05.09.2013 Views

01-10-2005 LVDT-Magazine Nummer 3 - Landelijke Vereniging ...

01-10-2005 LVDT-Magazine Nummer 3 - Landelijke Vereniging ...

01-10-2005 LVDT-Magazine Nummer 3 - Landelijke Vereniging ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

L • V • D • T<br />

M A G A Z I N E<br />

Kwartaaluitgave van de <strong>Landelijke</strong> <strong>Vereniging</strong> Dialyse en Transplantatie | www.lvdt.nl<br />

Angst!<br />

Onderzoek naar pijnbeleving en angst<br />

bij het aanprikken van nieuwe shunts<br />

In dit nummer o.a.<br />

• Nurse practitioners binnen de nefrologie<br />

• Orgaandonatie<br />

• Interview met Lies Janssen<br />

• Verbeterde voedingstoestand bij<br />

nachtelijke thuisdialyse<br />

• Predialyse in Nederland<br />

23e jaargang | oktober <strong>2005</strong> | nummer 3<br />

retouradres:<br />

<strong>LVDT</strong>, Postbus 171, 4500 AD Oostburg


Samen steeds<br />

een stukje verder…<br />

Amgen is het grootste onafhankelijke<br />

biotechnologisch farmaceutisch bedrijf<br />

ter wereld. Met wereldwijd ruim 13.000<br />

mensen helpen we via fundamenteel<br />

onderzoek en klinische studies stukje<br />

voor stukje de puzzel van chronische<br />

ziekten op te lossen. We brengen<br />

samen met specialisten en andere<br />

zorgverleners problemen in kaart en<br />

zoeken naar oplossingen. Dit alles om<br />

patiënten een betere kwaliteit van leven<br />

te geven en als het kan te genezen.<br />

Dat dit allemaal niet van vandaag op<br />

morgen kan, weten we. Maar samen<br />

komen we wel steeds een stukje verder.<br />

Amgen B.V.<br />

Minervum 7061<br />

4817 ZK Breda<br />

www.amgen.nl<br />

Nefrologie


Foto voorkant: Alice Bogaarts<br />

Vaste rubrieken:<br />

<<br />

• Relaties en colofon 4<br />

• Van het bestuur: 25 jaar <strong>LVDT</strong> 5<br />

• Van de redactie 7<br />

• Column: the naked nurse 11<br />

• Dialyse all over the world:<br />

sneller, sterker, risicovoller 4<br />

• EDTNA-column Joke Roelfsema 45<br />

• Lidmaatschap en contributie 50<br />

En verder:<br />

• Vertalen van accesszorg in verpleegkundige richtlijnen 29<br />

• De Ronde van Groningen 6<br />

• De varkenscyclus keert terug:<br />

arbeidsomstandigheden; de Unie 8<br />

• Baxter workshopverslag 40<br />

• Innovatie: raison d’etre van Roche 46<br />

L•V•D•T M AGAZI N E<br />

• Interview Lies Janssen, voorzitter <strong>LVDT</strong> 8<br />

• Nurse practitioners op de<br />

dialyseafdeling 13<br />

• Pijnbeleving en angst<br />

bij aanprikken nieuwe shunts 18<br />

• Verbeterde voedingstoestand door<br />

nachtelijke thuisdialyse 20<br />

• Orgaandonatie:<br />

geen bezwaar… maar… 26<br />

• Hoe staat het met de predialyse in<br />

Nederland? 44<br />

23e jaargang | oktober <strong>2005</strong> | nummer 3<br />

Inhoudsopgave


Colofon<br />

4<br />

L•V•D•T M AGAZI N E<br />

L • V • D • T<br />

M A G A Z I N E<br />

23e jaargang, oktober <strong>2005</strong> - nummer 3<br />

<strong>LVDT</strong> <strong>Magazine</strong> is een kwartaaluitgave van de<br />

<strong>Landelijke</strong> <strong>Vereniging</strong> Dialyse en Transplantatie<br />

Redactieleden<br />

Paul Gundlach, eindredacteur<br />

Charles André, hoofdredacteur<br />

Alice Bogaarts<br />

Marja Tellings<br />

Nittert Wiertsema<br />

Marlies van den Munckhof, corrector<br />

Redactie-adres<br />

e-mail: magazine@lvdt.nl<br />

De redactie behoudt zich het recht voor zonder<br />

opgaaf van redenen tekst in te korten of in het<br />

geheel niet te plaatsen<br />

Secretariaat <strong>LVDT</strong><br />

W.E.A.<br />

Mw. E. van Veen-du Burck<br />

Administratie <strong>LVDT</strong><br />

Postbus 171, 4500 AD Oostburg<br />

tel.: <strong>01</strong>17-452959 (maandag t/m donder-<br />

dag vragen naar mw. van Veen)<br />

fax: <strong>01</strong>17-452351<br />

e-mail: lvdt@lvdt.nl<br />

Ledenadministratie<br />

W.E.A.<br />

Mw. E. van Veen-du Burck<br />

Administratie <strong>LVDT</strong><br />

Postbus 171, 4500 AD Oostburg<br />

tel.: <strong>01</strong>17-452959 (maandag t/m donder-<br />

dag vragen naar mw. van Veen)<br />

fax: <strong>01</strong>17-452351<br />

e-mail: ledenadministratie@lvdt.nl<br />

Abonnementen en advertenties<br />

Zie pagina 50<br />

Uw lidmaatschapsnummer staat op de<br />

voorkant van het <strong>LVDT</strong> <strong>Magazine</strong>.<br />

Lay-out, design en druk<br />

Pitman Grafisch Bedrijf B.V.<br />

Amundsenweg 13, 4462 GP Goes<br />

tel.: <strong>01</strong>13-235660<br />

fax: <strong>01</strong>13-235670<br />

e-mail: info@pitman.nl<br />

Klachten over de bezorging<br />

e-mail: lvdt@lvdt.nl<br />

23e jaargang | oktober <strong>2005</strong> | nummer 3<br />

Het werk van de <strong>LVDT</strong> wordt mede mogelijk gemaakt door onze gouden relaties:<br />

De overige relaties zijn:<br />

Roche Nederland B.V.<br />

Amgen<br />

sanofi pasteur MSD N.V.<br />

Baxter B.V.<br />

Cablon<br />

Cair Nederland B.V.<br />

Dirinco<br />

Fresenius Medical Care Nederland B.V.<br />

Gambro<br />

Genzyme Nederland<br />

Hospal B.V.<br />

MR Medical<br />

Nipro N.V.<br />

Ortho Biotech<br />

TMI detachering B.V.


<strong>LVDT</strong> 1980 - <strong>2005</strong><br />

Dit jaar bestaat de <strong>LVDT</strong> 25 jaar.<br />

Een heuglijk feit, wat het bestuur niet zomaar<br />

aan zich voorbij wil laten gaan.<br />

We hebben lang na moeten denken op wat voor<br />

wijze we stil kunnen staan bij 25 jaar <strong>LVDT</strong>.<br />

Een feestavond of een symposium zou toch een<br />

te beperkt gezelschap trekken, terwijl we menen<br />

dat het juist alle leden aangaat.<br />

Uiteindelijk zijn we tot het volgende gekomen:<br />

alle leden ontvangen in het najaar een leuke<br />

attentie van de <strong>LVDT</strong>.<br />

Tevens zit er een advertentie van Roompot<br />

vakanties in dit <strong>Magazine</strong>. <strong>LVDT</strong>-leden kunnen,<br />

tegen een zeer gereduceerd tarief, een korte<br />

vakantie boeken in Weert of Renesse.<br />

In het <strong>LVDT</strong> <strong>Magazine</strong> van december zal nog eens<br />

teruggeblikt worden op 25 jaar <strong>LVDT</strong> door middel<br />

van een artikel en veel foto’s uit de oude doos.<br />

Veel plezier!<br />

Lies Janssen, voorzitter <strong>LVDT</strong><br />

L•V•D•T M AGAZI N E<br />

Van het bestuur<br />

23e jaargang | oktober <strong>2005</strong> | nummer 3 5


SPECIAAL VOOR <strong>LVDT</strong>-LEDEN!<br />

Geniet van een verfrissende strandwandeling in de winterzon, een glaasje wijn bij de vuurkorf,<br />

een zonsondergang vanaf het strand of een heerlijke picknick in de Budeler bergen.<br />

Wegens het 25-jarig jubileum van <strong>LVDT</strong> kunt u als lid profi teren van onderstaande kortingen!<br />

Exclusief lokale heffingen en reserveringskosten.<br />

VAKANTIEPARK WEERTERBERGEN IN WEERT<br />

Dit ruim opgezette, autovrije 5-sterren-vakantiepark grenst aan de Weerter en Budeler bergen, met uitgestrekte<br />

bossen, zandverstuivingen en heidevelden. Samen genieten van dit prachtige natuurgebied, gezellig uit eten in<br />

één van de restaurants, zwemmen in het subtropisch zwemparadijs, leuke uitstapjes met een snufje cultuur,<br />

afgewisseld met sportieve activiteiten in het Sportpaleis. Met een (tussendoor)vakantie op dit park laadt u zich<br />

weer helemaal op. U verblijft in een comfortabele 6-persoons bungalow (type WF) met woonkamer met open<br />

haard en open keuken, 3 slaapkamers en badkamer met bad.<br />

Reserveer nu een weekend met aankomst in de periode<br />

van 21/<strong>10</strong> t/m 16/12/<strong>2005</strong>. Nu supervoordelig:<br />

BUNGALOWPARK KLEIN POELLAND IN RENESSE<br />

Welkom bij de Roompot Club in Renesse, all inclusive genieten! Bij aankomst staat er in uw bungalow een mand<br />

klaar met lekkernijen om elke dag te beginnen met een uitgebreid ontbijt. Elke ochtend kunt u versgebakken<br />

broodjes afhalen in de mini Food Market. In het restaurant wordt u iedere avond verrast met een nieuw buffet<br />

en minstens 1 maal in de week wordt de barbecue ontstoken. Met de fi etsen die tijdens uw verblijf tot uw<br />

beschikking staan kunt u Schouwen-Duiveland ontdekken. De echte sportievelingen kunnen ook gebruik maken<br />

van de tennisbaan. Wilt u zwemmen? Dat kan in het zwembad van het nabijgelegen Zeeland Village of in het<br />

subtropisch zwemparadijs in Kamperland. Kortom: de Roompot Club betekent een vakantie lang onbezorgd<br />

genieten! U verblijft in een comfortabele, vrijstaande 4-persoons bungalow met 2 slaapkamers en badkamer met<br />

douche. Reserveer nu een weekend met aankomst in de periode van 21/<strong>10</strong> t/m 16/12/<strong>2005</strong>.<br />

Nu supervoordelig voor 2 personen all-inclusive:<br />

Extra personen tegen bijbetaling<br />

Voor prijsadvies op maat,<br />

het gratis magazine, de voorwaarden en<br />

reserveren, bel of kijk op onze site!<br />

van<br />

€ 240,-<br />

van<br />

€ 249,-<br />

voor<br />

€ 79,-<br />

ALL<br />

INCLUSIVE<br />

voor<br />

€ 169,-<br />

✆ 0900 - 88<strong>10</strong> (€ 0,20 p/m) • WWW.ROOMPOT.NL/<strong>LVDT</strong>


Puzzelen<br />

De redactie van <strong>LVDT</strong> <strong>Magazine</strong> denkt voor dit derde kwartaal weer een gevarieerd nummer<br />

in elkaar gezet te hebben. Behalve de vaste rubrieken als de gewaardeerde column van “The<br />

Naked Nurse” en de EDTNA-bijdrage van Joke Roelfsema, zitten er boeiende artikelen in over<br />

orgaandonatie, verbeterde voedingstoestand bij nachtelijke thuisdialyse en bijdragen van de Verpleegkundige<br />

Werkgroep Access. Tevens komt de Nurse Practitioner aan bod. Een ‘nieuwe’ functie op veel dialyseafdelingen.<br />

Wat is een Nurse Practitioner eigenlijk en wat kan hij betekenen voor een afdeling? Alles komt aan bod in een<br />

aantal delen. De nieuwe voorzitter van de <strong>LVDT</strong>, Lies Janssen, zal aan het woord komen in een interview. Zij zal<br />

toelichten wie zij is en wat zij met de <strong>LVDT</strong> voor ogen heeft. <strong>LVDT</strong> <strong>Magazine</strong> introduceert een nieuw, wat speelser<br />

element. Vanaf nu zal er een puzzelpagina verschijnen. Hiermee kunt u een cadeaubon winnen.<br />

De redactie verwacht een massale (goede) antwoordenstroom richting ons gewijzigde redactieadres<br />

magazine@lvdt.nl.<br />

Een Nederlandse samenleving die worstelt met het donorvraagstuk, innovatie binnen ons beroep, pijn en angstbeleving<br />

bij het aanprikken, diëtetiek, verslag PD workshop, interview, columns en een puzzel.<br />

Kortom: u als dialyseprofessional staat met dit <strong>LVDT</strong> <strong>Magazine</strong> midden in de nefrologiesamenleving.<br />

Veel leesplezier,<br />

Paul Gundlach, eindredacteur <strong>LVDT</strong> <strong>Magazine</strong><br />

Klachten over bezorging:<br />

in het colofon is een nieuwe regel opgenomen over bezorgingsklachten.<br />

Rectificatie:<br />

Eind november<br />

verschijnt er een<br />

exclusieve PD<br />

bewaarspecial<br />

L•V•D•T M AGAZI N E<br />

in het juni-nummer plaatsten we een foto van de winnaar van de Roche Award, het beste artikel in <strong>LVDT</strong> <strong>Magazine</strong><br />

van 2004. Angele Aarts en Manon Hertog wonnen deze prijs voor het artikel over fosfaathuishouding.<br />

Het onderschrift bij de foto klopte niet. Dit had Angele Aarts moeten zijn.<br />

Van de redactie<br />

23e jaargang | oktober <strong>2005</strong> | nummer 3 7


8<br />

L•V•D•T M AGAZI N E<br />

Lies Janssen:<br />

“Ledenenquête in 2006 is de bou<br />

Tekst: Paul Gundlach<br />

Lies Janssen maakt sinds<br />

1981 deel uit van de<br />

dialysewereld. Eerst als<br />

dialyseverpleegkundige met PD-specialisatie,<br />

later als teamleider en hoofd in<br />

Arnhem en sinds 2003 in Doetinchem.<br />

Met lidmaatschapsnummer 128 is<br />

Lies al sinds 1982 lid van de <strong>LVDT</strong>. Lies<br />

vertelt: “ik denk dat ik een lid was zoals<br />

de meeste leden. Ik was me er wel van<br />

bewust dat de vereniging erg actief was<br />

en dat er mensen hard voor werkten. Er<br />

werden symposia, een jaarvergadering<br />

en workshops georganiseerd. Ik ben daar<br />

echter zelf nooit zo actief in geweest. Ik<br />

moet zeggen dat, toen ik mijn voorganger-voorzitter<br />

René Tollenaar wat beter<br />

leerde kennen, het pas tot me doordrong<br />

hoeveel werk er achter de schermen<br />

wordt verricht door een betrekkelijk kleine<br />

groep mensen. Ik hield me bezig met<br />

de visitatiecommissie en de organisatie<br />

rond de hoofdendagen toen gevraagd<br />

werd of ik me verkiesbaar wilde stellen<br />

voor een bestuursfunctie. Het is een<br />

23e jaargang | oktober <strong>2005</strong> | nummer 3<br />

hele leuke club mensen om mee samen<br />

te werken en dat motiveert enorm. Een<br />

hele investering maar je krijgt er zoveel<br />

voor terug.”<br />

Voorzitter worden<br />

“Ja, inderdaad, toen ik gevraagd werd als<br />

voorzitter was ik al drie jaar bestuurslid.<br />

Het is een functie die moeilijk invulbaar<br />

is. Ik heb de keuze gemaakt om een korte<br />

periode voorzitter te zijn. Structuur aanbrengen,<br />

een betere communicatie met<br />

de achterban, duidelijk zijn in wat we<br />

wel en niet doen. Pakketafbakening dus.<br />

Ik vind dat mijn voorganger René Tollenaar,<br />

samen met de andere bestuursleden,<br />

heel veel opgezet heeft. René was<br />

een grote aanjager in thema’s als het<br />

functieprofiel, visitatie, herregistratie, de<br />

opzet van de Masterclass, de Expertclass<br />

en de contacten met de AVVV en de Unie<br />

Zorg en Welzijn. De sterke punten willen<br />

we nu voor een aantal jaren gaan inbedden<br />

in plaats van weer iets nieuws te<br />

doen, dat komt vanzelf wel.”<br />

In het voorjaar werd Lies Jans-<br />

sen benoemd tot de nieuwe<br />

voorzitter van de <strong>LVDT</strong>. Hoog-<br />

ste tijd voor een interview<br />

waarin Lies uiteenzet hoe<br />

zij aankijkt tegen het werk<br />

van de <strong>LVDT</strong>. In 2006 zal een<br />

vijfjarenbeleidsplan het licht<br />

gaan zien. Leidraad hiervoor<br />

zal de uitkomst van een le-<br />

denenquête zijn waarmee de<br />

<strong>LVDT</strong> aangeeft meer te willen<br />

afstemmen op de wensen van<br />

de 2300 leden.<br />

“<strong>LVDT</strong> heeft nog meer nieuwe mensen<br />

nodig die hun nek durven uit te steken in<br />

het bestuur of in werkgroepen”<br />

Consolideren maar ook<br />

keuzes maken<br />

“Consolideren is belangrijk. Er ligt een<br />

enorm pakket aan sterke punten. Ik<br />

noem uit de kwaliteitslijn het functieprofiel,<br />

visitatie en accreditatie, de<br />

scholingen in de vorm van Masterclass,<br />

Expertclass, de inzet van diverse kwaliteitswerkgroepen<br />

en de uitgave van het<br />

<strong>LVDT</strong> <strong>Magazine</strong>. De <strong>LVDT</strong> moet deze sterke<br />

punten uit gaan bouwen. Duidelijk<br />

gericht op de ontwikkeling van het vak<br />

dialyseverpleegkundige en de ontwikkeling<br />

van dialyseverpleegkundigen zelf.<br />

De <strong>LVDT</strong> zal zich hierop richten. De derde<br />

Expertclass (acute dialyse) gaat volgende<br />

maand van start. De Expertclass zal<br />

voortgang vinden evenals de Masterclass<br />

waar nu drie groepen afgerond zijn.<br />

Scholing zal ook verpakt moeten worden<br />

in een meerjarenstrategie. Wat zijn de


L•V•D•T M AGAZI N E<br />

wsteen voor beleidsplan <strong>LVDT</strong> ”<br />

kosten, hoeveel mensen heb je nodig en<br />

hoe communiceer je dit met de leden?<br />

Er moet continuïteit zijn in dit soort<br />

opleidingen. Als je het ene jaar niet kunt<br />

moet je er zeker van zijn dat het andere<br />

jaar ook bijvoorbeeld een Expertclass PD<br />

georganiseerd wordt.”<br />

Vijfjarenplan <strong>LVDT</strong><br />

“Het <strong>LVDT</strong>-beleidsplan 2006 – 2<strong>01</strong>1 zal<br />

er volgend jaar komen. Na die vijf jaar<br />

evalueer je het gevoerde beleid, stel je<br />

zaken bij en maak je een nieuw plan. Het<br />

vijfjarenplan moet in 2006 het levens-<br />

licht zien, structuur bieden, consolideren,<br />

duidelijkheid scheppen. Op dit moment<br />

moeten we een jaar uittrekken om te<br />

consolideren. Nieuwe ontwikkelingen,<br />

daar loop je vanzelf weer tegenaan.<br />

Maar laat een aantal vaste elementen<br />

als herregistratie maar eerst goed verankerd<br />

raken.”<br />

Aansluiting bij de AVVV<br />

AVVV wil krachten bundelen (bron: AVVV-website)<br />

“Dit betekent ook dat we bepaalde dingen<br />

misschien niet meer moeten doen.<br />

Ik zet vraagtekens bij ons contact met<br />

de AVVV (Adviesraad voor Verpleging en<br />

De beroepsverenigingen binnen de AVVV willen hun krachten verder bundelen.<br />

Er ligt een plan om in 2006 één grote beroepsvereniging van verpleegkundigen<br />

en verzorgenden op te zetten. Wie de onderzoeken van de laatste jaren doorleest,<br />

ziet dat verpleegkundigen en verzorgenden in bijna alle sectoren de werkdruk<br />

als te hoog beoordelen, de beschikbare tijd voor cliënten als te weinig en de bij-<br />

en nascholingsmogelijkheden als onvoldoende. Hoewel alle verpleegkundigen<br />

en verzorgenden bij elkaar een enorme groep vormen, zo’n 400.000 personen,<br />

lukt het niet een krachtige invloed uit te oefenen op de ontwikkelingen in de<br />

Nederlandse gezondheidszorg en het tij te keren. Een ander knelpunt is dat op<br />

dit moment veel energie verloren gaat met het aansturen en organiseren van<br />

al die verschillende, zo’n 55, beroepsverenigingen. Een deel van die organisatie<br />

zou beter gezamenlijk gedaan kunnen worden. Wat ook een rol speelt, is de lage<br />

organisatiegraad van verpleegkundigen en verzorgenden. Slechts een klein deel<br />

van de 400.000 beroepsbeoefenaren, rond de 12%, is aangesloten bij een beroepsvereniging.<br />

