30.08.2013 Views

Notitie Scheiding Kerk en Staat Inleiding - Nrc

Notitie Scheiding Kerk en Staat Inleiding - Nrc

Notitie Scheiding Kerk en Staat Inleiding - Nrc

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Notitie</strong> <strong>Scheiding</strong> <strong>Kerk</strong> <strong>en</strong> <strong>Staat</strong><br />

<strong>Inleiding</strong><br />

“Over de vraag, in hoever m<strong>en</strong> t<strong>en</strong> onz<strong>en</strong>t scheiding van kerk <strong>en</strong> staat k<strong>en</strong>t, heerscht<br />

onder de staatlied<strong>en</strong> <strong>en</strong> geleerd<strong>en</strong> groote verdeeldheid <strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> onderling<br />

weersprak<strong>en</strong> zij elkander, ook zelf zijn zij soms van me<strong>en</strong>ing gewisseld”<br />

(Diep<strong>en</strong>horst, 1946). 1<br />

E<strong>en</strong> van de vraagstukk<strong>en</strong> die de laatste jar<strong>en</strong> in het brandpunt van de belangstelling is kom<strong>en</strong><br />

te staan is het beginsel van scheiding van kerk <strong>en</strong> staat. Tot voor kort stond dat beginsel in<br />

Nederland eig<strong>en</strong>lijk niet frequ<strong>en</strong>t ter discussie, maar de laatste jar<strong>en</strong> is dat veranderd. Op tal<br />

van plaats<strong>en</strong> rijst de vraag naar de inhoud van het beginsel, <strong>en</strong> dan blijkt dat in veel gevall<strong>en</strong><br />

onduidelijkheid bestaat over de precieze betek<strong>en</strong>is ervan. Die vrag<strong>en</strong> ded<strong>en</strong> zich ook voor in<br />

debatt<strong>en</strong> in de geme<strong>en</strong>teraad, waarna het College van Burgemeester <strong>en</strong> Wethouders heeft<br />

toegezegd daar e<strong>en</strong> notitie over te vervaardig<strong>en</strong>. Die notitie ligt nu voor.<br />

Onder de noemer handhaving van de scheiding van kerk <strong>en</strong> staat word<strong>en</strong> stevige politieke <strong>en</strong><br />

maatschappelijke discussies gevoerd die eig<strong>en</strong>lijk e<strong>en</strong> ruimer bereik hebb<strong>en</strong>, te wet<strong>en</strong> de<br />

plaats van godsdi<strong>en</strong>st in de (Nederlandse) sam<strong>en</strong>leving <strong>en</strong> de wijze waarop godsdi<strong>en</strong>st <strong>en</strong><br />

overheid zich tot elkaar verhoud<strong>en</strong>.<br />

Nu zijn discussies over de plaats van de godsdi<strong>en</strong>st in de sam<strong>en</strong>leving <strong>en</strong> over de vraag hoe<br />

godsdi<strong>en</strong>st(<strong>en</strong>) <strong>en</strong> overheid zich tot elkaar moet<strong>en</strong> verstaan zo oud als de wereld, maar<br />

iedere tijd – <strong>en</strong> ieder land - moet telk<strong>en</strong>s opnieuw e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> antwoord vind<strong>en</strong>. In ons land zijn<br />

zij in de loop der eeuw<strong>en</strong> aldoor verschill<strong>en</strong>d beantwoord.<br />

Sinds het einde van de neg<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>de eeuw zijn deze vrag<strong>en</strong> in de zin beantwoord zoals we die<br />

in onze Grondwet, wet <strong>en</strong> regelgeving tot uitdrukking zi<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>. Traditioneel wordt de<br />

verhouding tuss<strong>en</strong> overheid <strong>en</strong> godsdi<strong>en</strong>st in Nederland bepaald door e<strong>en</strong> viertal beginsel<strong>en</strong>:<br />

1. de scheiding van kerk <strong>en</strong> staat<br />

2. de vrijheid van godsdi<strong>en</strong>st (<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>sovertuiging)<br />

3. het gelijkheidsbeginsel<br />

4. de neutraliteit van de overheid<br />

Uit deze opsomming blijkt dat het beginsel van scheiding van kerk <strong>en</strong> staat e<strong>en</strong> belangrijk<br />

beginsel is, maar niet de relatie tuss<strong>en</strong> godsdi<strong>en</strong>st <strong>en</strong> overheid in al haar facett<strong>en</strong> beheerst.<br />

Dat de vrag<strong>en</strong> naar de plaats van de godsdi<strong>en</strong>st in de sam<strong>en</strong>leving <strong>en</strong> de wijze waarop<br />

godsdi<strong>en</strong>st <strong>en</strong> overheid zich tot elkaar verhoud<strong>en</strong> in het huidige tijdsgewricht opnieuw word<strong>en</strong><br />

gesteld, duidt op het feit dat het traditionele antwoord niet altijd meer voldoet.<br />

Daaraan ligg<strong>en</strong> ons inzi<strong>en</strong>s twee ontwikkeling<strong>en</strong> t<strong>en</strong> grondslag die zich in heel Nederland, <strong>en</strong><br />

in e<strong>en</strong> grootstedelijke omgeving zoals die van Amsterdam in versterkte mate, voordo<strong>en</strong> :<br />

In de eerste plaats is dat de snelle opkomst van de islam. Vel<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong> dat als e<strong>en</strong><br />

bedreiging van de leefwijze, cultuur <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>leving van het Nederland zoals wij dat k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>.<br />

Anderzijds mak<strong>en</strong> moslims vanzelfsprek<strong>en</strong>d aanspraak op de voor iedere<strong>en</strong> geld<strong>en</strong>de<br />

grondwettelijke vrijhed<strong>en</strong> in Nederland. Dat botst op gezette tijd<strong>en</strong>. Vele eig<strong>en</strong>tijdse dilemma’s<br />

rond de plaats van religie in de sam<strong>en</strong>leving hebb<strong>en</strong> dan ook met de islam, e<strong>en</strong> interpretatie<br />

van de islam dan wel met moslims te mak<strong>en</strong>. In hoofdstuk 5 van deze notitie komt deze<br />

problematiek uitvoerig aan de orde. In de discussies waarin de islam c<strong>en</strong>traal staat, is sprake<br />

van de volg<strong>en</strong>de paradox, die treff<strong>en</strong>d door Marcel Mauss<strong>en</strong>, onderzoeker aan de Universiteit<br />

van Amsterdam, als volgt onder woord<strong>en</strong> is gebracht:<br />

1<br />

Bijsterveld, S. van (2007) In: WRR rapport Gelov<strong>en</strong> in het publieke domein. Verk<strong>en</strong>ning<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> dubbele<br />

transformatie. p. 227. AUP, WRR Verk<strong>en</strong>ning<strong>en</strong>, Amsterdam<br />

1


“Er wordt blijkbaar met twee mat<strong>en</strong> gemet<strong>en</strong>: als het gaat om initiatiev<strong>en</strong> die ruimte bied<strong>en</strong><br />

aan de islam <strong>en</strong> aan dialoog zou ‘de scheiding van kerk <strong>en</strong> staat’ in het geding zijn. Wanneer<br />

het er echter om gaat de islam ‘keihard aan te pakk<strong>en</strong>’, word<strong>en</strong> principes als gelijke<br />

behandeling, godsdi<strong>en</strong>stvrijheid <strong>en</strong> de scheiding van kerk <strong>en</strong> staat met voet<strong>en</strong> getred<strong>en</strong>. E<strong>en</strong><br />

merkwaardige paradox.” 2<br />

T<strong>en</strong> tweede voltrekt de discussie rond de plaats van de islam in de Nederlandse sam<strong>en</strong>leving<br />

zich op e<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>t waarin e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk deel van de Nederlanders vaarwel heeft gezegd<br />

teg<strong>en</strong> hun oude (veelal: christelijke) geloof <strong>en</strong> waarin door vergaande individualisering <strong>en</strong><br />

secularisering van de Nederlandse sam<strong>en</strong>leving vel<strong>en</strong> niet meer opgroei<strong>en</strong> in of bek<strong>en</strong>d zijn<br />

met <strong>en</strong>igerlei vorm van godsdi<strong>en</strong>st of geloof. Deze t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s is in de sted<strong>en</strong>, <strong>en</strong> zeker in<br />

Amsterdam, in versterkte mate zichtbaar. Dat heeft er mede toe geleid dat m<strong>en</strong> godsdi<strong>en</strong>st<br />

als e<strong>en</strong> achterhaalde, zo niet achterlijke zaak ziet <strong>en</strong> dat de visie dat godsdi<strong>en</strong>st e<strong>en</strong> strikte<br />

privé aangeleg<strong>en</strong>heid is, (soms impliciete) aanhang heeft verworv<strong>en</strong>. Vaak resulter<strong>en</strong> deze<br />

aannames in verontwaardiging over de huidige maatschappelijke t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s waarbij religie weer<br />

meer e<strong>en</strong> factor wordt in de publieke sfeer; <strong>en</strong> vaak wordt dan gewez<strong>en</strong> naar het beginsel van<br />

de scheiding van kerk <strong>en</strong> staat. Dit beginsel heeft echter, zoals wij zull<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>, met deze<br />

t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s weinig van do<strong>en</strong> 3 .<br />

Het College van Burgemeester <strong>en</strong> Wethouders is zich bewust van deze maatschappelijke<br />

realiteit <strong>en</strong> de spanning die hiermee gepaard gaat. Tegelijkertijd kan het uitgangspunt voor<br />

het geme<strong>en</strong>telijk handel<strong>en</strong> niet anders dan geleg<strong>en</strong> zijn in het geld<strong>en</strong>de Nederlandse <strong>en</strong><br />

verdragsrechtelijke rechtstatelijke systeem dat de verhouding tuss<strong>en</strong> religie <strong>en</strong> overheid<br />

regelt. De lokale overheid is hieraan uiteraard gebond<strong>en</strong>.<br />

In deze notitie zull<strong>en</strong> het beginsel van kerk <strong>en</strong> staat <strong>en</strong> de drie andere beginsel<strong>en</strong> die<br />

gezam<strong>en</strong>lijk de huidige verhouding tuss<strong>en</strong> godsdi<strong>en</strong>st <strong>en</strong> overheid in Nederland bepal<strong>en</strong>, in<br />

hun onderlinge sam<strong>en</strong>hang word<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong>. Daarmee wordt het (staats)rechtelijke kader<br />

geschetst waarmee kan word<strong>en</strong> vastgesteld wat wel <strong>en</strong> wat niet in de discussie over<br />

scheiding van kerk <strong>en</strong> staat thuishoort <strong>en</strong> hoe de verhouding tuss<strong>en</strong> godsdi<strong>en</strong>st(<strong>en</strong>) <strong>en</strong><br />

overheid geregeld is. Dit kader kan als leidraad di<strong>en</strong><strong>en</strong> voor het geme<strong>en</strong>telijk handel<strong>en</strong> bij<br />

casuss<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> religieuze of lev<strong>en</strong>sbeschouwelijke compon<strong>en</strong>t.<br />

Deze beginsel<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> ruimte voor interpretatie, die afhankelijk is van de maatschappelijke<br />

context. Aan de hand van e<strong>en</strong> casus zal deze contextuele oordeelsvorming vanuit<br />

verschill<strong>en</strong>de maatschappijvisies word<strong>en</strong> uite<strong>en</strong>gezet. Vooral de betek<strong>en</strong>is die aan het<br />

concept neutraliteit van de (lokale) overheid wordt gegev<strong>en</strong>, speelt hierin e<strong>en</strong> belangrijke rol.<br />

Zoals zal blijk<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> er drie variant<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong> word<strong>en</strong> die nadere invulling gev<strong>en</strong><br />

aan het concept neutraliteit: exclusieve, inclusieve <strong>en</strong> comp<strong>en</strong>ser<strong>en</strong>de neutraliteit 4 .<br />

