02.09.2013 Views

Genres 1

Genres 1

Genres 1

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Nederlands WIS<br />

Fictie Middle School<br />

<strong>Genres</strong><br />

Doel van de les. In deze les leer je over genres in fictie.<br />

Inleiding<br />

Boeken kun je indelen in verschillende categorieën. Deze categorieën<br />

of genres kunnen volgens verschillende criteria worden ingedeeld. De<br />

meest gebruikte indeling is op basis van de inhoud. Zo kun je<br />

bijvoorbeeld onderscheiden: hier en nu verhalen, historische roman,<br />

oorlogsverhalen, verhalen over andere culturen detective verhalen,<br />

sprookjes, fantasieverhalen, griezelverhalen, sciencefiction,<br />

dierenverhalen, avonturenverhalen, liefdesverhalen.....<br />

<strong>Genres</strong> zijn vaak flexibel, waardoor een verhaal in meerdere genres<br />

kan vallen.<br />

Opdracht<br />

1. Lees alle fragmenten en bepaal tot welk genre/ welke genres het behoort.<br />

Beargumenteer je keuzes.<br />

2. Welk boek zou je het liefst willen lezen en welk boek heeft je minste interesse.<br />

Beargumenteer je antwoord.<br />

3. Bespreek je antwoorden tenslotte in een groepje<br />

Fragment 1<br />

Of de jongens aan het werk werden gezet? Nee maar! Smeren, boenen, zwabberen<br />

was het wachtwoord. En wanneer de bootsman hun een enkele maal eens een<br />

ogenblikje had gelaten om uit te blazen, wisten de omes wel ‘een mooi werkje voor<br />

een scheepsjongen’. Padde viel er natuurlijk buiten: die had een leventje als een<br />

volwassen bottelier. Hij sliep een gat in de dag, at met toewijding, spoelde wel eens<br />

een kruik om en babbelde urenlang met de brave bottelier. Het was van het begin af<br />

aan gewoonte geweest dat de schele bottelier het werk deed en Padde zijn korte<br />

beentjes liet schommelen, zittend op een leeg tonnetje als een koning op zijn troon.<br />

‘Wil ik soms even helpen, Schele?’ vroeg Padde wel eens, wanneer de dikke<br />

Deze leermiddelen zijn alleen voor gebruik op de WIS.<br />

1


Nederlands WIS<br />

Fictie Middle School<br />

<strong>Genres</strong><br />

bottelier amechtig blies van 't lange bukken.<br />

‘Blijf jij maar zitten, m'n jongen,’ was het antwoord. ‘'k Ben zó klaar.’<br />

Maar Hajo moest voor alles opdraaien. Waar hij ook zijn vriendelijk gezicht<br />

vertoonde, overal had men een werkje voor hem. Als hij de barbier tegen het lijf liep,<br />

vroeg die: ‘Zeg er eens, vriendje, ben jij niet drogistenjongen geweest?’<br />

‘In “De Gouden Gaper”, Vader Langjas.’<br />

‘Och, help me dan even met het stampen van kruiden, wil je?’<br />

En Hajo stampte. Maar buiten hoorde hij Zwarte Gijs al razen: ‘Waar zit me die<br />

blikslagers smidsjongen! Hij moet krammetjes voor me slaan!’<br />

Of Steven Duffel, de bakker, liet hem deeg kneden. Of Hajo moest planken zagen<br />

voor Diede Doedes, de timmerman.<br />

Zijn loon bestond meestal uit de woorden: ‘Je mag me nóg 'ns helpen!’ of uit een<br />

draai om z'n oren wanneer hij iets verkeerd had gedaan.<br />

Om de haverklap werd hij bij z'n kraag gegrepen en door een janmaat het<br />

want ingestuurd om iets te ‘klaren’. En als hij dan bij het zware werk op de bovenste<br />

fokke-ra stond te balanceren met negen kansen op de tien om te vallen, riep de<br />

