Brochure Dierenwelzijn_def-lr.pdf - Universiteit Utrecht
Brochure Dierenwelzijn_def-lr.pdf - Universiteit Utrecht
Brochure Dierenwelzijn_def-lr.pdf - Universiteit Utrecht
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
het curriculum diergeneeskunde – kerncompetenties<br />
<strong>Dierenwelzijn</strong> is een belangrijk onderwerp binnen een diergeneeskundig curriculum. Ons onderwijs leidt op<br />
tot de volgende kerncompetenties:<br />
Kerncompetentie Kennis/vaardigheid keywords<br />
Kunnen hanteren<br />
van welzijnsconcepten<br />
Kunnen beoordelen<br />
van het functioneren<br />
van het dier in<br />
zijn omgeving<br />
Kunnen innemen<br />
van een standpunt<br />
m.b.t. dierenwelzijn<br />
Kunnen plaatsen<br />
van dierenwelzijn<br />
in een maatschappelijke<br />
context<br />
Kunnen plaatsen<br />
van dierenwelzijn<br />
in een wettelijke<br />
context<br />
- basiskennis van welzijnsconcepten<br />
- basiskennis welzijnsmonitoring<br />
- in staat om concepten toe te passen op praktijk<br />
- basiskennis van soortspecifiek gedragsrepertoire<br />
- basiskennis van homeostase/allostase<br />
- basiskennis van afwijkend gedrag<br />
- basiskennis interactie gen/omgeving<br />
- kennis van de eisen waaraan de omgeving van het dier<br />
moet voldoen en waarom<br />
- zicht op de wetenschappelijke literatuur over dierenwelzijn<br />
- kunnen reflecteren op eigen emoties m.b.t. dierenwelzijn<br />
- kunnen scheiden tussen professioneel en persoonlijk<br />
standpunt<br />
- kennis van de verschillen functies van dieren binnen de<br />
maatschappij<br />
- zich bewust zijn van normen en waarden t.o.v. dierenwelzijn<br />
- basiskennis wet-/regelgeving rond dierenwelzijn<br />
- zich bewust zijn van formele versus morele verantwoordelijkheid<br />
t.o.v. dierenwelzijn<br />
de vijf vrijheden, welfare<br />
quality project, welzijn als<br />
positieve interne toestand<br />
aanpassingsvermogen, pijn/<br />
lijden, cognitie/emotie,<br />
kwalitatieve/kwantitatieve<br />
beoordeling interne toestand,<br />
omgeving<br />
validiteit wetenschappelijke<br />
data, ethische concepten,<br />
belangenafweging, communicatie,<br />
professioneel gedrag<br />
mens-dier relaties, ethische<br />
afweging, dierenbescherming/<br />
milieuorganisaties, politieke<br />
context, cultuurverschillen<br />
wet- en regelgeving, welzijnseisen,<br />
welzijnsnormen<br />
het curriculum diergeneeskunde –<br />
onderWijsdoelstellingen<br />
Het thema dierenwelzijn wordt in het diergeneeskundige curriculum geïntegreerd aangeboden. Naast het<br />
aanreiken van een theoretische basis wordt op deze manier de samenhang van dierenwelzijn met andere aspecten<br />
van de diergeneeskunde, zoals ethiek en wetgeving maar ook klinisch redeneren, duidelijk gemaakt.<br />
Lijn/blok Onderwijsdoelstellingen<br />
BSc Lijn 1<br />
(Introductie)<br />
Blok 16<br />
(Adaptatie &<br />
Welzijn)<br />
Lijn 4<br />
(Toegepaste<br />
wetgeving,<br />
Ethiek, Milieukunde)<br />
Introductie ‘omgaan met dieren’: de student observeert en reflecteert op het gedrag van<br />
dieren, observeert en oefent het hanteren van landbouwhuisdieren (melkkoeien, schapen,<br />
varkens en pluimvee), paarden, gezelschapsdieren (honden, katten, vogels) en kleine<br />
zoogdieren in de omgeving waarin deze diersoorten door de mens gehouden worden.<br />
Introductie proefdierkunde en professioneel gedrag<br />
De doelstellingen van het blok zijn gericht op:<br />
- kennis en inzicht in de maatschappelijke plaats en functie van dieren en hun gebruik, en<br />
de hiermee samenhangende maatschappelijke vraag naar garanties van dierenwelzijn<br />
- de principes van gedrag, regulatie, adaptatie en welzijn en het kunnen uitleggen en<br />
verklaren aan dierhouders<br />
- het formuleren van eisen met betrekking tot huisvesting en klimaat die individuele en in<br />
koppels gehuisveste dieren (zoogdieren en vogels) aan hun omgeving stellen ten einde<br />
hun homeostase te kunnen handhaven, zowel wat betreft normaal soortspecifiek gedrag<br />
als wat betreft (patho)fysiologische adaptatie en immunologische afweer<br />
- benoemen en interpreteren van verschijnselen en soortspecifieke signalen die wijzen op<br />
welzijn of onwelzijn en de effecten hiervan benoemen op gezondheid, voortplanting,<br />
welzijn en productie<br />
- in staat zijn om afwijkend gedrag bij de voor de primaire beroepsuitoefening belangrijkste<br />
dieren te onderkennen en hierover de dierhouder adequaat te informeren en te adviseren<br />
- kennis van de onderliggende mechanismen en processen van motivationele cq beloningssystemen<br />
in het centrale zenuwstelsel en de consequenties van de staat van deze<br />
systemen voor gedrag en (on)welzijn<br />
- kennis van het onderliggende mechanisme en het biphasische effect van stress (acuut ><br />
chronisch) en interpreteren en toepassen van deze kennis op het niveau van het herkennen<br />
van (on)welzijn en (mal)adaptatie<br />
- in staat zijn om de bewaking of borging van dierenwelzijn op een protocollaire en transparante<br />
wijze gestalte te geven en om gepast op te treden bij, dan wel melding te maken<br />
van, voorkomende welzijnsmisstanden met inachtneming van de eigen verantwoordelijkheid<br />
en de wettelijk vastgelegde eisen en richtlijnen ten aanzien van gehouden dieren<br />
Het doel van lijn 4 is om de studenten op een gestructureerde wijze te leren nadenken over<br />
de ethische, juridische, wettelijke en milieuaspecten van de diergeneeskundige beroepsuitoefening,<br />
zodat zij ten aanzien van maatsschappelijke vraagstukken die de diergeneeskunde<br />
betreffen tot verantwoorde keuzes kunnen komen en deze mee kunnen nemen bij<br />
het klinisch redeneerproces.