Basiscursus NME - Natuurbeelden - Lne.be
Basiscursus NME - Natuurbeelden - Lne.be
Basiscursus NME - Natuurbeelden - Lne.be
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Krist Tack 1<br />
<strong>Basiscursus</strong> <strong>NME</strong> - <strong>Natuur<strong>be</strong>elden</strong><br />
Beelden van en omgang met natuur.<br />
Over het algemeen <strong>be</strong>staat er een grote diversiteit aan natuur<strong>be</strong>elden. Het is een complex<br />
geheel van opvattingen, kennis, functies, <strong>be</strong>langen, gevoelens, <strong>be</strong>levingen en waarden van,<br />
over en bij natuur.<br />
Het natuur<strong>be</strong>eld van elk individu is anders en wordt <strong>be</strong>paald door de woonomgeving, het<br />
gezin, de vrienden, culturele achtergrond, de persoonlijke interesses, de gemoedstoestand …<br />
Het natuur<strong>be</strong>eld verandert met de leeftijd, verandert door nieuwe ervaringen, door nieuwe<br />
vrienden …<br />
Over wat natuur is <strong>be</strong>staan verschillende opvattingen. Die verscheidenheid <strong>be</strong>perkt zich niet<br />
alleen tot een verschil in interpretatie tussen de leek en de deskundige, maar evenzeer<br />
tussen deskundigen onderling. Zo zijn er voorstanders van 'echte' natuur, van natuur in het<br />
door mensen onderhouden en historisch gegroeide cultuurlandschap en van natuur in het<br />
moderne stadslandschap.<br />
Al met al: 'de' natuur <strong>be</strong>staat niet: het gaat om verschillende <strong>be</strong>elden en interpretaties van<br />
de natuur die afhangen van het ingenomen standpunt. Wat je als natuur ervaart, is<br />
afhankelijk van je perspectief, van je persoonlijke geschiedenis en opvatting.<br />
<strong>Natuur<strong>be</strong>elden</strong> staan niet op zich maar worden gevormd in wisselwerking met de concrete,<br />
alledaagse woon- en werkomgeving van mensen. Mensen construeren als het ware steeds<br />
hun 'ideale' natuur vanuit hun dagelijkse leven.<br />
Theoretische natuur<strong>be</strong>elden.<br />
Met ‘natuur<strong>be</strong>eld’ wordt verwezen naar de invulling die mensen geven aan<br />
natuur. Een verschil in natuur<strong>be</strong>elden bij diverse bij het natuur<strong>be</strong>leid <strong>be</strong>trokken actoren kan<br />
een <strong>be</strong>langrijk element zijn in het ontstaan van draagvlakproblemen.<br />
In 1993 <strong>be</strong>sloot de Nederlandse Natuur<strong>be</strong>schermingsraad een overzicht van natuur<strong>be</strong>elden<br />
te ontwerpen omdat men had vastgesteld dat de <strong>be</strong>spreekbaarheid van natuur tussen<br />
diverse sectoren (landbouw, natuur, recreatie, bosbouw, jacht) heel moeilijk was.<br />
Op deze wijze hoopte men inzichten te verwerven die het optreden van draagvlakproblemen<br />
zouden kunnen reduceren.<br />
Op deze wijze kwam men tot een lijst van 11 theoretisch veronderstelde natuur<strong>be</strong>elden.<br />
Deze indeling werd binnen het Nederlandse project EENDD (Evaluatie Ex ante van<br />
Natuur<strong>be</strong>leid: Draagvlak en Doeltreffendheid) uitgewerkt en verder aangevuld met<br />
achterliggende drijfveren of met functies die de natuur vervult voor de mens. ‘Volgende<br />
natuur’ en ‘wilde natuur’ worden hier eerder als kwalificaties van een toestand <strong>be</strong>schouwd<br />
waarop de natuur<strong>be</strong>elden <strong>be</strong>trekking heb<strong>be</strong>n.<br />
<strong>Basiscursus</strong> Natuur- en Milieueducatie - <strong>Natuur<strong>be</strong>elden</strong>
Krist Tack 2<br />
Lijst van 11 theoretische natuur<strong>be</strong>elden en drijfveren<br />
Natuur<strong>be</strong>eld Drijfveer<br />
1. Productie-natuur<br />