‘ome’<br />

van beneden: ‘Ja, breek je nek maar: 't is morgen toch zondag!’<br />

Maar wat veel goed maakte? Als Hajo, een paar emmers ijskoud water in de<br />

verkleumde vingers en een zwabber onder de arm, met een echt zeemansloopje over<br />

het dek sjouwde, of boende en schrobde dat alles wit van 't schuim zag, kon het zo<br />

ineens gebeuren dat de schipper achter hem stond en vroeg: ‘Valt het nogal mee,<br />

Peter?’<br />

Dan kreeg Hajo het ondanks de decemberkoude warm onder z'n doorweekt baadje;<br />

hij rukte z'n muts af en zei: ‘Vást wel, schipper.’<br />

En de grote man knikte goedkeurend.<br />

Fragment 2<br />

Zou hij zachtjes in de woonkamer de politie opbellen? Onzin. Als er een inbreker was<br />

zou die het horen, als er geen was zou de politie hem uitlachen en zijn ouders<br />

zouden hem nooit meer alleen thuis laten. Vooruit, lafbek. Doe die deur open.<br />

Ineens resoluut deed hij de laatste stap naar de deur en gooide hem wijd open. Er<br />

was wel degelijk een inbreker. De man stond gebogen over het bureau van Justus'<br />

vader, een zaklamp in zijn hand.<br />

Toen de deur openging, draaide hij zich om en rechtte zijn rug, in één beweging. De<br />

zaklamp zwaaide omhoog, ging halverwege de zwaai uit. Justus kon nog net zien dat<br />

Deze leermiddelen zijn alleen voor gebruik op de WIS.<br />

2


Nederlands WIS<br />

Fictie Middle School<br />

<strong>Genres</strong><br />

de man een stap in zijn richting deed. Hij voelde de honkbalknuppel in zijn hand.<br />

Automatisch nam hij de houding van de slagman aan. Hoe vaak had hij zo niet<br />

gemikt op de bal van de werper. Hij haalde uit, in de richting waar hij de inbreker<br />

vermoedde. Er kan veel door je hoofd gaan in een onderdeel van een seconde.<br />

Sommige werpers zien kans de bal een effect mee te geven waardoor hij op het<br />

laatste moment nog net wegdraait van de plaat, of er juist overheen gaat. Justus<br />

was in staat op het laatste moment de richting van zijn slag nog bij te<br />

stellen. Nu, in deze flits in de tijd, schoot door zijn hoofd dat hij de man<br />

waarschijnlijk op zijn hoofd zou treffen en hem daarbij mogelijk zou doodslaan. Op<br />

het laatste, beslissende moment liet hij de knuppel dalen, maar de kracht van de<br />

slag was nog steeds formidabel.<br />

Plop.<br />

Fragment 3<br />

Raaf zat hoog in een boom in het Wilgenbos en hield een stukje kaas in zijn snavel.<br />

"Die ga ik lekker op mijn gemak opeten", dacht hij bij zichzelf. Reintje de vos die<br />

door het bos liep rook de heerlijke geur van de kaas. Hij volgde zijn neus tot hij de<br />

raaf in de boom zag zitten die net wilde gaan eten. Reintje had best wel trek in dat<br />

lekkere stukje kaas en bedacht een list. "Gegroet mijnheer de Raaf!" riep hij naar<br />

boven. "Wat bent u een mooi dier, zo'n schoonheid heb ik nog nooit gezien. Wat een<br />

prachtige veren heeft u, ze glanzen als een spiegeltje in de zon. Het kan niet anders<br />

of uw stem is ook prachtig om te horen. Zou u niet iets voor mij willen zingen?" De<br />

raaf voelde zich gevleid en bloosde diep (hetgeen een gek gezicht is bij een raaf). Hij<br />

wilde maar al te graag zingen voor deze aardige vos, en schraapte zijn keel. Een,<br />

twee, drie; Raaf opende zijn snavel om te zingen, maar de kaas viel eruit. Reintje<br />

