02.09.2013 Views

Toets 2a De ontwikkeling van kinderen ... - Ik zorg er wel voor

Toets 2a De ontwikkeling van kinderen ... - Ik zorg er wel voor

Toets 2a De ontwikkeling van kinderen ... - Ik zorg er wel voor

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

W<strong>er</strong>kboek Zorg & Welzijn <strong>Toets</strong> – 2 <strong>De</strong> <strong>ontwikkeling</strong> <strong>van</strong> <strong>kind<strong>er</strong>en</strong> 1<br />

<strong>Toets</strong><br />

<strong>2a</strong> <strong>De</strong> <strong>ontwikkeling</strong><br />

<strong>van</strong> <strong>kind<strong>er</strong>en</strong> –<br />

Ontwikkelingsfasen<br />

Casus: Oppassen<br />

Je bent de oppas <strong>van</strong> twee <strong>kind<strong>er</strong>en</strong>: Joris <strong>van</strong> acht maanden<br />

en Kim <strong>van</strong> drie jaar. <strong>De</strong> oud<strong>er</strong>s <strong>van</strong> de <strong>kind<strong>er</strong>en</strong> willen een<br />

middagje naar de stad en hebben jou gevraagd om op de kleintjes<br />

te passen. Ze hebben hun mobiele telefoon bij zich, zodat je kunt<br />

bellen als <strong>er</strong> wat is. Als je binnenkomt staat de driejarige Kim<br />

al op je te wachten. Ze heeft het thees<strong>er</strong>viesje klaargezet, want<br />

ze wil met je spelen. Als de oud<strong>er</strong>s weggaan en je net met Kim<br />

bezig bent, hoor je Joris kraaien. Hij is wakk<strong>er</strong> geworden uit zijn<br />

middagslaapje. Je haalt hem uit bed, v<strong>er</strong>schoont hem en neemt<br />

hem op schoot. Je speelt even met Joris. In de koelkast staat zijn<br />

flesje klaar. Je zet Joris in de box om de fles te gaan opwarmen.<br />

Vanuit de keuken hoor je dat hij plotseling begint te huilen. Je<br />

loopt de kam<strong>er</strong> in en ziet dat Kim naast de box zit en boos naar<br />

Joris kijkt. ‘Joris is stout,’ zegt ze. Je trekt Kim bij de box weg en<br />

neemt Joris uit de box. Kim zet het op een huilen. Je schenkt <strong>er</strong><br />

geen aandacht aan en geeft de baby de fles. Daarna zet je Joris<br />

we<strong>er</strong> in de box. Je gaat met Kim een puzzel maken. Kim houdt op<br />

met huilen. Even lat<strong>er</strong> zegt ze: ‘<strong>Ik</strong> moet plassen.’ Je gaat met Kim<br />

naar de wc en zet haar op een kind<strong>er</strong>bril. Je blijft <strong>er</strong>bij totdat Kim<br />

klaar is. Daarna ga je we<strong>er</strong> met haar puzzelen. Ze lacht en praat<br />

tegen je.<br />

Vraag 1 Je v<strong>er</strong>schoont de kleine Joris.<br />

a Welk soort lui<strong>er</strong> gebruik je daar<strong>voor</strong>?<br />

b Welke twee and<strong>er</strong>e soorten lui<strong>er</strong>s ken je?


W<strong>er</strong>kboek Zorg & Welzijn <strong>Toets</strong> – 2 <strong>De</strong> <strong>ontwikkeling</strong> <strong>van</strong> <strong>kind<strong>er</strong>en</strong> 2<br />

Vraag 2 Joris is acht maanden oud. Noem vijf lichamelijke vaardigheden<br />

die Joris al moet kunnen. Kies uit: hoofd optillen, stevig rechtop<br />

zitten, zelf met een lepeltje eten, omrollen, staan, kruipen, een<br />

stukje speelgoed vastpakken, uit zijn bedje klimmen, lopen.<br />

Vraag 3 Door te spelen met een stukje speelgoed oefent Joris zijn ooghandcoördinatie.<br />

Wat wordt bedoeld met oog-handcoördinatie?<br />

Vraag 4 a Kim heeft een thees<strong>er</strong>viesje klaargezet. Bij <strong>wel</strong>ke spelsoort<br />

hoort dit speelgoed?<br />

b Je gaat met Kim puzzelen. Bij <strong>wel</strong>ke spelsoort hoort dit<br />

speelgoed?<br />

Vraag 5 a Als je Joris we<strong>er</strong> in bed legt, hoe leg je hem dan in zijn bedje?<br />

b Waarmee dek je Joris toe?<br />

Vraag 6 Kim heeft Joris pijn gedaan.<br />

a Waarom heeft ze dit gedaan, denk je?<br />

b Hoe kun je in zo’n situatie het beste reag<strong>er</strong>en?<br />

Vraag 7 Kim is al zindelijk.<br />

a Waartoe moet een kind in staat zijn om zindelijk te kunnen<br />

worden?<br />

b Hoe kun je prob<strong>er</strong>en <strong>kind<strong>er</strong>en</strong> zindelijk te laten worden?<br />

