Persmap Chantal Akerman. Too Far, Too Close - M HKA
Persmap Chantal Akerman. Too Far, Too Close - M HKA
Persmap Chantal Akerman. Too Far, Too Close - M HKA
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
chantal akerman<br />
too far, too close<br />
M <strong>HKA</strong> ANTWERPen<br />
10.02—10.06.12<br />
pers preview<br />
09.02.12, 11:00
2<br />
INhoud<br />
INLEIDING<br />
LIJST VAN WERKEN<br />
Video-/filminstallaties<br />
Vroege films<br />
FILMPROGRAMMA<br />
PUBLICATIE<br />
activiteiten<br />
ACHTERGRONDTEKSTEN<br />
Projectie: Over <strong>Akerman</strong>s schermen, van de cinema naar de kunstgalerie, door Giuliana Bruno<br />
Alles kwijtraken wat je tot slaaf maakte. <strong>Chantal</strong> <strong>Akerman</strong> in gesprek met Elisabeth Lebovici<br />
BIOGRAFIE<br />
CURATOR<br />
BEELDEN<br />
M <strong>HKA</strong> toont<br />
Extra muros<br />
M <strong>HKA</strong> verwacht<br />
M <strong>HKA</strong> praktisch<br />
M <strong>HKA</strong> partners
3<br />
inleiding<br />
Dit is de eerste grootschalige Europese retrospectieve van het werk van de Belgische<br />
filmkunstenares <strong>Chantal</strong> <strong>Akerman</strong> (°1950, woont en werkt in Parijs & New York).<br />
<strong>Akerman</strong>s artistieke praktijk is nauw verbonden met de geleidelijke grensvervaging tussen film<br />
en beeldende kunst als eens onderscheiden disciplines. Sinds het begin van de jaren negentig<br />
werden film en cinema steeds belangrijker in de hedendaagse kunstproductie. Omgekeerd<br />
hebben ook een groeiend aantal avontuurlijke, onafhankelijke filmauteurs de weg gevonden naar<br />
traditionele kunstruimtes.<br />
Het belang van <strong>Akerman</strong>s oeuvre op dit moment beperkt zich echter niet enkel tot een vormelijke<br />
of mediale evolutie. Nog belangrijker is wellicht haar aandacht voor inhoudelijke vragen die<br />
met biografie, gender, identiteit en herinnering te maken hebben. Dit gekaderd binnen een<br />
grensverleggend onderzoek van de anti-esthetiek van het dagelijks leven. <strong>Akerman</strong>s iconische<br />
en uiterst invloedrijke Jeanne Dielman, 23 Quai du Commerce, 1080 Bruxelles (1975) wordt wat<br />
dat betreft nog steeds gezien als een onsterfelijk monument ter nagedachtenis van de bekende<br />
feministische slagzin “the personal is political” (en omgekeerd: het politieke is altijd ook een<br />
persoonlijke zaak).<br />
In haar latere werk exploreert ze ook haar eigen familiegeschiedenis als dochter van Shoahoverlevenden<br />
— evenwel zonder het poreuze karakter van de grens die documentaire van fictie<br />
scheidt, uit het oog te verliezen. Het is beslist geen toeval dat haar allereerste videoinstallatie,<br />
D’Est (1995), bij wijze van impliciet manifest de ondertitel Au bord de la fiction<br />
meekreeg. Andere grenzen die <strong>Akerman</strong> in haar werk graag doet vervagen, zijn die tussen<br />
getuigenis en vertelling, ik en de ander, ik en het zelf.<br />
Deze fundamentele ambiguïteit, het enthousiaste omarmen van toevalligheid en onzekerheid<br />
zowel in het leven als in de kunst, weerklinkt eveneens in de titel van deze tentoonstelling.<br />
Te ver, en tegelijk ook te dichtbij; afstand en nabijheid; vervreemding en intimiteit; bewegende<br />
beelden en statische shots: in meer dan één opzicht zouden we <strong>Chantal</strong> <strong>Akerman</strong> de ultieme<br />
kunstenares van het “tussen” kunnen noemen. Zowel deze tentoonstelling als de begeleidende<br />
publicatie ambieert dit tussengebied in kaart te brengen. Van haar tijdloze beginselverklaring<br />
Saute ma ville (1968) tot en met de complexe, immersieve installatie Maniac Summer (2009):<br />
veertig jaar grensvervaging, tussen kunst en film, tussen documentaire en fictie.<br />
CurATOr: DIETEr rOElSTrAETE<br />
AllE wErkEN: COurTESY THE ArTIST & MArIAN GOODMAN GAllErY<br />
MET DANk AAN ClAIrE ATHErTON (MONTAGE) & B401 — BrAM VANDEVEIrE
4<br />
lijst van werken<br />
Video-/filminstallaties<br />
All wOrkS COurTESY THE ArTIST & MArIAN GOODMAN GAllErY, PArIS.<br />
D’EST : Au BOrD DE lA fICTION (1995)<br />
25 MONITOrS, klEur, GEluID, 107 MIN.<br />
Vertrekpunt van D’Est zijn de reizen die <strong>Chantal</strong> <strong>Akerman</strong> van 1991 tot 1993 maakte naar<br />
Centraal- en Oost-Europa, net na de val van de Berlijnse Muur. <strong>Akerman</strong>s reisverhaal begint in de<br />
lente in Oost-Duitsland en leidt haar via de zomer in Polen en Oekraïne tot een winters Moskou.<br />
In de installatie D’Est: au bord de la fiction worden de beelden van de experimentele<br />
documentaire opgedeeld over 24 schermen, gegroepeerd in triptieken. De fragmenten binnen<br />
deze triptieken harmoniëren met elkaar in beweging, kleur en vorm. Op het 25ste scherm vertelt<br />
de cineaste off screen over haar drijfveren en het project. D’Est wordt gekenmerkt door de<br />
typische <strong>Akerman</strong>-ingrediënten: de grensvervaging tussen documentaire en fictie, travels en<br />
statische shots, tijd en duur, observatie en esthetiek, portretten van landschappen, steden en<br />
(wachtende) mensen.<br />
DE l’AuTrE CôTé (3èME PArTIE: uNE VOIx DANS lE DESErT) (2002)<br />
VIDEOPrOjECTIE, klEur, GEluID, 52 MIN.<br />
Zoals bij D’Est: au bord de la fiction is het vertrekpunt van deze installatie een documentaire,<br />
een reis, een ontmoeting met mensen. <strong>Akerman</strong> vertelt afwisselend in het Spaans en in het<br />
Engels het verhaal van een Mexicaanse migrante.<br />
De opnames zijn op de grens tussen Mexico en de Verenigde Staten gemaakt. In de woestijn<br />
staat een scherm tussen een Mexicaanse en een Noord-Amerikaanse berg. Het scherm toont<br />
nachtopnames van spookachtige menselijke figuren die trachten de grens over te steken, gezien<br />
door een vizier. Deze beelden worden afgewisseld met beelden van een autosnelweg naar los<br />
Angeles. Tijdens het reciteren van het verhaal verandert de nacht in dageraad en wordt de<br />
projectie op het scherm stilaan onzichtbaar.<br />
MArCHEr à CôTé DE SES lACETS DANS uN frIGIDAIrE VIDE (2004)<br />
SCulPTuur, 4 VIDEOPrOjECTIES, klEur & ZwArT-wIT, GEluID, VArIABElE Duur.<br />
Dagboeken, brieven en persoonlijke verhalen spelen een centrale rol in het oeuvre van <strong>Chantal</strong><br />
<strong>Akerman</strong>. De spiraalvormige installatie Marcher à côté de ses lacets dans un frigidaire vide<br />
exploreert de inhoud van het dagboek van <strong>Akerman</strong>s grootmoeder. Het dagboek is een zeldzaam
lijst van werken<br />
5<br />
document dat werd teruggevonden nadat zij in Auschwitz om het leven kwam. <strong>Akerman</strong>s moeder,<br />
zelf een overlevende van de Shoah, heeft er haar eigen gedachten aan toegevoegd en ook<br />
<strong>Akerman</strong>s zus en zijzelf hebben er enkele lijnen in geschreven.<br />
woorden en tekeningen uit het dagboek verschijnen op het transparante spiraalvormige<br />
doek. Daarnaast wordt een gesprek getoond tussen <strong>Chantal</strong> <strong>Akerman</strong> en haar moeder over<br />
herinneringen, vrouw zijn, <strong>Akerman</strong>s grootmoeder, het leven in de kampen en de geschiedenis.<br />
fEMMES D’ANVErS EN NOVEMBrE (2008)<br />
2 VIDEOPrOjECTIES, ZONDEr GEluID, klEur, +/- 20 MIN. Elk<br />
Femmes d’Anvers en novembre is een installatie vol atmosfeer en gratie, die refereert aan de<br />
vroege franse en Amerikaanse film noir. Portretten van vrouwen en sigaretten die bedachtzaam<br />
bewegen over het scherm.<br />
De aandacht voor dagelijkse handelingen van vrouwen (waarrond <strong>Akerman</strong>s iconische meesterwerk<br />
Jeanne Dielman is opgebouwd) is een terugkerend gegeven in haar oeuvre en staat ook<br />
centraal in Femmes d’Anvers. Met het werk stelt <strong>Akerman</strong> vragen over de fundamentele vrijheid<br />
om te kiezen wat te doen met je lichaam. Ze verdedigt het recht op roken, dat een soort<br />
toevluchtsoord kan zijn, dat ook sensueel of erotisch kan zijn of gezien kan worden als verzet.<br />
TOMBéE DE NuIT Sur SHANGHAI (2008)<br />
VIDEOPrOjECTIE, klEur, GEluID, 60 MIN.<br />
Tombée de nuit sur Shanghai evoceert de kunst van het regisseren en observeren. Statische<br />
shots, het handelsmerk van <strong>Chantal</strong> <strong>Akerman</strong>, tonen de haven, rivier, schepen, passanten en de<br />
skyline van Shanghai, de kolossale lichtreclames en in real time de nacht die valt.<br />
Tombée de nuit sur Shanghai heeft weinig of geen verhaallijn. Het geeft de omgeving en<br />
atmosfeer weer, een stuk realiteit. Zo ontstaat een spanning tussen de statische kwaliteit van<br />
<strong>Akerman</strong>s observerende blik en de mobiliteit van de omgeving. De toevallige achtergrondgeluiden<br />
van een hotel-restaurant vormen de soundtrack van deze visuele mijmering.<br />
MANIAC SuMMEr (2008)<br />
4 VIDEOPrOjECTIES, klEur & ZwArT-wIT, GEluID, 32 MIN. & 34 MIN.<br />
Maniac Summer bestaat uit een verzameling beelden en geluiden opgenomen in Parijs in de zomer<br />
van 2009. Het is een triptiek zonder grenzen, zonder begin en einde, zonder specifiek onderwerp.<br />
De camera staat geposteerd voor een raam en loopt. Zij observeert bewegingen, registreert<br />
geluiden op straat of in het park, en <strong>Chantal</strong> <strong>Akerman</strong> zelf, in haar appartement, rokend,<br />
werkend, telefonerend.<br />
In de centrale video worden deze fragmenten uit het alledaagse getoond. De diptieken bakenen<br />
een veeleer metaforisch terrein af. Beelden uit de centrale film worden geïsoleerd, gemonteerd,<br />
herhaald, bewerkt en geabstraheerd. Ze werken als een soort geheugen, terugkijkend op het<br />
centrale beeld, schaduwen van de realiteit. De beelden verwijzen in <strong>Akerman</strong>s verbeelding naar<br />
Hiroshima, naar de nabeelden, schaduwen die achtergebleven zijn na de catastrofe.
lijst van werken<br />
6<br />
VROEGE films<br />
In de documentatieruimte worden <strong>Akerman</strong>s vroege films gepresenteerd als voorlopers op haar<br />
latere ruimtelijk-artistieke werk.<br />
In 1968 maakte een toen nauwelijks achttienjarige <strong>Chantal</strong> <strong>Akerman</strong> haar eerste kortfilm,<br />
Saute ma ville. Een symbolisch afscheid, in contrastrijk zwart-wit, van haar geboortestad<br />
Brussel: kort daarna vertrok ze naar Parijs en even later naar New York, waar ze zich al snel<br />
in de florerende experimentele filmscene wist onder te dompelen. In the Mirror, La chambre<br />
en Hotel Monterey dateren allemaal uit deze periode van intense creatieve en culturele<br />
experimenteerdrift, toen <strong>Akerman</strong> een integraal deel uit maakte van New Yorks legendarische<br />
downtown-scene waarin zoveel verschillende kunsttradities en -disciplines elkaar kruisten en<br />
onderling verrijkten.<br />
Hoewel haar hartstocht voor vormelijk experiment een cruciale rol zou blijven spelen in haar<br />
verdere filmcarrière, initieerde de fenomenale impact van haar meesterwerk Jeanne Dielman,<br />
23 Quai du Commerce, 1080 Bruxelles toch onvermijdelijk een verschuiving richting Cinema met<br />
hoofdletter c, weg van het avontuurlijke artistieke milieu waarin ze tot dan toe had verkeerd.<br />
Enkel in het midden van de jaren negentig keerde ze eindelijk naar de ruimtes van de beeldende<br />
kunst in engere zin terug, met haar allereerste video-installatie D’Est: au bord de la fiction,<br />
het vertrekpunt van de huidige tentoonstelling.<br />
SAuTE MA VIllE (1968)<br />
16MM OMGEZET NAAr DVD, ZwArT-wIT, 13 MIN.<br />
IN THE MIrrOr (1971)<br />
16MM OMGEZET NAAr DVD, ZwArT-wIT, 14 MIN.<br />
lA CHAMBrE (1972)<br />
16MM OMGEZET NAAr DVD, klEur, 11 MIN.<br />
HOTEl MONTErEY (1972)<br />
16MM OMGEZET NAAr DVD, klEur, 65 MIN.<br />
All fIlMS COurTESY THE ArTIST & PArADISE fIlMS, BruSSElS.
7<br />
filmprogramma<br />
cinema zuid<br />
M HkA’s filmafdeling Cinema Zuid toont een uitgelezen selectie van <strong>Akerman</strong>s langspeelfilms, met<br />
op 21 april de première van haar laatste film, La folie Almayer.<br />
Het verhaal wil dat de liefde van <strong>Akerman</strong> voor de film ontstond na het zien op 15-jarige leeftijd<br />
van jean-luc Godards Pierrot le Fou. Ze ging lessen volgen aan de filmschool INSAS, maar gaf het<br />
na twee jaar al op. Ze had meer interesse in het maken van films dan op de schoolbanken zitten.<br />
Met gespaard geld maakte ze in 1968 haar eerste kortfilm, Saute ma ville (1968).<br />
In 1972 verhuisde <strong>Akerman</strong> naar New York, waar ze in contact kwam met avant-gardefilmmakers,<br />
vooral dan Michael Snow, die haar sterk beïnvloedde. Haar twee eerste lange films, Hotel<br />
Monterey (1972) en Je tu il elle (1974) werden gevolgd door haar doorbraakfilm Jeanne Dielman, 23<br />
Quai du Commerce, 1080 Bruxelles (1975), waarin Delphine Seyrig een Brusselse weduwe speelt van<br />
wie het saaie routineleven langzaam ontregeld raakt.<br />
In 1976 keerde <strong>Akerman</strong> terug naar New York om er News from Home te maken, twee jaar later<br />
gevolgd door Les Rendez-vous d’Anna en, in 1982, Toute une nuit.<br />
In 1983 draaide <strong>Akerman</strong> Les années 80, een studie voor de ‘winkelcentrummusical’ Golden<br />
Eighties, een ‘tegenstuk’ van (en misschien wel de inspiratie voor) woody Allens Everyone Says<br />
I Love You. Tussen haar speelfilms door draaide <strong>Akerman</strong> tal van documentaires, over actuele<br />
onderwerpen maar evengoed over choreografe Pina Bausch of pianist Alfred Brendel.<br />
“Als mijn films politiek zijn ontstaat dat zomaar, uit de situatie”, zegt <strong>Akerman</strong>. “Ik wantrouw<br />
films die politiek heten te zijn. Dan weet je van tevoren al wat erin zal zitten. (…) Tijdens het<br />
draaien vind ik de film uit. Dat is het avontuur. En dat is ook het avontuur van de kijker.”
