Aardappel - Syngenta

Over
aardappelen
Al rond 8000 v.C. teelde de mens aardappelen. Dat blijkt toch uit ontdekkingen
in de streek van het Andesgebergte. Alleen in Zuid-Amerika was de mens actief
als aardappelteler in die periode. De knollen dienden als voeder voor de lama’s
en werden over lange afstanden vervoerd op dit continent.
Veel later zorgde de scheepvaart ervoor dat de aardappel de oceaan overstak
en in Europa bekend raakte. Vandaag is de aardappel het vierde belangrijkste
gewas voor menselijke voeding. Ook bij ons groeit nog steeds de consumptie
van aardappelen en zelfs in China – toch nog altijd hét rijstland bij uitstek – lijkt
de aardappel meer en meer aan belang te winnen.
Deze belangrijke stijging van de oppervlakte is vooral te verklaren door de
ontwikkeling van de verwerkende industrie alsook door de vooruitgang van de
mechanisatie van de teelt (planten, oogst, stockage en transport).
Een verhoging van de rentabiliteit gaat samen met een verbetering van de
kwaliteit van de productie. De eisen van de consument in verband met de
kwaliteit zijn immers sterk veranderd. Om aan de kwaliteitseisen te voldoen,
is het noodzakelijk dat elke schakel in de aardappelketen meewerkt. Maar
belangrijk is uiteraard dat aan de basis een goede aardappel wordt gewonnen,
waarbij gewasbescherming – tegen insecten, schimmels en onkruiden – en
teelttechniek zeer belangrijk zijn.
4
Onkruidbestrijding
In alle teelten heeft de onkruidbestrijding tot doel onkruidconcurrentie voor
licht, water en voedingsstoffen te vermijden.
Alhoewel de herbicide behandelingen zeer doeltreffend zijn in de
aardappelteelt, mogen wij niet uit het oog verliezen dat een onkruidbestrijding
deel uitmaakt van de gehele rotatie. Dit is zeer belangrijk voor doorlevende
onkruiden zoals kweek, distel of melkdistel die doeltreffender en economischer
kunnen bestreden worden in de tussenteelt, door grondbewerkingen of met een
systemisch totaalherbicide.
Om het opbrengstpotentieel te behouden, moet de onkruidbestrijding absoluut
selectief zijn. Een gewas, verzwakt of beschadigd door herbiciden, zal
gevoeliger zijn aan verschillende parasieten.
De selectiviteit is niet alleen afhankelijk van de keuze van de herbiciden, maar
ook van de dosis, het toepassingsstadium, de weersomstandigheden en de
variëteit.
Vanuit de industrie is er meer en meer
vraag naar nieuwe variëteiten; dit
onderlijnt het belang om rekening te
houden met de variëteitsgevoeligheid
t.o.v. herbiciden.
Een herbicidebehandeling voert u
idealiter uit op goed bezakte ruggen,
met een niet te grove bodem. Om een
goede verdeling van de herbiciden
te bekomen, is het aangeraden te
behandelen bij rustig weer.
5