Vraag 8 Als je Kim wilt helpen haar broek we<strong>er</strong> vast te maken, proteste<strong>er</strong>t<br />

ze.<br />

a Waarom proteste<strong>er</strong>t Kim, denk je?<br />

b Bij <strong>wel</strong>ke <strong>ontwikkeling</strong>sfase hoort dit gedrag?<br />

Vraag 9 Zo<strong>wel</strong> Kim als Joris zijn gezonde <strong>kind<strong>er</strong>en</strong>. Een goede gezondheid<br />

bevord<strong>er</strong>t de <strong>ontwikkeling</strong> <strong>van</strong> het kind. Leg dit uit aan de hand<br />

<strong>van</strong> een <strong>voor</strong>beeld.<br />

Vraag 10 Beide <strong>kind<strong>er</strong>en</strong> krijgen voldoende aandacht <strong>van</strong> hun oud<strong>er</strong>s. Niet<br />

alle <strong>kind<strong>er</strong>en</strong> krijgen voldoende aandacht. Geef twee <strong>voor</strong>beelden<br />

<strong>van</strong> v<strong>er</strong>waarlozing <strong>van</strong> <strong>kind<strong>er</strong>en</strong>.


W<strong>er</strong>kboek Zorg & Welzijn <strong>Toets</strong> – 2 <strong>De</strong> <strong>ontwikkeling</strong> <strong>van</strong> <strong>kind<strong>er</strong>en</strong> 3<br />

Me<strong>er</strong>keuzevragen<br />

Vraag 1 <strong>De</strong> kraamhulp heeft een aantal taken. Welke <strong>van</strong> de volgende<br />

taken hoort <strong>er</strong> niet bij?<br />

A begeleidende taken<br />

B huishoudelijke taken<br />

C lichamelijk v<strong>er</strong><strong>zorg</strong>ende taken<br />

D v<strong>er</strong>plegende taken<br />

Vraag 2 Een baby is bij de geboorte ongeve<strong>er</strong>:<br />

A 3000 gram zwaar en 48 cm lang<br />

B 3500 gram zwaar en 51 cm lang<br />

C 4000 gram zwaar en 52 cm lang<br />

D 4500 gram zwaar en 55 cm lang<br />

Vraag 3 Een baby wordt in het e<strong>er</strong>ste en tweede levensjaar ingeënt tegen<br />

v<strong>er</strong>schillende ziekten. Dit zijn:<br />

A dift<strong>er</strong>ie, kinkhoest, tetanus, polio, hib, de bof, mazelen, rode<br />

hond<br />

B dift<strong>er</strong>ie, kinkhoest, tyfus, pokken, hib, de bof, mazelen,<br />

rodehond<br />

C kinkhoest, tyfus, polio, hib, de bof, mazelen, rodehond, dift<strong>er</strong>ie<br />

D mazelen, tyfus, rodehond, hib, de bof, kinkhoest, polio, tetanus<br />

Vraag 4 Als een baby een stukje speelgoed ziet liggen en dit oppakt, is <strong>er</strong><br />

sprake <strong>van</strong>:<br />

A geestelijke <strong>ontwikkeling</strong><br />

B grijpreflex<br />

C oog-handcoördinatie<br />

D sociale <strong>ontwikkeling</strong><br />

Vraag 5 Een <strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> de <strong>ontwikkeling</strong> <strong>van</strong> de fijne motoriek <strong>van</strong> de<br />

baby is:<br />

A een lepeltje naar de mond brengen<br />

B gaan kruipen<br />

C <strong>voor</strong> het e<strong>er</strong>st rechtop zitten<br />

D zich omrollen in de box<br />

Vraag 6 Welke zin geeft een <strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> de sociale <strong>ontwikkeling</strong> <strong>van</strong> de<br />

baby? <strong>De</strong> baby:<br />

A begrijpt bij het zien <strong>van</strong> de fles dat hij een voeding krijgt<br />

B gaat huilen als hij een vreemde ziet<br />

C kan een stukje speelgoed met duim en wijsving<strong>er</strong> vastpakken<br />

D is bij zijn e<strong>er</strong>ste v<strong>er</strong>jaardag ongeve<strong>er</strong> drie maal zijn<br />

geboortegewicht


W<strong>er</strong>kboek Zorg & Welzijn <strong>Toets</strong> – 2 <strong>De</strong> <strong>ontwikkeling</strong> <strong>van</strong> <strong>kind<strong>er</strong>en</strong> 4<br />

Vraag 7 <strong>De</strong> juiste volgorde <strong>van</strong> de taal<strong>ontwikkeling</strong> <strong>van</strong> de baby is:<br />