filmprogramma cinema zuid<br />
8<br />
Première: La folie Almayer<br />
21.04.12 — 20:00 & 22.04.12 — 15:00<br />
127 MIN — frANkrijk/BElGIë — 2011 — 35 MM — 1,85 — DOlBY Sr-D — klEur — frANS/ENGElS/kHMEr<br />
Vrij bewerkt naar de roman van joseph Conrad. Met Stanislas Merhar, Aurora Marion en Marc<br />
Barbé.<br />
SYNOPSIS: Ergens in Zuid-Oost Azië, aan de rand van een tumultueuze rivier, houdt een<br />
Europeaan zich krampachtig vast aan zijn wensdromen voor zijn geliefde dochter. Een verhaal<br />
over passie, verderf en waanzin.<br />
CAST<br />
Almayer STANISlAS MErHAr<br />
Nina AurOrA MArION<br />
Capitaine lingard MArC BArBé<br />
Daïn ZAC ANDrIANASOlO<br />
Zahira SAkHNA OuM<br />
Chen SOlIDA CHAN<br />
Capitaine Tom li YuCHENG SuN<br />
Ali BuNTHANG kHIM<br />
CrEw<br />
regie & scenario CHANTAl AkErMAN<br />
Cinematografie réMON frOMONT, SBC<br />
Montage ClAIrE ATHErTON<br />
Geluid PIErrE MErTENS<br />
Geluidsmontage CéCIlE CHAGNAuD<br />
Mix THOMAS GAuDEr<br />
kostuums CATHErINE MArCHAND<br />
Decors PATrICk DECHESNE & AlAIN-PASCAl HOuSIAux<br />
Assistent mise en scène PASCAl GuérIN<br />
Productiemanagement MArIANNE lAMBErT<br />
Executive producers SOVICHEA CHEAP & SErGE ZEITOuN<br />
Geproduceerd door PATrICk QuINET & CHANTAl AkErMAN<br />
uNE PrODuCTION lIAISON CINéMATOGrAPHIQuE , PArADISE fIlMS & ArTéMIS PrODuCTIONS EN COPrODuCTION AVEC rTBf (TéléVISION BElGE<br />
) ET BElGACOM AVEC l’AIDE Du CENTrE Du CINéMA ET DE l’AuDIOVISuEl DE lA féDérATION wAllONIE -BruxEllES ET DE VOO, AVEC lA<br />
PArTICIPATION Du CENTrE NATIONAl Du CINéMA ET DE l’IMAGE ANIMéE, DE CANAl+ ET DE CINé+ EN ASSOCIATION AVEC TAx-SHElTEr fIlMS<br />
fuNDING AVEC lE SOuTIEN Du TAx SHElTEr Du GOuVErNEMENT féDérAl DE BElGIQuE VENTES INTErNATIONAlES DOC & fIlM INTErNATIONAl.<br />
© 2011 lIAISON CINéMATOGrAPHIQuE, PArADISE fIlMS, ArTéMIS PrODuCTIONS, rTBf<br />
DISTrIBuTIE: CINéArT<br />
T. 02.245.87.00<br />
f. 02.216.25.75<br />
www.cineart.be
filmprogramma cinema zuid<br />
9<br />
Vrijdag 02.03, 20:00<br />
jE Tu Il EllE<br />
Een film in drie episodes. In de eerste zit ‘je’ alleen in haar kamer en probeert een<br />
liefdesbrief te schrijven aan ‘tu’, ze versleept het meubilair en schranst suiker. Ze wil haar<br />
vriendin opzoeken en krijgt een lift van een vrachtwagenchauffeur (‘il’). Onderweg luistert ze<br />
naar zijn monoloog over hemzelf en zijn seksuele problemen en ze helpt hem bij het masturberen.<br />
Ze komt aan in het appartement van haar vriendin (‘elle’), eet en treft voorbereidingen om te<br />
overnachten. wat volgt is een lange erotische scène die eindigt met julies vertrek de volgende<br />
ochtend.<br />
<strong>Chantal</strong> <strong>Akerman</strong>s eerste lange film, een minimalistisch psychodrama over verlies en scheiding,<br />
eenzame introspectie en voyeurisme, werd destijds vergeleken met het werk van Alain robbe-<br />
Grillet, Marguerite Duras en r.w. fassbinder.<br />
fr/BE 1974 – 86’<br />
CHANTAl AkErMAN, NIElS ArESTruP, ClAIrE wAuTHION<br />
ZONDEr ONDErTITElING<br />
+ TwEE VrOEGE kOrTfIlMS:<br />
SAuTE MA VIllE<br />
BE 1968 – 13’<br />
lA CHAMBrE<br />
BE/uS 1972 – 11’<br />
Vrijdag 09.03, 20:00<br />
jEANNE DIElMAN, 23 QuAI Du COMMErCE, 1080 BruxEllES<br />
jeanne Dielman is een weduwe, moeder en parttime prostituee die in een klein appartement<br />
in Brussel woont. Haar leven wordt bepaald door routine: het voorbereiden van maaltijden,<br />
schoonmaken, boodschappen doen, klanten ontvangen en avonden met haar zoon die tiener is –<br />
tot zich barsten beginnen te vertonen. De film begint op een dinsdag in de late namiddag in de<br />
keuken en eindigt twee dagen later aan het begin van de avond: jeanne heeft intussen een man<br />
omgebracht. Ze zit op haar gebruikelijke plaats in het donker. Buiten flitst een lichtreclame.<br />
<strong>Chantal</strong> <strong>Akerman</strong> noemde Jeanne Dielman een ‘liefdesfilm voor mijn moeder’, als erkenning voor<br />
het type vrouw dat gevangen zit in het soort kleinburgerlijk leventje waaraan zijzelf wist te<br />
ontsnappen.<br />
De cineaste brak midden de jaren 70 internationaal door met dit minimalistisch drama dat o.m.<br />
door het Amerikaanse blad The Village Voice tot 19e grootste film van de 20e eeuw werd verkozen.<br />
BE 1975 – 201’<br />
DElPHINE SEYrIG, jAN DECOrTE, HENrI STOrCk, jACQuES DONIOl-VAlCrOZE, YVES rICAl<br />
ENGElSE ONDErTITElING<br />
Vrijdag 23.03, 20:00<br />
lES rENDEZ-VOuS D’ANNA<br />
Anna is een Belgische filmmaakster van in de 20 die door Europa reist om haar nieuwste film te<br />
promoten. Het grootste deel van haar tijd brengt ze door in anonieme hotelkamers en verlaten<br />
treinstations. In Essen gaat ze naar bed met een Duitse journalist. In Parijs bezoekt ze haar<br />
moeder en vertelt haar over een lesbische affaire die ze had. Niemand lijkt echt met Anna<br />
te spreken. De mensen spreken over zichzelf tot zichzelf. En Anna reageert niet. Na al haar<br />
omzwervingen keert de vrouw terug naar haar lege flat en de eenzijdige boodschappen op haar
filmprogramma cinema zuid<br />
10<br />
antwoordapparaat. Anna lijkt inderdaad een intensere relatie te hebben met haar telefoon dan<br />
met de treurige mannen met wie ze ontmoetingen heeft.<br />
Les Rendez-vous d’Anna is een road movie (of ‘train movie’ in dit geval), niet alleen over een<br />
vrouw die op zoek is naar zichzelf, maar ook over een ruimer moreel en spiritueel onbehagen en<br />
dus zeer van deze tijd.<br />
fE/BE/DE 1978 – 127’<br />
AurOrE CléMENT, HElMuT GrIEM, MAGAlI NOël, HANNS ZISCHlEr, lEA MASSArI, jEAN-PIErrE CASSEl<br />
ZONDEr ONDErTITElING<br />
Vrijdag 06.04, 20:00<br />
TOuTE uNE NuIT<br />
<strong>Chantal</strong> <strong>Akerman</strong>, de meesteres van het minimalisme, maakte met Toute une nuit haar eigen<br />
midzomernachtsekskomedie met een overvloed aan verhalen en een cast van (haast) duizenden.<br />
je zou de film ook kunnen zien als een postmoderne versie van een grootstadssymfonie.<br />
Toute une nuit bestaat uit tientallen mini-dramaatjes die zich afspelen tijdens een lange,<br />
zwoele zomernacht in Brussel. <strong>Akerman</strong>s camera volgt de personages in bars, appartementen,<br />
restaurants en straten van de stad en slaat ze gade met een speelse humor. Het onderwerp is de<br />
liefde – mannen, vrouwen, kinderen die, gegrepen door de begeerte en tot alles in staat, zich<br />
laten meeslepen door hun uitzinnig gevoel, soms tot verdwazing toe.<br />
De kijker mag zelf de fictionele ruimtes tussen de scènes invullen.<br />
Er zijn veel acteurs maar geen personages in de film en er worden niet eens 100 woorden<br />
gesproken. Cahiers du Cinéma sprak van een “comédie sentimentale opgevat als een<br />
gechoreografeerde dans”.<br />
fr 1982 – 89’<br />
AurOrE CléMENT, jAN DECOrTE, ANGElO ABAZOGlOu, frANk AENDENBOOM, NATAlIA AkErMAN<br />
ZONDEr ONDErTITElING<br />
Vrijdag 13.04, 20:00<br />
NuIT ET jOur<br />
jack en julie zijn jong en verliefd. Ze wonen op een klein appartement. Hij werkt ‘s nachts als<br />
taxichauffeur en dat is oké, want zo kunnen ze de hele dag bij elkaar zijn. Hun tijd verdelen ze<br />
tussen bed, douche en keuken. Ze slapen weinig, want dat is tijdverlies en ze willen geen moment<br />
missen. Ze houden van elkaar. Dat volstaat. Op een bepaald moment stelt jack julie voor aan<br />
joseph, de jongen die overdag met de taxi rijdt. julie houdt zoveel van jack dat ze helemaal<br />
niet op haar hoede is. Niet voor joseph en niet voor zichzelf. Ze worden verliefd…<br />
Nuit et jour is <strong>Akerman</strong>s pittig eerbetoon aan dat efemere moment in de adolescentie wanneer<br />
alleen verliefd-zijn lijkt te tellen. De film is tevens <strong>Akerman</strong>s hommage aan françois Truffauts<br />
klassieker Jules et Jim, maar bij haar wordt het natuurlijk een feministische parabel voor de<br />
jaren 90.<br />
fr 1981 - 90’<br />
GuIlAINE lONDEZ, THOMAS lANGMANN, frANCOIS NEGrET<br />
NEDErlANDSE ONDErTITElING<br />
Vrijdag 20.04, 20:00<br />
GOlDEN EIGHTIES<br />
Golden Eighties speelt zich helemaal af in de Brusselse Gulden Vlies-winkelgalerie. Aan de ene<br />
kant bevindt zich lili’s kapsalon; aan de andere kant de klerenboetiek van Monsieur Schwartz
filmprogramma cinema zuid<br />
11<br />
en zijn vrouw jeanne. Hun zoon robert heeft het voor Madonna-lookalike lili, die zonder<br />
schaamte hopt tussen hem en een hopeloos verliefde gangster. Eén van lili’s meisjes, Mado,<br />
heeft dan weer een oogje op robert. En dan duikt jeannes Amerikaanse minnaar van weleer op…<br />
Niemand had zich ooit aan een musical van <strong>Akerman</strong> verwacht, maar Golden Eighties is precies<br />
dat en bovendien een liefdevolle hommage aan de oude MGM-dansfilms en aan jacques Demy’s Les<br />
parapluies de Cherbourg, inclusief de felle snoepkleurtjes. De teksten van de liedjes – door<br />
<strong>Akerman</strong> zelf geschreven – vormen een commentaar op en een emotioneel evenwicht voor de kleine<br />
melodramaatjes die zich in de galerie afspelen.<br />
uS 1986 – 96’<br />
MYrIAM BOYEr, fANNY COTTENçON, jOHN BErrY, DElPHINE SEYrIG, NICOlAS TrONC, PASCAlE SAlkIN, CHArlES DENNEr<br />
ZONDEr ONDErTITElING<br />
Vrijdag 27.04, 20:00<br />
lA CAPTIVE<br />
Met La Captive, geïnspireerd door La Prisonnière, het vijfde en laatste deel van A la<br />
recherche du temps perdu, maakte <strong>Akerman</strong> een originele bewerking van Proust. In een ooit<br />
chic Parijs appartement (waarvan de gangen en hoeken door de camera worden afgetast op zoek<br />
naar geheimen à la resnais), woont Simon, een rijke jongeman, samen met zijn grootmoeder en<br />
zijn maîtresse Ariane. Hij is geïsoleerd van de buitenwereld als gevolg van zijn allergieën,<br />
schrijfkramp en afleidende obsessies. Ariane komt en gaat begeleid door een vriend naar<br />
een vrouwenclubje waarvan ze het gezelschap duidelijk meer op prijs stelt. En toch blijft ze<br />
terugkeren naar de kuise liefde van Simon en zijn jaloers en tegelijk grappig voyeuristisch<br />
verlangen om haar te kennen.<br />
Met deze rijke film vol hilarische absurde details en met verwijzingen naar Vertigo, bewijst<br />
<strong>Akerman</strong> nog maar eens haar talent voor onderwerpen als de destructieve aard van de liefde en<br />
de complexe natuur van de seksualiteit.<br />
fr/BE 2000 – 118’<br />
STANISlAS MErHAr, SYlVIE TESTuD, OlIVIA BONAMY<br />
ENGElSE ONDErTITElING<br />
Première<br />
Zaterdag 21.04, 20:00<br />
Zondag 22.04, 15:00<br />
lA fOlIE AlMAYEr<br />
De Nederlandse koopman Almayer is naar Zuidoost-Azië gekomen om er zijn geluk te zoeken.<br />
Hij huwde met de geadopteerde Maleisische dochter van de rijke kapitein linguard in de hoop<br />
diens erfenis in de wacht te slepen. Maar linguards fortuin slonk na een reeks onbezonnen<br />
zoektochten naar een verbogen schat. Almayer moet zich nu tevreden stellen met een karig<br />
inkomen: het runnen van een handelspost waar niemand handel drijft. Nina, zijn half-Maleisische<br />
dochter, is zijn enige steun en toeverlaat. Hij hoopt dat ze ooit met een rijke koopman zal<br />
trouwen. Maar Dain, een jongeman die Almayer aanwierf om hem te helpen zoeken naar voornoemde<br />
schat, heeft een oogje op Nina en wil er heimelijk met haar vandoor.<br />
<strong>Chantal</strong> <strong>Akerman</strong>s nieuwste film, gebaseerd op joseph Conrads Almayer’s Folly: A story of an<br />
Eastern River, is naast een commentaar op de erfenis van het kolonialisme ook een bezwerend,<br />
gestileerd drama over hebzucht en begeerte.<br />
fE 2011 – 127’<br />
STANISlAS MErHAr, AurOrA MArION, MArC BArBé<br />
NEDErlANDSE ONDErTITElING
12<br />
publicatie<br />
CHANTAL AKERMAN<br />
<strong>Too</strong> <strong>Far</strong>, <strong>Too</strong> <strong>Close</strong><br />
ONDEr rEDACTIE VAN DIETEr rOElSTrAETE EN ANDErS krEuGEr.<br />
MET BijDrAGEN VAN GIulIANA BruNO, TIM GrIffIN, STEVEN jACOBS, ElISABETH lEBOVICI, VIVIAN SkY<br />
rEHBErG EN DIETEr rOElSTrAETE.<br />
De catalogus bij de tentoonstelling gaat op zoek naar het onbekende terrein tussen <strong>Chantal</strong><br />
<strong>Akerman</strong>s filmwerk en haar praktijk als installatiekunstenaar. <strong>Akerman</strong>s werk wordt geduid aan de<br />
hand van verschillende essays, en het boek bevat bovendien autobiografisch beeldmateriaal.<br />
CHANTAL AKERMAN <strong>Too</strong> <strong>Far</strong>, <strong>Too</strong> <strong>Close</strong><br />
ISBN 978-94-6130-044-7 uitgeverij luDION<br />
Engels-Nederlands -- 29,90 euro<br />
Nur 644 – Softcover – geïllustreerd<br />
Voor meer informatie: michele.meermans@wpg.be.<br />
Te koop in de M HkAshop.<br />
INHOuD / CONTENT<br />
DIETEr rOElSTrAETE<br />
CHANTAl AkErMAN IN ANTwErP: SO fArAwAY, SO ClOSE<br />
GIulIANA BruNO<br />
PrOjECTION: ON AkErMAN’S SCrEEN,<br />
frOM CINEMA TO THE ArT GAllErY<br />
TIM GrIffIN<br />
THE MANY DISPOSITIONS Of CHANTAl AkErMAN<br />
VIVIAN SkY rEHBErG<br />
TANT Qu’Il EST ENCOrE TEMPS / wHIlE THErE IS STIll TIME<br />
STEVEN jACOBS<br />
SEMIOTICS Of THE lIVING rOOM: DOMESTIC INTErIOrS IN CHANTAl<br />
AkErMAN’S CINEMA<br />
CHANTAl AkErMAN IN CONVErSATION wITH ElISABETH lEBOVICI<br />
lOSING EVErYTHING THAT MADE YOu A SlAVE<br />
BIOGrAPHY
13<br />
activiteiten<br />
Public talk<br />
<strong>Chantal</strong> <strong>Akerman</strong> & <strong>Chantal</strong> Pattyn<br />
08.02.12, 20:00<br />
Locatie: Cinema Zuid<br />
Op de vooravond van de opening van de tentoonstelling <strong>Chantal</strong> <strong>Akerman</strong>. <strong>Too</strong> <strong>Far</strong>, <strong>Too</strong> <strong>Close</strong><br />
gaat <strong>Chantal</strong> Pattyn (nethoofd klara) in dialoog met <strong>Chantal</strong> <strong>Akerman</strong> over haar oeuvre en de<br />
allereerste retrospectieve van haar werk. Het gesprek verloopt in het Engels.<br />
Gratis toegang mits reservering via akerman@muhka.be.<br />
Symposium<br />
<strong>Chantal</strong> <strong>Akerman</strong>: cinéaste/artiste<br />
24.04.12<br />
PrOGrAMMA EN INSCHrijVINGEN VANAf 01.03.12 VIA www.MuHkA.BE.<br />
Rondleidingen met gids,<br />
workshops & Zondag Familiedag<br />
VOOr AllE INfOrMATIE, Surf NAAr www.MuHkA.BE.
