. 

Ook de eventuele profielverstoring is gebaseerd op één van de eigenschappen van de bodemserie. 

De gronden die voorkomen binnen het plangebied zijn niet gevoelig voor profielvernietiging (de 

laatste letter uit de bodemserie – in dit geval code p – verwijst naar de mogelijke profielverstoring). 

Daar er nagenoeg geen graafwerken gepland zijn (enkel beperkte graafwerken in functie van de 

aanleg van een kleine parking) binnen het plangebied zal er bovendien nauwelijks profielverstoring 

optreden. Er worden dan ook geen significante effecten verwacht m.b.t. de profielverstoring. 

Uit de OVAM-databank van de verspreiding van bodemonderzoeken in Vlaanderen (toestand 

20/01/2011) blijkt dat in het plangebied zelf nog geen bodemonderzoek gekend is. 



Figuur 6-1 bodemkaart ter hoogte van het plangebied 

De grondwaterkwetsbaarheid van een gebied is een code die het risico op 

grondwaterverontreiniging in de bovenste watervoerende laag aangeeft. 

Grondwaterverontreiniging t.g.v. infiltrerende oliën, vetten en andere verontreinigende 

vloeistoffen vormt dus een milieurisico. Hieromtrent worden geen expliciete voorschriften 

opgenomen vermits dit conform de geldende milieuwetgeving dient te gebeuren. 

Het grondwater binnen het plangebied is volgens de grondwaterkwetsbaarheidskaart grotendeels 

matig kwetsbaar (code Ac) omwille van volgende kenmerken: 

• kleiige deklaag; 

• watervoerende laag is krijt, kalksteen, zandsteen of mergel. 

Binnen het plangebied zijn geen activiteiten gepland die bodemverontreiniging met zich mee 

kunnen brengen of eventuele verontreinigingen kunnen verspreiden. De geplande graafwerken zijn 

slechts van zeer beperkte aard. 

Binnen en in de nabije omgeving van het plangebied zijn geen vergunde grondwaterwinningen 

bekend (bron: DOV Vlaanderen). 

Vanuit de discipline bodem worden geen aanzienlijke effecten verwacht. 

6.2.2 Oppervlaktewater 

Het plangebied is gelegen in het deelbekken van de Demer. Dwars door het plangebied loopt de 

Herk (binnen het plangebied een waterloop van categorie I). Noord oostelijk binnen het plangebied 

ligt momenteel een grote visvijver. 

Over het hele Vlaamse grondgebied voert de VMM metingen uit naar de kwaliteit van het water. 

Enerzijds via meetnetten, anderzijds via een gerichte afname en analyse van water uit private 

waterputten, en van grondwater. Volgens de BWK wordt de vijver als eutroof aangeduid (= rijk aan 

nutriënten en mineralen). De waterkwaliteit van de Herk wordt volgens het VMM meetnet 

aangeduid als matig verontreinigd. Indien de visvijver in verbinding staat met de Herk dient er dan 

ook over gewaakt te worden dat de waterkwaliteit niet nog meer gaat aangetast worden door het 

lozingswater van de vijver. Indien de visvijver in verbinding staat met de Herk wordt als milderende 

maatregel voorgesteld bijvoorbeeld eerst een zuivering te voorzien. Deze dient ervoor te zorgen 

dat het lozingswater van de vijver voldoet aan de normen zodat er bijvoorbeeld geen eutrofiëring 

of zuurstofverarming kan optreden. 



De beschrijving van de referentiesituatie en de kaarten van de watertoets zijn gebundeld in §3.5. 

Naast het vermelde kaartmateriaal voor de watertoets, kunnen de overstromingskaarten (Agiv) 

geraadpleegd worden. Hierop worden de recent overstroomde gebieden (ROG’s), de risicozones 

voor overstromingen en de overstroomde gebieden bij de meest recente overstromingen ( 14- 

15/11/2010 en 14/01/2011) aangeduid. 

Figuur 6-2 Overstromingskaart ter hoogte van het plangebied 

Het plangebied is gelegen binnen een risicozone voor overstromingen omwille van de waterloop 

die dwars door het plangebied stroomt. Het is ingekleurd als recent overstroomd gebied en ligt 

binnen van nature overstroombaar gebied (overstroombaar vanuit waterloop of afstromend 

water). De laatste overstroming dateert van 1998. Na deze overstroming werden acties 

ondernomen om Wellen centrum in de toekomst te behoeden voor overstroming (zie hoofdstuk 

3.5 – p. 23). Recent zijn er dan ook geen overstromingen meer geweest. 

Het afvalwaterbeleid wordt gestuurd via de gemeentelijke zoneringsplannen, waarin afgebakend 

wordt welke zones te rioleren zijn en in welke zones IBA’s moeten komen (al dan niet collectief 

beheerd). Het plangebied wordt op de zoneringsplannen van de VMM aangeduid als centraal 

gebied, wat betekent dat een riolering aanwezig is. 



Figuur 6-3 Zoneringsplan, bron VMM 

Op basis van de watertoetskaarten kunnen de volgende opmerking gemaakt worden: 

• Het plangebied is aangeduid als zeer grondwaterstromingsgevoelig. Wanneer de 

ondergrondse constructies dieper zijn dan 3m of een horizontale lengte van meer dan 50m 

hebben, dient advies te worden gevraagd aan de bevoegde instantie. Dergelijke constructies 

worden echter niet voorzien. 

• Het volledige plangebied is niet infiltratiegevoelig. Bij nieuwe ingrepen moet beslist worden 

of de aanleg van infiltratievoorzieningen of waterdoorlatende materialen al dan niet zinvol 

zijn en of er mogelijk schadelijke effecten kunnen optreden naar het grondwater toe. 

• De erosiegevoeligheid ter hoogte van het plangebied is beperkt. Voornamelijk de zone ten 

westen van de Herk wordt aangeduid als erosiegevoelig. Het maaiveld loopt af naar de Herk 

toe, waarbij de sterkste helling zich in de nabije omgeving van de Herk bevindt. 

• Het plangebied is niet gelegen binnen het winterbed van een waterloop. 

• Het plangebied is gelegen binnen effectief overstromingsgevoelig gebied. 

De invulling van het plangebied voorziet in de mogelijkheid van een zeer beperkt aantal 

bijkomende gebouwen en verharding (maximale bebouwings- en verhardingsoppervlaktes zullen 



worden opgenomen binnen de stedenbouwkundige voorschriften) waardoor er negatieve effecten 

op het lokale afwateringssysteem kunnen zijn. 

Het gehele plangebied (ongeveer 16.000m²) is nu grotendeels onverhard waardoor natuurlijke 

infiltratie mogelijk zou kunnen zijn. Uit de DOV viewer blijkt dat het grondwaterpeil uitzonderlijk 

hoog staat (0m) waardoor we er vanuit kunnen gaan dat vandaag het water reeds grotendeels 

afvloeit naar de Herk en er weinig natuurlijke infiltratie in de grond kan gebeuren door de 

oververzadiging. Uitvoering van het RUP zal het aandeel verharding een weinig vergroten. De 

bijkomende verharding bedraagt max. 580m², de effectief bijkomende bebouwing max. 525m². De 

bebouwing die wordt voorzien is slechts van zeer beperkte aard (overdekte petanquebaan en 

clublokaaltje voor de visclub): het gaat bijgevolg niet om harde ontwikkelingen zoals woningbouw, 

bedrijvigheid e.d.m. De mogelijke verharding en bebouwing bedragen slechts 7% van het gehele 

plangebied. Het plangebied zal dus grotendeels onverhard blijven waardoor de natuurlijke 

infiltratiecapaciteit voor het merendeel behouden blijft. 