A brabbelen, imit<strong>er</strong>en, huilen, éénwoordzinnen gebruiken,<br />

volledige zinnetjes<br />

B huilen, brabbelen, imit<strong>er</strong>en, éénwoordzinnen gebruiken,<br />

volledige zinnetjes<br />

C huilen, imit<strong>er</strong>en, brabbelen, éénwoordzinnen gebruiken,<br />

volledige zinnetjes<br />

D imit<strong>er</strong>en, huilen, brabbelen, volledige zinnetjes,<br />

éénwoordzinnen gebruiken<br />

Vraag 8 Het risico <strong>van</strong> wiegendood kun je v<strong>er</strong>mind<strong>er</strong>en. <strong>De</strong> oud<strong>er</strong>s krijgen<br />

daarom ond<strong>er</strong> and<strong>er</strong>e de volgende adviezen:<br />

A drink geen koffie of cola tijdens de zwang<strong>er</strong>schap en geef de<br />

baby flesvoeding<br />

B leg de baby in een koele kam<strong>er</strong> en gebruik een dekbedje<br />

C leg de baby in het bedje op zijn buik en gebruik tijdens de<br />

zwang<strong>er</strong>schap veel vitaminen<br />

D rook niet tijdens en na de zwang<strong>er</strong>schap en leg de baby niet<br />

op zijn buik in het bedje<br />

Vraag 9 Zuigflescariës kan een kind krijgen door:<br />

A limonade uit de fles te drinken in plaats <strong>van</strong> uit een bek<strong>er</strong><br />

B me<strong>er</strong>d<strong>er</strong>e malen p<strong>er</strong> dag en nacht melk of sap uit een flesje te<br />

drinken<br />

C te veel zoetigheid op de bot<strong>er</strong>ham<br />

D veel te snoepen<br />

Vraag 10 Een kind kan zindelijk worden als het:<br />

A 1,5 jaar oud is<br />

B niet me<strong>er</strong> bang is <strong>voor</strong> het potje<br />

C zelf zijn lui<strong>er</strong> kan losmaken<br />

D zijn sluitspi<strong>er</strong>en kan behe<strong>er</strong>sen<br />

Vraag 11 Fluor in peut<strong>er</strong>tandpasta:<br />

A doet gaatjes v<strong>er</strong>dwijnen<br />

B doodt schadelijke bact<strong>er</strong>iën in de mond<br />

C v<strong>er</strong>st<strong>er</strong>kt het tandglazuur<br />

D <strong>voor</strong>komt tandplak<br />

Vraag 12 Peut<strong>er</strong>s en kleut<strong>er</strong>s zijn snel bang omdat ze:<br />

A een grote fantasie hebben<br />

B fantasie en w<strong>er</strong>kelijkheid nog niet <strong>van</strong> elkaar kunnen<br />

ond<strong>er</strong>scheiden<br />

C veel televisie kijken<br />

D worden bang gemaakt door enge v<strong>er</strong>halen uit<br />

sprookjesboeken


W<strong>er</strong>kboek Zorg & Welzijn <strong>Toets</strong> – 2 <strong>De</strong> <strong>ontwikkeling</strong> <strong>van</strong> <strong>kind<strong>er</strong>en</strong> 5<br />

Vraag 13 <strong>De</strong> peut<strong>er</strong> is egocentrisch ingesteld. Dit betekent dat hij:<br />

A alles <strong>voor</strong> zichzelf wil hebben<br />

B alles zelf wil doen<br />

C geen contact kan maken met and<strong>er</strong>e <strong>kind<strong>er</strong>en</strong><br />

D zichzelf als middelpunt beschouwt<br />

Vraag 14 <strong>De</strong> taken <strong>van</strong> de jeugdtand<strong>zorg</strong> zijn:<br />

A tandheelkundige <strong>zorg</strong> geven aan <strong>kind<strong>er</strong>en</strong><br />

B <strong>voor</strong>lichting geven ov<strong>er</strong> tandv<strong>er</strong><strong>zorg</strong>ing op scholen<br />

C ond<strong>er</strong>zoek doen naar tandziekten<br />

D alle antwoorden zijn juist<br />

Vraag 15 Wat hoort het meest bij het schoolkind?<br />

A fantasiespel, v<strong>er</strong>zamelingen, clubs, groepsgedrag<br />

B le<strong>er</strong>gi<strong>er</strong>igheid, v<strong>er</strong>zamelingen, wedstrijdspel,<br />

rechtvaardigheidsgevoel<br />

C sporten, realistisch zijn, groepsgedrag, imitatiespel<br />

D stripv<strong>er</strong>halen lezen, le<strong>er</strong>gi<strong>er</strong>ig zijn, rechtvaardigheidsgevoel,<br />

fantasiespel<br />

Waar of niet waar<br />

(basis + kad<strong>er</strong>)<br />

Vraag 16 Fontanellen zijn ruimtes tussen de schedelbeend<strong>er</strong>en <strong>van</strong> de<br />

pasgeboren baby.<br />

A waar<br />

B niet waar<br />

Vraag 17 ‘B<strong>er</strong>g’ is een and<strong>er</strong> woord <strong>voor</strong> lui<strong>er</strong>uitslag.<br />