14<br />
achtergrondteksten<br />
Projectie: Over <strong>Akerman</strong>s schermen,<br />
van de cinema naar de kunstgalerie<br />
Door Giuliana Bruno<br />
Een landschap drukt een stemming uit. Zo’n ‘expressie’ zegt precies wat we bedoelen met de term<br />
‘empathie’.<br />
— THEODOr lIPPS 1<br />
[De manier waarop] ik graag wil filmen (…) komt overeen (…) met het idee dat het land dat men<br />
bezit altijd een teken van barbarij en bloed is, terwijl het land dat men doorkruist zonder het te<br />
nemen ons aan een boek herinnert.<br />
— CHANTAl AkErMAN 2<br />
<strong>Chantal</strong> <strong>Akerman</strong> reist door een landschap van beelden en creëert hybride artistieke ruimten,<br />
waarbij ze zich vrijelijk tussen fictie en documentaire film beweegt en ook werk exposeert in<br />
galeries. Sinds het begin van de jaren 1990 is de gevierde regisseuse en schrijfster, die in de<br />
jaren 1970 een pionier was van een nieuwe vorm van cinema, bezig met uitgebreide vormen van<br />
filmprojectie. 3 Daarbij loopt ze vooruit op de culturele beweging die hedendaagse filmmakers en<br />
kunstenaars ertoe aanzet om hun rollen en werk, en dus ook hun disciplines, steeds meer uit te<br />
wisselen. Haar werk zet vraagtekens bij de canonieke scheiding tussen verschillende genres en<br />
vormen van beeldende kunst, want ze switcht niet alleen tussen verschillende soorten films en<br />
video-installaties, ze vindt ook manieren om deze modi onderling uit te wisselen.<br />
De hybride projectieruimte die <strong>Akerman</strong> construeert, is een landschap dat beelden van plaatsen<br />
bevat die scherpzinnig en empathisch worden verkend, van binnen en van buiten. Steden, regio’s<br />
en huizen worden afgebeeld in lange takes die de duur versterken en die het zich ontvouwende<br />
dagelijkse leven – vooral het leven van vrouwen – en de stroom van temporaliteit en herinnering<br />
vastleggen. Op haar schermen vinden overgangsvormen plaats, terwijl we, vastgehouden door de<br />
gestaagheid van de lange takes, begeleid worden op een tocht langs locaties van overgang en<br />
scheiding, en stadia van culturele beweging. Op deze durationele manier krijgen we de kans om<br />
na te denken over de innerlijke werking van verplaatsing, migratie, en diaspora. 4<br />
Deze stijl van durationeel filmen met af en toe wat minimale of zelfs toevallige actie – sinds<br />
lang <strong>Akerman</strong>s kenmerkende filmpraktijk – heeft de overgang van de filmzaal naar de kunstgalerie<br />
succesvol gemaakt. In die laatste heeft het werk ook een nieuw onderkomen gevonden. Het
achtergrondteksten<br />
15<br />
is opmerkelijk dat de manier waarop <strong>Akerman</strong> altijd graag heeft gefilmd perfect aansluit bij<br />
de meanderende routes van ons huidige pluriforme kijkgedrag. Ze stemt nauw overeen met de<br />
niet-lineaire streaming van het digitale tijdperk en harmonieert met het soort performatieve,<br />
subjectieve, zwervende beelden dat vandaag onze schermen bevolkt. Haar ambulante manier<br />
van filmen lijkt bijzonder geschikt voor de kuierende receptiemodus in de kunstgalerie, waar<br />
bezoekers door de ruimte dwalen en met schermen interageren die niet alleen de verplaatsing,<br />
maar ook de vormen van het liminale versterken.<br />
Of het nu in de vorm van een film is, dan wel van een installatie, het weefsel van het<br />
scherm functioneert voor <strong>Akerman</strong> altijd als een poreus materiaal dat een intens gevoel van<br />
projectie overbrengt: een relatie tussen binnen en buiten, fysieke en mentale ruimte. Deze<br />
vloeiende geografie van dwalende gemoedstoestanden, met een vaste maar tegelijk transitieve<br />
topografie, werd eerst experimenteel uitgewerkt op het scherm van Hotel Monterey (1972), een<br />
architecturale studie van de personen die toevallig aanwezig zijn in de lobby en de lift van een<br />
hotel. Ze kreeg nader gestalte in News from Home (1976), waarin een hoofdzakelijk stilstaande<br />
camera de drukte van New York registreert terwijl hij de intieme etymologie van metropolis<br />
exploreert, de ‘moederstad’ waar we door reizen op het ritme van de brieven die <strong>Akerman</strong>s<br />
moeder haar dochter stuurt.<br />
Hoewel de geografie van Les rendez-vous d’Anna (1978) rigoureus is opgebouwd uit treinen,<br />
treinstations, cinema’s, auto-interieurs en hotelkamers, traceert dit bewegende panorama,<br />
gestructureerd door een treinreis, voor ons een intieme reis. De protagonist, een filmmaakster<br />
die met haar film op tournee is, ontmoet haar moeder in een hotelkamer en vertelt, ver van het<br />
ouderlijke huis, over haar leven als lesbienne. Een familiale of persoonlijke geschiedenis kan<br />
alleen in een virtuele overgangsplaats worden getoond, in die tijd de trein of het hotel, nu de<br />
smartphone of de laptop. Het moet een locatie zijn die, zoals de titel van een film van <strong>Akerman</strong><br />
uit 1991 suggereert, ‘Nuit et jour’ door verschillende verhalen wordt bevolkt.<br />
Deze geografische porositeit, die de interne en externe ruimte samenvlecht – een ruimte<br />
die in <strong>Akerman</strong>s werk eindeloos opnieuw wordt vormgegeven – heeft via de installaties die<br />
<strong>Akerman</strong> is beginnen te produceren in de kunstgalerie een nieuw expansieterrein gevonden.<br />
De video-installatie Femmes d’Anvers en novembre (2008) geeft bijvoorbeeld verder vorm aan de<br />
terugkerende creatieve interesse van de filmmaker in het scherm als een plek van overgang.<br />
De ruimte zelf van deze installatie, die momenten van het leven in de stad beschrijft, heeft<br />
haar wortels in Toute une nuit (1982), waarin een reeks losse verhalen elkaar in de straten<br />
van de stad kruisen. Deze film stapt in en uit het leven van een aantal stadsbewoners die<br />
elkaar treffen in Brusselse taxi’s en cafés, huizen en hotels of er uit elkaar gaan, die kussen<br />
of vechten. Het resultaat is een narratieve mozaïek van liefde in, en voor, de stad. Net als<br />
de installatie is Toute une nuit een ‘nachtwerk’ dat zich in de steeg ophoudt. De film neemt<br />
hardnekkig plaats op de stoep of op de treden van trappen en houdt halt bij vensterbanken.<br />
Hij hangt aan het balkon en in de gangen. Deuren gaan open en dicht terwijl we op het trottoir<br />
aan ons gepieker worden overgelaten. Tijdens deze nerveuze stedelijke ontmoetingen – atonale<br />
fragmenten van een stadssymfonie – blijven we steeds op de drempel.<br />
En net zoals <strong>Akerman</strong>s video- en installatiewerk het potentieel van haar cinema van drempels<br />
uitbreidt, vindt het die cinema op een nog ruimtelijkere manier opnieuw uit. De installatie<br />
Femmes d’Anvers en novembre in het bijzonder is een herkadrering van haar cinema van transitie<br />
en suspensie binnen in de galerieruimte. De kunstenaar maakt hier gebruik van de ruimte van de<br />
galerie zelf om via een tweeledige projectie een architectuur van verplaatsing te construeren.<br />
In de installatie worden korte verhalen gepresenteerd in een langgerekt horizontaal split<br />
screen-formaat, dat de vorm heeft van een landschap. we krijgen een stedelijk portret te zien:<br />
we ontmoeten een vrouw, een flâneuse, vastgelegd in een moment van opgeschorte tijd, die ’s<br />
nachts rookt, in verschillende straatsettings. De installatie vernieuwt <strong>Akerman</strong>s filmische<br />
gevoel voor het wonen in een stad, waarbij ze vooral stilstaat bij die momenten van pauze en<br />
overgang, reflectie en angst, wanneer vrouwen alleen zijn, kuierend, in de regen wandelend,<br />
dralend, gevangen in een intermediaire zone. Het werk zweeft tussen een ‘ervoor’ en een
achtergrondteksten<br />
16<br />
‘erna’, in de verontrustende tijd van een voorbijgaand moment dat wij, de galeriebezoekers,<br />
empathisch kunnen delen – we worden zelf flâneuses, terwijl we kuieren en dolen, wandelen en<br />
dwalen, meanderend in de galerieruimte.<br />
In de installatie functioneert de beeldsequentie als een echt landschap dat zich als een<br />
stedelijk panorama in de ruimte ontplooit. Op die manier bevat de installatie een geschiedenis<br />
binnen in haar visuele ruimte. laag op laag zien we historische representaties van<br />
stadsgezichten, waarbij tegelijk de geschiedenis van de relatie tussen cinema en panoramische<br />
visie geïncorporeerd wordt. wanneer deze installatie zich in een kunstruimte ontvouwt,<br />
worden we eraan herinnerd dat het brede formaat van het panoramische schilderij, dat<br />
historisch gezien de stad portretteerde, de voorloper is van het filmscherm. 5 Aan het begin<br />
van de moderniteit werd een panoramische visuele architectuur op gang gebracht: op het<br />
moment dat kaders begonnen uit te zetten en locaties in een bewegend perspectief werden<br />
geplaatst, breidden ze zich zowel naar buiten als naar binnen uit. Vandaag gebruikt <strong>Akerman</strong>s<br />
installatie het brede formaat om een contemporain stedelijk panorama te maken en recreëert<br />
ze die specifieke ervaring in het kader van de kunstgalerie. Ze is een remake van het soort<br />
panoramische beelden dat van de stad een landschap maakte en van het stadsgezicht een<br />
bewegend scherm. Op die manier wordt het precieze moment in de geschiedenis van de visuele<br />
cultuur waarop het panorama verscheen als de plek waar cinema wordt geboren, een vernieuwde<br />
projectie- en geprojecteerde ruimte.<br />
Bovendien geraken in Femmes d’Anvers en novembre schilderkunstige genres met elkaar<br />
verbonden, zoals ook het gezicht zich bij het landschap voegt in dit tweeledige stedelijke<br />
portret van vrouwelijke flânerie. In dit werk wordt het gezicht zelf een landschap. Dit<br />
brengt de woorden van Gilles Deleuze in herinnering, die over het gezicht sprak als over een<br />
oppervlak, een landschap, een kaart: 6<br />
Het gezicht heeft een zeer belangrijk correlaat: het landschap. (…) De architectuur plaatst haar<br />
ensembles, huizen, dorpen of steden, monumenten of fabrieken, die functioneren als gezichten<br />
in een landschap dat zij transformeert. De schilderkunst herneemt dezelfde beweging, maar<br />
draait ze ook om, waarbij ze het landschap in functie plaatst van het gezicht, door het ene te<br />
behandelen als het andere. 7<br />
wanneer het gezicht in deze installatie het landschap wordt, verandert het in een scherm.<br />
<strong>Akerman</strong> schildert de oppervlakte, en terwijl ze dat doet, benadrukt ze de wortel van de term<br />
oppervlak [surface]. 8 Door de koppeltekenvorm, die een over-gezicht [sur-face] is, te vertonen,<br />
herschept de kunstenaar het opnieuw tot haar eigen schermoppervlak.<br />
In <strong>Akerman</strong>s wereld worden we aan de oppervlakte van de dingen gehouden. En op dit<br />
oppervlaktescherm wordt meer verbeeldingsdiepte [depth of imaging] gegrift. De installatie<br />
Femmes d’Anvers en novembre werkt, in zoverre ze een portret is, aan het samenbrengen van<br />
kunstvormen, waarbij de textuur van de schilderkunst overgaat in de filmkunst. Bovendien duikt<br />
de vrouw in deze portretinstallatie op uit een rijk geschakeerd filmisch landschap van specifieke<br />
stedelijke portretten. 9 De scène roept in het bijzonder de urbane landschappen van Michelangelo<br />
Antonioni op, met hun eigen grootstedelijke dwaaltochten en temps morts, te weten de manier<br />
waarop ze non-actie en tussenin-tijden tonen, en de textuur van leemtes en ellipsen. Dit is<br />
een portret van absorptie in zelfreflectie à la Monica Vitti, en het zit geworteld in oudere<br />
vormen van filmische portrettering. De installatie is een ongegeneerde elegie op het roken,<br />
ze viert de esthetische aantrekkingskracht van het vrouwengezicht in close-up, versluierd<br />
door de nuances van een rookwolk. Dit zwart-witgezicht toont een gelaagd gestructureerde<br />
geschiedenis, want het blijkt ook op te duiken in de geschiedenis van de vroege film; het is een<br />
typisch stomme filmbeeld van dampige schoonheid. De esthetiek van de installatie – een ode<br />
aan de subtiliteit en wazigheid van de wassen wereld van celluloid – herinnert verder aan de<br />
textuur van de Amerikaanse film noir van de jaren 1940, met zijn eigen specifieke gebruik van<br />
diffuse verlichting en nevelige visuele effecten.