• leverancier van energie, grondstoffen<br />
• leverancier van cultuurgewassen, vee<br />
2. Gebruiksnatuur<br />
• natuur waaruit niet-cultuurgewassen<br />
en dieren kunnen worden geoogst<br />
• natuur als voorraadschuur en<br />
genenreservoir<br />
• natuur als leverancier van fysieke<br />
uitdaging voor de sportieve recreant<br />
3. Gemodificeerde natuur<br />
• basis voor gefokte, gedomesticeerde<br />
dieren, gekweekte planten<br />
• basis voor genetisch gemodificeerde<br />
organismen<br />
4. Bedreigende/hinderlijke natuur<br />
• natuur als bron van overlast en schade<br />
• natuur als bron van gevoel van<br />
wanorde, onveiligheid en <strong>be</strong>dreiging<br />
• natuur als bron van ergernis<br />
5. Regulerende natuur<br />
• stabilisering (klimaat, water, bodem)<br />
• zuivering (lucht: afbraak/immobilisatie<br />
[afval]stoffen)<br />
• terug opnemen stoffen in kringlopen<br />
6. Informatieve natuur<br />
• indicatorfunctie toestand/verandering<br />
milieu<br />
7. Heilzame natuur<br />
• natuur als bron van gezondheid<br />
<strong>Basiscursus</strong> Natuur- en Milieueducatie - <strong>Natuur<strong>be</strong>elden</strong><br />
• menselijk (over)leven<br />
• economische <strong>be</strong>drijvigheid<br />
• oogst ( bv. land- en bosbouw), vangst<br />
of jacht<br />
• <strong>be</strong>leving en (ont)spanning (bv.<br />
mountainbike …)<br />
• recreatie<br />
• ervaring mens- dier/plant-relatie<br />
• <strong>be</strong>heersing economische<br />
afhankelijkheid<br />
• menselijk welzijn<br />
• (<strong>be</strong>lemmering) <strong>be</strong>drijfsvoering<br />
• gevoel van onveiligheid, overlast<br />
• leven van mens, dier en plant<br />
• economie<br />
• wetenschappelijke <strong>be</strong>langstelling<br />
• (menselijk) leven en welzijn<br />
• menselijke gezondheid en recreatie
Krist Tack 3<br />
8. Intrigerende natuur<br />
• natuur als bron van verwondering,<br />
onderzoek, onderwijs en educatie<br />
• natuur als uitdaging voor activiteiten<br />
(avontuur, het onverwachte)<br />
9. Decor(atieve)-natuur<br />
• natuur als bron van ontspanning (stilte)<br />
• esthetische natuur, als bron van<br />
inspiratie (schoonheid)<br />
10. Volgende natuur<br />
• half-natuurlijke natuur<br />
• aan huidige menselijke cultuur<br />
gebonden natuurnatuur in agrarisch<br />
cultuurlandschap, of in stedelijke<br />
omgeving<br />
11. Wilde natuur<br />
• oernatuur, wilde fauna en flora in<br />
oorspronkelijke vrije staat; natuur<br />
zonder de mens(elijke <strong>be</strong>ïnvloeding)<br />
<strong>Basiscursus</strong> Natuur- en Milieueducatie - <strong>Natuur<strong>be</strong>elden</strong><br />
• <strong>be</strong>vrediging (wetenschappelijke)<br />
<strong>be</strong>langstelling<br />
• <strong>be</strong>leving van immateriële vreugden<br />
• ontspanning<br />
• inspiratie<br />
• economie (recreatie en toerisme)<br />
• woon- en werkomgeving<br />
• natuur<strong>be</strong>leving<br />
• cultuurhistorie<br />
• eigenheid/identiteit van het landschap<br />
• zekere mate economische productie<br />
• erkenning intrinsieke waarde van de<br />
natuur (los van de gebruikswaarde)<br />
• existentiële <strong>be</strong>leving<br />
Naast deze lijst geven ook andere auteurs overzichten van natuur<strong>be</strong>elden met een min of<br />
meer afwijkende indeling. Gemeenschappelijk aan deze indelingen is dat het telkens gaat om<br />
een veelheid aan natuur<strong>be</strong>elden.<br />
Die veelheid aan natuur<strong>be</strong>elden is van toepassing voor mensen onderling, maar zeker ook<br />
binnen één individu. In de praktijk gaat het vaak om een mix van bovengenoemde<br />