Dat moet verbeteren. Want hoe meer collega’s zich bij de AVVV<br />

aansluiten, des te sterker we gezamenlijk staan.<br />

Verzorging, PG) en de Unie Zorg en Welzijn.<br />

Van de AVVV zijn we al jaren lid met<br />

een regelmatig contact rond het project<br />

herregistratie. De AVVV is bezig om een<br />

hele nieuwe structuur op te zetten.”<br />

Geen verlies van identiteit<br />

Lies vervolgt: “wat doen we met de<br />

AVVV? Worden we een afdeling van de<br />

AVVV of worden we <strong>10</strong>0% zelfstandig?<br />

Dit betekent dat we een aantal voordelen<br />

van de AVVV gaan missen. Ik noem<br />

de contacten met het ministerie over<br />

het betalen van de zorg en regelgeving<br />

rond sponsoren. Als de <strong>LVDT</strong> zich los zou<br />

maken betekent het dat je dit soort activiteiten<br />

zelf zou moeten organiseren. Je<br />

moet dan ook een juridisch medewerker<br />

in dienst nemen want anders kom je nergens<br />

binnen. De <strong>LVDT</strong> lijkt nu te klein om<br />

zelfstandig te draaien. De leden moeten<br />

hier echter een uitspraak over gaan doen.<br />

Vandaar dat binnen dit <strong>LVDT</strong> <strong>Magazine</strong><br />

al een inlegger met informatie is te vinden<br />

rond dit onderwerp. Ik verzoek alle<br />

leden zich alvast goed op de hoogte te<br />

stellen van de voor- en nadelen rond dit<br />

onderwerp. Het is voor mij zeker dat de<br />

<strong>LVDT</strong> haar eigen identiteit wil behouden.<br />

Als zelfstandige vereniging zal het zich<br />

richten op kwaliteit en op inhoud en als<br />

afdeling van de AVVV kom je toch meer<br />

uit bij de grote lijnen. De <strong>LVDT</strong>-leden<br />

zullen een uitspraak moeten doen: ja of<br />

nee. In december zal dit besluit moeten<br />

vallen, een soort referendum dus.”<br />

De <strong>LVDT</strong> is geen vakbond<br />

“We horen geluiden van de leden of de<br />

<strong>LVDT</strong> in sommige gevallen niet méér<br />

voor de leden kan doen. Er bestaat het<br />

idee dat de <strong>LVDT</strong> een gesprekspartner<br />

is in CAO-besprekingen. Tot waar moet<br />

de vereniging gaan? Moet de vereniging<br />

individuele belangen gaan behartigen of<br />

belangen van groepen? Dat is moeilijk.<br />

We zijn per slot van rekening geen<br />

belangenvereniging voor individuen met<br />

vakbondsactiviteiten maar spreken voor<br />

een grote beroepsgroep. Vragen over<br />

beloning binnen ziekenhuizen, of over<br />

bereikbaarheidsdienstenvergoedingen<br />

zijn een zaak tussen werkgever en werknemer.<br />

De <strong>LVDT</strong> is helemaal geen partner<br />

voor werkgevers.<br />

23e jaargang | oktober <strong>2005</strong> | nummer 3 9


<strong>10</strong><br />

L•V•D•T M AGAZI N E<br />

We zullen dus ook onze grenzen gaan<br />

stellen. Dit geeft duidelijkheid voor<br />

de leden. Buiten dat drijft de <strong>LVDT</strong> op<br />

vrijwilligers. Wil je echt vakbondsactiviteiten<br />

gaan doen dan moet je mensen<br />

met juridische kennis binnen je geledingen<br />

hebben. Ik denk dat wij die kennis<br />

en mogelijkheden niet hebben. Dit is ook<br />

een van de redenen waarom we sinds<br />

2004 aangesloten zijn bij de Unie van<br />

Zorg en Welzijn. We zijn afhankelijk van<br />

wat de Unie ons kan bieden. Ze zijn daar<br />

heel overkoepelend bezig, landelijke<br />

CAO en dergelijke. Ik heb op dit moment<br />

nog niet het idee dat we er veel voor<br />

terugkrijgen.”<br />

FUWAVAZ<br />

“Neem als voorbeeld de problematiek<br />

rond de Fuwavaz. Dit is de achteruitgang<br />

in beloning van de medewerkers van de<br />

academische ziekenhuizen. Ik heb niet<br />

het idee dat de Unie dit voortvarend<br />

aanpakt. Ze hebben grotere belangen.<br />

Op dit moment ligt die verwachting er<br />

soms wel, terwijl het een irreële gedachte<br />

is van de leden dat de <strong>LVDT</strong> zelf<br />

een grote rol heeft. De <strong>LVDT</strong> mag wel<br />

meepraten. Ronald Oostlander (hoofd<br />

dialyse Erasmus MC) zit namens de <strong>LVDT</strong><br />

in de werkgroep arbeidsvoorwaarden<br />

van de Unie Zorg en Welzijn. Hierin komt<br />

het Fuwavaz-vraagstuk ook aan bod. Een<br />

traject dat nog steeds loopt.”<br />

”de <strong>LVDT</strong> verricht geen vakbondsactiviteiten,<br />

vandaar de aansluiting bij de Unie<br />

Zorg en Welzijn”<br />

Ledenenquête in 2006<br />

“Om het beleidsplan 2006-2<strong>01</strong>1 gestalte<br />

te geven moeten we meer van de leden<br />

weten. We weten eigenlijk maar weinig<br />

van wat we voor de leden moeten doen.<br />

Er is heel weinig communicatie. Ik heb<br />

nu het idee dat veel leden niet weten<br />

wat de <strong>LVDT</strong> allemaal doet. Achter de<br />

schermen wordt zoveel gedaan. Er<br />

worden veel uren ingestoken om de<br />

<strong>LVDT</strong> draaiende te houden. Het contact<br />

met de sponsoren (relaties) is essentieel.<br />

Die relaties zijn onmisbaar voor de<br />

vereniging voor zowel de geldelijke maar<br />

ook logistieke ondersteuning. Zonder de<br />

firma’s zouden initiatieven als de Masterclass,<br />

Expertclass en bijvoorbeeld de<br />

kleurenuitgave van het <strong>LVDT</strong> <strong>Magazine</strong><br />

niet bestaan. Er is zoveel knowhow aanwezig<br />

binnen het ledenbestand van de<br />

<strong>LVDT</strong>. Maar hoe bereik je het aanwezige<br />

potentieel? Het is moeilijk om mensen<br />

voor werkgroepen te vinden. Zonder die<br />

23e jaargang | oktober <strong>2005</strong> | nummer 3<br />

vrijwilligers zou de <strong>LVDT</strong> geen bestaansrecht<br />

hebben. Neem bijvoorbeeld het<br />

bestuur. We blijven met negen man over<br />

omdat Esther Rooijakkers verhuist naar<br />

Curaçao. Dit betekent dat we iemand<br />

nodig hebben om het hele herregistratieproject<br />

over te nemen. We zijn ook<br />

op zoek naar mensen voor de accreditatiecommissie.<br />

Continuïteit is belangrijk<br />

en dat is soms moeilijk omdat je niet<br />

genoeg mensen hebt. De website is toegankelijk,<br />

wordt echter matig gelezen en<br />

dat is jammer. Kijk maar naar het forum.<br />

Weinig beroepsinhoudelijke discussies.<br />

Wat willen de leden van de <strong>LVDT</strong>? Dat<br />

gaan we onderzoeken. In 2006 verrichten<br />

we daarom een ledenenquête.<br />

Wat vinden de leden van de <strong>LVDT</strong>, wat<br />

verwachten de leden van de <strong>LVDT</strong> en wat<br />

moeten we als bestuur doen om te zorgen<br />

dat jullie tevreden zijn over de <strong>LVDT</strong>.”<br />

”Het bestuur zit er niet voor zichzelf<br />

maar om iets te betekenen voor de leden”<br />

Betaalde functies<br />

“Is de tijd rijp voor betaalde krachten<br />

binnen de <strong>LVDT</strong>? In de afgelopen jaarvergadering<br />

is al gezegd dat we sommige<br />

diensten die mensen aan ons verlenen<br />

willen vergoeden. Dat kunnen bestuursfunctionarissen<br />

zijn. Maar bijvoorbeeld<br />

ook werkgroepleden. Je kunt mensen<br />

dan ook makkelijker aanspreken omdat<br />

ze betaald worden. Nu blijft het vrijwilligerswerk<br />

waarbij de prioriteit soms bij<br />

andere zaken buiten de vereniging ligt.<br />

Soms logisch, want iedereen heeft een<br />

drukke baan en de <strong>LVDT</strong> doet men erbij.<br />

De vrijblijvendheid moet eraf.”<br />

Jaarvergadering 2006<br />

in een nieuw jasje<br />

“De jaarvergadering moet beter voorbereid<br />

worden en zal in een nieuw jasje<br />

gestoken worden. Er zitten veel mensen<br />

in de zaal die er zeker niet zouden zijn<br />

als er geen Nefrologiedagen waren.<br />

Qua inhoud kun je veel meer informatie<br />

vooraf geven. Tijdens de jaarvergadering<br />

moet er vooral discussie zijn, interactief<br />

zijn met de zaal. Dat willen we zeker<br />

volgend jaar anders gaan doen. Het zou<br />

bijvoorbeeld leuk zijn als we tijdens de<br />

jaarvergadering van 2006 de resultaten<br />

van de enquête kunnen presenteren.”<br />

Opleiding tot dialyseverpleegkundige<br />

“De <strong>LVDT</strong> heeft vertrouwen in de opleidingen.<br />

Het functieprofiel voor de dialyseverpleegkundige<br />

is de leidraad binnen<br />

deze opleidingen. In alle opleidingscommissies<br />

horen dialysemanagers te zitten<br />

die hun stem moeten laten horen rond<br />

beroepsinhoudelijke ontwikkelingen. Zij<br />

kunnen het beleid van de opleidingen<br />

positief beïnvloeden. De scholingsinstituten<br />

willen die inbreng vanuit het<br />

werkveld ook. Het is een voortdurende<br />

wisselwerking. Afdelingsmanagers<br />

moeten daarin echter wel zelf initiatief<br />

nemen.”<br />

Samenwerken met het<br />

Hans Mak Instituut<br />

“Het Hans Mak Instituut is een onafhankelijk<br />

instituut voor kwaliteitszorg op<br />

het gebied van nierziekten. De contacten<br />

hiermee zijn het afgelopen jaar weer<br />

wat aangehaald. Met Els Boeschoten,<br />

algemeen directeur, is er een goed<br />

contact. Er is een aantal keren gesproken<br />

over beleidszaken. Onze mening wordt<br />

gewaardeerd. Ook is gevraagd of er<br />

iemand van de <strong>LVDT</strong> wil spreken tijdens<br />

het eerstvolgende Hans Mak symposium.<br />

Het zou een goede zaak zijn als er<br />

iemand van de <strong>LVDT</strong> zitting mag nemen<br />

in het Hans Mak bestuur.”<br />

Hoera, de <strong>LVDT</strong> bestaat dit<br />

jaar 25 jaar<br />

“In dit jubileumjaar wil het bestuur iets<br />

extra’s doen voor alle leden. We hebben<br />

lang zitten prakkiseren wat we moesten<br />

doen. Een feestavond? Een speciaal<br />

symposium? Het nadeel hiervan is dat je<br />

maar een beperkt aantal leden bereikt.<br />

Het bestuur biedt daarom alle leden<br />

een doucheradio aan met <strong>LVDT</strong>-logo.<br />

Tevens hebben we een deal gesloten met<br />

Roompot vakanties waardoor alle leden<br />

de mogelijkheid hebben om tegen een<br />

sterk gereduceerd tarief te genieten van<br />

een korte vakantie.”<br />

<strong>LVDT</strong> in 2<strong>01</strong>5<br />

“Tsja, ik denk dat we als dialyseafdeling<br />

24-uurs zorg verlenen. Ook zal nachtdialyse<br />

volledig ingeburgerd zijn. De vraag<br />

zal ook zijn welke mensen we over tien<br />

jaar nog dialyseren. Momenteel wordt<br />

wetenschappelijk onderzoek rond implanteerbare<br />

nieren verricht. We zullen<br />

echter niet werkloos raken, hoor. Ons vak<br />

is nog lang niet uitontwikkeld en ook<br />

nog niet overbodig. De <strong>LVDT</strong> zal in ieder<br />

geval steeds weer meegroeien.”<br />

<strong>LVDT</strong> <strong>Magazine</strong> zal er een traditie van<br />

gaan maken de voorzitter van de <strong>LVDT</strong><br />

ieder jaar te interviewen.


Topkwaliteit leveren<br />

L•V•D•T M AGAZI N E<br />

Als tijdens je writersblock<br />

als Naked Nurse ook<br />

nog eens je computer<br />

wordt getroffen door blikseminslag valt<br />

het allemaal niet mee. Waar moet je<br />

het over hebben? Genoeg dingen die me<br />

bezighouden maar hoe de juiste insteek<br />

te vinden? Uiteraard springen de nachtelijke<br />

centrumdialyses als paddestoelen<br />

uit de grond na het succesvolle “Nocturne-project”<br />

van Stichting Dianet. Ieder<br />

zichzelf respecterend directielid wil wel<br />

een extra shift erbij. Hop, hop, hop er kan<br />

nog meer op. Alles voor het resultaat, dus<br />

produceren maar mensen! We veranderen<br />

gewoon de contracten van die dialyseverpleegkundigen,<br />

betalen hun onregelmatigheidscenten<br />

uit in een lagere loonschaal<br />

(hi,hi,hi), verplichten ze ‘s nachts<br />

te gaan werken tenzij ze een medische<br />

contra-indicatie kunnen laten zien (gnif),<br />

laten ze ‘s nachts anderhalf uur in hun<br />

eigen tijd hun boterhammetje opeten<br />

(ho, ho, ho, ik houd het niet meer, doe het<br />

bijna in m’n broek) en ze zoeken het maar<br />

uit met die kinderopvang. Wat nou een<br />

wachtlijst van een jaar, wij hebben toch<br />

ook niet om die kinderen gevraagd? Je<br />

dacht toch niet dat we nou opeens wel<br />

een flinke bijdrage gaan storten, waar zie<br />

je ons voor aan?<br />

Een juiste insteek is lastig. We zien met<br />

z’n allen dat de patiënt er tien keer op<br />

vooruit gaat en daar willen we best aan<br />

bijdragen. Zijn niet voor niks verpleegkundigen<br />

geworden toch? Maar mag het dan<br />

alsjeblieft wel een beetje met aandacht<br />

voor en overleg met elkaar gaan. Dat is<br />

toch niet teveel gevraagd? Even logisch<br />

nadenken. Die stoelen stonden ‘s nachts<br />

leeg. Nu liggen ze vol en in een mum van<br />

tijd ligt het overdag ook weer vol. Conclusie:<br />

juist, het is gewoon kassa.<br />

Nou niet lopen miezeren, laat eens zien<br />

dat je een grote vent (of een sterk wijf)<br />

bent en beloon het werk voor wat het is:<br />

topkwaliteit. <br />

Column The Naked Nurse<br />

23e jaargang | oktober <strong>2005</strong> | nummer 3 11


12<br />

L•V•D•T M AGAZI N E<br />

23e jaargang | oktober <strong>2005</strong> | nummer 3<br />

Op 3 november en <strong>10</strong> november <strong>2005</strong> organiseert de<br />

diabeteswerkgroep van de <strong>LVDT</strong> in samenwerking met<br />

de fabrikant Abbott in Dianet Utrecht een<br />

Diabetesworkshop<br />

Het programma is alsvolgt<br />

09.30- 09.45 Ontvangst met koffie<br />

09.45- 12.30 Meten is weten. Dit gedeelte wordt verzorgd door dhr Smienk,<br />

van de firma Abbott<br />

12.30-13.30 Lunch<br />

13.30-14.15 Opstarten van diabeteszorg op de dialyseafdeling<br />

Jos van de Laar/José Dekker<br />

14.15-1500 Interpreteren van bloedsuikers en dagcurves<br />

Inge Demsey<br />

15.00-1600 Voetproblemen bij diabetespatienten<br />

Karin Dekker<br />

16.00 Uitreiking van certificaten en afsluiting met een borrel<br />

De bedoeling van deze dag is informatie geven omtrent het opstarten van<br />

diabeteszorg op de dialyseafdeling, het efficiënt meten van bloedsuikers en het<br />

interpreteren hiervan. Tevens zal er aandacht besteed worden aan de diabetische<br />

voet. De workshop is geschikt voor verpleegkundigen die op de dialyseafdeling<br />