opende zijn bek, en de kaas viel er zo in. HAP! SLIK!, en weg was het. De vos likte<br />

tevreden zijn bek af en zei: "Weet wel vriendje, dat vleiers alleen maar vleien om<br />

diegene die naar hun luisteren beet te nemen." De raaf was kwaad en teleurgesteld<br />

tegelijk. Zijn kaas was weg, en hij was nog beetgenomen ook! Hij had een wijze les<br />

geleerd en besloot zijn leven lang niet meer te luisteren naar het geslijm van<br />

anderen.<br />

Fragment 4<br />

De dokter heeft geprobeerd ze te overhalen ons te laten waar we zijn. Hij heeft het<br />

niet voor elkaar gekregen. We moeten verhuizen. Maar waarheen? In de wijk waar<br />

ze honderdduizenden joden willen opsluiten, wonen er nu al<br />

Deze leermiddelen zijn alleen voor gebruik op de WIS.<br />

3


Nederlands WIS<br />

Fictie Middle School<br />

<strong>Genres</strong><br />

tweehonderdveertigduizend. En tachtigduizend Polen. Die moeten hun huis uit. De<br />

joden uit het 'Arische deel' van Warschau ruilen huizen met de Polen in het getto. De<br />

dokter is dag en nacht op pad om voor ons ruimte te vinden. In het internaat gaat<br />

het leven voorlopig zijn gang. Overal in het gebouw zijn schoolklasjes. In de keuken<br />

worden de uien en knoflook die wij geoogst hebben, in strengen gevlochten. De<br />

paddenstoelen die we in het bos geplukt hebben, worden aan touwen geregen om te<br />

drogen. De kool wordt gesneden en gezouten en in vaten gelegd. Boruch lapt de<br />

schoenen op die in het kamp versleten zijn en Sabina verstelt jurken met repen stof<br />

van versleten bloesjes en broeken. Zalewski gaat gewoon door met zijn werk.<br />

Meubels repareren, kolen sjouwen, de kippen verzorgen. Als hij tijd over heeft maakt<br />

hij poppenbedjes en houten paardjes, van restjes hout die hij in een hoek van de<br />

werkplaats opspaart.<br />

“We kunnen beter bedden en kasten timmeren,” zeg ik. “Er komen steeds meer<br />

kinderen bij en als we naar het getto verhuizen hebben we niet genoeg.”<br />

“We mogen blij zijn als we een wagen met beddengoed en eetgerei mee kunnen<br />

nemen, jongen. We krijgen pas een dag tevoren bericht en dan mogen we elk een<br />

koffertje meenemen. De rest pikken ze in. Ze denken dat iedere arme jood een<br />

geheime schat heeft.”<br />

“Veel joden hebben sieraden,” zeg ik.<br />

“Dat is omdat ze gewend zijn te verhuizen. Het is lastig vluchten met een ladekast<br />

op je nek. Dus nemen ze sieraden mee. De Duitsers pakken ze af bij de ingang van<br />

het getto. Maar speelgoed, daar zullen ze wel afblijven.”<br />

Ik ben er niet zo zeker van. Ik sluit de voordeur uit en loop de straat af tot het getto.<br />

De versperring loopt midden door de Krochmalnastraat. Fabrikanten van prikkel<br />

draad zullen nu wel heel rijk worden. Of wordt het met de hand gemaakt? Kilometers<br />

en kilometers van dat spul voor één getto in één stad in één land. Hoeveel kilometer<br />

voor alle getto's in het bezette Europa? Nieuwe rekensommen voor Duitse scholieren.<br />

Ik volg de drommen mensen en kom vanzelf bij de poort in de Grzybowskastraat. Er<br />

staan SS'ers en politieagenten te controleren, maar in het gedrang en de chaos val ik<br />

niet op. Als ik de poort door ben, blijf ik even staan kijken. Een SS'er duwt de kar<br />

omver waarmee een gezin de poort door is gekomen. Te veel troep, schreeuwt hij.<br />