natuur<strong>be</strong>elden bij één persoon en overlappende natuur<strong>be</strong>elden tussen diverse personen.<br />
De samengestelde natuur<strong>be</strong>elden impliceren dat er tussen personen die vaak als tegenpolen<br />
worden <strong>be</strong>schouwd, zoals landbouwers en natuur<strong>be</strong>schermers, niet alleen sprake kan zijn<br />
van uiteenlopende natuur<strong>be</strong>elden, maar evenzeer van (gedeeltelijk) overlappende<br />
natuur<strong>be</strong>elden. Bovendien evolueert het natuur<strong>be</strong>eld. <strong>Natuur<strong>be</strong>elden</strong> zijn immers niet<br />
statisch. Uit onderzoek blijkt bijvoor<strong>be</strong>eld dat natuur<strong>be</strong>elden evolueren naargelang de<br />
leeftijd en naargelang kennis, kunde, ervaring, afstand tot en (on)afhankelijkheid van de<br />
natuur enzovoort. (o.a. Margadant, 1990,1994),
Krist Tack 4<br />
Empirische natuur<strong>be</strong>elden.<br />
In Nederland is veel kwalitatief proefondervindelijk onderzoek verricht naar natuur<strong>be</strong>elden.<br />
De resultaten verschillen nogal wat met de theoretische natuur<strong>be</strong>elden.<br />
Zo peilde men verschillende meningen over wat natuur is. Uiteindelijk kwamen de<br />
onderzoekers tot 6 nieuwe natuur<strong>be</strong>elden (Buijs, 1998)<br />
• wildernis-natuur<strong>be</strong>eld (natuur als grootschalige ongerepte gebieden)<br />
• autonomie-natuur<strong>be</strong>eld (natuur onafhankelijk van de mens, zowel klein- als grootschalig)<br />
• decoratief natuur<strong>be</strong>eld (natuur als recreatief groen)<br />
• breed natuur<strong>be</strong>eld (natuur is alles wat groeit en bloeit, inclusief de mens);<br />
• functioneel natuur<strong>be</strong>eld (natuur heeft primair functie voor de mens);<br />
• diffuus natuur<strong>be</strong>eld (geen duidelijk uitgekristalliseerd <strong>be</strong>eld van de natuur).<br />
In het onderzoek naar natuur<strong>be</strong>elden in Nederland is ook een evolutie te zien van<br />
natuur<strong>be</strong>eld als een loutere definitiekwestie (wat is natuur?) tot natuur<strong>be</strong>eld als ideaal<strong>be</strong>eld<br />
van de natuur. Op deze basis onderscheidt men opnieuw 6 verschillende natuur<strong>be</strong>elden bij<br />
inwoners van Nederland. (de Boer, 2002)<br />
• grootse natuur<br />
• agrarische natuur<br />
• stedelijke natuur<br />
• mensarme natuur<br />
• nette natuur<br />
• ongewenste natuur<br />
In Vlaanderen werd door een studiegroep onderzoek verricht (Mens en Ruimte,1999).<br />
Aan 1.500 personen werd de vraag gesteld ‘wat is natuur?’<br />
Via analyse kwam men tot volgende natuur<strong>be</strong>elden die mensen hanteren:<br />
• elementen en spontane natuur: weidevogels, wild, wilde planten, grazende koeien, wind,<br />
heuvels en duinen, mossen, heidevelden, <strong>be</strong>ken en rivieren, rietvelden, meren en vijvers,<br />
weiland, zee, landschap, bosjes, zon, moerassen, bossen, akkers/velden<br />
• stedelijke natuur: volkstuinen, parken in steden, bomen in de straat, stadsvogels,<br />
parktuinen, <strong>be</strong>planting<br />
• gedomesticeerde natuur: stallen met varkens, speelterreinen en honden en katten<br />
• insecten<br />
• verstoorde natuur: verwilderd braakland, zandpaden, akker-onkruiden, onkruid in de tuin<br />
• gebouwen: oude landhuizen, ruïnes<br />
• schimmels.<br />
Uit dit onderzoek blijkt dat ook de Vlaamse <strong>be</strong>volking een gevarieerd natuur<strong>be</strong>eld hanteert.<br />
<strong>Basiscursus</strong> Natuur- en Milieueducatie - <strong>Natuur<strong>be</strong>elden</strong>
Krist Tack 5<br />
Een overzicht van empirische natuur<strong>be</strong>elden leert dus dat hét natuur<strong>be</strong>eld niet <strong>be</strong>staat.<br />