A waar<br />

B niet waar<br />

Vraag 18 Het PKU/CHT/AGS-ond<strong>er</strong>zoek spoort aangeboren afwijkingen op.<br />

A waar<br />

B niet waar<br />

Vraag 19 Zuigflescariës komt <strong>voor</strong> bij baby’s tot twaalf maanden.<br />

A waar<br />

B niet waar


W<strong>er</strong>kboek Zorg & Welzijn <strong>Toets</strong> – 2 <strong>De</strong> <strong>ontwikkeling</strong> <strong>van</strong> <strong>kind<strong>er</strong>en</strong> 6<br />

Vraag 20 Een kind <strong>van</strong> vi<strong>er</strong> jaar is ongeve<strong>er</strong> 110 centimet<strong>er</strong> lang en weegt<br />

20 kilogram.<br />

A waar<br />

B niet waar<br />

Vraag 21 Een peut<strong>er</strong> kan moeilijk samenspelen omdat hij egoïstisch is.<br />

A waar<br />

B niet waar<br />

Vraag 22 Jalo<strong>er</strong>s gedrag komt bij peut<strong>er</strong>s veel <strong>voor</strong>.<br />

A waar<br />

B niet waar<br />

Vraag 23 We noemen het kind een kleut<strong>er</strong> als hij zes jaar oud is.<br />

A waar<br />

B niet waar<br />

Vraag 24 Een melkgebit telt 28 tanden en kiezen.<br />

A waar<br />

B niet waar<br />

Vraag 25 Met 2,5 jaar zijn veel <strong>kind<strong>er</strong>en</strong> ov<strong>er</strong>dag zindelijk.<br />

A waar<br />

B niet waar<br />

Vraag 26 Als beide oud<strong>er</strong>s w<strong>er</strong>ken kan het kind naar een kind<strong>er</strong>dagv<strong>er</strong>blijf.<br />

A waar<br />

B niet waar<br />

Vraag 27 <strong>De</strong> jeugdtand<strong>zorg</strong> is <strong>er</strong> <strong>voor</strong> <strong>kind<strong>er</strong>en</strong> <strong>van</strong>af vi<strong>er</strong> jaar.<br />

A waar<br />

B niet waar<br />

Vraag 28 Het schoolkind is realistisch ingesteld. Dit betekent dat het<br />

schoolkind int<strong>er</strong>esses krijgt in hobby’s.<br />

A waar<br />

B niet waar<br />

Vraag 29 Naschoolse op<strong>van</strong>g is bedoeld <strong>voor</strong> probleem<strong>kind<strong>er</strong>en</strong>.<br />

A waar<br />

B niet waar<br />

Vraag 30 School<strong>kind<strong>er</strong>en</strong> willen graag bij een groep horen.<br />

A waar<br />

B niet waar


W<strong>er</strong>kboek Zorg & Welzijn <strong>Toets</strong> – 2 <strong>De</strong> <strong>ontwikkeling</strong> <strong>van</strong> <strong>kind<strong>er</strong>en</strong> 7<br />

*Open vragen<br />

Vraag 1 Een baby heeft vijf aangeboren reflexen. Noem deze reflexen.<br />

Vraag 2 Noem vijf uit<strong>er</strong>lijke kenm<strong>er</strong>ken <strong>van</strong> de pasgeboren baby.<br />

Vraag 3 a Geef een <strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> de fijne motoriek <strong>van</strong> de baby.<br />

b Geef een <strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> de grove motoriek <strong>van</strong> de baby.<br />

Vraag 4 <strong>De</strong> babyuitzet moet aan bepaalde eisen voldoen.<br />

a Noem twee veiligheidseisen die je aan babymeubeltjes stelt.<br />

b Noem twee eisen die je aan babykleding stelt.<br />

Vraag 5 Waarom moet je een baby goed afdrogen na het in bad gaan?<br />

Vraag 6 Noem vi<strong>er</strong> mani<strong>er</strong>en om de taal<strong>ontwikkeling</strong> <strong>van</strong> de peut<strong>er</strong> te<br />

bevord<strong>er</strong>en.<br />

Vraag 7 <strong>De</strong> koppigheidsfase hoort bij de groeiende zelfstandigheid <strong>van</strong> de<br />

peut<strong>er</strong>. Leg dit uit.<br />

Vraag 8 a Noem een positief effect <strong>van</strong> televisiekijken door peut<strong>er</strong>s en<br />

kleut<strong>er</strong>s.<br />

b Noem vi<strong>er</strong> negatieve effecten <strong>van</strong> veel televisiekijken door<br />

peut<strong>er</strong>s en kleut<strong>er</strong>s.<br />

c Geef een <strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> het v<strong>er</strong>standig gebruikmaken <strong>van</strong> de<br />

televisie.<br />

Vraag 9 Peut<strong>er</strong>s zitten ov<strong>er</strong>al op en aan. Geef drie <strong>voor</strong>beelden <strong>van</strong><br />

veiligheids<strong>voor</strong>zieningen die je in huis kunt aanbrengen.<br />

Vraag 10 a Noem twee taken <strong>van</strong> de jeugdgezondheids<strong>zorg</strong>.<br />

b Tot <strong>wel</strong>ke leeftijd loopt deze <strong>zorg</strong> door?


