hoofdstuk i: dubieuze posten. - AH Bogaards
hoofdstuk i: dubieuze posten. - AH Bogaards
hoofdstuk i: dubieuze posten. - AH Bogaards
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
stond.<br />
Onder invloed daarvan heeft deze David Kimchi van Jefta's dochter ook zo'n soort Joods<br />
nonnetje trachten te fatsoeneren, maar dit is eenvoudig onzin, want dat klooster- of<br />
kluizenaarsleven bestond in Israël eenvoudig niet. Het instituut van meisjes die zich aan de<br />
Here wijdden door ongetrouwd te blijven, kende men in Israël evenmin als het ongehuwd<br />
blijven van priesters.<br />
<br />
Men zal misschien vragen waarom er dan zo uitdrukkelijk bij staat, dat Jefta's dochter<br />
heenging "om haar maagdom te bewenen" (vs 37-38) en in vs 39: "na de twee maanden<br />
keerde zij naar haar vader terug, en deze voltrok aan haar de gelofte, welke hij gedaan had; zij<br />
heeft geen gemeenschap gehad met een man".<br />
Dit is eenvoudig genoeg.<br />
Het verschrikkelijke in heel deze droeve historie was juist — en daar wil de Schrift hier alle<br />
nadruk op leggen — dat Jefta's dochter heenging zonder kinderen na te laten. Niet zozeer dat<br />
Jefta's dochter stierf, maar dat zij kinderloos stierf, heeft ieder diep getroffen.<br />
Dat maakte voor Jefta's dochter het sterven ook zo bitter, dat zij twee maanden uitstel vroeg,<br />
om daarover al haar verdriet uit te schreien.<br />
Voor elke Israëliet was dit juist zo tragisch, omdat de komst van de Messias en de<br />
"vertroosting Israëls" ten nauwste verbonden waren met het nageslacht.<br />
Daarom kan de schrijver van het Richterenboek daar juist niet over uit.<br />
Als het tragisch moment is aangebroken, dat zij sterven moet, en haar vader aan haar voltrok<br />
zijn gelofte (wat moest Jefta feitelijk nog voltrekken aan haar, als hij haar niet geofferd heeft),<br />
dan tekent de Schrift daar nog zo tragisch en inbedroefd bij aan: "en zij heeft geen<br />
gemeenschap gehad met een man".<br />
In haar werd de lamp van Israël, de Messiaanse lamp, uitgeblust.<br />
Het tekent Jefta's dochter, dat zij twee maanden vroeg, om daarover uit te schreien.<br />
Het tekent haar als een echt gelovig meisje. Zij weent niet om zichzelf, maar over de<br />
"verwachting Israëls".<br />
Zij heeft de Christus, Die zij van verre zag en omhelsde, kostbaarder geacht dan haar leven<br />
— niet haar dierbare leven, maar haar maagdom heeft zij beweend.<br />
Prof. Noordtzij schrijft hierover (Gods Woord en der eeuwen getuigenis, blz. 284): "Het<br />
gehele verhaal van Richteren 11:30-40 wordt slechts begrijpelijk, als de dochter werkelijk<br />
geofferd is. Alleen dan is de vertwijfeling van de vader en de weeklacht van de dochter<br />
verstaanbaar. De vader vernietigt door eigen onnadenkendheid de toekomst van zijn geslacht,<br />
waarmede voor de ware Israëliet de komst van de Messias zo nauw verbonden was, en de<br />
dochter zag zich genoodzaakt, zichzelf ten dode over te geven, hoewel zij daardoor haar<br />
liefste verwachting afsnijdt".<br />
Zwaar heeft in dit alles Jefta gezondigd.<br />
<br />
Eerst door de heidense bijmotieven van zijn gelofte — de Here willen bevredigen met een<br />
offer.<br />
17