achtergrondteksten<br />
17<br />
Terwijl de wazige sfeer van <strong>Akerman</strong>s installatie een elegie wordt op de fascinatie die cinema<br />
heeft voor dampen en nevel, zet ze ons aan tot reflectie op het weefsel van de beeldvorming<br />
zelf, en op haar vluchtige aard. Ondergedompeld in een rokerige, mistige wereld, worden we<br />
opgenomen in een dampige esthetiek. Die mistige, wolkige, regenachtige en nevelige sfeer<br />
bezorgt ons een visueel genot dat pneumatisch van aard is. En terwijl het pneuma de kern van de<br />
installatie wordt, voelen we de adem van het beeld zelf op onze huid.<br />
Het genot van <strong>Akerman</strong>s werk is niet alleen visueel maar ook synesthetisch tactiel. Vloeiend<br />
bewegend tussen video-installatie, fictiefilm of documentaire neemt <strong>Akerman</strong> ons haptisch mee naar<br />
een wereld van beelden die, terwijl ze op een specifieke en precieze manier zweven, aan detail,<br />
textuur en nuance winnen. In haar werk reizen we door een architectuur van sfeer, een formeel<br />
rigoureuze esthetiek van lange frontale takes, genomen met een vaste of bewegende camera, en<br />
vaak bestaande uit symmetrische composities. Met deze kaders, die zo vast zijn als wilden ze de<br />
beweging grijpen, construeert <strong>Akerman</strong> een geometrie van overgangen en een relationele vorm van<br />
projectie die ons empathisch bij het gebeuren betrekt. Vanwege de camerapositie, met een camera<br />
die vaak weigert om samen met de personages te bewegen en onafhankelijk blijft draaien terwijl<br />
hij stabiel blijft in de tijd, kunnen we ons niet loswrikken. we zijn er gewoon. we zijn getuigen, we<br />
moeten in de ruimte bestaan, en er wordt ons gevraagd om overuren te maken. Dit ‘er zijn’ in de<br />
tijd stelt ons in staat om een psychische sprong te maken, om voorbij de loutere aanwezigheid te<br />
gaan, in de richting van een meer intieme betrokkenheid. Het werk, dat voyeurisme afwijst en naar<br />
een directere toeschouwerspositie reikt, maakt het ons mogelijk deelnemers te worden. Terwijl zich<br />
in de tijdruimte een trage affectieve sfeer ontvouwt, kunnen we ons laten binnenglijden. wij kunnen<br />
absorberen wat er in de lucht hangt en deelnemen aan een stemming.<br />
Door deze atmosfeer te articuleren, kan <strong>Akerman</strong> zowel het personage als de toeschouwer de<br />
dubbelzinnige architectuur van drempels, die projectie als dusdanig kenmerkt, doen beleven.<br />
Bezoekers van haar wereld kunnen tegelijkertijd in hun eigen fysieke en mentale ruimte aanwezig<br />
zijn en in de ruimte van haar reis. De positie van <strong>Akerman</strong>s camera geeft soms aan waar de<br />
auteur staat, en dit in alle opzichten, want zelfs haar kleine gestalte werkt als een maat. Het<br />
is een positie die haar aanwezigheid daar markeert, nooit zo dicht dat het hinderlijk wordt,<br />
evenmin zo ver dat haar aanwezigheid als medereiziger niet wordt gevoeld.<br />
Door vast te houden aan een rigoureus gezichtspunt en tegelijk de afbakeningen van de<br />
verschillende vormen en genres van beeldende kunst te doorbreken, overschrijdt <strong>Chantal</strong><br />
<strong>Akerman</strong>s ‘borderline’-werk grenzen van diverse aard. <strong>Akerman</strong> wordt zodanig aangetrokken door<br />
de drempel dat ze haar werk vaak ‘plaatst’ op feitelijke grensgebieden of in grenssituaties.<br />
Dit wordt het treffendst geïllustreerd in de installatie De l’autre côté (2002), waarin <strong>Akerman</strong><br />
de geschiedenis registreert van illegale Mexicaanse immigranten en hun verhalen van hoe<br />
gevaarlijk het is om de grens met Amerika over te steken. Een gevoel van sociale diaspora komt<br />
ook naar voren in de installatie Sud (1999), die, met aandacht voor de geschiedenis van raciale<br />
spanningen, het landschap van het zuiden van Noord-Amerika vastlegt.<br />
Maar hoe ver ook <strong>Akerman</strong>s reizen, haar werk lijkt altijd de herinneringen te bevatten van<br />
iemand die niet helemaal onbekend is met de plaatsen die ze bezoekt. Dit hangt samen met<br />
de intrinsieke empathie die men voelt voor de culturele en sociale landschappen waar de<br />
kunstenaar ons mee in contact brengt. Merken we ook op dat <strong>Akerman</strong>s artistieke reizen<br />
uiteindelijk vaak een terugkeer zijn naar plaatsen die nauw aansluiten bij haar eigen<br />
geschiedenis: de verschillende locaties van een geografie van de joodse diaspora. 10 <strong>Akerman</strong><br />
spreekt duidelijk over een reis als over een persoonlijke geografie. Voor de installatie, D’Est:<br />
au bord de la fiction, grijpt ze het intieme van de verkenning aan, waarbij ze spreekt over de<br />
‘bewegende’ aard van bewegende beelden:<br />
Ik zou graag een grote reis maken… Ik wil er alles filmen, alles dat me ontroert. Gezichten,<br />
straten, voorbijrijdende auto’s en bussen, treinstations en vlaktes, rivieren en oceanen,<br />
stroompjes en beekjes, bomen en bossen. Velden en fabrieken en nog meer gezichten. Eten,<br />
interieurs, deuren, ramen, maaltijden die worden klaargemaakt. 11
achtergrondteksten<br />
18<br />
Tijdens de lange reis die <strong>Akerman</strong> voor de installatie maakte, wordt beweging [motion], wanneer ze<br />
de ruimte van het dagelijkse leven raakt, emotie. <strong>Akerman</strong> ontwerpt een wereld van gezichten en<br />
voedsel, ramen en straten, bussen en rivieren, treinen en deuren, oceanen en kamers – een kaart<br />
die de voedende architectuur van het innerlijke incorporeert. Deze innerlijke wereld bestaat uit<br />
stillevens en foto’s van zijkamers die gekadreerd en opnieuw gekadreerd worden in de monitoren<br />
van de installatie, als ging het om landschapschilderijen. Hij is ook gemaakt van eindeloze tracking<br />
shots, waarin de emotie van de beweging zelf wordt gevangen. In deze beweging van het zich<br />
ophouden, verblijven we. Het is een atlas van het leven, het is een grand tour.<br />
Net als bij een atlas is dit een cumulatieve ervaring. <strong>Akerman</strong> doet haar film D’Est in de<br />
vorm van een installatie uiteenvallen en besteedt daarbij bijzondere aandacht aan de<br />
interieurarchitectuur van de installatie. we gaan een ruimte binnen waarin de film ‘resideert’<br />
in vierentwintig, in drieluiken gerangschikte, videomonitoren. Hier – terwijl hij immobiel<br />
blijft, in een station een cirkel van 360 graden aflegt of, onafhankelijk van de objecten die<br />
het kader binnenkomen, de straten filmt – verzamelt de camera beelden die in de ruimte van<br />
de installatie accumuleren. Hun impact groeit, of men zich nu bewust is van de camera of<br />
niet. De videomonitoren worden een opslagruimte van deze mnemonische route. Op deze plaats<br />
van verzamelen [collection] die herinnering [recollection] is in de tijd, worden we vervoerd.<br />
Met deze bewegende beelden die archivalisch opgeslagen worden op schermen die over de<br />
museumruimte verspreid zijn, wordt de galeriebezoeker bovendien het plezier geboden om als<br />
toeschouwer fysiek en in de verbeelding een film binnen te stappen, en om de taal van de<br />
montage opnieuw te doorlopen. Het uiteindelijke effect is een dislocatie van de film zelf, in de<br />
kunstruimte. Dit soort kijker signaleert uiteindelijk een overgang tussen kunst, architectuur<br />
en film, die gebaseerd is op veranderende ideeën van tentoonstellen.<br />
In <strong>Akerman</strong>s kijkkamers is de drempel architecturaal gematerialiseerd, en zo neemt het scherm<br />
zelf een centrale positie in en wordt het zijn eigen grensruimte. <strong>Akerman</strong> heeft vooral de<br />
projectieve kant van het projecteren [the act of screening] gecultiveerd: ze herkadreert het<br />
scherm, terwijl haar werk fluctueert tussen experimentele cinema, fictie en documentaire, en<br />
in de richting van de installatie beweegt. Ze heeft het weefsel van het scherm tot een object<br />
gemaakt voor het vormgeven van het zelf, in het licht van vele tijden en geheugensporen. Haar<br />
recente gebruik van doeken versterkt de architectuur van het scherm zelf en geeft zo vorm aan<br />
het weefsel van de projectieve fabricatie. In Marcher à côté de ses lacets dans un frigidaire<br />
vide (2004) wijdt <strong>Akerman</strong> uit over een dagboek waarin zowel haar grootmoeder als haar moeder<br />
geschreven hebben, en dat ook sporen draagt van de tijd dat haar zus en zijzelf het als kind<br />
vonden. In één deel van de installatie evoceert een spiraalvormige muur van wit, diafaan<br />
materiaal de eigenschappen van een scherm of doek waarin men kan wandelen en waarop woorden<br />
van de kunstenaar en van het veelgelaagde dagboek worden geprojecteerd. In een andere kamer<br />
wordt een vlak scherm uit hetzelfde doorschijnende materiaal de locatie voor een driedelige<br />
simultane projectie, en inscriptie, van de teksten die op verschillende tijdstippen door de<br />
vrouwen werden geschreven. Omdat de sporen van het verleden gematerialiseerd zijn in het<br />
heden, houdt het artisanaal vervaardigde doek een polyfonie van projectieve ervaringen vast.<br />
<strong>Akerman</strong>s gebruik van projectie sluit opnieuw aan bij een belangrijk moment in de geschiedenis<br />
van het schermontwerp. In de archeologie van het scherm is de geschiedenis van het woord<br />
projectie zelf verstrengeld met het demonstreren van psychische processen. Het concept van<br />
projectie linkt cinema aan psychoanalyse, want op het moment dat de film werd uitgevonden,<br />
ontwikkelde Sigmund freud de notie van projectie als een instrument dat essentieel is voor de<br />
vorming van het subject en voor het begrip van grenzen. 12 Analytisch gesproken, is projectie<br />
een mechanisme dat de constitutie van de grenzen tussen subject en object regelt, en dus<br />
ook de betekenis van wat intern en extern is. Toen Melanie klein dit idee verder ontwikkelde<br />
en insisteerde dat inwaartse en uitwaartse vormen van projectie gerelateerd zijn aan orale<br />
functies, sprak ze van de projectieve identificatie met het eerste object, de moederborst. 13<br />
Volgens haar is projectie de motor van alle objectrelaties. Vanaf het begin van het leven<br />
van het subject worden objectrelaties gevormd door een wisselwerking tussen introjectie en<br />
projectie, een overdracht tussen interne en externe objecten en situaties.
achtergrondteksten<br />
19<br />
Precies op deze manier activeert <strong>Akerman</strong> op haar schermen een projectiemodus, aangezien het<br />
scherm voor haar zowel een grens als een drempel is. Het is inderdaad een plaats van dialoog<br />
en uitwisseling tussen het interne en het externe. Een dergelijk scherm is fundamenteel<br />
een architectuur van psychische overdracht en traceren. Het is ook een ruimte waarin het<br />
moederlijke rondspookt. Op <strong>Akerman</strong>s scherm wordt projectie een begrip dat niet alleen een<br />
subjectieve eigenschap heeft, maar dat ook het spoor bevat van de herinneringen en onbewuste<br />
relaties die de transitieve omgeving van de ervaring bezielen.<br />
In <strong>Akerman</strong>s video-installaties, net als in haar films, wordt de kunst van de projectie dus in<br />
de breedst mogelijke zin beoefend, als een overdracht die zich inlaat met de materiële wereld<br />
en met de transformaties die zich binnen zijn ruimte voordoen. Haar specifieke gebruik van<br />
de schermen van projectie als een architectuur van het worden omvat het modelleren van een<br />
imaginaire ruimte – dat wil zeggen, het soort projecties die vormen van de verbeelding zijn.<br />
Terwijl <strong>Akerman</strong> die projecties onthult die mentale, psychische processen zijn, getoond in de<br />
materiële wereld als ruimte, werkt ze ook met een bepaalde vorm van projectie: Einfühlung of<br />
empathie. Haar werk graaft in feite naar de wortel van empathie, wat letterlijk de daad van<br />
‘invoelen’ is. kijken we even naar de term zoals hij door de laatnegentiende-eeuwse Duitse<br />
esthetiek wordt gedefinieerd. Einfühlung is een dynamisch concept dat rekenschap geeft van een<br />
materiële respons op een object, een afbeelding of een ruimtelijke omgeving. 14 Dit ‘invoelen’<br />
is een begrip dat gevoelig is voor het oppervlak van de wereld. Het is afhankelijk van het<br />
talent om een innerlijke beweging te voelen die plaatsvindt tussen de object-ruimte en het<br />
subject. Dit betekent dat men zich kan ‘invoelen’ in de expressieve, dynamische vormen van<br />
kunst en architectuur – zelfs in kleuren en geluiden, landschappen en situaties, oppervlakken<br />
en texturen – en deze ‘projecties’ omvatten zulke transmissies van affecten in de vorm van<br />
stemmingen.<br />
<strong>Chantal</strong> <strong>Akerman</strong>s schermen bieden precies dit soort ‘invoelen’, dat een relatie aangaat met<br />
het landschap en het straatgezicht, en met de diverse aspecten van ruimtelijke constructie,<br />
inclusief formele arrangementen en zelfs stoffen, vormen en kleuren. Haar werk gaat effectief<br />
over dit particuliere affect: een psychische sfeer die aan de oppervlakte komt. Haar beelden<br />
zijn opgenomen met wat ik uiteindelijk een verre intimiteit zou noemen. Ze worden formeel<br />
geordend om het soort reserve toe te laten dat nodig is om ons er nauw bij te betrekken. Dat wil<br />
zeggen dat ze het soort analytische afstandelijkheid mogelijk maken – de vorm van afscherming<br />
[screening] – die nodig is om echte empathie te creëren.<br />
Dit valt vooral op in de video-installatie Là-bas (2006), die overtuigend gebruikmaakt van het<br />
scherm als architectuur. Là-bas is een kroniek van <strong>Akerman</strong>s reis naar Tel Aviv. Het<br />
interessante is dat de filmmaakster gedurende haar verblijf meestal in haar appartement<br />
vertoeft. Via statische lange takes dwalen we rond in het interieur en zien er een scène waarin<br />
niet veel gebeurt. we kunnen uit het raam kijken, maar zien niets duidelijks. we moeten door<br />
lamellen gluren die gemaakt zijn van los geweven riet en die het licht, en onze blik, filteren.<br />
wat hier wordt afgebeeld, is niets anders dan een scherm. Het staat doelbewust tussen ons en<br />
de buitenwereld gepositioneerd. Zo’n scheiding door middel van een scherm vormt een delicate<br />
fysieke grens tussen binnen en buiten. Ze dient ook om ons het uitzicht over de stad, en in het<br />
bijzonder over de wijk, zowel te onthullen als te benemen. Op een dergelijke gefilterde wijze, door<br />
het weefsel van een scherm, leren we de buren kennen. Terwijl we observeren hoe hun dagelijkse<br />
leven zich ontvouwt, beginnen we ons hun gesprekken, die we niet kunnen horen, te verbeelden.<br />
Ondertussen horen we de stem van <strong>Akerman</strong>, off-screen, die een dagboekachtig verslag brengt<br />
van alledaagse zaken, de (familie)geschiedenis, filmen, en die geen enkel telefoontje van haar<br />
moeder onbeantwoord laat.<br />
Là-bas blijft stilstaan bij de architectuur van het scherm, en articuleert zo een uitgebreide<br />
geografie van drempels. Door onze aandacht te vestigen op dit raam, dat een scherm is dat<br />
‘aangekleed’ is om op een doek te lijken, vraagt <strong>Akerman</strong> van zichzelf en van ons om een subtiele<br />
daad van afschermen [screening]. we voelen een weerstand tegen het feit dat er een wereld<br />
gefilmd wordt die door een moeilijke geschiedenis gemarkeerd is; en tot die wereld horen ook de
achtergrondteksten<br />
20<br />
eigen familiegeschiedenis van de kunstenaar en de beproevingen van de diaspora. Het is omdat<br />
ze zulke weerstand (ver)toont en materialiseert in de fysieke vorm van het scherm-gordijn,<br />
dat <strong>Akerman</strong> een film kan maken die anders onmogelijk gerealiseerd kon worden. Dit scherm is<br />
geen barrière maar een drempel, want het markeert niet alleen een overgang, maar biedt ook<br />
effectief toegang.<br />
Hier is een complexe materiële fabricage voelbaar, die ingeschreven zit in het weefsel zelf van<br />
dit denkbeeldige scherm. Het diffuse ‘invoelen’ van het scherm-gordijn betrekt ons empathisch<br />
bij een rijke interpretatieve daad. wanneer we geconfronteerd worden met het rietachtige<br />
materiaal van het schermgordijn, navigeren ook wij op een textuur-grens. Het scherm-gordijn is<br />
er niet alleen om de buitenwereld te filteren en geschiedenislagen te ervaren – het ‘schermt’<br />
de ruimte binnen ook ‘af’. Het biedt <strong>Akerman</strong> de schuilplaats die ze ‘daar beneden’ nodig heeft<br />
om naar buiten te kijken en bij zichzelf naar binnen te kijken. Zo’n scherm maakt een proces van<br />
introjectie binnen zijn grenzen, die kunnen overgestoken worden, mogelijk. Na verloop van tijd<br />
wordt het stroachtige scherm-gordijn een textuur-ruimte die in haar weefsel complexe vormen<br />
van projectie vasthoudt. uiteindelijk versterkt het materiaal van het ineengevlochten scherm de<br />
fabricage van intimiteit, want het ‘past’ <strong>Akerman</strong>s gezichtspunt tastbaar. Dit scherm-gordijn is<br />
op maat gemaakt om in zijn weefsel zelf haar bijzondere versie van empathie vast te houden: een<br />
positie van verre nabijheid.<br />
Samen met <strong>Akerman</strong> stappen we de wereld slechts in om naar binnen te kijken; we blijven binnen<br />
om naar buiten te kijken. Op deze manier duiken we diep in de psychische ruimte en in de<br />
persoonlijke geschiedenis van de kunstenaar. Ongeacht de afstand die we hebben afgelegd,<br />
blijkt de ontdekkingsreis onvermijdelijk een innerlijke reis te zijn die niet ver verwijderd is van<br />
zelfanalyse. wij herkennen deze particuliere kamer. we kennen deze wereld van gordijnen gefilterd<br />
door het scherm-gordijn van de installatie van Là-bas, want we werden regelmatig gevraagd om in<br />
deze kamer te vertoeven. reizend door de architectuur van het innerlijke, in films zoals Saute<br />
ma ville (1968), La chambre I (1972), Je tu il elle (1974), of zelfs Demain on déménage (2004)<br />
hebben we een textuurgeografie bezocht die zowel vertrouwd als familiaal is. Zoals <strong>Akerman</strong> het<br />
zelf uitdrukt: ‘Ik wil filmen om te kunnen begrijpen. waarom ga je naar daar, vroeg iemand? (…)<br />
Ik zal het te weten komen wanneer ik er ben (…) Het is altijd je moeder en je vader waar je op<br />
botst op reis.’ 15 wanneer we in een van <strong>Akerman</strong>s kamers stappen, gaan we, ondanks de verschillen<br />
in gebruikte media, kamers van projectie binnen die ons consequent empathisch omhullen, want<br />
in deze kamers voelen we de diepte van een intieme ervaring. rustend op de rand van het scherm<br />
van projectie kan dit particuliere ‘invoelen’ van de ruimte een wederzijdse grens zijn waar we<br />
over moeten. En zo, in een veilige positie, van een afstand, kunnen ook wij onze eigen riskante<br />
geschiedenis van projectie aanvatten: een reis naar – en een uitzicht op – (t)huis.
