schoolgids_ijdoorn - Onderwijs Consumenten Organisatie

SCHOOLGIDS
WATERLANT
BEROEPSOPLEIDINGEN
VOOR VMBO EN MBO
2007 - 2008

Voorwoord
Het middelbaar beroepsonderwijs (v/h ROC ASA Noord)
1. Hoe kom ik op school?
2. Het onderwijs
3. De dagelijkse gang van zaken
4. Leerlingbegeleiding
5. Verandering van opleiding en uitschrijven
6. Verzuim, verlof, ziekte
7. Het gebouw, algemene voorzieningen, schade aan eigendommen
8. Veiligheid
9. Medezeggenschap
10. De opleidingen
1. Historische schets
2. Het Begin
10.1 AKA: Arbeidsmarkt geKwalificeerd Assistent, niveau 1
10.2 Opleidingen Administratie
10.3 Opleidingen Handel
10.4 Opleidingen Zorg en Welzijn
Het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (v/h IJDOORN)
3. De indeling van de school
4. Rapportage en Contact met de ouders
5. De Lessentabel
6. De Lestijden
7. Extra Begeleiding
8. Zieke Docenten
9. En verder …
10. Toelatings- en inschrijvingsprocedure
11. Schoolbijdrage
12. Bereikbaarheid

Samen Sterk
Voor het volgen van je opleiding heb je vooral te maken met ons schoolgebouw. Daar kun je thuis voelen.
Daar mag je verwachten dat er volop aandacht is voor wie je bent.
Toch is onze school geen eiland. Voor vervolgopleidingen of als je van opleiding wilt veranderen, komen
andere scholen in beeld. De overgang van de ene naar de andere school is vaak best lastig. De
leermethodes en de manier van lesgeven passen niet goed bij elkaar. Hierdoor gaat tijd verloren en er zijn in
Amsterdam veel leerlingen die hierdoor zelfs met de opleiding stoppen.
Dat moet natuurlijk anders en de ISA-scholen (VMBO, HAVO, VWO) en ROC ASA (MBO-opleidingen)
hebben besloten om per januari 2007 hun krachten te bundelen binnen de Amarantis
Onderwijsgroep.
Binnen deze groep zal hard gewerkt worden om alle opleidingen goed op elkaar te laten aansluiten. Er
zullen doorlopende leerlijnen ontstaan, vanaf de eerste klas van het VMBO tot aan het MBO-diploma. Er zal
volop aandacht zijn om al je talenten te ontwikkelen. Dat maakt de opleidingen interessant en prettig om te
volgen. We willen je meer bieden dan alleen maar een diploma.
Amarantis Onderwijsgroep
Deze koepelorganisatie is met 2.500 medewerkers, 10.000 leerlingen in het voortgezet onderwijs en 17.000
leerlingen in het mbo het stevige fundament onder meer dan 55 scholen en opleidingen in Noord-Holland en
Utrecht. Ieder met zijn eigen identiteit en overzichtelijke omvang.
Dat lijkt groot, maar voor jou valt dat wel mee. ROC ASA en de ISA-scholen blijven
namelijk in de nieuwe groep gewoon bestaan en zullen onder hun eigen namen blijven
communiceren. De reden hiervoor is dat Amarantis Onderwijsgroep uit gaat van
kleinschalige, herkenbare leslocaties in de directe omgeving.
Amarantis Onderwijsgroep en de scholen hebben een eigen identiteit. Een identiteit die
voortkomt en gebaseerd is op een christelijke grondslag. Iedereen is en blijft op de
scholen welkom, ongeacht geloof of achtergrond. De leerlingen krijgen op de scholen
meer mee dan alleen kennis of een vak. Hen vormen voor de samenleving en daarin hen
bewust hun plek in laten vinden, is minstens zo belangrijk.
Amarantis is een afgeleide van het woord Amarant, dat synoniem staat voor eeuwige
groei en bloei. Groei past bij onderwijs, omdat via onderwijs leerlingen kennis en
(beroeps)ervaring opdoen en hen voorbereidt op de maatschappelijke toekomst en
loopbaan.
Plus
De Amarantis Onderwijsgroep staat voor binden plus verbinden. Vandaar de ‘plus’ in het
beeldmerk. Wij delen onze christelijke levensbeschouwing; plus onze missie om
vernieuwend te zijn, plus onze missie om onze leerlingen meer dan alleen een opleiding
mee te geven of vak te leren. Maatschappelijke betrokkenheid, feedback geven en krijgen,
respect voor elkaar en je plek vinden in de samenleving, is minstens zo belangrijk.

Adres
Amarantis Onderwijsgroep
Strawinskylaan 3165
(Atrium, 4de verdieping)
Postbus 75875
1070 AW Amsterdam
T 020 504 24 00
F 020 504 24 99

Het middelbaar beroepsonderwijs MBO (voorheen ROC ASA Noord)
1. Hoe kom ik op school?
Waterlant Beroepsopleidingen
Rode Kruisstraat 14
1025 KN Amsterdam
tel: 020 6301900
fax: 020 6301929
email:
Noord@amsterdam.asa.nl
website:
www.rocasa.nl
website voor leerlingen:
www.asarocks.nl
Waterlant Beroepsopleidingen is gehuisvest aan de Rode Kruisstraat 14, een dwarsstraat van de
Waddenweg, tegenover het politiebureau aldaar en is bereikbaar met de bussen 32, 33, 37 (Buikslotermeerplein)
en 38; de speciale schoolbus 336, en de ARRIVA lijnen 105 en 109 en ARRIVA lijnen tot Buikslotermeerplein
(tevens halte van 32, 33, 37 en 38). De halte heet “Rode Kruisstraat”. Je kunt vanaf de
Waddenweg de lichtblauwe vlaggen van de school zien.
2. Het onderwijs
Waterlant Beroepsopleidingen verzorgt middelbaar beroepsonderwijs in de sectoren administratie, handel
en zorg en welzijn. In de wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) worden 4 opleidingsniveaus van
beroepsonderwijs onderscheiden:
o niveau 1. Assistentopleiding
o niveau 2. Basisberoepsopleiding
o niveau 3. Vakopleiding
o niveau 4. Middenkaderopleiding (en Specialistenopleiding).
In de WEB worden 2 vormen van onderwijs onderscheiden de Beroepsopleidende Leerweg (BOL) en de
Beroepsbegeleidende Leerweg (BBL). Op Waterlant verzorgen wij op dit moment alleen BOL-opleidingen. In
die opleidingen wordt onderwijs op school gecombineerd met een stage. Iedere opleiding is opgebouwd uit
deelkwalificaties. Voor elk diploma moet je een aantal van die deelkwalificaties behaald hebben. De
Assistentopleidingen zijn samengevoegd in de AKA-opleiding. Vanuit AKA kan een leerling naar de
verschillende opleidingen op niveau 2 (handel, administratie, zorg en welzijn) doorstromen.
Als je binnen de gestelde tijd een diploma behaald hebt, heb je recht op toelating tot een hoger niveau.
Heb je een niveau 4 diploma, dan heb je recht op toelating tot het HBO.
Je leert zelf te leren
De docenten van de school zijn doorlopend bezig om de onderwijsprogramma’s te verbeteren. Zo wordt
steeds meer gebruik gemaakt van informatie- en communicatietechnologie (ICT). Ook besteden we meer
aandacht aan het samen met anderen leren aan de hand van praktijksituaties.
Een belangrijk uitgangspunt van het onderwijs is dat iedere leerling zelfstandig leert werken. Niemand kan
de opleiding voor jou volgen. Dat moet je op eigen kracht doen, je bent zelf verantwoordelijk voor je
vorderingen en resultaten. Natuurlijk sta je er niet alleen voor. Wanneer je hulp of ondersteuning nodig hebt,
kun je een beroep doen op de extra begeleidingsmogelijkheden waarover de school beschikt.
3. De dagelijkse gang van zaken
Lestijden en roosters
Bij de meeste opleidingen is het schooljaar ingedeeld in vier periodes van ongeveer 9 weken. Voor elke
periode wordt opnieuw het rooster gemaakt. Als leerling moet je van maandag het eerste tot en met vrijdag
het laatste lesuur beschikbaar zijn. Het rooster kan er per periode anders uitzien. Meestal wordt een groep