Het College zal t<strong>en</strong>slotte in deze notitie ingaan op de Amsterdamse context waarbinn<strong>en</strong> de<br />

discussie over scheiding van kerk <strong>en</strong> staat zich afspeelt. Het College zal ook e<strong>en</strong> voorkeur<br />

uitsprek<strong>en</strong> over de manier waarop we in Amsterdam invulling gev<strong>en</strong> aan het begrip<br />

“neutraliteit”. Omdat dat e<strong>en</strong> keuze impliceert, is het goed daarover uitdrukkelijk te sprek<strong>en</strong>.<br />

Over die keuze wil het College daarom graag met de geme<strong>en</strong>teraad van gedacht<strong>en</strong> wissel<strong>en</strong>.<br />

1. Het beginsel scheiding van kerk <strong>en</strong> staat<br />

Het beginsel van scheiding van kerk <strong>en</strong> staat is terug te voer<strong>en</strong> tot de Franse Revolutie <strong>en</strong> is<br />

in de loop van de 19 e eeuw door bijna alle West-Europese land<strong>en</strong> in hun staatsinrichting<br />

geïncorporeerd. Het beginsel is e<strong>en</strong> reactie op de historische verwev<strong>en</strong>heid die in alle West-<br />

Europese land<strong>en</strong> bestond tuss<strong>en</strong> kerk <strong>en</strong> staat. Het ging om de losmaking van de kerk van de<br />

2<br />

Mauss<strong>en</strong>, M. (2007) ‘Met<strong>en</strong> met twee mat<strong>en</strong>’ In: Reliflex.<br />

3<br />

Bijsterveld, S. van (2007) In: WRR rapport Gelov<strong>en</strong> in het publieke domein. Verk<strong>en</strong>ning<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> dubbele<br />

transformatie. p. 232. AUP, WRR Verk<strong>en</strong>ning<strong>en</strong>, Amsterdam<br />

4<br />

WRR (2007) Gelov<strong>en</strong> in het publieke domein. Verk<strong>en</strong>ning<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> dubbele transformatie. p. 45. AUP, WRR<br />

Verk<strong>en</strong>ning<strong>en</strong>, Amsterdam.<br />

2


staat – <strong>en</strong> dus om meer vrijheid van de kerk t<strong>en</strong> opzichte van de overheid (<strong>en</strong> op d<strong>en</strong> duur<br />

dus ook van de overheid t.o.v. kerk!). In de diverse West-Europese land<strong>en</strong> heeft het beginsel<br />

op verschill<strong>en</strong>de, op de historische <strong>en</strong> nationale situatie toegesned<strong>en</strong> wijze, gestalte<br />

gekreg<strong>en</strong>.<br />

<strong>Scheiding</strong> van kerk <strong>en</strong> staat in Europa<br />

In Europa bestaan grofweg drie manier<strong>en</strong> waarmee stat<strong>en</strong> vorm hebb<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> aan de<br />

verhouding tuss<strong>en</strong> staat <strong>en</strong> kerk. Deze driedeling is niet sluit<strong>en</strong>d, in de praktijk is er de nodige<br />

overlap waar te nem<strong>en</strong>. Desalniettemin kunn<strong>en</strong> we de volg<strong>en</strong>de hoofdmodell<strong>en</strong><br />

onderscheid<strong>en</strong>:<br />

1. <strong>Staat</strong>skerk (D<strong>en</strong>emark<strong>en</strong>, Engeland <strong>en</strong> Griek<strong>en</strong>land)<br />

2. Coöperatie tuss<strong>en</strong> kerk <strong>en</strong> staat (Duitsland, Oost<strong>en</strong>rijk, Belgie, Italië, Spanje <strong>en</strong><br />

Nederland)<br />

3. Strikte scheiding kerk <strong>en</strong> staat (Portugal, Ierland <strong>en</strong> Frankrijk)<br />

Wij gaan hier kort in op het Franse systeem van de laïcité, omdat daar in de afgelop<strong>en</strong> jar<strong>en</strong><br />

in ons land extra aandacht aan is besteed.<br />

Laïcité<br />

De klassieke (Franse) opvatting van laïcité – secularisme – houdt e<strong>en</strong> strikte scheiding in<br />

tuss<strong>en</strong> private religie <strong>en</strong> publieke neutraliteit t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de godsdi<strong>en</strong>st(<strong>en</strong>). Aanhangers<br />

van deze opvatting verdedig<strong>en</strong> het secularisme door elke publieke manifestatie van religie<br />

aan de kaak te stell<strong>en</strong> <strong>en</strong> het te zi<strong>en</strong> als bedreiging van de neutraliteit van de publieke ruimte<br />

<strong>en</strong> de staat. Als gevolg van verschill<strong>en</strong>de aanhoud<strong>en</strong>de discussies over het drag<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />

hoofddoek stelde de voormalige Franse presid<strong>en</strong>t Jacques Chirac in 2003 de commissie<br />

Stasi in met de opdracht e<strong>en</strong> rapport te schrijv<strong>en</strong> waarin het begrip laïcité zou word<strong>en</strong> herijkt.<br />

De commissie kwam met e<strong>en</strong> actuele herformulering van de laïcité die zich beter tot<br />

pluralisme <strong>en</strong> diversiteit moest kunn<strong>en</strong> verhoud<strong>en</strong>. Het rapport b<strong>en</strong>adrukt het belang van<br />

op<strong>en</strong>baar pluralisme <strong>en</strong> neemt uitdrukkelijk afstand van de klassieke opvatting van laïcité.<br />

Het rapport Stasi is echter vooral bek<strong>en</strong>d geword<strong>en</strong> door het verbod te verdedig<strong>en</strong> op het<br />

drag<strong>en</strong> van religieuze attribut<strong>en</strong> zoals kruis, keppel <strong>en</strong> hoofddoek. Het argum<strong>en</strong>t was niet<br />

zozeer dat het religieuze tek<strong>en</strong>s betrof, maar dat het om opvall<strong>en</strong>de religieuze tek<strong>en</strong>s ging die<br />

eerder politieke, religieuze of ‘communautaristische’ uitwass<strong>en</strong> dan e<strong>en</strong> vrij gekoz<strong>en</strong><br />

religieuze beleving tot uitdrukking bracht<strong>en</strong>. In de discussie die volgde voerde het verbod de<br />

bov<strong>en</strong>toon <strong>en</strong> werd het pleidooi voor op<strong>en</strong>baar pluralisme naar de achtergrond gedrong<strong>en</strong>.<br />

Het verbod werd overg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> door de Franse overheid <strong>en</strong> is tot op hed<strong>en</strong> van kracht.<br />

Deze bed<strong>en</strong>king<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> ‘onw<strong>en</strong>selijk communautarisme’ <strong>en</strong> ‘fanatisme de differ<strong>en</strong>ce’ is de<br />

kern van de Franse discussie over de scheiding van kerk <strong>en</strong> staat <strong>en</strong> gaat in feite niet zozeer<br />

over religie. Het gaat om het oude republikeinse wantrouw<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> alle publieke organisaties<br />

die zich tuss<strong>en</strong> staat <strong>en</strong> individu bevind<strong>en</strong>. Publieke e<strong>en</strong>heid moet c<strong>en</strong>traal staan waarbij<br />

democratische burgerlijke loyaliteit de plaats moet innem<strong>en</strong> van religieuze <strong>en</strong> traditionele<br />

binding<strong>en</strong>.<br />

<strong>Scheiding</strong> van kerk <strong>en</strong> staat in Nederland<br />

Het beginsel van de scheiding van kerk <strong>en</strong> staat is e<strong>en</strong> fundam<strong>en</strong>teel uitgangspunt voor de<br />

inrichting van de huidige Nederlandse democratische rechtstaat. Het beginsel als zodanig<br />

staat echter niet in de Nederlandse Grondwet, noch in <strong>en</strong>ige andere wettelijke bepaling. Er is<br />

ook niet veel jurisprud<strong>en</strong>tie over. Het beginsel mag grondwettelijk <strong>en</strong> rechtsstatelijk<br />

overkom<strong>en</strong>, in feite is het vooral e<strong>en</strong> politieke afspraak tuss<strong>en</strong> kerkelijke <strong>en</strong> wereldlijke<br />

machthebbers geweest om niet te zeer in elkaars vaarwater te kom<strong>en</strong>. De rechtsfilosoof Cees<br />

Maris heeft het kernachtig verwoord: kerk <strong>en</strong> staat wild<strong>en</strong> aanvankelijk beide het monopolie<br />

over de staatsmacht <strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> uiteindelijk afgesprok<strong>en</strong> ’to agree to disagree’ 5 .<br />

5 Platform Bije<strong>en</strong>komst <strong>Scheiding</strong> van geloof <strong>en</strong> staat, 28 juni 2007, Zuiderkerk Amsterdam<br />

3


Wat houdt het beginsel van scheiding van kerk <strong>en</strong> staat in?<br />

1. Het betek<strong>en</strong>t dat er in de verhouding tuss<strong>en</strong> kerk <strong>en</strong> staat ge<strong>en</strong> institutionele<br />

zegg<strong>en</strong>schap over <strong>en</strong> weer mag zijn. De overheid mag de staat volg<strong>en</strong>s eig<strong>en</strong> inzicht<strong>en</strong>,<br />

zonder zegg<strong>en</strong>schap van de kerk<strong>en</strong> inricht<strong>en</strong>. De kerk<strong>en</strong> zijn vrij van overheidsinm<strong>en</strong>ging<br />

bij de vormgeving van hun kerkelijke organisatie <strong>en</strong> in de aanstelling van hun<br />

functionariss<strong>en</strong>.<br />

2. Ev<strong>en</strong>min mag er over <strong>en</strong> weer rechtstreekse inhoudelijke zegg<strong>en</strong>schap 6 zijn. De kerk<strong>en</strong><br />

zijn vrij van overheidsinm<strong>en</strong>ging in hun geloofsleer. Omgekeerd hebb<strong>en</strong> de kerk<strong>en</strong> ge<strong>en</strong><br />

formele positie in de publieke besluitvormingsprocedure <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> aan het handel<strong>en</strong> van<br />

de overheid niet louter godsdi<strong>en</strong>stige maatstav<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangelegd.<br />

Het beginsel hangt sterk sam<strong>en</strong> met de artikel<strong>en</strong> 1 <strong>en</strong> 6 van de Grondwet die respectievelijk<br />

het gelijkheidsbeginsel <strong>en</strong> de vrijheid van belijd<strong>en</strong>is van godsdi<strong>en</strong>st <strong>en</strong> lev<strong>en</strong>sovertuiging<br />

waarborg<strong>en</strong>.<br />

Artikel 1<br />

“All<strong>en</strong> die zich in Nederland bevind<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> in gelijke gevall<strong>en</strong> gelijk behandeld.<br />

Discriminatie weg<strong>en</strong>s godsdi<strong>en</strong>st, lev<strong>en</strong>sovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op<br />

welke grond dan ook, is niet toegestaan.”<br />

Artikel 6 Grondwet<br />

“1. Ieder heeft het recht zijn godsdi<strong>en</strong>st of lev<strong>en</strong>sovertuiging, individueel of in geme<strong>en</strong>schap<br />

met ander<strong>en</strong>, vrij te belijd<strong>en</strong>, behoud<strong>en</strong>s ieders verantwoordelijkheid volg<strong>en</strong>s de wet.<br />

2. De wet kan terzake van de uitoef<strong>en</strong>ing van dit recht buit<strong>en</strong> gebouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> beslot<strong>en</strong> plaats<strong>en</strong><br />

regels stell<strong>en</strong> ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer <strong>en</strong> ter<br />

bestrijding of voorkoming van wanordelijkhed<strong>en</strong>”<br />

Uit wat het beginsel van scheiding van kerk <strong>en</strong> staat inhoudt kan word<strong>en</strong> opgemaakt wat er<br />

niet onder wordt begrep<strong>en</strong> is of waarteg<strong>en</strong> het beginsel zich in principe niet verzet.<br />