Als maatregel voor het regenwater dat niet natuurlijk kan geïnfiltreerd worden ten gevolge van de 

bijkomende verharding wordt gesteld dat dit regenwater dient opgevangen te worden. Hiervoor is 

in de in de stedenbouwkundige voorschriften (zie bijlage 2, hoofdstuk 7.2) opgenomen dat voor 

bijkomende bebouwing het hergebruik van hemelwater verplicht is (het water kan bijvoorbeeld 

gebruikt worden door de groendienst voor besproeiingen ed.) en alle verharding in 

waterdoorlatende materialen dient te worden uitgevoerd. In tweede instantie dient overtollig 

regenwater afgevoerd te worden naar de vijver. Deze bezit hiertoe de nodige capaciteit. Middels 

de voorschriften in het RUP wordt er dan ook op toegezien dat de inname van het 

overstromingsgebied door verharding of bebouwing volledig gecompenseerd wordt. 

Het RUP dient bovendien steeds te beantwoorden aan de vigerende normen van het besluit van de 

Vlaamse regering van 1 oktober 2004 houdende vaststelling van een gewestelijke 

stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, 

buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. Deze verordening bevat 

minimale voorschriften voor de lozing van niet-verontreinigd hemelwater, afkomstig van verharde 

oppervlakken. Het algemeen uitgangsprincipe hierbij is dat hemelwater in eerste instantie zoveel 

mogelijk gebruikt wordt. In tweede instantie moet het resterende gedeelte van het hemelwater 

worden geïnfiltreerd of gebufferd, zodat in laatste instantie slechts een beperkt debiet vertraagd 

wordt afgevoerd. Deze maatregelen zullen in het RUP nog bijkomend verstrengd worden. 

Maximaal hergebruik zal in de voorschriften verplicht worden. 

De verharding die zal worden voorzien, dient volgens de voorschriften (opgenomen binnen de 

algemene voorschriften) verplicht uitgevoerd te worden in waterdoorlatende verharding om te 

vermijden dat de natuurlijke waterberging beïnvloed wordt of er significante oppervlakkige afvloei 

van hemelwater optreedt bij overvloedige waterval. 

Door de aanwezigheid van de Herk binnen het plangebied ligt het gebied grotendeels in effectief 

overstromingsgevoelig gebied. Hierbij dient opgemerkt te worden dat het gebied tijdens recente 

overstromingen (14-15/11/2010 en 14/01/2011) niet onder water heeft gestaan. Door deze 

overstromingsgevoeligheid zijn bijkomende randvoorwaarden voor overstromingsvrij te bouwen 

voorzien in de voorschriften (zie ook bijlage 2 – hoofdstuk 7.2). 

Bijkomende bebouwing dient op een voldoende grote afstand van de Herk te worden gerealiseerd 

en het voorzien van ondergrondse constructies wordt in het RUP niet toegelaten. Ook werd in de 

voorschriften opgenomen dat wijzigingen van het bodemreliëf slechts zeer beperkt mogelijk zijn. 

Met betrekking tot de erfdienstbaarheden van de Herk kan worden gesteld dat zowel de inrichting 

van de parking als het fietspad onderhoudswerken aan de beek niet zullen hinderen. Het fietspad 

betreft een bestaand fietspad uitgevoerd in waterdoorlatend materiaal dat door opname in het 

RUP planologisch verzekerd blijft en vandaag geen hinder vormt ten aanzien van onderhoud aan de 

beek. Bovendien wordt expliciet opgenomen dat erfdienstbaarheden aan bestaande waterlopen 

onverminderd van toepassing blijven. Dit betekent dat er binnen de overdrukzones voor 

bebouwing geen gebouwen kunnen worden opgericht binnen de 5m zone. Ook is het fietspad op 

het grafisch plan slechts een indicatieve aanduiding: de ligging op de ingetekende plaats is niet 

bindend. 



In de stedenbouwkundige voorschriften werden reeds maatregelen opgenomen om een negatieve 

impact op de waterhuishouding te voorkomen: 

• In alle bestemmingszones zijn handelingen toegelaten in functie van de retentie en 

infiltratie van hemelwater en gescheiden behandeling en afvoer van huishoudelijk 

afvalwater. Tenzij expliciet omschreven in de voorschriften van de betrokken zone, is de 

inrichting ervan vrij, mits landschappelijk geïntegreerd in de omgeving. 

• Stedenbouwkundige vergunningen kunnen enkel verleend worden wanneer uit de 

vergunningsaanvraag onvoorwaardelijk blijkt dat er geen negatieve impact bestaat voor het 

waterbeheer. Dit houdt in dat regenwaterafvoer zoveel mogelijk beperkt wordt door 

opvang en hergebruik en dat er voldoende mogelijkheden aangewend worden om het 

water in de grond te laten infiltreren. 

• De gewestelijke verordening inzake hemelwater, alsook de wettelijke erfdienstbaarheden 

t.a.v. waterlopen, bij inwerkingtreding van het RUP blijven onverminderd van toepassing. 

• Alle verhardingen worden verplicht uitgevoerd met elementverharding of andere 

waterdoorlatende materialen. 

• Ondergrondse constructies zijn verboden. 

• Wijzigingen van het bodemreliëf zijn slechts toegelaten voor zover het maaiveld niet hoger 

of lager gebracht wordt dan 0,50m verschil met het bestaande peil en/of het niveau van de 

aanpalende eigendommen. 

Volgende maatregelen zullen bijkomend worden opgenomen: 

• Maximaal hergebruik van hemelwater verplichten. 

• Randvoorwaarden om overstromingsvrij te bouwen: vloerniveau minimaal 0,5m boven het 

maaiveld, geen ondergrondse stookolietank toegelaten, hemelwaterput (of stookolietank) 

dient op zo’n wijze te worden geplaatst dat er geen overstromingswater in de put kan 

binnendringen. 

Binnen het plangebied wordt buiten de overdrukzones in het gehele gebied de ruimte voor water 

behouden. In functie van de ruimte die door de beperkte verharding zal worden aangelegd wordt 

een vertraagde afvoer naar de visvijver als maatregel voorzien. Door hergebruik van hemelwater te 

verplichten wordt ook ten aanzien van de ruimte ingenomen door de kleinschalige bebouwing de 

nodige garanties voorzien. 

Mits opname van bovenvermelde maatregelen zijn er vanuit de discipline water geen aanzienlijke 

milieueffecten te verwachten. 

6.2.3 Fauna en flora 

Er komen geen vogel- of habitatrichtlijngebieden voor in de directe omgeving van het plangebied. 

Noordelijk en zuidelijk van het plangebied bevindt zich het VEN gebied nr 428, ‘de Herk’ (zie ook 

§2.4 – figuur 2.4-1). Zowel noordelijk als zuidelijk bedraagt de afstand van dit VEN gebied tot het 

plangebied minder dan 100m. De Herk die dwars door het plangebied loopt verbindt beide delen 

van het VEN gebied. Ter hoogte van het plangebied wordt het VEN gebied plaatselijk onderbroken. 

Het plangebied van het RUP betreft een binnengebied. De straten die dit gebied noordelijk en 

zuidelijk begrenzen vormen vandaag reeds een barrière ten opzichte van het VEN gebied. 