niet voor alle uren ingeroosterd. Het kan voorkomen dat je in de eerste periode van het jaar op
donderdagmiddag en dinsdagochtend geen les hebt. Als je op die momenten andere afspraken wilt maken
of verplichtingen aan wilt gaan, bedenk dan dat je dat voor maximaal negen weken kunt doen, want in de
volgende periode kan je rooster er heel anders uit zien!
Lestijden
1 e uur 8.30 - 9.20 uur
2 e uur 9.20 – 10.10 uur
pauze 10.10 – 10.30 uur
3 e uur 10.30 – 11.20 uur
4 e uur 11.20 – 12.10 uur
5 e uur 12.10 – 13.00 uur het 5 e lesuur
6 e uur 13.00 – 13.50 uur of het 6 e lesuur is de lunchpauze
7 e uur 13.50 – 14.40 uur
pauze 14.40 – 15.00 uur
8 e uur 15.00 – 15.50 uur
9 e uur 15.50 – 16.40 uur
Bij sommige opleidingen wordt er met blokuren of dagdelen gewerkt. De docent bepaalt dan of en wanneer
de pauze plaatsvindt.
Alle roosters, roosterwijzigingen en andere bijzonderheden die te maken hebben met het rooster, kun je zien
op het roosterbord in de gang bij de conciërgekamer. Kijk bij binnenkomst en voor je weggaat altijd op het
bord of er roosterwijzigingen zijn. Je kunt ook de lesroosters inzien op ASA Insite.
Door ziekte van leraren kan het voorkomen dat ingeroosterde lessen op dat moment niet door kunnen gaan.
Hoewel de school er naar streeft om roosters niet of zo min mogelijk te veranderen, is het soms toch nodig
wijzigingen aan te brengen.
Beroepspraktijkvorming (BPV)
Tijdens je opleiding ga je op stage en/of werk je aan praktijkopdrachten. We noemen dit
beroepspraktijkvorming (BPV). De stages vinden op vaste tijden plaats.
De begeleiding vanuit school tijdens de BPV wordt verzorgd door de mentor, de stagedocent of de BPVconsulent.
De dagelijkse begeleiding bij de beroepspraktijkvorming wordt verzorgd door een
praktijkbegeleider of praktijkopleider van het stagebedrijf of de stage-instelling.
Lesgroepen, klassen
Elke leerling is geplaatst in een lesgroep (=klas). Zo’n lesgroep heeft een eigen rooster waarop te vinden is
welke lesuren je als leerling van de groep les hebt.
Elke lesgroep heeft een groepscode. Vermeld deze code altijd bij ziek- en betermelding, correspondentie,
op de toetsen en bij andere opleidingszaken.
De groepscode staat op de roosters, het roosterbord en de lokalenindeling.
Boekenlijst, Studiemateriaal
Voor het volgen van de opleiding moet je over boeken en andere leermiddelen beschikken. Op de
boekenlijst vind je de boeken en andere leermiddelen die je zelf moet aanschaffen. Extra studiemateriaal,
zoals readers, wordt apart in rekening gebracht.
4. Leerlingbegeleiding
Waterlant Beroepsopleidingen is een school waar je zelfstandig en onder begeleiding een beroep leert.
Iedere medewerker van de school heeft de taak om dat leren mogelijk te maken. De directie en het
ondersteunend personeel zorgen voor de faciliteiten. De docenten, mentoren en andere medewerkers
zorgen voor (persoonlijke) begeleiding tijdens je opleiding. De begeleiding op je stage wordt door iemand uit
de praktijk en door iemand van school verzorgd. Vanuit de school is dat meestal je mentor.
De school maakt onderscheid tussen begeleiding in de klas door de docent of de mentor, extra begeleiding
van een decaan of leerlingbegeleider en begeleiding van buiten de school. Heb je een vraag om begeleiding
en weet je niet bij wie je moet zijn, bespreek hem dan met je mentor. Die kan je in veel gevallen de weg
wijzen.

Docent
Docenten hebben de taak leerlingen te begeleiden bij het leren en studeren.
Vragen over de inhoud van een les of over de leerstof stel je dan ook aan de betreffende docent.
Mentor
Iedere lesgroep heeft een mentor die voor leerlingen uit die groep het eerste aanspreekpunt is. Om zicht te
houden op de voortgang van je studie en je studieresultaten nodigt je mentor je regelmatig uit voor een
gesprek. Als je zelf vragen hebt over de opleiding, problemen ondervindt bij het bestuderen van de stof of
als er sprake is van persoonlijke problemen die je studie negatief beïnvloeden, kun je deze bespreken met
je mentor. De mentor zal proberen om je te helpen bij het vinden van een oplossing. Als daar meer voor
nodig is dan de mentor kan bieden, zal hij je verwijzen naar een gespecialiseerde begeleider binnen of
buiten de school.
Decaan/ leerlingbegeleider
Bij de decaan van het mbo kun je terecht met vragen over studiefinanciering en andere financiële
aangelegenheden. Ook kan hij je adviseren over sollicitaties en over doorstroommogelijkheden naar andere
opleidingen en scholen. Je kunt een afspraak maken met de decaan voor een gesprek.
Met meer persoonlijke problemen kun je bij de leerlingbegeleider terecht. Die kan je soms direct helpen,
maar schakelt soms ook een deskundige van een andere instelling in. Hij onderhoudt dan ook contacten
met andere scholen en onderwijsinstellingen, met adviesbureaus voor school- en beroepskeuze en met
instanties voor maatschappelijke dienstverlening. Afhankelijk van de vraag die jij hebt, probeert hij hulp te
organiseren.
Vertrouwenspersoon
In alle gevallen van discriminatie, ongewenst seksueel contact of andere vormen van intimidatie, kun je een
beroep doen op een vertrouwenspersoon. Die is er om naar jouw verhaal te luisteren en je te helpen bij het
zoeken naar een oplossing. Uiteraard zijn de vertrouwenspersonen gebonden aan hun beroepsgeheim, dat
wil zeggen, dat ze zonder jouw toestemming niets ondernemen of verder vertellen. Je kunt op school altijd
een afspraak maken met de vertrouwenspersoon.
Je kunt een van hen raadplegen als je met een probleem te kampen hebt dat je, om welke reden dan ook,
niet wilt bespreken met je mentor. Gelukkig worden de vertrouwenspersonen weinig ingeschakeld. Als dat
wel gebeurt, gaat het meestal om situaties waarin een leerling zich bedreigd voelt omdat hij op school of bij
de stage-instelling wordt lastig gevallen. Hoe je de vertrouwenspersoon kunt bereiken krijg je nog te horen.
Doorverwijzing
Soms zijn persoonlijke problemen zo complex dat de hulp van de decaan/ leerlingbegeleider niet toereikend
is. De leerlingbegeleider kan je dan doorverwijzen naar een professionele hulpverlener buiten de school.
5. Verandering van opleiding en uitschrijving
Wanneer je overweegt van opleiding te veranderen of met de opleiding te stoppen kun je dat bespreken met
je mentor of met de decaan. Als je minderjarig bent, vindt er ook een gesprek met je ouders/verzorgers
plaats. Wanneer je na deze gesprekken besluit om met je opleiding te stoppen, moet je aan de
opleidingsmanager een brief schrijven waarin je vraagt om uitschrijving. Wanneer je een onderwijskaart hebt
ingeleverd, moet je bij uitschrijving ook een officieel uitschrijvingsformulier invullen. De school stuurt dit
formulier op naar de IB-groep in Groningen. Als je studiefinanciering ontvangt is het van belang elke
wijziging zelf ook nog te melden bij de IB-Groep.
6. Verzuim, verlof, ziekte
Met het ondertekenen van de onderwijsovereenkomst heb je de verplichting op je genomen om deel te
nemen aan alle ingeroosterde opleidingsactiviteiten. Natuurlijk kan het gebeuren dat je vanwege dringende
redenen niet aanwezig kunt zijn op momenten dat er voor jou lessen of andere activiteiten op het rooster
staan. De school registreert van iedereen de aan- en afwezigheid. Als een leerling afwezig is, wordt de
reden daarvan vastgelegd. Deze gegevens moeten betrouwbaar zijn. Om daarvoor te zorgen is het van
belang dat je je aan de spelregels voor het melden van afwezigheid houdt.
verzuim