Zo verzet het beginsel van scheiding van kerk <strong>en</strong> staat zich niet teg<strong>en</strong> elke betrekking met of<br />

elke vorm van steunverl<strong>en</strong>ing aan kerk<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of instelling<strong>en</strong> op religieuze of<br />

lev<strong>en</strong>sbeschouwelijke aard. Overleg of dialoog tuss<strong>en</strong> overheid <strong>en</strong> kerk<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of religieuze of<br />

lev<strong>en</strong>sbeschouwelijke organisaties word<strong>en</strong> niet door het beginsel van scheiding van kerk <strong>en</strong><br />

staat uitgeslot<strong>en</strong>. Hetzelfde geldt voor de subsidiëring van maatschappelijke activiteit<strong>en</strong> van<br />

kerk<strong>en</strong> c.q. organisaties op religieuze, lev<strong>en</strong>sbeschouwelijke grondslag.<br />

Al in 1989 heeft de Nederlandse regering uitgesprok<strong>en</strong> 7 dat de overheid steun mag verl<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

aan de uitvoering van algeme<strong>en</strong> maatschappelijke tak<strong>en</strong> die deels door de overheid, deels<br />

door particuliere organisaties (waaronder instelling<strong>en</strong> op godsdi<strong>en</strong>stige of<br />

lev<strong>en</strong>sbeschouwelijke grondslag) word<strong>en</strong> uitgevoerd. Als aan de <strong>en</strong>e groepering bepaalde<br />

faciliteit<strong>en</strong> word<strong>en</strong> toegek<strong>en</strong>d, dan kan de vrijheid van godsdi<strong>en</strong>st of lev<strong>en</strong>sovertuiging (art.6<br />

Grondwet) in sam<strong>en</strong>hang met het gelijkheidsbeginsel (art.1 Grondwet) met zich br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> dat<br />

aan de andere groepering hetzelfde gegund moet word<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> dergelijke steun c.q. subsidie<br />

aan activiteit<strong>en</strong> van maatschappelijke instelling<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> godsdi<strong>en</strong>stige of<br />

lev<strong>en</strong>sbeschouwelijke grondslag kan word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> middel om ruimte te gev<strong>en</strong> aan<br />

e<strong>en</strong> pluriforme sam<strong>en</strong>leving. Voorwaarde is de gelijke behandeling van alle vergelijkbare<br />

maatschappelijke initiatiev<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat er bestuurlijke prioriteit <strong>en</strong> financiële middel<strong>en</strong> voor<br />

g<strong>en</strong>oemde activiteit<strong>en</strong> bestaan.<br />

Wel br<strong>en</strong>gt het beginsel van scheiding van kerk <strong>en</strong> staat voor de overheid e<strong>en</strong> grote<br />

terughoud<strong>en</strong>dheid <strong>en</strong> behoedzaamheid met zich mee bij steunverl<strong>en</strong>ing aan activiteit<strong>en</strong> die<br />

tot de kerntak<strong>en</strong> van de kerk<strong>en</strong> behor<strong>en</strong>. Geestelijk lev<strong>en</strong> is <strong>en</strong> blijft zaak van de<br />

kerkg<strong>en</strong>ootschapp<strong>en</strong>.<br />

6 Bijsterveld, S. van (2007) In: WRR rapport Gelov<strong>en</strong> in het publieke domein. Verk<strong>en</strong>ning<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> dubbele<br />

transformatie. AUP, WRR Verk<strong>en</strong>ning<strong>en</strong>, Amsterdam.<br />

7 Zie Criteria Steunverl<strong>en</strong>ing (kerk)g<strong>en</strong>ootschapp<strong>en</strong>, brief van de minister van Binn<strong>en</strong>landse Zak<strong>en</strong>, 1 november 1989, Tweede<br />

Kamer der Stat<strong>en</strong>-G<strong>en</strong>eraal, vergaderjaar 1989-1990, 20868, nr. 2.<br />

4


De Nederlandse overheid erk<strong>en</strong>t dat er zich bijzondere omstandighed<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> voordo<strong>en</strong> die<br />

overheidsteun aan deze activiteit<strong>en</strong> van kerkg<strong>en</strong>ootschapp<strong>en</strong> toch rechtvaardig<strong>en</strong>.<br />

Voorbeeld<strong>en</strong> waaruit deze bijzondere omstandighed<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> die in Nederland in de wet<br />

zijn geregeld zijn:<br />

1) het subsidiër<strong>en</strong> van onderhoud van monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, waaronder kerkgebouw<strong>en</strong><br />

2) het faciliter<strong>en</strong> van de geestelijke zorg in de krijgsmacht <strong>en</strong> gevang<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>,<br />

3) de bekostiging van godsdi<strong>en</strong>stig <strong>en</strong> lev<strong>en</strong>sbeschouwelijk vormingsonderwijs op op<strong>en</strong>bare<br />

schol<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

4) het subsidiër<strong>en</strong> van opleiding<strong>en</strong> voor geestelijke ambtsdragers.<br />

Er is echter ge<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e wettelijke regeling van steunverl<strong>en</strong>ing aan (activiteit<strong>en</strong> van)<br />

kerkg<strong>en</strong>ootschapp<strong>en</strong> of organisaties op lev<strong>en</strong>sbeschouwelijke grondslag <strong>en</strong> ook ge<strong>en</strong><br />

algeme<strong>en</strong> recht op overheidssteun. De bijzondere omstandighed<strong>en</strong> die steun rechtvaardig<strong>en</strong><br />

moet<strong>en</strong> van geval tot geval blijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> van geval tot geval word<strong>en</strong> beargum<strong>en</strong>teerd.<br />

2. De vrijheid van godsdi<strong>en</strong>st 8<br />

De vrijheid van godsdi<strong>en</strong>st in Nederland heeft e<strong>en</strong> lange geschied<strong>en</strong>is met wortels in de<br />

godsdi<strong>en</strong>sttwist<strong>en</strong> van de 16 e <strong>en</strong> 17 e eeuw. In e<strong>en</strong> door godsdi<strong>en</strong>sttwist<strong>en</strong> verscheurd Europa<br />

kwam de to<strong>en</strong>malige overheid langzamerhand tot het besef dat toekomstige (burger)oorlog<strong>en</strong><br />

slechts te voorkom<strong>en</strong> war<strong>en</strong> als m<strong>en</strong> aan de individuele burger e<strong>en</strong> private sfeer toestond<br />

waarin hij vrij was zijn godsdi<strong>en</strong>st naar eig<strong>en</strong> inzicht te belijd<strong>en</strong>. In de publieke sfeer was <strong>en</strong><br />

bleef de overheid bevoegd om regels te stell<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de godsdi<strong>en</strong>stuitoef<strong>en</strong>ing.<br />

Aan deze regelgev<strong>en</strong>de bevoegdheid t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de publieke rol van de godsdi<strong>en</strong>st<br />

werd in Nederland van de 17 e tot de 19 e eeuw als volgt gestalte gegev<strong>en</strong>:<br />

- op<strong>en</strong>bare godsdi<strong>en</strong>stoef<strong>en</strong>ing was alle<strong>en</strong> aan de heers<strong>en</strong>de ( gereformeerde) religie<br />

toegestaan.<br />

- andere godsdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> slechts e<strong>en</strong> recht op huiselijke, particuliere,<br />

godsdi<strong>en</strong>stoef<strong>en</strong>ing<br />

- de heers<strong>en</strong>de Hervormde <strong>Kerk</strong> werd van overheidswege (financieel) gesteund (o.a.<br />

door betaling van salariss<strong>en</strong> van predikant<strong>en</strong>)<br />

- de overheid had het recht zich te bemoei<strong>en</strong> met de interne godsdi<strong>en</strong>stige<br />

aangeleg<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> van de Hervormde <strong>Kerk</strong> inclusief de b<strong>en</strong>oeming<strong>en</strong> van<br />

predikant<strong>en</strong>, dominees etc.<br />

In de loop van de 19 e eeuw werd dit stelsel losgelat<strong>en</strong>. De vrijheid van godsdi<strong>en</strong>st van e<strong>en</strong><br />

ieder werd in de Grondwet opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, kerk <strong>en</strong> staat werd<strong>en</strong> institutioneel gescheid<strong>en</strong>, de<br />

hegemonie van de Hervormde <strong>Kerk</strong> werd afgeschaft <strong>en</strong> ook andere godsdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> kreg<strong>en</strong> het<br />

recht om hun godsdi<strong>en</strong>st in het op<strong>en</strong>baar te belev<strong>en</strong>. Alle godsdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> war<strong>en</strong> voortaan gelijk<br />

<strong>en</strong> de overheid moest alle godsdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> gelijk(waardig) behandel<strong>en</strong>. Dat gelijkheid <strong>en</strong><br />

gelijkwaardigheid van alle godsdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> in de (Grond)wet gewaarborgd war<strong>en</strong>, betek<strong>en</strong>de<br />

niet dat die ook mete<strong>en</strong> in de praktijk zijn gerealiseerd. Gelijke behandeling <strong>en</strong><br />

gelijkwaardigheid zijn in Nederland zwaar bevocht<strong>en</strong> – bijvoorbeeld door de katholiek<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />

“kleine luyd<strong>en</strong>” van de Anti-Revolutionaire Partij van Abraham Kuyper.<br />

De strijd om gelijke behandeling omvatte ook de gelijke behandeling van godsdi<strong>en</strong>stige <strong>en</strong><br />

niet-godsdi<strong>en</strong>stige, publieke, instelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> werd tot 1917 vooral op het terrein van het<br />

onderwijs uitgevocht<strong>en</strong>. Met de zogehet<strong>en</strong> onderwijspacificatie van 1917 werd<br />

overe<strong>en</strong>gekom<strong>en</strong> <strong>en</strong> in de Grondwet opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat bijzondere schol<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>als op<strong>en</strong>bare<br />

schol<strong>en</strong> recht hebb<strong>en</strong> op financiering door de overheid.<br />

Bij de Grondwetsherzi<strong>en</strong>ing van 1983 werd de vrijheid van (niet-godsdi<strong>en</strong>stige)<br />

lev<strong>en</strong>sovertuiging met de vrijheid van godsdi<strong>en</strong>st gelijkgesteld <strong>en</strong> in artikel 6 Grondwet<br />

opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Sindsdi<strong>en</strong> luidt dat artikel als volgt.<br />

8 Dit hoofdstuk is ontle<strong>en</strong>d aan de beschouwing<strong>en</strong> van prof.mr B.P.Vermeul<strong>en</strong> over artikel 6 Grondwet in “De<br />

Grondwet. E<strong>en</strong> systematisch <strong>en</strong> artikelsgewijs comm<strong>en</strong>taar” W.E.Tje<strong>en</strong>k Willink – Dev<strong>en</strong>ter 2000, derde druk.<br />

5


Artikel 6 Grondwet<br />

“1. Ieder heeft het recht zijn godsdi<strong>en</strong>st of lev<strong>en</strong>sovertuiging, individueel of in geme<strong>en</strong>schap<br />

met ander<strong>en</strong>, vrij te belijd<strong>en</strong>, behoud<strong>en</strong>s ieders verantwoordelijkheid volg<strong>en</strong>s de wet.<br />

2. De wet kan terzake van de uitoef<strong>en</strong>ing van dit recht buit<strong>en</strong> gebouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> beslot<strong>en</strong> plaats<strong>en</strong><br />

regels stell<strong>en</strong> ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer <strong>en</strong> ter<br />

bestrijding of voorkoming van wanordelijkhed<strong>en</strong>”<br />

Dit artikel waarborgt e<strong>en</strong>ieders recht om zijn godsdi<strong>en</strong>st of lev<strong>en</strong>sovertuiging uit te drag<strong>en</strong>.<br />

Het is ook van toepassing op niet-Nederlanders.<br />

Artikel 6 Grondwet waarborgt niet alle<strong>en</strong> het recht van individu<strong>en</strong>, maar ook van groep<strong>en</strong><br />

