Van productie tot stopcontact - Eandis
Van productie tot stopcontact - Eandis
Van productie tot stopcontact - Eandis
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Het transmissienet vormt als het ware het autostradenet<br />
van de elektriciteit in Europa.<br />
Het verkeer op deze autostrades verloopt volgens<br />
strikte, technische richtlijnen, die voor alle transmissienetbeheerders<br />
bindend zijn.<br />
De technische eisen liggen zeer hoog en worden<br />
bepaald in technische reglementen. Er mogen immers<br />
geen files ontstaan, het verkeer moet 24 uur op 24 in<br />
goede banen worden geleid. Het evenwicht tussen<br />
<strong>productie</strong> en verbruik wordt permanent geregeld door<br />
elk van de Europese transmissienetbeheerders.<br />
<br />
<br />
Ontstaan van het<br />
hoogspanningstransmissienet<br />
De eerste centrales leverden elektriciteit aan een gebied<br />
in hun directe omgeving. Om aan elke piekbelasting te<br />
kunnen voldoen, was reservecapaciteit vereist en moest<br />
steeds een bepaald aantal turbines in dit gebied in standby<br />
staan. Een defect of onderhoud van een centrale was<br />
een ernstige bedreiging van de bevoorradingszekerheid.<br />
Door centrales met elkaar te verbinden werd reservecapaciteit<br />
uitgespaard en verhoogde de betrouwbaarheid van<br />
de bevoorrading aanzienlijk. De eerste connecties werden<br />
uitgevoerd in 1911 op 70 kV.<br />
In de decennia erna nam de vraag naar vermogen steeds<br />
toe. Dit maakte het noodzakelijk om centrales te bouwen<br />
met een groter vermogen en het elektrisch vermogen op<br />
een nog hogere spanning te vervoeren, met name 150 en<br />
220 kV. Begin jaren 70 was de eerste 380 kV-verbinding<br />
een feit. In die periode werden de eerste kerncentrales en<br />
de pompcentrale van Coo gebouwd, die op het 380 kVnet<br />
werden aangesloten.<br />
De 380 kV-netten zijn momenteel de belangrijkste verbindingen<br />
tussen de Europese landen. In de huidige geliberaliseerde<br />
energiemarkt maken zij het mogelijk om grote<br />
hoeveelheden elektriciteit van verschillende leveranciers, in<br />
binnen- en buitenland, naar geografisch gespreide afnemers,<br />
in binnen- en buitenland, te transporteren.<br />
<br />
Samenwerking en concentratie<br />
De behoefte aan een gecoördineerde werking leidde in<br />
1937 <strong>tot</strong> de oprichting van CPTE, voluit de ‘Maatschappij<br />
voor de Coördinatie van de Productie en het Transport van<br />
Elektrische Energie’. De klemtoon lag op coördinatie. De<br />
verschillende producenten bleven instaan voor het beheer<br />
en het onderhoud van hun netten.<br />
In 1951 kwam er samenwerking op Europees vlak tussen<br />
de transmissienetbeheerders van continentaal Europa,<br />
met de oprichting van UCTE (Union for the Coördination<br />
of Transmission of Electricity, Unie voor de Coördinatie van<br />
Transport van Elektriciteit). Zij zorgde voor de technische<br />
exploitatie, coördinatie van activiteiten, efficiëntie en operationele<br />
veiligheid van het Europese koppelnet (380 kV).<br />
UCTE groeide uit <strong>tot</strong> een technisch samenwerkingsverband<br />
tussen de transmissienetbeheerders van 24 landen<br />
van het Europese continent, waaronder Elia.<br />
De transmissienetten van deze landen worden geëxploiteerd<br />
als één groot geheel waarbinnen de energie vrij<br />
rondstroomt. Dit UCTE-net wordt synchroon uitgebaat:<br />
de frequentie over heel het net is gelijk en elke schommeling,<br />
tengevolge van een onevenwicht tussen <strong>productie</strong> en<br />
verbruik, is op dezelfde wijze voelbaar. Alle netbeheerders<br />
dragen op equivalente wijze bij <strong>tot</strong> de goede werking van<br />
dit Europese net en passen dezelfde technische exploitatiecriteria<br />
toe.<br />
Naast UCTE ontstonden er nog andere synchrone netten<br />
in Europa. Om de coördinatie binnen één groot Europees<br />
elektriciteitsnet te bevorderen, hebben 42 transmissienetbeheerders<br />
uit 34 landen ENTSO-E (European Network of<br />
Transmission System Operators for Electricity) opgericht.<br />
Doel is een verder doorgedreven coördinatie en versterkte<br />
samenwerking van de transmissienetbeheerders, met<br />
name in de ontwikkeling van een economisch, duurzaam<br />
en bedrijfszeker netwerk in Europa in het kader van het<br />
Europese energiebeleid en de integratie van de Europese<br />
elektriciteitsmarkt.<br />
Eind juni 2009 werden UCTE en ETSO ontbonden.<br />
ENTSO-E vervangt UCTE en de andere synchrone netassociaties<br />
NORDEL (Scandinavische landen), BALTSO<br />
(Estland, Letland, Litouwen), UKTSOA (Verenigd Koninkrijk),<br />
TSOI (Ierland) en ETSO (European Transmission<br />
System Operators).<br />
Door concentratie van de privé-elektriciteitsmaatschappijen<br />
bleven er eind jaren 70 in België nog drie privé-ondernemingen<br />
over die als producent/verdeler van elektriciteit<br />
actief waren: Ebes, Unerg en Intercom. Zij smolten in 1990<br />
samen <strong>tot</strong> Electrabel. In de openbare sector hadden de<br />
producenten zich in 1978 gegroepeerd binnen SPE.<br />
De hoogspanningsinfrastructuur van 150 kV <strong>tot</strong> 380 kV<br />
werd ondergebracht in CPTE met een participatie van<br />
Electrabel voor 91,5 % en SPE voor 8,5 %. De eigendomsrechten<br />
van de netten 70 kV <strong>tot</strong> en met 30 kV werden<br />
overgedragen naar CPTE.