diabetes als aandachtgebied hebben.<br />

De toegang voor de workshop is gratis, de accreditatie wordt aangevraagd.<br />

Sluitingsdatum voor inschrijving is 15 oktober <strong>2005</strong>.<br />

Aanmelden bij José Dekker, dialyse Alkmaar.<br />

Emailadres: j.m.dekker-braas@mca.nl


L•V•D•T M AGAZI N E<br />

Nurse practitioners<br />

in de nefrologie<br />

‘Een verpleegkundige functie met perspectief’<br />

Tekst: Alice Bogaarts, Paul Gundlach en Jacqueline Knoll<br />

Taakherschikking in de zorg<br />

De gezondheidszorg in Nederland staat<br />

al geruime tijd onder druk. Toenemende<br />

kosten, vergrijzing, wachtlijsten, orgaandonatie<br />

en de naderende veranderingen<br />

binnen het zorgstelsel zijn zomaar wat<br />

thema’s waar je iedere dag wel over leest<br />

en hoort in de media. Een ander thema is<br />

de taakherschikking binnen de zorg. De<br />

overheid zag in dat er iets gedaan moest<br />

worden, wilde men de zorg bereikbaar<br />

en betaalbaar houden. De Raad voor<br />

Volksgezondheid en Zorg (RVZ) bracht in<br />

2002 advies uit aan de Minister van VWS.<br />

Dit advies hield in dat bepaalde artsentaken<br />

gedelegeerd kunnen worden naar<br />

andere disciplines; taakherschikking<br />

werd het sleutelwoord. Sinds enkele<br />

jaren is de nurse practitioner werkzaam<br />

binnen de Nederlandse gezondheidszorg<br />

in algemene ziekenhuizen, universitaire<br />

medische centra, 1e lijnsgezondheidsinstellingen,<br />

ouderenzorg en thuiszorg.<br />

Elders, zoals in Engeland en Amerika,<br />

In de media wordt steeds meer aandacht gegeven aan de laatste<br />

ontwikkelingen binnen de gezondheidszorg. Sleutelwoord is<br />

taakherschikking. Hierin worden, onder andere, taken die voor-<br />

heen alleen in het pakket van de arts zaten, gedelegeerd rich-<br />

ting andere disciplines. De nurse practitioner is een functie die<br />

we steeds meer zien binnen de nefrologie. Het is evident dat<br />

deze gespecialiseerde verpleegkundige meer doet dan alleen<br />

artsentaken overnemen. Wat is een nurse practitioner? Hoe<br />

ziet de opleiding Master Advanced Nursing Practice er uit? Hoe<br />

wordt de functie van nurse practitioner op dit moment op de<br />

dialyseafdeling ingepast?<br />

werkten nurse practitioners al langer<br />

naast medische specialisten. De ervaringen<br />

waren positief. Ook in Nederland zijn<br />

de reacties positief. Medische handelingen<br />

die vastliggen in protocollen en<br />

richtlijnen konden overgenomen worden<br />

door andere functionarissen. Patiënten<br />

zagen dat ze berekend waren op hun<br />

taak en dat ze in staat waren meer tijd<br />

te besteden aan bijvoorbeeld uitleg en<br />

het beantwoorden van vragen dan de<br />

behandelend arts.<br />

Artsentekort mag geen<br />

reden zijn om een NP aan te<br />

stellen<br />

In tegenstelling tot wat vaak gedacht<br />

wordt, is een artsentekort maar zelden<br />

een reden om een nurse practitioner aan<br />

te stellen. Takenpakketten van professionals<br />

binnen de gezondheidszorg zijn<br />

altijd onderhevig aan veranderingen.<br />

Verpleegkundigen zijn in de loop van de<br />

jaren steeds meer taken gaan uitvoe-<br />

23e jaargang | oktober <strong>2005</strong> | nummer 3 1


14<br />

L•V•D•T M AGAZI N E<br />

Alice Bogaarts, nurse practitioner tijdens de nefropoli<br />

ren, denk maar aan de ‘verlengde arm<br />

constructie’. Een andere ontwikkeling is<br />

het patiëntgericht verplegen geweest,<br />

waardoor de organisatie op verpleegafdelingen<br />

veranderde. De definitieve<br />

implementatie van nurse practitioners<br />

is een volgende, logische stap. Degene<br />

die met een zekere regelmaat in het ziekenhuis<br />

komt voor controle, is wellicht al<br />

in aanraking gekomen met deze nieuwe<br />

functionaris. De nurse practitioner is in<br />

staat en bevoegd om bepaalde medische<br />

handelingen over te nemen van de<br />

medisch specialist. Zo helpt ze de taken<br />

te verlichten, de kwaliteit van zorg te<br />

handhaven, de efficiëntie van de zorg te<br />

verhogen en de gezondheidszorg bereikbaar<br />

te houden voor iedereen. De nurse<br />

practitioner werkt samen met en onder<br />

verantwoordelijkheid van de behandelend<br />

arts. Zij kan, bijvoorbeeld, tijdens<br />

het spreekuur het lichamelijk onderzoek<br />

uitvoeren, opdracht geven tot noodzakelijk<br />

laboratoriumonderzoek en volgens<br />

de geldende richtlijnen de medicatie<br />

bijstellen. Verder kan ze voorlichting<br />

geven over ziekte, de gevolgen van een<br />

bepaalde behandeling en zelfmanagement<br />

bij de patiënt stimuleren.<br />

De nurse practitioner speelt ook een rol<br />

in het uitvoeren van wetenschappelijk<br />

onderzoek en het initiëren van de onderzoeksvraag.<br />

Verschil tussen de nurse<br />

practitioner en de physician<br />

assistant<br />

Een andere nieuwkomer binnen de gezondheidszorg<br />

is de physician assistant.<br />

Het verschil met de physician assistant<br />

23e jaargang | oktober <strong>2005</strong> | nummer 3<br />

zit hem in het feit dat de nurse practitioner<br />

naast een uitbreiding van taken<br />

op het medische domein ook een deel<br />

van haar oorspronkelijke verpleegkundige<br />

taken behoudt. Zij werkt op het<br />

grensgebied tussen behandelen en<br />

zorg. De physician assistant heeft niet<br />

noodzakelijkerwijs een verpleegkundige<br />

beroepsachtergrond. Dit kan wel. Hij kan<br />

fysiotherapeut geweest zijn en leert in<br />

de masteropleiding tot physician assistant<br />

een ander medisch vak. Hij werkt<br />

alleen binnen het medisch domein,<br />

onder verantwoording de arts. De nurse<br />

practitioner is en blijft dus een verpleegkundige<br />

functie.<br />

Ze is werkzaam op een specifiek terrein<br />

binnen de gezondheidszorg. Op basis<br />

van de verpleegkundige vooropleiding<br />

kan ze toegelaten worden tot een<br />

tweejarige opleiding, de masteropleiding<br />

Advanced Nursing Practice. Als ze deze<br />

met goed gevolg doorloopt is ze in staat<br />

zelfstandig te werken op het grensgebied<br />

van behandeling en zorg.<br />

Nurse practitioners op de<br />

dialyseafdeling<br />

In het Universitair Medisch Centrum St.<br />

Radboud te Nijmegen is een nurse practitioner<br />

werkzaam op de kinderdialyse.<br />

Hieronder haar verhaal over de opleiding,<br />

haar functie en haar ervaringen.<br />

Mijn naam is Jacqueline Knoll, van huis<br />

uit kinder- en dialyseverpleegkundige en<br />

ik ben nurse practitioner kinderurologie<br />

& kindernefrologie binnen het UMC St.<br />

Radboud te Nijmegen. Ik heb mijn opleiding<br />

van 2000-2002 doorlopen aan de<br />

Hanze Hogeschool in Groningen, destijds<br />

de enige hogeschool die deze opleiding<br />

verzorgde. Het was een enorm leuke maar<br />

pittige opleiding. De leerweg was praktijkgericht.<br />

Bij het aanleren van medische<br />

vaardigheden, het uitvoeren van nieuwe<br />

zorgtaken en het implementeren van<br />

de nieuwe functie werd ik begeleid door<br />

twee leermeesters, een kindernefroloog<br />

en een kinderuroloog.<br />

Ik heb ook veel moeten investeren in het<br />

creëren van draagvlak voor, de toen nog,<br />

nieuwe functie. Het is hierbij van groot<br />

belang je te organiseren en je krachten<br />

te bundelen met andere NP-ers binnen je<br />

instelling.<br />

Door het vinden van een specifieke,<br />

medische en verpleegkundige, balans<br />

tussen theorie en praktijk ben ik in 2002<br />

afgestudeerd.<br />

Destijds was er (nog) geen formatie vrij<br />

binnen de kindernefrologie maar wel<br />

binnen de kinderurologie. Beide specialismen<br />

hebben veel raakvlakken en in het<br />

combineren ervan zag ik een uitdaging.<br />

Ik kom in mijn dagelijkse praktijk menig<br />

nefrologisch kind tegen of kinderen die<br />

aan de basis staan van hun chronische<br />

nierinsufficiëntie. Ik kan hen met mijn<br />

nefrologische achtergrond de juiste zorg<br />

en begeleiding geven. Daarnaast werk ik<br />

met kinderen met congenitale afwijkingen<br />

en zij die een grote urologische<br />

operatie moeten ondergaan. Samen met<br />

mijn collega voeren we de pre-operatieve<br />

screening uit van de kinderen die voor een<br />

urologische operatie komen; we voeren<br />

een lichamelijk onderzoek uit, geven informatie<br />

en begeleiding. Nadien houden<br />

we een telefonisch spreekuur als nazorg,<br />

hetgeen door ouders erg gewaardeerd<br />

wordt.<br />

Naast het uitvoeren van de directe zorg<br />

houden we ons ook bezig met wetenschappelijk<br />

onderzoek, kwaliteitsprojecten<br />

en onderwijs.<br />

Later kwam er ook formatie vrij binnen de<br />

kindernefrologie.<br />

Een kinderspecialisme is in meerdere<br />

opzichten ‘kleinschaliger’ dan de volwassen<br />

variant. Zo ook kindernefrologie.<br />

Bijvoorbeeld: op een kinderdialyseafdeling<br />

worden tussen de <strong>10</strong> en 20 kinderen<br />

behandeld met hemodialyse, plasmafiltratie<br />

of peritoneaal dialyse. Dit staat niet<br />

in vergelijking met een dialysecentrum<br />

voor volwassenen.<br />

Daarnaast voeren de (kinder)dialyseverpleegkundigen<br />

op onze afdeling alle<br />

behandelingen uit en zijn zij niet gedifferentieerd.<br />

In eerste instantie heb ik als NP-er gewerkt<br />

op de hemodialyse waar kinderen


worden behandeld met hemodialyse en<br />

plasmafiltratie.<br />

Ik was verantwoordelijk voor de dagelijkse<br />

patiëntenzorg op de hemodialyse. Ik<br />

beoordeelde de hydratietoestand van de<br />

kinderen, op basis van het klinisch beeld,<br />

de meting van de vena cava inferior-<br />

diameter en de interpretatie van Crit-line<br />

gegevens. Aan de hand van deze gegevens<br />

stelde ik het streefgewicht vast. Dit<br />

gewicht kan nogal sterk wisselen bij een<br />

kind in de groei.<br />

Daarnaast had ik als NP-er een consulterende<br />

functie naar andere disciplines c.q.<br />

afdelingen. Ik voerde mijn werk uit onder<br />

supervisie van een kindernefroloog en<br />

binnen geprotocolleerde kaders. Samen<br />

met haar besprak ik de hemodialyse-efficiëntie<br />

(Kt/V-berekening) en andere<br />

bevindingen en stelden we de zorg bij.<br />

Op dit moment ben ik mijn werkterrein<br />

binnen de kindernefrologie aan het verleggen<br />

naar de zorg rondom de getransplanteerde<br />

kinderen en de preëmptieve<br />

transplantaties.<br />

Hierbij komt mijn kinderurologische achtergrond<br />

goed van pas.<br />

Ik ga de pretransplantatie-informatiegesprekken<br />

voeren en het pretransplantatietraject<br />

(kadaver- en live-related)<br />

coördineren.<br />

Postoperatief ga ik de getransplanteerde<br />

kinderen klinisch en poliklinisch vervolgen.<br />

Het is de bedoeling ik zelfstandig poli ga<br />

draaien waarin ik naast het uitvoeren van<br />

lichamelijk onderzoek een belangrijke<br />

rol kan spelen in het geven van voorlichting<br />

en begeleiding. Doordat je als nurse<br />

practitioner laagdrempeliger bent dan<br />

de specialist bouw je een ander soort<br />

vertrouwensband op hetgeen positief<br />

kan werken in bijvoorbeeld de begeleiding<br />

van non-compliance gedrag bij m.n.<br />

Jacqueline Knoll<br />

pubers en adolescenten.<br />

Naast de directe patiëntenzorg ga ik me<br />

ook meer bezighouden met onderwijs en<br />

het ondersteunen van wetenschappelijk<br />

onderzoek op het gebied van de kindernefrologie.<br />

Tot slot, mijn gecombineerde functie als<br />

nurse practitioner kindernefrologie en<br />

kinderurologie blijkt een gouden greep en<br />

komt de zorg voor de patiënt ten goede.<br />

Het blijft een uitdaging om de functie<br />

verder uit te bouwen. Kortom, een functie<br />

met perspectief!<br />

Twenteborg<br />

In het Twenteborg Ziekenhuis te Almelo<br />

is ook een nurse practitioner werkzaam<br />

op de dialyseafdeling.<br />

Ik ben Alice Bogaarts. Ik ben in september<br />

2003 begonnen met de opleiding tot<br />

nurse practitioner in Nijmegen/Deventer.<br />

Ik hoop in november van dit jaar mijn<br />

opleiding af te ronden en mijn diploma<br />

te ontvangen. Ik krijg regelmatig vragen<br />

over de functie en de opleiding. De<br />

meest gestelde vragen zal ik hieronder<br />

beantwoorden.<br />

Hoe is de sollicitatie tot stand gekomen?<br />

Ik heb een vacature gezien die in het<br />

ziekenhuis was uitgedeeld. Iedereen kon<br />

hierop solliciteren. Door middel van 3<br />

A4tjes moest jouw motivatie duidelijk<br />

zijn, waarom jij dacht dat een nurse<br />

practitioner op jouw afdeling een meerwaarde<br />

had en waarom jij vond dat jij<br />

dat zou moeten zijn. Uit de sollicitanten<br />

werd aan twee mensen de opleidingsplaats<br />

toegekend.<br />

Hoe ziet de opleiding er uit die je volgt?<br />

De groep nurse practitioners in opleiding<br />

zijn werkzaam op verschillende verpleegafdelingen<br />

of poliklinieken. Te denken<br />

valt hierbij aan CCU, ICU, SEH, dialyse,<br />

neonatologie, kinder-ICU, voedingsverpleegkunde<br />

maar ook op verschillende<br />

poliklinieken wordt gebruik gemaakt van<br />

de functie. Of een afdeling baat heeft bij<br />

deze nieuwste ontwikkeling is grotendeels<br />

afhankelijk van de medicus. Als hij<br />

bereid is taken te delegeren en tijd te<br />

steken in de opleiding en begeleiding, is<br />

er op iedere afdeling een nurse practitioner<br />

in te zetten.<br />

Tijdens de opleiding worden de basistechnieken<br />

aangeleerd die de student<br />

moet vertalen naar de praktijk waarin<br />

zij werkzaam is. Hierdoor is het mogelijk<br />

om klassikaal lessen te volgen met elk<br />

een eigen specifieke patiëntencategorie<br />

en vakgebied. Zo wordt er aandacht<br />

L•V•D•T M AGAZI N E<br />

besteed aan de wet- en regelgeving, de<br />

technieken van het lichamelijk onderzoek<br />

en een medische anamnese afnemen,<br />

de opzet van een wetenschappelijk<br />

onderzoek, kwaliteit en management<br />

etc. De technieken die op school worden<br />

aangereikt moeten in de praktijk worden<br />

geoefend onder begeleiding van de<br />

medisch specialist. Hoe uiteindelijk het<br />

takenpakket van de nurse practitioner<br />

op dialysegebied eruit ziet is afhankelijk<br />

van de nefroloog en de behoefte van de<br />

dialyseafdeling en de poli nefrologie.<br />

Wat leer je tijdens de opleiding?<br />

Ik kan alleen spreken over de opleiding<br />

die ik gevolgd heb aan HAN-Nijmegen en<br />

Saxion-Deventer. Mijn opleiding bestond<br />

uit 7 modules die elk werden afgesloten<br />

met een werkstuk, scriptie of presentatie.<br />

De inhoud van de verschillende modules:<br />

• ANP (wat houdt de functie in en hoe<br />

is het wettelijk geregeld?)<br />

• EBP (Evidence Based Practice: wat<br />

hebben de laatste wetenschappelijke<br />

onderzoeken aangetoond en zijn<br />

de protocollen nog wel up-to-date?<br />

Je leert kritisch te kijken naar jouw<br />

handelen en leert in de literatuur te<br />

zoeken wat erover bekend is)<br />

• Lichamelijk onderzoek afnemen bij<br />

een patiënt en het stellen van differentiaal<br />

diagnoses<br />

• Stage lopen binnen je eigen ziekenhuis<br />

waarbij de medisch begeleider<br />

kijkt naar jouw nieuwe functie en de<br />

werkwijze van het ziekenhuis uitlegt.<br />

• Een module ziekteleer, gericht op<br />

jouw vakgebied: algemeen interne<br />

met nierfunctiestoornissen<br />

• Kwaliteit en innovatie (gespreksvoering,<br />

organisatiekunde en projectbegeleiding)<br />

• Wetenschappelijk onderzoek opstellen<br />

en uitvoeren.<br />

Hoe heb je de opleiding ervaren?<br />

Ik vond de opleiding erg pittig maar heel<br />

interessant. De inhoud van de lessen<br />

wordt heel algemeen gegeven zodat het<br />

op ieder vakgebied toe te passen is maar<br />

de vertaalslag naar de dialyse moest ik<br />

zelf maken met hulp van mijn medisch<br />

begeleider. Er moesten erg veel literatuurstukken/werkstukken<br />

geschreven<br />

worden. Naast werken op de afdeling<br />

en het me eigen maken van de nieuwe<br />

functie moest er huiswerk gemaakt worden.<br />

Ik merk echter wel dat het ook heel<br />

veel doet met jou als persoon. Je krijgt<br />

een andere positie, krijgt meer verant-<br />

23e jaargang | oktober <strong>2005</strong> | nummer 3 15


16<br />

L•V•D•T M AGAZI N E<br />

woordelijkheden en vrijheden maar dat<br />

vereist ook <strong>10</strong>0% inzet!<br />

Hoe belangrijk is de rol van de medisch<br />

begeleider?<br />

De medisch begeleider kan jouw baan<br />

creëren of kapot maken. Hij is degene die<br />

zijn taken moet delegeren, jou moet begeleiden<br />

en vertrouwen moet hebben in<br />

jouw functie. Het is voor vele medici erg<br />

wennen dat ze taken kunnen delegeren<br />

en in het begin was ook mijn begeleider<br />

erg voorzichtig. Kan een verpleegkundige<br />

wel lichamelijk onderzoek doen en<br />

kunnen zij wel differentiaal diagnoses<br />

stellen? Ook is het afhankelijk van hoe<br />

de dialyseafdeling nu draait. Als er al<br />

een goed lopende polikliniek is met een<br />

predialyseverpleegkundige dan kan het<br />

zijn dat een nurse practitioner daar niet<br />

veel aan kan toevoegen. Maar daar waar<br />

de logistiek nog niet goed loopt, waar<br />

de arts erg veel tijd verliest en het zijn<br />

taken die overgenomen kunnen worden,<br />

daar kan een nurse practitioner ingezet<br />

worden. Te denken valt aan shuntzorg,<br />

hypertensie, predialyse, pretransplantatie,<br />

posttransplantatiecontrole, calciumfosfaatcontrole,<br />

diabeteszorg, etc. etc.<br />

Het is wel verstandig om een gesprek<br />

met je medisch begeleider te hebben<br />

voor je aan de opleiding begint, om te<br />

voorkomen dat jouw takenpakket niet<br />

zinvol is.<br />

Wat is het grootste verschil tussen de<br />

periode voor en na de opleiding?<br />

Ik merk dat ik persoonlijk veranderd<br />

ben. Voor de opleiding ging ik om 15.30<br />

uur naar huis en was mijn werk klaar.<br />

Nu bedenk ik eerst of ik alles klaar heb,<br />

het overige werk kan blijven liggen en<br />

of alles netjes is afgehandeld. Ik ben de<br />

enige, die weet wat ik doe en hoe ik het<br />

doe, dus overdragen is moeilijk. Tevens<br />

Oproep aan Nurse Practitioners<br />

(i.o) in de nefrologie<br />

De auteurs van dit artikel doen een oproep aan<br />

alle nurse practitioners (i.o) die werkzaam zijn<br />

binnen de nefrologie met als doelstelling om<br />

zich op nationaal niveau te verenigen.<br />

De bedoeling is om in november of december<br />

een oriëntatie-bijeenkomst te organiseren.<br />

Eerste doelstelling is om kennis met elkaar te<br />

maken en te inventariseren waar nurse practitioners<br />

binnen de nefrologiewereld zich mee<br />

bezig houden.<br />

Graag reacties naar: j.knoll@cukz.umcn.nl<br />

23e jaargang | oktober <strong>2005</strong> | nummer 3<br />

heb ik geleerd om kritischer te kijken<br />

naar de reden waarom we dingen doen.<br />

Er verandert erg veel en om deze veranderingen<br />

bij te houden is regelmatig<br />

zoeken op het internet en vakliteratuur<br />

bijhouden een must. Het dragen van<br />

meer verantwoordelijkheden is wennen.<br />

Je ziet de patiënten zelfstandig op<br />

jouw poli en er is niemand die op dat<br />

moment meekijkt en meebeslist of het<br />

verantwoord is om hem/haar naar huis<br />

te laten gaan. Heb ik alles goed geïnterpreteerd,<br />

heb ik alles gezien, ben ik niets<br />

vergeten…? De medisch begeleider kijkt<br />

de status nadien wel door maar jij moet<br />

beslissen wanneer er een nefroloog mee<br />

moet kijken tijdens jouw spreekuur en<br />

wanneer jij denkt dat het niet nodig is.<br />

Je krijgt meer verantwoordelijkheden,<br />

wordt vaker in consult geroepen en bent<br />

aanspreekpunt voor vele disciplines. Ook<br />

de patiënt komt vaker naar mij omdat ik<br />

laagdrempeliger ben dan een nefroloog.<br />

Wat zijn jouw taken als<br />

nurse practitioner?<br />

Ik draai predialysespreekuren op de<br />

polikliniek, twee dagdelen in de week.<br />

Op deze dagen komen de patiënten die<br />

een verminderde nierfunctie hebben<br />

voor controle. Ik bekijk de bloeduitslagen,<br />

maak verslag van de situatie op dat<br />

moment, doe indien nodig een lichame-<br />

lijk onderzoek. Tevens is een speerpunt<br />

van het Twenteborg Ziekenhuis om de<br />

patiënten, indien mogelijk, preëmptief<br />

te transplanteren. Ik schrijf dan alle<br />

uitslagen, beoordeel de resultaten,<br />

schrijf de overdracht naar Groningen en<br />

begeleid de patiënt. Op de afdeling zijn<br />

we begonnen met het optimaliseren van<br />

de shuntzorg. Ik richt mij voornamelijk<br />

op de logistiek hiervan. Een andere taak<br />

is het begeleiden, uitvoeren en opzetten<br />

van wetenschappelijke onderzoeken. Dit<br />

kan inhouden het alleen aanleveren van<br />

gegevens tot het zelf invoeren en bijhouden<br />

van uitslagen. De toekomst heeft<br />

nog heel veel in petto maar die plannen<br />

moeten nog worden uitgewerkt.<br />

Welke functieschaal wordt gekoppeld<br />

aan de functie nurse practitioner?<br />

Ik krijg regelmatig de vraag in welke<br />

functieschaal de nurse practitioner<br />

wordt ingedeeld en ik moet zeggen<br />

dat het afhankelijk is van de functieomschrijving<br />

en het ziekenhuis. Je zult dit<br />

bij personeelszaken moeten navragen<br />

en moeten onderhandelen tijdens je<br />

aanstelling.<br />

Ik heb gehoord, maar daar is nog niets<br />

definitief over afgesproken, dat de NVNP<br />

(Nederlandse <strong>Vereniging</strong> van Nurse<br />

Practitioners) bezig is om hier landelijke<br />

afspraken over te maken.


Stichting ZorgSaam bestaat uit Ziekenhuis Zeeuws-Vlaanderen, Thuiszorg Zeeuws-Vlaanderen,<br />

Ambulancedienst Zeeuws-Vlaanderen en woonzorgcentra Coensdike en Emmaus. Ons doel is alle inwoners<br />

van Zeeuws-Vlaanderen goede gezondheidszorg te bieden. Dankzij de inzet en het enthousiasme van onze<br />

meer dan 2500 medewerkers kunnen wij kwaliteitszorg garanderen.<br />

SOLLICITATIES:<br />

Voor onze onlangs gestarte dialyseafdeling zijn wij op zoek naar een:<br />

Zorgcoördinator dialyse (m/v)<br />

Voor 36 uur per week (<strong>10</strong>0%)<br />

Als zorgcoördinator geeft u direct leiding aan de dialyseafdeling. U bent in het bezit van het<br />

diploma A-verpleegkundige, HBO-V of een gelijkwaardig buitenlands diploma mét een<br />

specialistische vervolgopleiding dialyse én een afgeronde managementopleiding. Daarnaast<br />

heeft u ruime kennis en ervaring in het vakgebied dialyse. Het betreft een aanstelling voor<br />

onbepaalde tijd. De functie is ingedeeld in FWG functiegroep 55 maximum € 3216,- bruto per<br />

maand op fulltime basis.<br />

Kijk voor een uitgebreide beschrijving van deze vacature op onze website: www.zorgsaam.org<br />

Bij vragen kunt u contact opnemen met mevrouw M. Fierloos, hoofd afdeling interne/<br />

pulmonologie/chemotherapie en dialyse, tel. <strong>01</strong>15-688779 of mevrouw drs. I. Wauters, nefrologe,<br />

tel. <strong>01</strong>15-688726.<br />

Uw sollicitatiebrief met CV, onder vermelding van de functie en het vacaturenummer <strong>2005</strong>.19,<br />

dient uiterlijk 15 oktober <strong>2005</strong> in ons bezit te zijn. U kunt deze richten aan: ZorgSaam Zeeuws-<br />

Vlaanderen, Afdeling personeelszaken, t.a.v. mevrouw B. Fest, personeels-functionaris,<br />

Wielingenlaan 2, 4535 PA Terneuzen of per e-mail aan B.Fest@zzv.nl<br />

Acquisitie n.a.v. deze advertentie wordt niet op prijs gesteld.<br />

www.zorgsaam.org<br />

Verkorte samenvatting van de product-kenmerken<br />

NeoRecormon ® bevat epoëtine beta in de volgende hoeveel-<br />

heden <strong>10</strong>.000 IE, 20.000 IE of 60.000 IE poeder en oplosmiddel<br />

voor injectie in patroon, NeoRecormon ® 1.000 IE, 2.000 IE, 3.000 IE,<br />

4.000 IE, 5.000 IE, 6.000 IE, <strong>10</strong>.000 IE, 20.000 IE en 30.000 IE oplossing<br />

voor injectie in voorgevulde spuit. Indicaties Behandeling van anemie als<br />

gevolg van chronisch nierfalen (renale anemie) bij dialyse-patiënten en<br />

behandeling van symptomatische renale anemie bij pre-dialysepatiënten.<br />

Preventie en behandeling van anemie bij volwassen patiënten met<br />

solide tumoren die behandeld worden met chemo-therapie op basis<br />

van platinum, behandeling van anemie bij volwassen patiënten met<br />

multipel myeloom, laag-gradig non-Hodgkin lymfoom of chronische<br />

lymfatische leukemie die een relatieve erytropoiëtine-deficiëntie hebben<br />

en die anti-tumor therapie krijgen. Het vermeerderen van de opbrengst<br />

van autoloog bloed bij patiënten in een predonatie programma. Alleen<br />

voorgevulde spuiten: Preventie van anemie bij prematuren. De dosering<br />

is afhankelijk van de aandoening. Lees voor toediening de uitgebreide<br />

productinformatie. Contra-indicaties Slecht controleerbare hypertensie<br />

en bekende overgevoelig-heid voor het werkzaam bestanddeel, voor<br />

een van de hulpstoffen of voor benzoëzuur (niet in voorgevulde spuit),<br />

een metaboliet van benzylalcohol. NeoRecormon ® in patroon mag niet<br />

gebruikt worden bij zuigelingen en jonge kinderen tot 3 jaar oud. Voor de<br />

indicatie “het vermeerderen van de opbrengst van autoloog bloed”, dient<br />

NeoRecormon ® niet te worden gebruikt bij patiënten die in de maand<br />

voorafgaand aan de behandeling een myocardinfarct of een beroerte<br />

hebben gehad of bij patiënten met een instabiele angina pectoris of<br />

bij patiënten die het risico lopen op diepe veneuze trombose zoals<br />

patiënten met een voorgeschiedenis van veneuze trombo-embolische<br />

aandoeningen. Waarschuwingen en voorzorgen Behandeling met<br />

NeoRecormon ® moet met grote omzichtigheid plaatsvinden in geval<br />

L•V•D•T M AGAZI N E<br />

ZorgSaam Zeeuws-Vlaanderen<br />

van refractaire anemie met een overmaat aan blasten in transformatie,<br />

epilepsie, trombocytose en chronische leverinsufficiëntie. Foliumzuur-<br />

en vitamine B 12 -deficiëntie dienen te worden uitgesloten. Ernstige<br />

aluminiumoverbelasting kan de werkzaamheid van NeoRecormon ®<br />

verminderen. Misbruik bij gezonde personen kan leiden tot een<br />

excessieve toename van de hematocriet. Dit kan eventueel samengaan<br />

met levensbedreigende complicaties binnen het cardiovasculaire<br />

systeem. Verhoging van het serumkalium is waargenomen bij enkele<br />

uremische patiënten, alhoewel een oorzakelijk verband niet is vastgesteld.<br />

Bijwerkingen Cardiovasculair systeem Verhoging van de bloeddruk of<br />

hoofdpijn kan optreden. Bloed Aanbevolen wordt het trombocytengetal<br />

in de eerste weken van de behandeling regelmatig te controleren. In de<br />

meeste gevallen gaat een stijging van de hematocriet gepaard met een<br />

daling van de ferritinewaarden in het serum. Een verhoogd aantal tromboembolische<br />

gebeurtenissen is gemeld. Overige bijwerkingen Zelden<br />

kunnen huidreacties zoals huiduitslag, jeuk, urticaria of reacties op de<br />

injectieplaats optreden. Anafylactoïde reacties zijn in enkele gevallen<br />

waargenomen. In geïsoleerde gevallen zijn griepachtige symptomen<br />

gemeld. In zeer zeldzame gevallen ontstonden tijdens rHuEPO-therapie<br />

neutraliserende anti-erythropoiëtine antilichamen met of zonder pure<br />

red cell aplasia (PRCA). Uitgebreide productinformatie is op verzoek<br />

verkrijgbaar bij Roche Nederland B.V., Beneluxlaan 2a 3446 GR Woerden,<br />

www.roche.nl. NeoRecormon (U.R.) wordt volledig vergoed binnen<br />

het GVS. <strong>01</strong>/2004<br />

Roche Nederland B.V. Postbus 44, 3440 AA Woerden<br />

Tel. 0348-438057 www.roche.nl<br />

Bijsluiter<br />

23e jaargang | oktober <strong>2005</strong> | nummer 3 17


18<br />

L•V•D•T M AGAZI N E<br />

Onderzoek naar pijnbeleving<br />

en de angst bij het aanprikken<br />

van een nieuwe shunt<br />

Tekst: Dineke Nap, Birgit Sluiter en Esther Sluijs, Dialyseafdeling, Groene Hart Ziekenhuis, Gouda<br />

De laatste jaren is er steeds meer aandacht voor het technische gedeelte van het aanprikken van<br />

een shunt en de problemen die het aanprikken kan opleveren. Er is echter weinig tot geen infor-<br />

matie bekend over hoe een patiënt het aanprikken beleeft.<br />

Pijnbeleving en pijnbestrijding<br />

zijn belangrijke<br />

aandachtsgebieden binnen<br />

het kwaliteitsbeleid van het Groene<br />

Hart Ziekenhuis. Mede in het kader van<br />

dit kwaliteitsbeleid is op de dialyseafdeling<br />

een onderzoek gestart naar de<br />

pijnbeleving en de angst van patiënten<br />

23e jaargang | oktober <strong>2005</strong> | nummer 3<br />

bij het aanprikken van een shunt. Tot nu<br />

toe werden pijn en de angst in algemene<br />

termen gerapporteerd in het verpleegkundige<br />

dossier. De richtlijn binnen het<br />

GHZ voor het gebruik van verdoving<br />

bij het aanprikken is dat patiënten niet<br />

standaard een lokale verdoving krijgen.<br />

Het onderzoek naar de pijnbeleving bij<br />

het aanprikken van een shunt en de rol<br />

die angst hierbij speelt moet uitwijzen<br />

of het zinvol is om de richtlijnen aan te<br />

passen.<br />

Het onderzoek richt zich voornamelijk op<br />

patiënten waarbij de shunt gedurende<br />

een periode korter dan 2 maanden wordt<br />

aangeprikt.


Doel van het onderzoek is:<br />

• het in kaart brengen van de mate<br />

van pijn bij het aanprikken van een<br />

nieuwe shunt en de invloed van angst<br />

op de pijnbeleving;<br />

• het opstellen van richtlijnen die<br />

beschrijven hoe je een dialysepatiënt<br />

het beste kunt begeleiden in het<br />

omgaan met pijn en angst bij het<br />

aanprikken van de shunt.<br />

De vragen waarop het onderzoek<br />

een antwoord moet<br />

geven:<br />

• wat is de intensiteit van de pijn bij het<br />

aanprikken?<br />

• hoe omschrijft de patiënt de pijn bij<br />

het aanprikken?<br />

• waar zit de pijn? Is de hele arm pijnlijk<br />

of zit de pijn alleen op de plaats van<br />

aanprikken?<br />

• in hoeverre is de patiënt angstig voor<br />

het aanprikken en waar is de patiënt<br />

angstig voor?<br />

• kan de verpleegkundige die aanprikt<br />

de angst en pijn van de patiënt goed<br />

inschatten?<br />

• is er een relatie tussen angst en de<br />

intensiteit van de pijn?<br />

Esther Sluijs en Dineke Nap (re)<br />

Opzet van het onderzoek<br />

Alle patiënten die voor het eerst worden<br />

aangeprikt worden benaderd en gevraagd<br />

of zij mee willen werken aan het<br />

onderzoek. Na instemming ontvangt de<br />

patiënt schriftelijke informatie over het<br />

onderzoek. De patiënten worden gedurende<br />

maximaal twee maanden gevolgd.<br />

Tijdens elke dialyse wordt hen verzocht<br />

een aantal vragen te beantwoorden.<br />

Hiervoor wordt gebruik gemaakt van<br />

een vragenlijst (1). Deze vragenlijst bevat<br />

voornamelijk gesloten vragen en bestaat<br />

uit twee delen.<br />

Het eerste gedeelte van de vragenlijst<br />

zal worden ingevuld door de verpleeg-<br />

L•V•D•T M AGAZI N E<br />

kundige die de shunt heeft aangeprikt.<br />

Hierin wordt er gevraagd naar het soort<br />

naald dat gebruikt is, of er misgeprikt is<br />

en wat volgens de verpleegkundige de<br />

intensiteit van de pijn en angst van de<br />

patiënt is.<br />

Het tweede gedeelte van de vragenlijst<br />

wordt mondeling aan de betreffende<br />

dialysepatiënt voorgelegd tijdens dialyse.<br />

In dit gedeelte worden vragen gesteld<br />

over de intensiteit van de angst en de<br />

pijn bij het aanprikken. Deze voornamelijk<br />

gesloten vragen worden mondeling<br />

afgenomen om de patiënten zo min<br />

mogelijk belasten.<br />

De pijn en angst worden aangegeven op<br />

een numerieke schaal van nul tot tien (2).<br />

Nul staat voor geen pijn c.q. geen angst<br />

en tien voor de maximale pijn c.q. angst.<br />

Door de scores van pijn en angstbeleving<br />

van het eerste gedeelte met het tweede<br />

gedeelte te vergelijken kan onderzocht<br />

worden of de verpleegkundige de angst<br />

en pijn bij de dialysepatiënt goed kan<br />

inschatten.<br />

Als blijkt dat de verpleegkundige de<br />

angst en/of pijn niet goed in kan schatten<br />

zal scholing hierover gewenst zijn.<br />

Na afloop van het onderzoek zal de<br />

dialysepatiënt gevraagd worden een<br />

afsluitende vragenlijst in te vullen.<br />

Hierin wordt gevraagd hoe de patiënt<br />

het prikken de afgelopen maanden heeft<br />

ervaren.<br />

In juni <strong>2005</strong> is het onderzoek gestart,<br />

in december <strong>2005</strong> zal het onderzoek<br />

worden afgerond en aansluitend worden<br />

de resultaten gepubliceerd.<br />

(1) Pijnanamnese: Landelijk Verpleegkundig<br />

Pijnnetwerk van de Werkgroep<br />

Pijnanamnese<br />

(2) Pijn van nul tot tien: handleiding voor<br />

implementatie van pijnregistratie<br />

Integraal Kankercentrum Amsterdam<br />

(IKA), mei 1998 <br />

23e jaargang | oktober <strong>2005</strong> | nummer 3 19


20<br />

L•V•D•T M AGAZI N E<br />

Verbeterde voedingstoestand<br />

door nachtelijke<br />

thuishemodialyse<br />

Tekst: Ellen Sikkes, diëtiste stichting Dianet, locatie Utecht<br />

Dianet locatie Utrecht verzorgt naast centrumdialyse ook thuishemodialyse. Voor ongeveer<br />

tachtig patiënten wordt thuishemodialyse georganiseerd, waarvan meer dan de helft in samen-<br />

werking met andere dialysecentra in Nederland. Van alle dialysepatiënten in Nederland wordt<br />

ongeveer 2% behandeld met thuishemodialyse. Thuishemodialyse is, mits goed georganiseerd<br />

en toegepast bij geselecteerde patiënten, een uitstekende vorm van nierfunctievervanging.<br />