achtergrondteksten<br />
21<br />
1 Theodor lipps, ‘Empathy and Aesthetic Pleasure’ (1905), in karl<br />
Aschenbrenner en Arnold Isenberg, eds., Aesthetic Theories: Studies<br />
in the Philosophy of Art (Englewood Cliffs, Nj: Prentice Hall, 1965),<br />
p. 405.<br />
2 <strong>Chantal</strong> <strong>Akerman</strong>, niet-gepubliceerde tekst voor een nietgerealiseerd<br />
werk met de titel Of the Middle East (1998), p. 4. Ik dank<br />
haar dat ze me deze tekst heeft aangeboden, en ben haar erkentelijk<br />
voor de talrijke gesprekken die we over een periode van vele jaren over<br />
haar werk hebben gehad.<br />
3 Screening wordt hier meestal vertaald door projectie,<br />
respectievelijk projecteren. In het Engels is er een continuïteit<br />
tussen ‘screen’ (scherm) en ‘to screen’ (projecteren). ‘Screening’<br />
is ook een homoniem dat o.a. filmvertoning, projectie, afscherming<br />
betekent. De auteur gebruikt ‘screening’ trouwens in een bredere zin<br />
dan het strikte moment van projectie: dat het (onder meer fysieke)<br />
aspect van het gebruik van schermen essentieel is voor <strong>Akerman</strong>s<br />
‘screening’, vormt de kern van de argumentatie. Het complementaire<br />
deel van de analyse is precies de bespreking van projectie, als<br />
fysieke én psychische term. Het dubbele (homonieme) gebruik van het<br />
Nederlandse woord projectie, als vertaling voor ‘projection’ én voor<br />
‘screening’ is dus problematisch. waar de Nederlandse vertaling een<br />
precies begrip in de weg staat, volgt daarom het Engelse origineel,<br />
cursief en tussen vierkante haakjes; om dezelfde reden volgt op nog<br />
een paar andere plaatsen het Engelse origineel op het vertaalde<br />
woord. (N.v.d.v.)<br />
4 Zie onder andere <strong>Chantal</strong> <strong>Akerman</strong>, autoportrait en cinéaste, tent.<br />
cat. (Parijs: Cahiers du Cinéma en Centre Pompidou, 2004); en Terrie<br />
Sultan, ed., <strong>Chantal</strong> <strong>Akerman</strong>: Moving through Time and Space, tent.<br />
cat. (Houston, Tx: de Blaffer Gallery en het Art Museum of the<br />
university of Houston, 2008).<br />
5 Door meerdere, mobiele perspectieven te presenteren en een<br />
gemobiliseerde waarnemer te suggereren, vertoonden de stedelijke<br />
gezichten een protocinematische poging om het gebied van de haptische<br />
visie uit te breiden. Het was deze cartografische mobilisatie van het<br />
perspectief, ingeschreven in de beweging van de urbane beeldpraktijk,<br />
die leidde tot de negentiende-eeuwse panoramische cultuur met haar<br />
metropolitane passage, haar arcadeleven en haar reizen per spoor,<br />
en die uiteindelijk het ‘transport’ van bewegende beelden werd. Zie<br />
Giuliana Bruno, Atlas of Emotion: Journeys in Art, Architecture, and<br />
Film (New York: Verso, 2002).<br />
6 De vertaling die volgt is op het franse origineel gebaseerd. Daar<br />
staat: ‘l’architecture place ses ensembles, maisons, villages ou<br />
villes, monuments ou usines, qui fonctionnent comme visages dans<br />
un paysage qu’elle transforme.’ Het zijn dus niet de ‘ensembles’ die<br />
het landschap transformeren, het is de architectuur die dat doet.<br />
Vergelijk de Engelse vertaling (Massumi): ‘Architecture positions<br />
its ensembles—houses, towns or cities, monuments or factories—to<br />
function like faces in the landscape they transform.’ Ook de laatste<br />
zin van het citaat werd hier letterlijker vertaald dan bij Massumi, en<br />
wordt volledig weergegeven. (N.v.d.v.)<br />
7 Gilles Deleuze en félix Guattari, Capitalisme et schizophrénie 2:<br />
Mille plateaux (Parijs: éditions de Minuit, 1980), pp. 211–212. Engelse<br />
versie: A Thousand Plateaus: Capitalism and Schizophrenia, vertaling<br />
en voorwoord Brian Massumi (Minneapolis: university of Minnesota<br />
Press, 1987), pp. 170–172.<br />
8 Cursief in het Engels origineel. (N.v.d.v.)<br />
9 Zie Dominique Païni over <strong>Akerman</strong>s cinefilie: ‘<strong>Chantal</strong> <strong>Akerman</strong>’, in<br />
<strong>Chantal</strong> <strong>Akerman</strong>, file note # 32, gepubliceerd ter begeleiding van de<br />
tentoonstelling van haar werk in het Camden Arts Centre, londen, 2008<br />
(document online consulteerbaar als pdf op de website van het Camden<br />
Arts Centre, www.camdenartscentre.org.; laatst geconsulteerd op<br />
20/12/2011).<br />
10 Voor een lezing van <strong>Akerman</strong>s werk in termen van het opnieuw<br />
bezoeken van joodse locaties, en van vormen van zwerven, zie in het<br />
bijzonder, janet Bergstrom, ‘Invented Memories’, en Ivone Margulies,<br />
‘Echo and Voice in Meetings with Anna’, in Gwendolyn Audrey foster,<br />
ed., Identity and Memory: The Films of <strong>Chantal</strong> <strong>Akerman</strong> (Carbondale:<br />
Southern Illinois university Press, 2003), respectievelijk pp. 94–116<br />
en pp. 59–76. Zie ook Ivone Margulies, Nothing Happens: <strong>Chantal</strong><br />
<strong>Akerman</strong>’s Hyperrealist Everyday (Durham, NC: Duke university Press,<br />
1996); en Veronica Pravadelli, Performance, Rewriting, Identity:<br />
<strong>Chantal</strong> <strong>Akerman</strong>’s Postmodern Cinema (Torino: Otto, 2000).<br />
11 De tekst werd getoond op de muur van de tentoonstelling en is<br />
gepubliceerd in Bordering on Fiction: <strong>Chantal</strong> <strong>Akerman</strong>’s “D’Est”, tent.<br />
cat (Minneapolis: walker Art Center, 1995), pp. 17–18 Deze fascinerende<br />
tentoonstelling startte in het walker Art Center in Minneapolis en<br />
was van 23 februari tot 27 mei 1997 te zien in het jewish Museum in<br />
New York.<br />
12 Zie Mary Ann Doane, ‘The location of the Image: Cinematic Projection<br />
and Scale in Modernity’, in Stan Douglas en Christopher Eamon, eds.,<br />
Art of Projection (Ostfildern: Hatje Cantz, 2009), pp. 151–166.<br />
13 Zie onder andere Melanie klein, ‘Notes on Some Schizoid Mechanisms’,<br />
International journal of Psychoanalysis, no. 27 (1946), pp. 99–110.<br />
14 Zie Harry francis Mallgrave en Eleftherios Ikonomou, eds., Empathy,<br />
Form, and Space: Problems in German Aesthetics, 1873–1893 (Santa<br />
Monica: Getty Center for the History of Art and the Humanities, 1994).<br />
Voor een overzicht van de geschiedenis van Einfühlung, zie juliet<br />
koss, ‘On the limits of Empathy’, Art Bulletin 88, no. 1 (maart 2006),<br />
pp. 139–157.<br />
15 <strong>Akerman</strong>, ongepubliceerde tekst voor Of the Middle East, p. 4.
achtergrondteksten<br />
22<br />
Alles kwijtraken wat je tot slaaf maakte<br />
<strong>Chantal</strong> <strong>Akerman</strong> in gesprek met Elisabeth Lebovici<br />
ElISABETH lEBOVICI: Wil men met een geladen inleidend statement over <strong>Chantal</strong> <strong>Akerman</strong> van start<br />
gaan, dan moet men zeker spreken over afscheidingen, grenzen, limieten, de andere kant en de<br />
kant van de Ander. Deze noties zijn ook aanwezig in de manier waarop je omgaat met je werk, je<br />
ambacht, je beroep. Sta je aan de kant van het experimenteel filmen, of binnen de geschiedenis<br />
van de narratieve mainstreamcinema? De kant van cinema of die van kunst? Of al het voorgaande?<br />
Dat zou mijn eerste vraag zijn – want je was een van de meest prominente filmmakers die in het<br />
midden van de jaren 1990 ‘overstak’ naar het terrein van de beeldende kunst. Wat vind je van<br />
deze oversteek naar de beeldende kunst?<br />
CHANTAl AkErMAN: Mijn persoonlijke geschiedenis in het installatiegenre was waarschijnlijk geen<br />
toeval, al leek het wel zo. Het zou nooit gebeurd zijn zonder kathy Halbreich, op dat ogenblik<br />
directrice van het walker Art Center in Minneapolis. Ze vroeg me of ik iets zou kunnen doen<br />
in een museale context. Dat was waarschijnlijk in de vroege jaren 1990, toen curator Michael<br />
Tarantino herhaaldelijk had opgemerkt dat mijn films van grote invloed waren op hedendaagse<br />
kunstenaars. weet je, ik heb niets geleerd over kunst. Ik liep weg van school toen ik 15 was.<br />
Ik kwam nooit echt in aanraking met tentoonstellingen voor het begin van de jaren 1970, voor<br />
mij de beste jaren, toen ik in een kleine groep van de New Yorkse avant-garde zat, met Babette<br />
Mangolte, jonas Mekas, Michael Snow, Annette Michelson, voor wie ik zoveel respect heb…<br />
wat er ook van zij, het gebeurde door kathy Halbreich. Op dat moment maakte ik Nuit et jour. Ze<br />
zei dat ze geïnteresseerd was in geschiedenis, ik zei dat ik evenzeer geïnteresseerd was in de<br />
polyfonie van talen. Al twintig jaar wou ik naar Oost-Europa gaan – het gebied begon zich net<br />
open te stellen – om er met de verschillende Slavische talen te werken; die zijn verschillend<br />
maar klinken vrij gelijkaardig. Ik wou een werk maken over de veranderingen in stemmen en talen,<br />
een project dat zich naderhand zelfstandig tot een totaal andere vorm zou ontwikkelen. Terwijl<br />
in D’Est de textuur van de soundtrack zeer belangrijk is, wordt er in de film niet één woord<br />
gesproken. In eerste instantie wou ik dat kathy de film produceerde; ik trok me niets aan van<br />
dat hele kunstding. Intussen vond ik geld en maakte ik D’Est.<br />
Een jaar later, misschien twee, kreeg ik te horen dat men geld bij elkaar had gekregen voor een<br />
installatie, en ik begon te spelen met het filmmateriaal dat ik al verzameld had. Dit gebeurde<br />
op het moment dat ik al drie rollen film had, en ik speelde met de tijd. Ik zag in die drie rollen<br />
vier minuten film perfect in elkaar passen. waarom? Ik weet het niet. Er waren vier minuten. En<br />
toen vonden we acht keer vier minuten, 24 schermen, zoals in ‘24 beelden per seconde.’ Zo vond<br />
de installatie haar eigen logica. Ik schreef het laatste, 25e deel iets meer visueel abstract,<br />
maar met een zeer intieme tekst die iets van een gedenkteken evoceerde. Hij gaat ook over<br />
grenzen, de dood, de kampen…<br />
Mijn obsessie met grenzen komt van de kampen. wanneer je aan die limiet raakt – en ik kwam<br />
er heel dichtbij door mijn moeder, die in de kampen zat, maar nooit in staat was om door haar<br />
angst heen te spreken – dan wordt deze grens de bron van de angst, het wordt een ‘angstig<br />
Abject’. In De l’autre côté laat ik bijvoorbeeld de muur [tussen de VS en Mexico] zien aan mijn<br />
moeder en vraag ik haar waaraan hij haar doet denken, en ze zegt: ‘je weet waaraan’. Als ze<br />
geïnternaliseerd is, wordt de ervaring gegeven zonder te spreken, wordt ze doorgegeven als<br />
een spectrale aanwezigheid; je kunt je er niet van ontdoen. In de film Là-bas krijgt het idee<br />
van de ‘Ander’ een grotere complexiteit, omdat het zowel dezelfde kant is als de andere kant,<br />
en ook de binnenkant. Ik probeer met die internalisering in contact te komen omdat het iets is<br />
waarmee je moet leven. Maar het is moeilijk. De reden is dat ik aan een andere limiet raakte:<br />
mezelf.<br />
Nu we het hebben over grenzen en opsluiting, een thuis en er zich van losmaken… Is dat niet waar<br />
thuis over gaat? Als je kijkt naar Jeanne Dielman in haar keuken, of wanneer je ondergedompeld<br />
bent in je laatste installatie, die in en vanuit je huis is opgenomen, dan werkt de camera<br />
zodanig dat je je opgesloten voelt, voorbij de visuele afbeelding van de ruimte…
achtergrondteksten<br />
23<br />
De gevangenis is zeer, zeer aanwezig in al mijn werk, zowel in La captive als in Jeanne Dielman…<br />
soms niet zo frontaal. Als je vandaag Amerika binnenkomt, moet je al je vingers in inkt<br />
deppen, het is net alsof je een grote gevangenis binnengaat. weet je dat je niet meer mag<br />
roken in Central Park? New York is niet meer wat het was in de jaren 1970. wat er toen allemaal<br />
gebeurde. Nu gaat het veel meer over geld. frankrijk is verschrikkelijk, je voelt er helemaal<br />
geen energie. In Amerika heb je nog energie, maar vooral als het om bling gaat.<br />
Waar komt die notie van de andere kant vandaan voor jou?<br />
Van Emmanuel lévinas. Hij is een deel van mijn cultuur. Gedurende twee jaar volgde ik zijn lessen<br />
aan het ENIO [école Normale Israélite Orientale]. Hij liet altijd een jong iemand, een jongen of<br />
een meisje, een fragment uit de Bijbel lezen. Die jongen of dat meisje stond dan voor hem, een<br />
minuscule, fragiele figuur, omgeven door tonnen boeken, en dan stak hij van wal en ging ver, ver<br />
weg… Ik citeer vaak zijn uitspraak: ‘Als je het gezicht van de Ander ziet, dan hoor je al de<br />
woorden “Gij zult niet doden”. Had men die woorden maar gehoord… Hoe kon ik ze niet horen! Het<br />
andere gezicht is ook het gezicht van de kijker. Ik heb altijd gevonden dat het maken van films<br />
heel erg over frontaliteit gaat, over confrontatie.’<br />
Het begrip van de Ander werd ook geherwaardeerd door het feminisme, eerst door Simone de<br />
Beauvoir, toen ze opmerkte: ‘Hij is het Subject, hij is het Absolute – zij is de Ander.’ Dat wil<br />
zeggen, het niet-subject, de nietpersoon, kortom, het loutere lichaam. Want ‘aan de andere<br />
kant’ zijn, is dan ‘aan de kant van de Ander’ zijn, het terugvorderen van het zelf.<br />
Het was zo’n emanciperende tijd, tussen 1968 en 1973. Ik voelde me vrij om Je tu il elle te maken,<br />
dat toen een ongelooflijke provocatie was. Ik nam de film op in een week, en in het begin heb ik<br />
geprobeerd om een andere vrouw mijn rol te laten spelen, een substituut voor mijn eigen lichaam.<br />
Maar al snel besefte ik dat ik het moest zijn, mijn lichaam. Net als in Saute ma ville, waarvan<br />
ik nu vind dat het mijn vreemdste film is. Saute ma ville is voor mij het tegenovergestelde van<br />
Jeanne Dielman: het verhaal van een meisje dat weer met haar moeder praat, dat de normen ter<br />
discussie stelt die vrouwen opsluiten in vrouwelijke taken, dat alles in de keuken breekt en<br />
alles dwars doet – en toch, ondanks dat alles, is het een liefdesverhaal: de film is opgedragen<br />
aan iemand.<br />
Ik hou van de manier waarop je met je eigen lichaam omgaat – zijn gevoel van zwaartekracht tart,<br />
net als zijn respectabiliteit – in je tu il elle, bijvoorbeeld, waar je na je lange reis eindelijk<br />
het appartement van ‘elle’ binnenstapt, en het eerste wat je doet is over het tapijt struikelen<br />
en op de grond vallen…<br />
Ik ben een vrouwelijke Charlie Chaplin, ik had slapstick kunnen maken. Ik denk er meer en meer<br />
aan om opnieuw in mijn eigen films te acteren. Mijn lichaam is heel belangrijk in een film, het<br />
zegt op zichzelf al iets; het heeft het gewicht van het reële. Ik kan actrices mijn onhandigheid<br />
niet doen spelen. Voor mij lijkt het onmogelijk om in een restaurant te zitten zonder iets om te<br />
stoten – mijn gebaren zijn te groot, of ik ben in de ban van mijn gedachten en schrik plots op.<br />
je bent niet volledig gesynchroniseerd met je eigen lichaam, met je eigen manier van bewegen.<br />
Toen ik een kind was en werd opgevoed op zo’n conventionele burgerlijke middelbare school<br />
dacht ik dat het een kwestie van klasse was; ik schreef mijn nonconformiteit toe aan het feit<br />
dat ik een joodse was. Ik schreef het toen niet toe aan een seksuele identiteit, maar later<br />
realiseerde ik me dat de andere meisjes al werden voorbereid om zich aan te passen aan datgene<br />
waarvoor een jonge vrouw werd opgevoed, in overeenstemming met hun toekomst als vrouw in een<br />
normatieve samenleving. Mijn ouders hadden de tijd niet; het is hen niet gelukt. Toen ik vijftien<br />
was en te veel chocolade at, en begon aan te komen, besefte mijn vader plotseling dat ik moest<br />
vermageren om aan een man verkocht te worden. Hij wou dat ik jurkjes droeg, maar het werkte<br />
niet. Toen ik achttien was, repte ik me naar Parijs, vervolgens naar New York, om zo ver mogelijk<br />