(bijvoorbeeld kerk<strong>en</strong>, rechtsperson<strong>en</strong>, organisaties op lev<strong>en</strong>sbeschouwelijke grondslag etc.)<br />

zoals blijkt uit de zinsnede “in geme<strong>en</strong>schap met ander<strong>en</strong>” in art. 6 lid 1 Grondwet.<br />

De vrijheid van godsdi<strong>en</strong>st volg<strong>en</strong>s art. 6 Grondwet omvat aldus:<br />

1. de vrijheid van e<strong>en</strong> ieder om e<strong>en</strong> godsdi<strong>en</strong>st of lev<strong>en</strong>sovertuiging te hebb<strong>en</strong> of niet te<br />

hebb<strong>en</strong>, wat mede omvat de vrijheid om daarvan te verander<strong>en</strong>.<br />

2. het uit<strong>en</strong> van de geloofs- <strong>en</strong>/of lev<strong>en</strong>sovertuiging, wat mede inhoudt:<br />

a. het houd<strong>en</strong> van eredi<strong>en</strong>st<strong>en</strong><br />

b. het houd<strong>en</strong> van op<strong>en</strong>bare godsdi<strong>en</strong>stoef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, ook buit<strong>en</strong> gebouw<strong>en</strong><br />

(inclusief processies)<br />

c. het oproep<strong>en</strong> tot de kerkdi<strong>en</strong>st (door middel van klokgelui of stem)<br />

d. het in acht nem<strong>en</strong> van de door de godsdi<strong>en</strong>st of lev<strong>en</strong>sovertuiging<br />

voorgeschrev<strong>en</strong> rustdag<strong>en</strong>.<br />

3. het uitdrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> overdrag<strong>en</strong> van de geloofs- of lev<strong>en</strong>sovertuiging in onderwijs,<br />

opvoeding, verkondiging of in woord <strong>en</strong> geschrift.<br />

4. het recht om organisaties op godsdi<strong>en</strong>stige of lev<strong>en</strong>sbeschouwelijke grondslag op te<br />

richt<strong>en</strong> (zoals kerk<strong>en</strong>, schol<strong>en</strong>, ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong>, welzijnsinstelling<strong>en</strong>,<br />

begraf<strong>en</strong>isonderneming<strong>en</strong> etc.). E<strong>en</strong> fundam<strong>en</strong>teel onderdeel van deze<br />

organisatievrijheid is de bevoegdheid van organisaties om naar eig<strong>en</strong> inzicht haar<br />

voorgangers, lerar<strong>en</strong> <strong>en</strong> ander personeel aan te stell<strong>en</strong>.<br />

5. gedraging<strong>en</strong> die rechtstreeks uiting gev<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> godsdi<strong>en</strong>st of lev<strong>en</strong>sovertuiging,<br />

zoals voedselvoorschrift<strong>en</strong> (bijvoorbeeld het verbod om vark<strong>en</strong>svlees te et<strong>en</strong> bij<br />

moslims <strong>en</strong> jod<strong>en</strong> of het verbod om rundvlees te et<strong>en</strong> bij Hindoes) <strong>en</strong><br />

kledingvoorschrift<strong>en</strong> (bijvoorbeeld het drag<strong>en</strong> van keppeltjes door jod<strong>en</strong>, de kapp<strong>en</strong><br />

van nonn<strong>en</strong>, de hoofddoek bij moslimvrouw<strong>en</strong>).<br />

De uitoef<strong>en</strong>ing van deze vrijhed<strong>en</strong> kan echter bij wet <strong>en</strong> soms bij lagere regeling<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> beperkt. Het spreekt voor zich dat die beperking<strong>en</strong> proportioneel moet<strong>en</strong> zijn <strong>en</strong><br />

de kern van de vrijheid niet t<strong>en</strong>iet mog<strong>en</strong> do<strong>en</strong>.<br />

3. Het gelijkheidsbeginsel<br />

De vrijheid van godsdi<strong>en</strong>st moet zoals elk grondrecht in sam<strong>en</strong>hang word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> met het<br />

gelijkheidsbeginsel zoals verwoord in artikel 1 Grondwet <strong>en</strong> met de scheiding van kerk <strong>en</strong><br />

staat (zie hierbov<strong>en</strong>).<br />

Artikel 1 Grondwet<br />

“All<strong>en</strong> die zich in Nederland bevind<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> in gelijke gevall<strong>en</strong> gelijk behandeld.<br />

Discriminatie weg<strong>en</strong>s godsdi<strong>en</strong>st, lev<strong>en</strong>sovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op<br />

welke grond dan ook, is niet toegestaan.”<br />

6


Op basis van de artikel<strong>en</strong> 6 <strong>en</strong> 1 Grondwet heeft de overheid de verplichting om:<br />

1. verschill<strong>en</strong>de godsdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> (ook de niet-christelijke) gelijk te behandel<strong>en</strong>;<br />

2. godsdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet-godsdi<strong>en</strong>stige lev<strong>en</strong>sbeschouwing<strong>en</strong> gelijk te behandel<strong>en</strong>;<br />

3. zich t<strong>en</strong> opzichte van het al dan niet aanhang<strong>en</strong> van godsdi<strong>en</strong>st of<br />

lev<strong>en</strong>sbeschouwing neutraal op te stell<strong>en</strong>;<br />

4. ge<strong>en</strong> voorkeur of afkeur uit te sprek<strong>en</strong> voor de e<strong>en</strong> of de andere godsdi<strong>en</strong>st of<br />

lev<strong>en</strong>sbeschouwing of e<strong>en</strong> richting daarbinn<strong>en</strong>;<br />

5. individu<strong>en</strong> of groep<strong>en</strong> niet te discriminer<strong>en</strong> op basis van hun godsdi<strong>en</strong>st of<br />

lev<strong>en</strong>sovertuiging.<br />

4. Het neutraliteitsbeginsel<br />

Wij hebb<strong>en</strong> tot nu toe gezi<strong>en</strong> dat drie beginsel<strong>en</strong> de verhouding tuss<strong>en</strong> godsdi<strong>en</strong>st <strong>en</strong><br />

overheid in Nederland beheers<strong>en</strong>, te wet<strong>en</strong>:<br />

1. Godsdi<strong>en</strong>stvrijheid: “de overheid garandeert dat de burgers vrijelijk hun<br />

godsdi<strong>en</strong>stige <strong>en</strong> lev<strong>en</strong>sbeschouwelijke overtuiging<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> aanhang<strong>en</strong> 9 ”.<br />

2. Gelijke behandeling: “de overheid spreekt ge<strong>en</strong> voorkeur uit voor e<strong>en</strong><br />

lev<strong>en</strong>sbeschouwing of religie bov<strong>en</strong> e<strong>en</strong> andere <strong>en</strong> burgers mog<strong>en</strong> niet word<strong>en</strong><br />

gediscrimineerd vanwege hun geloofsovertuiging of lev<strong>en</strong>sbeschouwing 10 ”.<br />

3. <strong>Scheiding</strong> van kerk <strong>en</strong> staat: “in de verhouding tuss<strong>en</strong> kerk <strong>en</strong> staat mag ge<strong>en</strong><br />

institutionele zegg<strong>en</strong>schap over <strong>en</strong> weer zijn, ev<strong>en</strong>min als rechtstreekse inhoudelijke<br />

zegg<strong>en</strong>schap” 11 .<br />

Maar er is e<strong>en</strong> vierde beginsel: de overheid, als verteg<strong>en</strong>woordiger van de hele sam<strong>en</strong>leving,<br />

moet t<strong>en</strong> opzichte van de godsdi<strong>en</strong>st ook neutraal zijn: wat t<strong>en</strong> opzichte van de één is<br />

toegestaan, moet ook t<strong>en</strong> opzichte van de ander word<strong>en</strong> toegestaan. Wat t<strong>en</strong> opzichte van de<br />

e<strong>en</strong> wordt verbod<strong>en</strong>, moet ook t<strong>en</strong> opzichte van de ander word<strong>en</strong> verbod<strong>en</strong>. De overheid mag<br />

ge<strong>en</strong> partij kiez<strong>en</strong>.<br />

Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan.<br />

Wij zull<strong>en</strong> hierna drie verschill<strong>en</strong>de uitwerking<strong>en</strong> van dit beginsel besprek<strong>en</strong>. Daar zal blijk<strong>en</strong><br />

dat context <strong>en</strong> maatschappijvisie tot op zekere hoogte e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong> bij de keuze die m<strong>en</strong> uit<br />

die verschill<strong>en</strong>de interpretaties maakt. Wij sprek<strong>en</strong> in deze notitie dan ook van “contextuele<br />

oordeelsvorming”<br />

De verschill<strong>en</strong>de maatschappelijke zi<strong>en</strong>swijz<strong>en</strong> op de plaats van de godsdi<strong>en</strong>st in de<br />

sam<strong>en</strong>leving zijn mede bepal<strong>en</strong>d voor de manier waarop invulling wordt gegev<strong>en</strong> aan het<br />

vierde begrip uit de opsomming van kernbeginsel<strong>en</strong>: de neutraliteit van de (lokale) overheid.<br />

Het begrip neutraliteit k<strong>en</strong>t verschill<strong>en</strong>de betek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>: zoals niet-gebond<strong>en</strong>, niet-partijdig,<br />

e<strong>en</strong> midd<strong>en</strong> positie innem<strong>en</strong>d, ge<strong>en</strong> sterke voorkeur/m<strong>en</strong>ing hebb<strong>en</strong>d <strong>en</strong> vrij van (mogelijk<br />

schadelijke) beïnvloeding. Deze verschill<strong>en</strong>de betek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in de discussie over<br />

scheiding van kerk <strong>en</strong> staat door elkaar gebruikt <strong>en</strong> schepp<strong>en</strong> daardoor verwarring.<br />

In navolging van Prof. Dr. Wibr<strong>en</strong> van der Burg, hoogleraar metajuridica aan de Universiteit<br />

van Tilburg, onderscheid<strong>en</strong> wij exclusieve, inclusieve <strong>en</strong> comp<strong>en</strong>ser<strong>en</strong>de neutraliteit. 12 :<br />

1. Exclusieve neutraliteit. Dit concept van neutraliteit komt overe<strong>en</strong> met het Franse<br />

systeem van ‘laïcité’. Lev<strong>en</strong>sbeschouwing <strong>en</strong> religie word<strong>en</strong> geheel uitgeslot<strong>en</strong> uit de<br />

publieke sfeer; die aldus “religie neutraal” is, d.w.z. vrij van beïnvloeding door/van<br />

religie. Religie is in deze maatschappijvisie e<strong>en</strong> privé aangeleg<strong>en</strong>heid, met als<br />

consequ<strong>en</strong>tie dat de publieke sfeer vrij di<strong>en</strong>t te zijn van religie. In het Nederlandse<br />

9 Idem<br />

10 Ibidem<br />

11 Bijsterveld, S. van (2007) In: WRR rapport Gelov<strong>en</strong> in het publieke domein. Verk<strong>en</strong>ning<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> dubbele<br />

transformatie. AUP, WRR Verk<strong>en</strong>ning<strong>en</strong>, Amsterdam.<br />

12 Van der Burg (2006) In: WRR (2007) Gelov<strong>en</strong> in het publieke domein. Verk<strong>en</strong>ning<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> dubbele<br />

transformatie. p. 45. AUP, WRR Verk<strong>en</strong>ning<strong>en</strong>, Amsterdam.<br />