Er zijn aanwijzingen dat<br />

deze behandeling leidt<br />

tot een betere kwaliteit<br />

van leven dan centrumhemodialyse. Zo<br />

ervaren patiënten die thuishemodialyse<br />

doen meer vrijheid dan mensen die behandeld<br />

worden met centrumhemodialyse.<br />

Thuishemodialyse kan uitgevoerd<br />

worden met assistentie door een eigen<br />

partner, of door een verpleegkundig dialyse<br />

assistent (VDA). Thuishemodialyse is<br />

goedkoper dan centrumhemodialyse.<br />

Frequente (dagelijkse)<br />

thuishemodialyse<br />

Goed functionerende nieren zorgen<br />

voor een stabiel evenwicht van vocht,<br />

23e jaargang | oktober <strong>2005</strong> | nummer 3<br />

natrium, kalium en vele andere stoffen<br />

gedurende 24 uur per dag. Driemaal<br />

per week vier uur dialyse is dus een<br />

zeer beperkt surrogaat voor de normale<br />

nierfunctie: deze dialysebehandeling<br />

neemt misschien maar ongeveer 5 tot<br />

<strong>10</strong> procent van de werking van de nieren<br />

over. Hierdoor zal een dialysepatiënt zich<br />

nooit echt fit voelen. Het vocht en de<br />

kleine moleculen zullen goed afgevoerd<br />

worden maar bij grote moleculen zoals<br />

beta-2-microglobulinen en bij moleculen<br />

zoals fosfaat zal dat moeilijker gaan. In<br />

1996 startte in Utrecht bij Dianet het<br />

eerste pilotonderzoek naar ‘dagelijkse<br />

thuishemodialyse’: 6 x per week 2-3 uur.<br />

Er bleken voldoende kandidaten voor<br />

dit pilotonderzoek te zijn. De resultaten<br />

waren veelbelovend. Schommelingen<br />

in de concentraties van afvalstoffen en<br />

in de vochthuishouding werden minder<br />

groot. Dit had gunstige effecten op de<br />

bloeddrukregulatie maar ook verminderden<br />

allerlei dialysegerelateerde klachten,<br />

zoals kramp, katergevoelens en onrust.<br />

Ook was een verbetering te zien in de<br />

kwaliteit van leven en de metabole regulatie<br />

(Kooistra 1998, Vos 20<strong>01</strong>). Dat de<br />

‘gouden standaard’ (3 x per week) toch<br />

niet ideaal was, drong geleidelijk door in<br />

de nefrologische wereld. Op dit moment<br />

is de gemiddelde dialysefrequentie van<br />

thuishemodialysepatiënten rond 4 x per<br />

week. Ook gaan steeds meer afdelingen


ertoe over om patiënten met bijvoorbeeld<br />

hartproblemen ook in het centrum<br />

frequente dialyse aan te bieden (zoals 4<br />

x per week of om de dag).<br />

Frequente en lange (nachtelijke)<br />

thuishemodialyse<br />

Nachtelijke thuishemodialyse betekent<br />

dat 6 x per week tijdens de nachtrust<br />

(bijvoorbeeld 8 uur) gedialyseerd wordt.<br />

Deze behandeling, die frequente dialyse<br />

met lange dialyse combineert, werd<br />

vanaf het einde van de jaren 90 door<br />

Dr. Pierratos in Toronto, Canada gepropageerd.<br />

Sinds 20<strong>01</strong> gebeurt dit ook in<br />

Utrecht. In Utrecht werd een haalbaarheidsonderzoek<br />

gestart met een groep<br />

van 15 patiënten. Het project kreeg de<br />

naam Nocturne. De dialysemachines<br />

thuis worden via ISDN on-line bewaakt<br />

door de dokterscentrale ATA.com in<br />

Amsterdam. De voorwaarde om mee<br />

te doen aan Nocturne is dat de patiënt<br />

stabiele dialyses heeft. Ook moet er een<br />

opgeleide partner in huis zijn die liefst<br />

in dezelfde kamer slaapt. Als er namelijk<br />

een alarm van de dialysemachine afgaat<br />

en de patiënt reageert niet zelf kan de<br />

partner assisteren. Reageren beiden niet<br />

dan zal de dokterscentrale in actie komen.<br />

Dit gebeurt overigens in de praktijk<br />

maar zeer zelden.<br />

Nachtelijke thuishemodialyse is niet aan<br />

leeftijd gebonden. Mensen moeten wel<br />

opgeleid worden voor thuishemodialyse<br />

en de fysieke en geestelijke capaciteiten<br />

hebben om deze behandeling zelfstandig<br />

uit te voeren. Deze nachtelijke<br />

thuisbehandeling wordt niet begeleid<br />

door verpleegkundigen.<br />

Waarom deze belangstelling<br />

voor nachtelijke thuishemodialyse?<br />

Lang en vaak dialyseren geeft een betere<br />

klaring van zowel kleine moleculen als<br />

middenmoleculen. De klaring is zelfs<br />

zo efficiënt dat opgepast moet worden<br />

voor een verlies van in wateroplosbare<br />

vitamines. Bij de nachtelijke dialyse<br />

benader je meer de gewone nierfunctie<br />

dan bij 3 maal per week 4 uur dialyse.<br />

Kleine moleculen maar ook grotere moleculen<br />

zoals beta-2- microglobuline en<br />

fosfaat worden hierdoor beter geklaard.<br />

Driemaal per week dialyseren kan grote<br />

schommelingen in de vochthuishouding<br />

betekenen. Vóór de dialyse zijn mensen<br />

overvuld en daarna is er een groep die<br />

ondervuld is. Dat is slecht voor het hart.<br />

Bij vaak en lang dialyseren is er een beter<br />

evenwicht waardoor de bloeddruk min-<br />

der hoog is en antihypertensiva verminderd<br />

of zelfs gestopt kunnen worden.<br />

Op lange termijn wordt ook een verbetering<br />

van de hartfunctie gezien.<br />

De kwaliteit van leven neemt zeer<br />

belangrijk toe, mensen kunnen weer een<br />

vrijwel normaal leven leiden. Er is een vrij<br />

dieet en een normaal vochtgebruik, het<br />

probleem van hoge serum-fosfaatconcentraties<br />

verdwijnt zonder aanvullende<br />

medicatie, metastatische verkalkingen<br />

verdwijnen, de behandeling van bloedarmoede<br />

verbetert, de slaap verbetert,<br />

de cognitieve functies verbeteren, de<br />

voedingstoestand verbetert en er zijn<br />

minder ziekenhuisopnamen nodig (Uldall<br />

1996, Pierratos 1998, Pierratos 1999).<br />

Nachtelijke thuishemodialyse<br />

en voeding<br />

Voeding was een belangrijk onderdeel<br />

van Nocturne. De deelnemers werd<br />

gevraagd voor de start met de training<br />

gedurende vijf dagen een eetdagboek<br />

bij te houden. Dit werd drie maanden,<br />

zes maanden en twaalf maanden na<br />

start van nachtelijke thuishemodialyse<br />

herhaald (nu gedurende drie dagen).<br />

Een eetdagboek is een voorgedrukt<br />

dagboek waarin ook portiegroottes<br />

aangegeven staan. Er zijn open regels<br />

om extra voeding te noteren. Naast een<br />

schriftelijke toelichting op de invulling<br />

ontvangen de patiënten ook een mondelinge<br />

toelichting. Ook wordt gevraagd<br />

informatie over merken en eventuele<br />

verpakkingen te bewaren. Van belang is<br />

dat naast de hoeveelheden ook de soort<br />

groenten of vlees genoteerd wordt. Als<br />

het om kant-en-klaar producten gaat<br />

L•V•D•T M AGAZI N E<br />

wordt gevraagd het merk te noteren of<br />

eventueel de verpakking mee terug te<br />

sturen. Naast het eetdagboek ontving<br />

iedereen ook een vragenlijst over de<br />

eetlust in het algemeen en specifiek<br />

ten aanzien van vlees en de warme<br />

maaltijd. Er werd verzocht het ingevulde<br />

dagboek en de eetlustvragenlijst zo snel<br />

mogelijk in bijgesloten en gefrankeerde<br />

envelop terug te sturen zodat dit bij<br />

onduidelijkheden nog nagevraagd kon<br />

worden. Tijdens het onderzoek werd<br />

niet aangegeven wat de diëtist van het<br />

eetpatroon vond omdat dit de uitslagen<br />

van de studie zou kunnen beïnvloeden.<br />

Rond het bijhouden van het eetdagboek<br />

werd laboratoriumonderzoek verricht,<br />

inclusief Kt/V en nPCR.<br />

Er is gestart met 15 patiënten in een stabiele<br />

conditie met een partner die thuis<br />

kon assisteren bij de dialyse. Uiteindelijk<br />

zijn de resultaten verwerkt van 11 patiënten,<br />

omdat 3 patiënten zijn gestopt<br />

vanwege transplantatie en 1 patiënt een<br />

onvolledig voedingsdagboek inleverde.<br />

Per maaltijd zijn berekend: de kilocalorieën,<br />

eiwit, kalium en vocht. Natrium<br />

is niet berekend omdat dit te veel<br />

varieert. Je weet niet precies hoeveel is<br />

toegevoegd en hoeveel verloren gaat<br />

tijdens de bereiding. Er is ook gekeken<br />

naar veranderingen in de verschillende<br />

productgroepen zoals aardappelen,<br />

groenten, fruit, melkproducten, vlees en<br />

vis. Resultaten van een maand voor de<br />

start van het onderzoek zijn vergeleken<br />

met die van maand drie, zes en twaalf.<br />

23e jaargang | oktober <strong>2005</strong> | nummer 3 21


Ellen Sikkes<br />

22<br />

L•V•D•T M AGAZI N E<br />

Over de auteur:<br />

Ellen Sikkes is werkzaam als<br />

diëtist bij de stichting Dianet<br />

op de locatie Utrecht. Naast<br />

deze functie is zij ook lid van<br />

de redactie van het Nederlands<br />

Tijdschrift voor Diëtisten.<br />

In het verleden is Ellen<br />

jarenlang lid geweest van het<br />

bestuur van de EDTNA/ERCA.<br />

Tot maart 2004 was ze ook<br />

nog werkzaam als docent<br />

aan de Hogeschool van<br />

Arnhem en Nijmegen.<br />

De resultaten<br />

Het lichaamsgewicht is tijdens het eerste<br />

jaar toegenomen van 70 ± 4.6 naar<br />

75 ± 5.2 kg (p


Donatie: geen bezwaar!!<br />

Maar…<br />

Tekst: Charles André<br />

Huidige situatie<br />

In 1998 is er in Nederland gestart met de<br />

registratie van orgaandonoren. Sinds die<br />

tijd krijgen alle Nederlanders van 18 jaar<br />

en ouder een brief toegestuurd waarin<br />

men kan aangeven of men kiest voor<br />

orgaandonatie: ja of nee! Die brief moest<br />

men dan wel even invullen en opsturen.<br />

Dit zonder enige verplichting behalve<br />

dan een halfzachte morele. Dit leverde<br />

een teleurstellende respons op: medio<br />

<strong>2005</strong> is wat dit onderwerp betreft nog<br />

steeds tweederde van alle aangeschrevenen<br />

(ongeveer 12.000.000) in gebreke<br />

gebleven (zie ook fig.1).<br />

Vandaag de dag<br />

In <strong>2005</strong> roept de overheid weer eens<br />

halleluja omdat er sinds februari opeens<br />

een enorme toename van registraties is,<br />

<br />

<br />

<br />

en wel 360.000 nieuwe registraties tegen<br />

normaal slechts <strong>10</strong>.000 per maand.<br />

In deze periode is er veel aandacht aan<br />

orgaandonatie gegeven op televisie en<br />

in de media. En aandacht levert dus blijkbaar<br />

veel registraties op. Daarbij is het<br />

overigens niet gezegd dat deze 360.000<br />

registraties ook meer donororganen<br />

gaat opleveren. Immers de mensen<br />

hebben 4 keuzes, variërend van: nee, over<br />

mijn lijk tot ik-laat-het-aan-mijn-nabestaanden-over.<br />

De praktijk wijst ook nog<br />

eens uit dat zelfs al zouden de 360.000<br />

ja-zeggers zijn, er uiteindelijk slechts<br />

heel weinig daadwerkelijk gedoneerd<br />

wordt na overlijden. Want ondanks een<br />

positieve registratie gaan de procedures<br />

na overlijden in het ziekenhuis in veel<br />

gevallen niet goed. Hoe vaak wordt<br />

ondanks een positieve registratie toch<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

L•V•D•T M AGAZI N E<br />

Al jarenlang worstelt de Nederlandse samenleving met het onderwerp orgaandonatie. Om de<br />

zoveel jaar wordt er weer een beroep gedaan op de volksvertegenwoordiging om de wet op de<br />

orgaandonatie te veranderen. En daarbij gaat dan de voorkeur onveranderd uit naar een geen-<br />

bezwaarsysteem zoals men dat in België hanteert. Hierbij gaat men ervan uit dat het aantal<br />

donoren zal stijgen door invoering van dit systeem. Maar is dat ook zo?<br />

fig.1, bron: donorregister<br />

nog toestemming gevraagd aan een<br />

familie. Een verdrietige familie die helaas<br />

toch maar geen toestemming verleent.<br />

Heel logisch, zo’n keuze in een emotionele<br />

situatie. Maar wel jammer van de<br />

organen. Zeker als je bedenkt dat in 70%<br />

van de gevallen geweigerd wordt door<br />

de nabestaanden.<br />

Doneren normaal?<br />

Dit getal van 70% steekt schril af tegen<br />

de <strong>10</strong> en 20% weigeringen die worden<br />

genoteerd in resp. België en Spanje. Arts<br />

en ethicus in opleiding drs. Lips schrijft<br />

dit toe aan het feit dat in die landen wel<br />

doneren de morele norm is geworden.<br />

Het is immers normaal om te doneren<br />

na iemands overlijden dus waarom zou<br />

je weigeren. Dit komt mede, aldus Lips<br />

23e jaargang | oktober <strong>2005</strong> | nummer 3 2


24<br />

L•V•D•T M AGAZI N E<br />

omdat de overheden en bevolking van<br />

België en Spanje hebben gekozen voor<br />

het geen-bezwaarsysteem. Het feit dat<br />

de traditie tot norm verheven is, wordt<br />

weerspiegeld door die lage weigerpercentages.<br />

Daarnaast treft men bij navraag<br />

een grote tevredenheid aan bij de<br />

bevolking over het gehanteerde systeem.<br />

Werk aan de winkel<br />

Daar ligt dus een schone taak voor de<br />

Nederlandse overheid, zou je denken.<br />

Maar die overheid pompt liever veel geld<br />

in de promotie van het oude systeem.<br />

Met helaas een matig resultaat als je<br />

de cijfers er nog eens op naslaat. Want<br />

360.000 extra registraties klinkt mooi<br />

maar…… Van de 360.000 extra registraties<br />

waren er 130.000 die aangaven te<br />

willen doneren na hun dood. Aangezien<br />

alleen mensen die in het ziekenhuis<br />

overlijden in aanmerking komen als<br />

orgaandonor heeft men doorgerekend<br />

dat het uiteindelijk resulteert in 6 extra<br />

donoren. Dit is een eenmalige groei van<br />

2,7% t.o.v. het huidige jaarlijkse aantal<br />

van 220 (dode) donoren.<br />

Misschien had het geld van de voorlichtingscampagne<br />

beter besteed kunnen<br />

worden aan een campagne om de keuze<br />

voor donatie na de dood als meer nor-<br />

23e jaargang | oktober <strong>2005</strong> | nummer 3<br />

maal onder de aandacht te brengen, samen<br />

met het invoeren van een geen-bezwaarsysteem<br />

maar die kosten worden<br />

geraamd op 40 miljoen euro en dat is in<br />

deze tijd van bezuinigingen natuurlijk<br />

niet bespreekbaar in Den Haag. Dat een<br />

getransplanteerde nierpatiënt op jaarbasis<br />

aanmerkelijk minder “kost” dan een<br />

patiënt met hemodialyse of peritoneaal<br />

dialyse behandelen, laten ze voor het<br />

gemak maar even buiten beschouwing.<br />

Keuzevrijheid<br />

Naast de kosten voert de overheid aan<br />

dat een geen-bezwaarsysteem de keuzevrijheid<br />

van het individu aantast. Maar je<br />

kunt natuurlijk net zo goed beweren dat<br />

het niet aangeven van een keuze waardoor<br />

men automatisch donor wordt ook<br />

een vorm van keuzevrijheid is. Immers,<br />

men maakt de keuze om niet te kiezen<br />

en kiest er dan voor om akkoord te gaan<br />

met orgaandonatie na de dood.<br />

Meer weigeraars<br />

Overigens is al wel duidelijk dat een<br />

geen-bezwaarsysteem niet per se meer<br />

donoren gaat opleveren. In eerste instantie<br />

zal het aantal geregistreerde weigeraars<br />

zelfs fors toenemen. Onderzoek van<br />

het bureau Nivel heeft dit uitgewezen.<br />

Men onderzocht de gevolgen van het<br />

invoeren van een geen-bezwaar-systeem<br />

in Nederland.<br />

De reeds eerder aangehaalde ethicus<br />

i.o. Lips verklaart dit eenvoudig met:<br />

“natuurlijk kun je niet verwachten dat<br />

bij het invoeren van een geen-bezwaarsysteem<br />

het aantal potentiële donoren<br />

op korte termijn spectaculair zal stijgen.<br />

Het accepteren van een nieuwe norm<br />

kost tijd en gaat echt niet van vandaag<br />

op morgen. Maar zodra donatie als norm<br />

wordt geaccepteerd zal het aantal weigeraars<br />

ook weer dalen.”<br />

Nieuwe initiatieven<br />

Natuurlijk zijn er nieuwe initiatieven en<br />

zeker op het gebied van scholing ontwikkelt<br />

men vele cursussen. Zeker als het<br />

de donorvraag stellen betreft. Dit blijft<br />

ondanks de aangestelde orgaandonatiefunctionarissen<br />

en uitgewerkte procedures<br />

nog steeds een groot aandachtspunt.<br />

Andere nieuwe initiatieven zijn er ook.<br />

Wat te denken van het idee om de<br />

volgende vraag: “bent u al orgaandonor?”,<br />

op pakjes levensmiddelen. Zit je<br />

lekker aan het ontbijt, staat er op je pak<br />

hagelslag zo’n vraag. De lust tot eten<br />

vergaat je.<br />

In dat verlengde kun je trouwens direct


fig 2. bron: Site Eurotransplant.nl<br />

*cijfers van 2004 en <strong>2005</strong> tot peildatum 1 augustus.<br />

de kanttekening plaatsen of de anti-rokencampagne<br />

wel zo succesvol is/was.<br />

De tekst: “roken is dodelijk” op een pakje<br />

sigaretten is ook niet bijster succesvol<br />

geweest. De aanwas van rokers is na<br />

jarenlange teruggang helaas weer toegenomen.<br />

Zeker allemaal analfabeten,<br />

die nieuwe rokers.<br />

Daarnaast zijn er ook 15 Nederlandse<br />

gemeenten die bij het uitreiken van het<br />

nieuwe rijbewijs de donorvraag stellen.<br />

Gezien het feit dat we te maken hebben<br />

met een wachtlijst van 4,5 jaar voor een<br />

donornier zullen we maar zeggen dat<br />

alle kleine beetjes helpen.<br />

Eigenlijk is het nu alleen nog wachten op<br />

het eerste kamerlid dat met het voorstel<br />

komt om de doodstraf weer in te voeren,<br />

<br />

<br />

<br />

gevolgd door verplichte donatie door<br />

de veroordeelde. Ook wel bekend als de<br />

Chinese transplantatieoplossing. Ik verwacht<br />

dit voorstel binnen nu en een paar<br />

jaar uit (ultra)-rechtse hoek: LPF, PRDV of<br />

lijst Wilders. Deze laatste heeft al wildere<br />

plannen gelanceerd, dus wie weet??<br />

Oud nieuws<br />

Als je alles zo leest en de revue laat<br />

passeren zou je bijna denken dat we<br />

een geheel nieuwe denkwijze en allerlei<br />

nieuwe zaken hebben ontdekt de laatste<br />

jaren. Was het maar waar. Bladerend<br />

in oude INFO’s kwam ik verscheidene<br />

artikelen tegen uit de kranten van zo’n<br />

<strong>10</strong> jaar geleden. En zie, er is niets nieuws<br />

onder de transplantatiezon. Reeds in<br />

het Algemeen Dagblad van 28 juni<br />

1995 werd gemeld dat de eenheid over<br />

orgaandonatie uitbleef. In dit krantenartikel<br />

wordt nog eens aangehaald door de<br />

VVD-er Kamp dat de regering het zelfbeschikkingsrecht<br />

aandraagt als iets dat<br />

bij de nabestaanden ligt. Wij, VVD, zijn<br />

het hiermee niet eens. Iedereen heeft<br />

het recht te zwijgen. Terwijl het CDA bij<br />

monde van kamerlid Lansink eigenlijk<br />

een geen-bezwaarsysteem voorstaat,<br />

past men zich aan aan de meerderheid<br />

en gaat men uiteindelijk akkoord met de<br />

registratie zoals we die nu kennen middels<br />

het donorregister.<br />

Twee dagen later (30 juni) staat in<br />

hetzelfde AD de volgende kop: “meer<br />

donororganen verwacht na ingaan van<br />

nieuwe wet”. Nou, iedereen kan met een<br />

simpele raadpleging van de website van<br />

de Nederlandse Transplantatie Stichting<br />

(www.transplantatiestichting.nl) of<br />

www.eurotransplant.nl zien dat <strong>10</strong> jaar<br />

<br />

<br />

<br />

L•V•D•T M AGAZI N E<br />

na deze krantenkop er nauwelijks meer<br />

donororganen beschikbaar zijn gekomen<br />

en dat het destijds ingezette beleid geen<br />

vruchten (laat staan organen) afwerpt.<br />

Desondanks loopt het aantal patiënten<br />

op de wachtlijst fors terug. Was er eind<br />

1994 nog sprake van 1644 wachtenden,<br />

anno <strong>2005</strong> staan er ‘slechts’ <strong>10</strong>65 wachtenden<br />

op de lijst. Dit is t.o.v. 2004 (<strong>10</strong>98)<br />

een verdere teruggang van 3%.<br />

De laatste cijfers<br />

In figuur 2 zien we laatste cijfers van de<br />

site van Eurotransplant. We zien wel een<br />

afname van de wachtlijst voor niertransplantaties.<br />

Bovendien een zeer geringe<br />

groei van het aantal donornieren na de<br />

start van het donorregister.<br />

Wellicht ten overvloede maar ook bij<br />

dit overzicht hebben we het alleen over<br />

postmortale donornieren en geen familie-<br />

of cross-over-transplantaties.<br />

Slot<br />

Het is moeilijk om niet al te cynisch te<br />

worden als je alle cijfers ziet en daarnaast<br />

alle artikelen en stellingen leest<br />

in de landelijke pers en patiënten- en<br />

vakbladen. Zeker ook nog eens als je in<br />

je achterhoofd houdt dat er per jaar <strong>10</strong>0<br />

nierpatiënten die op de transplantatiewachtlijst<br />

staan overlijden.<br />

Het is te hopen dat de ontwikkelingen<br />

met xenotransplantatie of stamcellenkweek<br />

een voorspoediger progressie<br />

laten zien dan de omgang van de Nederlandse<br />

samenleving met orgaandonatie.<br />

Tot slot nog een laatste vraag aan u<br />

lezer: “bent u al geregistreerd bij het<br />

donorregister”?<br />

Nou?? Dat dacht ik al!!!!” <br />

23e jaargang | oktober <strong>2005</strong> | nummer 3 25


26<br />

L•V•D•T M AGAZI N E<br />

Dit schreven ze toen<br />

Indiase ar tsen handelen<br />

in nieren<br />

(NRC Handelsblad, 4 februari 1994)<br />

De regering van de Zuid-Indiase deelstaat Karnataka heeft gisteren besloten een groep<br />

politiemannen naar Saoedi-Arabië te sturen om een miljoenen dollar opbrengende handel<br />

in nieren voor transplantatie te onderzoeken. “Wij zijn niet van plan de zaak in de doofpot<br />

te stoppen. Wij zullen alleen de waarheid vinden.”, aldus de minister van binnenlandse<br />

zaken van Karnataka, P.G. Sindhia. De politiecommandant van de deelstaat, T. Srinivasulu,<br />

heeft gezegd dat in Bangalore mogelijk bij <strong>10</strong>00 Indiërs, velen arm en ongeletterd, een<br />

nier is weggenomen. De nieren worden vervolgens voornamelijk bij buitenlanders, velen<br />

uit het Midden-Oosten, ingeplant.<br />

De politie van Bangalore heeft twee<br />

artsen in staat van beschuldiging gesteld<br />

wegens fraude en criminele samenspanning<br />

en zoekt een derde. Een van de beschuldigden is het<br />

hoofd van de afdeling nierziekten in een staatziekenhuis.<br />

Ook twee agenten zijn aangehouden die ervan worden<br />

verdacht arbeiders naar Bangalore te hebben gelokt met<br />

de belofte van een baan. Volgens minister Sindhia is de<br />

politie tot de conclusie gekomen dat de bende sinds eind<br />

1990 actief was. Een politiecommandant in de staat Tamil<br />

Nadu heeft volgens het persbureau PTI 21 mensen in drie<br />

dorpen gevonden wier nier in Bangalore is weggehaald. Zij<br />

waren daarheen gelokt met de belofte van <strong>10</strong>0.000 rupees<br />

(ongeveer $ 6.000,--). Na de operatie kregen ze cheques<br />

voor 25.000 rupees en wat kleren. Enkele andere donoren<br />

zeiden niet te hebben beseft dat hun nier was verwijderd.<br />

Volgens politiecommandant Srinivasulu gebeuren dergelijke<br />

praktijken vermoedelijk in alle grote steden van het<br />

land. “Wat wij hebben blootgelegd is niet meer dan het<br />

topje van de ijsberg.”<br />

Een vorig jaar in het Indiase parlement aanvaarde wet<br />

bepaalt dat alleen een direct familielid een orgaan kan geven<br />

aan een patiënt. Alle transplantaties moeten worden<br />

goedgekeurd door een officieel orgaan (sic). Artsen die aan<br />

23e jaargang | oktober <strong>2005</strong> | nummer 3<br />

illegale transplantaties meewerken, kunnen maximaal<br />

<strong>10</strong>.000 rupees boete en vijf jaar gevangenisstraf krijgen,<br />

Nawoord redactie:<br />

In augustus zond de AVRO een documentaire uit waarin<br />

een Deense nierpatiënt, die behandeld werd met hemodialyse,<br />

werd gevolgd. Hij ging naar Pakistan om daar een nier<br />

te ‘kopen’ voor $ 18.000,--. De donor was een man die diep<br />

in de schulden zat en het geld erg goed kon gebruiken.<br />

Hij kreeg voor zijn nier $ 1.500,--. De nazorg voor de donor<br />

bleef beperkt tot enkele dagen ziekenhuisopname en<br />

daarna volgde ontslag zonder verdere controle.<br />

De Deense patiënt heeft geluk gehad; hij ging met een<br />

goed functionerende nier naar huis. Dat het ook anders<br />

kan gaan hebben we in een eerder <strong>Magazine</strong> kunnen lezen.<br />

Voor alle duidelijkheid: de documentaire was opgenomen<br />

in <strong>2005</strong>!!


L•V•D•T M AGAZI N E<br />

Op 2 november <strong>2005</strong> wordt een symposium georganiseerd door de dialyseafdeling van de<br />

Oosterscheldeziekenhuizen te Goes. Het wordt een interactief programma tussen deelnemers<br />

en sprekers, waar de dagvoorzitter u zal leiden naar toekomstige ontwikkelingen, waarin wij als<br />

zorgverlener/zorgaanbieder een bruisend middelpunt zijn.<br />

“Zorgen voor morgen”<br />

Lees de bijsluiter zorgvuldig!<br />

B I J S L U I T E R<br />

Bent u ook nieuwsgierig naar de toekomst van de zorg ?<br />

‘Zorgen voor morgen’<br />

Bent u ook nieuwsgierig naar de toekomst van de zorg?<br />

1. Waarom dit symposium<br />

De bedoeling is om met een aantal sprekers verder te kijken dan de dag van vandaag en onze kop<br />

‘Zorgen voor morgen’ te veranderen in echt gaan zorgen voor morgen.<br />

In een interactief programma tussen deelnemers en sprekers leidt de dagvoorzitter u naar<br />

toekomstige ontwikkelingen waarin wij als zorgverlener/zorgaanbieder een bruisend middelpunt zijn.<br />

Zorgverlenen dient, in procesgerichte vorm, muren en drempels te slechten om de dialysezorg voor<br />

een ieder toegankelijk en bereikbaar te laten zijn.<br />

3. Conceptprogramma sprekers<br />

Drs. H.J. Simons (voorzitter Raad van Bestuur<br />

Stichting Oosterscheldeziekenhuizen)<br />

• dagvoorzitterschap<br />

Prof. dr. P.E. de Jong (projectleider PREVEND<br />

studie)<br />

• Prevend studie<br />

• doel van de studie<br />

• hoe is het onderzoek gedaan<br />

• uitkomsten/ resultaten<br />

• onderzoeksverpleegkundige<br />

• toekomst<br />

Mw. mr. drs. J. Bakker-Klein (directeur<br />

Nierstichting Nederland)<br />

• reactie op de resultaten van het onderzoek<br />

vanuit de Nierstichting<br />

• programma preventie opstarten<br />

• screening programma voor hoog risico groepen<br />

• eiwit screening in de urine bij professionals<br />

onder de aandacht brengen<br />

• toekomst<br />

Dhr. C.F.H. Versluijs (werkplekmanager Stichting<br />

Oosterscheldeziekenhuizen)<br />

• weergave van de huidige situatie stand van<br />

zaken dialyse-land<br />

• personeelstekorten/opleiden<br />

• expertclass/nurse practioner/reseach verpleegkundige<br />

• toekomst<br />

Dhr. F. van den Heuvel (alg. directeur Azivo –<br />

voorzitter Ver. Regionale Zorgverzekeraars)<br />

• kosten-baten analyse: huidige situatie<br />

• bevorderende en belemmerde factoren vanuit<br />

fi nancieel perspectief<br />

• standpunt zorgverzekeraar<br />

• toekomst<br />

2 november <strong>2005</strong> • <strong>10</strong>.30-16.00 uur<br />

Hotel Goes • A. Fokkerstraat <strong>10</strong>0, 4462 ET Goes<br />

Dhr. F. van Gelder (president elect ITNS en<br />

transplantatiecoördinator te Leuven)<br />

• vergelijking verschillende landen voor wat betreft<br />

de orgaanproblematiek en de impact op het<br />

aantal transplantaties die uitgevoerd worden<br />

• lage donatiecijfers en wat kunnen we er aan doen?<br />

• toekomstperspectieven en wat kunnen we leren<br />

van elkaar<br />

• ideale model beschrijving?<br />

Bart Foundation<br />

• doel/belang van de foundation<br />

• standpunten duidelijk maken, waarom is het<br />

bestaan zo belangrijk<br />

• orgaandonatiestandpunten<br />

• toekomst<br />

Prof. dr. P.A.M. Vierhout<br />

• marktontwikkeling en zorg in Zeeland<br />

• toekomst<br />

Mede mogelijk gemaakt door de volgende bedrijven:<br />

fa. Roche Nederland BV • st. Vakantiedialysecentrum ‘De Banjaard’ • fa. Baxter BV<br />

Nierpatiëntenvereniging ‘Oosterschelde’ • fa. Gambro/Hospal BV<br />

fa. Amgen BV • Fresenius Medical Care • Genzyme Europe BV • Acess Benelux BV • Christ Holland BV<br />

Ir. J.I.M. de Goeij (directeur generaal van<br />

Volksgezondheid, Welzijn en Sport)<br />

• preventief onderzoek, hoe verder?<br />

• huidige stand van zaken ten aanzien van toename<br />

aantal patiënten, plaatsgebrek, kosten,<br />

vergrijzing<br />

• hoe verder ten aanzien van de orgaandonatiewet,<br />

toch een andere weg inslaan?<br />

• toekomst<br />

6. Hoe kan ik me aanmelden<br />

rode tablet<br />

(over 1 jaar)<br />

tegen te hoge<br />

kosten in de zorg<br />

groene tablet<br />

(over 2,5 jaar)<br />

voor een politiek<br />

gezonde<br />

gezondheidszorg<br />

blauwe tablet<br />

(over 1,5 jaar)<br />

tegen een<br />

nierziekten-epidemie<br />

gele tablet<br />

(over 3,5 jaar)<br />

in het belang van de<br />

orgaandonatie<br />

2. Wat zijn de thema’s van<br />

het symposium en wanneer in te nemen<br />

4. Voor wie is dit symposium bedoeld<br />

Dit symposium is bedoeld voor een uitgebreid netwerk<br />

binnen de dialysewereld, mensen met wie wij<br />

in ons dagelijks werk nauwe samenwerkingsverbanden<br />

onderhouden. Zoals;<br />

• dialysecentra Nederland • medici • bedrijfsleven<br />

• farmacie • paramedische zorg • huisartsen<br />

• zorgverzekeraars<br />

5. Wat is mijn voordeel bij gebruik<br />

• Meer kennis en minder zorgen<br />

• Contact met mede professionals<br />

• Accreditatie aangevraagd<br />

• Zeeuwse lucht en bolussen<br />

In geval er bij u een bijwerking optreedt of een<br />

vraag ontstaat die niet in deze bijsluiter is<br />

vermeld, informeer dan bij de dialyseafdeling<br />

Oosterscheldeziekenhuizen, organisatie<br />

symposium, tel. <strong>01</strong>13-234274/234269<br />

Meldt u zich uiterlijk voor 20 oktober <strong>2005</strong> aan via de antwoordkaart of via e-mail: secdialyse@soz.nl<br />

Inschrijfgeld voor dit symposium bedraagt € 55,- p.p. waarvan een deel bestemd is voor een goed<br />

doel. Dit bedrag kan overgemaakt worden op rek.nr. 66.81.02.934, ING bank t.n.v. Stichting<br />

vakantiedialysecentrum ‘De Banjaard’, o.v.v. Symposium.<br />

Aanmelding verloopt in volgorde van binnenkomst. Offi ciële uitnodiging volgt na opgave en betaling.<br />