van huis te zijn. De enige persoon met wie ik niet kon breken was mijn moeder, want ze was een<br />
overlevende van het kamp, en ik ben geboren toen ze al ouder was, in 1950. Ik zie mezelf nog<br />
steeds als een oud kind…
achtergrondteksten<br />
24<br />
Aan de andere kant van het seksuele verschil?<br />
Nu ja, gedurende een paar maanden was ik bij de feministische factie ‘Psych et Po’ met<br />
Antoinette fouque, waar het normaal was om jezelf bloot te geven. Maar dat is een ander<br />
verhaal…<br />
Maar je werd gerekruteerd om een casestudy van Freud tot een film te maken. Was het Anna O?<br />
Nee, het was Over de psychogenese van een geval van homoseksualiteit bij een vrouw. Ik werd<br />
gewoon gevraagd om te helpen, niet om zelf de film te maken, en werd er al snel uit weggehaald.<br />
Psychoanalyse is een deel van je leven, maar zou je Freud kunnen verfilmen?<br />
Ik herinner me dat ik gefascineerd was door Dora. Maar er zijn zoveel mensen die na freud over<br />
psychoanalyse hebben nagedacht. Zo is er die theorie van André Green, die wordt uiteengezet<br />
in Narcissisme de vie, Narcissisme de mort (1983), over het complex van de dode moeder. Zo<br />
schrijft hij over de manieren waarop moederlijke depressie het kind, en zijn of haar verlangen om<br />
vastgehouden, getroost, begeleid te worden, in de steek laat.<br />
De kant van de moeder kiezen?<br />
In het begin dacht ik dat ik, omdat ze helemaal geen stem had, voor haar zou spreken, maar dat<br />
bleek niet het geval te zijn, het was gewoon mijn manier om dingen uit te leggen. wat waar is, is<br />
dat ik voor alle vrouwen sprak in Jeanne Dielman, 23 Quai du Commerce, 1080 Bruxelles – welke<br />
vrouw voelde daar niet iets bij? Toen Je tu il elle uitkwam, stond mijn telefoon roodgloeiend<br />
door oproepen van mensen die zich identificeerden met wat ik liet zien. wanneer er een<br />
personage opduikt dat tot dan nauwelijks werd belicht, dan geeft dit aan dat er waarschijnlijk<br />
iets inwendig aan het koken was.<br />
Ik ben altijd getroffen geweest door het feit dat in je tu il elle de performance van seks er is<br />
zonder zijn realiteit, zoals in de scène tussen twee naakte vrouwen. Niet alleen deconstrueer je<br />
heteronormatieve seks, maar in veel van je films spreek je de notie van seksueel genot als een<br />
climax voor de psyche ook tegen. Dit gaat heel erg hand in hand met Leo Bersani’s notie van het<br />
‘freudiaanse lichaam’, die de gelijkstelling ontkoppelt van ontlading van seksuele energie en<br />
jouissance [genot, lust].<br />
In jeanne Dielman heb ik laten zien dat geen genot beleven jeannes laatste vrijheid was. Als<br />
zij genot had gevonden in de seks met haar cliënt, dan zou ze zich hebben overgegeven aan de<br />
mannen met wie ze werkte. Ik had hierover eindeloze discussies met Delphine Seyrig, die zei<br />
dat als je eenmaal genot had beleefd, je dat wilde herhalen… Ik was pas 24 en zij was de veertig<br />
voorbij, zij was ‘het subject dat verondersteld wordt te weten’ (zoals lacan het noemt), maar ik<br />
sloofde me uit om haar mijn kijk op de zaak te doen inzien. Vechten tegen het genot is jeannes<br />
vorm van verzet. Het is haar manier van bestaan, haar jouissance in relatie tot de verplichting<br />
van genot, die op het moment waarop ik de film opnam de doxa was. Vanaf de jaren 1970 begon een<br />
andere verplichting op vrouwen te wegen, die de plaats van keuze en vrijheid innam. wanneer<br />
het hoofdpersonage in Les rendez-vous d’Anna (gespeeld door Aurore Clément) in Duitsland<br />
is, vertelt ze de man dat ze niet verliefd is op hem, dat hij zijn kleren weer moet aantrekken.<br />
Nogmaals, ze verzet zich tegen de verplichting om genot te ervaren en/of te verschaffen.<br />
Je lichaam keert terug in de installatie Maniac Summer uit 2009, die ik in 2010 in de Galerie<br />
Marian Goodman in Parijs zag; maar niet als het dominante beeld, niet als het centrum. Het<br />
is nacht en er verschijnt een spookachtig beeld op slechts een van de drie schermen van de<br />
installatie, dat dingen doet, kantoorwerk, aan de computer, aan de telefoon. Dan zien we op de<br />
twee andere schermen die aan twee andere muren bevestigd zijn, een park met kinderen, en een<br />
binnenplaats gezien vanuit een Parijs appartement…
achtergrondteksten<br />
25<br />
Ik deed dit eerste deel op goed geluk, ik zette de camera gewoon naast me en vergat hem, en<br />
ik deed wat ik deed. Daarna verplaatste ik de camera naar mijn raam, nam buiten een beetje op,<br />
stelde een landschap samen dat bijna onherkenbaar was. Het was eerder een soort verweesde film,<br />
zonder subject, object, auteur… Maniac Summer gaat in grote mate over de andere kant van de<br />
figuur, over abstractie.<br />
Ik had iemand over Hiroshima horen praten, en het had een grote indruk op mij gemaakt. De<br />
intense straling van de ontploffing liet nabeelden achter op muren, schaduwen van de lichamen<br />
van mensen die daar stonden, net voor ze stierven. Ik vond het idee van deze doodssporen<br />
erg ontroerend, en probeerde dat idee verder te ontwikkelen door middel van video – een<br />
gecompliceerd soort medium voor dit soort transformatie: als het beeld valt, wat blijft er<br />
daarna op de muren? Het valt in abstractie. Hiroshima is de mijlpaal voor de tweede helft van<br />
de 20e eeuw. Ik ben geboren in 1950; dit is mijn tijd. Er zijn nog altijd dingen te zeggen over<br />
die eeuw.<br />
wat de nieuwe eeuw betreft, denk ik dat we nog steeds niet begrijpen wat er gaande is,<br />
althans voor het moment. Heb je jean-Claude Milners Les penchants criminels de l’Europe<br />
démocratique gelezen? Het is een uitzonderlijk boek, dat teksten van Benjamin en Gershom<br />
Scholem gebruikt, en dat probeert aan te tonen hoe de naam ‘jood’ voor het moderne Europa<br />
gezien werd als een probleem dat moest worden opgelost. Milner legt uit dat, los van elk<br />
discours, Europa zijn eenwording niet had kunnen bereiken zonder de dood van de joden, zonder<br />
de vernietigingskampen.<br />
Je heden is echter de 21e eeuw: je bent het onderwerp van een overzichtstentoonstelling die<br />
door het M <strong>HKA</strong> in Antwerpen wordt georganiseerd, en dan is er la folie Almayer, je laatste<br />
speelfilm, gebaseerd op een roman van Joseph Conrad.<br />
Niet echt. Er is een hoofdstuk aan het einde van Conrads roman dat mijn hart brak, wanneer het<br />
meisje, de vrouwelijke hoofdpersoon, wegloopt. Ik las dat hoofdstuk en diezelfde avond zag ik<br />
Tabu van Murnau en het klikte. Daarom heb ik besloten om de film te maken, door een hoofdstuk<br />
van La folie Almayer en Tabu, vanwege de eenvoud van die film, waarin Murnau zulke emotionele<br />
dingen kon zeggen met bijna niets. Mijn film gaat over de relatie tussen een vader en zijn dochter.<br />
De vader wordt gek, want hij verliest haar. Hij is een zeer zwakke persoon, en ik zag dat als<br />
een uitdaging. Mijn neef in Toronto vertelde me dat ze in Amerika nooit een zwakke man als<br />
hoofdpersonage zouden accepteren, dus in zekere zin gaat de film ook over gender-definities.<br />
Je woont in New York, je hebt een job bij CUNY [City University of New York]. Wat doceer je?<br />
Ik geef geen les, ik help studenten met hun thesisprojecten, namelijk films maken. Ik push hen<br />
om hun scripts te verbeteren, om hun werk met acteurs en sets te verbeteren. Op die manier ben<br />
ik als een goede producer, iemand die veel tussenkomt. Ik geniet ervan en ik ben erg ontroerd<br />
wanneer er plots een soort van duidelijkheid ontstaat. Maar er is veel onwetendheid wat cinema<br />
betreft. Als ik vraag: ‘Heb je All About Eve gezien?’, dan hebben veel studenten geen idee<br />
wie Mankiewicz was. Een van de studenten wilde een film maken over een muziekgroep, wat een<br />
iconisch thema is in Amerika, dus ik vertelde hem dat hij The Chronicle of Anna Magdalena Bach<br />
van Straub-Huillet moest zien, die hem zou tonen hoe je een groep moet filmen. Dat is waar<br />
ik tegen vecht. wist je dat de school waar ik lesgeef degene is die Hannah Arendt een baan<br />
bezorgde nadat ze Europa was ontvlucht? Toen Arendt in Amerika aankwam, was er op Harvard een<br />
quotum van kracht betreffende het aantal joden dat op de universiteit lessen kon bijwonen, of<br />
deel kon uitmaken van de faculteit. Dergelijke quota werden pas in de jaren 1960 afgeschaft.<br />
Dus alle joden gingen naar CuNY en schonken er ook geld. Zo kreeg ik de job. uiteindelijk heb<br />
ik het altijd over wat er gebeurde toen de joden uit Egypte vluchtten: het duurde veertig<br />
jaar – of drie generaties, in die dagen – om alle tekenen van de slavernij te vergeten. Veertig<br />
jaar, de ruimte voor vergetelheid, om uit de slavernij te worden bevrijd en Israël te bereiken.<br />
Dat is waarom ik denk dat Pessah, of Exodus, een van de belangrijkste boeken over slavernij is.<br />
Veel landen in Afrika kregen niet genoeg tijd om te vergeten,en de mensen die uit de kampen in<br />
Europa kwamen, hadden ook niet genoeg tijd. Als ik mezelf in een soort situatie van gevangene<br />
plaats, dan is dat omdat mijn moeder dat aan mij heeft doorgegeven. Zij had die veertig jaar
achtergrondteksten<br />
26<br />
ook niet. Daarom is Genesis het belangrijkste boek ter wereld: wegens de exodus, wegens de<br />
idolatrie ook. Voor mij zijn de cruciale kwesties: geen idolatrie en alles kwijtraken wat je tot<br />
slaaf maakte.<br />
Wat is je volgende project?<br />
Ik heb een ‘gat’ in mijn gehoor. Hoge noten worden een beetje onnauwkeurig. Ik wil graag<br />
een film maken die alle effecten hiervan beschrijft. Hoge tonen zijn de tonen die ons helpen<br />
om geluidsbronnen precies te lokaliseren. Ik zou er graag over schrijven. Blindheid is heel<br />
romantisch, ze heeft al haar plaats in de literatuur, in de grote mythen, in de eerste<br />
plaats die van Oedipus natuurlijk. Dit geldt niet voor doofheid. Ik zou de effecten van deze<br />
beschadiging graag onderstrepen.<br />
DIT INTErVIEw wErD VOOr HET EErST GEPuBlICEErD IN MOuSSE MAGAZINE # 31, MIlAAN, NOVEMBEr-DECEMBEr 2011.<br />
MET DANk AAN EDOArDO BONASPETTI EN STEfANO CErNuSCHI.
27<br />
biografie<br />
CHANTAl AkErMAN<br />
° 6 juNI 1950, BruSSEl<br />
wErkT EN lEEfT IN PArijS EN NEw YOrk<br />
SELECTED SOLO EXHIBITIONS<br />
2009<br />
<strong>Chantal</strong> <strong>Akerman</strong> – Film Retrospective, São Paulo, Brazil; rio de janeiro, Brazil; Brasília,<br />
Brazil<br />
2008<br />
Women from Antwerp in November, Marian Goodman Gallery, New York, New York<br />
<strong>Chantal</strong> <strong>Akerman</strong>: Moving Through Time and Space, Blaffer Gallery, university of Houston,<br />
Texas; list Visual Arts Center, M.I.T., Cambridge, Massachusetts; Miami Art Museum, Miami;<br />
Contemporary Art Museum, St. louis; Contemporary jewish Museum, San francisco<br />
Camden Arts Centre, london, England<br />
2006<br />
<strong>Chantal</strong> <strong>Akerman</strong> : a spiral autobiography: video installations, Tel Aviv Museum of Art, Tel Aviv,<br />
Israel<br />
2005<br />
25 ème ecran, Princeton univesity Art Museum, Princeton, New jersey<br />
<strong>Chantal</strong> <strong>Akerman</strong>, An Autobiography, Museo de Arte latinoamericano de Buenos Aires (Malba) -<br />
Colección Costantini, Buenos Aires, Argentina (D’Est : au bord de la fiction)<br />
<strong>Chantal</strong> <strong>Akerman</strong>, Galeria Elba Benitez, Madrid (From the Other Side)<br />
2004<br />
<strong>Chantal</strong> <strong>Akerman</strong>, Ecole supérieure des Beaux-Arts de Toulouse<br />
Marcher à côté de ses lacets dans un frigidaire vide, Galerie Marian Goodman, Paris, france<br />
<strong>Chantal</strong> <strong>Akerman</strong>, Centre Georges Pompidou, Paris, france<br />
2003<br />
<strong>Chantal</strong> <strong>Akerman</strong>, Galerie Marian Goodman, Paris, france<br />
(Une Voix dans le Désert, 3ème partie de l’installation From the Other Side)
iografie<br />
28<br />
<strong>Chantal</strong> <strong>Akerman</strong>, Galerie Marian Goodman, Paris; frith Street Gallery, london, England (‘Avec<br />
Sonia wieder-Atherton’, une pièce-film)<br />
1998<br />
Selfportrait / Autobiography - a work in progress, Sean kelly Gallery New York; frith Street<br />
Gallery, london<br />
1995<br />
D’Est : au bord de la fiction, Galerie Nationale du jeu de Paume, Paris ; walker Art Center,<br />
Minneapolis ; San francisco Museum of Modern Art, San francisco ; Société des Expositions du<br />
Palais des Beaux Arts de Bruxelles, Bruxelles ; kunstmuseum wolfsburg, Allemagne ; IVAM Centre<br />
del Carme, Valencia, Espagne, The jewish Museum, New York<br />
GROUP EXHIBITIONS<br />
2009<br />
As Long As It Lasts, Marian Goodman Gallery, New York<br />
1989: The End of History or the Beginning of the Future? Comments on an Epochal Change,<br />
kunsthalle wien, Vienna, Austria<br />
2008<br />
Eija-Liisa Ahtila / <strong>Chantal</strong> <strong>Akerman</strong>, Marian Goodman Gallery, New York<br />
En cualquier lugar, en ningún lugar, Centre d’Art la Panera, lleida<br />
The Greenroom: Reconsidering the Documentary and Contemporary Art, Hessel Museum of Art &<br />
Center for Curatorial Studies Galleries at Bard College, Annandale-on-Hudson, NY Art focus Art<br />
Focus Jerusalem, jerusalem<br />
Ellipsis, Visual research Centre, Dundee, Scotland; lunds konsthall, lund<br />
2007-2008<br />
WACK! Art and the Feminist Revolution, The Geffen Contemporary at MOCA, los Angeles; Museum of<br />
women in the Arts, washington, DC; P.S. 1, long Island City, New York; Vancouver Art Gallery,<br />
Vancouver, BC<br />
2005<br />
Marcher a cote des ses lacets dans un frigidaire vide (To walk next to one’s shoelaces in an<br />
empty fridge), Marian Goodman Gallery, New York, New York<br />
Faces in the Crowd, Castello di rivoli Museo d’Arte Contemporanea, rivoli- Turin, Italy<br />
LisboaPhoto 2005, lisbon, Portugal<br />
Identity and Nomadism, Palazzo delle Papesse Centro Arte Contemporanea, Siena, Italy<br />
2004<br />
Faces in the Crowd, whitechapel, london, England<br />
2003<br />
Fast Forward: Media Art from the Goetz Collection, ZkM Center for Art and Media, karlsruhe,<br />
Germany<br />
Crossing the Line, kunsthalle wien, Vienna, Austria (From the Other Side)<br />
A Respeito de Situações reais, Paço das Artes (uSP), São Paulo, Brazil<br />
les Amériques, Cruauté & utopie, villes et Paysages d’Amérique latine, Civa : Centre International<br />
pour la Ville, l’Architecture et le Paysage, Brussels, Belgium (From the Other Side)<br />
Experience, Foto Biennale Rotterdam, rotterdam, Pays Bas (D’Est)<br />
Micropolitics, (De l’autre coté), EACC Espai d’art Contemporani De Castello, Castello, Espagne
iografie<br />
29<br />
2002<br />
DocumentaxI, kassel, Allemagne (De l’autre coté)<br />
Extreme Existence, Pratt Institute, Brooklyn, New York (D’Est)<br />
2001<br />
Biennale de Venise, Venise, Italie (Woman Sitting after Killer)<br />
2000<br />
Media City Seoul Biennial, Corée<br />
1999<br />
So <strong>Far</strong> Away So <strong>Close</strong>, Espace Meredian, Bruxelles (Selfportrait / Autobiography - a work in<br />
progress)<br />
1998<br />
Voilà, Musée d’art contemporain de la ville de Paris (Selfportrait / Autobiography - a work in<br />
progress)<br />
FILMOGRAPHY<br />
2011<br />
La folie Almayer<br />
2009<br />
A l’Est avec Sonia Wieder-Atherton, TV documentary, 43 min<br />
2008<br />
Femmes d’Anvers en Novembre, 21 min<br />
2007<br />
Tombée de nuit sur Shanghai in: O Estado do Mundo, couleur, 105 min<br />
2006<br />
Là-bas, documentary, 78 min<br />
2004<br />
Demain on déménage, film, 35mm, 110 min<br />
2003<br />
Avec Sonia Wieder-Atherton, TV documentary, vidéo, 40 min<br />
2002<br />
De l’autre côté, documentary, vidéo, 16mm, 103 min<br />
1999<br />
La Captive, 35mm, 138 min<br />
1998/9<br />
