vaste mest voor weidevogelreservaten - Altenburg & Wymenga ...
vaste mest voor weidevogelreservaten - Altenburg & Wymenga ...
vaste mest voor weidevogelreservaten - Altenburg & Wymenga ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Vaste <strong>mest</strong> <strong>voor</strong> <strong>weidevogelreservaten</strong> JPMA Rapportnummer 20100503<br />
Hoeveel fosfaat uit dierlijke <strong>mest</strong> wordt er bij beweiding ongeveer geproduceerd?<br />
De hoeveelheid fosfaat (en stikstof) die bij beweiding wordt geproduceerd is afhankelijk van de<br />
veebezetting. Om een ordegrootte duidelijk te maken:<br />
Bij een (weidevogel)natuurterrein met een doorsnee veebezetting van bij<strong>voor</strong>beeld 2-3<br />
zoogkoeien/ha of 5-10 stuks jongvee (< 1 jaar)/ha betekent dit dat er per dag beweiding gemiddeld<br />
grofweg circa 0,2 kg fosfaat uit dierlijke <strong>mest</strong> wordt opgebracht. Bij beweiding gedurende een half<br />
jaar met een dergelijke veebezetting wordt daarom al circa de helft van de fosfaatnorm van 70 kg<br />
gebruikt. De resterende helft kan dan worden aangevuld met fosfaat uit bij<strong>voor</strong>beeld <strong>vaste</strong><br />
runderstal<strong>mest</strong>. Dit komt overeen met circa 8-12 ton runderstal<strong>mest</strong>. Uiteraard is de exacte<br />
berekening aan de hand van de excretienormen maatgevend <strong>voor</strong> wettelijk toegestane ruimte <strong>voor</strong><br />
stal<strong>mest</strong>.<br />
3.5 Regels <strong>mest</strong>transport naar weidevogelreservaat<br />
Als men dierlijke <strong>mest</strong> afvoert naar grond op natuurterrein dan moet altijd een vervoersbewijs<br />
dierlijke <strong>mest</strong>stoffen (VDM) met opmerkingscode 34 (afvoer naar natuurterrein) worden opgemaakt<br />
en ingediend bij Dienst Regelingen. Speciaal bij afvoer naar natuurterrein moeten bij de afnemer<br />
alleen de naam, adres en woonplaats gegevens ingevuld. Het relatienummer (BRS) moet NIET<br />
worden ingevuld anders is er formeel geen sprake van afvoer naar natuurterrein. Het VDM moet<br />
binnen 10 werkdagen na vervoer ingediend zijn bij DR. Dit mag de papieren versie zijn.<br />
Er wordt onderscheid gemaakt in twee situaties, namelijk :<br />
1. <strong>mest</strong> van de pachter naar het natuurterrein<br />
2. <strong>mest</strong> van een derde naar het natuurterrein<br />
Mest van de pachter naar natuurterrein<br />
Een pachter mag zelf <strong>mest</strong> vervoeren naar natuurterrein en de hoeveelheid forfaitair bepalen onder<br />
de volgende <strong>voor</strong>waarden:<br />
• De afstand tussen de locatie waar de <strong>mest</strong> is geproduceerd en het natuurterrein is<br />
hemelsbreed maximaal 20 km;<br />
• De pachter is de enige gebruiker van die grond op natuurterrein;<br />
• De totale be<strong>mest</strong>ing valt binnen de grenzen <strong>voor</strong> be<strong>mest</strong>ing van het betreffende<br />
weidevogelreservaat (maximum van 70 kilo fosfaat en 170 kilo stikstof uit dierlijke <strong>mest</strong> per<br />
hectare, tenzij het beheerregime of pachtcontract andere eisen stelt).<br />
Mest van een derde naar natuurterrein<br />
Mest afkomstig van een derde moet formeel eerst met een VDM worden aangevoerd bij een pachter<br />
en vervolgens weer met een VDM worden afgevoerd naar natuurterrein. In principe zal dit transport<br />
door een bevoegd transporteur (intermediair) moeten gebeuren en is wegen en analyseren verplicht.<br />
Bij zogenaamd boer-boer transport, waarbij <strong>mest</strong> door boeren zelf mag worden getransporteerd als<br />
de afstand tussen de locatie waar de <strong>mest</strong> is geproduceerd en de locatie waar de <strong>mest</strong> naar toe moet<br />
hemelsbreed niet meer dan 10 km is (<strong>voor</strong> de exacte eisen zie www.minlnv.nl) , is wegen en<br />
analyseren niet verplicht.<br />
Het is administratief omslachtig om eerst een VDM van derde naar pachter en vervolgens een VDM<br />
van pachter naar natuurterrein op te stellen. Als er sprake is van één afnemer en rechtstreekse<br />
doorlevering dan wordt volgens Dienst Regelingen het gebruik van één VDM gedoogd. Bij levering<br />
door een intermediair aan meerdere afnemers, bij<strong>voor</strong>beeld vanaf een tijdelijk ingerichte <strong>mest</strong>plaat,<br />
is er geen mogelijkheid tot één VDM.<br />
10