Dit jaar viert onze dialyseafdeling<br />

haar 25-jarig<br />

bestaan. Daarnaast<br />

viert ons vakantiedialysecentrum “De<br />

Banjaard” te Kamperland, haar 5-jarig<br />

jubileum.<br />

Dit is voor ons reden om dit symposium<br />

te organiseren, met als doel de laatste<br />

ontwikkelingen op het gebied van preventie,<br />

toekomst en orgaandonatie toe<br />

te lichten !<br />

De bedoeling is met een aantal experts<br />

verder te kijken dan de dag van morgen<br />

en vanzelfsprekend ook verder dan de<br />

regio Zeeland.<br />

Nieuwsgierig geworden ? Meldt u<br />

zich dan aan, uiterlijk voor 20 oktober<br />

<strong>2005</strong>, via e-mail: secdialyse@soz.nl<br />

Het inschrijfgeld voor dit symposium<br />

bedraagt € 55,- p.p. waarvan een deel<br />

bestemd is voor een goed doel. Dit<br />

bedrag kan overgemaakt worden op<br />

rek.nr. 66.81.02.934, ING bank t.n.v.<br />

Stichting Vakantiedialysecentrum<br />

“De Banjaard”, o.v.v. Symposium.<br />

Aanmelding verloopt in volgorde<br />

van binnenkomst. Een officiële<br />

uitnodiging volgt na opgave en<br />

betaling.<br />

Accreditatie voor dialyseverpleegkundigen<br />

is aangevraagd.<br />

Heeft u vragen na het lezen van<br />

dit artikel, dan kunt u telefonisch<br />

contact opnemen met de organisatie<br />

van dit symposium.<br />

Telefoonnummer<br />

<strong>01</strong>13-234274/234269<br />

Esther Gosselaar<br />

Heleen Koole<br />

Ans Lindenbergh<br />

Byanka van der Veen<br />

Charles Versluijs <br />

Symposium<br />

23e jaargang | oktober <strong>2005</strong> | nummer 3 27


Cardioprotective Haemodialysis –<br />

een visie is realiteit geworden<br />

Maak kennis met het nieuwe 5008 therapiesysteem en ervaar het verschil:<br />

Zeer gebruiksvriendelijk voor iedereen<br />

De beste therapiemogelijkheden<br />

Optimaal gebruik van materialen<br />

Fresenius Medical Care Nederland BV · Vimmerik 22 · 5253 CB Nieuwkuijk · Telefoon: +31 (0) 73 621 330 · Fax: +31 (0) 73 622 1632<br />

www.fmc-ag.com


L•V•D•T M AGAZI N E<br />

Hoe ver taal je accesszorg<br />

in een verpleegkundige<br />

richtlijn?<br />

Tekst: Margreet ter Meer, SLAZ, Amsterdam<br />

Wat is de beste aanpriktechniek? Welke bewakingsmethode is het meest effectief, is onsteriel<br />

aanprikken goedkoper en blijft de infectieratio gelijk? Welke verbandmiddelen zijn het best na<br />

een shuntoperatie? Dit zijn vragen waarmee een dialyseverpleegkundige dagelijks te maken kan<br />

krijgen. Een werkgroep die zich met de antwoorden bezighoudt is de Verpleegkundige Werk-<br />

groep Access (VWA) Richtlijnen en kwaliteitsstandaarden.<br />

Deze werkgroep bestaat<br />

uit ervaren dialyseverpleegkundigen<br />

die literatuuronderzoek doen en op<br />

basis daarvan richtlijnen formuleren.<br />

Belangrijk werk maar ook interessant en<br />

boeiend. Na het artikel over het VWA-<br />

Functieprofiel in het vorige nummer nu<br />

dus meer informatie over de VWA-Richtlijnen<br />

en kwaliteitsstandaarden. Wat is<br />

het doel, hoe is de werkwijze en wie zijn<br />

de leden?<br />

Het allereerste begin van de<br />

werkgroep<br />

In 1998 begon een aantal enthousiaste<br />

dialyseverpleegkundigen met het<br />

ontwikkelen van de VWA- richtlijnen. De<br />

richtlijnen waren in oktober 2003 gereed<br />

en werden toen aan alle dialysecentra<br />

aangeboden. Zoals in die tijd gebruikelijk,<br />

waren de richtlijnen gebaseerd op afdelingsprotocollen,<br />

literatuur en consensus.<br />

In de loop der tijd is de manier waarop<br />

richtlijnen worden gemaakt echter veranderd.<br />

Was de onderbouwing vroeger<br />

gebaseerd op consensus en praktijkervaring,<br />

nu wordt er wetenschappelijk<br />

bewijs verlangd. Dit hangt nauw samen<br />

met een nieuwe manier van werken die<br />

in de jaren negentig van de twintigste<br />

eeuw wordt geïntroduceerd en die is<br />

gebaseerd op een combinatie van feiten,<br />

deskundigheid en argumentatie. Deze<br />

werkwijze wordt ook wel evidence-based<br />

(EB) genoemd. In het verlengde hiervan<br />

ontwikkelt zich een nieuwe methode om<br />

richtlijnen te ontwikkelen, de evidencebased<br />

richtlijnontwikkeling, kortweg<br />

EBRO.<br />

Wat is een evidence-based<br />

richtlijn (EBR)?<br />

Een richtlijn geeft antwoorden op vragen<br />

uit de klinische/verpleegkundige praktijk,<br />

ze vormt een brug tussen theorie en<br />

praktijk. Bij een evidence-based richtlijn<br />

is er niet alleen systematisch gezocht<br />

naar relevante literatuur en naar wetenschappelijk<br />

bewijs, er wordt ook gezocht<br />

in bestaande (nationale en internationale)<br />

richtlijnen van goede kwaliteit. Daarbij<br />

wordt de literatuur beoordeeld naar<br />

de beste bewijskracht. Bij een EBR moet<br />

er een relatie zijn tussen de aanbeveling<br />

en het onderliggend bewijsmateriaal.<br />

Daarnaast zijn de richtlijnen gebaseerd<br />

op consensus binnen de werkgroep, een<br />

extra uitdaging voor de leden.<br />

Hoe zijn we met EBRO<br />

begonnen?<br />

We zijn begonnen met het beoordelen<br />

van nationale en internationale richtlijnen<br />

met behulp van het AGREE-instrument<br />

(zie kader 1). Op deze manier<br />

hebben we de VWA-richtlijnen, de DOQI,<br />

WIP en de Good Nephrological Practice<br />

getoetst. De volgende stap in het proces<br />

is het formuleren van de klinische vragen<br />

en deze vragen vertalen in PICO’s (zie<br />

kader 2). Omdat een richtlijn antwoorden<br />

moet geven op verpleegkundige zaken<br />

waar (nog) geen duidelijkheid over bestaat,<br />

hebben we bij het formuleren van<br />

de PICO’s bewust rekening gehouden<br />

met het verpleegkundig karakter ervan.<br />

Uiteindelijk hebben we besloten 61 vragen<br />

te maken. Deze zijn onderverdeeld in<br />

de volgende categorieën:<br />

• pre-operatieve zorg;<br />

• post-operatieve zorg;<br />

• aanprikken;<br />

• afdrukken;<br />

• hygiëne;<br />

• observatie;<br />

• bewaking;<br />

• complicaties/interventies;<br />

• verslaglegging.<br />

De daaropvolgende stap is het zoeken<br />

naar literatuur. Deze zoeken we digitaal<br />

in verschillende databestanden, zoals:<br />

• cochrane library;<br />

• medline/pubmed;<br />

• embase;<br />

• CINAL.<br />

23e jaargang | oktober <strong>2005</strong> | nummer 3 29


0<br />

L•V•D•T M AGAZI N E<br />

Om overzicht te houden en de werkwijze<br />

transparant te maken bewaren we de<br />

zoekacties (search). Op deze manier<br />

kunnen we altijd terugvinden hoe we<br />

aan bepaalde literatuur zijn gekomen en<br />

kunnen we aantonen dat we heel breed<br />

hebben gezocht. We hebben ervoor<br />

gekozen per onderwerp te zoeken. Op dit<br />

moment zijn we bezig de literatuur voor<br />

de pre-operatieve zorg te zoeken en te<br />

beoordelen.<br />

Hoe vind je het beste<br />

bewijs?<br />

We selecteren de literatuur aan de hand<br />

van het abstract. Duidt dat erop dat het<br />

een goed artikel is, dan vragen we het<br />

op. We beoordelen dit artikel vervolgens<br />

met behulp van een schema, dat is ontwikkeld<br />

door de werkgroep PD-richtlijnen.<br />

Daarna ordenen we het beschikbare<br />

bewijs naar validiteit van het toegepaste<br />

23e jaargang | oktober <strong>2005</strong> | nummer 3<br />

onderzoekstype volgens een systeem dat<br />

wereldwijd bij EBRO wordt toegepast.<br />

Dat systeem kent een hiërarchie van<br />

evidence van vijf niveaus. Zie kader 3.<br />

En tot slot<br />

De volgende stap is het bespreken van de<br />

resultaten van het literatuuronderzoek<br />

en het opstellen van de conceptrichtlijnen,<br />

inclusief aanbevelingen. Deze<br />

concepten sturen we t.z.t. voor commentaar<br />

naar mensen buiten de werkgroep.<br />

In ons geval zullen dit enkele <strong>LVDT</strong>-leden<br />

zijn. Ook zijn we van plan een schriftelijke<br />

commentaarronde te houden voor<br />

niet-verpleegkundigen. Hierbij denken<br />

we aan de kwaliteitscommissie van de<br />

NFN, Werkgroep Vaattoegang, patiëntenorganisatie<br />

NVN en beroepsorganisaties<br />

zoals het AVVV.<br />

Na deze commentaarronde zullen we de<br />

richtlijn waar nodig aanpassen en zal de<br />

autorisatiefase starten, waarna de richtlijn<br />

definitief kan worden vastgesteld.<br />

Publicatie, verspreiding, implementatie<br />

en evaluatie zijn de volgende stappen.<br />

Zover zijn we echter nog niet.<br />

Kennis en vaardigheden<br />

vergroten<br />

Het ontwikkelen van EBR is erg intensief<br />

maar ook erg bevredigend. Je steekt er<br />

namelijk heel veel van op. Je bent voortdurend<br />

bezig je vak verder te professionaliseren,<br />

je leert voortdurend nieuwe<br />

dingen en vergroot zo je eigen kennis<br />

en vaardigheden. Omdat EBRO voor ons<br />

allemaal nieuw is, maken we gebruik van<br />

elkaars kennis. Zo geeft per vergadering<br />

iemand een kleine workshop over een<br />

specifiek onderwerp, waar hij of zij veel<br />

van weet, zoals “wat is evidence based?”,<br />

“hoe zoek je literatuur op?” en “hoe<br />

beoordeel je dit systematisch?”. Op deze


Op de bovenste rij van links<br />

naar rechts: Gertie Verhoeven,<br />

Margriet Schoenmakers,<br />

Ad Hordijk.<br />

Onderste rij van links naar<br />

rechts: Yvonne van Hoek en<br />

Margreet ter Meer.<br />

Eric Broeyer, ontbreekt op de<br />

foto.<br />

manier vullen we elkaars kennis aan.<br />

Daarom is het erg belangrijk dat leden<br />

alle bijeenkomsten bijwonen. Wanneer<br />

iedereen op de hoogte blijft en zijn/haar<br />

kennis vergroot en deelt, is dat de beste<br />

garantie voor een goed eindproduct.<br />

Omdat we zorgvuldig willen omgaan<br />

met de energie van de groepsleden<br />

(sommige leden volgen nog een studie)<br />

beperken we het aantal bijeenkomsten<br />

per jaar tot vijf à zes. De data stellen we<br />

een jaar vooruit vast, zodat iedereen die<br />

in zijn (volle) agenda kan inplannen. De<br />

bijeenkomsten duren ongeveer drie uur,<br />

het voor- en nawerk wordt vooral thuis<br />

in de avonduren gedaan.<br />

Wie zitten nu in de werkgroep?<br />

Op dit moment zitten in de werkgroep<br />

(zie foto):<br />

Eric Broeyer, werkzaam in Medisch Cen-<br />

trum Haaglanden, Locatie Westeinde.<br />

Yvonne van Hoek, werkzaam in het<br />

VUMC te Amsterdam.<br />

Ad Hordijk, werkzaam in het Antonius<br />

Ziekenhuis te Nieuwegein.<br />

Margreet ter Meer (coördinator), werkzaam<br />

in het SLAZ te Amsterdam; zij<br />

bewaakt de voortgang van het richtlijnontwikkelingsproces,<br />

zit de vergadering<br />

voor, plant de agenda en vergaderingen,<br />

is woordvoerster in contacten met<br />

anderen.<br />

Margriet Schoenmakers (secretaris),<br />

werkzaam in het MCRZ, locatie Zuider,<br />

Rotterdam verzorgt het secretariaat van<br />

de werkgroep, is het aanspreekpunt van<br />

de werkgroep voor vragen van secretariele<br />

aard en onderhoudt het logboek. In<br />

dit logboek verantwoorden we de uren<br />

en registreren we de werkwijze.<br />

Gertie Verhoeven (literatuurrefendaris),<br />

werkzaam in de Isala Klinieken te Zwolle,<br />

geeft vanuit de kwaliteitscommissie<br />

<strong>LVDT</strong> ondersteuning, bewaakt de kwaliteitseisen<br />

en de voortgang van EBRO,<br />

ondersteunt bij het literatuuronderzoek<br />

en systematische literatuurbeoordeling.<br />

Schrijft samen met de voorzitter een<br />

inleiding voor de conceptrichtlijn waarin<br />

o.a. de werkwijze van de werkgroep<br />

wordt verantwoord. Verder archiveert zij<br />

alle gevonden literatuur en zoekacties.<br />

Wilt u meedoen?<br />

Bent u door dit artikel geïnteresseerd geraakt<br />

in deelname aan de werkgroep, we<br />

hebben nog leden nodig. Kijk op www.<br />

lvdt.nl/werkgroepen/vwa richtlijnen en<br />

kwaliteitsstandaarden bij de vacature<br />

voor een profiel. U kunt ook bellen met<br />

een van de groepsleden als u meer wilt<br />

weten.<br />

Gebruikte literatuur<br />

Everdingen, J.J.E. van, e.a., Evidence-<br />

basedrichtlijnontwikkeling. Een leidraad<br />

voor de praktijk. Bohn, Stafleu van<br />

Loghum, Houten 2004<br />

Nicky Cullum, Nicky, ‘Evidence-based<br />

nursing; uitdagingen en mogelijkheden’,<br />

Anna Reynvaan lezing 2000<br />

Zelm, R. van, ‘Van consensus naar evidence<br />

based’, in: Nederlands tijdschrift<br />

voor Evidence Based Practice. Jaargang 2<br />

nr 4 december 2004 pagina 16-17<br />

Gebruikte sites<br />

www.cbo.nl<br />

www.avvv.nl<br />

www.wokresearch.nl <br />

Kader 1<br />

Kader 2<br />

Kader 3<br />

L•V•D•T M AGAZI N E<br />

AGREE: Het Appraisal of Guidelines<br />

for Research and Evaluation instrument<br />

1<br />

AGREE kan als instrument worden<br />

gebruikt voor de evaluatie van<br />

bestaande richtlijnen maar ook als<br />

checklist bij het ontwikkelen van<br />

eigen richtlijnen. Het bestaat uit 23<br />

items, verdeeld over zes domeinen;<br />

1. onderwerp/doel;<br />

2. betrokkenheid van belanghebbende;<br />

3. methodologie;<br />

4. helderheid en presentatie;<br />

5. toepassing;<br />

6. onafhankelijkheid van de opstellers.<br />

PICO<br />

PICO is de afkorting van de elementen<br />

die een vraag bevat:<br />

2<br />

P = Patiënt (wie?) of Probleem: beschrijving<br />

van patiënten en/of<br />

het probleem;<br />

I = Interventie (wat?): beschrijving<br />

van de toegepaste en/of onderzochte<br />

interventie;<br />

C = Co-interventie: eventuele andere<br />

interventie die vergeleken<br />

wordt met de interventie;<br />

O = Outcome of resultaat (waarom?):<br />

beschrijving van wat de<br />

verpleegkundige hoopt te bereiken<br />

of welk effect de interventie<br />

op de patiënt zou moeten hebben.<br />

Hiërarchie van evidence<br />

De hiërarchie van evidence kent vijf<br />

3<br />

niveaus:<br />

1. systematische review of metaanalyse<br />

van (kwalitatief goede)<br />

RCT’s (randomised controlled<br />

trials);<br />

2. gerandomiseerde gecontroleerde<br />

trials (RCT’s);<br />

3. gecontroleerde klinische trials<br />

(clinical controlled trial of CCT’s);<br />

4. niet-experimentele (kwalitatieve,<br />

beschrijvende) studies;<br />

5. meningen van deskundigen of<br />

‘algemeen aanvaard’ handelen.<br />

23e jaargang | oktober <strong>2005</strong> | nummer 3 1


Op de bovenste rij van links<br />

naar rechts: Gertie Verhoeven,<br />

Margriet Schoenmakers,<br />

Ad Hordijk.<br />

Onderste rij van links naar<br />

rechts: Yvonne van Hoek en<br />

Margreet ter Meer.<br />

Eric Broeyer, ontbreekt op de<br />

foto.<br />

manier vullen we elkaars kennis aan.<br />

Daarom is het erg belangrijk dat leden<br />

alle bijeenkomsten bijwonen. Wanneer<br />

iedereen op de hoogte blijft en zijn/haar<br />

kennis vergroot en deelt, is dat de beste<br />

garantie voor een goed eindproduct.<br />

Omdat we zorgvuldig willen omgaan<br />

met de energie van de groepsleden<br />

(sommige leden volgen nog een studie)<br />

beperken we het aantal bijeenkomsten<br />

per jaar tot vijf à zes. De data stellen we<br />

een jaar vooruit vast, zodat iedereen die<br />

in zijn (volle) agenda kan inplannen. De<br />

bijeenkomsten duren ongeveer drie uur,<br />

het voor- en nawerk wordt vooral thuis<br />

in de avonduren gedaan.<br />

Wie zitten nu in de werkgroep?<br />

Op dit moment zitten in de werkgroep<br />

(zie foto):<br />

Eric Broeyer, werkzaam in Medisch Cen-<br />

trum Haaglanden, Locatie Westeinde.<br />

Yvonne van Hoek, werkzaam in het<br />

VUMC te Amsterdam.<br />

Ad Hordijk, werkzaam in het Antonius<br />

Ziekenhuis te Nieuwegein.<br />

Margreet ter Meer (coördinator), werkzaam<br />

in het SLAZ te Amsterdam; zij<br />

bewaakt de voortgang van het richtlijnontwikkelingsproces,<br />

zit de vergadering<br />

voor, plant de agenda en vergaderingen,<br />

is woordvoerster in contacten met<br />

anderen.<br />

Margriet Schoenmakers (secretaris),<br />

werkzaam in het MCRZ, locatie Zuider,<br />

Rotterdam verzorgt het secretariaat van<br />

de werkgroep, is het aanspreekpunt van<br />

de werkgroep voor vragen van secretariele<br />

aard en onderhoudt het logboek. In<br />

dit logboek verantwoorden we de uren<br />

en registreren we de werkwijze.<br />

Gertie Verhoeven (literatuurrefendaris),<br />

werkzaam in de Isala Klinieken te Zwolle,<br />

geeft vanuit de kwaliteitscommissie<br />

<strong>LVDT</strong> ondersteuning, bewaakt de kwaliteitseisen<br />

en de voortgang van EBRO,<br />

ondersteunt bij het literatuuronderzoek<br />

en systematische literatuurbeoordeling.<br />

Schrijft samen met de voorzitter een<br />

inleiding voor de conceptrichtlijn waarin<br />

o.a. de werkwijze van de werkgroep<br />

wordt verantwoord. Verder archiveert zij<br />

alle gevonden literatuur en zoekacties.<br />

Wilt u meedoen?<br />

Bent u door dit artikel geïnteresseerd geraakt<br />

in deelname aan de werkgroep, we<br />

hebben nog leden nodig. Kijk op www.<br />

lvdt.nl/werkgroepen/vwa richtlijnen en<br />

kwaliteitsstandaarden bij de vacature<br />

voor een profiel. U kunt ook bellen met<br />

een van de groepsleden als u meer wilt<br />

weten.<br />

Gebruikte literatuur<br />

Everdingen, J.J.E. van, e.a., Evidence-<br />

basedrichtlijnontwikkeling. Een leidraad<br />

voor de praktijk. Bohn, Stafleu van<br />

Loghum, Houten 2004<br />

Nicky Cullum, Nicky, ‘Evidence-based<br />

nursing; uitdagingen en mogelijkheden’,<br />

Anna Reynvaan lezing 2000<br />

Zelm, R. van, ‘Van consensus naar evidence<br />

based’, in: Nederlands tijdschrift<br />

voor Evidence Based Practice. Jaargang 2<br />

nr 4 december 2004 pagina 16-17<br />

Gebruikte sites<br />

www.cbo.nl<br />

www.avvv.nl<br />

www.wokresearch.nl <br />

Kader 1<br />

Kader 2<br />

Kader 3<br />

L•V•D•T M AGAZI N E<br />

AGREE: Het Appraisal of Guidelines<br />

for Research and Evaluation instrument<br />

1<br />

AGREE kan als instrument worden<br />

gebruikt voor de evaluatie van<br />

bestaande richtlijnen maar ook als<br />

checklist bij het ontwikkelen van<br />

eigen richtlijnen. Het bestaat uit 23<br />

items, verdeeld over zes domeinen;<br />

1. onderwerp/doel;<br />

2. betrokkenheid van belanghebbende;<br />

3. methodologie;<br />

4. helderheid en presentatie;<br />

5. toepassing;<br />

6. onafhankelijkheid van de opstellers.<br />

PICO<br />

PICO is de afkorting van de elementen<br />

die een vraag bevat:<br />

2<br />

P = Patiënt (wie?) of Probleem: beschrijving<br />

van patiënten en/of<br />

het probleem;<br />

I = Interventie (wat?): beschrijving<br />

van de toegepaste en/of onderzochte<br />

interventie;<br />

C = Co-interventie: eventuele andere<br />

interventie die vergeleken<br />

wordt met de interventie;<br />

O = Outcome of resultaat (waarom?):<br />

beschrijving van wat de<br />

verpleegkundige hoopt te bereiken<br />

of welk effect de interventie<br />

op de patiënt zou moeten hebben.<br />

Hiërarchie van evidence<br />

De hiërarchie van evidence kent vijf<br />

3<br />

niveaus:<br />

1. systematische review of metaanalyse<br />

van (kwalitatief goede)<br />

RCT’s (randomised controlled<br />

trials);<br />

2. gerandomiseerde gecontroleerde<br />

trials (RCT’s);<br />

3. gecontroleerde klinische trials<br />

(clinical controlled trial of CCT’s);<br />

4. niet-experimentele (kwalitatieve,<br />

beschrijvende) studies;<br />

5. meningen van deskundigen of<br />

‘algemeen aanvaard’ handelen.<br />

23e jaargang | oktober <strong>2005</strong> | nummer 3 1


. . . m a s t e r t h e<br />

. . . d e k r a c h t v a n i n n o v a t i e<br />

Gambro+Hospal B.V. Franse Akker 1 4824 AL Breda<br />

Tel. 076 5303600, Fax 076 5411968, www.gambro.com.<br />

Power<br />

Polyflux H<br />

®


4<br />

L•V•D•T M AGAZI N E<br />

DIALySE ALL OVER TH E W RLD<br />

Samenstelling en tekst: Paul Gundlach<br />

EPO: sneller, sterker,<br />

Overleden wielrenners vormen inmiddels een aardig peloton<br />

Okay, deze keer een iets controversiëler en<br />

niet-dialysegerelateerd thema…<br />

In de rubriek van dit kwartaal sta ik stil bij dopinggebruik met<br />

EPO, natuurlijk niet door dialysepatiënten of patiënten met<br />

kanker maar door wielrenners. Erythropoëtine (EPO) wordt in<br />

onze professie gebruikt door patiënten voor de behandeling van<br />

anemie. EPO is een hormoon en eiwit dat de aanmaak van rode<br />

bloedcellen stimuleert. Rode bloedcellen hebben een functie bij<br />

het zuurstoftransport door het lichaam. EPO wordt normaal<br />

gesproken in de nieren aangemaakt. Bij patiënten met een<br />

nierfunctiestoornis wordt onvoldoende endogeen EPO aangemaakt.<br />

Daardoor komt anemie veel voor bij deze patiënten. Ook<br />

komt anemie voor bij patiënten met kanker. Dit ten gevolge van<br />

chemotherapie en/of radiotherapie. In het beenmerg worden<br />

erytrocyten geproduceerd. Chemotherapie en radiotherapie<br />

richten schade aan het beenmerg aan waardoor de productie<br />

van erytrocyten wordt vertraagd.<br />

Uit een onderzoek, dat het Franse blad “Nouvel Observateur”<br />

vorig jaar publiceerde, blijkt dat beroepswielrenners een vijfmaal<br />

23e jaargang | oktober <strong>2005</strong> | nummer 3<br />

grotere kans hebben op een hartinfarct dan mensen die voor<br />

hun ontspanning op de fiets zitten. Het bleek dat onder 2362<br />

wielerprofs in Europa het risico 5 keer hoger is dan bij de 25- tot<br />

en met 34-jarigen (die voor hun ontspanning fietsen) en 2,5<br />

maal hoger dan bij de doorsneebevolking. De voormalig chef<br />

van de anti-dopingcommissie van de Ronde van Frankrijk, de<br />

Franse sportarts Jean-Pierre de Mondenard, heeft de gegevens<br />

verzameld van de Tourdeelnemers sinds het einde van de Tweede<br />

Wereldoorlog. De uitkomst van dit onderzoek was dat sinds<br />

1970 van alle Tourdeelnemers tien renners (twee Belgen, een<br />

Spanjaard, drie Fransmannen en vier Nederlanders) voor hun 45e<br />

levensjaar aan een hartkwaal overleden. Volgens de statistieken<br />

van de wereldgezondheidsorganisatie hadden dit er slechts vier<br />

moeten zijn. Gezien de extreem goede conditie van de profs<br />

concludeert het blad dat het dodental door hartproblemen zich<br />

door een risicofactor laat verklaren. Doping zou een risicofactor<br />

zijn.<br />

“De arts van de TVM-wielerploeg werd in 1998 aan de Franse<br />

grens gesnapt met een koffer met <strong>10</strong>4 EPO ampullen…voor een<br />