Het <strong>be</strong>grip natuur blijkt heel verscheiden natuur<strong>be</strong>elden te dekken die, naargelang het<br />
onderzoek, op heel uiteenlopende wijze worden gecategoriseerd.<br />
Net zoals bij de theoretisch ontwikkelde natuur<strong>be</strong>elden, <strong>be</strong>staat ook hier een veelheid aan<br />
natuur<strong>be</strong>elden.<br />
Archetypische natuur<strong>be</strong>elden.<br />
Het hiervoor <strong>be</strong>sproken theoretisch en empirisch natuur<strong>be</strong>eldenonderzoek krijgt als kritiek<br />
‘te functionalistisch’ te zijn (Keulartz, 2000).<br />
Het gevaar dat hierin schuilt is een te sterke koppeling aan cognitieve elementen van<br />
natuur<strong>be</strong>elden, ten koste van normatieve (ethische) en expressieve (esthetische) elementen.<br />
<strong>Natuur<strong>be</strong>elden</strong> leggen uiteraard vast hoe we de natuur in cognitief opzicht <strong>be</strong>oordelen,<br />
maar evenzeer welke waarden we aan de natuur geven (normatief) en welke natuur we al<br />
dan niet mooi vinden (expressief). Een functionalistische <strong>be</strong>nadering versterkt bovendien de<br />
neiging van de overheid burgers aan te spreken vanuit hun specifiek <strong>be</strong>lang (landbouwer,<br />
natuur<strong>be</strong>schermer…), waardoor men vrij gauw vastzit in <strong>be</strong>paalde rolpatronen.<br />
Vanuit een historisch perspectief worden de natuur<strong>be</strong>elden verdicht tot drie archetypen :<br />
• de wilde natuur<br />
• de arcadische natuur<br />
• de functionele natuur<br />
De auteur praat over natuurarrangementen.<br />
Het wildernis-arrangement (wilde natuur) wordt gekenmerkt door het streven natuurlijke<br />
processen zoveel mogelijk ongestoord te laten verlopen. In deze visie ligt de blik op het<br />
vinden van het sublieme in de natuur, op emoties als verbazing, angst, ruwheid en<br />
duisternis. Ontzagwekkende aspecten van <strong>be</strong>rgen, jungles, woestijnen en vulkanen staan<br />
centraal.<br />
Het arcadische arrangement (arcadische natuur) gericht is op het handhaven van patronen<br />
die in de loop van de menselijke ontstaansgeschiedenis zijn ontstaan en die dus een zekere<br />
cultuurhistorische <strong>be</strong>tekenis heb<strong>be</strong>n. Deze visie is gebaseerd op de idealisering van de<br />
natuur en het landelijke leven waarbij de nadruk ligt op de harmonie tussen mens en natuur.<br />
Deze visie omvat ook een aantal specifieke elementen. Allereerst legt het de nadruk op het<br />
ervaren van de schoonheid van de natuur en de emoties die door de natuur worden<br />
opgeroepen. Daarnaast <strong>be</strong>nadrukt deze visie de intrinsieke waarde van de natuur, dat wil<br />
zeggen het <strong>be</strong>lang van het <strong>be</strong>schermen van de natuur als doel op zich, los van de waarde van<br />
de natuur voor de mens.<br />
In het functionele arrangement (functionele natuur) wordt de natuur grotendeels<br />
ondergeschikt gemaakt aan de cultuur. Natuur wordt gezien als een bron voor economische<br />
<strong>Basiscursus</strong> Natuur- en Milieueducatie - <strong>Natuur<strong>be</strong>elden</strong>
Krist Tack 6<br />
ontwikkeling, bijvoor<strong>be</strong>eld voor landbouw of de mijnbouw. In zijn meest extreme vorm is de<br />
natuur niets meer dan een voorraad grondstoffen die dient om de <strong>be</strong>hoeften van de mens<br />
te vervullen. De <strong>be</strong>scherming van de natuur is niet superieur aan het menselijk gebruik van<br />
de natuur, maar er wordt naar een evenwicht gezocht tussen menselijke <strong>be</strong>hoeften en<br />
ecologische <strong>be</strong>hoeften.<br />