Als je veelvuldig afwezig bent, kan dit leiden tot studievertraging en in het uiterste geval tot het verbreken
van de onderwijsovereenkomst. Als je langdurig afwezig bent, wordt dat door de school gemeld aan de IB
groep in Groningen. Dit kan tot gevolg hebben dat je studiefinanciering wordt stopgezet.
verlof
Soms heb je een goede reden om afwezig te zijn. Een familielid gaat trouwen, je moet je rijexamen doen of
je moet naar een begrafenis. Je vraagt dan altijd vooraf toestemming om weg te blijven aan je mentor. Deze
geeft aan of je afwezig mag zijn.
Ziekte
Als je ziek bent, moet je dat telefonisch melden aan de administratie. Vergeet niet om op de eerste dag
waarop je na je ziekte weer op school komt, je beter te melden bij je mentor. Als je ziek bent op een
stagedag meldt dit uiteraard bij je stageadres, maar ook bij de school. Op het moment dat je weer op school
komt, vul je een herstelmelding in. Van leerlingen die nog geen 18 jaar zijn worden de ouders door de
school regelmatig op de hoogte gehouden van de aan- en afwezigheid en het ziekteverzuim van hun
zoon/dochter. Ook veelvuldige afwezigheid door ziekte kan leiden tot studievertraging.
Schoolregels: verzuim, verlof, ziekte
Afwezigheid in verband met activiteiten elders (ziekenhuisbezoek, het afleggen van een rijexamen e.d.) is
alleen toegestaan na toestemming van je mentor.
Als je ziek bent, meld je dat vóór 8.30 uur telefonisch aan de administratie, telefoon 020 6301900. Je meldt
dan je naam én je geboortedatum.
De eerste schooldag na je ziekte vul je bij je mentor een herstelmelding in. (Als je dat niet doet blijf je als
afwezig geregistreerd)
Als je op je ziektedag stage loopt, meld je je niet alleen op school ziek, maar ook bij je stage.
7. Het gebouw, algemene voorzieningen, schade aan eigendommen
Huisregels
Bij Waterlant Beroepsopleidingen zijn ongeveer 800 leerlingen ingeschreven en er werken ruim 50
medewerkers. Dat betekent dat er veel verschillende gebruikers van het gebouw en de voorzieningen zijn.
Als ieder dat op zijn eigen manier doet, is de kans groot dat er irritaties ontstaan en dat er van goed
georganiseerd onderwijs niet veel terecht komt. Om er voor te zorgen dat er in school een goede sfeer
heerst zijn er huisregels gemaakt. Van elke leerling wordt gevraagd zich niet alleen aan de wettelijke regels
te houden, maar ook aan de huisregels van de school.
Om het klimaat gezond te houden is het niet toegestaan om in het gebouw te roken. Als je wilt roken kun je
dat buiten doen.
Kantine
De kantine is de ruimte waar leerlingen elkaar tijdens de pauzes ontmoeten. Het is de enige ruimte in school
waar je mag eten en drinken. Je kunt er etenswaren en diverse dranken kopen. Iedereen die van de kantine
gebruik maakt, zorgt er voor dat deze schoon en opgeruimd blijft. Eten en drinken in een vuile omgeving is
niet prettig. Zorg er dus voor dat je je afval in de daarvoor bestemde bakken gooit.
Soms wordt de kantine gebruikt om in kleine groepjes aan opdrachten te werken. Na de lestijden kun je in
de kantine huiswerk maken.
Roken in de school is verboden.
Het gebruik van alcohol is in en om de school verboden.
In de kantine mag je eten.
Schoolregels: in en om het gebouw

In leslokalen en andere schoolruimtes buiten de kantine mag je niet eten.
Je houdt je in het gebouw aan de veiligheidsvoorschriften. Zo is het niet toegestaan tassen e.d. in het
trappenhuis te plaatsen of rommel achter te laten zoals kauwgom.
Het dragen van petten is in het gebouw niet toegestaan.
Blijf tijdens pauzes en tussenuren in de kantine of op het schoolterrein. Hang niet rond in de straten en
steegjes tussen de huizen tegenover het gebouw.
NB Uiteraard gelden in en om het gebouw alle regels en wetten zoals die elders ook gelden. Zo is het
gebruik van (soft-)drugs en het bezit van messen e.d. niet toegestaan.
Leslokalen
Elk leslokaal is voorzien van meubilair en allerlei leermiddelen. Het niet toegestaan om in de lokalen te eten
of te drinken. Als het goed is, tref je bij het begin van de les een opgeruimd lokaal aan. Iedere lesgroep (=
klas) ruimt aan het eind van de les het lokaal op. Afval moet in de daarvoor bedoelde bakken worden
gegooid en tafels en stoelen worden weer in de oorspronkelijke opstelling teruggezet. Zo kom je steeds in
een opgeruimd lokaal.
In de praktijklokalen gelden vaak speciale regels, die hoor je van je docent of lees je in het lokaal.
Computerlokalen
In onze samenleving is informatie steeds belangrijker. De school wil de leerlingen de mogelijkheid bieden
om zelfstandig informatie te verzamelen en te gebruiken én met de buitenwereld te communiceren.
Informatie vind je in boeken, op CD-ROM’s, op internet en op nog veel meer plaatsen. De
communicatiemogelijkheden zijn met de mobiel en de computer sterk toegenomen. De school beschikt over
goed uitgeruste computerlokalen van waar je de beschikking hebt over verschillende informatiebronnen. Alle
computers beschikken over een internetaansluiting zodat je wereldwijd informatie kunt opzoeken.
Schoolregels: het volgen van lessen
Je komt op tijd op school en bent tijdig in het lokaal waar je les hebt.
Als een les eenmaal begonnen is, word je niet meer toegelaten en zul je hem moeten missen.
Je hebt je boeken en andere leermaterialen bij je, die nodig zijn voor de les die je volgt.
Een gemiste les wordt als verzuim genoteerd.
Tijdens de lessen is het gebruik van MP-3’s, I-pods, mobiele telefoons en dergelijke niet toegestaan.
Aan het eind van de les laat je het lokaal opgeruimd achter.
De schoolomgeving
Tegenover de school is een woonwijk gevestigd. De mensen, die hier wonen, zijn onze “buren”. De school
wil graag dat het contact met de buurt goed verloopt. Jij, als leerling van het Waterlant speelt hierbij een
belangrijke rol: jij bent immers een visitekaatje van de school! Uit ervaring weet de school dat de
buurtbewoners het vervelend vinden als leerlingen in pauzes en tussenuren rondhangen in de straten en
steegjes. Help daarom mee deze overlast te voorkomen door in pauzes en tussenuren in de kantine te
blijven of op het schoolplein. Wil je toch perse even van het schoolterrein af, loop dan even naar het park
aan de andere kant van de school. Blijf alsjeblieft weg uit de straatjes en steegjes.
Verzekering en schade
Via school ben je verzekerd tegen het risico van ongevallen. Deze verzekering geldt voor alle activiteiten die
door de school georganiseerd worden in het kader van het onderwijs. Tijdens de beroepspraktijkvorming
(stage) ben je tevens verzekerd voor wettelijke aansprakelijkheid.