kindertehuis in Rusland....”<br />

Waarom gebruiken wielrenners EPO? (bron:<br />

EPO, UVA 1997)<br />

Bloed bestaat uit rode bloedcellen, witte bloedcellen, bloedplasma<br />

en nog enkele andere deeltjes. EPO stimuleert de aanmaak<br />

van rode bloedcellen en verhoogt het totale bloedvolume. EPO<br />

zorgt dus voor meer bloed in het lichaam. Rode bloedcellen<br />

zorgen voor het transport van zuurstof in het hele lichaam. Een<br />

rode bloedcel bevat bepaalde structuren, die hemoglobines worden<br />

genoemd. Deze structuren in de bloedcel binden zuurstof<br />

aan zich. Sporters met veel rode bloedcellen voorzien hun spieren<br />

dus beter van zuurstof. Als je gaat sporten, wordt er door je<br />

spieren melkzuur gemaakt. Melkzuur wordt vooral aangemaakt<br />

onder anaërobe omstandigheden. Anaëroob betekent zonder<br />

zuurstof. De spieren zorgen dus voor energie om te bewegen,<br />

zonder dat ze daarbij zuurstof gebruiken. Dit gebeurt alleen als<br />

het bloed niet genoeg zuurstof kan vervoeren naar de spieren,<br />

want het is erg ongunstig. Een sporter kan hierdoor verzuren.<br />

Bij verzuring is het melkzuurgehalte in de spieren zo hoog, dat<br />

je spieren eigenlijk niet meer willen bewegen. Dit kan leiden<br />

tot vermoeidheid en kramp. Spieren gaan dus alleen anaëroob<br />

werken als het echt moet. Een sporter die EPO gebruikt, kan meer<br />

zuurstof vervoeren en zal dus minder snel verzuren dan een<br />

sporter die geen EPO gebruikt. De spieren krijgen meer zuurstof<br />

aangeleverd en hoeven dus niet anaëroob te werken. EPO wordt


isicovoller!<br />

vooral gebruikt door duursporters, dus b.v. door wielrenners en<br />

marathonlopers.<br />

Als het totaal aan rode bloedcellen en het totale bloedvolume<br />

stijgt, heeft dat ook enkele voordelen voor het lopen of fietsen<br />

van wedstrijden bij warm weer. Als je intensief beweegt terwijl<br />

het erg warm is, koelt het lichaam zichzelf af door meer bloed<br />

naar de oppervlakte van de huid te laten gaan. Doordat het<br />

bloed meer aan de oppervlakte zit, koelt het sneller af dan dat<br />

het dieper in het lichaam zit. Dit bloed, aan de oppervlakte,<br />

gaat ten koste van het bloed dat zuurstof naar de spieren moet<br />

vervoeren. Er is dus te weinig bloed beschikbaar om de spieren<br />

van voldoende zuurstof te voorzien. EPO zorgt ervoor dat het<br />

lichaam meer bloed tot zijn beschikking heeft, zodat de spieren,<br />

zelfs in de hitte, nog wel zuurstof krijgen. Een ander voordeel is<br />

dat er meer water in het lichaam is. Bloedplasma bestaat vooral<br />

uit water en maakt deel uit van het bloed. Dus als het bloedvolume<br />

groter is geworden door het gebruik van EPO, is ook de<br />

hoeveelheid water in het lichaam groter. De waterreserve, die<br />

wordt gebruikt bij wedstrijden, is dus groter.<br />

De risico’s (bron: EPO, UVA 1997)<br />

Als je meer vaste stof aan een oplossing toevoegt, wordt de oplossing<br />

dikker. Als er nu meer rode bloedcellen worden gemaakt<br />

(een vaste stof), wordt het bloed (de oplossing) dikker. Het bloed<br />

van een sporter die EPO gebruikt wordt dus dikker. Als het bloed<br />

heel dik is, kan het niet meer circuleren en hoopt het zich op in de<br />

aders. De gevolgen hiervan kunnen zeer ernstig zijn. De sporter<br />

kan een hartaanval krijgen of een beroerte en dood gaan.<br />

“Bjarne Riis de Deense tourwinnaar van 1996 werd ook wel<br />

‘Monsieur Soixante’ genoemd omdat zijn hematocriet bij enkele<br />

metingen boven de zestig kwam”<br />

Het dodenpeloton<br />

In het jaar dat EPO<br />

voor het eerst in<br />

Europa te krijgen<br />

was, 1987, zijn er<br />

vijf Nederlandse<br />

wielrenners gestorven.<br />

Ook in de rest<br />

van Europa zijn er<br />

tientallen doden<br />

gevallen. Een paar<br />

door een fatale val-<br />

L•V•D•T M AGAZI N E<br />

partij zoals Fabio Casartelli of de Kazach Andreij Kivilev, terwijl<br />

de hotelkamer van Marco Pantani toen hij daar dood gevonden<br />

werd, stijf stond van de verboden middelen. Van een aantal Nederlandse<br />

wielrenners wordt altijd gedacht dat ze slachtoffer zijn<br />

geweest van experimenten met EPO. Eind jaren tachtig, begin<br />

negentig, waren de gevaren nog niet zo bekend en de controles<br />

afwezig. Drievoudig Touretappewinnaar Bert Oosterbosch (32<br />

jaar), Johannes Draaijer (27 jaar) en Conny Meijer (25 jaar) overleden<br />

op jonge leeftijd in hun slaap. Het zou echter uiterst pijnlijk<br />

zijn dit rechtstreeks toe te schrijven aan EPO omdat daar nooit<br />

enig overtuigend bewijs voor is geleverd.<br />

Vandaag de dag zijn er speciale testen waarmee EPO in het<br />

bloed kan worden opgespoord. Helaas niet altijd waterdicht. Ook<br />

zijn er hematocrietcontroles. EPO wordt echter niet als doping<br />

beschouwd als het hematocrietpercentage niet boven de 50%<br />

stijgt. Dit maakt het beleid natuurlijk erg lastig. Vooral omdat<br />

het percentage rode bloedcellen ook op een andere manier kan<br />

stijgen. Bijvoorbeeld door op hoogte te trainen. Een verboden<br />

middel als EPO is dus niet verboden als je er een beetje van<br />

gebruikt, terwijl een spoortje anabole steroïden al voor een<br />

schorsing zorgt.<br />

Is het dan altijd doping wat problemen veroorzaakt?<br />

Het is een feit dat er veel hartproblemen in de sport voorkomen,<br />

vooral bij het wielrennen. De Belgische cardioloog Johan van<br />

Lierde is dé autoriteit als het gaat om hartproblemen in de sport.<br />

Jaarlijks krijgt hij twintig jonge sporters over de vloer met een al<br />

dan niet aangeboren hartafwijking. Zijn advies voor elk van hen:<br />

stoppen. En wel meteen. Als het thema doping erbij betrokken<br />

wordt is Van Lierde formeel. Alle renners die de laatste jaren<br />

gestorven zijn, hebben een autopsie ondergaan. Telkens werd<br />

een hartafwijking vastgesteld, van doping geen spoor. Waarmee<br />

er niet gezegd wordt dat er geen doping in het wielrennen<br />

voorkomt. In de jaren tachtig, lang voor het EPO-tijdperk, vielen<br />

er nog veel meer doden in het peloton, aldus Van Lierde. Dat het<br />

er vandaag de dag minder zijn heeft te maken met een rigoureuzere<br />

medische aanpak bij de wielerbonden.<br />

Bronnen:<br />

EPO, The Guardian, 16-2 2004<br />

Lesbrieven UVA<br />

Commentaar; niet voor hartlijders, NicoVanhee,<br />

Het Nieuwsblad, 2-9-<strong>2005</strong><br />

EPO, staff science, UVA, 1997 <br />

23e jaargang | oktober <strong>2005</strong> | nummer 3 5


Persbericht<br />

6<br />

L•V•D•T M AGAZI N E<br />

Ronde van Groningen door dialysepatiënten<br />

Dialyse Centrum Groningen<br />

organiseer t vir tuele fietstocht<br />

Enkele nieuwe dialysefietsen, speciaal ontworpen voor de patiënten in het Dialyse Centrum Gronin-<br />

gen, werden woensdag 20 juli jl. overhandigd aan leden van de Cliëntenraad van het centrum. Deze<br />

officiële ingebruikneming was ook het startschot voor de “ronde van Groningen” voor dialysepa-<br />

tiënten die deelnemen aan het bewegingsproject in het Dialyse Centrum Groningen.<br />

Demonstratie van de dialysestoel gecombineerd met de dialysefiets door de heer Roel Huisman,<br />

medisch directeur DCG en mevrouw Brechje Houët, bewegingscoördinator<br />

De dialyserenden<br />

fietsten vanaf de Grote<br />

Markt via Marum,<br />

Aduard, Garnwerd, Lauwersoog, Pieterburen,<br />

Uithuizen, Delfzijl, Bourtange, Ter<br />

Apel via Haren terug naar Groningen.<br />

Een rit van ruim 500 kilometer. De “ronde<br />

van Groningen” is een virtuele fietstocht<br />

die door de dialysepatiënten op speciale<br />

fietsen werd gereden. Deze dialysefiets<br />

23e jaargang | oktober <strong>2005</strong> | nummer 3<br />

is een soort hometrainer die voor de<br />

dialysestoel geplaatst wordt, zodat de<br />

patiënt tijdens de behandeling kan<br />

trappen. Bewegingscoördinator Brechje<br />

Houët, verbonden aan Universitair Centrum<br />

Pro Motion (afdeling bewegingswetenschappen)<br />

van de Rijksuniversiteit<br />

in Groningen, zette het parcours uit.<br />

De dialysewielrenners fietsten de route<br />

gezamenlijk en streden om de eer.<br />

In samenwerking met afdeling bewegingswetenschappen<br />

van de RUG worden<br />

dialysepatiënten sinds enkele jaren<br />

gestimuleerd om tijdens of naast de<br />

dialysebehandeling actief te bewegen.<br />

Onderzoek heeft uitgewezen dat extra<br />

beweging de patiënten een betere conditie<br />

geeft maar ook een positief effect<br />

heeft op het verloop van de behandelingen<br />

die deze patiënten meerdere keren<br />

per week ondergaan. Inmiddels nemen<br />

51 patiënten actief deel aan het bewegingsproject<br />

in het dialysecentrum. Naar<br />

verwachting start het DCG volgend jaar<br />

met een individueel bewegingsprogramma<br />

voor thuisdialyserende patiënten.<br />

Dialyse Centrum Groningen<br />

Hanzeplein 1, terrein UMCG, ingang 23,<br />

tel.: 050 – 361 94 44<br />

info@dcg.umcg.nl, www.dcg.nl,<br />

Voor meer informatie kunt u contact<br />

opnemen met:<br />

Arjan Leijssenaar, coördinator bewegingsproject,<br />

tel.: 050 - 361 94 44<br />

j.j.leijssenaar@dcg.umcg.nl<br />

Brechje Houët, bewegingscoördinator<br />

tel.: 050 - 363 82 <strong>01</strong><br />

b.j.houet@med.rug.nl


Nefropuzzel<br />

1 2 4 5 6 7 8 9 <strong>10</strong> 11<br />

12 1 14<br />

15 16 17 18 19 20 21<br />

22 2 24 25 26 27<br />

28 29 0 1 2<br />

4 5 6 7<br />

8 9 40 41 42 4<br />

44 45 46<br />

47 48 49<br />

50 51 52 5<br />

54 55 56 57 58 59 60<br />

61 62 6 64<br />

65 66 67 68 69 70 71<br />

72 7 74 75 76<br />

77 78 79 80 81<br />

82 8 84 85<br />

86 87<br />

Oplossing:<br />

Horizontaal<br />

1 67 5 55 87 60 1 20 4 8 6 65<br />

2<br />

L•V•D•T M AGAZI N E<br />

Uit de goede inzendingen wordt een<br />

winnaar geloot.<br />

De prijs is een boekenbon van 25 euro.<br />

U kunt uw antwoord inzenden naar<br />

magazine@lvdt.nl<br />

o.v.v. Puzzel <strong>LVDT</strong> <strong>Magazine</strong>, antwoord,<br />

naam, adres en uw lidmaatschapsnummer.<br />

1. deel van week; 7. kunststof; 12. Leidse Onderwijs Instelling (afk.); 13. pijnlijke aandoening van de gewrichten; 14. insekt;<br />

15. boksterm (afk.); 17. spijskaart; 19. deel van geweer; 21. millibar (afk.); 22. strijdpaard; 24. schilderachtig (treffend voor het gezicht);<br />

27. meisjesnaam; 28. geneesheer; 30. uitroep van een schildwacht; 31. Association Internationale de Sociologie (afk.); 32. moederkonijn;<br />

33. belofte; 35. babysit; 37. loopvogel; 38. dicht fijnkorrelig kalkgesteente; 41. kledingstuk; 42. taalzuiveraar; 44. interkerkelijke<br />

omroep Nederland (afk.); 46. eiland in Indonesië; 47. telwoord; 48. plaats in Limburg; 49. gedroogd gras; 50. rijstbrandewijn; 52.<br />

teleurstellend (jammer); 54. zich gemelijk beklagen over iets; 56. bloeimaand; 58. dagrit in de Tour de France; 61. boomsoort; 62.<br />

Argentijnse dans; 64. Stichting Nederlandse Ereschulden (afk.); 65. (snij)wond; 67. naam voor klein meertje; 68. brandstof voor<br />

auto’s (afk.); 70. jongensnaam; 72. wedstrijdbeker; 73. met krampachtige hoestbuien gepaard gaande ziekte met name bij jonge<br />

kinderen; 76. muzieknoot; 77. aluminium (scheik. afk.); 78. Aziatisch land; 79. lusthof; 81. maanstand (afk.); 82. eerste vrouw; 83. in<br />

ontvangst nemen; 84. zeevis; 86. openbaar vervoermiddel; 87. zangstem.<br />

Verticaal<br />

1. raam in een helling van een dakvlak; 2. int. autokenteken Nederland; 3. rekenopgave; 4. ver naar beneden; 5. snipachtige waadvogel;<br />

6. zelfverdedigingssport; 7. vorstenverblijf; 8. opschudding (herrie); 9. zeepwater; <strong>10</strong>. bekende Nederlandse motorrace; 11.<br />

kleinkunstvorm met conferences en chansons; 16. gehoororgaan; 18. muurholte; 20. plaats in Noord-Brabant; 21. Chinese vermicelli;<br />

23. hemellichaam; 25. schuin toelopend; 26. getroffen; 27. polikliniek (afk.); 29. inrichting tot opleiding van geestelijken; 32. bedwelmend<br />

genotmiddel verwerkt in sigaretten; 34. scheepsvloer; 36. voor een schilder of fotograaf model staan; 37. pulverig (los);<br />

39. vriend (Spaans); 40. Spaans riet; 42. pech hebben (onderweg); 43. niet scherp of puntig; 45. deel van hals; 46. kleine vrucht; 51.<br />

elasticiteit; 53. wandversiering; 54. make-up; 55. strook; 56. kreupel (invalide); 57. eskimohut; 59. drukmachine; 60. man van adel; 62.<br />

balsport; 63. plotseling; 66. in het geheel niets; 67. over (langs); 69. Gemeentelijke Sociale Dienst (afk.); 71. electrisch geladen metalen<br />

deeltje; 73. tienpotig schaaldier; 74. huisdier; 75. vluchtheuvel in Friesland; 78. jongensnaam; 80. gevangenis; 82. voegwoord<br />

(Frans); 85. gewijzigde aansprakelijkheid (afk.).<br />

23e jaargang | oktober <strong>2005</strong> | nummer 3<br />

Puzzelpagina<br />

7


8<br />

L•V•D•T M AGAZI N E<br />

De varkenscyclus<br />

keer t terug in de zorg<br />

De ‘varkenscyclus’, een bekend begrip in de economie, is lang weggebleven uit de zorgsector<br />

maar keert nu in volle omvang terug. Na jaren van grote personeelstekorten lijkt een omslag-<br />

punt bereikt en is er sprake van een personeelsoverschot.<br />

Onder de kabinetten<br />

Kok is veel extra geld<br />

in de zorg gepompt<br />

onder druk van de sector, patiënten- en<br />

consumentenorganisaties en politieke<br />

partijen. De voornaamste reden was dat<br />

het onbestaanbaar was dat er in tijden<br />

van voorspoed enorme wachtlijsten<br />

waren.<br />

Snijden<br />

Deze extra middelen zijn indertijd voor<br />

een deel ingezet om extra personeel<br />

aan te nemen. Toen het economisch wat<br />

slechter ging met Nederland werden<br />

de extra middelen acuut stopgezet.<br />

Niet alleen is er gesneden in de extra<br />

middelen, de verschillende branches<br />

zijn ook nog eens geconfronteerd met<br />

efficiëntiekortingen, veelal in de vorm<br />

23e jaargang | oktober <strong>2005</strong> | nummer 3<br />

van ‘prestatiecontracten’. Bovendien gingen<br />

financiers (lees: banken en andere<br />

kredietverstrekkers) extra garanties bij<br />

leningen eisen. Werkgevers moeten extra<br />

vermogen achter de hand hebben, willen<br />

zij in aanmerking komen voor leningen<br />

met aantrekkelijke rentes. Zij worden<br />

gedwongen extra te sparen en dus te bezuinigen<br />

op andere budgetonderdelen.<br />

Snijden in de personeelskosten ligt dan<br />

het meest voor de hand. Immers 70%<br />

van de totaalkosten in de sector bestaat<br />

uit personeelskosten.<br />

Talloze reorganisaties zijn het gevolg.<br />

Onze schattingen zijn dat ongeveer 90%<br />

van de instellingen onlangs te maken<br />

heeft gehad met een reorganisatie of<br />

daar zeer binnenkort mee te maken<br />

krijgt. Meestal gaat dat zonder gedwongen<br />

ontslagen. Echter, vele honderden<br />

werknemers vloeien af via vroegtijdige<br />

pensioenregelingen, outplacement,<br />

vertrek naar andere werkgevers buiten<br />

de zorg, deeltijdbanen et cetera. Ook in<br />

de zorg ben je dus niet langer zeker van<br />

een baan.<br />

Minder leerlingen<br />

Een ander belangrijk negatief gevolg is<br />

de terugloop van het aantal leerlingen.<br />

Werkgevers gaan minder opleiden omdat<br />

ze geen baangarantie willen/kunnen<br />

afgeven. Hiermee snijden organisaties<br />

zich op termijn in de vingers. De Unie<br />

Zorg en Welzijn vindt dit onbegrijpelijk,<br />

zeker na een tijd van grote tekorten<br />

waarin zoveel geld is gestoken in allerlei<br />

wervingscampagnes. Wij verwachten dat<br />

de terugloop van het aantal leerlingen<br />

op termijn grote gevolgen heeft. Diverse<br />

onderzoeken wijzen uit dat door de<br />

sterke vergrijzing het aantal zorgvragers<br />

bijna exponentieel gaat toenemen. Dit<br />

betekent dat er straks veel meer mensen<br />

in de zorg werkzaam moeten zijn. Mensen<br />

die we nu moeten opleiden, willen<br />

we er straks gebruik van kunnen maken.<br />

Wij doen hierbij dan ook een klemmend<br />

beroep op zowel de overheid als de werkgevers<br />

om juist nu anticyclisch te werk<br />

te gaan! Niet succes op korte termijn,<br />

maar langetermijnvisie dient het ‘motto’<br />

te zijn.<br />

Ed de Bruin,<br />

coördinator De Unie Zorg en Welzijn<br />

Pepijn ten Kate,<br />

bestuurder De Unie Zorg en Welzijn<br />

Bron: Special De Unie Zorg en Welzijn,<br />

voorjaar <strong>2005</strong>


Peritoneaal Dialyse<br />

Verbonden met<br />

HomeChoice PRO TM<br />

HomeChoice PRO met PD Link staat<br />

voor eenvoudige en gebruiksvriendelijke<br />

APD therapie.<br />

Patiënt gericht: het dialyse voorschrift wordt eenvoudig op de PRO Card geprogrammeerd.<br />

De PRO Card registreert een brede waaier aan therapie gegevens,<br />

waardoor de patiënt deze niet meer manueel hoeft te verzamelen. Bij wijzigingen<br />

in het dialyse voorschrift volstaat het dat de patiënt de geherprogrammeerde PRO<br />

Card in de HomeChoice PRO plaatst om de nieuwe therapie te kunnen uitvoeren.<br />

PD Link is het software programma dat (via de PRO Card) communiceert met de<br />

HomeChoice PRO. PD Link gegevens zijn accuraat en compleet. Via eenvoudige<br />

analyses kunnen artsen en verpleegkundigen de behandeling optimaliseren.<br />

HomeChoice PRO met PD Link biedt een verbeterde therapie, een verhoogde<br />

levenskwaliteit en een bijzonder effectief management van de dialyse.<br />

Combineert comfort in<br />

gebruik met een optimaal<br />

therapie resultaat<br />

Baxter B.V. Kobaltweg 49, 3542 CE Utrecht, Tel. +31(0)30-2488781 Fax. +31(0)30-2488784, www.baxter.nl/Renal.htm (E-mail: utrecht.renal@baxter.com)


40<br />

L•V•D•T M AGAZI N E<br />

De Baxter Workshop op 13 en 22 juni <strong>2005</strong> in de ‘Ernst Sillem Hoeve’ te Lage Vuursche<br />

“APD mogelijkheden e<br />

Tekst: Truus Derks<br />

Het thema tijdens deze twee workshopdagen is: “APD mogelijkheden en middelen”. In het<br />

ochtendprogramma werd een viertal presentaties gegeven door verschillende gastsprekers en<br />

tijdens het middagprogramma kon men deelnemen aan één van de 2 parallelsessies die even-<br />

eens werden gegeven door gastsprekers. Na deze presentaties werd door middel van een quiz de<br />