7


staatsbestel <strong>en</strong> de Nederlandse maatschappelijke context heeft deze vorm van<br />

neutraliteit nimmer bestaan. Dat hangt sam<strong>en</strong> met het feit dat in Nederland ge<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong>kele geloofstroming of lev<strong>en</strong>sbeschouwing ooit de absolute meerderheid heeft<br />

g<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> – <strong>en</strong> daardoor ook niet kon afdwing<strong>en</strong> dat de ander<strong>en</strong> zich buit<strong>en</strong> het<br />

publieke domein hield<strong>en</strong>. Door de traditionele regeling in Grondwet, wet <strong>en</strong><br />

regelgeving van de verhouding tuss<strong>en</strong> godsdi<strong>en</strong>st(<strong>en</strong>) <strong>en</strong> overheid zoals hierbov<strong>en</strong><br />

uite<strong>en</strong>gezet wordt e<strong>en</strong> keuze (van de lokale overheid) voor deze vorm van neutraliteit<br />

uitgeslot<strong>en</strong> vanwege strijd met de wet.<br />

2. Inclusieve neutraliteit. Dit concept van neutraliteit komt voor in sam<strong>en</strong>leving<strong>en</strong> waarin<br />

individu<strong>en</strong> <strong>en</strong> groep<strong>en</strong> de vrijheid c.q. het recht hebb<strong>en</strong> om vanuit hun eig<strong>en</strong> religie of<br />

lev<strong>en</strong>sbeschouwing te sprek<strong>en</strong> <strong>en</strong> te handel<strong>en</strong>; ook in de publieke sfeer. Deze<br />

opvatting van neutraliteit eist van de overheid onpartijdigheid in de zin dat alle<br />

(erk<strong>en</strong>de) religies <strong>en</strong> lev<strong>en</strong>sovertuiging<strong>en</strong> gelijk word<strong>en</strong> behandeld. Inclusieve<br />

neutraliteit geeft ruimte aan culturele, religieuze <strong>en</strong> lev<strong>en</strong>beschouwelijk diversiteit van<br />

burgers. De overheid draagt zorg voor gelijke behandeling, biedt soms ondersteuning<br />

maar mag niet de <strong>en</strong>e religie of lev<strong>en</strong>sbeschouwing voorrang gev<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> de<br />

andere. Het Nederlandse stelsel is gebaseerd op deze vorm van neutraliteit.<br />

3. Comp<strong>en</strong>ser<strong>en</strong>de neutraliteit. Dit concept van neutraliteit geeft burgers ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s de<br />

ruimte om godsdi<strong>en</strong>st of lev<strong>en</strong>sbeschouwing te uit<strong>en</strong> <strong>en</strong> onderdeel te lat<strong>en</strong> zijn van<br />

de publieke sfeer, maar wat betreft de rol van de overheid gaat het e<strong>en</strong> stapje verder.<br />

Er kan e<strong>en</strong> taak voor de overheid weggelegd zijn, wanneer er sprake is van<br />

bijzondere omstandighed<strong>en</strong> die geleg<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zijn in historische of structurele<br />

ongelijkhed<strong>en</strong> of in maatschappelijke achterstand<strong>en</strong> van bepaalde godsdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> of<br />

lev<strong>en</strong>sbeschouwing<strong>en</strong>. Om de gelijkheid van alle godsdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

lev<strong>en</strong>sbeschouwing<strong>en</strong> daadwerkelijk te garander<strong>en</strong> kan de overheid in voorkom<strong>en</strong>de<br />

gevall<strong>en</strong> groep<strong>en</strong> die achterblijv<strong>en</strong> extra ondersteun<strong>en</strong>. De overheid zal die extra<br />

steun dan wel van geval tot geval moet<strong>en</strong> beargum<strong>en</strong>ter<strong>en</strong>, al kan m<strong>en</strong> prober<strong>en</strong><br />

daar beleid op te voer<strong>en</strong>: achterstelling of sociale cohesie kunn<strong>en</strong> dergelijke<br />

argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn. Er zijn in de rec<strong>en</strong>te Nederlandse geschied<strong>en</strong>is voorbeeld<strong>en</strong> van<br />

deze vorm van neutraliteit, zoals de geme<strong>en</strong>telijke subsidiëring van e<strong>en</strong><br />

kerkverzamelgebouw in Amsterdam Zuid Oost. Maar er kan ook gewez<strong>en</strong> word<strong>en</strong> op<br />

het “gelijktrekk<strong>en</strong>” van de humanistische zuil na de grondwetswijziging van 1983<br />

(to<strong>en</strong> de niet-godsdi<strong>en</strong>stige lev<strong>en</strong>sbeschouwing onder de werking van artikel 6 jo. 1<br />

Grondwet werd gebracht).<br />

In discussies over de plaats van de godsdi<strong>en</strong>st in de sam<strong>en</strong>leving <strong>en</strong> de wijze waarop<br />

godsdi<strong>en</strong>st <strong>en</strong> overheid zich tot elkaar moet<strong>en</strong> verhoud<strong>en</strong>, hang<strong>en</strong> sprekers <strong>en</strong> schrijvers<br />

bewust of onbewust onderscheid<strong>en</strong> maatschappijvisies <strong>en</strong> de daarmee sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>de visie<br />

op de neutraliteit van de overheid aan. Als dat onbewust gebeurt, kan zo’n discussie tot<br />

spraakverwarring leid<strong>en</strong> <strong>en</strong> kan het gebeur<strong>en</strong> dat t<strong>en</strong> onrechte het beginsel van de scheiding<br />

van kerk <strong>en</strong> staat als argum<strong>en</strong>t wordt gehanteerd.<br />

De discussie over het al dan niet subsidiër<strong>en</strong> van activiteit<strong>en</strong> van religieuze instelling<strong>en</strong> (zoals<br />

moskeekoepels <strong>en</strong> (migrant<strong>en</strong>)kerk<strong>en</strong> om geme<strong>en</strong>telijke beleidsdoelstelling<strong>en</strong> te realiser<strong>en</strong>) is<br />

e<strong>en</strong> goede casus om de verschill<strong>en</strong>de maatschappijvisies uite<strong>en</strong> te zett<strong>en</strong>.<br />

Bezi<strong>en</strong> vanuit e<strong>en</strong> visie van exclusieve neutraliteit van de overheid zou de (lokale) overheid<br />

zich verre di<strong>en</strong><strong>en</strong> te houd<strong>en</strong> van welke band tuss<strong>en</strong> kerk <strong>en</strong> staat dan ook. Godsdi<strong>en</strong>st <strong>en</strong><br />

lev<strong>en</strong>sbeschouwing hor<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel thuis in het privé domein <strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> niets in de publieke<br />

sfeer te zoek<strong>en</strong> – dat is het domein van de overheid. Financiering of het faciliter<strong>en</strong> van<br />

maatschappelijke activiteit<strong>en</strong> van religieuze instelling<strong>en</strong> is in deze visie ge<strong>en</strong> taak van de<br />

overheid maar louter e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> verantwoordelijkheid van deze instelling<strong>en</strong>. Religie hoort thuis<br />

in het privé domein. Overheidssubsidie aan activiteit<strong>en</strong> van moskeekoepels of<br />

(migrant<strong>en</strong>)kerk<strong>en</strong> sluit<strong>en</strong> niet aan bij deze maatschappijvisie.<br />

In de inclusieve visie op neutraliteit van de overheid staat niet de vraag c<strong>en</strong>traal wat binn<strong>en</strong><br />

het privé <strong>en</strong> publieke domein valt, maar gaat het om e<strong>en</strong> gelijke <strong>en</strong> proportionele behandeling<br />

van verschill<strong>en</strong>de religies <strong>en</strong> lev<strong>en</strong>sovertuiging<strong>en</strong> die recht hebb<strong>en</strong> om zich in het publieke<br />

domein te manifester<strong>en</strong>. Vanuit deze visie di<strong>en</strong>t de overheid in gelijke mate ruimte te gev<strong>en</strong><br />

aan alle religieuze <strong>en</strong> lev<strong>en</strong>sbeschouwelijke groep<strong>en</strong>. Subsidiëring van activiteit<strong>en</strong> van<br />

moskeekoepels of (migrant<strong>en</strong>)kerk<strong>en</strong> is mogelijk, zolang de activiteit<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de<br />

8


eleidsdoelstelling<strong>en</strong> van de overheid pass<strong>en</strong>, de <strong>en</strong>e religieuze groepering ge<strong>en</strong> voorrang<br />

krijgt op de andere, <strong>en</strong> gelijksoortige activiteit<strong>en</strong> van andere (niet-religieuze) groepering<strong>en</strong><br />

gelijk word<strong>en</strong> behandeld.<br />

De comp<strong>en</strong>ser<strong>en</strong>de visie op neutraliteit van de overheid gaat ervan uit dat de overheid vanuit<br />

het gelijkheidsbeginsel de mogelijkheid heeft voorwaard<strong>en</strong> te schepp<strong>en</strong> zodat alle religieuze<br />

<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>sbeschouwelijke groep<strong>en</strong> in de sam<strong>en</strong>leving gelijk geëquipeerd zijn om aan het<br />

maatschappelijke verkeer deel te kunn<strong>en</strong> nem<strong>en</strong>. Deze interpretatie van gelijke behandeling<br />

staat de overheid toe de <strong>en</strong>e groep meer te ondersteun<strong>en</strong> dan de andere omdat er sprake is<br />

van bijzondere omstandighed<strong>en</strong> of van e<strong>en</strong> historische of structurele ongelijkheid die<br />

rechtgetrokk<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong>. Subsidiëring van (de activiteit<strong>en</strong> van) moskeekoepels <strong>en</strong>/of<br />

(migrant<strong>en</strong>)kerk<strong>en</strong> zijn e<strong>en</strong> instrum<strong>en</strong>t in deze maatschappijvisie om ongelijkheid weg te<br />

nem<strong>en</strong> <strong>en</strong> iedere<strong>en</strong>, ongeacht religieuze of lev<strong>en</strong>sbeschouwelijke achtergrond volwaardig<br />

deel te lat<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> aan de sam<strong>en</strong>leving; dergelijke subsidiëring kan t<strong>en</strong> goede kom<strong>en</strong> aan<br />

de sociale cohesie binn<strong>en</strong> de sam<strong>en</strong>leving.<br />

5. De Amsterdamse context; beleid <strong>en</strong> politiek.<br />

In dit hoofdstuk zull<strong>en</strong> wij uite<strong>en</strong>zett<strong>en</strong> welke conclusies <strong>en</strong> voorkeur<strong>en</strong> het College uit de<br />

toepassing van deze vier beginsel<strong>en</strong> in de Amsterdamse context trekt.<br />

Inclusieve neutraliteit<br />

Het stelsel van onze Grondwet, wet <strong>en</strong> regelgeving, waarin de vier beginsel<strong>en</strong> van vrijheid<br />

van godsdi<strong>en</strong>st, gelijkheidsbeginsel, scheiding van kerk <strong>en</strong> staat <strong>en</strong> neutraliteit van de<br />

overheid de verhouding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> godsdi<strong>en</strong>st(<strong>en</strong>) <strong>en</strong> overheid bepal<strong>en</strong>, gaat uit van de<br />

veronderstelling dat Nederland e<strong>en</strong> pluriforme, heterog<strong>en</strong>e, diverse sam<strong>en</strong>leving is, waarin<br />

ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele groepering domineert: Nederland was altijd e<strong>en</strong> land van minderhed<strong>en</strong>. Vroeger<br />

manifesteerde deze heterog<strong>en</strong>iteit <strong>en</strong> pluriformiteit zich in het zuil<strong>en</strong>systeem; teg<strong>en</strong>woordig<br />

zijn lifestyle <strong>en</strong> individuele expressie de toverwoord<strong>en</strong> die de diversiteit van de Nederlandse<br />

sam<strong>en</strong>leving marker<strong>en</strong>. In onze sam<strong>en</strong>leving manifester<strong>en</strong> individu<strong>en</strong> <strong>en</strong> groep<strong>en</strong> zich door<br />

allerhande activiteit<strong>en</strong>, waaronder ook die met e<strong>en</strong> religieuze of lev<strong>en</strong>sbeschouwelijke<br />

grondslag.<br />

In e<strong>en</strong> dergelijke pluriforme sam<strong>en</strong>leving is er niet per definitie cons<strong>en</strong>sus over belangrijke<br />

vraagstukk<strong>en</strong> voor individu <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>leving. Wel moet de vraag word<strong>en</strong> beantwoord hoe e<strong>en</strong><br />

verzameling groep<strong>en</strong> <strong>en</strong> individu<strong>en</strong> met fundam<strong>en</strong>teel andere gelov<strong>en</strong>, lev<strong>en</strong>sbeschouwing<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>swijz<strong>en</strong> met elkaar kunn<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>lev<strong>en</strong>. De Nederlandse staat heeft het antwoord<br />

gezocht in het in gelijke mate ruimte bied<strong>en</strong> aan individu<strong>en</strong> <strong>en</strong> groep<strong>en</strong> om verschill<strong>en</strong>de<br />