Schade die wordt toegebracht aan het gebouw, de inventaris, installaties of anderszins wordt door de school
hersteld. Als de schade ontstaat door aantoonbare opzet of nalatigheid van een leerling worden de kosten
voor herstel verhaald op die leerling of zijn/haar ouders/verzorgers.
Eigendommen, een eigen kluisje
Laat geen waardevolle artikelen, waardepapieren, geld, e.d. onbeheerd in een lokaal of andere ruimte
achter. De school aanvaardt geen aansprakelijkheid voor het verlies, de beschadiging of diefstal van
persoonlijke eigendommen.
Er is een beperkt aantal kluisjes te huur voor het opbergen van persoonlijke eigendommen. Je kunt voor
€30,- een kluisje huren voor de duur van een schooljaar. Daarvan krijg je €15,- terug als je aan het einde
van het schooljaar de kluissleutel (met label) inlevert.
Als je een kluisje wilt huren kun je dat melden bij de receptie, die het verder met je regelt.
8. Veiligheid
Voor elk gebouw waar veel mensen samen komen is het van belang dat de gebruikers in geval van een
ernstig ongeluk, een calamiteit, weten hoe te handelen. In elk lokaal hangt een paneeltje met daarop
instructies wat je moet doen bij calamiteiten, bijvoorbeeld als er brand uitbreekt. In de gangen hangen
plattegronden van het gebouw met daarop aangegeven de vluchtroutes. Het gebouw kent vrij veel
NOODUITGANGEN die met bordjes zijn aangegeven. Tijdens de kennismaking zal je mentor met jullie
groep door het gebouw lopen en alle nooduitgangen aanwijzen. Elke nooduitgang is altijd van binnenuit te
openen. Zorg dat je op de hoogte bent van de plaats van de nooduitgangen.
In geval van brand wordt door het indrukken van een melder het ontruimingssignaal geactiveerd. Volg bij
een ontruimingssignaal de instructies op van de bedrijfshulpverleners. Zij zijn herkenbaar aan een geel
hesje. Verlaat het gebouw zo snel mogelijk en laat tassen, jassen en andere spullen in het lokaal achter.
Vooral tassen kunnen zorgen voor onnodige en soms fatale vertraging als veel mensen tegelijkertijd het
gebouw willen verlaten. Plaats daarom ook nooit tassen in de gangen.
Minstens twee keer per jaar wordt er een ontruimingsoefening gehouden. Deze wordt niet van tevoren
aangekondigd. Zo spoedig mogelijk na afloop van de oefening zullen de lessen en andere activiteiten weer
gewoon doorgaan.
9. Medezeggenschap
Waterlant Beroepsopleidingen heeft een medezeggenschapsraad waarin leerlingen, ouders en personeel
mee kunnen praten over allerlei zaken die de instelling betreffen. Zij bespreken meningen, ideeën en
knelpunten.
Amarantis Amsterdam heeft, zoals iedere school van deze organisatie, een deelmedezeggenschapsraad. In
de deelraad zitten vertegenwoordigers van personeel, ouders en leerlingen, zij komen op voor de belangen
van de groepen die zij vertegenwoordigen.
De raad bestaat uit personeelsleden en ouders/leerlingen. Zij hebben stemrecht en iedere stem telt even
zwaar. De raad komt ongeveer zes keer per jaar bijeen en dat betekent dat het lidmaatschap enige tijd kost.
Daar staat tegenover dat je als lid van de raad in de gelegenheid bent mee te denken over de kwaliteit van
het onderwijs en de organisatie van de school en dat je daar ook echt invloed op hebt. Een
vertegenwoordiger van de deelraad is lid van de Amarantis medezeggenschapsraad. Dus ook op centraal
Amarantis-niveau wordt de stem van de school gehoord.
N.B. Na het ontstaan van de organisatie Amarantis Onderwijsgroep per 1 januari 2007 geldt voor
bovenstaande dat de genoemde gremia nog in oprichting zijn.
10. De opleidingen
10.1 Arbeidsmarkt geKwalificeerd Assistent, niveau 1
In de opleiding AKA wordt je voorbereid op de arbeidsmarkt, je behaalt dus een arbeidsmarktkwalificatie. Als
je het AKA-diploma hebt gehaald kun je gaan werken, maar heb je ook de mogelijkheid een
beroepsopleiding op niveau 2 te gaan volgen. Je kunt bijvoorbeeld Helpende Zorg en Welzijn,
Bedrijfsadministratief Medewerker of Verkoopmedewerker worden. Voordat je in zo’n opleiding kunt
instromen, bespreekt je mentor wel eerst met je of het behalen van een niveau 2 diploma voor jou haalbaar
is.

In de opleiding, die een jaar duurt, leer je wat het betekent om in een bedrijf of instelling te werken.
Daarnaast kies je voor een sector waarin je verder wil en bereidt je daar op voor.
De opleiding bereidt je dus voor op twee kerntaken:
1. Je functioneert als medewerker in een werkorganisatie
2. Je assisteert bij werkzaamheden in de sector die je uiteindelijk kiest (techniek, economie en handel,
landbouw of zorg en welzijn).
10.2 De opleidingen Administratie
Bij Waterlant Beroepsopleidingen kun je administratieve opleidingen volgen op niveau 2, 3 en 4. Dit
schooljaar starten nieuwe opleidingen op niveau 2 en 3 (administratief medewerker en boekhoudkundig
medewerker). Daarnaast zijn opleidingsgroepen op niveau 2, 3 en 4 die aan hun tweede of derde jaar
beginnen (zie studiegids 2005-2006). Er bestaan heel veel opleidingen op administratief gebied, niet alle
opleidingen worden op onze school aangeboden. Soms kun je zo’n opleiding wel bij een andere
Amarantisvestiging volgen.
In het algemeen duurt een opleiding op niveau 2 twee jaar, niveau 3 drie jaar en niveau 4 vier jaar. Het is
echter mogelijk dat je langer of korter doet over je studie.
Als je binnen de gestelde tijd een diploma behaald hebt, heb je recht op toelating tot een hoger niveau. Dus:
heb je je diploma niveau 2 administratief medewerker behaald, dan kun je doorgaan met een niveau 3
studie. Heb je dat diploma behaald, dan kun je doorgaan met niveau 4. Heb je een niveau 4 diploma, dan
heb je zelfs recht op toelating tot het HBO.
de vorm van onderwijs
Sommige vakken worden door de leraren gegeven op de manier die je misschien gewend bent. De leraar
legt uit, je maakt oefeningen, je maakt huiswerk en voor de toets ga je het boek goed leren. De toets wordt
door de leraar nagekeken en je krijgt je cijfer.
Sommige vakken worden gegeven in de vorm van een project of een opdracht. Je krijgt een opdracht waar
je langere tijd mee bezig bent. Deze opdracht moet je helemaal zelfstandig uitvoeren. Je werkt alleen of
samen met een paar anderen in een groepje. Natuurlijk is de docent in de buurt voor als je vastloopt, maar
de nadruk ligt op zelfstandig werken. Als je de opdracht hebt uitgevoerd, lever je de presentatie in bij de
leraar. Sommige onderdelen leer je op je stageplaats.
administratief medewerker (niveau 2)
In de opleiding, word je opgeleid tot een niveau 2 functie binnen de sector administratie. Op dit moment
kun je de volgende opleidingen doen:
1. administratief medewerker bedrijfsadministratief
2. administratief medewerker telefoniste/receptioniste
3. administratief medewerker secretarieel medewerker.
In deze drie opleidingen werk je aan drie kerntaken, die voor alle drie de opleidingen gelijk zijn en aan een
aantal kerntaken die bij de door jou gekozen opleiding passen.
Bedrijfsadministratief medewerker
1. Voert eenvoudige ondersteunende taken uit en brengt contacten tot stand
2. Verzorgt de post en het archief
3. Verricht ondersteunende werkzaamheden bij de verwerking van (financiële) administratieve gegevens
4. Verricht activiteiten voor de debiteurenadministratie
5. Verricht activiteiten voor de crediteurenadministratie
6. Verricht activiteiten voor de boekhoudkundige verwerking van het betalingsverkeer
Telefoniste/receptioniste
1. Voert eenvoudige ondersteunende taken uit en brengt contacten tot stand
2. Verzorgt de post en het archief
3. Verricht ondersteunende werkzaamheden bij de verwerking van (financiële) administratieve gegevens
4. Bedient de telefooncentrale en verricht de daarmee verbonden werkzaamheden

