De Vlaamse - Bouwmagazines

Toekomst voor
“aangepaste
Opleiding
beeldende vorming”
Vlaams volksvertegenwoordiger Carl Decaluwé vroeg de
Vlaamse minister van Onderwijs in het Vlaams Parlement
om binnen het volwassen kunstonderwijs
ook ruimte te maken voor een
bijkomende aangepaste vorming voor
mentaal gehandicapten. Sinds september
2002 is het experiment “aangepaste
beeldende vorming” in voege in een
aantal academies. Met dit experiment
wil men een aantal gehandicapten de
kans geven zich te ontplooien in de
kunstwereld. Na deze zes jaar middel-
ORAC INNOVEERT VERDER MET NIEUWE CREATIEVE PRODUCTEN
ORAC AXXENT, het professionele alternatief voor polystyreen:
4 NIEUWE MODELLEN: KLEIN EN ELEGANT, SCHERP EN MOOI.
kroonlijst CX154
kroonlijst CX148
wandlijst PX144
plint SX155 / SX155F
kenmerken van de SX155:
- uitzonderlijke handige diepte van 2,5cm
- kabeldoorgang langs achterzijde
- beschikbaar in Flex (Rmin. = 0,5m.)
- ideaal om onze LED spots IL003 in te integreren
=4,2
=5,4
THE ART OF DECORATION
www.oracdecor.com - sales@oracdecor.com
3
3
De leerlingen die nu
“aangepaste beeldende
vorming” volgen, zijn
18 jaar en ouder en
hebben een fysieke en/of
mentale handicap
1
2,5
3
4,5
5
11
bare graad kunnen deze kunstonderwijsleerlingen op vandaag
echter niet doorstromen naar een optie in hogere graad van het
volwassen kunstonderwijs. Op termijn
zal dit voor de minister kunnen.
De leerlingen die nu “aangepaste beeldende
vorming” volgen, zijn 18 jaar en
ouder en hebben een fysieke en/of mentale
handicap. De leerinhoud is dezelfde
als van de jongeren in de middelbare
graad. De opleiding is gespreid over zes
leerjaren. Dit experiment loopt in de
academies van Turnhout, Mol, Eeklo en
Kortrijk. Weliswaar hebben de tijdelijke
projecten als de “aangepaste beeldende vorming”, volgens de
onderwijsinspectie enige nood aan bijsturing. Vooral doordat
iedere academie zijn eigen weg gaat en de integratie niet altijd
optimaal verloopt.
Tot op heden kunnen deze academies beroep doen op een
begeleider uit een instelling waarmee wordt samengewerkt. De
begeleider neemt een belangrijke plaats in voor deze kunstopleiding
aan gehandicapte personen, vanuit zijn opleiding
en omgangservaring met hen. Weliswaar komen niet al deze
leerlingen uit een instelling. Voor Carl Decaluwé is het dan ook
noodzakelijk dat de academies zelf kunnen voorzien in een
aangepaste begeleiding, zowel op organisatorisch als structureel
vlak. Ook moet het atelier in de academie aan de voorschriften
voldoen voor de toegankelijkheid van gehandicapten
en aan de nodige voorzieningen. Minister Vandenbroucke
stemt hiermee in.
Momenteel onderzoekt een interne werkgroep de langetermijn
mogelijkheden voor het kunstonderwijs voor personen met een
handicap. Het is de bedoeling de tijdelijke projecten te stroomlijnen
en te ondersteunen met wetenschappelijk onderzoek.
De minister garandeert een verlenging van de tijdelijk experimenten
“aangepaste beeldende vorming”.
Het is échter opportuun dat er tussen de academies onderling
en de deskundigen uit de gehandicaptensector gezamenlijk
overleg komt. Een doorstroming naar het volwassenkunstonderwijs
voor gehandicapten past volgens de minister in een
langetermijnvisie.
MEI 2008 De Vlaamse Schilder
43