(lev<strong>en</strong>s)visies te articuler<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarnaar te lev<strong>en</strong> – zolang m<strong>en</strong> zich aan de regels van de<br />

rechtstaat houdt.<br />

De juridische inrichting van Nederland garandeert met haar wett<strong>en</strong> <strong>en</strong> regels dat er ruimte is<br />

voor al die verschill<strong>en</strong>de individu<strong>en</strong>, groepering<strong>en</strong> <strong>en</strong> activiteit<strong>en</strong> die gezam<strong>en</strong>lijk de diverse<br />

sam<strong>en</strong>leving uitmak<strong>en</strong>. Bij e<strong>en</strong> dergelijke inrichting is e<strong>en</strong> inclusieve visie op neutraliteit de<br />

grondslag.<br />

Ons College volgt in de regel de in de Nederlandse sam<strong>en</strong>leving gangbare maatschappijvisie<br />

van e<strong>en</strong> inclusieve neutraliteit van de (lokale )overheid. In voorkom<strong>en</strong>de gevall<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> er<br />

zich omstandighed<strong>en</strong> voordo<strong>en</strong> waarbij de maatschappijvisie van de comp<strong>en</strong>ser<strong>en</strong>de<br />

neutraliteit ook voor ons College de meest geëig<strong>en</strong>de is. Zoals hiervoor betoogd zal e<strong>en</strong><br />

keuze voor comp<strong>en</strong>ser<strong>en</strong>de neutraliteit telk<strong>en</strong>s opnieuw moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beargum<strong>en</strong>teerd.<br />

E<strong>en</strong> keuze voor exclusieve neutraliteit van de overheid is voor de geme<strong>en</strong>telijke overheid niet<br />

aan de orde, alle<strong>en</strong> al omdat die binn<strong>en</strong> ons rechtsbestel strijd met de wet <strong>en</strong> aantasting van<br />

grondrecht<strong>en</strong> oplevert.<br />

Bov<strong>en</strong>staande keuze van ons College wordt niet uitsluit<strong>en</strong>d ingegev<strong>en</strong> door de hierbov<strong>en</strong><br />

beschrev<strong>en</strong> rechtstatelijke argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> maar ook door emancipatorische <strong>en</strong><br />

integratiedoeleind<strong>en</strong>.<br />

9


De positie van de islam<br />

Bij diverse maatschappelijke <strong>en</strong> politieke discussies zijn er tal van voorbeeld<strong>en</strong> waarbij het<br />

beginsel scheiding van kerk <strong>en</strong> staat impliciet <strong>en</strong> expliciet e<strong>en</strong> belangrijke rol speelt. E<strong>en</strong><br />

willekeurig lijstje van thema’s die het afgelop<strong>en</strong> jaar (2007-2008) in Amsterdam speeld<strong>en</strong>:<br />

- subsidiëring c<strong>en</strong>trum voor islamitische cultuur Marhaba;<br />

- eis van woningbouwver<strong>en</strong>iging <strong>en</strong> stadsdeel voor sam<strong>en</strong>werking met Milli Gorus bij<br />

bouw Westermoskee dat zij e<strong>en</strong> liberale richting zoud<strong>en</strong> aanhang<strong>en</strong>;<br />

- inschakel<strong>en</strong> door geme<strong>en</strong>te Amsterdam van orthodoxe moslim gezinscoach die ge<strong>en</strong><br />

hand geeft aan vrouw<strong>en</strong><br />

- conv<strong>en</strong>ant Uil<strong>en</strong>burgersjoel dat mogelijk maakt dat gebouw weer als sjoel kan<br />

word<strong>en</strong> gebruikt<br />

- subsidiëring groot onderhoud <strong>en</strong> bescherming cultureel erfgoed Portugese synagoge<br />

- gebruikmaking van religieuze (moslim) infrastructuur <strong>en</strong> person<strong>en</strong> om mogelijk<br />

ontspor<strong>en</strong>de/radicaliser<strong>en</strong>de jonger<strong>en</strong> weer op het rechte spoor te krijg<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

veiligheidsrisico’s te verklein<strong>en</strong>;<br />

- subsidiëring Pinksterfestival door geme<strong>en</strong>te Amsterdam;<br />

- de discussie over hoofddoek<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoofddeksels in de klas<br />

- geme<strong>en</strong>telijke bemoei<strong>en</strong>is met (het onderwijs op) islamitische schol<strong>en</strong>.<br />

Wie naar het bov<strong>en</strong>staande lijstje kijkt moet tot de conclusie kom<strong>en</strong> dat het debat over de<br />

verhouding tuss<strong>en</strong> kerk <strong>en</strong> staat vooral is ingegev<strong>en</strong> door de komst van de islam op grotere<br />

schaal in ons land. Dat is niet verwonderlijk, zoals wij al in de inleiding constateerd<strong>en</strong>: de<br />

snelle opkomst van de islam heeft tal van vrag<strong>en</strong> opgeroep<strong>en</strong> <strong>en</strong> soms tot ongerustheid<br />

geleid. Daarbij doet één vraag zich promin<strong>en</strong>t voor: wat is de plaats van de islam in de<br />

Nederlandse sam<strong>en</strong>leving <strong>en</strong> hoe moet<strong>en</strong> de Nederlandse overheid <strong>en</strong> de islam zich tot<br />

elkaar verhoud<strong>en</strong>? En in het verl<strong>en</strong>gde daarvan: zijn er argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> om de islam anders te<br />

behandel<strong>en</strong> dan volg<strong>en</strong>s de vier beschrev<strong>en</strong> kernbeginsel<strong>en</strong> die in Nederland de verhouding<br />

tuss<strong>en</strong> godsdi<strong>en</strong>st <strong>en</strong> overheid bepal<strong>en</strong>?<br />

In de maatschappelijke discussie wordt wel e<strong>en</strong>s betoogd dat daartoe red<strong>en</strong><strong>en</strong> zijn omdat de<br />

islam e<strong>en</strong> wereldgodsdi<strong>en</strong>st is die van huis uit is ingericht als e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>heid van staat <strong>en</strong> ‘kerk’,<br />

waarin zelfs het begripsmatige onderscheid tuss<strong>en</strong> beide nauwelijks valt te mak<strong>en</strong>. “Zuivere”<br />

gelovig<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> vanuit de oorsprong van de islam bered<strong>en</strong>er<strong>en</strong> dat zij de (Nederlandse)<br />

overheid niet erk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. En de angst bestaat dat ook minder extreme moslims e<strong>en</strong> overheid<br />

die zich niet door de islam laat leid<strong>en</strong> desnoods pragmatisch aanvaard<strong>en</strong>, maar ervan af<br />

will<strong>en</strong> zodra die mogelijkheid zich zou voordo<strong>en</strong>.<br />

Daar kan m<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>over stell<strong>en</strong> dat de Nederlandse overheid zich niet moet lat<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> door<br />

angst, maar zich met overtuiging moet blijv<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> achter zijn eig<strong>en</strong> beginsel<strong>en</strong>, zoals in<br />

deze notitie beschrev<strong>en</strong>. Alle godsdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet-godsdi<strong>en</strong>stige lev<strong>en</strong>sovertuiging<strong>en</strong><br />

hebb<strong>en</strong> op grond van deze beginsel<strong>en</strong>,binn<strong>en</strong> het kader van de rechtstaat hun eig<strong>en</strong> ruimte,,<br />

zoals zij géén ruimte krijg<strong>en</strong> wanneer hun activiteit<strong>en</strong> niet pass<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de rechtstaat. In dat<br />

geval moet de overheid daar uiteraard teg<strong>en</strong> optred<strong>en</strong>.<br />

Ons College kiest voor die laatste b<strong>en</strong>adering: geef de islam e<strong>en</strong>zelfde positie als andere<br />

godsdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> <strong>en</strong> lev<strong>en</strong>sovertuiging<strong>en</strong> in de Nederlandse sam<strong>en</strong>leving.<br />

Daarmee is de positie van de islam weliswaar afgebak<strong>en</strong>d, maar zijn vanzelfsprek<strong>en</strong>d niet<br />

alle problem<strong>en</strong> opgelost. Doordat de islam in onze sam<strong>en</strong>leving òòk zijn plaats vraagt in de<br />

publieke ruimte, moet die concurrer<strong>en</strong> met de plaats die ander<strong>en</strong> in diezelfde publieke ruimte<br />

vrag<strong>en</strong>. Dat kan bots<strong>en</strong>, zeker wanneer er sprake is van sterk met de islam verbond<strong>en</strong><br />

culturele uiting<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarmee sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>de gevoelde groepsdruk, die tot uitdrukking kan<br />

kom<strong>en</strong> in gedrag dat door ander<strong>en</strong> weer gevoeld wordt als e<strong>en</strong> aantasting van hùn<br />

10


verworv<strong>en</strong>hed<strong>en</strong>: het al dan niet hand<strong>en</strong> schudd<strong>en</strong> is daarvan e<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong>d voorbeeld. Ook<br />

e<strong>en</strong> problematiek als de eerwraak, die in sommige moslimkring<strong>en</strong> voorkomt <strong>en</strong> in e<strong>en</strong> land als<br />

Nederland strafbaar <strong>en</strong> onaanvaardbaar is, kan in dit verband g<strong>en</strong>oemd word<strong>en</strong>.<br />

Die botsing is des te sterker, zoals wij eerder in de inleiding constateerd<strong>en</strong>, doordat vel<strong>en</strong> in<br />

Nederland e<strong>en</strong> ontwikkeling in de richting van veel grotere individualisering hebb<strong>en</strong><br />

doorgemaakt, die juist gericht was tèg<strong>en</strong> groepsdruk. Dat maakt de aanwezigheid van<br />

geme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> sterke groepscultuur des te lastiger te aanvaard<strong>en</strong>.<br />

Erbij Hor<strong>en</strong> <strong>en</strong> Meedo<strong>en</strong><br />

Met het verschijn<strong>en</strong> van de Nota Erbij hor<strong>en</strong> <strong>en</strong> meedo<strong>en</strong> 13 in 2003 heeft de geme<strong>en</strong>te<br />

Amsterdam haar Diversiteitbeleid gecompleteerd door uitgangspunt<strong>en</strong> voor Integratiebeleid te<br />

b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong>. In de nota staat dat integratie e<strong>en</strong> kwestie is van “erbij hor<strong>en</strong> <strong>en</strong> meedo<strong>en</strong>”.<br />

Integratie is dus e<strong>en</strong> zaak van iedere Amsterdammer, autochtoon <strong>en</strong> allochtoon. In deze nota<br />

wordt ook weergegev<strong>en</strong> welke taak de geme<strong>en</strong>te Amsterdam voor zichzelf ziet weggelegd in<br />

relatie tot haar burgers. Zowel de eig<strong>en</strong> verantwoordelijkheid van burgers als de<br />

verantwoordelijkheid van de lokale overheid word<strong>en</strong> b<strong>en</strong>oemd.<br />

De verantwoordelijkheid van de lokale overheid wordt daarin als volgt omschrev<strong>en</strong>:<br />