Secretarieel medewerker
1. Voert eenvoudige ondersteunende taken uit en brengt contacten tot stand
2. Verzorgt de post en het archief
3. Verricht ondersteunende werkzaamheden bij de verwerking van (financiële) administratieve gegevens
4. Verzorgt de correspondentie
boekhoudkundig medewerker (niveau 3)
De boekhoudkundig medewerker is werkzaam op de administratie van een bedrijf
of bij een administratiekantoor. De boekhoudkundig medewerker werkt
zelfstandig. Ze zijn veelal gericht op het bijwerken van dagboeken en
subadministraties en de daarmee verbonden taken. Van de boekhoudkundig
medewerker wordt verwacht dat hij kan coderen
De boekhoudkundig medewerker kan doorgroeien naar hogere administratieve
functies binnen en buiten de eigen organisatie. Voortgezette studie is hiervoor
zeer wenselijk.
In de werk je aan kerntaken:
1. Verricht activiteiten voor de debiteurenadministratie
2. Verricht activiteiten voor de crediteurenadministratie
3. Verricht activiteiten voor de boekhoudkundige verwerking van het
betalingsverkeer
4. Voert een urenadministratie
5. Voert een voorraadadministratie
Administrateur (niveau 4)
Als administrateur werk je op de economische of administratieve afdeling van een
bedrijf of organisatie en help je mee de administratie te voeren. Je registreert alle
zaken die met geld te maken hebben zoals: inkopen, verkopen, salarissen,
belastingen, ontvangsten en betalingen. Je maakt financiele overzichten voor het
management, kwartaalverslagen en jaarverslagen. Met deze opleiding kun je als
middenkaderfunctionaris aan de slag bij de administratie van een bedrijf of
organisatie, een administratiekantoor of een advocaten-, accountants- of
assurantiekantoor.
De lessen en andere activiteiten vinden plaats in een gemengde groep waarin
tweede en derde jaars niveau 3 leerlingen en doorstromers in werken. Er wordt
veel van de eigen organisatie, zelfstandigheid en verantwoordelijkheid gevraagd.
Dit mag ook verwacht worden als je ervoor kiest om een niveau 4 opleiding te
gaan doen.
Directiesecretaresse/ managementassistent (niveau 4)
Als directiesecretaresse of managementassistent doe je belangrijk secretarieel en
ondersteunend werk voor een directeur of manager van de organisatie. Je stelt
de agenda voor een vergadering op en maakt verslagen. Ook handel je de
correspondentie van de directie af. Verder beheer je de agenda van de directeur,
regel je lunches en zakenreizen. Als directiesecretaresse geef je vaak leiding aan
andere secretaresses of administratief personeel. Als managemenassistent ben
je persoonlijk medewerker van een directeur of hoofd van een afdeling. Kortom,
een veelzijdige functie, die de nodige flexibilteit vraagt.
10.2 De opleidingen Handel
Handel wordt op ROC ASA Noord op 3 niveaus aangeboden.
Niveau 2 Verkoopmedewerker
Niveau 3 Eerste verkoper
Verkoopchef
Niveau 4 Filiaalbeheerder

Ondernemer/Manager
Het gaat in alle gevallen om BOL-opleidingen, dus opleidingen waarin je op school zit en stage loopt. Als je
je studie succesvol hebt afgerond, krijg je je diploma uitgereikt.
Iedere opleiding is opgebouwd uit deelkwalificaties. De opleidingen Handel kennen bij elkaar 20
deelkwalificaties. Voor elk diploma moet je een aantal van die deelkwalificaties behaald hebben. Zo moet je
voor de opleiding Verkoopmedewerker (niveau 2) 7 deelkwalificaties behalen. En voor het diploma
Ondernemer/Manager (niveau 4) moet je 19 deelkwalificaties succesvol hebben afgerond.
Als je binnen de gestelde tijd een diploma behaald hebt, kun je eventueel doorstromen naar een hoger
niveau. Dus: heb je je diploma niveau 2 Verkoopmedewerker behaald, dan kun je doorgaan met een
opleiding op niveau 3. Heb je dat diploma behaald, dan kun je doorgaan met niveau 4.
Heb je een niveau 4 diploma, dan heb je recht op toelating tot het HBO.
Je opleiding volg je zowel op school als tijdens je stage, het is een duale opleiding. Je loopt twee dagen in
de week stage gedurende 30 weken. Uit deze opzet van de opleiding blijkt al dat we het leren in de praktijk
minstens zo belangrijk vinden als het leren op school. De stage bereid je op school voor.
Schonenvaart
De methode Schonenvaart, die wij voor ons onderwijs gebruiken betekent dat je zelfstandig of in groepjes
werkt aan opdrachten en projecten, uiteraard onder begeleiding van een docent. Je maakt veel gebruik van
de computer en ook van internet.
Voordeel van deze methode is dat je voor een groot deel je eigen werktempo kunt bepalen.
Op het moment dat je een deelkwalificatie af hebt en je docent heeft het gemaakte werk met je besproken
en goedgekeurd, kun je een toets doen. Haal je voor die toets een voldoende (minimaal een 5,6) dan kun je
verder met de volgende deelkwalificatie. Heb je alle deelkwalificaties die voor jouw opleiding gelden gehaald
en is ook je stage met een voldoende afgerond, dan krijg je je diploma. Daardoor is het bijvoorbeeld
mogelijk de niveau 2 opleiding Verkoopmedewerker, die normaal twee jaar duur, in 1 jaar af te ronden. Je
kunt vervolgens gelijk beginnen met een niveau 3 opleiding.
Naast de lessen volgens de methode Schonenvaart wordt er ook gewoon klassikaal lesgegeven in vakken
als Levo, Rekenen, Engels en Nederlands.
Tijdens de opleiding wordt veel aandacht besteed aan zaken als sociale vaardigheden, omgaan met kritiek
accepteren van leiding enz.
Overzicht van de deelkwalificaties per opleiding
NIVEAU 2, VERKOOPMEDEWERKER:
201 werken in de detailhandel
102 goederenverwerking
202 detailhandelsmarketing 1.
213 kassa
203 presentatie en promotie 1.
204 verkopen
208 branche
NIVEAU 3, EERSTE VERKOPER
202 detailhandelsmarketing 1.
204 verkopen
208 branche
213 kassa
301 leidinggeven
302 presentatie en promotie 2.
303 voorraad en kassabeheer
NIVEAU 3, VERKOOPCHEF
202 detailhandelsmarketing 1.
204 verkopen
208 branche
301 leidinggeven

302 presentatie en promotie 2.
303 voorraad en kassabeheer
NIVEAU 4, FILIAALBEHEERDER
202 detailhandelsmarketing 1.
204 verkopen
208 branche
301 leidinggeven
302 presentatie en promotie 2.
303 voorraad en kassabeheer
402 detailhandelsmarketing 2
403 filiaalbeheerder
NIVEAU 4, ONDERNEMER/MANAGER
202 detailhandelsmarketing 1.
204 verkopen
208 branche
301 leidinggeven
302 presentatie en promotie 2.
303 voorraad en kassabeheer
402 detailhandelsmarketing 2
404 management
405 inkoop en administratief beheer
406 bedrijfseconomisch en juridisch beheer
414 ondernemingsplan
10.3 De opleidingen Zorg & Welzijn
De opleiding Zorg en Welzijn wordt op Waterlant op 3 niveaus aangeboden. Als je je opleiding succesvol
hebt afgerond, krijg je je diploma uitgereikt. Het gaat op alle niveaus om BOL-opleidingen, opleidingen
waarin je een deel van je tijd op school bent en een deel op stage.
Iedere opleiding is werkt met kerntaken en werkprocessen
Niveau 2: Helpende Zorg en Welzijn
Niveau 3: Pedagogisch Werker
Niveau 4: Pedagogisch Werker Jeugdzorg of Kinderopvang
Onderwijsassistent Basisonderwijs/speciaal onderwijs of Beroepsonderwijs en
volwasseneneducatie.
Als je binnen de gestelde tijd een diploma behaald hebt, heb je recht op toelating tot een hoger niveau. Dus:
heb je je diploma niveau 2, dan kun je doorgaan met een opleiding op niveau 3.
Hieronder vind je een korte beschrijving van de opleidingen die komend jaar van start gaan.
Opleiding Helpende Welzijn, niveau 2 (BOL)
In de opleiding, word je opgeleid tot helpende in een zorg- en/of welzijnsinstelling. Dat betekent dat je
deskundig bent op het gebied van begeleiding en verzorging van cliënten in welzijn en zorg.
De begeleiding en verzorging bestaan uit: persoonlijke verzorging, begeleiding van groepen, huishoudelijke
verzorging en zorg voor de omgeving. Ook leer je wat het betekent om in een team te werken.
In de kerntaken kun je terugvinden wat je allemaal leert aan professioneel handelen. Als je daarmee bezig
bent ontwikkel je ook je eigen persoon. Hieronder vind je een opsomming van kerntaken. Tijdens
portfoliogesprekken wordt nagegaan hoe het er voor staat met je eigen ontwikkeling.
Kerntaken
1. Ondersteuning bieden bij de persoonlijke zorg/ADL
2. Huishoudelijke werkzaamheden verrichten
3. Ondersteuning bieden bij het uitvoeren van activiteiten
4. Ondersteuning bieden bij eenvoudige praktische en emotionele problemen

