R08 Gerechterlijk Recht : Rutten - Quickprinter

- Verordening nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke
bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en
handelszaken
internationale rechtsmacht van rechtscolleges
Welk recht is van toepassing bij conflicten tussen rechtsonderhorigen uit verschillende Europese
landen?
Vb.: er wordt een ton graan verscheept vanuit Frankrijk door een Britse verkoper naar een
Belgische koper. In de loods in Frankrijk ontstaat een lek waardoor het graan beschimmeld raakt en
niet meer verkocht kan worden. De koopprijs is al betaald zonder dat er geleverd werd. Waar moet
nu de procedure gevoerd worden en welk recht moet er dan toegepast worden? Stel dat in dit geval
de Franse rechtbank bevoegd is, de Belg via een vonnis gelijk krijgt, en de Brit nu een
schadevergoeding moet betalen. Kan de Belg zijn vonnis dan laten uitvoeren?
- Verordening nr. 1206/2001 van de Raad van 28 mei 2001 betreffende de samenwerking tussen de
gerechten van de lidstaten op het gebied van bewijsverkrijging in burgerlijke en handelszaken
zie het vorige voorbeeld: indien de Britse en niet de Franse rechtbank bevoegd is, hoe moet dan
het bewijsmateriaal (loods en graan in Frankrijk) onderzocht worden? (waarschijnlijk door een
afgevaardigde.)
- Verordening nr. 1348/2000 van de Raad van 29 mei 2000 inzake de betekening en de
kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in
handelszaken
Zie vorige voorbeeld: Belgische koper heeft een vonnis tegen de Brit. De kennisgeving en de
betekening gebeurt door een gerechtsdeurwaarder. De Belgische gerechtsdeurwaarder moet zich
dan wenden tot een bepaalde instantie in G.B.
- Verdrag van den Haag 15 november 1965 inzake de betekening en de kennisgeving in het
buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken
2.3 Gerechtelijk Wetboek
- Wet 10 oktober 1967, in werking 1 november 1970 (de meeste Ger.W. in andere landen zijn veel
recenter
- Ontwerp van Charles van Reepinghen, Koninklijke commissaris voor de gerechtelijke hervorming
(opgevolgd door Ernest Krings)
minder omslachtige, snellere en minder kostbare rechtsbedeling
- Betrachtingen:
modernisering van een drie eeuwen oud procesrecht (Ordonnance Civile 1667; Code de
procedure civile 1806; Wet Rechterlijke Organisatie 1869; Wet Bevoegdheid 1876)
eenheid van rechtsmacht cfr. nu eenheidsloket of centrale inleidingskamer (gepromoot door
minister van Justitie)
Bedoeling om één grote rechtbank op te richten, eventueel met gespecialiseerde kamers
14