Momenteel doet het plangebied dienst als parkgebied waarin een aantal recreatieve functies 

worden uitgeoefend (petanque en visserij). Vandaag heeft het dus grotendeels een zachte 

invulling. Ook in de toekomst, indien dit RUP in werking zal treden, zal deze invulling voornamelijk 

behouden blijven. De enige verandering ten opzichte van de huidige toestand is een beperkte 

uitbreiding van de bestaande activiteiten. De bestaande biologische waarden blijven aldus 



grotendeels behouden. Ook zal de waterkwaliteit van de Herk door uitvoering van het RUP niet 

worden aangetast (zie ook §6.3.2 – oppervlaktewater) waardoor er geen effecten op het VEN 

gebied worden verwacht. 

Er worden dan ook geen significant negatieve effecten verwacht ten opzichte van het VEN gebied. 

Een verscherpte natuurtoets wordt niet nodig geacht. 

Op de biologische waarderingskaart (versie 2.2 – zie Figuur 3 8) wordt het zuidelijk deel van 

plangebied als biologisch minder waardevol aangeduid (ua: minder dichte bebouwing met 

beplanting, tuien, enz.). Het noordelijk deel (waar de visvijver gelegen is en aldus geen bebouwing 

noch verharding zal worden toegestaan), is aangeduid als biologisch waardevol gebied, code aer – 

recente, eutrofe plas. Daar het RUP grotendeels een bestendiging van de huidige bestemming is en 

de beperkte bijkomende bebouwing en verharding gelegen is binnen de zones aangeduid als 

biologisch minder waardevol gebied zijn ook hier geen significant negatieve effecten te 

verwachten. 

Zoals reeds meermaals vermeld loopt de Herk dwars door het plangebied. Er dient over gewaakt 

dat deze waterloop zoveel mogelijk wordt gevrijwaard van aantasting. De waterkwaliteit dient 

zeker niet achteruit te gaan. De beperkte uitbreidingen die worden voorzien betreffen enkel 

uitbreidingen van de bestaande recreatieve functies binnen het plangebied. Overbruggingen van 

de beek worden slechts beperkt toegestaan (max. 2, max. 2m). Als maatregel wordt gesteld dat 

deze geen nieuwe vismigratieknelpunten mogen veroorzaken 5 . Er zijn dan ook geen aanzienlijke 

effecten te verwachten wat betreft de structuurkwaliteit van de waterloop. 

Vanuit de discipline fauna en flora zijn geen aanzienlijke milieueffecten te verwachten, wanneer de 

geformuleerde aanbevelingen worden gevolgd. 

6.2.4 Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie 

Zie ook § 3.2 

Het plangebied is gelegen binnen het traditionele landschap “Vallei van de Grote Beek”. Het 

lijnrelict “Herk en bovenlopen” loopt dwars door het plangebied. Gezien de beperkte 

veranderingen/uitbreidingen die er binnen het RUP worden voorzien worden er geen significante 

effecten voor het traditioneel landschap, noch voor het lijnrelict verwacht. De beek inclusief het 

park er rond blijven behouden. Overbruggingen worden toegelaten zij het in beperkte breedte en 

met een maximum van 2. De bijkomende bebouwing zal beperkt zijn zowel in grootte als in hoogte 

(max. 1 bouwlaag) en wordt op voldoende afstand van de beek voorzien. Deze bebouwing zal dan 

ook geen significante invloed hebben op het landschapsbeeld. 

Volgens de landschapskenmerkenkaart komt volgend landschapselement voor ter hoogte van het 

plangebied: “Alluviale broekbossen van de Herk- en de Mombeekvallei”. Echter in praktijk zijn 

binnen het plangebied geen bossen gelegen, er is enkel een strook met opgaande vegetatie 

aanwezig in aansluiting met de bestaande woningen zuidoostelijk binnen het plangebied. De Herk 

wordt binnen de landschapskenmerkenkaart opgenomen als natuurlijke waterloop – hoofdbeek. 

Gezien de beperkte uitbreidingen/overbruggingen worden hier geen significante effecten 

verwacht. 

De Centrale Archeologische Inventaris is een inventaris van tot nog toe gekende archeologische 

vindplaatsen. Vanwege het specifieke karakter van het archeologisch erfgoed dat voor ons 

verborgen zit in de ondergrond, is het onmogelijk om op basis van de Centrale Archeologische 

Inventaris uitspraken te doen over de aan- of afwezigheid van archeologische sporen. De aan- of 

afwezigheid van archeologische sporen dient met verder onderzoek te worden vastgesteld. 

De ondergrond binnen het plangebied kan beschouwd worden als bodemarchief, waar voorzichtig 

mee moet omgesprongen worden in functie van de potentieel archeologische waarden. Gezien de 

beperkte vergravingen (max. 7% van het plangebied) en de ligging in valleigebied, met geringere 

5 er is vandaag reeds een vismigratieknelpunt aanwezig in het plangebied, doch een RUP biedt als planologisch instrument 

geen mogelijkheid om dit knelpunt op te lossen. 



6.2.5 Mens 

archeologische risico’s dan de drogere gebieden buiten de beekvalleien, kan gesteld worden dat er 

t.a.v. impact op archeologie geen aanzienlijke effecten verwacht worden. Desalniettemin dient 

overeenkomstig het geldende decreet en de uitvoeringsbesluiten houdende de bescherming van 

het archeologisch patrimonium, voorafgaandelijk aan ingrepen in de bodem contact opgenomen te 

worden met het Agentschap R-O Vlaanderen, Onroerend Erfgoed zodat – indien nodig – de nodige 

stappen voor een archeologisch vooronderzoek kunnen georganiseerd worden en tijdens de 

geplande werken controles kunnen uitgeoefend worden op eventuele archeologische vondsten 

Vanuit de discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie worden geen aanzienlijke 

milieueffecten verwacht, wanneer de geformuleerde aanbevelingen worden gevolgd. 

Zie ook §3.3. 

Ruimte en functies 

Het ruimtelijk functioneren wordt toegelicht in § 4.1. 

Het plangebied is volgens het gewestplan gelegen in “woongebied”. Door de inwerkingtreding van 

het RUP Woonbeleid werd deze bestemming reeds opgeheven. Binnen het RUP Woonbeleid is het 

plangebied bestemd als buurtpark. Een aantal fietsen voetgangersverbindingen werden reeds 

voorzien. Het plangebied is niet gelegen in of in de onmiddellijke omgeving van herbevestigd 

agrarisch gebied. 

Door toepassing van het RUP zal de bestemming als parkgebied bestendigd blijven. Ook de 

doorwaadbaarheid van het gebied wordt behouden. Er zullen een beperkt aantal bijkomende 

bouwmogelijkheden worden verleend in het kader van de reeds aanwezige recreatieve functies 

(petanque en visserij). Uitvoering van het RUP heeft positieve effecten op de recreatieve functie. 

Een kleine zone zal worden herbestemd als bouwvrije tuinzone, een bestemming met een privaat 

karakter. Momenteel is deze zone reeds niet toegankelijk door de dichte begroeiing. 

Gezien de huidige functies voornamelijk blijven behouden, en er geen woongebied zal verdwijnen 

(dit werd reeds omgezet door het RUP Woonbeleid) zal de impact op het ruimtelijk functioneren en 

de woonfunctie niet significant zijn. 