“(…) steun gev<strong>en</strong> aan <strong>en</strong> de dialoog aangaan met organisaties <strong>en</strong> verband<strong>en</strong> van burgers<br />

die:<br />

- het “erbij hor<strong>en</strong>” <strong>en</strong> meedo<strong>en</strong> (dus: integratie) van e<strong>en</strong> bevolkingsgroep bevorder<strong>en</strong>,<br />

<strong>en</strong>/of;<br />

- het vertrouw<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> bevolkingsgroep<strong>en</strong> onderling versterk<strong>en</strong>, <strong>en</strong>/of;<br />

- uitnodig<strong>en</strong> tot participatie in de sam<strong>en</strong>leving in di<strong>en</strong>st van ander<strong>en</strong>.<br />

Dit kunn<strong>en</strong> zowel seculiere als religieuze <strong>en</strong> zowel gem<strong>en</strong>gde als etnische organisaties<br />

zijn – als ze maar de integratie bevorder<strong>en</strong>.” 14<br />

De nota ‘Erbij hor<strong>en</strong> <strong>en</strong> meedo<strong>en</strong>’ is relevant omdat het de geme<strong>en</strong>te Amsterdam<br />

positioneerde in de discussies waar het beginsel scheiding van kerk <strong>en</strong> staat e<strong>en</strong> belangrijke<br />

rol speelt. De nota geeft aan welke keuze ons College heeft gemaakt: de houding van de<br />

overheid t<strong>en</strong> opzichte van moslims is dezelfde als die t<strong>en</strong> opzichte van niet-moslims: de<br />

overheid heeft de plicht om <strong>en</strong>erzijds uitoef<strong>en</strong>ing van hun fundam<strong>en</strong>tele recht<strong>en</strong> te faciliter<strong>en</strong>,<br />

<strong>en</strong> anderzijds de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> van de wet te handhav<strong>en</strong>.<br />

Ons College draagt in het kader van het integratiebeleid in woord <strong>en</strong> daad e<strong>en</strong> inclusieve – <strong>en</strong><br />

in voorkom<strong>en</strong>de gevall<strong>en</strong> e<strong>en</strong> comp<strong>en</strong>ser<strong>en</strong>de – maatschappijvisie uit, waarbij <strong>en</strong>erzijds de<br />

uitoef<strong>en</strong>ing van fundam<strong>en</strong>tele grondrecht<strong>en</strong> van alle Amsterdammers wordt gefaciliteerd <strong>en</strong><br />

anderzijds gebruik wordt gemaakt van de brede, diverse sociaal- maatschappelijke<br />

infrastructuur (<strong>en</strong> dus ook de religieuze) in de stad om haar beleidsdoelstelling<strong>en</strong> te<br />

verwez<strong>en</strong>lijk<strong>en</strong>.<br />

6. Twee uitgewerkte voorbeeld<strong>en</strong><br />

Erfpachtconstructies<br />

In de geme<strong>en</strong>teraad is het nodige te do<strong>en</strong> geweest over de erfpachtconstructie om de bouw<br />

van de Westermoskee mogelijk te mak<strong>en</strong>. Zeker, de discussie ging ook <strong>en</strong> terecht over de<br />

vraag of de geme<strong>en</strong>teraad daarover voldo<strong>en</strong>de was ingelicht, maar daar gaat het ons hier in<br />

eerste aanleg niet om. Ons gaat het om de vraag of de gekoz<strong>en</strong> constructie aanvaardbaar is<br />

in het licht van de discussie over de scheiding van kerk <strong>en</strong> staat. Mede naar aanleiding<br />

hiervan is in de geme<strong>en</strong>teraadsvergadering van 11 juni 2007 gedebatteerd over de indirecte<br />

tegemoetkoming in de kost<strong>en</strong> van de Church of P<strong>en</strong>tecost in Zuid-Oost in 1991 door de<br />

erfpacht canon naar b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> bij te stell<strong>en</strong> om de vaste last<strong>en</strong> van de kerk draaglijk te mak<strong>en</strong>.<br />

Er zijn in het (rec<strong>en</strong>te) verled<strong>en</strong> nog andere voorbeeld<strong>en</strong> te vind<strong>en</strong> waarbij de geme<strong>en</strong>te<br />

Amsterdam e<strong>en</strong> lagere canon voor de uitgifte in erfpacht in rek<strong>en</strong>ing heeft gebracht bij<br />

13<br />

Erbij hor<strong>en</strong> <strong>en</strong> meedo<strong>en</strong>. Uitgangspunt<strong>en</strong> voor integratie in de geme<strong>en</strong>te Amsterdam, Geme<strong>en</strong>teblad afd.1 nr. 214,<br />

2003.<br />

14<br />

Geme<strong>en</strong>te Amsterdam (2003) ‘Erbij hor<strong>en</strong> <strong>en</strong> meedo<strong>en</strong>’ p. 10<br />

11


verschill<strong>en</strong>de religieuze organisaties, zowel kerk<strong>en</strong>, tempels als moskeeën. Het betreft in<br />

ieder geval ti<strong>en</strong> gevall<strong>en</strong> in de periode 1967 – 2007.<br />

Hoe verhoud<strong>en</strong> dergelijke erfpachtconstructies zich in het licht van de verhouding kerk <strong>en</strong><br />

staat?<br />

Uit deze notitie blijkt dat dit principe toeziet op twee ding<strong>en</strong>: in de verhouding tuss<strong>en</strong> kerk <strong>en</strong><br />

staat mag er ge<strong>en</strong> institutionele zegg<strong>en</strong>schap over <strong>en</strong> weer zijn, ev<strong>en</strong>min als rechtstreekse<br />

inhoudelijke zegg<strong>en</strong>schap. Dat is hier niet aan de orde.<br />

Dan is het de vraag of de geme<strong>en</strong>te in deze gevall<strong>en</strong> anders heeft gehandeld dan bij andere<br />

instelling<strong>en</strong> c.q. initiatiev<strong>en</strong>. Ofwel: is hier sprake van e<strong>en</strong> (onterechte) uitzonderingspositie<br />

t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van religieuze instelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> is het feit dat het hier om dergelijke instelling<strong>en</strong><br />

gaat eig<strong>en</strong>lijk wel van belang? Het antwoord hierop is ontk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>d. Erfpachtconstructies zijn<br />

in het algeme<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beproefd beleidsmiddel van de geme<strong>en</strong>te Amsterdam om gew<strong>en</strong>ste<br />

bouwactiviteit<strong>en</strong> in Amsterdam te realiser<strong>en</strong>.<br />

Er is bij de opstelling van deze notitie gericht gezocht naar voorbeeld<strong>en</strong> van gebedshuiz<strong>en</strong><br />

e.d. waarvoor e<strong>en</strong> erfpachtconstructie is toegepast. In die zoektocht kwam<strong>en</strong> talloze gevall<strong>en</strong><br />

voorbij waarbij de geme<strong>en</strong>te op vergelijkbare wijze gehandeld heeft zonder dat er religieuze<br />

organisaties bij betrokk<strong>en</strong> war<strong>en</strong>.<br />

Het algem<strong>en</strong>e uitgangspunt is dat de geme<strong>en</strong>te Amsterdam maatschappelijke<br />

(bouw)activiteit<strong>en</strong> (met goedkeuring van de geme<strong>en</strong>teraad!) kan faciliter<strong>en</strong> wanneer<br />

geme<strong>en</strong>telijke beleidsdoelstelling<strong>en</strong> daarmee word<strong>en</strong> gedi<strong>en</strong>d.<br />

In principe zijn er ge<strong>en</strong> red<strong>en</strong><strong>en</strong> waarom gebedshuiz<strong>en</strong> uitgeslot<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

van dit beleid: het argum<strong>en</strong>t dat het principe van scheiding kerk <strong>en</strong> staat geschond<strong>en</strong> wordt,<br />

is immers niet aan de orde. Het argum<strong>en</strong>t van gelijke behandeling wel, <strong>en</strong> dat wijst in de<br />

richting dat het wel geoorloofd is.<br />

Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> kan de overweging e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong> om activiteit<strong>en</strong> te faciliter<strong>en</strong> om gelijke<br />

behandeling te garander<strong>en</strong>, zeker wanneer het activiteit<strong>en</strong> van organisaties betreft die in e<strong>en</strong><br />

maatschappelijke achterstandpositie verker<strong>en</strong>. Dan komt het beginsel van de comp<strong>en</strong>ser<strong>en</strong>de<br />

neutraliteit om de hoek kijk<strong>en</strong>. Daarvan hebb<strong>en</strong> wij eerder gezegd dat dat telk<strong>en</strong>s opnieuw<br />

van argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong>. Des te meer red<strong>en</strong> om achteraf te betreur<strong>en</strong> dat die<br />

vraag t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de Westermoskee indertijd niet uitdrukkelijk aan de geme<strong>en</strong>teraad is<br />

voorgelegd.<br />

Aanpak radicalisering<br />

In voorkom<strong>en</strong>de gevall<strong>en</strong> kan de geme<strong>en</strong>telijke overheid ertoe besluit<strong>en</strong> om m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />

werkzaam bij kerk<strong>en</strong>, moskeeën e.d. of bij instelling<strong>en</strong> op confessionele grondslag of<br />

individu<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> duidelijke religieuze, ideologische of lev<strong>en</strong>sbeschouwelijke overtuiging in<br />

te zett<strong>en</strong> om specifieke geme<strong>en</strong>telijke beleidsdoelstelling<strong>en</strong> te realiser<strong>en</strong>. Dat gebeurt<br />

bijvoorbeeld bij de aanpak van radicaliser<strong>en</strong>de jonger<strong>en</strong> in Amsterdam. Jonger<strong>en</strong> die in e<strong>en</strong><br />

proces van radicalisering zitt<strong>en</strong> (moslims, maar ook extreem rechtse jonger<strong>en</strong>) zijn vaak zeer<br />

moeilijk bereikbaar. Alle<strong>en</strong> met behulp van e<strong>en</strong> specifiek religieus of ideologisch discours<br />

kunn<strong>en</strong> deze jonger<strong>en</strong> weer word<strong>en</strong> teruggehaald uit hun sociale isolem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> weer word<strong>en</strong><br />

betrokk<strong>en</strong> bij de sam<strong>en</strong>leving. Deze aanpak komt aan de orde in de door de geme<strong>en</strong>teraad<br />

vastgestelde nota ‘Amsterdam teg<strong>en</strong> radicalisering’.<br />

Aan de orde is de vraag of deze aanpak zich verdraagt met het principe van scheiding van<br />

kerk <strong>en</strong> staat. Zoals in deze notitie is verwoord slaat het principe van scheiding van kerk <strong>en</strong><br />

staat op twee kwesties: in de verhouding tuss<strong>en</strong> kerk <strong>en</strong> staat mag ge<strong>en</strong> institutionele<br />

zegg<strong>en</strong>schap over <strong>en</strong> weer zijn, ev<strong>en</strong>min als rechtstreekse inhoudelijke zegg<strong>en</strong>schap<br />

Bij inschakeling van organisaties <strong>en</strong> person<strong>en</strong> zoals bov<strong>en</strong> omschrev<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> betoogd<br />

dat dit principe niet wordt geschond<strong>en</strong>. Duidelijk is dat er ge<strong>en</strong> sprake is van institutionele<br />

bemoei<strong>en</strong>is over <strong>en</strong> weer.<br />

Ons College gaat ervan uit dat het principe van scheiding van kerk <strong>en</strong> staat met<br />

bov<strong>en</strong>geschetste aanpak teg<strong>en</strong> radicalisering niet wordt geschond<strong>en</strong>. We kunn<strong>en</strong> vaststell<strong>en</strong><br />

dat het bij die aanpak gaat om het legg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> contact c.q. het aangaan van e<strong>en</strong><br />