Sud, vidéo, 70 min<br />
1997<br />
Le Jour Ou, 35mm, couleur, 7 min
iografie<br />
30<br />
1996<br />
<strong>Chantal</strong> <strong>Akerman</strong> By <strong>Chantal</strong> <strong>Akerman</strong>, video, 63 min<br />
Un Divan A New-York, 35mm, colour, 105 min<br />
1993<br />
Portrait d’une jeune fille de la fin des années 60, A Bruxelles, 35mm, colour, 60 min<br />
D’Est, 35mm, colour, 107 min<br />
1992<br />
Le Déménagement, 35mm, colour, 42 min<br />
1991<br />
Nuit Et Jour, 35mm, colour, 90 min<br />
1989<br />
Trois Strophes Sur Le Nom De Sacher, video, colour, 12 min<br />
Les Trois Dernieres Sonates De Franz Schubert, video, colour , 49 mn<br />
1988<br />
Histoires d’Amérique, 35mm, colour, 92 min<br />
1986<br />
Mallet-Stevens, video, colour, 7 min<br />
Letters Home, video, colour, 104 min<br />
Le Marteau, video, colour, 4 min<br />
La Paresse, 35mm, colour, 14 min<br />
1985<br />
Golden Eighties, 35mm, colour, 96 min<br />
1984<br />
Lettre d’une cinéaste, 16mm, colour, 8 min<br />
New-York, New-York Bis, 35mm, black & white, 8 min<br />
Family Business, 16mm, colour, 18 min<br />
J’ai faim, j’ai froid in Paris vu par … 20 ans après, 35mm, black & white, 12mn<br />
1983<br />
L’homme à la valise, 16mm, colour, 60 min<br />
Un jour Pina m’a demandé, 16mm, colour, 57 min<br />
Les années 80, video/35mm, colour, 82 min<br />
1982<br />
Toute une nuit, 35mm, colour, 89 min<br />
1980<br />
Dis-moi, 16mm, colour, 45 min<br />
1978<br />
Les Rendez-vous d’Anna, 35mm, colour, 127 min<br />
1976<br />
News From Home, 16mm, colour, 85 min<br />
1975<br />
Jeanne Dielman, 23 Quai Du Commerce, 1080 Bruxelles, 35mm, colour<br />
Je tu il elle, 35mm, black & white, 90mn
iografie<br />
31<br />
1973<br />
Hanging Out Yonkers, unfinished, 16mm, colour, 90 min<br />
Le 15/8, 16 mm, black & white, 42mn<br />
1972<br />
La Chambre 2, 16mm, colour, 11 min<br />
La Chambre 1, 16mm, colour, 11 min<br />
Hotel Monterey, 16mm, colour, 65 min<br />
1971<br />
L’enfant aimé ou je joue à être une femme mariée, 16mm, black & white<br />
1968<br />
Saute ma ville, 35mm, black & white, 13 min<br />
BEPERKTE BIBLIOGRAFIE:<br />
BOEKEN OVER EN DOOR CHANTAL AKERMAN<br />
<strong>Chantal</strong> <strong>Akerman</strong> with Catherine David and Michael Tarantino, Bordering on Fiction: <strong>Chantal</strong><br />
<strong>Akerman</strong>’s D’Est, Minneapolis: walker Art Center, 1995<br />
<strong>Chantal</strong> <strong>Akerman</strong> & Claudine Paquot, <strong>Chantal</strong> <strong>Akerman</strong>. Autoportrait en cinéaste, Paris: Editions<br />
du Centre Georges Pompidou/Editions Cahiers du Cinéma, 2004<br />
Gwendolyn Audrey foster (ed.), Identity and Memory. The Films of <strong>Chantal</strong> <strong>Akerman</strong>, Carbondale,<br />
Edwardsville: Southern Illinois university Press, 2003<br />
Ivone Margulies, Nothing Happens. <strong>Chantal</strong> <strong>Akerman</strong>’s Hyperrealist Everyday, Durham, london:<br />
Duke university Press, 1996<br />
Veronica Pravadelli, Performance, Rewriting, Identity: <strong>Chantal</strong> <strong>Akerman</strong>’s Postmodern Cinema,<br />
Turin: Otto, 2000<br />
Marion Schmid, <strong>Chantal</strong> <strong>Akerman</strong>, Manchester, New York: Manchester university Press, 2010<br />
Terrie Sultan (ed.), <strong>Chantal</strong> <strong>Akerman</strong>: Moving Through Time and Space, Houston: Blaffer Gallery,<br />
the Art Museum of the univesity of Houston, 2008
32<br />
curator:<br />
dieter roelstraete<br />
<strong>Chantal</strong> <strong>Akerman</strong>. <strong>Too</strong> <strong>Far</strong>, <strong>Too</strong> <strong>Close</strong> is de allerlaatste tentoonstelling in het M HkA door<br />
curator Dieter roelstraete (°1972). Vanaf februari 2012 wordt roelstraete senior curator in<br />
het Museum of Contemporary Art (MCA) van Chicago, een van de belangrijke musea in de VS. MCA<br />
organiseerde recent onder meer de Amerikaanse retrospectieve van luc Tuymans, die begin<br />
dit jaar was te zien in Bozar in Brussel. roelstraete volgt de Italiaan francesco Bonami op,<br />
maar zal daarna op afstand verbonden blijven met M HkA. Het museum bereidt zo onder meer een<br />
webontsluiting voor van een groot aantal teksten die hij tijdens zijn M HkA-tijd publiceerde.<br />
Dieter roelstraete studeerde filosofie aan de universiteit Gent en begon zijn carrière in 1997<br />
als redacteur voor het tijdschrift AS (voorheen Andere Sinema), dat werd uitgegeven door<br />
het Centrum voor Beeldcultuur. In 2000 werd hij hoofdredacteur van AS. Toen het Centrum voor<br />
Beeldcultuur in 2003 met het M HkA fuseerde, begon ook roelstraetes loopbaan binnen het<br />
museum. Inmiddels is AS opgegaan in een fusie met het Anglo-Amerikaanse tijdschrift Afterall,<br />
waarvan het M HkA nu mede-uitgever is. Naast co-editor van Afterall, vaste medewerker<br />
van A Prior Magazine en een van de oprichters van fr David, uitgegeven door de Appel in<br />
Amsterdam (waar hij ook als docent actief was in het kader van de Appels curatorenopleiding)<br />
heeft roelstraete talrijke artikels en essays gepubliceerd in catalogi en tijdschriften als<br />
Artforum, e-flux journal, frieze, Metropolis M en Mousse Magazine. In 2010 verscheen van hem de<br />
monografische publicatie Richard Long: A Line Made By Walking, uitgegeven door Afterall Books/<br />
The MIT Press.<br />
Als curator maakte roelstraete voor het M HkA de tentoonstellingen Emotion Pictures;<br />
Intertidal, een overzichtstentoonstelling van hedendaagse kunst uit Vancouver; De Orde<br />
der Dingen; Auguste Orts: Correspondence; Liam Gillick and Lawrence Weiner - A Syntax of<br />
Dependency; en de collectieve projecten Academy: Learning from Art, The Projection Project en<br />
All That Is Solid Melts Into Air. De vorige door hem samengestelde tentoonstelling in M HkA was<br />
A Rua, een thematische dwarsdoorsnede van de historisch belangrijke hedendaagse kunstscene<br />
uit rio de janeiro.<br />
In 2005 was hij een van de curatoren van Honoré d’O: “The Quest” in het Belgische paviljoen op<br />
de 51ste Biënnale van Venetië. Hij heeft daarnaast ook solotentoonstellingen georganiseerd<br />
van roy Arden (Vancouver Art Gallery, 2007), Steven Shearer (de Appel, Amsterdam, 2007) en Zin<br />
Taylor (ursula Blickle Stiftung, kraichtal, 2011), en kleinschaligere groepstentoonstellingen<br />
in instituten en galeries in België en Duitsland. Tot begin januari liep in de projectruimte<br />
Veneklasenwerner in Berlijn de groepstentoonstelling The Joy of Pleasure, die roelstraete samen<br />
met zijn partner Monika Szewczyk maakte.
33<br />
beelden<br />
www.muhka.be/press
34<br />
m hka toont<br />
nieuwe kunst in antwerpen 1958-1962<br />
# 1 de zoldermythe<br />
10.02>18.03.12<br />
Opening op 09.02.2012 om 20:30, tegelijkertijd met <strong>Chantal</strong> <strong>Akerman</strong>. <strong>Too</strong> <strong>Far</strong>, <strong>Too</strong> <strong>Close</strong>.<br />
#2 ‘moeten wij blinden leren zien?’<br />
30.03>13.05.12 — opening 29.03 om 19:00<br />
Hedendaagse insert van Freek Wambacq.<br />
#3 ‘totaal nieuwe media scheppen’<br />
24.05>02.09.12 — opening 23.04 om 20:30<br />
Hedendaagse insert van Bart Stolle.<br />
#4 ‘centrum voor hedendaagse kunstuitingen’<br />
14.09>25.11.12 — opening 13.09 om 19:00<br />
Hedendaagse insert van Nadia Naveau.<br />
#5 ‘maar het zien zelf’<br />
07.12>10.02.13 — opening 06.12 om 19:00<br />
Hedendaagse insert van Boy & Erik Stappaerts.<br />
De vijf tentoonstellingen onder de noemer nieuwe kunst in antwerpen 1958-1962 volgen de<br />
belangrijkste etappes en aspecten van de korte maar heel actieve periode tussen 1958 en<br />
1962 waarin Antwerpen – vooral dankzij de avant-garde kunstenaarsgroep G58 Hessenhuis –<br />
opnieuw meetelde in de internationale kunstwereld. Met de reeks zet het M HkA zijn onderzoek<br />
voort naar de neo-avant-garde in Antwerpen. Dit onderzoek gebeurt in samenspraak met<br />
zijn zusterinstelling kMSkA (koninklijk Museum voor Schone kunsten Antwerpen) en met de<br />
bedoeling een terrein te ontginnen dat al te lang quasi braak lag, de 20ste-eeuwse avantgarde<br />
in Antwerpen. Het kMSkA raakt deze vraag tijdens zijn sluiting ook aan in een reeks<br />
tentoonstellingen in de fabiolazaal, met onder meer een tentoonstelling over de receptie door<br />
het museum van G58/Hessenhuis.<br />
Het M HkA organiseerde in 1994 een tentoonstelling over de werking van het ICC dat tussen<br />
1970 en 1980 een internationale draaischijf was voor de nieuwste kunst en waaruit het M HkA<br />
rechtstreeks is voortgekomen, en werkte sindsdien aan een historische positionering met de
M <strong>HKA</strong> toont<br />
35<br />
happenings als startpunt. Het museum heeft zijn kunstbeeld inmiddels stevig verankerd in deze<br />
recente artistieke geschiedenis van de stad, onder meer door het kunstenaarshuis-environment<br />
De Biekorfstraat van Panamarenko te verwerven en door monografische tentoonstellingen te<br />
organiseren van Guy Mees, luc Deleu en jef Geys. De vijf dossiertentoonstellingen onder de<br />
noemer nieuwe kunst in antwerpen 1958-1962 bekijken de voedingsbodem hiervoor. Ze overspannen<br />
de periode waarin Antwerpen opnieuw meetelde in de internationale kunstwereld en de zolder<br />
van het Hessenhuis met meer dan 1000 m² op dat moment wellicht de grootste ruimte voor avantgardistische<br />
hedendaagse kunst in Europa was. Die kosmopolitische geest kondigt de generatie<br />
aan die rond 1965 met happenings op de kunstscene verschijnt en de laatste resten van de<br />
traditie zal wegvagen.<br />
De afleveringen dragen telkens een titel die een citaat is van het moment. Ze benaderen diverse<br />
aspecten van het Hessenhuis en drie ervan focussen op een enkele sleuteltentoonstelling. Elke<br />
aflevering omvat een aantal kunstwerken uit de historische tentoonstellingen in combinatie met<br />
documentatie zoals installatiefoto’s, catalogi en ander drukwerk, persartikels …. Het bredere<br />
onderzoek wordt digitaal gedocumenteerd. Elke tentoonstelling zal ‘getoetst’ worden aan een<br />
kunstenaar van nu die het M HkA uitnodigt.<br />
De eerste aflevering de zolder-mythus gaat over de aanloop naar de oprichting en de oprichting<br />
zelf, over de tentoonstellingsruimte die de groep van burgemeester lode Craeybeckx toegewezen<br />
kreeg en over de eerste groepstentoonstelling. Getoond wordt hoe een aantal figuren die vaste<br />
waarden zouden worden in uiteenlopende hoeken van de regionale kunstscene van de volgende<br />
decennia elkaar treffen. werk van Pol Bervoets, Bert De leeuw, Herman Denkens, jan Dries, Vic<br />
Gentils, walter leblanc, Pol Mara, Cel Overberghe, frank Philippi, jan Strijbosch, filip Tas,<br />
Paul Van Hoeydonck, Dan Van Severen, jef Verheyen, Mark Verstockt en van de ereleden rené<br />
Guiette en jozef Peeters. MET EEN INSErT VAN ZIN TAYlOr.<br />
De tweede aflevering moeten wij blinden leren zien is een hulde aan de pioniers van de abstracte<br />
kunst in België. G58/Hessenhuis ontrukte die vroege avant-garde letterlijk aan de vergetelheid.<br />
Dat gebeurde tegen het museale gebrek aan belangstelling in, musea die ook de volgende jaren<br />
nog disfunctioneel zouden blijven terwijl privéverzamelaars snel het belang zouden valoriseren.<br />
Hier duiken namen op die nu kunsthistorisch gemeengoed zijn geworden.<br />
werk van felix De Boeck, Prosper De Troyer, Marthe Donas, Marc Eemans, Pierre-louis flouquet,<br />
jean-jacques Gailliard, Paul joostens, jos leonard, karel Maes, jozef Peeters, Victor<br />
Servrankx, Georges Vantongerloo, Hubert wolfs. MET EEN INSErT VAN frEEk wAMBACQ.<br />
Totaal nieuwe media scheppen, de derde aflevering, gaat over de spraakmakende Vision in Motion<br />
/ Motion in Vision-tentoonstelling van 1959. Voor het eerst wordt het echte verhaal verteld<br />
van de tentoonstelling waarvan de eigenlijke titel luidt: Breer, Bury, klein, Mack, Mari,<br />
Munari, Piene, rot, Soto, Spoerri, Tinguely, uecker, Van Hoeydonck, bijna allemaal kunstenaars<br />
die op het punt stonden door te breken. Hoe een informeel netwerk – met in de hoofdrollen Pol<br />
Bury en jean Tinguely – de juiste mensen op de juiste plek samenbrengt en het Hessenhuis als<br />
testruimte gebruikt voor de nieuwste kunst, voorbij schilderij en sculptuur.<br />
werk van robert Breer, Pol Bury, Yves klein, Heinz Mack, Bruno Munari, Otto Piene, Diter rot,<br />
jesús rafael Soto, Daniel Spoerri, jean Tinguely, Günther uecker, Paul Van Hoeydonck. MET EEN<br />
INSErT VAN BArT STOllE.<br />
De vierde aflevering centrum voor hedendaagse kunstuitingen brengt een selectie van de solo-<br />
en groepstentoonstellingen van 1959-1961 en werpt een blik op de bredere werking van het<br />
Hessenhuis dat in feite was wat men nu een kunstencentrum zou noemen. Deze aflevering toont<br />
hoe het Hessenhuis méér was – en tegelijk minder gefocust – dan de referentiemomenten waarnaar<br />
nu altijd wordt verwezen.<br />
werk van onder meer Gaston Bertrand, jo Delahaut, Guy Mees, Henri Michaux, Antoine Mortier,<br />
luc Peire, Englebert Van Anderlecht, Camiel Van Breedam, Guy Vandenbranden, louis Van lint,<br />
jef Verheyen, Mark Verstockt, Maurice wyckaert. MET EEN INSErT VAN NADIA NAVEAu.<br />
Het vijfde hoofdstuk maar het zien zelf ten slotte, zoomt in op de laatste grote tentoonstelling
M <strong>HKA</strong> toont<br />
36<br />
van G58 in 1962: anti-peinture, een internationaal overzicht van wat men in laat 20steeeuwse<br />
historische termen zou kunnen omschrijven als kinetische kunst en assemblage. Deze<br />
tentoonstelling toonde een heel ander beeld dan wat voorafging. In haar formele strengheid<br />
wilde ze overtuigen.<br />
werk van onder meer Armando, Stanley Brouwn, Castellani, Colombo, Maurice De Clercq, Cruz-<br />
Diez, Herman de Vries, wybrand Ganzevoort, Vic Gentils, Goepfert, Gerhard von Graevenitz, jan<br />
Henderikse, Hiltmann, walter leblanc, julio le Parc, Piero Manzoni, Morellet, Henk Peeters,<br />
raysse, Schoonhoven, Paul Van Hoeydonck. MET EEN INSErT VAN BOY STAPPAErTS.<br />
nieuwe kunst in antwerpen 1958-1962 is het product van een Publiek Private Samenwerking in de<br />
brede zin van het woord. waar PPS meestal enkel staat voor financieel-technische constructies,<br />
gaat het hier vooral om actieve betrokkenheid bij het sociale, in de stad ingebedde geheugen.<br />
ronny Van de Velde deed het voorstel, jan Ceuleers staat in voor het basisonderzoek,<br />
ondersteund door liliane De wachter en de M HkA-ploeg van ABCD (Archief, Bibliotheek,<br />
Collectie, Documentatie). Hoofdthema van de breed gedocumenteerde tentoonstellingen is<br />
de verspreiding van een nieuwe beeldtaal via een netwerk van kunstenaars en verzamelaars,<br />
critici en galeries. we willen de ‘geest van de tijd’ oproepen die dat mogelijk heeft gemaakt.<br />
Bank Delen zet als exclusieve sponsor zijn schouders onder het project vanuit haar langdurige<br />
inzet voor de avant-garde als essentieel element van het nationale patrimonium. Die sponsoring<br />
heeft ook grote symboolwaarde als rappel van een belangrijk historisch moment. In 1959<br />
haalt G58 Hessenhuis met een grote tentoonstelling de Belgische abstracte schilders uit de<br />
vergetelheid. Bankier-mecenas Maurice Naessens van de Bank van Parijs en de Nederlanden zet<br />
zich dan in om die herontdekking te bestendigen, als verzamelaar en als uitgever van het<br />
eerste standaardwerk dat kunstenaars als jozef Peeters of Victor Servranckx een klassieke<br />
status verleent. Vandaag is het opnieuw een succesvolle, kunstminnende bank die het mogelijk<br />
maakt dat dit onderzoek internationaal op het web wordt ontsloten – via de ensemblebank van<br />
het M HkA – en dat er een reeks brochures en een boek zullen verschijnen.