Mobiliteit 

Dwars door het plangebied loopt Sentier nr. 107 en de Molenbeek (de Herk). Deze weg is 

momenteel nog steeds in gebruik als verbinding voor langzaam verkeer. Deze verbinding, net zoals 

de Molenbeek/Herk zal ook binnen het RUP behouden blijven, zodat geen significante effecten ten 

gevolge van het RUP te verwachten zijn. 

Binnen het RUP wordt een kleine zone voor parkeren voorzien (ongeveer 15 parkeerplaatsen) . 

Deze parking dient hoofdzakelijk ten behoeve van de functies die vandaag reeds aanwezig zijn 

(parking voor personeel OCMW, gebruikers visvijver, enz.). De zones voor parkeren worden 

bovendien voorzien aan de randen van het park, in aansluiting met de toegangswegen. Er wordt 

dan ook geen significante toename van verkeer verwacht. 

Hinder 

Zoals reeds aangegeven onder §6.4.4 wordt weinig visuele hinder verwacht door de mogelijke 

uitbreiding: zowel de oppervlakte als de hoogte van het bijkomend bouwvolume dient beperkt te 

blijven en de bijkomende bebouwing wordt bovendien aan de randen voorzien. 

Gezien de huidige functies blijven behouden en slechts beperkt uitgebreid wordt geen verhoging 

van geluidsproductie of bijkomende hinder ten aanzien van verlichting verwacht. 

Veiligheid 

Binnen een straal van 2 km rond het plangebied zijn geen SEVESO-inrichtingen aanwezig. Er wordt 

bijgevolg geen significante impact wat betreft veiligheid verwacht. 



Er worden geen aanzienlijke milieueffecten verwacht vanuit de discipline mens, wanneer 

bovenvermelde aanbevelingen worden gevolgd. 

6.2.6 Overige aspecten en conclusie 

Gezien de aard van het voorliggende RUP worden geen significante negatieve effecten verwacht 

inzake de milieuaspecten ‘stoffelijke goederen’, ‘energie- en grondstoffenvoorraad’ en ‘gezondheid 

van de mens’. 

Er zijn niet onmiddellijk leemten vastgesteld die ervoor zorgen dat een effect niet kan worden 

beoordeeld. 

Gelet op de schaal van de ontwikkeling en het ontbreken van aanzienlijke milieueffecten wordt 

geconcludeerd dat er geen gewest- of landgrensoverschrijdende effecten zullen voorkomen n.a.v. 

het RUP ‘Buurtpark Dorpsstraat’. 

Op basis van de beschikbare informatie kan worden besloten dat t.g.v. het RUP ‘Buurtpark 

Dorpsstraat’ geen aanzienlijke milieueffecten te verwachten zijn, temeer gezien het plangebied 

slechts een beperkte uitbreiding betreft. 

Globaal kunnen we besluiten dat het RUP ‘Buurtpark Dorpsstraat’, dat voorwerp vormt van dit 

onderzoek tot milieueffectenrapportage, niet onder de plan-MER-plicht, zoals voorzien in het plan- 

MER-decreet van 17/04/2007, valt. 



7 Bijlagen 

7.1 Plan bestaande en juridische toestand 



natuurgebieden 

landschappelijk waardevolle agrarische gebieden 


73098_2005_9081 

73098_2007_9299 

73098_2005_8727 

73098_2005_8626 

73098_2009_10191 

73098_2005_8727 

73098_2009_10131 

73098_2009_10122 

73098_2003_7758 

Dorpsstraat 

73098_2005_8636 

73098_2007_9599 

woongebieden 

Stokstraat 

73098_2010_10444 

73098_2004_8403 

73098_2004_8409 

73098_2007_9661 

73098_2004_8457 

73098_2005_8779 

73098_2003_7754 

73098_2004_8415 

Tulpenlaan 

73098_2004_8415 

73098_2007_9303 

woongebieden met cultureel, historische en/of esthetische waarde 

Rozenstraat 

50 m 

docnr. 

vakgroep 

¯ 

0 100 200 

Dorpsplein 

Molenstraat 

Dorpsplein 



Voorontwerp RUP 

Plan bestaande & juridische toestand 

Legende 

schaal 

datum 

Gebouwen 

Percelen 

Algplanid_ct 

gewestplan 

BPA 

GemRUP 

Verkavelingen 

bronnen: 

Cadmap 2010 

Aangeleverde gegevens gemeente Wellen 

1/1500 

januari 2012 

2213495008 

RMB

7.2 Grafisch plan en stedenbouwkundige voorschriften 




Dorpsstraat 

art. 1 tris 

art. 1 

art. 1 bis - B 

art. 1 bis - A 

Art 3 

Stokstraat 

art. 2 

Tulpenlaan 

Rozenstraat 

50 m 

docnr. 

vakgroep 

¯ 

0 100 200 

Art 3 

Dorpsplein 

Molenstraat 

Dorpsplein 




Grafisch plan 

Legende 

Gebouwen 

Percelen 

Algplanid_gv 

svnaam 

Algplanid_ov 

svnaam 

Algplanid_ct 

Art 1 Zone voor buurtpark 

Art 2 Bouwvrije tuinzone 

Art 1bis Zone voor kleinschalige bebouwing (in overdruk) 

Art 1tris Zone voor parkeren (in overdruk) 

Algplanid_ln_ia 

schaal 

datum 

Art 3 fiets - en voetgangersverbinding (indicatief) 

bronnen: 

Cadmap 2010 

Aangeleverde gegevens gemeente Wellen 

1/1500 

januari 2012 

2213495008 

RMB

RUP BUURTPARK DORPSSTRAAT 


Stedenbouwkundige voorschriften 

Gemeente Wellen

COLOFON 

Opdracht: 



Opdrachtgever: 



3830 Wellen 

Opdrachthouder: 

Antea Belgium N.V. 

Porsthofbrug 10 

2600 Antwerpen 

Tel 03/221.55.00 

Fax 03/221.55.01 

www.anteagroup.com 

BTW: BE 414.321.939 

RPR Antwerpen 0414.321.939 

IBAN: BE81 4062 0904 6124 

BIC: KREDBEBB 


3600 Genk 

Tel 089/74.11.00 

Fax 089/74.11.01 

Antea Group is gecertificeerd volgens ISO9001 

Identificatienummer: 

2213493027/mgo 

Datum: status / revisie: 

Februari 2011 Concept SBV 

April 2011 Voorontwerp SBV 

September 2011 Voorontwerp SBV rev. 01 

Januari 2012 Voorontwerp SBV rev. 02 

Vrijgave: 

Wim Smeets - Accountmanager ruimte 

Ruimtelijke Planner 

Controle: / projectleider 

Marijke Gorissen - Ir. Architect 

Projectmedewerkers: 

Wim Smeets - Marijke Gorissen 

© Antea Group 2012 

Zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Antea Group 

mag geen enkel onderdeel of uittreksel uit deze tekst worden 

weergegeven of in een elektronische databank worden gevoegd, 

noch gefotokopieerd of op een andere manier vermenigvuldigd.