Deze drie natuur<strong>be</strong>elden <strong>be</strong>vinden zich op een schaal van afnemende natuurlijkheid en<br />
toenemende menselijke <strong>be</strong>ïnvloeding en worden niet alleen gekenmerkt door cognitieve,<br />
maar evenzeer door ethische en esthetische perspectieven.<br />
<strong>Natuur<strong>be</strong>elden</strong> bij Kinderen<br />
Kleuters<br />
Kleuters houden er hun eigen natuur<strong>be</strong>elden op na, ze denken en handelen volgens een<br />
voor ons soms onverwachte logica. Zo gebruiken ze de <strong>be</strong>grippen leven en dood op een<br />
eigen wijze: wat niet <strong>be</strong>weegt is dood, wat wel <strong>be</strong>weegt leeft. Een stilzittende sprinkhaan<br />
roept meteen de vraag op ’Is hij dood?’ Bomen <strong>be</strong>wegen niet uit zichzelf, althans niet voor<br />
ongeduldige kinderogen. Voor jonge kinderen is de ‘groene’ natuur dus niet levend.<br />
Daartegenover staat dat kleuters vaak menselijke eigenschappen toekennen aan niet<br />
levende dingen. Een kastanjebolster is een ‘prikkeding’, en wanneer ze zich verwonden aan<br />
een tak, dan is die tak ‘stout’. Kleurrijke objecten krijgen hun aandacht: een kastanje of een<br />
bloem kan mooi zijn, een panorama vanop een heuveltop nog niet. Een mooie vijver is pas<br />
interessant als er eenden op zitten of als ze erin kunnen ploeteren uiteraard… Kleuters zijn<br />
verzot op dieren; contact met dieren is <strong>be</strong>langrijk in deze levensfase.<br />
Kinderen van 6 tot 8 jaar<br />
Bij kinderen van 6 tot 8 jaar gaan fantasie en werkelijkheid steeds meer in elkaar lopen. De<br />
eigen <strong>be</strong>leving staat nog steeds centraal. Kinderen zijn daardoor meer geïnteresseerd in<br />
verklaringen die bij de eigen <strong>be</strong>leving aansluiten dan in werkelijke oorzaken van iets.<br />
Oorzaak en gevolg zien ze vanuit hun eigen logica. Fantasieverklaringen zullen voor hen<br />
soms meer ‘waar’ zijn dan echte. Zo kan het bijvoor<strong>be</strong>eld heel moeilijk zijn zo’n kind ervan te<br />
overtuigen dat een witte kip ook bruine eieren kan leggen.<br />
De kinderen krijgen interesse voor wetmatigheden en zoeken naar de regelmaat van dingen.<br />
Ze zijn volop <strong>be</strong>zig hun nabije omgeving te verkennen en te ontdekken. Kinderen moeten op<br />
deze leeftijd de kans krijgen om buiten in de natuur te spelen en van alles te <strong>be</strong>leven. Het<br />
verkennen van de wereld dichtbij en verderop, het ontdekken van de samenhangerin en zelf<br />
ervaringen opdoen.<br />
<strong>Basiscursus</strong> Natuur- en Milieueducatie - <strong>Natuur<strong>be</strong>elden</strong>
Krist Tack 7<br />
Kinderen van 8 tot 10 jaar<br />
Deze kinderen zijn <strong>be</strong>hoorlijk nieuwsgierig De nadruk komt te liggen op het ontdekken van<br />
samenhang, het zoeken naar wetmatigheden en het geven van verklaringen. Ze gaan zelf<br />
verklaringen zoeken voor de dingen die ze om zich heen zien, toch blijft de eigen ervaring<br />
centraal staan. De kinderen kunnen nog geen algemene zaken naar concrete situaties<br />
vertalen. Zo zal een uitleg over de werking van een composthoop waarschijnlijk aan hen<br />
voorbijgaan als ze zich er niets bij kunnen voorstellen. Nadat ze zelf in potjes heb<strong>be</strong>n gezien<br />
hoe verschillende soorten afval worden afgebroken, zullen ze het veel <strong>be</strong>ter <strong>be</strong>grijpen.<br />
De individuele verschillen tussen de kinderen komt steeds duidelijker naar voor. Dit is de<br />
leeftijd waarop kinderen vaak zeer uiteenlopende hobby’s ontwikkelen. Het aanbieden van<br />
‘de natuur’ of een aspect uit de natuur als mogelijk interessepunt, is dan ook zinvol.<br />