Hij gooit de man en de vrouw twee koffers toe. Ze vallen open op straat. Haastig<br />

stoppen ze hun spullen terug. “Mijn pop!” schreeuwt een klein meisje. Een agent<br />

jaagt haar weg.<br />

Deze leermiddelen zijn alleen voor gebruik op de WIS.<br />

4


Nederlands WIS<br />

Fictie Middle School<br />

<strong>Genres</strong><br />

Fragment 5<br />

Maar de kinderen begonnen aan te dringen op een rendier. Ze sloegen de folders van<br />

Blokker en Gamma en Tuincentrum Osdorp erop na, ze gingen het internet op,<br />

informeerden bij vriendinnen, zo’n rendier had je voor een prikkie. De oudste bood<br />

zelf aan er eentje te gaan kopen, niet van haar eigen geld natuurlijk, nee ze wilde<br />

wel even naar de Gamma fietsen en, bijzonder toch wel, want als ik haar vraag naar<br />

de sigarenboer te lopen om het avondblad te kopen kan ik de pot op.<br />

“We nemen geen rendier, “zei ik ferm. Het leek me typisch een kwestie waar ik mij<br />

als gezinshoofd een lekker kon profileren. Een goede zaak ook, met twee weken<br />

vakantie voor de boeg. Iemand moet het voortouw nemen in dit wonderland.<br />

“waarom niet?’ schreeuwde de jeugd. “Het is gezellig, het is leuk, het is kerst en<br />

iedereen heeft een rendier. Alleen wij hebben geen rendier.<br />

“Jammer dan,” zei ik<br />

“Oude lul!’ riep het kroost<br />

Ik begreep ondertussen wel wat ze bedoelden, want op mijn avondlijke wandelingen<br />

zag ik steeds meer rendieren in de buurt verschijnen: enorme gevaartes in<br />

voortuinen en op balkons die zoveel licht gaven dat je er midden in de nacht een<br />

krant bij kon lezen.<br />

Fragment 6<br />

Eens, lang geleden, zat een koningin voor haar open raam te naaien. Buiten was het<br />

winter. Sneeuw daalde zacht uit de hemel neer. Terwijl ze zo zat te naaien, prikte ze<br />

opeens in haar vinger en drie helderrode druppels bloed vielen in het blanke<br />

sneeuwkleed op de vensterbank. "Och, had ik toch maar een klein meisje met een<br />

huid zo blank als sneeuw, met lipjes zo rood als bloed en met haartjes zo zwart als<br />

het ebbenhouten raamkozijn", zuchtte ze verlangend. Enige tijd later kreeg de<br />

koningin een kindje, een meisje, en haar velletje was zo blank als sneeuw, haar<br />

lipjes waren rood als bloed en haar lokjes waren zwart als ebbenhout. De koningin<br />

noemde het dochtertje Sneeuwwitje<br />

Fragment 7<br />

We worden in groepjes heen en weer geschoven. (...) Dit is niemandsgebied.<br />

“Maar in welk land zijn we dan?” vraagt een oude, grijze meneer. “De bottendragers<br />

vertellen ons niks.” (…)<br />

Deze leermiddelen zijn alleen voor gebruik op de WIS.<br />

5


Nederlands WIS<br />

Fictie Middle School<br />

<strong>Genres</strong><br />

“vergeet de vragen. Vergeet al jullie ideeën over reizen en plannen en kalenders. Wij<br />

zijn smokkelwaar. Onze chauffeurs zijn criminelen en wij zijn alleen maar ademende<br />

pakketjes. Wat we hebben zijn verhalen en grappen en lucht en hoop en muziek. (…)<br />