INHOUD 

ART. 0 ALGEMENE BEPALINGEN ..................................................................................................... 4 

0.1 VOORSCHRIFTEN ....................................................................................................................................... 4 

0.2 SCHAAL EN MAATVOERING.......................................................................................................................... 4 

0.3 BESTAANDE CONSTRUCTIES EN INFRASTRUCTUREN.......................................................................................... 4 

0.4 GEBRUIK VAN DE GRONDEN......................................................................................................................... 4 

0.5 MATERIAALGEBRUIK .................................................................................................................................. 5 

0.6 INTEGRAAL WATERBEHEER .......................................................................................................................... 5 

0.7 AANLEG NUTSVOORZIENINGEN .................................................................................................................... 5 

0.8 BEGRIPPEN............................................................................................................................................... 5 

ART. 1 ZONE VOOR BUURTPARK .................................................................................................... 8 

ART 1BIS ZONE VOOR KLEINSCHALIGE BEBOUWING (IN OVERDRUK) ........................................................... 9 

ART 1 TRIS ZONE VOOR PARKEREN (IN OVERDRUK) ................................................................................ 10 

ART. 2 BOUWVRIJE TUINZONE..................................................................................................... 11 

ART. 3 FIETS – EN VOETGANGERSVERBINDING (INDICATIEF) ................................................................ 12

Art. 0 Algemene bepalingen 

Richtinggevend Verordenend 

Toelichting Essentiële aspecten Stedenbouwkundige voorschriften 

Ten aanzien van de indicatieve aanduidingen wordt bij de 

bijzondere voorschriften aangegeven in welke mate deze 

kunnen verschuiven ten opzichte van de op het grafisch 

plan ingetekende plaats. 

0.1 Voorschriften 

Het ruimtelijk uitvoeringsplan legt de bestemming, inrichting en/of beheer vast van 

het gebied waarop het plan van toepassing is. De stedenbouwkundige voorschriften 

inzake de bestemming, de inrichting en/of het beheer en het grafische plan zijn 

gelijkwaardig en hebben dezelfde verordenende kracht. 

0.2 Schaal en maatvoering 

De schaal en de daaruit afgeleide maten van het plan zijn indicatief. Het grafisch plan 

is opgemaakt op basis van de kadastrale ondergrond. De werkelijke afmetingen 

zullen, daar waar noodzakelijk, door een opmeting ter plaatse worden vastgesteld. 

De op plan expliciet weergegeven maten zijn bindend. 

0.3 Bestaande constructies en infrastructuren 

Voor bestaande hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte en niet-verkrotte 

constructies en infrastructuren vormen de stedenbouwkundige voorschriften van dit 

RUP op zichzelf geen weigeringsgrond bij de beoordeling van aanvragen tot het 

verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning voor zover de aanvraag 

betrekking heeft op: 

- het uitvoeren van instandhoudings- en onderhoudswerken; 

het uitvoeren van verbouwings- en renovatiewerken binnen het bestaande 

vergunde of vergund geachte bouwvolume. 

0.4 Gebruik van de gronden 

Het is verboden de gronden in te richten of te gebruiken op een wijze die strijdig is 

met de bestemming. 

2213493027 RUP Buurtpark Dorpsstraat pagina 4



De gewestelijke verordening inzake hemelwater, alsook 

de wettelijke erfdienstbaarheden t.a.v. waterlopen, 

blijven bij inwerkingtreding van het RUP onverminderd 

van toepassing. 

Bestaande erfdienstbaarheden verbonden aan 

waterlopen blijven met de inwerkingtreding van het RUP 

onverminderd van toepassing. 

0.5 Materiaalgebruik 

Alle constructies dienen afgewerkt te worden in duurzame, volwaardige en 

esthetische materialen zoals gevelsteen, glaswanden, sierbeton, hoogwaardige 

industriële beplatingen, hout, etc. 

Bij de keuze van het materiaal moet voldoende rekening worden gehouden met de 

landschappelijke integratie van de gebouwen ten opzichte van de open ruimte en 

van het openbaar domein. Het materiaal moet zowel qua textuur als kleur 

aanvaardbaar zijn in haar omgeving en de omliggende open ruimte. 

Alle verhardingen, worden verplicht uitgevoerd met elementverharding of andere 

waterdoorlatende materialen. 

Het materiaalgebruik wordt omstandig gemotiveerd in de toelichtingsnota gevoegd 

bij een stedenbouwkundige vergunningsaanvraag. 

0.6 Integraal waterbeheer 

In alle bestemmingszones zijn handelingen toegelaten in functie van de retentie en 

infiltratie van hemelwater en gescheiden behandeling en afvoer van huishoudelijk 

afvalwater. Tenzij expliciet omschreven in de voorschriften van de betrokken zone, is 

de inrichting ervan vrij, mits landschappelijk geïntegreerd in de omgeving. 

Stedenbouwkundige vergunningen kunnen enkel verleend worden wanneer uit de 

vergunningsaanvraag onvoorwaardelijk blijkt dat er geen negatieve impact bestaat 

voor het waterbeheer. Dit houdt in dat regenwaterafvoer zoveel mogelijk beperkt 

wordt door opvang en hergebruik en dat er voldoende mogelijkheden aangewend 

worden om het water in de grond te laten infiltreren. Bovendien is o.w.v. de 

waterhuishouding in het gebied maximaal hergebruik van hemelwater verplicht. Een 

hemelwaterput moet op die manier geplaatst worden dat geen overstromingswater 

in de put kan binnendringen. 

Bij de aanleg van verhardingen dient steeds voldoende ruimte voor water gecreëerd 

te worden. Bij de dimensionering hiervan moet uitgegaan worden van een 




terugkeerperiode van de overloop van minimaal 10 jaar. 

0.7 Aanleg nutsvoorzieningen 

Binnen het gehele plangebied is de aanleg van ondergrondse nutsleidingen zoals 

elektriciteit, gas, water, distributie, telefoon en riolering toegestaan. 

Het oprichten van beperkte gebouwen en infrastructuur voor openbaar nut is 

toegelaten in alle zones, ongeacht de bestemming, maar wel rekening houdend met 

de bebouwingsvoorschriften van de desbetreffende zone. Hun noodzaak moet om 

technische of maatschappelijke redenen kunnen aangetoond worden door een 

omstandig verklarende en verantwoorde nota, die wordt toegevoegd bij de 

vergunningsaanvraag. 

0.8 Begrippen 

Bestemming: het ruimtegebruik, gedetailleerd tot op het niveau van een kavel of een 

kaveldeel, dat dmv voor het ruimtegebruik bindende voorschriften, aan een bepaald 

stuk grond wordt toebedeeld: 

- De hoofdbestemming is de verplicht te realiseren bestemming voor de 

gebouwen die opgericht worden binnen de aangeduide bouwkaders. 

- De nevenbestemming is een toegelaten bestemming binnen de 

desbetreffende zone, steeds verbonden aan een reeds gerealiseerde of 

gelijktijdig te realiseren hoofdbestemming. 

Bouwhoogte: totale hoogte van een gebouw gemeten tussen het maaiveldniveau en 

het hoogste punt van het bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte 

bouwonderdelen zoals schoorstenen, antennes, technische ruimtes, liftkokers, … 

Elementverharding: Een elementenverharding is een verharding die is opgebouwd 

uit losse elementen die in meer of mindere mate (los) met elkaar verbonden zijn. Dit 

heeft als voordeel dat ze water- en gasdoorlatend zijn. Een voorbeeld hiervan zijn 

klinkers. 

Gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of 




gedeeltelijke met wanden omsloten ruimte vormt. 

Kroonlijst: De kroonlijsthoogte van het gebouw wordt gemeten vanaf het 

maaiveldpeil tot aan de bovenzijde van de goot, de kroonlijst of de gevelbeëindiging. 