W<strong>er</strong>kboek Zorg & Welzijn <strong>Toets</strong> – 2 <strong>De</strong> <strong>ontwikkeling</strong> <strong>van</strong> <strong>kind<strong>er</strong>en</strong> 8<br />

<strong>Toets</strong><br />

2b <strong>De</strong> <strong>ontwikkeling</strong><br />

<strong>van</strong> <strong>kind<strong>er</strong>en</strong> –<br />

Opvoeden<br />

Casus: Zijn toekomstige<br />

misdadig<strong>er</strong>s op jonge leeftijd<br />

te h<strong>er</strong>kennen?<br />

Krantenb<strong>er</strong>icht:<br />

‘<strong>De</strong> harde k<strong>er</strong>n <strong>van</strong> de volwassen misdadig<strong>er</strong>s bestaat uit mannen<br />

die <strong>voor</strong> hun tiende jaar al agressief gedrag v<strong>er</strong>toonden.’ Dit blijkt<br />

uit een Ned<strong>er</strong>lands ond<strong>er</strong>zoek waarbij tweeduizend <strong>kind<strong>er</strong>en</strong>, <strong>van</strong>af<br />

hun kleut<strong>er</strong>leeftijd, vijftien jaar lang zijn gevolgd. Niet e<strong>er</strong>d<strong>er</strong> is zo’n<br />

grote groep <strong>kind<strong>er</strong>en</strong> zo lang met speciale meetmethodes ond<strong>er</strong>zocht.<br />

Uit het ond<strong>er</strong>zoek blijkt dat een aantal volwassenen dat misdadig<br />

gedrag v<strong>er</strong>toont, als kind ook al problemen had. Ze v<strong>er</strong>toonden op zes-,<br />

zevenjarige leeftijd al agressief en antisociaal gedrag. <strong>De</strong> kans dat een<br />

jongetje met d<strong>er</strong>gelijk gedrag lat<strong>er</strong> een strafbaar feit pleegt, is vi<strong>er</strong>maal<br />

zo groot als bij and<strong>er</strong>e jongens. Volgens de ond<strong>er</strong>zoek<strong>er</strong>s betekent deze<br />

uitslag dat het v<strong>er</strong>standig zou zijn om deze <strong>kind<strong>er</strong>en</strong> al op jonge leeftijd te<br />

behandelen. Er bestaat een preventief spelprogramma dat op basisscholen<br />

kan worden gebruikt om agressie te v<strong>er</strong>mind<strong>er</strong>en. Le<strong>er</strong>krachten die <strong>er</strong>mee<br />

w<strong>er</strong>ken, zijn <strong>er</strong>g enthousiast ov<strong>er</strong> dit programma. Kind<strong>er</strong>en die, ondanks<br />

dit spelprogramma, hardnekkig agressief gedrag blijven v<strong>er</strong>tonen, zouden<br />

behandeld moeten worden, volgens de ond<strong>er</strong>zoek<strong>er</strong>s.<br />

uit: <strong>De</strong> Volkskrant<br />

Vraag 1 Ond<strong>er</strong>zoek<strong>er</strong>s hebben een groep <strong>kind<strong>er</strong>en</strong> vijftien jaar lang gevolgd.<br />

A Wat is de uitslag <strong>van</strong> dit ond<strong>er</strong>zoek?<br />

B Wat is het advies <strong>van</strong> de ond<strong>er</strong>zoek<strong>er</strong>s?


W<strong>er</strong>kboek Zorg & Welzijn <strong>Toets</strong> – 2 <strong>De</strong> <strong>ontwikkeling</strong> <strong>van</strong> <strong>kind<strong>er</strong>en</strong> 9<br />

Vraag 2 <strong>De</strong> omstandigheden waarin een kind opgroeit, hebben invloed op<br />

zijn <strong>ontwikkeling</strong>.<br />

A Noem twee groepen factoren die invloed hebben op deze<br />

<strong>ontwikkeling</strong>.<br />

B Geef <strong>van</strong> elke factor één <strong>voor</strong>beeld.<br />

Vraag 3 Je kunt <strong>kind<strong>er</strong>en</strong> op v<strong>er</strong>schillende mani<strong>er</strong>en opvoeden.<br />

A Welke drie opvoedingsmethoden ken je?<br />

B Noem het belangrijkste kenm<strong>er</strong>k <strong>van</strong> ied<strong>er</strong>e methode.<br />

Vraag 4 Bij het opvoeden zal de opvoed<strong>er</strong> consequent moeten zijn.<br />