In het algemeen zijn deze kinderen erg <strong>be</strong>gaan met het lot van de natuur. Meer dan op het<br />
ontdekken van de natuur ligt de nadruk nu op het verklaren van verschijnselen en het <strong>be</strong>lang<br />
van de natuur voor de mens. Vooral dieren zijn populair.<br />
Kenmerkend is ook dat ieder kind wel iets verzamelt op deze leeftijd. Deze verzamelwoede is<br />
een uiting van de <strong>be</strong>hoefte aan systematiek, de wil om de wereld te ordenen en de grenzen<br />
van de werkelijkheid te ontdekken.<br />
De werkelijkheid wordt veel interessanter dan de fantasie. Fantasieverhalen boeien hen nog<br />
wel, zolang de schijn maar opgehouden kan worden dat het vertelde toch waar zou kunnen<br />
zijn.<br />
Kinderen van 10 tot 12 jaar<br />
Kinderen van deze leeftijd willen graag meedoen in de volwassen wereld. Het abstracte<br />
denkvermogen ontwikkelt zich. Het kind raakt geïnteresseerd in dingen waar het in het<br />
dagelijks leven weinig mee te maken heeft, zoals bijvoor<strong>be</strong>eld tropische dieren en de<br />
Noordpool. Daarvoor moet het kind zich kunnen verplaatsen in een andere situatie en moet<br />
het een <strong>be</strong>etje kunnen filosoferen.<br />
De kinderen willen de ‘pas ontdekte wereld’ <strong>be</strong>grijpen. Ze worden zich ervan <strong>be</strong>wust dat<br />
alles met elkaar samenhangt ook als dat niet onmiddellijk zichtbaar is. Deze kinderen willen<br />
graag tonen hoeveel ze al weten. De kinderen zijn volop <strong>be</strong>zig met het vormen van eigen<br />
waarden en langzamerhand verdwijnt het zwart-witte <strong>be</strong>eld van goed en slecht. Met de<br />
interesse voor de problemen van de volwassen wereld en het <strong>be</strong>grijpen van de oorzaken van<br />
die problemen komt ook de kritiek op de volwassenen.<br />
Oudere kinderen vragen om meer avontuur en spanning. Naast individuele competitie speelt<br />
ook het groepsgevoel een <strong>be</strong>langrijke rol.<br />
<strong>Basiscursus</strong> Natuur- en Milieueducatie - <strong>Natuur<strong>be</strong>elden</strong>
Krist Tack 8<br />
<strong>Natuur<strong>be</strong>elden</strong> bij allochtonen<br />
In Nederland heeft men een verkennend onderzoek gevoerd om een zicht te krijgen op de<br />
<strong>be</strong>elden van allochtonen over natuur en hun omgang met natuur. Door een <strong>be</strong>ter <strong>be</strong>grip van<br />
natuur<strong>be</strong>elden van allochtonen krijgen natuurorganisaties mogelijk handvatten om deze<br />
mensen bij de organisatie te <strong>be</strong>trekken. Het resultaat zou enerzijds kunnen bijdragen tot een<br />
dialoog tussen de natuurverenigingen en de allochtone gemeenschap. Anderzijds kan de<br />
overheid een <strong>be</strong>leidskader ontwikkelen om tegemoet te komen aan de ‘natuurwensen’ die<br />
er leven bij de allochtonen.<br />
Uit de literatuurstudie en diepte-interviews met allochtonen uit verschillende groepen blijkt<br />
dat deze mensen vooral de natuur opzoeken om er met vrienden en familie samen te zijn.<br />
Het sociale aspect staat centraal niet de natuur zelf. De natuur is een gebruiksruimte voor de<br />
mens. Stadsparken en overig stedelijk groen worden druk <strong>be</strong>zocht. Voor sommigen blijkt dat<br />
de natuur een economische waarde heeft. Voor<strong>be</strong>elden hiervan zijn het bos voor de<br />
houtproductie, de openbare ruimte voor voedselproductie en geneeskrachtige planten. Voor<br />
een aantal deelnemers van het onderzoek geldt dat zij zelden of nooit in verder gelegen<br />
natuurgebieden komen. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat men vooral wil overleven in<br />