kennis getoetst die men deze dag had opgedaan.<br />

Anneke de Vries (MCL)<br />

Lisette Gerritse (Baxter) links en Yvonne de<br />

Koter (VU) rechts.<br />

APD-direct<br />

De eerste presentatie wordt gegeven<br />

door respectievelijk Gea Haagsma (13<br />

juni) en Anneke de Vries (22 juni), beiden<br />

dialyseverpleegkundigen uit het Medisch<br />

Centrum Leeuwarden. Zij vertellen<br />

over hun ervaringen ten aanzien van het<br />

direct starten met APD in hun centrum.<br />

In de presentatie is ook gebruik gemaakt<br />

23e jaargang | oktober <strong>2005</strong> | nummer 3<br />

van het onderzoek van dr. W. Fagel uit<br />

hetzelfde ziekenhuis. Hij heeft gekeken<br />

naar verschillen tussen CAPD- en APDpatiënten.<br />

De keuze van de patiënt komt tot stand<br />

nadat er een groepsvoorlichting heeft<br />

plaatsgevonden. Zonodig volgt een<br />

individueel gesprek, en/of een huisbezoek<br />

van een maatschappelijk werker<br />

en verpleegkundige. Daarna worden zij<br />

verder begeleid door een predialyseverpleegkundige.<br />

75% van de patiënten die voor PD kiest,<br />

heeft een keuze uitgesproken voor APD.<br />

Redenen daarvoor zijn: vrijheid overdag,<br />

werk, kleine kinderen thuis of leeftijd<br />

(oudere patiënten).<br />

Voor het MCL staat de patiëntenkeuze<br />

voorop; ze leren direct het systeem van<br />

hun keuze.<br />

Uit de ervaringen van het MCL is gebleken<br />

dat een CAPD-wisseling aanleren<br />

zodra dit nodig is (bv. bij peritonitis of<br />

vakantie in het buitenland) geen problemen<br />

geeft in de praktijk.<br />

Conclusie: uit het onderzoek van dr. Fagel<br />

is gebleken dat er geen verschillen zijn<br />

bij CAPD of APD betreffende techniekfalen,<br />

patiëntoverleving en het bereiken<br />

van de dialyseadequaatheid. Verschil zit<br />

wel in het aantal peritonitiden, dat bij<br />

APD lager ligt dan bij CAPD.<br />

Verder voegen de verpleegkundigen nog<br />

toe dat een vrije patiëntenkeuze gerechtvaardigd<br />

is. CAPD en APD als starttherapie<br />

zijn grotendeels gelijkwaardig en<br />

voor hen staat welbevinden en kwaliteit<br />

van leven van de patiënt voorop.<br />

Educatie en Training Transmurale<br />

Zorg Peritoneale<br />

Dialyse<br />

De tweede presentatie wordt gegeven<br />

door Yvonne de Koter, seniorverpleeg-<br />

kundige PD van het VU medisch centrum<br />

in Amsterdam. Zij geeft haar presentatie<br />

over de bovenstaande map die gemaakt<br />

is door een werkgroep.<br />

De doelstelling van de werkgroep is<br />

het ontwikkelen van een map met een<br />

cd-rom ter ondersteuning van de dialyseverpleegkundigen<br />

om de hulpverlener<br />

in de thuiszorg of in de zorginstelling op<br />

een eenvoudige manier te trainen voor<br />

peritoneale dialyse in theorie en praktijk.<br />

De leden die op het ogenblik in de werkgroep<br />

zitten zijn: Yvonne de Koter (voorzitter);<br />

Tineke Kluitenberg, Isala klinieken<br />

Zwolle; Greetje Kieft, MCRZ Rotterdam;<br />

Puck van der Lugt, Dianet AMC Amsterdam;<br />

Tanja Loomers, Rijnstate Arnhem,<br />

Sylvia van der Steeg en Truus Derks<br />

namens Baxter, Utrecht.<br />

Deze werkgroep is in 2002 begonnen en<br />

heeft samen thans bestaande de map<br />

gemaakt ontwikkeld. Het is de bedoeling<br />

dat ze in de toekomst deze map blijven<br />

beoordelen op bruikbaarheid. Daarvoor<br />

blijven suggesties vanuit de centra altijd<br />

welkom.<br />

Transmurale zorg is zorg die gegeven<br />

wordt buiten de muren van de dialyseafdeling<br />

maar waarvoor de afdeling wel de<br />

verantwoordelijkheid houdt.<br />

APD en CAPD zijn geen voorbehouden<br />

handelingen. Dat betekent: bekwaam<br />

maakt bevoegd, dus alle niveaus kunnen<br />

CAPD en APD uitvoeren na het vereiste<br />

aantal scholingsuren. Hoe lager het<br />

niveau des te meer scholingsuren zullen<br />

moeten worden gegeven. De inhoud van<br />

de map bestaat uit verschillende modules:<br />

een algemene inleiding, informatie<br />

over de nierfunctievervangende behandelingen,<br />

therapie- informatie, complicaties<br />

bij PD, instructieprocedures, aanvullende<br />

informatie en afronding d.m.v.<br />

voorbeelden van checklisten, certificaat


n middelen”<br />

en voorbeelden van opzet van lessen.<br />

Verder zijn er handleidingen, brochures,<br />

de cd-rom en DVD “kies bewust” toegevoegd<br />

ter informatie en ondersteuning.<br />

Yvonne geeft aan dat de map voor<br />

meerdere doeleinden te gebruiken is<br />

en ‘s middags bij de quiz waren daar<br />

nog aanvullingen. Bijvoorbeeld voor de<br />

predialyse, teksten en tekeningen die je<br />

kunt gebruiken voor een handboek/instructiemap<br />

die bij de trainingen wordt<br />

gebruikt op je eigen afdeling of andere<br />

doelgroepen, PowerPoint-presentaties<br />

voor klinische lessen op je eigen afdeling,<br />

op andere afdelingen binnen het<br />

ziekenhuis, of voor eigen collega’s, voor<br />

huisartsen en/of als naslagwerk voor<br />

nieuwe collega’s of stagiaires op de PDafdeling.<br />

HomeChoice “gewoon” in<br />

het verzorgingshuis<br />

Na de koffiepauze wordt deze presentatie<br />

gegeven door Anke van Gemert (13<br />

juni) en Tom Buytels (22 juni). Beiden zijn<br />

teamleider in het Zorgcentrum Peppelrode<br />

in Eindhoven.<br />

Het zorgcentrum valt onder stichting “De<br />

Sterren”, een stichting met een emancipatorische<br />

mensvisie. Dat wil zeggen<br />

dat ze de verantwoordelijkheid zoveel<br />

mogelijk bij de patiënt zelf willen laten<br />

en belangrijk is ook patiënten zolang<br />

mogelijk in hun eigen omgeving te laten.<br />

Zij hebben patiënten uit twee verschillende<br />

ziekenhuizen. Dit betekent veel<br />

voorbereiding, planning, verantwoordelijkheid<br />

en scholing. De beide dialyseafdelingen<br />

van de twee ziekenhuizen,<br />

hebben samen een eenduidig protocol<br />

gemaakt. De scholing was afgesproken<br />

voor niveau 3 en 4. Voor deze scholing<br />

werd gebruik gemaakt van de DVD “kies<br />

bewust”, de map Educatie en Training<br />

Transmurale Zorg en een informatiemap<br />

van het ziekenhuis.<br />

Wat de financiële situatie betreft hebben<br />

ze een aanvraag neergelegd bij de CIZ (=<br />

centraal indicatie zorg) voor de aanvraag<br />

van meerzorg voor personele kosten. Ook<br />

werd de dagvergoeding aangevraagd<br />

van € 2,81 per cliënt voor elektriciteit,<br />

water en telefoonkosten.<br />

Belangrijk in het begin is een regelmatig<br />

contact met het ziekenhuis en te weten<br />

dat ze aldaar 24 uur per dag bereikbaar<br />

zijn.<br />

Als conclusie geven ze aan dat het veel<br />

organisatie en werk met zich heeft<br />

meegebracht maar dat het positief is<br />

uitgevallen voor de patiënt. Bovendien<br />

levert het extra kennis voor de verzorgenden<br />

op en meerwaarde voor het<br />

zorgcentrum zelf.<br />

“Een APD-training anders dan anders”<br />

Deze laatste presentatie voor de lunch<br />

wordt gegeven door Daenne Scheuter,<br />

dialyseverpleegkundige, Medisch Centrum<br />

Rijnmond Zuid, locatie Zuider.<br />

Zij vertelt over de specifieke aandachtspunten<br />

bij de training van de allochtone<br />

bevolkingsgroep, die de Nederlandse taal<br />

niet helemaal of niet beheerst.<br />

In haar ziekenhuis is 30% van de PD-patiënten<br />

van allochtone afkomst.<br />

Van belang bij de voorlichting en bij de<br />

instructie is het gebruik van een tolk van<br />

het tolkencentrum, eenvoudig taalgebruik,<br />

regelmatig vragen stellen, respect<br />

voor de culturele achtergrond en een<br />

vaste verpleegkundige bij de training.<br />

Het is belangrijk goede afspraken te<br />

maken t.a.v. logistiek, behandeling,<br />

policontroles (zonodig met tolk) en het<br />

onderhouden van telefonisch contact op<br />

vaste tijden na een training.<br />

Daenne gaf nog als wetenswaardigheid<br />

mee de websites van het tolkencentrum:<br />

www.tvcn.nl en www.lampion.info voor<br />

de vergoeding van ziektekosten wanneer<br />

de patiënt niet verzekerd is.<br />

Als conclusie geeft ze aan dat extra<br />

begeleiding, ondersteuning van overige<br />

disciplines en duidelijke afspraken met<br />

betrekking tot communicatie een APDbehandeling<br />

bij patiënten van allochtone<br />

afkomst mogelijk maakt.<br />

Overzicht tijdens de pauze<br />

L•V•D•T M AGAZI N E<br />

Lisette Gerritse en Tom Buytels (Zorgcentrum<br />

Peppelrode)<br />

Na de lunch (en nog heerlijk even genieten<br />

op het terras van het zonnetje) gaan<br />

we verder met het middagprogramma.<br />

Het middagprogramma bestaat uit twee<br />

parallelsessies, waarvoor in de ochtend<br />

kon worden gekozen.<br />

KT/V en PET<br />

Deze presentatie met een theoretisch en<br />

praktisch gedeelte wordt gegeven door<br />

dr. Joop Offerman, internist-nefroloog en<br />

Petra Helmich, dialyseverpleegkundige,<br />

Isala Klinieken Zwolle.<br />

Dr. Joop Offerman vertelt ons vanaf de<br />

basis over PET en KT/V.<br />

De PET “Peritoneale Equilibratie Test”<br />

geeft informatie over de membraaneigenschappen.<br />

De KT/V geeft informatie over de effectiviteit<br />

van de behandeling.<br />

Wat is dialyse adequacy? Adequacy is<br />

een objectieve methode voor de meting<br />

23e jaargang | oktober <strong>2005</strong> | nummer 3 41


42<br />

L•V•D•T M AGAZI N E<br />

Daenne Scheuter (MCRZ) Zaal<br />

van de adequaatheid van dialyse en het<br />

opsporen van onderdialyse op eenzelfde<br />

objectieve manier.<br />

De hoeveelheid benodigde PD-vloeistof<br />

is afhankelijk van de restnierfunctie en<br />

het lichaamsoppervlak. De glucoseconcentratie<br />

bepaalt de ultrafiltratie.<br />

Hij laat voorbeelden zien uit een aantal<br />

studies: CANUSA-studie uit 1996, de KT/V<br />

PD k-DOQI van 20<strong>01</strong>, een Hemostudie uit<br />

2002, de Ademex studie 2002.<br />

De richtlijnen variëren. Het blijkt dat er<br />

meer nodig is voor een goede overleving<br />

dan een goede (klein moleculaire) afvalstoffenklaring.<br />

Wat overleving betreft blijkt die bij dialysepatiënten<br />

dramatisch lager te liggen<br />

dan in het algemeen.<br />

Wat zegt de European Renal Association<br />

(EDTA)?<br />

Guideline A: adequacy targets voor PD<br />

moeten gemaakt worden voor zowel<br />

afvalstoffen verwijderen (ureum- en<br />

kreatinineklaring) als vochtverwijdering<br />

(ultrafiltratie).<br />

Guideline C-1: de minimale peritoneale<br />

target voor de netto-ultrafiltratie bij een<br />

anure patiënt is 1 liter/dag. De minimale<br />

target voor de KT/V is 1,7 per week. Men<br />

moet zich richten op beide targets.<br />

Guideline C-2: als de targets niet (kunnen)<br />

worden bereikt moet de patiënt<br />

zorgvuldig worden gecontroleerd op<br />

tekenen van overhydratie, uremische<br />

verschijnselen en ondervoeding. Gerichte<br />

therapie- aanpassingen moeten overwogen<br />

worden.<br />

Samenvattend kun je zeggen: adequacy<br />

is meer dan KT/V ureum alleen, preventie<br />

en behandeling van overhydratie zijn<br />

eveneens van het grootste belang. Het<br />

bereiken van voldoende ultrafiltatie is<br />

mogelijk van groter belang dan de KT/V.<br />

23e jaargang | oktober <strong>2005</strong> | nummer 3<br />

Hierna vertelt Petra Helmich hoe er in<br />

Zwolle omgegaan wordt met PET en<br />

KT/V bij APD in de praktijk.<br />

Er is veel interactie uit de zaal omdat<br />

blijkt dat er veel verschillen in de centra<br />

zijn betreffende het verzamelen.<br />

Peritonitisbehandeling bij<br />

APD<br />

Deze presentatie, met een theoretisch<br />

en praktisch gedeelte, wordt gegeven<br />

door dr. Frans van Ittersum, internistnefroloog<br />

en Yvonne de Koter, seniorverpleegkundige,<br />

VU Medisch Centrum<br />

Amsterdam.<br />

In het VU Amsterdam blijven patiënten<br />

met peritonitis op APD.<br />

Dr. Frans van Ittersum begint met de<br />

ISPD-guidelines <strong>2005</strong>.<br />

Deze geven aan dat hier nog weinig over<br />

bekend is. Op het ogenblik is het nog onduidelijk<br />

of patiënten tijdelijk overgezet<br />

moeten worden op CAPD. Bovendien is<br />

het niet altijd praktisch om patiënten<br />

over te zetten.<br />

De snelle wisselingen bij APD zouden tot<br />

inadequate antibioticaspiegels kunnen<br />

leiden.<br />

Een studie van Yishak 20<strong>01</strong> waar patiënten<br />

bij een peritonitis op APD of CAPD<br />

blijven bij de behandeling toont aan dat<br />

er geen verschil is tussen APD en CAPD.<br />

Ook in het VUMC zelf hebben ze een studie<br />

gedaan tussen 1993-2003: peritonitisepisodes<br />

bij APD- en CAPD-patiënten.<br />

De uitkomst van die studie geeft ook<br />

geen redenen om van APD over te gaan<br />

naar CAPD bij een peritonitis.<br />

Wel blijkt bij APD een hoger leucocytengetal<br />

voor te komen dan bij CAPD<br />

en duurt het langer voordat dit daalt;<br />

mogelijke oorzaak zou kunnen zijn het<br />

moment van afname. Het herstel is<br />

verder identiek en het maakt niet uit<br />

voor de uitkomst. Het is wel veiliger een<br />

langwerkend antibioticum te kiezen.<br />

Samenvattend kun je zeggen dat de ISPD<br />

geen echte aanbeveling doet om in geval<br />

van peritonitis te switchen naar CAPD.<br />

Yvonne de Koter vertelt aansluitend hoe<br />

ze in de VU omgaan met peritonitisbehandeling<br />

bij APD.<br />

Voordelen van deze manier van behandelen<br />

zijn er legio.<br />

De patiënt behoudt zijn eigen behandeling,<br />

is daar vertrouwd mee.<br />

Geen problemen bij een high-transporter<br />

met UF.<br />

Indien de patiënt niet te ziek is kunnen<br />

de normale dagactiviteiten doorgaan.<br />

DM-patiënten raken minder ontregeld<br />

dan wanneer ze op CAPD over moeten.<br />

Na een korte theepauze wordt er een<br />

quiz gehouden onder leiding van Aafke<br />

Nijhoff, Clinical Coördinator van Baxter.<br />

De groep wordt verdeeld in 5 subgroepen.<br />

Er worden 8 vragen gesteld; van<br />

iedere spreker is er een vraag die betrekking<br />

heeft op zijn/haar presentatie. De<br />

groep mag zelf de antwoorden geven en<br />

daarna wordt gekeken of dit overeenkomt<br />

met hetgeen de sprekers vertelden.<br />

We constateren dat we heel oplettende<br />

groepen hadden.<br />

We kunnen terugkijken op een geslaagde<br />

workshop, die bijzonder interactief is<br />

verlopen en er zijn veel ervaringen uitgewisseld.<br />

Alle presentaties en protocollen<br />

zijn terug te vinden op www.educational-services.nl<br />

bij workshop. Aan deze<br />

workshop zijn 40 accreditatiepunten<br />

toegekend.<br />

De volgende workshops kunnen jullie<br />

alvast in de agenda zetten, deze zijn<br />

gepland op maandag en dinsdag 15 en 16<br />

mei 2006.


Kennismaking<br />

Wij hebben de<br />

behoefte om ons<br />

te presenteren en<br />

voor te stellen aan alle <strong>LVDT</strong>-leden.<br />

Wij zijn de regiovoorzitters:<br />

Regio Noord: HD Janneke Siems, Dialyse<br />

centrum te Groningen<br />

PD Jolande Oosterwechel-Wissink,<br />

Deventer<br />

Ziekenhuis te Deventer<br />

Regio Midden: Esther Sluijs, Groene<br />

Hart Ziekenhuis te<br />

Gouda<br />

Regio West: Cisca Ritsma, Lucas/<br />

Andreas Ziekenhuis te<br />

Amsterdam<br />

Regio Zuid: Marjo van den Essen,<br />

VieCuri te Venlo<br />

De regiovoorzitters worden aangestuurd<br />

en gecoacht door de regiocoördinator<br />

(lid van het <strong>LVDT</strong>-bestuur) Joke Buytelaar<br />

uit de Reinier de Graaf Groep te Delft.<br />

In januari <strong>2005</strong> is een herstart gemaakt<br />

met het regiovoorzittersoverleg.<br />

Al de regiovoorzitters zijn hierbij aanwezig<br />

en de regiocoördinator is de voorzitter.<br />

Dit overleg vindt 4x per jaar plaats, voordat<br />

de regio-overleggen plaatsvinden.<br />

Er zijn nu twee overleggen geweest en<br />

deze worden als zeer waardevol en als<br />

een grote meerwaarde gezien.<br />

Elke regiovoorzitter kan hier zijn<br />

knelpunten/vragen vanuit zijn/haar<br />

regiovergadering bespreken. De notulen<br />

van elke regio worden doorgenomen<br />

en kort samengevat, zodoende hoor je<br />

wat er leeft in welke regio. Ook vanuit<br />

het <strong>LVDT</strong>-bestuur zijn de lijnen korter en<br />

verlopen het contact en de communicatie<br />

beter. Mede door het hervatten van<br />

deze regiovoorzittersvergaderingen zijn<br />

er 5 enthousiaste regiovoorzitters die er<br />

zin in hebben!<br />

Op de vernieuwde <strong>LVDT</strong>-site kun je ons<br />

inmiddels vinden met de e-mailadressen.<br />

Wij zijn te vinden op de <strong>LVDT</strong>-homepage<br />

onder de naam regiowerkgroepen in<br />

de map <strong>LVDT</strong>-werkgroepen. Binnenkort<br />

zullen we ook aangeven welke centra<br />

onder welke regiovoorzitter vallen. Door<br />

instroom van nieuwe dialysecentra en de<br />

verdeling over de 4 regio’s willen we een<br />

voorstel doen naar het bestuur om per<br />

januari 2006 een vernieuwde indeling<br />

te hanteren. Het doel is om te komen tot<br />

een evenwichtiger indeling. Zodra de verdeling<br />

een feit is zullen we jullie hiervan<br />

op de hoogte brengen.<br />

Heb je nog vragen of opmerkingen, dan<br />

zijn wij te bereiken via ons mailadres. <br />

L•V•D•T M AGAZI N E<br />

<strong>LVDT</strong>-regiovoorzitters<br />

Bij de oprichting van de <strong>LVDT</strong> is er een verdeling gemaakt in regio’s.<br />

Er zijn 4 regio’s, te weten: regio noord, regio midden, regio west en regio zuid.<br />

Elke regio heeft een regiovoorzitter en de regiocoördinator coacht en begeleidt het geheel.<br />

Van links naar rechts: Esther Sluijs, Joke Buytelaar<br />

en Marjo van den Essen<br />

23e jaargang | oktober <strong>2005</strong> | nummer 3 4


44<br />

L•V•D•T M AGAZI N E<br />

Hoe staat het met de<br />

PREDIALYSE in Nederland?<br />

Tekst: Anne-Mieke Sluiter en Myrian Zengerink<br />

In 2004 is door de <strong>LVDT</strong> een landelijke werkgroep gevormd om een predialyse multidisciplinaire<br />

richtlijn te gaan ontwikkelen. Tijdens de bijeenkomst is besloten om per discipline de huidige<br />

knelpunten in kaart te brengen. Inmiddels was tijdens een predialyseworkshop duidelijk gewor-<br />

den dat verpleegkundigen benieuwd zijn naar elkaars werkwijze in het predialysetraject. Want<br />

overal, zo leek het, is de predialyse anders geregeld. Inmiddels is men in de Isalaklinieken in<br />

Zwolle bezig met het ontwikkelen van een predialysepoli, waarbij men graag gebruik wil maken<br />

van info van andere centra.<br />

Hoe breng je het predialysetraject<br />

nu in kaart?<br />

Anne-Mieke Sluiter, werkzaam als predialyseverpleegkundige<br />

in de Isalaklinieken<br />

in Zwolle en actief betrokken bij<br />

het opzetten van de predialysepoli, en<br />

Myrian Zengerink, werkzaam als predialyseverpleegkundige<br />

in Almelo en lid van<br />

de projectgroep Predialyse <strong>LVDT</strong> hebben<br />

een enquete gestuurd naar alle centra.<br />

Naast de vragen om te zien met welke<br />

middelen en protocollen er in Predialyse<br />

Nederland gewerkt wordt, zijn er knelpunten<br />

geïnventariseerd voor de projectgroep<br />

Predialyse ter ontwikkeling van de<br />

landelijke richtlijnen. Er zijn eind 2004<br />

52 enquete’s naar alle centra verstuurd,<br />

naar de predialyseverpleegkundigen.<br />

Hiervan zijn 39 enquete’s teruggezonden<br />

waarvan 3 anoniem.<br />

Met dit resultaat van 80% zijn wij erg<br />

tevreden. Wij willen iedereen bedanken<br />

voor het invullen en extra toesturen van<br />

protocollen, etc. In verband met privacy<br />

van de centra is toegezegd geen namen<br />

te noemen tenzij men zelf aangeeft<br />

materiaal en/of informatie beschikbaar<br />

te stellen.<br />

Hieronder volgen de resultaten<br />

op de vragen<br />

Predialyse Poli:<br />

is er in 28 van de 39 centra. Bij 2 is deze in<br />

ontwikkeling.<br />

Het aantal bezoeken aan een poli is erg<br />

wisselend en afhankelijk van de nierfunctie,<br />

aantal patiënten en frequentie<br />

van het artsenbezoek.<br />

Meestal vinden de gesprekken plaats na<br />

het spreekuur van de nefroloog.<br />

23e jaargang | oktober <strong>2005</strong> | nummer 3<br />

Predialyse MDO:<br />

is er in 31 van de 39 centra, 1 wordt momenteel<br />

opgezet.<br />

Deelnemende disciplines zijn nefroloog,<br />

predialyseverpleegkundige, maatschappelijk<br />

werk, diëtetiek en andere disciplines<br />

zoals psycholoog, pastoraal medewerker,<br />

shuntverpleegkundige.<br />

Uitzondering vormt de kinderdialyse<br />

waarbij meer mensen aanwezig zijn.<br />

Predialyse FTE:<br />

Binnen de meeste centra kent men een<br />

predialyseverpleegkundige of een verpleegkundige<br />

met neventaak predialyse.<br />

Het percentage in FTE’s is niet uit te<br />

drukken in uren per week/maand maar<br />

afhankelijk van aantal patiënten, organisatiestructuur<br />

en vormen van voorlichting<br />

die worden gegeven.<br />

Voorlichtingsmateriaal:<br />

30 centra gebruiken de CDI en de DVD<br />

van Baxter (= 75%).<br />

25 centra gebruiken de video’s van de<br />

Nierstichting (= 60%)<br />

39 centra gebruiken het zorgboek van de<br />

Nierstichting (= <strong>10</strong>0%)<br />

39 centra gebruiken eigen materiaal<br />

(= <strong>10</strong>0%)<br />

4 centra gebruiken een Powerpoint-presentatie<br />

(= <strong>10</strong>%)<br />

Onderwerpen tijdens de Predialyse:<br />

29 centra starten met hepatitisvaccinatie<br />

(= 70%)<br />

9 centra starten met een neuskweek<br />

(= 20%)<br />

26 centra voeren de zorg na shuntaanleg<br />

uit (= 65%)<br />

Verschillend: zorg na de PD-katheterimplantatie<br />

bloedafnames laboratorium<br />

Andere: huisbezoeken<br />

medicijnen<br />

familietransplantatie<br />

psychosociale begeleiding<br />

thuishaemodialyse en<br />

Nocturne<br />

dieet- en therapietrouw.<br />

Knelpunten<br />

Transplantatievoorlichting:<br />

wordt in 34 centra tijdens de voorlichting<br />

besproken echter de verpleegkundigen<br />

vertellen hierover slechts summier iets,<br />

zij geven aan dit een taak van de arts te<br />

vinden. Men zou graag zien dat patiënten<br />

tijdig worden doorgestuurd zodat<br />

een groep uit de dialysepopulatie blijft.<br />

Daarnaast vindt te weinig terugkoppeling<br />

plaats.<br />

Niet-starten met dialyse:<br />

wordt in 32 centra tijdens de voorlichting<br />

besproken, ook hierin geeft de verpleegkundige<br />

aan dat de arts een grotere rol<br />

moet spelen wat betreft doorsturen en<br />

beter overleg. Zeker voor de toekomst<br />

ligt hier een taak nu mensen ouder en<br />

hulpbehoevender worden en niet altijd<br />

weten waar ze aan beginnen bij start<br />

van een behandeling.<br />

Predialyseruimte:<br />

27 centra kennen een predialyseruimte<br />

die meestal gedeeld wordt met andere<br />

disciplines. Hierin is over het algemeen<br />

een verbetering wenselijk.


Predialysetijd:<br />

in 29 centra wordt er tijd vrijgemaakt<br />

voor predialysegesprekken, echter het<br />

tijdstip laat nogal eens te wensen over<br />

door drukte op de afdeling. Planning na<br />

spreekuur arts is voor verpleegkundigen<br />

niet altijd geschikt.<br />

Samenwerking tussen disciplines:<br />

33 centra zijn tevreden wat betreft de<br />

onderlinge communicatie, 5 centra<br />

zijn niet tevreden waarbij als oorzaken<br />

worden genoemd: onvoldoende verslaglegging,<br />

te laat aanwezig zijn tijdens<br />

bijeenkomsten, te geringe frequentie;<br />

bereidheid tot meer tijd en energie in<br />

samenwerking tussen disciplines onderling<br />

ontbreekt.<br />

Overlegmomenten tussen disciplines:<br />

men is in 33 centra tevreden over de<br />

overlegmomenten:<br />

32 centra kennen een wekelijks c.q.<br />

maandelijks MDO (= 80%)<br />

4 centra kennen overleg na het spreekuur<br />

van de arts (= <strong>10</strong>%)<br />

<strong>10</strong> centra kennen overleg tijdens of na<br />

de predialysepoli (= 25%)<br />

7 centra benoemen diverse andere<br />

overlegmomenten (= 20%)<br />

In het vorige <strong>LVDT</strong> <strong>Magazine</strong><br />

heb ik het er al over gehad.<br />

Uitgebreid zelfs.<br />

Er was een kans dat er weer een Nederlander<br />

in het EDTNA-bestuur zou worden<br />

gekozen. En… het is gelukt! Theodôr<br />

Vogels, maatschappelijk werker in het<br />

Maxima Medisch Centrum te Veldhoven<br />

is in september als bestuurslid gekozen.<br />

Ik ben er erg blij mee. Op die manier<br />

heeft de stem van Nederland weer meer<br />

invloed. Via Theodôr kunnen wij onze<br />

ideeën over Europese samenwerking<br />

sneller en directer verwoorden.<br />

Binnen de EDNTA is de afgelopen<br />

Keuze behandelingsvorm:<br />

logistieke redenen spelen bij 35 centra<br />

geen rol bij de keus voor de behandelingsvorm<br />

voor de patiënt, bij 4 centra<br />

is hiervan soms sprake door gebrek aan<br />

hemodialyseplaatsen.<br />

Richtlijn “20% klaring, start predialyse”<br />

voldoende:<br />

23 centra geven aan het voldoende te<br />

vinden om dan te starten met het predialysetraject,<br />

echter 15 centra geven aan:<br />

• snelheid en progressie achteruitgang<br />

in combinatie met klaring<br />

• welbevinden van de patiënt staat<br />

voorop<br />

• transplantatietraject zo vroeg mogelijk<br />

opstarten om kans op transplantatie<br />

voor start behandeling te vergroten<br />

• diabeten starten met voorlichting bij<br />

30% klaring<br />

• allochtonen die Nederlandse taal niet<br />

spreken meer tijd nodig.<br />

Landelijk infomateriaal waaraan behoefte<br />

is:<br />

• Meer internationaal voorlichtingsmateriaal<br />

o.a. voor allochtonen<br />

• Nulmeting onder predialysepatiënten<br />

in de predialysefase<br />

De Vooruitgang<br />

maanden enorm hard gewerkt achter<br />

de schermen. We kijken met zijn allen<br />

naar mogelijkheden om de vereniging zo<br />

gezond en bloeiend mogelijk te houden.<br />

Alle vrijwilligers kunnen meedenken<br />

en meebeslissen over hoe de EDTNA als<br />

een sterke en dynamische vereniging de<br />

toekomst tegemoet gaat.<br />

Het organisatiebureau in Zwitserland is<br />

verruild voor een organisatiebureau in<br />

Parijs.<br />

Dit laatste heeft het congres in Wenen<br />

voorbereid en verzorgd. Hierover meer in<br />

het volgende <strong>LVDT</strong> <strong>Magazine</strong>.<br />

Nu ik het dan toch over Wenen heb, kan<br />

ik het niet laten even te melden dat er<br />

dit jaar maar liefst zestien Nederlandse<br />

abstracts zijn ingestuurd. En dat is een<br />

absoluut hoogtepunt!<br />

Na een selectieprocedure zijn er tien<br />

abstracts gekozen om te worden gepresenteerd.<br />

De drie beste Nederlandse abstracts<br />

zijn gesponsord door 3 firma’s voor een<br />

Award.<br />

Bij deze daarvoor mijn hartelijke dank.<br />

Myrian en Anne-Mieke (re)<br />

Lyda Engelsman (Deregulated phosphate)<br />

heeft de Amgen Award <strong>2005</strong><br />

gewonnen.<br />

Carla Oudehand en Esther Pol (Clinical<br />

pathways) hebben samen de Baxter<br />

Award <strong>2005</strong> gewonnen.<br />

Cees Blokker (Custom Made Raster) heeft<br />

de Gambro-Hospal Award <strong>2005</strong> en een<br />

EDTNA scholarship gewonnen.<br />

Alle abstracts zijn trouwens te lezen in<br />

het abstractboek dat na het congres naar<br />

de leden zal worden toegestuurd. Ik ben<br />

trots op alle abstractschrijvers en hoop<br />

ook voor het volgende congres in Madrid<br />

2006 net zoveel inzendingen te zien.<br />

Groet,<br />

Joke<br />

L•V•D•T M AGAZI N E<br />

• cd-Rom over voorlichting door verpleegkundigen<br />

transplantatie<br />

• Maken van een website en koppelen<br />

aan een PowerPoint-presentatie<br />

• Eenvoudig materiaal met plaatjes,<br />

icoonachtige voorbeelden<br />

• Infofolder maken voor alle huisartsen<br />

in Nederland<br />

• Uitwisselen ervaringen predialyse<br />

tijdens workshops.<br />

Iedereen nogmaals bedankt voor het<br />

invullen. Is er nieuwe informatie van de<br />

Projectgroep Predialyse dan wordt dit via<br />

<strong>LVDT</strong> <strong>Magazine</strong> of tijdens de Nefrologiedagen<br />

bekend gemaakt. <br />

23e jaargang | oktober <strong>2005</strong> | nummer 3 45


46<br />

L•V•D•T M AGAZI N E<br />

‘We innovate healthcare’<br />

Innovatie:<br />

raison d’etre van Roche<br />

Toen Fritz Hoffmann op 1 oktober 1896 zijn bedrijfje vestigde aan de oevers van de Rijn in Basel,<br />

kon hij niet bevroeden daarmee het fundament te hebben gelegd voor een van de meest voor-<br />

aanstaande researchgeoriënteerde healthcare-bedrijven ter wereld met een omzet van 30 mil-<br />