Die avond is de eerste van heel veel soortgelijke avonden. Het klopt wat Morteza<br />

heeft gezegd: we vergeten de kalender. We wachten in vervallen huizen, soms met<br />

een grote groep, soms met een kleine. We worden opgehaald en weggebracht, we<br />

nemen afscheid van mensen die we gaan kennen en we zien ze nooit meer terug- of<br />

een paar dagen later toch weer wel. We zijn net de ene bottendrager gewend of er is<br />

alweer een andere. In de weken en maanden die komen doen we spelletjes, we<br />

luisteren naar verhalen, we zingen mee met Morteza, of we slapen. Urenlang. We<br />

zitten in bonkende auto’s of we lopen door nog meer bossen. We kunnen maar af en<br />

toe douchen. In het grote huis was een badkamer, maar in andere, latere huizen niet,<br />

en dan spetteren we wat onder druppelende kraantjes. Ik probeer om de paar dagen<br />

een nieuw T-shirt aan te doen, maar we hebben onderweg al heel wat bagage achter<br />

moeten laten: te veel, te zwaar, te weinig ruimte. De anderen houden het bij hun<br />

vaste trui, of hun vaste overhemd- niet zo fris natuurlijk, maar ze zijn daardoor wel<br />

makkelijk te herkennen. Sommige vrouwen hebben waspoeder meegenomen, maar<br />

alles raakt op en de bottendragers vragen veel te hoge bedragen voor onze<br />

boodschappen. Na een tijdje leg ik me erbij neer dat alles went: ook stank, ook stof,<br />

ook eeuwig zwarte nagels.<br />

Ik leer plassen op vuile wc’s. of achter bomen en bosjes. In een paar tellen tijd, en<br />

met drie, vier mensen naast me. Poepen in moeilijker, maar we eten niet zoveel, dus<br />

we hoeven ook minder vaak. (…) Als ik teveel aan vroeger denk word ik duizelig, en<br />

als ik duizelig word zijn mijn tassen twee keer zo zwaar.<br />

Fragment 8<br />

De volgende dag hadden we het over de fietstocht.<br />

'Ik weet nog niet of ik meega,' zei Rob. 'Iedereen die we tegenkomen lacht zich dood.<br />

Een jongen met een kale kop, tussen al dat haar van jullie.'<br />

'We laten ons allemaal kaal knippen,' zei ik.<br />

'Je zuster,' zei Herman.<br />

Mol zei tegen Rob: 'Volgens mij valt het niemand op, jongen. Net als bij een<br />

verkeersongeluk. De getuigen hebben een gele Daf gezien met een non erin, maar<br />

later blijkt het een Mercedes met een oude boer geweest te zijn.<br />

'Je moet een pruik opzetten,' zei Annemieke. 'Dat doet mijn zuster ook wel eens als<br />

ze met haar vriend uitgaat. 't Is een beetje zweterig, maar niemand ziet<br />

het.' 'Een pruik,' zei Mol peinzend.<br />

'Een pruik,' zei Rob. 'Jezus, dat is een goed idee. Een pruik.'<br />

Deze leermiddelen zijn alleen voor gebruik op de WIS.<br />

6


Nederlands WIS<br />

Fictie Middle School<br />

<strong>Genres</strong><br />

'Misschien wel verstandig,' zei Mol. 'Denk er eens over. En zullen we nu nog eens iets<br />

gaan doen?'<br />

'Gaat het nooit meer over?' riep Sjaak. 'Ik bedoel, komt het nooit meer goed, met je<br />

haar?'<br />

'Ze weten het niet,' zei Rob. 'Ze onderzoeken van alles. Misschien komt het terug.<br />

Misschien niet.' Hij zag er weer terneergeslagen uit.<br />

'Je bent zo ook mooi,' zei Annemieke. 'Bijzonder.'<br />

'Kom zeg, aan het werk,' zei Mol. 'Liefdesverklaringen leg je maar in je vrije tijd af.'<br />

