Blok 5
Blok 5
Blok 5
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
1<br />
OPDRACHT 17<br />
tweede 3 eerste 5 eerste<br />
2 derde 4 derde 6 derde<br />
8 OVER TAAL<br />
OPDRACHT 18<br />
–<br />
1<br />
OPDRACHT 19<br />
te wijten 4 te danken<br />
2 te danken 5 te danken<br />
3 te wijten<br />
1<br />
OPDRACHT 20<br />
gekend 4 gelegd<br />
2 kan 5 liggen<br />
3 gekund<br />
OPDRACHT 21<br />
beppe, terp<br />
OPDRACHT 22<br />
1 aanwerken, afwerken, overwerken, uitwerken, verwerken<br />
2 aandoen, afdoen, ontdoen, overdoen, uitdoen, verdoen<br />
Herhaling BLOK<br />
1 OVER LEZEN<br />
OPDRACHT 1<br />
1 a Fragment 1: verhaal over verre landen.<br />
b Fragment 2: historisch verhaal.<br />
c Fragment 3: oorlogsverhaal.<br />
d Fragment 4: griezelverhaal.<br />
blok 5 133
134 antwoorden herhaling<br />
2 Diverse mogelijkheden, zoals humoristisch verhaal, sprookje, liefdesverhaal,<br />
speurdersverhaal. Zie verder paragraaf 2.2 van het basisboek.<br />
3 genre<br />
2 VERRIJK JE TAALSCHAT<br />
1<br />
OPDRACHT 2<br />
regionale krant 5 lucratief<br />
2 obstakels 6 chartermaatschappijen<br />
3 nucleaire wapens 7 maritiem<br />
4 manuscript<br />
1<br />
OPDRACHT 3<br />
er met de botte bijl op in hakken 3 het aan de stok krijgen met iemand<br />
2 iemand op de korrel nemen 4 ergens het mes in zetten<br />
3 GRAMMATICA<br />
OPDRACHT 4<br />
1 In het museum heeft de kunstkenner de mooie pentekeningen bewonderd.<br />
• wwg: heeft bewonderd • ow: de kunstkenner<br />
• lv: de mooie pentekeningen<br />
2 Tot zijn grote verbazing bleek het antwoord juist.<br />
• wwg: - (Er is een nwg in de zin; bleek is een kww) • ow: het antwoord<br />
• lv: - (Als de zin een nwg heeft, is er geen lv)<br />
3 In dat geval lijkt het laat te worden.<br />
• wwg: - (Er is een nwg in de zin; worden is een kww) • ow: het<br />
• lv: - (Als de zin een nwg heeft, is er geen lv)<br />
4 Waarom heeft Thédor het huiswerk overgeschreven van Fatima?<br />
• wwg: heeft overgeschreven • ow: Thédor • lv: het huiswerk<br />
5 Tegen de topcrimineel heeft het ministerie van justitie een arrestatiebevel<br />
uitgevaardigd.<br />
• wwg: heeft uitgevaardigd • ow: het ministerie van justitie<br />
• lv: een arrestatiebevel<br />
6 Deze computer heeft jouw vader meegebracht van de mediabeurs.<br />
• wwg: heeft meegebracht • ow: jouw vader • lv: deze computer<br />
7 Die olifant weegt zeker een paar ton.<br />
• wwg: weegt • ow: Die olifant • lv: - (Het zinsdeel een paar ton geeft<br />
een hoeveelheid aan en is dus geen lv)<br />
8 Dat verhaal over die inbraak is nooit verteld aan oma.<br />
• wwg: is verteld • ow: Dat verhaal over die inbraak • lv: -
OPDRACHT 5<br />
1 Met, Let op: over is hier geen voorzetsel, het is niet het eerste woord van<br />
een woordgroep. Het is een deel van de pv: oversteken.<br />
2 voor, Let op: aan is hier geen voorzetsel. Het is een deel van de pv:<br />
aanleggen.<br />
3 bij, Let op: op is hier geen voorzetsel. Het is een deel van de pv:<br />
opwachten.<br />
4 bij, op<br />