M <strong>HKA</strong> toont<br />
37<br />
Spirits of Internationalism<br />
6 Europese Collecties 1956–1986<br />
20.01>06.05.2012<br />
De tentoonstelling Spirits of Internationalism, loopt gelijktijdig in het Van Abbemuseum in<br />
Eindhoven en het M HkA in Antwerpen. De getoonde kunstwerken komen uit zes Europese<br />
collecties, waaronder vier musea en twee kunstenaarsarchieven. Ze werden gecreëerd tussen<br />
1956 en 1986, een periode van snelle economische en technologische ontwikkelingen, maar ook<br />
van gespannen internationale betrekkingen. Spirits of Internationalism toont hoe de realiteit<br />
van de koude Oorlog de kunst beïnvloedde en een andere betekenis gaf aan de concepten<br />
‘internationaal’ en ‘regionaal’. De tentoonstelling wil het vereenvoudigde beeld van de ‘Drie<br />
werelden’ doorbreken door bekende en minder bekende kunstwerken te tonen in verrassende<br />
constellaties. Er is werk te zien van internationaal gerenommeerde kunstenaars en van<br />
kunstenaars die erkenning verdienen buiten hun eigen regio. Spirits of Internationalism is<br />
de laatste tentoonstelling in het eerste project van De Internationale. De partners in dit<br />
project zijn M HkA in Antwerpen, MACBA in Barcelona, Van Abbemuseum in Eindhoven, Moderna<br />
Galerija in ljubljana, július koller Society in Bratislava en kwiekulik Archive in warschau.<br />
kuNSTENAArS IN HET M HkA<br />
Carl Andre (uS), john Baldessari (uS), Alighiero e Boetti (IT), Marinus Boezem (Nl), Marcel<br />
Broodthaers (BE), Stanley Brouwn (Sr/Nl), Victor Burgin (uk), james lee Byars (uS), André<br />
Cadere (rO/fr), jef Cornelis (BE), Herman de Vries (Nl/DE), luciano fabro (IT), Dan flavin (uS),<br />
lucio fontana (Argentina/Italy), Gego (Germany/Venezuela), Grupo de artistas de vanguardia<br />
(Ar), rené Heyvaert (BE), jenny Holzer (uS), jörg Immendorff (DE), robert Indiana (uS), Donald<br />
judd (uS), On kawara (jP/uS), Anselm kiefer (DE), Yves klein (fr), Piero Manzoni (IT), Guy Mees<br />
(BE), Cildo Meireles (Br), Mario Merz (IT), robert Morris (uS), Bruce Nauman (uS), Michelangelo<br />
Pistoletto (IT), Sigmar Polke (DE), Gerhard richter (DE), Martha rosler (uS), Ed ruscha (uS), jan<br />
Schoonhoven (Nl), Nancy Spero (uS), frank Stella (uS), Paul Van Hoeydonck (BE), Victor Vasarely<br />
(Hu/fr), Andy warhol (uS), lawrence weiner (uS)
38<br />
extra muros<br />
Vrielynck Collectie #2<br />
Zoe Beloff – The Infernal Dream of Mutt and Jeff<br />
17.02>03.06.12<br />
Opening 16.02.12 om 20:00<br />
Zoe Beloff (°1958, Edinburgh, Schotland) is de tweede kunstenaar die het M HkA in samenwerking<br />
met curator Edwin Carels (kASk/HoGent) uitnodigt voor een interventie op de Vrielynck Collectie.<br />
Beloff zoekt in haar werk naar manieren om de onbewuste processen van de geest te verbeelden<br />
en probeert daarbij verbindingen te maken met de technologie van het bewegende beeld. Niet de<br />
technologie op zich interesseert haar, maar wel welke psychologie daaraan ten grondslag ligt.<br />
Zelf heeft ze het over ‘het droomleven van de technologie’.<br />
uitgangspunt voor De helse droom van Mutt en Jeff waren industriële en educatieve films uit de<br />
jaren 40-60 die Beloff vond in Baruch College in Manhattan: ‘powerpointpresentaties van die<br />
tijd’, in haar woorden. Haar installatie bestaat uit een geprojecteerde videotriptiek waarin<br />
ze naadloos nieuwe opnames met historische documentaires combineert. Een nagebouwde set<br />
gebruikt ze om stukken uit de Vrielynck Collectie te contextualiseren die geproduceerd werden<br />
om dat soort documentaires te maken, bijvoorbeeld 16mm-camera’s en projectors van Bell and<br />
Howell, Auricon en van Ampro.<br />
lOCATIE: 4DE VErDIEPING fOTOMuSEuM, wAAlSEkAAI 47, ANTwErPEN
extra muros<br />
39<br />
Tracés<br />
Analogieën en dissonanten<br />
01.03>01.04.12<br />
Opening 29.02.12 om 18:00<br />
Verzamelen is een dwangmatige bezigheid, een manier om controle te hebben over de wereld, maar<br />
ook een spiegel van de verzamelaar. Door zijn fetisjistische aard is verzamelen een manier om<br />
te de-contextualiseren en een nieuwe samenhang te bereiken. Een verzamelaar schept plezier<br />
in analogieën en afwijkingen, maar bovenal in de kleine verschillen binnen het domein van zijn<br />
keuze. Het banale wordt tot onderwerp van bijzondere belangstelling verheven. ‘Verhalen’ zijn<br />
mijn verzameling.<br />
— Bie Michels<br />
In haar schilderijen, installaties en video’s wil Bie Michels kleine onopvallende dingen, simpele<br />
verhalen, kleine gevoelens en handelingen waarin ze grandeur ervaart tot uitdrukking brengen.<br />
TRACÉS Analogieën en dissonanten is het resultaat van een kringloopproject dat ze in 2010<br />
startte in de kringloopcentrale in Merksem. Hier komen alle afgedankte opgehaalde spullen van<br />
Antwerpen en omstreken terecht, worden ze gesorteerd en hersteld om daarna verder verdeeld te<br />
worden in de Antwerpse kringwinkels.<br />
Ze gaat er op zoek naar de verhalen van de objecten die het magazijn kruisen en naar die van<br />
de mensen die er werken – mensen met verschillende sociale en etnische achtergronden. welke<br />
markante geschiedenis zit er achter een bepaald persoon, vaak fragiel, maar getuigend van<br />
overlevingsdrang en waardigheid? welke – vermoede, gefantaseerde want voor ons onzichtbare –<br />
betekenis heeft een banaal object, drager van menselijkheid omdat het ooit een deel was van de<br />
wereld van een eigenaar? Of bestaan de dingen op zich, zonder onze aanwezigheid?<br />
Michels onderzoekt de interactie tussen mens en object door verhalen en getuigenissen te<br />
registreren, voorwerpen te ‘volgen’ en foto’s te maken. Hoeveel interesse hebben mensen voor<br />
het voorwerp dat hun handen passeert, worden ze geïntrigeerd door een kras of een bloedvlek,<br />
voelen ze zich soms geconfronteerd met de (mogelijke) geschiedenis van het object, beelden<br />
ze zich in wat ermee gebeurd kan zijn, heeft dat ingebeelde verhaal te maken met hun eigen<br />
voorgeschiedenis? Of zijn ze immuun (geworden), stoot de beladenheid hen af of zijn ze gewoon<br />
’gedachteloos’ aanwezig bij al die onzichtbare intimiteiten? Dat probeert ze uit te zoeken door<br />
het personeel vragen te stellen over heel specifieke objecten, maar ook over het object in het<br />
algemeen. leeft een object? leeft materie? Heeft een object een ziel? ...<br />
In TRACÉS Analogieën en dissonanten in een leegstaand huis naast een Antwerpse kringwinkel,<br />
komen verschillende verhaallijnen van het project samen. Zo zijn er de verhalen van de mensen<br />
die in de kringloopcentrale werken (via interviews en portretten); er zijn de bewegende beelden<br />
en foto’s over het traject - van eigenaar naar kringloopcentrale naar nieuwe eigenaar – dat<br />
bepaalde objecten afleggen; er is de registratie van het leeghalen van een huis dat na het<br />
overlijden van de eigenares anderhalf jaar onaangeroerd bleef – en er is een travel langs de<br />
opeenstapeling van objecten in de kringloopcentrale zelf. Daarnaast selecteerde Bie Michels<br />
een aantal kunstwerken uit de collectie van het M HkA waarover ze de werknemers van het<br />
kringloopcentrum een aantal vragen stelde, zoals: Heeft een kunstwerk als object méér ziel?<br />
Heeft een gewoon object dat in een kunstwerk of een tentoonstelling terechtkomt ineens meer<br />
ziel? De collectiewerken worden samen met het werk van Bie Michels getoond.<br />
lOCATIE: krOONSTrAAT 166, BOrGErHOuT
40<br />
m <strong>HKA</strong> verwacht<br />
Jimmie Durham<br />
Een kwestie van leven en dood en zingen<br />
24.05>18.11.12<br />
Opening 23.05.12 om 20:30<br />
Pers preview 23.05.12 om 11:00<br />
jimmie Durham (°1940, Arkansas) is een van de belangrijkste levende kunstenaars van vandaag.<br />
Zijn werk is diepgaand en toegankelijk, politiek en persoonlijk, en zowel ‘van het moment’ als de<br />
gangbare tendensen voorbij. Durham genoot van 1968 tot 1973 een artistieke opleiding in Genève<br />
maar keerde terug naar de Verenigde Staten waar hij een politiek organisator werd voor de<br />
Amerikaans-Indiaanse Beweging. Begin jaren 80 koos hij resoluut voor de kunst. Hij woonde een<br />
poosje in New York tot hij in 1987 verhuisde naar Mexico.<br />
In 1994 vestigde hij zich in Europa en momenteel woont hij in rome en Berlijn. Zijn werk stelt<br />
scherpe vragen over het bestaan en oefent een grote invloed uit op verschillende generaties<br />
kunstenaars, curators, theoretici en kunstliefhebbers wereldwijd.<br />
Durham is ook schrijver en publiceerde tal van essays en gedichten. Zijn bekendste boek,<br />
A Certain Lack of Coherence (1993), bevat doordringende teksten over kunst en politiek.<br />
Durham appelleert aan meerdere generaties van kijkers.<br />
In de zomer van 2012 brengt het M HkA in een grootschalige retrospectieve het meest volledige<br />
overzicht van zijn werk totnogtoe. De tentoonstelling belicht uitvoerig zijn praktijk als<br />
activist, essayist, poëet, performancekunstenaar en beeldhouwer en schenkt geruime aandacht<br />
aan – in Europa – nooit eerder vertoond werk uit de jaren 60 en documentair materiaal.<br />
De periode van de tentoonstelling valt samen met Documenta 13 in kassel, waaraan Durham<br />
participeert. Eerder, in 1992, nam Durham deel aan Documenta Ix. De meeste van de werken die<br />
hij daar toen exposeerde, behoren thans tot de M HkA-collectie.<br />
De tentoonstelling reist verder naar verschillende locaties in Europa en ook naar Mexico. Ze<br />
wordt begeleid door een tentoonstellingscatalogus en een bloemlezing met eerder door Durham<br />
gepubliceerde teksten.
41<br />
m hka praktisch<br />
VOOr MEEr INfOrMATIE EN fOTO’S,<br />
rAADPlEEG<br />
www.muhka.be/pers<br />
Of CONTACTEEr<br />
M HkA<br />
kathleen weyts,<br />
Hoofd Publiekswerking & Communicatie<br />
T +32 (0)3 260 80 97<br />
M +32 (0)485 795 332<br />
E kathleen.weyts@muhka.be<br />
M HkA<br />
rita Compère, Pers<br />
T +32 (0)3 260 99 91<br />
M +32 (0)486 510 549<br />
E pers@muhka.be<br />
M HkA<br />
Museum van Hedendaagse kunst Antwerpen<br />
leuvenstraat 32, 2000 Antwerpen<br />
T + 32 (0)3 260 99 99<br />
E info@muhka.be<br />
www.muhka.be<br />
OPENINGSurEN MuSEuM<br />
DI→wO & Vr→ZO 11:00→18:00<br />
DO 11:00→21:00<br />
TOEGANG<br />
€8 / reductietarieven: €4 (+ 60 jaar, groepen<br />
vanaf 10 pers., werkzoekenden, leden NICC,<br />
Antwerpenaren, lerarenkaart klasse, knack<br />
Club) / €1 (-26 jaar) / gratis (-13 jaar, BIGkaart,<br />
Vrienden van het M HkA, ICOM, VMV,<br />
begeleiders van andersvaliden)<br />
Op donderdagavond (18:00→21:00) is de<br />
entreeprijs 1€ voor iedereen.<br />
INlICHTINGEN EN rESErVATIES<br />
MA→Vr 9:00→12:00 en 13:00→17:00<br />
T + 32 (0)3 260 99 90<br />
ontvangt@muhka.be<br />
www.muhka.be<br />
OPENINGSurEN BIBlIOTHEEk<br />
DI→Vr 11:00→17:00<br />
T + 32 (0)3 260 99 98<br />
OPENINGSurEN M HkAfE<br />
Gratis toegang tot het M HkAfE en de 5de en<br />
6de verdieping<br />
DI→wO & Vr→ZO 11:00→18:00<br />
DO 11:00→21:00<br />
(keuken 12:00→16:00)<br />
OPENBAAr VErVOEr<br />
Station Antwerpen-Berchem: tram 8 of bus 30<br />
Station Antwerpen-Centraal: bus 23<br />
Station Antwerpen-Zuid: tram 4 of 24<br />
www.delijn.be / www.nmbs.be<br />
EIGEN VErVOEr<br />
www.antwerken.be<br />
gratis parkeergelegenheid<br />
CINEMA ZuID<br />
lakenstraat 14<br />
2000 Antwerpen<br />
M +32 (0)475 45 77 05<br />
E info@cinemazuid.be<br />
www.cinemazuid.be
42<br />
M <strong>HKA</strong> partners<br />
Het M HkA is een initiatief van de Vlaamse Gemeenschap en wordt gesteund door Provinciebestuur<br />
Antwerpen, Stad Antwerpen, Nationale loterij, klara, AzkoNobel Decorative Coatings-levis,<br />
Cobra.be, Evonik Degussa Antwerpen, Duvel Moortgat, Groep Van roey N.V., Hiscox Verzekeringen,<br />
leopold Hotel Antwerp, Mckinsey & Company, Inc., Vooruitzicht