Maaiveld: het afgewerkte bouwterrein. 

Zone: het op het plan omlijnd en met een kleur of grafisch teken aangeduid 

gebiedsdeel dat voor een bepaald, door de voorschriften vastgesteld, gebruik 

bestemd is. 


Art. 1 Zone voor buurtpark 



Het gebied wordt aangeduid als een buurtpark met een 

belangrijke ecologische waarde. Recreatief gebruik is 

wenselijk. 

Het recreatief medegebruik wordt gestimuleerd door het 

behoud van de trage wegen en het niet afsluiten van het 

park. 

Vandaag is het plangebied toegankelijk vanuit de 

Dorpsstraat (thv gemeentehuis), Stokstraat (richting 

vijver) en via de Vloeiherkstraat (via Volmolensteeg). 

Deze toegangen tot het plangebied dienen in stand 

gehouden te worden. 

De hengelsport met infrastructuur kan behouden blijven 

mits de ruimtelijke kwaliteit, het openbaar karakter en de 

natuurwaarden niet geschaad worden. 

- 3 toegangen 

- 

- Parkeerterrein en 

kleinschalige 

bebouwing 

- Verhardingen 

- Waterloop 

Gebiedscategorie: overig groen 

Bestemming 

Deze zone is bestemd voor de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van 

een openbaar buurtpark met een natuurlijke en landschappelijke waarde en 

recreatief gebruik. 

Inrichting 

Het openbaar karakter van het park wordt gewaarborgd door het behoud van de 

bestaande 3 toegangen voor het park, en het niet afsluiten van het park. 

Parkeerterreinen en kleinschalige bebouwing in functie van de aanwezige recreatieve 

voorzieningen kunnen enkel vergund worden in de daarvoor voorziene zone (art. 

1bis) en volgens de voorschriften van de desbetreffende zone. 

Onderhoud aan de waterloop dient te allen tijde mogelijk te zijn/blijven. 

De waterloop mag op max. 2 plaatsen overbrugd worden. Deze overbruggingen 

hebben een breedte van max. 2m. 

2213493027 RUP Buurtpark Dorpsstraat pagina 8 

Beheer 

Het buurtpark moet aangelegd en beheerd worden door één gebiedsbeheerder die 

zowel de aspecten van het goed groenbeheer als de aspecten van een goed 

functionerend natuurlijk overstromingsgebied tot een samenhangend geheel kan 

combineren. Het beheer dient voorafgaandelijk besproken te worden met de 

afdeling water.

Art 1bis Zone voor kleinschalige bebouwing (in overdruk) 



Het gebied is gevoelig voor overstromingen. Het is 

daarom niet wenselijk grootschalige bebouwing te 

realiseren maar het is wel aanvaardbaar om ter 

ondersteuning van de recreatieve functies beperkte 

bebouwing toe te laten. 

Binnen deelzone A is een bebouwbare oppervlakte van 

125m² aanvaardbaar. Dit volstaat om een clublokaal voor 

de visvereniging in stand te houden en beperkt uit te 

breiden (huidige bebouwing +-90m²). In deelzone B een 

bebouwbare oppervlakte van 400m² toe om een gebouw 

voor het inrichten van 3 petanquebanen op te richten: 

Officiële afmetingen: 4m x 15m = 60m²; 

Wandelruimte rond de banen: 1,5m aan elke 

zijde; 

Totale opp. per baan: 126m² (x3=378m²) 

Om te verhinderen dat de recreatieve vissers parkeren in 

de omringende straten is het toegelaten een beperkte 

parking op te richten (parking voor 8 wagens). 

Het bestaand terras kan behouden blijven (opp. +- 

200m²). 

Bestemming 

Deze zone is bestemd voor de oprichting van kleinschalige bebouwing uitsluitend 

gebruikt ter ondersteuning van de recreatieve functies. 

Inrichting 

- Bebouwing Binnen deze zone is het toegestaan bijkomende bebouwing te voorzien, uitsluitend in 

functie van recreatieve activiteiten. De totale bebouwing binnen gebied A (volgens 

aanduiding op grafisch plan) dient beperkt te blijven tot 125m². De totale bebouwing 

binnen gebied B (volgens aanduiding op grafisch plan) dient beperkt te blijven tot 

400m². 

De kroonlijsthoogte van de bebouwing blijft beperkt tot 3m. Nieuwe gebouwen 

worden ingeplant op min 3m van de zonegrens. 

Ondergrondse constructies zijn niet toegestaan. Ook het plaatsen van een 

ondergrondse stookolietank is niet toegelaten. 

Het vloerniveau van de gebouwen dient minimaal 0,5m boven het maaiveld gelegen 

te zijn. 

- Parking / terras Binnen gebied A van deze zone is het toegestaan een verharding aan te brengen in 

functie van een parking bij de bestaande visvijver. Binnen gebied B is het toegelaten 

verharding in functie van een terras voor de petanque spelers te voorzien. 

De verhardingen per zone dienen beperkt te blijven tot 200m². 


Art 1 tris Zone voor parkeren (in overdruk) 



Het gebied is gevoelig voor overstromingen en niet 

infiltratiegevoelig. Het is daarom verplicht 

waterdoorlatende materialen te gebruiken zoals 

grastegels, grindverharding, dolomiet, enz. 

Deze zone bedraagt 380m². Gerekend aan een bruto 

oppervlakte van 25m² kunnen binnen deze zone 15 

parkeerplaatsen gerealiseerd worden. 

Bestemming 

Deze zone is bestemd voor de inrichting van een kleinschalige parking, ter 

ondersteuning van de gemeenschapsvoorzieningen in de nabije omgeving. 

Inrichting 

- Verharding Binnen deze zone is het toegestaan een kleine parking te voorzien, bereikbaar via de 

Volmonensteeg over het aangrenzend perceel (1226A). 


Art. 2 Bouwvrije tuinzone 



Gebiedscategorie: overig groen 

Bestemming 

Deze zone is bestemd voor het in stand houden van de tuinzone van de woningen 

gelegen langs de Stokstraat. Er geldt een bouwverbod binnen de hele zone. 

Inrichting 

Deze zone dient verplicht als tuin te worden ingericht. 

Het is binnen deze zone verboden constructies op te richten. Het is tevens niet 

toegelaten verhardingen binnen deze zone aan te brengen. 


Art. 3 Fiets – en voetgangersverbinding (indicatief) 



Deze markering duidt aan dat in de omgeving een fiets- 

en voetgangersas moet aangelegd worden. De aanleg en 

inrichting wordt opgevat op een wijze dat het gebruik 

gestimuleerd wordt. 

Gebiedscategorie: /// 

Bestemming 

Binnen deze zone is het verplicht een verbinding voor langzaam verkeer in te richten. 

Inrichting 

De precieze ligging van deze wegen kan gewijzigd worden. De as van de op het plan 

aangeduide pijlen kan tot maximum 10m verplaatst worden. Alle op het plan 

aangeduide verbindingen dienen gerealiseerd te worden. 

De wegen hebben een breedte van minimum 2m en moeten uitgevoerd worden op 

een wijze dat enkel niet gemotoriseerd verkeer kan gebruik maken van deze 

infrastructuur. Enkel langs de Stokstraat is gemotoriseerd verkeer toegelaten indien 

er een parking zou gerealiseerd worden die voldoet aan de maximale afmetingen 

vastgelegd in art. 1tris. 