5 tot, over, Let op: door is hier geen voorzetsel. Het is een deel van de pv:<br />
doorgaan.<br />
1<br />
OPDRACHT 6<br />
spreken – zelfstandig werkwoord 11 gaan – hulpwerkwoord<br />
2 Bij – voorzetsel 12 trillen – zelfstandig werkwoord<br />
3 het – lidwoord 13 kleine – bijvoeglijk naamwoord<br />
4 persen – zelfstandig werkwoord 14 stootjes – zelfstandig naamwoord<br />
5 constante – bijvoeglijk naamwoord 15 vanuit – voorzetsel<br />
6 naar – voorzetsel 16 worden – hulpwerkwoord<br />
7 tussen – voorzetsel 17 bijgesteld – zelfstandig werkwoord<br />
8 ligt – zelfstandig werkwoord 18 hoge – bijvoeglijk naamwoord<br />
9 strottenhoofd – zelfstandig 19 mooi – bijvoeglijk naamwoord<br />
naamwoord 20 taalmelodie – zelfstandig<br />
10 de – lidwoord naamwoord<br />
4 LEES VAARDIG<br />
blok 5 135<br />
OPDRACHT 7<br />
1 Praat maar!<br />
2 Problemen.<br />
3 Als je problemen hebt, praat er dan met iemand over die je vertrouwt.<br />
4 Nee, het is niet het belangrijkste, maar verdere uitleg.<br />
5 Aansporen iets te gaan doen: met iemand praten als je problemen hebt.<br />
6 Voor jongeren (met problemen).<br />
OPDRACHT 8<br />
1 Schrijf maar!<br />
2 Problemen.<br />
3 Als je problemen hebt en er niet over durft te praten, schrijf ze dan op.<br />
4 Bijvoorbeeld: waar je je problemen opschrijft en aan wie je schrijft.
136 antwoorden herhaling<br />
OPDRACHT 9<br />
1 Daniël Lohues t/m daar eens over.<br />
2 Muziek is het belangrijkste wat er is.<br />
3 Vooral een informatieve tekst: de tekst bevat veel feiten, geeft vooral<br />
informatie en slechts bij uitzondering een mening.<br />
4 Een mening.<br />
5 Een mening.<br />
6 Voornamelijk meningen.<br />
7 Vooral een betoog.<br />
8 C<br />
5 SCHRIJF VAARDIG<br />
1<br />
OPDRACHT 10<br />
Uitsluitend feiten.<br />
2 Bijvoorbeeld: ‘Ik vind het een goed idee dat de Stichting KonijnenBelangen<br />
is opgericht.’<br />
3 Voornamelijk meningen.<br />
4 Na de laatste zin is toe te voegen: ‘De Stichting KonijnenBelangen wil die<br />
voorlichting graag geven.’<br />
5 Bijvoorbeeld: ‘Het is (Ik vind het) niet goed dat ze tijdens hun opleiding<br />
maar heel weinig les hebben gehad in konijnenkunde.’<br />
6 a Dat is een mening, want een ander kan daar anders over denken.<br />
b Bij die uitspraak wordt een voorbeeld gegeven dat als argument dient<br />
om de uitspraak in de eerste zin te onderbouwen.<br />
7 Uitsluitend feiten.<br />
8 Bijvoorbeeld: ‘Wie graag een spreker wil uitnodigen, kan contact opnemen<br />
met de Stichting (met de heer Koeveringe).’ Of: ‘Koeveringe vraagt deze<br />
instellingen contact op te nemen met zijn Stichting om een afspraak te<br />
maken.’<br />
OPDRACHT 11<br />
Lees je eigen tekst of de tekst van een klasgenoot. Beoordeel de tekst aan<br />
de hand van onderstaande beoordelingspunten.<br />
Beoordelingspunten<br />
1 Bevat de hoofdgedachte een mening over de oprichting van de Stichting<br />
(wel of niet nuttig)?<br />
2 Bevat de tekst minstens drie argumenten (al dan niet in de vorm van<br />
voorbeelden) die deze mening ondersteunen?