de samenleving, natuur <strong>be</strong>leven is daar ondergeschikt aan. Alle energie gaat naar het zich<br />
thuis voelen, het werken en zorgen voor het gezin.<br />
Uit interviews blijkt dat niet alle respondenten zelf natuurervaringen hadden in hun<br />
geboorteland. Anderen refereren aan natuur als onderdeel van vaak prettige<br />
jeugdherinneringen, waarbij natuur niet altijd <strong>be</strong>wust <strong>be</strong>leefd werd. Door de zorg voor de<br />
natuur in Nederland, ontdekken sommigen de natuur in hun geboorteland tijdens vakanties.<br />
Er ontstaat zo een nieuwe waardering voor de natuur in het geboorteland. De natuur in<br />
Nederland komt op veel mensen kunstmatig over ten opzichte van de ‘wilde’ natuur in het<br />
land van herkomst. Ondanks dit <strong>be</strong>eld wordt de natuur in veel gevallen wel gewaardeerd,<br />
omdat zij georganiseerd en toegankelijk is.<br />
Samenvattend ontstaat de indruk dat het migratieproces een <strong>be</strong>langrijke rol speelt in de<br />
waardering en <strong>be</strong>leving van natuur in Nederland. Men heeft niet alleen een vertrouwde<br />
sociale omgeving achter zich gelaten maar ook een natuurlijke omgeving die <strong>be</strong>langrijker<br />
wordt naarmate de afstand toeneemt.<br />
Een ander gevolg van het migratieproces voor natuur<strong>be</strong>leving is dat de kennis en het<br />
vertrouwd zijn met natuur niet langer van de oudere op de jongere generatie wordt<br />
overgedragen. Er is een breuk in de overdracht van natuur<strong>be</strong>leving. Omdat veel Turkse en<br />
Marokkaanse migranten kiezen voor een partner uit het land van herkomst blijven deze<br />
verschillen <strong>be</strong>staan. Daarom moet natuur- en milieu-educatie niet alleen gericht zijn op<br />
kinderen maar ook op hun ouders. Omdat in <strong>be</strong>paalde grote steden heel veel kinderen van<br />
allochtone afkomst zijn, moet de basisschool een plaats zijn waar daadwerkelijke ervaringen<br />
met de natuur kunnen ge<strong>be</strong>uren. Andere aan<strong>be</strong>velingen die uit de studie komen zijn erop<br />
gericht om het draagvlak voor natuur en de participatie van allochtonen daarin te vergroten.<br />
<strong>Basiscursus</strong> Natuur- en Milieueducatie - <strong>Natuur<strong>be</strong>elden</strong>
Krist Tack 9<br />
Natuur kan ook op het terrein van inburgering een sterkere rol spelen, zeker in het <strong>be</strong>leid<br />
voor duurzaamheid en onderwijs.<br />
In het onderzoek was de overheersende vraag wat autochtonen kunnen doen om<br />
allochtonen bij de natuur te <strong>be</strong>trekken. Toch wil men ook de mogelijkheid laten om vanuit<br />
de andere richting te denken. Autochtonen moeten zich openstellen voor de manieren<br />
waarop allochtonen naar de natuur in Nederland kijken. Wanneer allochtonen vanuit een<br />
ander perspectief naar de natuur kijken, biedt dat wellicht een contrast met de wijze waarop<br />
autochtonen de natuur <strong>be</strong>naderen. Mogelijk legt het contrast leemten in het eigen blikveld<br />
bloot. Als allochtonen hun visie zouden geven hoe zij met natuur kunnen omgaan, dan zou<br />
er een rijk geschakeerd <strong>be</strong>eld naar voren kunnen komen met ongedachte en creatieve<br />
oplossingen.<br />
<strong>Natuur<strong>be</strong>elden</strong> als draagvlak voor natuur<br />
Bewustwording van de verschillende natuur<strong>be</strong>elden en interpretaties van de natuur kunnen<br />
deskundigen helpen om meer aansluiting te vinden bij de wensen van burgers. De<br />
natuur<strong>be</strong>elden fungeren dan als een soort prisma, een ‘denkmodel’ om verschillende visies<br />
op tafel te krijgen en te <strong>be</strong>noemen. Door het aanbieden van een gemeenschappelijk<br />
