Zorgwijzer Geheugen - Stroke Service Assen
Zorgwijzer Geheugen - Stroke Service Assen
Zorgwijzer Geheugen - Stroke Service Assen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
42 | <strong>Zorgwijzer</strong> <strong>Geheugen</strong><br />
tong’. Hoe heette dat plaatsje in Spanje ook alweer, waar u op vakantie bent<br />
geweest? Of u piekert zich suf over de naam van een vroegere klasgenoot. Het<br />
gebeurt dan vaak dat zo’n naam u na een tijdje weer te binnen schiet. Of dat u, als<br />
iemand anders die naam noemt, zegt: ‘Ja, ik wist het eigenlijk wel.’ Dat betekent dat<br />
zo’n naam dus niet echt verdwenen is uit uw hoofd, maar toch nog ergens zit. Het<br />
woord is wel in het geheugen opgeslagen, maar kan moeilijk worden teruggevonden.<br />
U herinnert zich het woord misschien niet, maar u herkent het wel. Zoals al eerder<br />
gezegd, heeft normale ouderdomsvergeetachtigheid vooral te maken met het niet<br />
goed kunnen terugvinden van informatie, maar deze is wél in het geheugen opgeslagen.<br />
Bij dementie kan nieuwe informatie niet meer in het geheugen worden<br />
opgenomen. Men heeft dus ook niet ‘het gevoel’ dat men het wel weet.<br />
4.5 Wanneer een arts raadplegen en wat kan deze doen?<br />
Het antwoord op de vraag wanneer een arts geraadpleegd moet worden, hangt<br />
samen met de vraag wat een arts zou kunnen doen, bijvoorbeeld in het geval van<br />
de heer A. die aan het begin van dit hoofdstuk werd besproken. Vaak bestaat het<br />
idee dat tegen dementie toch niets te doen valt en dat een bezoek aan de arts geen<br />
zin heeft. Hier zijn wij het niet mee eens, hoewel we moeten erkennen dat dementie<br />
helaas nog niet te genezen valt.<br />
Allereerst moet een duidelijke diagnose worden gesteld. Hoe vervelend de diagnose<br />
dementie, of de ziekte van Alzheimer, ook is, voor de naaste familie is een juiste<br />
diagnose ook een soort omslagpunt. Vaak zeggen mensen: ‘Het is er niet gemakkelijker<br />
door geworden, maar ik weet nu wel beter waar ik aan toe ben.’ Onzekerheid aan het<br />
begin van de aandoening is bij de meeste patiënten eerder regel dan uitzondering.<br />
Familieleden gaan vaak twijfelen: wil hij het niet, of kan hij het niet meer? Moeten<br />
we accepteren dat vader minder goed functioneert, of moeten we hem juist wat<br />
meer aansporen? Vanaf het moment dat bekend wordt wat er precies aan de hand<br />
is, kan aan deze twijfel een einde komen. Achteraf voelt de omgeving zich soms<br />
ook schuldig. ‘Hadden we maar eerder geweten wat er aan de hand is, dan hadden<br />
we er beter op kunnen inspelen.’ Ook kan hulp worden ingeroepen of kunnen familieleden<br />
de diagnose met elkaar bespreken, waardoor ze steun hebben aan elkaar.<br />
Hoe komt de arts tot een diagnose? Daartoe zal hij zich goed moeten verdiepen<br />
in de situatie van de patiënt die met geheugenklachten komt. Hoe lang bestaan de<br />
klachten al? Nemen ze toe, of lijken ze stabiel te zijn? Hebben de klachten alleen<br />
betrekking op het geheugen of ook op andere gebieden van het geestelijk functioneren?<br />
Leiden ze tot problemen in het dagelijkse leven? Wat kan de patiënt, en<br />
waar heeft hij moeite mee? Daarna zal de arts moeten nagaan of er wellicht sprake<br />
is van andere, psychische of lichamelijke aandoeningen die een dergelijk beeld<br />
kunnen veroorzaken. Hiervoor is noodzakelijk dat hij nauwgezet doorvraagt of<br />
er ook depressieve verschijnselen zijn, zoals slaapproblemen, interesseverlies of