A Leg uit wat dit betekent.<br />

B Geef hi<strong>er</strong><strong>van</strong> een <strong>voor</strong>beeld.<br />

Vraag 5 <strong>De</strong> meeste <strong>kind<strong>er</strong>en</strong> worden door hun oud<strong>er</strong>s opgevoed.<br />

A Geef drie <strong>voor</strong>beelden <strong>van</strong> and<strong>er</strong>e opvoed<strong>er</strong>s dan de<br />

biologische oud<strong>er</strong>s.<br />

B Geef twee <strong>voor</strong>beelden <strong>van</strong> medeopvoed<strong>er</strong>s.<br />

Vraag 6 Als een kind opgroeit in een gezin met grote problemen kan<br />

dat zijn <strong>ontwikkeling</strong> bedreigen. Geef drie <strong>voor</strong>beelden <strong>van</strong><br />

problemen waarbij een kind in zijn <strong>ontwikkeling</strong> wordt bedreigd.<br />

Vraag 7 Sommige <strong>kind<strong>er</strong>en</strong> worden niet geaccepte<strong>er</strong>d in een groep. Geef<br />

hi<strong>er</strong><strong>van</strong> drie mogelijke oorzaken.<br />

Vraag 8 Een kind identifice<strong>er</strong>t zich met zijn opvoed<strong>er</strong>. Leg uit wat deze zin<br />

betekent.<br />

Vraag 9 Door te straffen kun je een kind corrig<strong>er</strong>en. Noem twee redenen<br />

waarom te hard en te veel straffen niet goed is <strong>voor</strong> een kind.<br />

Vraag 10 Noem twee hulpv<strong>er</strong>lenende instanties waar oud<strong>er</strong>s met<br />

probleem<strong>kind<strong>er</strong>en</strong> t<strong>er</strong>echt kunnen.<br />

Me<strong>er</strong>keuzevragen<br />

Vraag 1 Een basisschool heeft een eigen identiteit. Dit betekent dat de<br />

school:<br />

A alleen <strong>kind<strong>er</strong>en</strong> <strong>van</strong> christelijke oud<strong>er</strong>s aanneemt<br />

B een eigen idee heeft ov<strong>er</strong> hoe je <strong>kind<strong>er</strong>en</strong> moet ond<strong>er</strong>wijzen<br />

C ied<strong>er</strong> kind een identiteitsbewijs geeft<br />

D veel aandacht <strong>voor</strong> de <strong>ontwikkeling</strong> <strong>van</strong> een kind heeft


W<strong>er</strong>kboek Zorg & Welzijn <strong>Toets</strong> – 2 <strong>De</strong> <strong>ontwikkeling</strong> <strong>van</strong> <strong>kind<strong>er</strong>en</strong> 10<br />

Vraag 2 Een goed <strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> imitatiespel is:<br />

A met blokken bouwen<br />

B tekenen en knutselen<br />

C touwtjespringen<br />

D vad<strong>er</strong>tje en moed<strong>er</strong>tje spelen<br />

Vraag 3 Klimmen op een klimrek hoort bij:<br />

A bewegingsspel<br />

B constructiespel<br />

C fantasiespel<br />

D imitatiespel<br />

Vraag 4 Fantasiespel is <strong>voor</strong> een kind belangrijk <strong>voor</strong>:<br />

A het l<strong>er</strong>en omgaan met gevaar<br />

B het l<strong>er</strong>en behe<strong>er</strong>sen <strong>van</strong> de spi<strong>er</strong>en<br />

C het v<strong>er</strong>groten <strong>van</strong> zijn woordenschat<br />

D het v<strong>er</strong>w<strong>er</strong>ken <strong>van</strong> gevoelens<br />

Vraag 5 Een <strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> constructiespeelgoed is:<br />

A een driewiel<strong>er</strong><br />

B een pop<br />

C memory<br />

D lego<br />

Vraag 6 Kind<strong>er</strong>en spelen graag met elkaar. Op deze mani<strong>er</strong> l<strong>er</strong>en ze:<br />

A de w<strong>er</strong>eld <strong>van</strong> de volwassenen kennen<br />

B hun motoriek te ontwikkelen<br />

C met elkaar omgaan<br />

D alle antwoorden zijn juist<br />

Vraag 7 Met het woord ‘motoriek’ wordt bedoeld:<br />

A bewegend speelgoed<br />

B de geestelijke <strong>ontwikkeling</strong><br />

C de sociale <strong>ontwikkeling</strong><br />

D het maken <strong>van</strong> bewegingen<br />

Vraag 8 In de e<strong>er</strong>ste levensfase heeft de meeste invloed op de opvoeding:<br />

A de buurt<br />

B de crèche<br />

C de familie<br />

D het gezin


W<strong>er</strong>kboek Zorg & Welzijn <strong>Toets</strong> – 2 <strong>De</strong> <strong>ontwikkeling</strong> <strong>van</strong> <strong>kind<strong>er</strong>en</strong> 11<br />