discussiekader kunnen natuur<strong>be</strong>elden helpen de verschillende visies te <strong>be</strong>noemen. Op basis<br />
van de diversiteit van natuur<strong>be</strong>elden kan discussie gevoerd worden. Deze methodiek kan<br />
aangewend worden om <strong>be</strong>paalde natuurgebieden te <strong>be</strong>heren volgens een <strong>be</strong>paald<br />
natuur<strong>be</strong>eld.<br />
Een dergelijke aanpak kan ook nuttig zijn voor het <strong>be</strong>spreekbaar maken van<br />
milieuproblemen.<br />
Daarnaast kunnen natuur<strong>be</strong>elden ook <strong>be</strong>hulpzaam zijn in de communicatie en educatie.<br />
Succesvolle communicatie is immers afhankelijk van kennis over de doelgroepen waarop de<br />
communicatie gericht is. De diversiteit in natuur<strong>be</strong>elden suggereert hierbij ook een<br />
diversiteit in communicatie en educatie. Zo zullen sommige mensen geraakt worden door de<br />
schoonheid van de zonnedauw. Anderen kunnen <strong>be</strong>ter <strong>be</strong>naderd worden door een<br />
historisch verhaal over een oude eik of door een schildercursus op een mooi plekje.<br />
Op termijn is het essentieel dat het natuur<strong>be</strong>leid nog nauwer verbonden wordt met de visies<br />
van het publiek. De natuurlijke leefomgeving wordt gewaarborgd als grotere groepen in de<br />
samenleving zich het <strong>be</strong>lang van de natuur aantrekken en er misschien een steentje aan<br />
bijdragen. In Nederland merkt men dat het draagvlak op nationaal niveau nog groot is maar<br />
het natuur<strong>be</strong>leid op lokaal niveau kan ver<strong>be</strong>terd worden. De negatieve reacties worden niet<br />
veroorzaakt door een ontkenning van het <strong>be</strong>lang van natuur<strong>be</strong>houd of door een gebrek aan<br />
kennis. Protest ontstaat vaker door afwijkende visies op het natuur<strong>be</strong>heer, waarbij leken een<br />
andere visie heb<strong>be</strong>n dan professionals. De nieuwe uitdaging voor <strong>be</strong>leidsmakers en<br />
terrein<strong>be</strong>heerders is dan ook niet alleen de kennis van de fysieke plaatsen maar ook de<br />
<strong>Basiscursus</strong> Natuur- en Milieueducatie - <strong>Natuur<strong>be</strong>elden</strong>
Krist Tack 10<br />
kennis van de sociale aspecten. Het komt er op neer dat de natuur<strong>be</strong>heerders in de<br />
toekomst veel meer rekening zullen moeten houden met de mening van de gewone burgers.<br />
Bronnen<br />
Margadant-van Arcken, M. (1994), Natuur en milieu uit de eerste hand. Den Haag<br />
Buijs, A. (2009), <strong>Natuur<strong>be</strong>elden</strong>. Publieke visies op natuur en de consequenties voor het<br />
natuur<strong>be</strong>heer. Samenvatting PhD Thesis Wageningen Universiteit.<br />
ISBN 978-90-327-0369-1<br />
Buijs, AE. (1998), <strong>Natuur<strong>be</strong>elden</strong> in de praktijk. De invloed van natuur<strong>be</strong>elden en<br />
natuurvisies op gedrag en mening over het <strong>be</strong>leid. DLO-IBN/DLO-SC, rapport 623,<br />
Wageningen.<br />
Buijs, A.E. (1997), Publiek draagvlak voor natuur en natuur<strong>be</strong>leid. SC-DLO rapport 546,<br />
Wageningen<br />
Bogaert, D. (2004), Natuur<strong>be</strong>leid in Vlaanderen. Natuurontwikkeling en draagvlak als<br />
vernieuwingen. Instituut voor Natuur<strong>be</strong>houd, Brussel. ISBN90-403-0207-3<br />
Somers, N. (2004), Hoe vreemd is natuur in Nederland? <strong>Natuur<strong>be</strong>elden</strong> van allochtonen.<br />
Den Haag, Lei. Rapport 7.04.02<br />
<strong>Basiscursus</strong> Natuur- en Milieueducatie - <strong>Natuur<strong>be</strong>elden</strong>