'Mispunt,' zei Annemieke.<br />

Op de ochtend van de fietstocht werd Rob door zijn moeder gebracht. Dat wil zeggen:<br />

er stopte een grote lichtblauwe Buick voor ons schooltje, en daar stapten<br />

een mal geblondeerd mens met een bontjas (terwijl het hartstikke warm was) uit en<br />

een lange jongen met idioot sluik, oranjerood haar. Samen begonnen ze een<br />

racefiets achter uit de auto te halen.<br />

'Wat een belachelijke slee,' riep Sjaak. 'Die verpest evenveel lucht als drie kleintjes.'<br />

Toen pas zag ik dat de jongen een ouderwetse cameratas over zijn schouder<br />

had hangen.<br />

'Krijg nou alles, het is Rob,' zei Herman.<br />

Rob dus. Hij kwam verlegen aan zijn pruik voelend naar ons toe, maar hij was nu wel<br />

zover dat hij het niet meer erg vond dat we over elkaar rolden van het lachen.<br />

'Rooie!' riep Sjaak. De vrouw bleef geschokt bij de auto staan kijken.<br />

'Is ie heel idioot?' vroeg Rob. 'Het was de enige die we zo gauw konden krijgen.'<br />

'Welnee, het gaat best,' zei Herman. 'Mooie meid ben je zo.' .<br />

Fragment 9<br />

Zondag, 14 Juni 1942<br />

Vrijdag 12 Juni was ik al om 6 uur wakker en dat is heel begrijpelijk, daar ik jarig<br />

was. Maar om 6 uur mocht ik toch nog niet opstaan, dus moest ik mijn<br />

nieuwsgierigheid bedwingen tot kwart voor zeven. Toen ging het niet langer, ik ging<br />

naar de eetkamer, waar ik door Moortje (de kat) met kopjes verwelkomd werd.<br />

Om even na zevenen ging ik naar papa en mama en dan naar de huiskamer, om<br />

mijn cadeautjes uit te pakken. Het was in de eerste plaats jou die ik te zien kreeg,<br />

wat misschien wel een van mijn fijnste cadeaus is. Dan een bos rozen, een plantje,<br />

twee takken pinksterrozen, dat waren die ochtend de kinderen van Flora, die op mijn<br />

tafel stonden, maar er kwam nog veel meer.<br />

Van papa en mama heb ik een heleboel gekregen en ook door onze vele kennissen<br />

Deze leermiddelen zijn alleen voor gebruik op de WIS.<br />

7


Nederlands WIS<br />

Fictie Middle School<br />

<strong>Genres</strong><br />

ben ik erg verwend. Zo ontving ik o.a. de Camera Obscura, een gezelschapsspel,<br />

veel snoep, chocola, een puzzel, een broche, Nederlandse Sagen en Legenden door<br />

Joseph Cohen, Daisy's Bergvacantie, een enig boek, en wat geld, zodat ik me Mythen<br />

van Griekenland en Rome kan kopen, fijn!<br />

Fragment 10<br />

De dementors konden niet alle gelukkige gedachten bij me wegzuigen omdat ik<br />

onschuldig was. Daardoor bleef ik wel bij mijn verstand en wist ik nog steeds wie ik<br />

was....Dat hielp me om mijn toverkracht te behouden, zodat ik ... als het me<br />

allemaal te... te veel werd ... in mijn cel van gedaante kon veranderen.... een hond<br />

kon worden (...)<br />

Toen de dementors op een avond mijn celdeur opendeden om eten te brengen,<br />

glipte ik in de gedaante van een hond langs ze heen... de emoties van dieren kunnen<br />

ze veel moeilijker voelen, zodat ze in de war raakten... ik was mager, broodmager...<br />

zo mager dat ik me tussen de tralies door kon wurmen... ik zwom als een hond terug<br />

naar het vasteland... trok als een hond naar het noorden en glipte het terrein van<br />

Zweinstein op. Sindsdien heb ik in het Bos gewoond, behalve die keren dat ik naar<br />

je Zwerkbalwedstrijden ben komen kijken... je vliegt net zo goed als je vader,<br />

Harry...’<br />

Deze leermiddelen zijn alleen voor gebruik op de WIS.<br />

8

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!