Vraag 9 Kenm<strong>er</strong>ken <strong>van</strong> een democratische opvoeding zijn, dat de oud<strong>er</strong>s:<br />

A bepalen wat <strong>er</strong> gebeurt; het kind heeft daarov<strong>er</strong> niets te<br />

zeggen<br />

B bepalen wat <strong>er</strong> gebeurt; het kind mag in een aantal dingen<br />

meebeslissen<br />

C het kind vrij laten; ze geven geen grenzen aan<br />

D vragen wat het kind wil; de mening <strong>van</strong> het kind geeft de<br />

doorslag<br />

Vraag 10 <strong>De</strong> kleut<strong>er</strong> heeft zijn speelgoed netjes opg<strong>er</strong>uimd. Een goede<br />

mani<strong>er</strong> <strong>van</strong> belonen is, het kind:<br />

A een snoepje geven<br />

B prijzen en een aai ov<strong>er</strong> de bol geven<br />

C ’s avonds lang<strong>er</strong> laten opblijven<br />

D televisie laten kijken<br />

Vraag 11 <strong>De</strong> zesjarige Thomas heeft zijn zusje een flinke mep gegeven en<br />

haar speelgoed afgepakt. Een goede mani<strong>er</strong> <strong>van</strong> straffen is dan:<br />

A Thomas naar zijn kam<strong>er</strong> sturen en zeggen dat hij daar die<br />

middag moet blijven<br />

B Thomas zeggen dat hij niets <strong>voor</strong> zijn v<strong>er</strong>jaardag krijgt als hij<br />

zo doet<br />

C Thomas zeggen dat hij zijn zusje pijn doet, hem zijn zusje<br />

laten troosten en het speelgoed laten t<strong>er</strong>uggeven<br />

D Thomas zeggen dat je het <strong>van</strong>avond aan zijn vad<strong>er</strong> zult<br />

v<strong>er</strong>tellen, die hem dan zal straffen<br />

Vraag 12 Welke zin hoort in dit rijtje niet thuis? Een peut<strong>er</strong> die niet wil eten:<br />

A kan emotionele problemen hebben<br />

B kan ziek zijn<br />

C krijgt te veel tussendoortjes<br />

D krijgt waarschijnlijk te veel eten op zijn bord<br />

Vraag 13 Een kind met ADHD:<br />

A heeft een aandachtstekortstoornis en is hyp<strong>er</strong>actief<br />

B heeft een <strong>er</strong>nstige h<strong>er</strong>senziekte<br />

C heeft problemen thuis en is daardoor hyp<strong>er</strong>actief<br />

D pest and<strong>er</strong>e <strong>kind<strong>er</strong>en</strong> en kan niet goed l<strong>er</strong>en<br />

Vraag 14 Welke zin hoort in dit rijtje niet thuis? ADHD kan me<strong>er</strong>d<strong>er</strong>e<br />

oorzaken hebben. Bij<strong>voor</strong>beeld:<br />

A een v<strong>er</strong>ke<strong>er</strong>de opvoeding<br />

B h<strong>er</strong>senletsel na een ongeval<br />

C het is aangeboren<br />

D roken of alcoholgebruik tijdens de zwang<strong>er</strong>schap


W<strong>er</strong>kboek Zorg & Welzijn <strong>Toets</strong> – 2 <strong>De</strong> <strong>ontwikkeling</strong> <strong>van</strong> <strong>kind<strong>er</strong>en</strong> 12<br />

Vraag 15 Driftige <strong>kind<strong>er</strong>en</strong> willen vaak niet gehoorzamen. Dit komt<br />

doordat ze:<br />

A een v<strong>er</strong>ke<strong>er</strong>de opvoeding krijgen<br />

B hun emoties niet de baas kunnen<br />

C ontdekken dat ze een eigen wil hebben<br />

D te streng worden opgevoed<br />

Waar of niet waar<br />

Vraag 16 Een <strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> incest is: seksueel misbruik gepleegd door de<br />

buurman.<br />

A waar<br />

B niet waar<br />

Vraag 17 In het Warenbesluit speelgoed zijn de veiligheidseisen <strong>van</strong><br />

speelgoed vastgelegd.<br />

A waar<br />

B niet waar<br />

Vraag 18 Voor een goede spel<strong>ontwikkeling</strong> is veel speelgoed nodig.<br />

A waar<br />

B niet waar<br />

Vraag 19 <strong>De</strong> omgeving waarin een kind opgroeit is <strong>van</strong> invloed op zijn<br />

<strong>ontwikkeling</strong>.<br />

A waar<br />

B niet waar<br />

Vraag 20 Straffen is bedoeld om het kind te corrig<strong>er</strong>en.<br />

A waar<br />

B niet waar<br />

Vraag 21 Bij het opvoeden is het belangrijk dat je consequent bent.<br />

A waar<br />

B niet waar<br />

Vraag 22 Kind<strong>er</strong>en die niet willen slapen kunnen last hebben <strong>van</strong><br />

nachtm<strong>er</strong>ries.<br />

A waar<br />

B niet waar<br />

Vraag 23 Kind<strong>er</strong>en die in bed plassen, kunnen geholpen worden met een<br />

bet<strong>er</strong> matras.


