04.09.2013 Views

hoofdstuk i: dubieuze posten. - AH Bogaards

hoofdstuk i: dubieuze posten. - AH Bogaards

hoofdstuk i: dubieuze posten. - AH Bogaards

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

HOOFDSTUK II: LOT.<br />

Een van de eersten die we bijschrijven onder de <strong>dubieuze</strong> <strong>posten</strong> is Lot. Wij kennen zijn<br />

levensgeschiedenis in hoofdzaak uit het boek Genesis, en wat ons daar van hem gezegd<br />

wordt, boezemt ons niet buitengewoon veel respect in. Integendeel.<br />

We zien hem voortdurend in gezelschap van zijn oom Abraham, maar wat een verschil tussen<br />

die twee, als tussen dag en nacht!<br />

Abraham is de vader aller gelovigen.<br />

Lot is de vader van alle halven en tweeslachtigen, die er de kantjes aflopen.<br />

Abraham volgt gewillig God naar het land, dat de Here hem wijzen zal, maar Lot kiest<br />

eigenwillig het land dat z'n oog boeit en z'n hart begeert.<br />

Abraham staat als een rots in de branding van zijn tijd, maar Lot is als een golf van de zee,<br />

die door de wind heen en weer bewogen wordt.<br />

Ook het Nieuwe Testament zegt iets van Lot.<br />

In de 2e brief van Petrus wordt zijn naam genoemd en wordt hij geplaatst naast Noach.<br />

Beiden werden, zegt Petrus, uit de geweldige gerichten Gods gespaard, Noach uit de<br />

zondvloed, en Lot uit vuur en zwavel van Sodom, maar daar houdt dan ook alle<br />

overeenkomst mee op.<br />

Noach heet de prediker der gerechtigheid, die getuigde, en zijn bezwaren inbracht tegen de<br />

geest der eeuw. Lot daarentegen houdt z'n mond, en we horen niet, dat hij ook maar eenmaal<br />

de mensen heeft gewaarschuwd, in wier midden hij woonde.<br />

Noach bouwt de ark en bespreekt voor z'n gezin een plaats in het scheepke onder Jezus'<br />

hoede — ze zijn veilig als het noodweer losbarst, maar Lot ziet toe en doet niets, en laat z'n<br />

geslacht ondergaan in de hel van Sodom.<br />

Ik lees aandachtig de levensbeschrijving van Lot, maar verneem van geen enkele daad die<br />

hem eert, en hoor hem geen woord spreken, dat mij zeggen doet: Lot, ik houd van je, en geef<br />

me de hand, want je bent mijn broeder in Christus.<br />

Ik wandel langs de galerij van geloofshelden in Hebr. 11, en zie daar weer Abraham, die door<br />

het geloof Izak offerde, en Noach, die door het geloof de ark heeft toebereid, maar.... van Lot<br />

geen spoor!<br />

Lot lijkt geestelijk zo dood als een pier, is geen mede-arbeider Gods, maar een die God<br />

voortdurend voor de voeten loopt, en de meeste last bezorgt, een woekerplant in Gods tuin,<br />

een vlek op Gods kleed, een nietsnut en een slappeling.<br />

Grijp in het leven van Lot waar u wilt, in z'n jeugd, op rijpere leeftijd en in z'n ouderdom, en<br />

't is over de hele linie mis.<br />

In z'n jeugd.<br />

Zeker, hij trekt met Abraham uit z'n land en uit z'n maagschap, staat devoot bij elk altaar dat<br />

Abraham bouwt, en luistert mee naar de Godsopenbaring, die zijn oom ontvangt.<br />

Maar als hij dan, zodra hij op eigen wieken drijft, terstond met alle aartsvaderlijke tradities<br />

breekt, in de stad gaat wonen inplaats van in tenten, en zich met de Kanaänieten vermengt,<br />

dan krijg ik de indruk, dat hij tot nu toe maar meeloper was, voer in het kielzog van<br />

Abraham, en nu ja, naar de kerk ging omdat hij moest.<br />

5

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!