In de opleiding is er speciaal aandacht voor:
Samenwerken binnen een team en binnen een organisatie
Je eigen deskundigheid bevorderen
Procesmatig en methodisch werken
Reflecteren op professioneel handelen
Professioneel communiceren
Pedagogisch Werker, niveau 3 (BOL)
Voor de eerstejaars start de nieuwe opleiding Pedagogisch Werker. Deze opleiding vervangt ten dele de
opleiding Sociaal Pedagogisch Werker (SPW). Dit is een driejarige opleiding. Je kunt de opleiding ook in
minder jaren doen. Dit hangt af van je leervermogen, je inzet en je ontwikkeling.
De opleiding leidt op voor functies in de opvang en begeleiding van kinderen van 0 tot 18 jaar.
De opleiding werkt niet met deelkwalificaties, maar met kerntaken. Door middel van prestaties, op school en
in de praktijk, ga je laten zien dat je competent bent om de kerntaken uit te voeren. Competent ben je als je
kennis, vaardigheden en een goede beroepshouding hebt, wat je kunt laten zien in de school en in de
praktijk.
De drie kerntaken zijn:
1. Cliënten (dagelijkse) opvang bieden en begeleiden bij persoonlijke verzorging.
2. Zorgdragen voor huishoudelijke werkzaamheden en de ruimte.
3. Cliënten (ontwikkelingsgerichte) activiteiten aanbieden.
Je krijgt bij de start van de opleiding een leerling-boek, waarin de kerntaken uitvoerig zijn omschreven.
Na periode 1 kun je, als je stagevaardig bent, 2 dagen per week op stage gaan.
Pedagogisch Werker, niveau 4 (BOL)
Deze opleiding is een vervolg op de opleiding Pedagogisch werker niveau 3. In deze opleiding ga je je
specialiseren in Kinderopvang of Jeugdzorg.
De specialisatie Kinderopvang heeft de volgende kerntaken, volgend op de 3 kerntaken van niveau 3:
4. Inventariseren van de situatie van het kind.
5. Ontwerpen van een plan van aanpak.
6. Ontwikkelingsgerichte activiteiten aanbieden aan kinderen met een specifieke begeleidingsvraag.
7. Coördinerende en beleidsmatige taken uitvoeren.
De kerntaken voor de specialisatie Jeugdzorg zijn:
8. Inventariseren van de situatie van de cliënt en een bijdrage leveren aan het aanscherpen van het
indicatiebesluit.
9. Een plan van aanpak ontwerpen voor passende hulp- en dienstverlening of levert een bijdrage
hieraan.
10. De cliënt ondersteunen op het gebied van wonen, huishouden en persoonlijke verzorging.
11. De cliënt (plaatsvervangend) gezin en/of leefgroep ondersteunen bij ontwikkeling en opvoeding.
12. De cliënt ondersteunen op het gebied van werk, scholing en vrije tijd.
De omvang van de stage is voor deze opleiding nog niet vastgesteld.
Onderwijsassistent, niveau 4 (BOL)
Leerlingen die bij SPW niveau 3 als specialisatie Basisonderwijs hebben gevolgd kunnen dit ‘kopjaar’ niveau
4 volgen om het diploma Onderwijsassistent te krijgen. De omvang van de stage is 3 dagen per week.
Onderwijsassistenten verrichtten werkzaamheden in een onderwijsinstelling. Wanneer je klaar bent met de
opleiding kun je gaan werken op een basisschool of in het speciaal onderwijs. In de opleiding
Onderwijsassistent word je opgeleid tot vakman/vakvrouw op niveau 4 met de mogelijkheid door te stromen
naar het HBO, de PABO.
De werkzaamheden van de onderwijsassistent zijn primair gericht op de ondersteuning van het
onderwijsleerproces en vinden veelal in teamverband plaats.

Het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs VMBO
(voorheen IJdoorn)
1. HISTORISCHE SCHETS
De geleding VMBO (Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs) van Waterlant Beroepsopleidingen wordt
gevormd door de voormalige IJdoorn, die tot 2007 gevestigd was aan de IJdoornlaan tegenover de
brandweerkazerne.
Deze school is ontstaan in augustus 1953, toen aan de Hoekschewaardweg in Amsterdam-Noord de Derde
Amsterdamse Christelijke Nijverheidsschool voor meisjes werd geopend. De school was eigendom van de
Vereniging voor Christelijk Nijverheidsonderwijs Amsterdam.
In de jaren zestig werd de school uitgebreid met twee middelbare opleidingen voor meisjes:
Kinderverzorging/ Jeugdverzorging en Oriëntatie Verzorgende Beroepen.
In augustus 1974 werd het nieuwe schoolgebouw aan de Duinluststraat betrokken en werd naast het LHNO
en MHNO ook LEAO aangeboden. De school kreeg een nieuwe naam: Christelijke scholengemeenschap
IJdoorn voor MHNO/ LHNO en LEAO.
De school groeide uit tot een scholengemeenschap met in 1978 ruim 500 leerlingen waardoor de plaatsing
van zes noodlokalen noodzakelijk werd.
In augustus 1980 werd het MHNO gedeelte geconcentreerd in Amsterdam-West als de Amsterdamse
Christelijke Nijverheidsschool in de Frederik Hendrikstraat.
In 1993 werd het 40-jarig bestaan van de school gevierd met een geweldige reünie.
De Vereniging voor Christelijk Nijverheidsonderwijs Amsterdam werd in 1986 opgeheven en de school werd
ondergebracht in de Stichting voor Christelijk Onderwijs Amsterdam-Noord.
In 1992 veranderde het Lager Beroeps Onderwijs in Voorbereidend Beroepsonderwijs.
De school was niet langer een scholengemeenschap van twee soorten lager beroepsonderwijs (LHNO en
LEAO), maar één vbo school met 3 afdelingen: Verzorging, Verkoop en Administratie.
In 1994 en 1996 vonden er fusies plaats met andere scholen van christelijke
signatuur in Amsterdam-Noord en werd de IJdoorn onderdeel van het Bernard Nieuwentijt College.
Per 1 januari 2007 is de school gehuisvest in het voormalige Waterlantgebouw aan de Rode Kruisstraat en
biedt samen met het ROC-ASA beroepsopleidingen van vmbo tot en met mbo, beide onder de paraplu van
de Amarantis Onderwijsgroep.
2. HET BEGIN
De overgang van de Basisschool naar het Voortgezet Onderwijs is een niet te onderschatten stap voor een
kind. Wij beginnen daarom in de eerste klas met een aantal zgn. gewenningsdagen, waarbij de leerlingen op
ontspannen wijze kunnen wennen aan de school, de leerkrachten en hun nieuwe klasgenoten. De klassen
worden ingedeeld naar de aard van de problematiek van de leerlingen. Hierbij letten wij in de eerste plaats
op achterstanden in de Nederlandse taal. De leerlingen in de onderbouw krijgen les van een beperkt aantal
docenten, die meerdere vakken voor hun rekening nemen.
In oktober is er een kennismakingsavond, waarop voor de ouders gelegenheid is om kennis te maken met
de leerkrachten die lesgeven aan hun kind.
Iedere klas heeft een klassenleerkracht of -mentor, die voor de leerlingen een vertrouwensfunctie vervult en
die ook de eerste schakel is tussen ouders en school.
Zijn er zaken, waarvan u denkt dat de school op de hoogte moet zijn, dan is de klassenleerkracht degene,
die u daarover kunt inlichten.
De schoolorganisatie is opgebouwd in teams. Teammanager van de onderbouw is dhr. Van der Woude.