W<strong>er</strong>kboek Zorg & Welzijn <strong>Toets</strong> – 2 <strong>De</strong> <strong>ontwikkeling</strong> <strong>van</strong> <strong>kind<strong>er</strong>en</strong> 13<br />

A waar<br />

B niet waar<br />

Vraag 24 Kind<strong>er</strong>en met hyp<strong>er</strong>actief gedrag kunnen bet<strong>er</strong> niet buiten spelen.<br />

A waar<br />

B niet waar<br />

Vraag 25 Een belangrijk opvoedingsmiddel is het eigen <strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> de<br />

oud<strong>er</strong>s.<br />

A waar<br />

B niet waar<br />

Vraag 26 Kind<strong>er</strong>en die worden gepest, zijn meestal niet we<strong>er</strong>baar.<br />

A waar<br />

B niet waar<br />

Vraag 27 Kind<strong>er</strong>en die boven in de sociale rangorde zitten, worden het<br />

meest gepest.<br />

A waar<br />

B niet waar<br />

Vraag 28 And<strong>er</strong>en met grove woorden bedreigen, heet ook <strong>wel</strong> v<strong>er</strong>baal<br />

ge<strong>wel</strong>d.<br />

A waar<br />

B niet waar<br />

Vraag 29 Als een kind lichamelijk of geestelijk mishandeld wordt, kun je<br />

contact opnemen met het AMK.<br />

A waar<br />

B niet waar<br />

Vraag 30 Oud<strong>er</strong>s kunnen met problemen ov<strong>er</strong> de opvoeding t<strong>er</strong>echt bij de<br />

kind<strong>er</strong>telefoon.<br />

A waar<br />

B niet waar<br />

*Open vragen<br />

Vraag 1 Op school kan het kind zich intellectueel ontwikkelen. Geef<br />

hi<strong>er</strong><strong>van</strong> een <strong>voor</strong>beeld.<br />

Vraag 2 Op school kan het kind zich sociaal ontwikkelen. Geef hi<strong>er</strong><strong>van</strong><br />

een <strong>voor</strong>beeld.


W<strong>er</strong>kboek Zorg & Welzijn <strong>Toets</strong> – 2 <strong>De</strong> <strong>ontwikkeling</strong> <strong>van</strong> <strong>kind<strong>er</strong>en</strong> 14<br />

Vraag 3 Spel is een oefening <strong>voor</strong> het volwassen leven. Geef hi<strong>er</strong><strong>van</strong> twee<br />

<strong>voor</strong>beelden.<br />

Vraag 4 Noem vi<strong>er</strong> veiligheidseisen die je aan goed speelgoed stelt.<br />

Vraag 5 a Geef een <strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> speelgoed <strong>voor</strong> kleut<strong>er</strong>s dat de fijne<br />

motoriek oefent.<br />

b Geef een <strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> speelgoed <strong>voor</strong> school<strong>kind<strong>er</strong>en</strong> dat<br />

de fijne motoriek oefent.<br />

c Geef een <strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> speelgoed <strong>voor</strong> kleut<strong>er</strong>s dat de grove<br />

motoriek oefent.<br />

d Geef een <strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> speelgoed <strong>voor</strong> school<strong>kind<strong>er</strong>en</strong> dat<br />

de grove motoriek oefent.<br />

Vraag 6 Noem twee mogelijke oorzaken <strong>van</strong> het vele huilen <strong>van</strong> een baby.<br />

Vraag 7 a Noem twee oorzaken <strong>van</strong> bedplassen bij kleut<strong>er</strong>s en<br />

school<strong>kind<strong>er</strong>en</strong>.<br />

b Noem twee mani<strong>er</strong>en waarop je dit probleem kunt<br />

aanpakken.<br />

Vraag 8 a Geef een <strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> lichamelijke kind<strong>er</strong>mishandeling.<br />

b Geef een <strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> geestelijke kind<strong>er</strong>mishandeling.<br />

Vraag 9 a Noem drie v<strong>er</strong>schillende groepen <strong>kind<strong>er</strong>en</strong> die een<br />

acht<strong>er</strong>stand in het ond<strong>er</strong>wijs kunnen oplopen.<br />

b Hoe kan de school <strong>er</strong><strong>voor</strong> <strong>zorg</strong>en dat deze acht<strong>er</strong>stand<br />

klein<strong>er</strong> wordt?<br />

Vraag 10 a Geef twee redenen waarom sommige <strong>kind<strong>er</strong>en</strong> and<strong>er</strong>e<br />

<strong>kind<strong>er</strong>en</strong> pesten.<br />

b Wat kan de l<strong>er</strong>aar doen om het pesten op school te stoppen?

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!