De inrichting van de paden dient afgestemd te zijn op een comfortabel fietsgebruik 

van de paden. 


7.3 Advies VMM 15/03/2012 



7.4 Adviezenmatrix 



Overzicht uitgebrachte adviezen screening RUP “Buurtpark Dorpsstraat“ 

Datum verzending screening naar Dienst MER: 24/10/2011 

Datum ontvangst advies Dienst MER: 07/11/2011 

Datum verzending screening naar adviesinstanties: 10/11/2011 

Datum beslissing dienst MER: 24/01/2012. Hierin wordt gesteld dat de screeningsnota onvoldoende heeft aangetoond dat het RUP geen aanzienlijke negatieve 

milieueffecten kan veroorzaken. Er dient opnieuw advies te worden gevraagd aan de VMM. 

Datum verzending aangepaste screening naar VMM: 07/02/2012 

Opmerking: vet en cursief gedrukte tekst geeft de reactie weer op het ontvangen advies 

Adviesinstantie Datum 

ontvangst 

advies 

Samenvatting advies 

Provinciebestuur Limburg 06/12/2011 Er gebeurt er een toetsing aan het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV), het Ruimtelijk Structuurplan Provincie 

Limburg (RSPL) en het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS). 

Agentschap Onroerend 

Erfgoed Limburg 

Agentschap Ruimtelijke 

Ordening Limburg 

Agentschap Natuur en 

Bos 

2213493049/mgo/cev - samenvatting adviezen screening RUP “Buurtpark Dorpsstraat“ 

In Wellen is er één provinciale natte natuurverbinding geselecteerd (nr. 66) doch deze heeft geen invloed op het plangebied. 

Principes inzake duurzaamheid moeten doorvertaald worden naar het RUP. 

Inhoudelijke opmerkingen zullen worden gemaakt in het kader van de plenaire vergadering. 

08/12/2011 Vanuit de disciplines bouwkundig erfgoed, landschappen en archeologie worden geen bemerkingen gemaakt. 

12/12/2011 De screeningsnota maakt een voldoende inschatting van de milieueffecten voor de ruimtelijke ordening. 

13/12/2011 

(via mail) 

Het Agentschap voor Natuur en Bos kan zich akkoord verklaren met de screening. Er worden geen aanzienlijke 

milieueffecten verwacht. 

VMM 16/12/2011 Het plan wordt ongunstig geadviseerd en is niet in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen van het decreet 

waterbeleid aangezien het creëren van bijkomende mogelijkheden voor bebouwing binnen dit gebied niet wenselijk is. 

Daarnaast zijn geen randvoorwaarden opgenomen om overstromingsvrij te bouwen, de ruimte voor water te vrijwaren en

2213493049/mgo/cev - samenvatting adviezen screening RUP “Buurtpark Dorpsstraat“ 

wordt de 5m zone langsheen de Herk deels ingenomen door een fietspad en parking. 

VMM 15/03/2012 De gewijzigde versie van het verzoek tot raadpleging biedt geen afdoend antwoord op het eerdere ongunstig advies van de 

VMM. Het plan wordt bijgevolg ongunstig geadviseerd en is niet in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen 

van het decreet waterbeleid aangezien het creëren van bijkomende mogelijkheden voor schadegevoelige bebouwing binnen 

dit gebied niet wenselijk is. Daarnaast zijn geen randvoorwaarden opgenomen om overstromingsvrij te bouwen, de ruimte 

voor water te vrijwaren en wordt de 5m zone langsheen de Herk deels ingenomen door een fietspad en parking. 

Naar aanleiding van dit ongunstige advies werd een overleg en terreinbezoek georganiseerd met Michel Decat van de 

afdeling operationeel waterbeheer van de VMM te Hasselt. Volgende afspraken werden gemaakt tijdens dit overleg (het 

integrale verslag is tevens als bijlage toegevoegd): 

Volgende wijzigingen aan het RUP zullen worden doorgevoerd om tegemoet te komen aan de opmerkingen van de VMM: 

- Reliëfwijzigingen worden niet meer toegelaten; 

- De toegelaten bebouwing wordt verminderd, en beperkt tot de oppervlakte van de bestaande bebouwing die 

vandaag al aanwezig is; 

- Er wordt een zone non aedificandi van 5m tov de Herk voorzien op het grafisch plan. In de voorschriften wordt 

opgenomen dat binnen deze zone een doorgang voor langzaam verkeer, uitgevoerd in waterdoorlatend 

materiaal, kan worden voorzien. Deze doorgang vermindert de bereikbaarheid van de waterloop niet. De 

indicatieve aanduiding wordt dan ook van het plan geschrapt. 

- De overdrukzones waar bebouwing of parkeren is toegestaan worden buiten de zone non aedificandi voorzien. 

Via mail van 12/06/2012 (tevens integraal in bijlage toegevoegd) reageerde Bram Vogels – dossierbehandelaar van het 

verzoek tot raadpleging – op het verslag, na intern te hebben teruggekoppeld met Michel Decat: 

“Op zich worden inderdaad de belangrijkste bemerkingen van AOW opgevangen, namelijk geen bijkomende 

bebouwing binnen effectief overstromingsgevoelig gebied, hoewel het regulariseren van bestaande bebouwing 

ook niet de beste situatie is. Wat betreft het fietspad zal bij afkalvingen steeds moeten bekeken worden of er 

bijkomende versteviging zal voorzien worden. Hierbij gaan wij geen engagement aan om in alle omstandigheden 

het fietspad te behouden door het aanbrengen van bijkomende verstevigingen. Dit zal steeds gevalspecifiek 

moeten bekeken worden. Wat betreft het vismigratieknelpunt, moet ik nog eens in detail nakijken waar dit exact 

gelegen is. De enige opmerking die ik hier heb willen geven is dat het RUP de mogelijkheid moet laten voor 

oplossing van dit migratieknelpunt.” 

Op basis van het overleg en deze mail kunnen wij besluiten dat mits de vooropgestelde wijzigingen worden doorgevoerd, 

de VMM zich kan akkoord verklaren met het RUP.

7.5 Verslag overleg VMM 



VERSLAG 

Project/onderwerp RUP Buurtpark - Voortgangsoverleg 

Ons kenmerk 2213493048 

Datum 14/05/2012 

Plaats Gemeentehuis Wellen 

Bijlagen n.v.t. 

Vrijgave CM/PL Wim Smeets / Marijke Gorissen 

Aanwezig Namens Mailadres Telefoonnummer 

Carine Scierski SA Wellen carine.scierski@wellen.be 

Michel Decat VMM 

Cedric Vervaet Antea Group cedric.vervaet@anteagroup.com 

Marijke Gorissen Antea Group Marijke.gorissen@anteagroup.com (0)89 74 11 91 

Nr. Verslag Actie door 

0. Doel van het overleg: 

Bespreking voortgang RUP Buurtpark nav ongunstige adviezen van de VMM in het kader 

van de plan MER screening van het RUP Buurtpark. 

Hieronder worden de belangrijkste opmerkingen van het overleg samengevat. 

1. RUP Buurtpark 

De adviezen van de VMM worden overlopen. 

