Geschiedenis Vredeskapel
Geschiedenis Vredeskapel
Geschiedenis Vredeskapel
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
84<br />
kopieerde, zonder dat de zaak in het terrein<br />
opnieuw werd verkend of gecontroleerd.<br />
De Beekmolen<br />
De laatste molen is de Beekmolen. Deze stond<br />
ongeveer in de oosthoek van het Plein 1813.<br />
Dit is het pleingedeelte aan de stadszijde van de<br />
Alexanderstraat en aan de kant van de Sophialaan,<br />
richting Nassaulaan. Het tijdstip van de bouw was<br />
1620–1621. Op 11 september 1620 verleenden<br />
de Dijkgraaf en Hoogheemraden van Delfland<br />
aan Den Haag vergunning om tot verversing van<br />
de Beek in het Noordeinde en van de vijver van<br />
de Prins van Oranje, ’t eijnden het Noorteijnde<br />
oost van de coorenmolen (de Noordmolen) een<br />
wipwatermolen te bouwen. Hiermee is meteen<br />
duidelijk om wat voor een type molen het<br />
oorspronkelijk ging. De Haagse Beek voorzag<br />
Stoomgemaal<br />
20. Molens<br />
de hofvijver van vers water, maar blijkbaar in<br />
onvoldoende mate. De Beek, waarschijnlijk de<br />
oorspronkelijke hoofdbedding, liep zoals al<br />
eerder vermeld, via het latere Nassauplein en<br />
Willemspark in de richting van de Zeestraat en het<br />
Noordeinde. De meest geëigende plaats om extra<br />
water in de Beek te krijgen, was een plek, waar<br />
de Beek zo dicht mogelijk bij een gracht of sloot<br />
kwam, waar voldoende water uit kon worden<br />
opgemalen. De enige in aanmerking komende<br />
plek was eigenlijk bij de Noordsingelgracht, de<br />
tegenwoordige Mauritskade. Een bestaande sloot<br />
die verbonden was met de gracht werd verbreed<br />
om dienst te doen als toevoer naar de molen<br />
en van hieruit werd het extra water dan in de<br />
Beek gemalen. Later is de wipmolen vervangen<br />
door een stenen molen. Volgens verschillende<br />
afbeeldingen eerst een grondzeiler, later kennelijk<br />
verhoogd en dan uitgevoerd als stellingmolen,<br />
een vrij uitzonderlijke constructie voor een<br />
watermolen. In 1810 is er nog een nieuw scheprad<br />
geplaatst. Ooit werden er met de Beekmolen<br />
proeven genomen met een hellend scheprad.<br />
Dit was geen succes en het bleef bij een niet<br />
geslaagde proef. Het dagblad van 13 december<br />
1847 vermeldt: “Burgemeester en Wethouders<br />
zullen maandag 27 december 1847 publiek doen<br />
verkopen den Stadswatermolen aan de oostzijde<br />
van den Scheveningseweg nabij den Korenmolen<br />
de Noord”. De molen was overbodig geworden,<br />
want Koning Willem II had een stoomwatermolen<br />
laten bouwen. Deze stoomwatermolen pompte<br />
water uit de Loosduinsevaart in een noordwaarts<br />
lopend kanaal, de latere Valkenboskade, naar het<br />
duingebied. Daar moest het water over storten in<br />
de daar lopende beek. Door deze oplossing kreeg<br />
de Beek ook het zo gewenste extra water, maar<br />
nu op een veel eerder punt van haar loop. Na het<br />
in bedijf komen van de stoominstallatie heeft de<br />
molen zijn bestaan niet lang meer kunnen rekken,<br />
want in 1854 werd vermeld dat molen en werf zijn<br />
verdwenen en dat de beek ter plaatse kaarsrecht