Brugklascoördinator is mevr. Hansen. Zij onderhoudt de contacten tussen de klassenleerkrachten en de
ouders/ verzorgers en eventuele begeleidende instanties, zoals BOPPI, de schoolgezondheidszorg van de
GG en GD en Bureau Jeugdzorg. Bovendien is zij de contactpersoon met de (basis)school, waar uw kind
vandaan komt.
Mevr. Groot is de schooldecaan. Zij is degene, die in de loop van de schooltijd samen met de leerling overweegt,
welke vervolgopleiding of welk beroep voor hem of haar geschikt en haalbaar is.
Mevr. Gemmel is de vertrouwenspersoon op onze school.
3. DE INDELING VAN DE SCHOOL
ONDERBOUW
In de eerste twee leerjaren van het Voortgezet Onderwijs, de onderbouw, volgen alle leerlingen dezelfde
vakken, alleen het tempo kan per schooltype verschillen.
De vakken in de onderbouw zijn: Nederlands, Engels, Duits, aardrijkskunde en geschiedenis (ook wel: Mens
en maatschappij), wiskunde, biologie en verzorging (ook wel: Mens en natuur), dans, tekenen, handvaardigheid,
techniek, economie, lichamelijke oefening, studievaardigheden, informatiekunde, godsdienst.
VOORBEREIDEND MIDDELBAAR BEROEPSONDERWIJS
Het Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs onderscheidt zich o.a. van het Algemeen Vormend
Onderwijs door de zgn. beroepsgerichte vakken. In het 3e en 4e leerjaar samen, volgen de leerlingen minimaal
24 lesuren in deze bij de vakrichting, de afdeling, behorende vakken.
Onze leerlingen kunnen in klas 2 kiezen uit 2 afdelingen:
Een afdeling Administratie en
Een afdeling Verzorging.
AFDELINGEN
In de loop van het tweede schooljaar gaan de leerlingen onder leiding van schooldecaan en leerlingbegeleiders
trachten tot een verantwoorde keuze te komen van de voor hun meest geschikte afdeling.
De afdeling ADMINISTRATIE heeft onderdelen in het beroepsgerichte vak als bedrijfsadministratie, kantoorsimulatie
en tekstverwerken. Het vakkenpakket bestaat verder uit Nederlands, Engels, economie en als
keuzevak Duits of wiskunde.
Teammanager van deze afdeling is dhr. Nijenhuis, coördinator van klas 3 en 4 is mevr. Eijkmans.
Voor de afdeling VERZORGING zijn de typerende onderdelen van het beroepsgerichte programma
verzorging en zorg en welzijn. Overige examenvakken: Nederlands, Engels, biologie en naar keuze
Wiskunde of Maatschappijleer 2.
Teammanager is mevr. DelaBey. Coördinator van klas 3 en 4 is mevr. van Minnen.
LEERWEGEN
Het VMBO is een voorbereiding op het MBO. Het is de bedoeling van de wetgever dat beide
onderwijssoorten naadloos op elkaar aansluiten. De opleidingen in het MBO en dus ook in het VMBO zijn
verdeeld in sectoren. Wij onderscheiden o.a. de sectoren Economie, Zorg en Welzijn en Techniek.
Waterlant Beroepsopleidingen bereidt in het vmbo leerlingen voor op opleidingen in de sector Economie
(de afdeling Administratie) en in de sector Zorg en welzijn (de afdeling Verzorging).
Het niveau van de opleidingen in het MBO, tegenwoordig verenigd in ROC’s – Regionale OpleidingsCentra)
wordt aangegeven met een getal. De zgn. vak- en (midden)kaderopleidingen worden aangeduid met
niveau 3 en 4. De basisopleidingen met niveau 2. In het VMBO spreekt men qua niveau van leerwegen.
Leerlingen in de theoretische, de gemengde en de kaderberoepsgerichte leerweg worden voorbereid op
opleidingen voor de kaderberoepen, dus niveau 3 en 4. Leerlingen in de basisberoepsgerichte leerweg
bereiden wij voor op een basisberoepsopleiding, niveau 2. Wij bieden de kaderberoepsgerichte en de
basisberoepsgerichte leerweg aan. Net als de keuze voor een afdeling wordt de indeling in leerwegen
gemaakt aan het einde van het tweede leerjaar. Daarbij zijn alle lesgevende docenten betrokken onder
leiding van de schooldecaan.
In de basisberoepsgerichte leerweg hebben wij in de afdeling Verzorging de variant van het
LeerWerkTraject – het LWT. Hierbij zijn de leerlingen in het vierde leerjaar twee dagen per week op een
LeerWerkplek, zij werken in een bedrijf en volgen drie dagen per week op school de lessen van het
beroepsgerichte programma, Nederlands en modules Engels, ICT en maatschappelijke en beroepsgerichte
vaardigheden. Ook deze variant heeft aansluitingsmogelijkheden met niveau 2 van het MBO.
Waterlant Beroepsopleidingen met haar vmbo en mbo geledingen heeft als eerste beroepsopleidende school in
de regio zgn. doorlopende leerlijnen gecreëerd. Alle leerlingen in klas 4 vmbo kunnen naadloos doorstromen

in een bij hen passend niveau naar één van de opleidingen die onze mbo geleding te bieden heeft. Natuurlijk
behalen zij eerst een mooi diploma. Maar daarna gaat de studie gewoon door in een voortgezette opleiding.
Bovendien kunnen zij door de samensmelting van de opleidingen hun studieduur aanzienlijk verkorten: Niveau
2 afsluiten in 5 in plaats van 6 jaar, niveau 4 in 6½ in plaats van 8 jaar. Maar daar moet wel hard voor gewerkt
worden!
4. RAPPORTAGE EN CONTACT MET DE OUDERS
Het schooljaar is ingedeeld in drie blokken van plm. 13 weken. Aan het eind van elke periode krijgen de
leerlingen een rapport. In het rapport van de onderbouwleerlingen staan bij elk vak naast het cijfer voor de
vorderingen ook een cijfer voor Inzet en een voor Gedrag. Hieraan kunt u aflezen of uw kind naar de
mening van de vakdocent voldoende zijn/ haar best gedaan heeft en niet voor problemen heeft gezorgd.
Tenminste twee maal per jaar worden de ouders naar aanleiding van het rapport uitgenodigd voor een
gesprek op school met de mentor en/ of andere leerkrachten.
Wij stellen het zeer op prijs, indien u daarvan gebruik maakt. Het is in het belang van uw kind, wanneer de
samenwerking tussen school en thuis optimaal is.
De klassenmentor bepaalt in overleg met de coördinator of er nog tussentijdse gesprekken noodzakelijk zijn.
Daarnaast is er natuurlijk altijd telefonisch of rechtstreeks contact mogelijk met mentoren of vakdocenten.
Wij hebben geen spreekuur. U kunt tijdens schooluren altijd bij ons terecht, maar het is aan te raden van tevoren
te bellen om een afspraak te maken.
In dit kader is het voor ons ook prettig, dat onmiddellijk wordt gemeld, wanneer uw kind wegens ziekte of
doktersbezoek de school moet verzuimen. Wij controleren elk lesuur! Indien er geen bericht van afwezigheid
is, bellen wij onmiddellijk naar huis, zodat de ouders op de hoogte zijn, als hun zoon of dochter de school
ongeoorloofd verzuimt.
Ongeoorloofd verzuimde uren moeten worden ingehaald. Leerlingen, die zonder gegronde reden te laat
komen, moeten zich de volgende dag om 8.00 uur melden. Niet deelnemen aan de gymnastieklessen is
alleen mogelijk met een doktersbriefje.
OVERGANGSNORMEN
Bij de overgang van klas één naar twee en van twee naar drie mogen de leerlingen maximaal 3
onvoldoendes hebben. Dat geldt zowel voor Prestatie als Gedrag en Inzet. Wanneer er in één of meer van
deze drie categorieën meer onvoldoendes op het rapport staan, kan een leerling niet bevorderd worden.
Voor de overgang van 3 naar 4 VMBO gelden de volgende overgangsnormen. Dit zijn tevens de zak- en
slaagnormen voor het eindexamen:
Het examenpakket telt 5 vakken. Het gemiddelde cijfer van de onderdelen van het afdelingsprogramma telt
voor twee cijfers.
De leerling mag één 5 hebben en de rest 6 of hoger.
De leerling mag één 4 hebben, de rest 6 of hoger, maar minstens één 7.
Twee keer een 5, de rest 6 of hoger, maar minstens één 7.
De 2 praktische opdrachten zijn afgesloten; de handelingsopdracht in de afdeling Verzorging is afgesloten.
Maatschappijleer is voldoende (min. 5,5), ckv, lichamelijke oefening, en godsdienst zijn voldoende (v). Deze
vakken mogen worden herkanst.
Niet meer dan 3 maal Inzet en/ of Gedrag zijn onvoldoende. Hierbij telt het cijfer voor het
afdelingsprogramma één maal.
Leerlingen in de afdelingen Handel en administratie en Verzorging kunnen naar klas 4 Leerwerktraject
worden bevorderd met voldoende cijfers voor Nederlands en het afdelingsprogramma.
Iedere examenkandidaat heeft, ongeacht zakken of slagen, recht op één herkansing voor het Centrale
eindexamen van een vak. Daarbij telt altijd het hoogst behaalde cijfer.
5. LESSENTABEL
De lessentabel - de hoeveelheid lessen per vak per week - ziet er als volgt uit:
LEERJAAR 1 2 3 4
Nederlands 5 5 5 5
Engels 3 2 3 3
Duits 2 2 3k 3k
Mens en Maatschappij 4 4
Economie 2 3s 3s
Wiskunde 3 3 3k 3k
Mens en Natuur 3 4