12


overe<strong>en</strong>komst tuss<strong>en</strong> overheid <strong>en</strong> instelling<strong>en</strong> of individu<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> confessionele grondslag<br />

c.q. e<strong>en</strong> inschakeling van de in de stad aanwezige (religieuze) infrastructuur door de overheid<br />

om e<strong>en</strong> derde (die mogelijk radicaliseert) tot e<strong>en</strong> ander gedrag te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Dat mag. De<br />

scheiding van kerk <strong>en</strong> staat verzet zich hier niet teg<strong>en</strong>.<br />

Dan de vraag of dit contact mag leid<strong>en</strong> tot subsidiëring van g<strong>en</strong>oemde activiteit<strong>en</strong>.<br />

Zoals in deze notitie is uite<strong>en</strong>gezet, verzet het beginsel van scheiding van kerk <strong>en</strong> staat zich<br />

niet teg<strong>en</strong> overheidssubsidiëring van maatschappelijke activiteit<strong>en</strong> van kerk<strong>en</strong> of instelling<strong>en</strong><br />

op confessionele grondslag. Daarover bestaat in Nederland brede overe<strong>en</strong>stemming als het<br />

gaat om activiteit<strong>en</strong> op het gebied van onderwijs, welzijn, maatschappelijk werk,<br />

hulpverl<strong>en</strong>ing, gezondheidszorg, etc.<br />

E<strong>en</strong> dergelijke cons<strong>en</strong>sus moet nog word<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> als het gaat om het subsidiër<strong>en</strong> van<br />

activiteit<strong>en</strong> gericht op het bestrijd<strong>en</strong> van radicalisering. Dit is immers e<strong>en</strong> nieuw beleidsterrein.<br />

Dat geldt ook voor de subsidiëring van door derd<strong>en</strong> op dit vlak aangebod<strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> zoals<br />

e<strong>en</strong> op de Koran gebaseerd appèl op radicaliser<strong>en</strong>de jonger<strong>en</strong>. Het is zoek<strong>en</strong> <strong>en</strong> pionier<strong>en</strong> bij<br />

de strijd teg<strong>en</strong> radicalisering. Wanneer vanuit het oogpunt van veiligheid wordt beslot<strong>en</strong> dat<br />

e<strong>en</strong> interv<strong>en</strong>tie bij e<strong>en</strong> radicaliser<strong>en</strong>de jongere noodzakelijk is, gaat de afweging over de<br />

vraag met welk middel de veiligheid het beste is gedi<strong>en</strong>d. In voorkom<strong>en</strong>de gevall<strong>en</strong> kan dat<br />

zijn door het inschakel<strong>en</strong> van de zog<strong>en</strong>oemde religieuze infrastructuur. Daar is in Amsterdam<br />

onder goedkeuring van de Geme<strong>en</strong>teraad, voor gekoz<strong>en</strong>. Amsterdam loopt met dit beleid<br />

landelijk <strong>en</strong> in Europees verband voorop. Wellicht is deze vorm van interv<strong>en</strong>tie het beste te<br />

vergelijk<strong>en</strong> met drugshulpverl<strong>en</strong>ing op christelijke grondslag waarbij m<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> beroep op<br />

de Heer tot afkick<strong>en</strong> wordt gestimuleerd.<br />

7. Conclusies<br />

Uit het bov<strong>en</strong>staande blijkt dat het beginsel van scheiding van kerk <strong>en</strong> staat niet de hele<br />

lading dekt als het gaat om vraagstukk<strong>en</strong> die te mak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> met hoe godsdi<strong>en</strong>st <strong>en</strong><br />

overheid zich tot elkaar verhoud<strong>en</strong>. De scheiding van kerk <strong>en</strong> staat is slechts één van de vier<br />

beginsel<strong>en</strong> (sam<strong>en</strong> met de vrijheid van godsdi<strong>en</strong>st, het gelijkheidsbeginsel <strong>en</strong> de neutraliteit<br />

van de overheid) die de verhouding tuss<strong>en</strong> de overheid <strong>en</strong> de godsdi<strong>en</strong>st(<strong>en</strong>) in Nederland<br />

beheers<strong>en</strong>. Het is van groot belang deze vier principes in onderlinge sam<strong>en</strong>hang scherp voor<br />

og<strong>en</strong> te houd<strong>en</strong>; ze bied<strong>en</strong> ruimte aan de pluriformiteit in de sam<strong>en</strong>leving, aan onze<br />

sam<strong>en</strong>leving van minderhed<strong>en</strong>.<br />

Wanneer het beginsel van scheiding van kerk <strong>en</strong> staat in sam<strong>en</strong>hang met de drie andere<br />

principes wordt bezi<strong>en</strong>, wordt duidelijk wat er niet onder wordt begrep<strong>en</strong> <strong>en</strong> waarteg<strong>en</strong> het<br />

beginsel zich niet verzet. Zo verzet het beginsel van scheiding van kerk <strong>en</strong> staat zich niet<br />

teg<strong>en</strong> elke betrekking met of elke vorm van steunverl<strong>en</strong>ing aan kerk<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of instelling<strong>en</strong> op<br />

religieuze of lev<strong>en</strong>sbeschouwelijke aard. Overleg of dialoog tuss<strong>en</strong> overheid <strong>en</strong> kerk<strong>en</strong> of<br />

religieuze organisaties wordt niet door het beginsel van scheiding van kerk <strong>en</strong> staat<br />

uitgeslot<strong>en</strong>.<br />

Het beginsel van de scheiding van kerk <strong>en</strong> staat verzet zich ev<strong>en</strong>min teg<strong>en</strong> financiële band<strong>en</strong><br />

tuss<strong>en</strong> kerk <strong>en</strong> staat. In teg<strong>en</strong>deel. Om iedere<strong>en</strong> in de geleg<strong>en</strong>heid te kunn<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> vrijheid<br />

van godsdi<strong>en</strong>st te belijd<strong>en</strong> kan het voorkom<strong>en</strong> dat de overheid daarvoor extra faciliteit<strong>en</strong><br />

biedt, zolang de overheid zich maar neutraal opstelt <strong>en</strong> opereert binn<strong>en</strong> de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> van het<br />

gelijkheidsbeginsel. 15 Het gaat bij toepassing van het beginsel van scheiding van kerk <strong>en</strong><br />

staat niet zozeer om de mate van scheiding tuss<strong>en</strong> kerk <strong>en</strong> staat, maar om de neutraliteit van<br />

de staat t<strong>en</strong> opzichte van religie 16 . Deze conclusie geldt uitdrukkelijk ook met betrekking tot<br />

de islam. De vier principes leid<strong>en</strong> in de praktijk tot e<strong>en</strong> contextuele oordeelsvorming. Deze<br />

oordeelsvorming zal altijd e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>spel zijn van toetsing aan het rechtsstatelijke kader <strong>en</strong><br />

de maatschappijvisie die het college voorstaat gecombineerd met specifieke<br />

beleidsdoelstelling<strong>en</strong>. Deze maatschappijvisie komt vooral tot uitdrukking in de opvatting over<br />

neutraliteit van de staat. Het College volgt in de regel de visie van e<strong>en</strong> inclusieve neutraliteit<br />

15<br />

Vesseur, M. (2006) <strong>Notitie</strong> scheiding kerk <strong>en</strong> staat, p.4. Directie Juridische Zak<strong>en</strong>, bestuursdi<strong>en</strong>st, Geme<strong>en</strong>te<br />

Amsterdam<br />

16<br />

Idem.<br />

13


van de (lokale) overheid. Er kunn<strong>en</strong> zich echter omstandighed<strong>en</strong> voordo<strong>en</strong>, waarbij de<br />

maatschappijvisie van de comp<strong>en</strong>ser<strong>en</strong>de neutraliteit de meest geëig<strong>en</strong>de is. E<strong>en</strong> keuze voor<br />

laatstg<strong>en</strong>oemde zal telk<strong>en</strong>s weer, van geval tot geval, moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geargum<strong>en</strong>teerd.<br />

14


Bronvermelding<br />

Bader, V. (2008) How should liberal-democratic states accomodate religious diversity? In:<br />

IMISCOE Policy Brief, No.8.<br />

Criteria Steunverl<strong>en</strong>ing (kerk)g<strong>en</strong>ootschapp<strong>en</strong>, brief van de minister van Binn<strong>en</strong>landse Zak<strong>en</strong><br />

van 1 november 1989, Tweede Kamer der Stat<strong>en</strong>-G<strong>en</strong>eraal, vergaderjaar 1989-1990, 20868,<br />

nr. 2.<br />

De Grondwet. E<strong>en</strong> systematische <strong>en</strong> artikelsgewijs comm<strong>en</strong>taar. Onder redactie van A.K.<br />

Koekoek. W.E.J. Tje<strong>en</strong>k Willink – Dev<strong>en</strong>ter 2000, derde druk.<br />

Geme<strong>en</strong>te Amsterdam (2003) Erbij hor<strong>en</strong> <strong>en</strong> meedo<strong>en</strong>. Uitgangspunt<strong>en</strong> voor integratie in de<br />

geme<strong>en</strong>te Amsterdam, Geme<strong>en</strong>teblad afd.1 nr. 214.<br />

Hirsch-Ballin, E.M.H. (1988) Rapport Commissie van advies inzake de criteria voor<br />

steunverl<strong>en</strong>ing aan kerkg<strong>en</strong>ootschapp<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere g<strong>en</strong>ootschapp<strong>en</strong> op geestelijke<br />

grondslag.<br />

ISW (2007) Schur<strong>en</strong>de relaties tuss<strong>en</strong> recht <strong>en</strong> religie. Ministerie van Binn<strong>en</strong>landse zak<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

Koninkrijksrelaties, D<strong>en</strong> Haag.<br />

KIEM (2005) Religie binn<strong>en</strong> het stedelijk beleid. K<strong>en</strong>nisc<strong>en</strong>trum Grote Sted<strong>en</strong>/KIEM, D<strong>en</strong><br />

Haag.<br />

Laur<strong>en</strong>ce, J. (2007) Integrating Islam: A New Chapter in “Church – State” relations.<br />

Transatlantic Task Force on Immigration and Integration, MPI, Bertelsmann Stiftung, Boston<br />

College, Boston.<br />

Mauss<strong>en</strong>, M.J.M. (2007) <strong>Scheiding</strong> van kerk <strong>en</strong> staat <strong>en</strong> de islam op geme<strong>en</strong>telijk niveau. In:<br />

Justitiële verk<strong>en</strong>ning<strong>en</strong>, jrg. 33, nr. 1, WODC, D<strong>en</strong> Haag.<br />

PAS (2007) Platform Bije<strong>en</strong>komst <strong>Scheiding</strong> van geloof <strong>en</strong> staat, 28 juni 2007, Zuiderkerk<br />

Amsterdam.<br />

PAS (2007) <strong>Scheiding</strong> geloof <strong>en</strong> staat, Heel Amsterdam 1 e jaargang, nr. 1, , juni 2007,<br />

Geme<strong>en</strong>te Amsterdam.<br />

Tweede Kamer (2006) Grondrecht<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> pluriforme sam<strong>en</strong>leving. Brief van de minister dd.<br />

8 maart 2006, vergaderjaar 2005 – 2006, 29614, Nr. 10. SdU Uitgevers, D<strong>en</strong> Haag.<br />

Vermeul<strong>en</strong>, B.P. artikel 6 Grondwet (2000) in “De Grondwet. E<strong>en</strong> systematisch <strong>en</strong><br />

artikelsgewijs comm<strong>en</strong>taar” W.E.Tje<strong>en</strong>k Willink, Dev<strong>en</strong>ter, derde druk.<br />

Vesseur, M. (2006) <strong>Notitie</strong> scheiding kerk <strong>en</strong> staat. Directie Juridische Zak<strong>en</strong>, bestuursdi<strong>en</strong>st,<br />

Geme<strong>en</strong>te Amsterdam.<br />

WRR (2007) Gelov<strong>en</strong> in het publieke domein. Verk<strong>en</strong>ning<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> dubbele transformatie.<br />

AUP, WRR Verk<strong>en</strong>ning<strong>en</strong>, Amsterdam.<br />

15

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!