3 Is de tekst ingedeeld in inleiding, middenstuk en slot?<br />
4 Heeft de tekst een alinea-indeling?<br />
5 Staat er een toepasselijke titel boven?<br />
6 Telt de tekst ongeveer 100 woorden?<br />
7 Is de tekst netjes geschreven?<br />
6 SPELLING<br />
1<br />
OPDRACHT 12<br />
verzamelde, werd, uitgerukte, gedreven 4 overdekte, geopend<br />
2 ontboste, wordt, opgehoogd 5 geleden, zal, vergoed<br />
3 kregen, geslaagde, aangeboden 6 verprate, kan, ingehaald<br />
1<br />
OPDRACHT 13<br />
gewoon – gewoner – gewoonst 6 strikt – strikter – striktst<br />
2 ervaren – ervarener – ervarenst 7 bizar – bizarder – bizarst<br />
3 bekend – bekender– bekendst 8 boos – bozer – boost<br />
4 vaal – valer – vaalst 9 lief – liever – liefst<br />
5 grijs – grijzer– grijst 10 weinig – minder – minst<br />
7 INFORMATIE<br />
blok 5 137<br />
OPDRACHT 14<br />
Het woordenboek is een veelgebruikte informatiebron. Daarin staan de<br />
woorden in alfabetische volgorde. De woorden boven aan de bladzijden<br />
noemen we zoekwoorden. In het woordenboek vind je informatie over hoe<br />
je een woord schrijft. Wat de betekenis van een woord is. Of een woord een<br />
de- of een het-woord is. Hoe het meervoud van een woord gevormd wordt.<br />
Hoe je bepaalde woorden uitspreekt en op welke lettergreep de klemtoon<br />
ligt. Verder vind je informatie over spreekwoorden, gezegdes en<br />
uitdrukkingen. Ook kun je vinden hoe je klankveranderende werkwoorden<br />
moet vervoegen. Dat zijn de werkwoorden die in de verleden tijd van klank<br />
veranderen. Tot slot vind je veelgebruikte afkortingen. Die staan aan het<br />
begin van de letter.<br />
1<br />
OPDRACHT 15<br />
liegen, loog, gelogen 5 ruiken, rook, geroken<br />
2 meten, mat, gemeten 6 spugen, spoog/spuugde,<br />
3 zweren, zwoor/zweerde, gezworen gespogen/gespuugd<br />
4 slaan, sloeg, geslagen
138 antwoorden herhaling<br />
1<br />
OPDRACHT 16<br />
Snel kustvaartuig.<br />
2 Uit letters bestaand beeldmerk;<br />
bep. computertaal.<br />
3 Logo's.<br />
4 Lodzjia.<br />
5 Tweede.<br />
6 Het-woord.<br />
7 Zeer prijzen.<br />
8 Het-woord.<br />
9 Lokazen.<br />
10 Lozjee.<br />
11 Tweede.<br />
12 a nee<br />
b nee<br />
c nee<br />
d nee<br />
8 OVER TAAL<br />
OPDRACHT 17<br />
1 dromen – droom, dromer – dromend, gedroomd<br />
2 oefenen – oefening – oefenend, geoefend<br />
3 betoveren – betovering – betoverend, betoverde<br />
4 liegen – leugen, leugenaar – liegend, gelogen<br />
5 interviewen– interview, interviewer, geïnterviewde – interviewend,<br />
geïnterviewd<br />
6 bewijzen – bewijs – bewezen<br />
7 veroveren – verovering, veroveraar – veroverend, veroverd<br />
OPDRACHT 18<br />
1 a trap tegen de bal; b losse wand, afscheiding<br />
2 a vrucht; b oorvijg; c peervormige gloeilamp<br />
3 a lichaamsdeel waarmee gelikt kan worden; b platvis; c vleessoort<br />
(koeientong); d tong van een schoen<br />
4 a dier; b hijstoestel; c gymnastiektoestel<br />
5 a grap; b (afval)bak; c gevangenis; d aanhangwagentje<br />
6 a ligt in een bord soep; b is kapot<br />
7 a iemand die loopt; b boodschapper; c vloerbedekking; d sleutel die overal<br />
op past<br />
8 a paspoort; b bergpas