Biologie 3s 3s
Dans 1 1
Handvaardigheid 2 2
Tekenen 2 2
CKV 1
Techniek 2
Informatiekunde 1
Lich. Oefening 3 3 2 2
Godsdienst 1 1 1
Studievaardigheden 1 1
Zorguur 1 1 1 1
Sectororiëntatie 1
Maatschappijleer 2
Maatschappijleer2 2k 2k
Administratie 10/11 9/11
Verzorging 12 12
Machineschrijven/ ICT 2 2
k = Keuzevak s = Sectorvak
2/3 = 2 uur in BL/ 3 uur in KL
6. LESTIJDEN
1 e uur 8.30 - 9.20 uur
2 e uur 9.20 – 10.10 uur
pauze 10.10 – 10.30 uur
3 e uur 10.30 – 11.20 uur
4 e uur 11.20 – 12.10 uur
5 e uur 12.10 – 13.00 uur het 5 e lesuur
6 e uur 13.00 – 13.50 uur of het 6 e lesuur is de lunchpauze
7 e uur 13.50 – 14.40 uur
pauze 14.40 – 15.00 uur
8 e uur 15.00 – 15.50 uur
9 e uur 15.50 – 16.40 uur
7. EXTRA BEGELEIDING
Er zijn een aantal leerkrachten aangesteld om leerlingen met problemen bij bepaalde vakken een aantal
uren per week te begeleiden bij het maken van hun huiswerk of in een rustige, individuele sfeer voor herhaling
of uitleg van de leerstof te zorgen. Dat gebeurt met name veelvuldig voor het vak Nederlands.
Eénmaal per week staat er een “zorguur” vast op het rooster. In dat lesuur kunnen de leerlingen onder
begeleiding van hun mentor werken aan vakken waar extra aandacht aan moet worden besteed.
Tevens hebben de eerste en tweede klassen één uur in de week een “taaluur”. De klassen worden dan
ingedeeld in groepen van gelijke sterkte/ zwakte wat betreft het vak Nederlands. De hulp bij de Nederlandse
taal wordt daardoor zo veel mogelijk specifiek op de behoefte van de leerling toegespitst. De zwakste groep
wordt dan begeleid door de Remedial Teacher.
Als er een klassenavond of schoolfeest wordt georganiseerd wordt de ouders schriftelijk om toestemming
gevraagd. Kinderen zijn bij ons nooit op school buiten de lestijden, zonder uw uitdrukkelijke toestemming.
Eén keer per maand vindt er op school overleg plaats tussen onze leerlingbegeleiders, de
leerplichtambtenaar, de schoolverpleegkundige en vertegenwoordigers van hulpverlenende instanties.
8. ZIEKE DOCENTEN
Lessen, die uitvallen wegens ziekte van een leerkracht, worden in principe opgevangen door een collega.
Zeker voor wat betreft de eerste en tweede klassen streven wij ernaar de leerlingen geen “tussenuren” te
bezorgen.
Mocht het door omstandigheden niet mogelijk zijn een lesuur op te vullen, dan blijven de eersteklassers in
elk geval binnen, waar er ruimte is om b.v. huiswerk te maken. Dit om te voorkomen dat zij over straat of in
het winkelcentrum gaan zwerven.

9. EN VERDER …
UITSTAPJES
De tweede, derde en vierde klassen gaan in het laatste deel van het schooljaar een dagje naar een
pretpark.
FOTOGRAFEREN
Fotograferen in en om de school met behulp van digitale fototoestellen of mobiele telefoons is niet
toegestaan. Voor onze website gebruiken wij van tijd tot tijd foto’s van leerlingen in schoolsituaties. Indien u
bezwaar heeft tegen het publiceren van dergelijke foto’s op onze site kunt u dat bij de directie van de school
kenbaar maken.
10. TOELATINGS- EN INSCHRIJVINGSPROCEDURE
Toelating tot onze vmbo-opleidingen is mogelijk met een gunstig advies van de directeur van de basisschool.
Wij nemen geen toelatingstoetsen af. In principe is er elke dag gelegenheid tot inschrijven. Geadviseerd
wordt eerst een telefonische afspraak te maken met de administratie van de school. Leerlingen, die
van een andere school voor Voortgezet Onderwijs wensen te worden ingeschreven, dienen hun laatst
gekregen (tussen)rapport mee te brengen.
Mochten er twijfels bestaan omtrent de geschiktheid voor het te volgen onderwijs, dan vindt er een gesprek
plaats tussen ouders, school en (basis)school.
Met leerlingen, die “instromen” van een andere school voor Voortgezet Onderwijs vindt altijd een
intakegesprek plaats, omdat wij - alvorens over te gaan tot inschrijving - graag een idee hebben van de
motivatie van de leerling en waarom het op de andere school is misgegaan. Ook benaderen wij altijd de
school van herkomst om nadere informatie.
Het al of niet plaatsen is bij de inschrijving ter beoordeling van de schoolleiding. Zo kunnen wij bijvoorbeeld
leerling en ouders een “contract” voorleggen, waar hij/ zij zich aan te houden heeft om op onze school te
kunnen blijven.
Voor elke rapportperiode krijgen leerlingen en ouders een datumlijst, waarop alle belangrijke data, zoals
ouderavonden, vakanties enz. staan aangegeven.
KENNISMAKING
Op een middag in de maand juni worden alle nieuw ingeschreven leerlingen met hun ouders/ verzorgers
uitgenodigd, om kennis te maken met de gang van zaken op hun nieuwe school.
11. SCHOOLBIJDRAGE
Net als iedere andere school heffen wij jaarlijks een SCHOOLBIJDRAGE ter bestrijding van niet-gesubsidieerde
kosten. Hieronder vallen de huur van het volledige boekenpakket (€ 315,-.) en diverse materialen voor de
kooklessen, lessen techniek, handvaardigheid, verzekeringen, kopieerkosten, tekstverwerkingsmateriaal en
software (€ 60,-.). Boeken en materialen worden pas uitgereikt na betaling van de schoolbijdrage. Zonder
boeken worden de leerlingen niet toegelaten tot de lessen.
Verder kan het voorkomen dat wij voor buitenlesactiviteiten zoals sportdagen, gewenningsdagen en excursies
een bijdrage in de kosten vragen. Dit gebeurt op vrijwillige basis.
KLUISJES
Op de locatie zijn kluisjes aanwezig, die de leerlingen kunnen huren voor € 8,-. per jaar plus € 4,-. statiegeld.
Kluissleutels mogen niet worden doorgegeven aan derden. De school kan niet aansprakelijk gesteld worden
voor vermissing uit kluisjes.
12. BEREIKBAARHEID
Waterlant Beroepsopleidingen is gehuisvest aan de Rode Kruisstraat 14, een dwarsstraat van de
Waddenweg, tegenover het politiebureau aldaar en is bereikbaar met de bussen 32, 33, 37 (Buikslotermeerplein)
en 38; de speciale schoolbus 336, en de ARRIVA lijnen 105 en 109 en ARRIVA lijnen tot Buikslotermeerplein
(tevens halte van 32, 33, 37 en 38). De halte heet “Rode Kruisstraat”. Je kunt vanaf de
Waddenweg de lichtblauwe vlaggen van de school zien.