01.09.2013 Views

10 OKTOBER 1967. - GERECHTELIJK WETBOEK Deel 1, 3 ... - WIPO

10 OKTOBER 1967. - GERECHTELIJK WETBOEK Deel 1, 3 ... - WIPO

10 OKTOBER 1967. - GERECHTELIJK WETBOEK Deel 1, 3 ... - WIPO

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Art. 1235. Met het<br />

oog op de toepassing van artikel 399 van het Burgerlijk Wetboek zijn bovendien de<br />

volgende bepalingen van toepassing :<br />

1° [de voogd van wie de ontwetting wordt gevorderd, wordt ambtshalve of op een<br />

met redenen omkleed verzoek van de toeziende voogd of van de procureur des<br />

Konings opgeroepen om te verschijnen op de terechtzitting die de vrederechter [ 1<br />

...] 1 bepaalt. De voogd wordt bij gerechtsbrief opgeroepen. De toeziende voogd<br />

wordt gehoord;] <br />

2° Onverminderd de toepassing van artikel 391 van het Burgerlijk Wetboek gaat<br />

de rechter bij de uitspraak houdende de ontzetting, overeenkomstig artikel 401 van<br />

hetzelfde Wetboek onmiddellijk over tot de vervanging van de ontzette voogd.<br />

Deze bepalingen zijn van overeenkomstige toepassing op de procedure tot<br />

ontzetting van de toeziende voogd. In dat geval moet de voogd worden gehoord.<br />

----------<br />

(1)<br />

Art. 1236. Elke<br />

beschikking van de vrederechter is vatbaar voor hoger beroep. Een kamer<br />

samengesteld uit drie rechters wordt belast met de behandeling van het hoger<br />

beroep tegen deze beschikking.<br />

Art. 1236bis. § 1. Vorderingen tot vaststelling van de voortdurende onmogelijkheid om<br />

het ouderlijk gezag uit te oefenen worden door de procureur des Konings ingesteld<br />

bij de rechtbank van eerste aanleg. De procureur des Konings treedt ambtshalve op<br />

of op verzoek van iedere belanghebbende persoon.<br />

(Ingeval aan de ouders of de ouder die alleen het ouderlijk gezag uitoefent<br />

overeenkomstig de bepalingen van boek I, titel XI, hoofdstuk 1bis, van het<br />

Burgerlijk Wetboek een voorlopige bewindvoerder is toegevoegd, kan de vordering<br />

tot vaststelling van de voortdurende onmogelijkheid om het ouderlijk gezag uit te<br />

oefenen ook door de voorlopige bewindvoerder worden ingesteld.) <br />

Bij het verzoekschrift worden alle nuttige inlichtingen gevoegd, inzonderheid het<br />

oordeel van de vader en de moeder, dat van de bloedverwanten in de opgaande lijn<br />

in de tweede graad van de minderjarige en dat van zijn meerderjarige broers en<br />

zusters.<br />

§ 2. De rechtbank beveelt de verschijning [ 1 ...] 1 van de personen die zij nodig acht<br />

te horen. Hiervan wordt proces-verbaal opgemaakt. Indien een van de personen van<br />

wie de procureur des Konings het oordeel heeft moeten inwinnen, betreffende de<br />

vooropgestelde maatregel een ongunstig advies heeft uitgebracht, wordt deze<br />

eveneens opgeroepen en wanneer hij verschijnt, kan hij door middel van een<br />

eenvoudige akte verklaren dat hij in het geding wenst tussen te komen. De griffier<br />

zendt de oproepingen aan de betrokkenen toe bij gerechtsbrief.<br />

Minderjarigen die twaalf jaar oud zijn, worden ook afzonderlijk gehoord.<br />

§ 3. Indien de rechtbank de vordering toewijst, beslist zij of de voortdurende

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!