Een belangrijk knelpunt is het feit dat het plangebied in effectief overstromingsgevoelig 

gebied gelegen is. Daar het plangebied in overstromingsgevoelig gebied gelegen is zal de 

ruimte ingenomen door bijkomende bebouwing/verharding gecompenseerd moeten 

worden. Er zal worden nagegaan wat de hoogte is van het terrein om te bepalen waar 

compensatie kan gebeuren (de visvijver kan niet in rekening gebracht worden als 

bijkomende buffer) en wat dit betekent ten aanzien van het waterpeil van 42,72TAW dat 

volgens modelleringen van de VMM bereikt wordt voor een storm met een 

terugkeerperiode van 100 jaar. 

Volgende wijzigingen aan het RUP zullen bovendien worden doorgevoerd om tegemoet te 

komen aan de opmerkingen van de VMM: 

- Ophogingen worden niet meer toegelaten; 

- De toegelaten bebouwing wordt verminderd, en beperkt tot de oppervlakte van 

de bestaande bebouwing die vandaag al aanwezig is; 

- Er wordt een zone non aedificandi van 5m tov de Herk voorzien op het grafisch 

plan. In de voorschriften wordt opgenomen dat binnen deze zone een doorgang 

voor langzaam verkeer, uitgevoerd in waterdoorlatend materiaal, kan worden 

voorzien. Deze doorgang vermindert de bereikbaarheid van de waterloop niet. De 

indicatieve aanduiding wordt dan ook van het plan geschrapt. 

- De overdrukzones waar bebouwing of parkeren is toegestaan worden buiten de 

zone non aedificandi voorzien. 

In het advies van de VMM is sprake van de aanwezigheid van een vismigratieknelpunt 

binnen het plangebied. Er wordt nagegaan of dit wel binnen het plangebied aanwezig is. 

Michel Decat geeft aan dat dit zijn inziens stroomopwaarts, buiten het plangebied, 

aanwezig is. Bovendien staat de VMM zelf in voor het oplossen van vismigratieknelpunten 

op de waterlopen binnen hun beheer, en is een RUP niet het geschikte instrument om dit te 

behandelen of althans een oplossing voor uit te werken. 

De vraag wordt gesteld of het mogelijk is/toegelaten wordt een bijkomende 

voetgangersbrug over de Herk aan te leggen. Hierover zijn geen bezwaren. De parking zou 

2213493048 pagina 1 van 2 

Antea Belgium nv BE 0414.321.939

aldus kunnen geclusterd worden bij de visvijver zodat de 2 zones herleid kunnen worden 

tot 1 zone. Deze piste wordt nog verder onderzocht. 

2. Afspraken en timing 

- Michel Decat koppelt terug met Bram Vogels door wie de adviezen werden 

opgemaakt en laat de gemeente Wellen weten of Bram akkoord kan gaan met het 

RUP indien bovenstaande aanpassingen worden doorgevoerd: 

- De verdere voortgang zal na deze terugkoppeling bepaald worden. 

Dit verslag wordt nagelezen door alle betrokkenen, eventuele opmerkingen worden binnen een termijn van 5 

kalenderdagen na verzending aan de verslaggever overgemaakt. 

2213493048 pagina 2 van 2 

Antea Belgium nv BE 0414.321.939

7.6 Mail VMM dd 12/06/2012 



Gorissen Marijke 

Van: Gemeente Wellen - Carine Scierski [carine.scierski@wellen.be] 

Verzonden: woensdag 13 juni 2012 7:52 

Aan: Gorissen Marijke 

CC: Vervaet Cedric; Smeets Wim 

Onderwerp: Fw: verslag overleg VMM mbt RUP Buurtpark 

Opvolgingsmarkering: Opvolgen 

Markeringsstatus: Rood 

----- Original Message ----- 

From: Bram Vogels 

To: 'Gemeente Wellen - Carine Scierski' 

Cc: Michel Decat 

Sent: Tuesday, June 12, 2012 7:51 PM 

Subject: RE: verslag overleg VMM mbt RUP Buurtpark 

Beste, 

27/06/2012 

pagina 1 van 2 

Ik heb hierover reeds contact gehad met Michel. Op zich worden inderdaad de belangrijkste bemerkingen van AOW 

opgevangen, namelijk geen bijkomende bebouwing binnen effectief overstromingsgevoelig gebied, hoewel het 

regulariseren van bestaande bebouwing ook niet de beste situatie is. Wat betreft het fietspad zal bij afkalvingen 

steeds moeten bekeken worden of er bijkomende versteviging zal voorzien worden. Hierbij gaan wij geen 

engagement aan om in alle omstandigheden het fietspad te behouden door het aanbrengen van bijkomende 

verstevigingen. Dit zal steeds gevalspecifiek moeten bekeken worden. Wat betreft het vismigratieknelpunt, moet ik 

nog eens in detail nakijken waar dit exact gelegen is. De enige opmerking die ik hier heb willen geven is dat het 

RUP de mogelijkheid moet laten voor oplossing van dit migratieknelpunt. 

Hoe voorzien jullie het vervolg? Wordt er nog een nieuwe screening opgemaakt, waarin duidelijk wordt aangegeven 

hoe met de opmerkingen is omgegaan of wordt meteen overgestapt naar een RUP? 

Met vriendelijke groeten, 

Bram Vogels 

Afdeling Operationeel Waterbeheer 

Dienst Lokaal Waterbeheer 

Koning Albert II - laan 20 bus 16 

1000 Brussel 

Tel. 02/553.21.14 

Van: Gemeente Wellen - Carine Scierski [mailto:carine.scierski@wellen.be] 

Verzonden: maandag 11 juni 2012 18:58 

Aan: Bram Vogels 

Onderwerp: Fw: verslag overleg VMM mbt RUP Buurtpark 

Beste 

Vandaag heb ik contact gehad met Michel Decat ivm het advies inzake het RUP Sportpark. Kan u mij laten weten of dit advies 

blijft gelden of dat wij eventueel nog bijkomende gegevens dienen over te maken? 

Met vriendelijke groeten 

Carine Scierski 

Stedenbouwkundige ambtenaar 



3830 Wellen 

tel : (012)67 07 08 

fax : (012)74 58 70 

e-mail : carine.scierski@wellen.be 

********************************************************************************************** 

Elke e-mail uitgaande van de gemeente Wellen of van een van haar medewerkers, 

heeft uitsluitend een informatieve waarde en kan geen verbintenissen tot stand

engen. 

Verbintenissen kunnen enkel tot stand worden gebracht via de klassieke 

briefwisseling, ondertekend door de burgemeester en de gemeentesecretaris. 

----- Original Message ----- 

From: Gemeente Wellen - Carine Scierski 

To: m.decat@vmm.be 

Sent: Monday, May 21, 2012 3:09 PM 

Subject: Fw: verslag overleg VMM mbt RUP Buurtpark 

Beste 

Heeft u het dossier al kunnen bespreken met Bram Vogels? 

Met vriendelijke groeten 

Carine Scierski 

Stedenbouwkundige ambtenaar 



3830 Wellen 

tel : (012)67 07 08 

fax : (012)74 58 70 

e-mail : carine.scierski@wellen.be 

pagina 2 van 2 

********************************************************************************************** 

Elke e-mail uitgaande van de gemeente Wellen of van een van haar medewerkers, 

heeft uitsluitend een informatieve waarde en kan geen verbintenissen tot stand 

brengen. 

Verbintenissen kunnen enkel tot stand worden gebracht via de klassieke 

briefwisseling, ondertekend door de burgemeester en de gemeentesecretaris. 

27/06/2012

Klik hier - Lne.be

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

Delete template?

Save as template?