jard Zwitserse franken en 65.000 medewerkers in meer dan 150 landen.<br />

23e jaargang | oktober <strong>2005</strong> | nummer 3<br />

Vele eeuwen lang was de<br />

bereiding van geneesmiddelen<br />

het exclusieve<br />

werkterrein van de apotheker. Een<br />

achterhaalde productiemethode, vond<br />

Hoffmann. Het moet toch mogelijk zijn,<br />

bedacht deze marketeer avant la lettre,<br />

om geneesmiddelen op een veel grotere<br />

schaal te produceren. Dat zou niet alleen<br />

aanzienlijk goedkoper, sneller en effectiever<br />

zijn maar bovendien het voordeel<br />

hebben dat alle poeders en pillen precies<br />

evenveel werkzame stof zouden bevatten,<br />

wat de kwaliteit en betrouwbaarheid<br />

alleen maar ten goede zou komen.<br />

Het idee was van Fritz, het geld van zijn<br />

bemiddelde echtgenote Adèle La Roche.<br />

Zo kwam de firma Hoffmann-La Roche<br />

tot stand.<br />

Doorbraken<br />

In zijn meer dan honderdjarige geschiedenis<br />

heeft Roche vele malen aan de<br />

wieg gestaan van belangrijke medischfarmaceutische<br />

doorbraken. Soms betrof<br />

het onderzoeken die vele tientallen jaren<br />

in beslag namen, zoals de ontwikkeling<br />

van een medicijn tegen de ziekte van<br />

Parkinson: al in 1913 ontdekte dr. Markus<br />

Guggenheim (1885-1970), als onderzoeker<br />

aan Roche verbonden, de bijzondere<br />

werking van de stof levodopa maar pas<br />

in het jaar van zijn overlijden zou deze<br />

bijzondere ontdekking leiden tot een<br />

geneesmiddel. Op andere momenten<br />

daarentegen levert research al binnen<br />

enkele jaren effectieve geneesmiddelen<br />

op. Drie jaar na de ontdekking in 1983<br />

van het HIV/AIDS-virus kwamen de eerste<br />

middelen op de markt maar de werkelijke<br />

doorbraak deed zich voor in 1996<br />

Manfred Heinzer


toen de medicijnencocktails (toediening<br />

van verschillende middelen tegelijk)<br />

opgang maakten. Roche behoorde tot<br />

de kleine groep farmabedrijven die aan<br />

deze nieuwe therapeutische benadering<br />

met effectieve medicijnen een bijdrage<br />

heeft geleverd, waardoor HIV/AIDS zich<br />

langzaam maar zeker ontwikkelt van<br />

een volstrekt dodelijke ziekte naar een<br />

behandelbare, chronische aandoening.<br />

Maar de werkelijke faam van Roche<br />

sproot toch vooral voort uit de ontdekking<br />

eind jaren vijftig van de benzodiazepines,<br />

waarvan Librium (1960) en Valium<br />

(1963) nog altijd een magische klank<br />

hebben. Het was het begin van een tijdperk<br />

waarin Roche zijn vleugels uitsloeg<br />

naar tal van terreinen binnen en buiten<br />

de gezondheidszorg.<br />

Wereldleider<br />

De laatste jaren heeft Roche een opmerkelijke<br />

metamorfose doorgemaakt.<br />

De bedrijfsactiviteiten berusten nu op<br />

twee pijlers, prescriptiegeneesmiddelen<br />

en diagnostiek. Alle activiteiten die<br />

daar niet onder vallen zijn inmiddels<br />

afgestoten, zoals geur- en smaakstoffen,<br />

vitaminen en fijnchemicaliën. De Consumer<br />

Health-divisie (vrij verkrijgbare<br />

zelfzorggeneesmiddelen) is begin <strong>2005</strong><br />

overgegeaan naar Bayer. Back to the<br />

corebusiness dus. Manfred Heinzer (40),<br />

sinds 1 augustus van vorig jaar General<br />

Manager van Roche Nederland: “de hele<br />

farmaceutische wereld is nu eenmaal<br />

sterk aan het veranderen. Denk aan gentherapie,<br />

de ontwikkeling van medicijnen<br />

op maat, biotechnologie en het toenemend<br />

belang van snelle en effectieve<br />

diagnostiek. Als je werkelijk innovatief<br />

wilt zijn op die gebieden, zijn slagvaardigheid<br />

en toewijding essentieel. Om die<br />

reden is de focus nu uitsluitend gericht<br />

op het innovatieve geneesmiddel en op<br />

diagnostiek. En om dezelfde reden doet<br />

Roche niet mee aan de huidige fusietrend<br />

in de farmacie. Wij geloven niet<br />

dat schaalgrootte ook per definitie leidt<br />

tot een succesvollere research en beter<br />

gevulde pijplijnen. Wat we wel doen, is<br />

strategische samenwerkingsverbanden<br />

aangaan met tientallen meestal kleine<br />

(biotech)bedrijven, die vaak wel heel<br />

waardevolle ideeën hebben maar niet<br />

de expertise en de financiële middelen<br />

om de noodzakelijke, peperdure klinische<br />

trials te financieren, het geneesmiddel<br />

te produceren en aan het eind van de rit<br />

op de markt te brengen. Deze strategie<br />

loont, zo blijkt uit de groei in de laatste<br />

jaren.”<br />

Roche is op dit moment wereldleider op<br />

het gebied van onder andere oncologie,<br />

transplantatie, diabetes, obesitas en diagnostica,<br />

terwijl het hard op weg is ook<br />

in de virologie marktleider te worden.<br />

Ook als producent van biotechproducten<br />

voert Roche de lijst aan. Dat dankt het<br />

onder meer aan zijn meerderheidsbelangen<br />

in twee belangrijke bedrijven, het in<br />

San Francisco gevestigde biotechbedrijf<br />

Genentech en het Japanse Chugai.<br />

Ambitie<br />

De farmaceutische divisie van Roche is<br />

sinds 1968 ook in Nederland gevestigd,<br />

tot medio 2003 in Mijdrecht, vanaf juli<br />

van dat jaar in een nieuw kantoor in<br />

Woerden op een steenworp afstand<br />

van het station. In Nederland vindt<br />

geen productie en research plaats: de<br />

160 medewerkers van Roche Nederland<br />

houden zich dan ook uitsluitend bezig<br />

met marketing en sales. In Almere is<br />

de andere divisie van Roche gevestigd,<br />

Diagnostics. Samen zijn zij goed voor een<br />

stevige positie in de top tien van de<br />

healthcarebedrijven in Nederland maar<br />

de ambities reiken hoger. Manfred Heinzer:<br />

“wij willen excelleren in de therapeutische<br />

gebieden waarop wij actief zijn,<br />

door voortdurend te blijven zoeken naar<br />

betere, nog innovatievere en kosteneffectieve<br />

therapieën voor de patiënt van<br />

nu en straks. De pijplijn met middelen<br />

die de komende jaren zullen worden geintroduceerd<br />

laat zien dat deze ambitie<br />

realistisch is.”<br />

Dit jaar en in 2006 brengt Roche onder<br />

andere twee nieuwe oncologische middelen<br />

op de markt en een osteoporosemiddel.<br />

Op wat langere termijn volgt<br />

bovendien een nieuw middel ter behandeling<br />

van anemie als opvolger van<br />

de op dit moment op dialyseafdelingen<br />

gebruikte middelen. In de pijplijn zitten<br />

daarnaast nog meer dan zestig andere<br />

potentiële geneesmiddelen in verschillende<br />

stadia van ontwikkeling op tal van<br />

therapeutische gebieden.<br />

Klimaat<br />

Hoewel Roche kan bogen op een van de<br />

best gevulde pijplijnen van de industrie,<br />

maakt Heinzer zich ook zorgen. Een<br />

eeuw geleden al noteerde de godfather<br />

van de interne geneeskunde, Sir William<br />

Osler (1849-1919): “het verlangen om<br />

medicijnen in te nemen is misschien het<br />

belangrijkste verschil tussen de mens<br />

en het dier.” Heinzer: “dit verlangen verklaart<br />

wellicht voor een deel de houding<br />

van de Europese en Nederlandse autori-<br />

L•V•D•T M AGAZI N E<br />

teiten als het om geneesmiddelen gaat:<br />

sterk gefixeerd op het geneesmiddel als<br />

kostenpost. Ik maak me dan ook zorgen<br />

over het politieke en sociaal-economische<br />

klimaat van nu. Tot voor kort kwam<br />

zestig procent van alle farmaceutische<br />

innovaties en doorbraken uit Europa<br />

maar door het ongunstige klimaat<br />

wijken steeds meer farmaceutische<br />

bedrijven voor hun research en development<br />

uit naar de Verenigde Staten. De<br />

eenzijdige fixatie op de kosten zonder<br />

oog te hebben voor de opbrengsten op<br />

langere termijn – niet alleen vanuit<br />

medisch oogpunt maar ook in financieel<br />

opzicht, want het geneesmiddel is en<br />

blijft de goedkoopste therapie – kan bovendien<br />

de innovatie bedreigen. Nieuwe<br />

geneesmiddelen moeten immers ook<br />

kunnen worden verkocht. Maar voorlopig<br />

overheerst bij mij het optimisme. Roche<br />

is een ambitieus en gezond bedrijf en<br />

een vanzelfsprekende partner voor alle<br />

gezondheidsprofessionals, ziekenhuizen<br />

en zeker ook voor al diegenen die dagelijks<br />

in de weer zijn om dialysepatiënten<br />

hoogwaardige zorg te geven.”<br />

Nadere informatie<br />

• www.roche.com<br />

• www.roche.nl<br />

• www.rochediagnostics.com<br />

• www.rochediagnostics.nl<br />

• www.health-kiosk.ch <br />

23e jaargang | oktober <strong>2005</strong> | nummer 3 47


toen de medicijnencocktails (toediening<br />

van verschillende middelen tegelijk)<br />

opgang maakten. Roche behoorde tot<br />

de kleine groep farmabedrijven die aan<br />

deze nieuwe therapeutische benadering<br />

met effectieve medicijnen een bijdrage<br />

heeft geleverd, waardoor HIV/AIDS zich<br />

langzaam maar zeker ontwikkelt van<br />

een volstrekt dodelijke ziekte naar een<br />

behandelbare, chronische aandoening.<br />

Maar de werkelijke faam van Roche<br />

sproot toch vooral voort uit de ontdekking<br />

eind jaren vijftig van de benzodiazepines,<br />

waarvan Librium (1960) en Valium<br />

(1963) nog altijd een magische klank<br />

hebben. Het was het begin van een tijdperk<br />

waarin Roche zijn vleugels uitsloeg<br />

naar tal van terreinen binnen en buiten<br />

de gezondheidszorg.<br />

Wereldleider<br />

De laatste jaren heeft Roche een opmerkelijke<br />

metamorfose doorgemaakt.<br />

De bedrijfsactiviteiten berusten nu op<br />

twee pijlers, prescriptiegeneesmiddelen<br />

en diagnostiek. Alle activiteiten die<br />

daar niet onder vallen zijn inmiddels<br />

afgestoten, zoals geur- en smaakstoffen,<br />

vitaminen en fijnchemicaliën. De Consumer<br />

Health-divisie (vrij verkrijgbare<br />

zelfzorggeneesmiddelen) is begin <strong>2005</strong><br />

overgegeaan naar Bayer. Back to the<br />

corebusiness dus. Manfred Heinzer (40),<br />

sinds 1 augustus van vorig jaar General<br />

Manager van Roche Nederland: “de hele<br />

farmaceutische wereld is nu eenmaal<br />

sterk aan het veranderen. Denk aan gentherapie,<br />

de ontwikkeling van medicijnen<br />

op maat, biotechnologie en het toenemend<br />

belang van snelle en effectieve<br />

diagnostiek. Als je werkelijk innovatief<br />

wilt zijn op die gebieden, zijn slagvaardigheid<br />

en toewijding essentieel. Om die<br />

reden is de focus nu uitsluitend gericht<br />

op het innovatieve geneesmiddel en op<br />

diagnostiek. En om dezelfde reden doet<br />

Roche niet mee aan de huidige fusietrend<br />

in de farmacie. Wij geloven niet<br />

dat schaalgrootte ook per definitie leidt<br />

tot een succesvollere research en beter<br />

gevulde pijplijnen. Wat we wel doen, is<br />

strategische samenwerkingsverbanden<br />

aangaan met tientallen meestal kleine<br />

(biotech)bedrijven, die vaak wel heel<br />

waardevolle ideeën hebben maar niet<br />

de expertise en de financiële middelen<br />

om de noodzakelijke, peperdure klinische<br />

trials te financieren, het geneesmiddel<br />

te produceren en aan het eind van de rit<br />

op de markt te brengen. Deze strategie<br />

loont, zo blijkt uit de groei in de laatste<br />

jaren.”<br />

Roche is op dit moment wereldleider op<br />

het gebied van onder andere oncologie,<br />

transplantatie, diabetes, obesitas en diagnostica,<br />

terwijl het hard op weg is ook<br />

in de virologie marktleider te worden.<br />

Ook als producent van biotechproducten<br />

voert Roche de lijst aan. Dat dankt het<br />

onder meer aan zijn meerderheidsbelangen<br />

in twee belangrijke bedrijven, het in<br />

San Francisco gevestigde biotechbedrijf<br />

Genentech en het Japanse Chugai.<br />

Ambitie<br />

De farmaceutische divisie van Roche is<br />

sinds 1968 ook in Nederland gevestigd,<br />

tot medio 2003 in Mijdrecht, vanaf juli<br />

van dat jaar in een nieuw kantoor in<br />

Woerden op een steenworp afstand<br />

van het station. In Nederland vindt<br />

geen productie en research plaats: de<br />

160 medewerkers van Roche Nederland<br />

houden zich dan ook uitsluitend bezig<br />

met marketing en sales. In Almere is<br />

de andere divisie van Roche gevestigd,<br />

Diagnostics. Samen zijn zij goed voor een<br />

stevige positie in de top tien van de<br />

healthcarebedrijven in Nederland maar<br />

de ambities reiken hoger. Manfred Heinzer:<br />

“wij willen excelleren in de therapeutische<br />

gebieden waarop wij actief zijn,<br />

door voortdurend te blijven zoeken naar<br />

betere, nog innovatievere en kosteneffectieve<br />

therapieën voor de patiënt van<br />

nu en straks. De pijplijn met middelen<br />

die de komende jaren zullen worden geintroduceerd<br />

laat zien dat deze ambitie<br />

realistisch is.”<br />

Dit jaar en in 2006 brengt Roche onder<br />

andere twee nieuwe oncologische middelen<br />

op de markt en een osteoporosemiddel.<br />

Op wat langere termijn volgt<br />

bovendien een nieuw middel ter behandeling<br />

van anemie als opvolger van<br />

de op dit moment op dialyseafdelingen<br />

gebruikte middelen. In de pijplijn zitten<br />

daarnaast nog meer dan zestig andere<br />

potentiële geneesmiddelen in verschillende<br />

stadia van ontwikkeling op tal van<br />

therapeutische gebieden.<br />

Klimaat<br />

Hoewel Roche kan bogen op een van de<br />

best gevulde pijplijnen van de industrie,<br />

maakt Heinzer zich ook zorgen. Een<br />

eeuw geleden al noteerde de godfather<br />

van de interne geneeskunde, Sir William<br />

Osler (1849-1919): “het verlangen om<br />

medicijnen in te nemen is misschien het<br />

belangrijkste verschil tussen de mens<br />

en het dier.” Heinzer: “dit verlangen verklaart<br />

wellicht voor een deel de houding<br />

van de Europese en Nederlandse autori-<br />

L•V•D•T M AGAZI N E<br />

teiten als het om geneesmiddelen gaat:<br />

sterk gefixeerd op het geneesmiddel als<br />

kostenpost. Ik maak me dan ook zorgen<br />

over het politieke en sociaal-economische<br />

klimaat van nu. Tot voor kort kwam<br />

zestig procent van alle farmaceutische<br />

innovaties en doorbraken uit Europa<br />

maar door het ongunstige klimaat<br />

wijken steeds meer farmaceutische<br />

bedrijven voor hun research en development<br />

uit naar de Verenigde Staten. De<br />

eenzijdige fixatie op de kosten zonder<br />

oog te hebben voor de opbrengsten op<br />

langere termijn – niet alleen vanuit<br />

medisch oogpunt maar ook in financieel<br />

opzicht, want het geneesmiddel is en<br />

blijft de goedkoopste therapie – kan bovendien<br />

de innovatie bedreigen. Nieuwe<br />

geneesmiddelen moeten immers ook<br />

kunnen worden verkocht. Maar voorlopig<br />

overheerst bij mij het optimisme. Roche<br />

is een ambitieus en gezond bedrijf en<br />

een vanzelfsprekende partner voor alle<br />

gezondheidsprofessionals, ziekenhuizen<br />

en zeker ook voor al diegenen die dagelijks<br />

in de weer zijn om dialysepatiënten<br />

hoogwaardige zorg te geven.”<br />

Nadere informatie<br />

• www.roche.com<br />

• www.roche.nl<br />

• www.rochediagnostics.com<br />

• www.rochediagnostics.nl<br />

• www.health-kiosk.ch <br />

23e jaargang | oktober <strong>2005</strong> | nummer 3 47


toen de medicijnencocktails (toediening<br />

van verschillende middelen tegelijk)<br />

opgang maakten. Roche behoorde tot<br />

de kleine groep farmabedrijven die aan<br />

deze nieuwe therapeutische benadering<br />

met effectieve medicijnen een bijdrage<br />

heeft geleverd, waardoor HIV/AIDS zich<br />

langzaam maar zeker ontwikkelt van<br />

een volstrekt dodelijke ziekte naar een<br />

behandelbare, chronische aandoening.<br />

Maar de werkelijke faam van Roche<br />

sproot toch vooral voort uit de ontdekking<br />

eind jaren vijftig van de benzodiazepines,<br />

waarvan Librium (1960) en Valium<br />

(1963) nog altijd een magische klank<br />

hebben. Het was het begin van een tijdperk<br />

waarin Roche zijn vleugels uitsloeg<br />

naar tal van terreinen binnen en buiten<br />

de gezondheidszorg.<br />

Wereldleider<br />

De laatste jaren heeft Roche een opmerkelijke<br />

metamorfose doorgemaakt.<br />

De bedrijfsactiviteiten berusten nu op<br />

twee pijlers, prescriptiegeneesmiddelen<br />

en diagnostiek. Alle activiteiten die<br />

daar niet onder vallen zijn inmiddels<br />

afgestoten, zoals geur- en smaakstoffen,<br />

vitaminen en fijnchemicaliën. De Consumer<br />

Health-divisie (vrij verkrijgbare<br />

zelfzorggeneesmiddelen) is begin <strong>2005</strong><br />

overgegeaan naar Bayer. Back to the<br />

corebusiness dus. Manfred Heinzer (40),<br />

sinds 1 augustus van vorig jaar General<br />

Manager van Roche Nederland: “de hele<br />

farmaceutische wereld is nu eenmaal<br />

sterk aan het veranderen. Denk aan gentherapie,<br />

de ontwikkeling van medicijnen<br />

op maat, biotechnologie en het toenemend<br />

belang van snelle en effectieve<br />

diagnostiek. Als je werkelijk innovatief<br />

wilt zijn op die gebieden, zijn slagvaardigheid<br />

en toewijding essentieel. Om die<br />

reden is de focus nu uitsluitend gericht<br />

op het innovatieve geneesmiddel en op<br />

diagnostiek. En om dezelfde reden doet<br />

Roche niet mee aan de huidige fusietrend<br />

in de farmacie. Wij geloven niet<br />

dat schaalgrootte ook per definitie leidt<br />

tot een succesvollere research en beter<br />

gevulde pijplijnen. Wat we wel doen, is<br />

strategische samenwerkingsverbanden<br />

aangaan met tientallen meestal kleine<br />

(biotech)bedrijven, die vaak wel heel<br />

waardevolle ideeën hebben maar niet<br />

de expertise en de financiële middelen<br />

om de noodzakelijke, peperdure klinische<br />

trials te financieren, het geneesmiddel<br />

te produceren en aan het eind van de rit<br />

op de markt te brengen. Deze strategie<br />

loont, zo blijkt uit de groei in de laatste<br />

jaren.”<br />

Roche is op dit moment wereldleider op<br />

het gebied van onder andere oncologie,<br />

transplantatie, diabetes, obesitas en diagnostica,<br />

terwijl het hard op weg is ook<br />

in de virologie marktleider te worden.<br />

Ook als producent van biotechproducten<br />

voert Roche de lijst aan. Dat dankt het<br />

onder meer aan zijn meerderheidsbelangen<br />

in twee belangrijke bedrijven, het in<br />

San Francisco gevestigde biotechbedrijf<br />

Genentech en het Japanse Chugai.<br />

Ambitie<br />

De farmaceutische divisie van Roche is<br />

sinds 1968 ook in Nederland gevestigd,<br />

tot medio 2003 in Mijdrecht, vanaf juli<br />

van dat jaar in een nieuw kantoor in<br />

Woerden op een steenworp afstand<br />

van het station. In Nederland vindt<br />

geen productie en research plaats: de<br />

160 medewerkers van Roche Nederland<br />

houden zich dan ook uitsluitend bezig<br />

met marketing en sales. In Almere is<br />

de andere divisie van Roche gevestigd,<br />

Diagnostics. Samen zijn zij goed voor een<br />

stevige positie in de top tien van de<br />

healthcarebedrijven in Nederland maar<br />

de ambities reiken hoger. Manfred Heinzer:<br />

“wij willen excelleren in de therapeutische<br />

gebieden waarop wij actief zijn,<br />

door voortdurend te blijven zoeken naar<br />

betere, nog innovatievere en kosteneffectieve<br />

therapieën voor de patiënt van<br />

nu en straks. De pijplijn met middelen<br />

die de komende jaren zullen worden geintroduceerd<br />

laat zien dat deze ambitie<br />

realistisch is.”<br />

Dit jaar en in 2006 brengt Roche onder<br />

andere twee nieuwe oncologische middelen<br />

op de markt en een osteoporosemiddel.<br />

Op wat langere termijn volgt<br />

bovendien een nieuw middel ter behandeling<br />

van anemie als opvolger van<br />

de op dit moment op dialyseafdelingen<br />

gebruikte middelen. In de pijplijn zitten<br />

daarnaast nog meer dan zestig andere<br />

potentiële geneesmiddelen in verschillende<br />

stadia van ontwikkeling op tal van<br />

therapeutische gebieden.<br />

Klimaat<br />

Hoewel Roche kan bogen op een van de<br />

best gevulde pijplijnen van de industrie,<br />

maakt Heinzer zich ook zorgen. Een<br />

eeuw geleden al noteerde de godfather<br />

van de interne geneeskunde, Sir William<br />

Osler (1849-1919): “het verlangen om<br />

medicijnen in te nemen is misschien het<br />

belangrijkste verschil tussen de mens<br />

en het dier.” Heinzer: “dit verlangen verklaart<br />

wellicht voor een deel de houding<br />

van de Europese en Nederlandse autori-<br />

L•V•D•T M AGAZI N E<br />

teiten als het om geneesmiddelen gaat:<br />

sterk gefixeerd op het geneesmiddel als<br />

kostenpost. Ik maak me dan ook zorgen<br />

over het politieke en sociaal-economische<br />

klimaat van nu. Tot voor kort kwam<br />

zestig procent van alle farmaceutische<br />

innovaties en doorbraken uit Europa<br />

maar door het ongunstige klimaat<br />

wijken steeds meer farmaceutische<br />

bedrijven voor hun research en development<br />

uit naar de Verenigde Staten. De<br />

eenzijdige fixatie op de kosten zonder<br />

oog te hebben voor de opbrengsten op<br />

langere termijn – niet alleen vanuit<br />

medisch oogpunt maar ook in financieel<br />

opzicht, want het geneesmiddel is en<br />

blijft de goedkoopste therapie – kan bovendien<br />

de innovatie bedreigen. Nieuwe<br />

geneesmiddelen moeten immers ook<br />

kunnen worden verkocht. Maar voorlopig<br />

overheerst bij mij het optimisme. Roche<br />

is een ambitieus en gezond bedrijf en<br />

een vanzelfsprekende partner voor alle<br />

gezondheidsprofessionals, ziekenhuizen<br />

en zeker ook voor al diegenen die dagelijks<br />

in de weer zijn om dialysepatiënten<br />

hoogwaardige zorg te geven.”<br />

Nadere informatie<br />

• www.roche.com<br />

• www.roche.nl<br />

• www.rochediagnostics.com<br />

• www.rochediagnostics.nl<br />

• www.health-kiosk.ch <br />

23e jaargang | oktober <strong>2005</strong> | nummer 3 47


50<br />

L•V•D•T M AGAZI N E<br />

Advertentiemogelijkheden<br />

& -tarieven<br />

Voor adverteren in het <strong>LVDT</strong> <strong>Magazine</strong><br />

gelden de volgende regels:<br />

Voor het reserveren van een advertentie<br />

kunt u contact opnemen met<br />

de hoofdredacteur Charles André.<br />

U kunt hem bereiken via e-mail:<br />

C.Andre@lzr.nl .<br />

Bellen kan ook op: 0475-382144<br />

(Dialyseafdeling Laurentius Ziekenhuis<br />

te Roermond).<br />

Bij reservering per e-mail graag vermelden<br />

welk formaat u wenst. De<br />

hoofdredacteur zal dan zo spoedig<br />

mogelijk contact met u opnemen<br />

om de mogelijkheden met u verder<br />

door te nemen.<br />

Verder bij de aanvraag graag vermelden<br />

met wie contact moet worden<br />

opgenomen en om wat voor soort<br />

advertentie het gaat (personeel of<br />

product). Ook graag vermelden aan<br />

wie de factuur en het bewijsexemplaar<br />

moeten worden verzonden.<br />

U ontvangt de factuur en het bewijsexemplaar<br />

zo spoedig mogelijk<br />

na het verschijnen van het <strong>LVDT</strong><br />

<strong>Magazine</strong>.<br />

Tarieven:<br />

Formaat alleen kleur<br />

1/1 (A4) e 750,-<br />

1/2 (A5) e 450,-<br />

Advertorial e 750,-<br />

Flyers op aanvraag<br />

Formaat A4<br />

bladspiegel 2<strong>10</strong> x 297 mm;<br />

zetspiegel 178 x 260 mm.<br />

Formaat A5<br />

bladspiegel 2<strong>10</strong> x 148 mm;<br />

zetspiegel 178 x 130 mm.<br />

Advertenties dienen binnen te<br />

komen als PDF (Liefst: Certified PDF<br />

Tijdschriften Nederland), Adobe<br />

InDesign, Adobe Illustrator of Quark<br />

X-press formaat.<br />

Andere wijzen van aanleveren brengen<br />

een meerprijs met zich mee.<br />

Flyers en toevoegingen op aanvraag.<br />

Bij flyers en andere toevoegingen<br />

moet u rekening houden met een<br />

meerprijs.<br />

23e jaargang | oktober <strong>2005</strong> | nummer 3<br />

Lidmaatschap & contributie<br />

Het lidmaatschap<br />

De doelgroep van de <strong>LVDT</strong> zijn de verpleegkundigen<br />

die werkzaam zijn op het gebied<br />

van de nierfunctievervangende therapie. De<br />

vereniging sluit niemand uit van het lidmaatschap.<br />

Personen werkzaam bij commerciële<br />

bedrijven kunnen alleen associé worden.<br />

Verder hebben ze de gelijke rechten als leden,<br />

afgezien van het stemrecht tijdens de ledenjaarvergadering.<br />

Het lidmaatschap geldt per<br />

kalenderjaar. Het lidmaatschap geldt tot wederopzegging<br />

en wordt zonder tegenbericht<br />

automatisch verlengd. Het lidmaatschap kan<br />

op elk gewenst moment ingaan. Aanmelden<br />

kan alleen schriftelijk, bij voorkeur met de<br />

daarvoor bestemde inschrijfformulieren.<br />

Opzeggen<br />

Nu zien we het niet graag maar toch komt<br />

het voor dat leden bedanken voor het lidmaatschap.<br />

De procedure is als volgt. Opzeggen<br />

dient schriftelijk te gebeuren en uiterlijk<br />

voor 1 december van het lopende jaar. Indien<br />

correct wordt bedankt wordt per 1 januari van<br />

het volgende jaar het lid uit het ledenbestand<br />

verwijderd. Ieder lid dat bedankt krijgt een<br />

brief ter bevestiging. Indien het opzeggen<br />

niet correct is gebeurd blijft lidmaatschap<br />

en de daarbij behorende verplichtingen van<br />

kracht. Het lid wordt schriftelijk geïnformeerd.<br />

De contributie<br />

De hoogte van de contributie wordt ieder jaar<br />

door de leden tijdens de ledenjaarvergadering<br />

vastgesteld. Er is een differentiatie in de berekening<br />

van de contributie aangebracht. Wanneer<br />

de aanmelding voor 1 juli plaatsvindt,<br />

dan wordt het volledige bedrag in rekening<br />

gebracht. Wanneer iemand zich aanmeldt als<br />

lid tussen 1 juli en 1 december dan wordt de<br />

helft van de contributie in rekening gebracht.<br />

Meldt iemand zich na 1 december aan, dan<br />

wordt voor dat jaar niets berekend. Voor de<br />

cursisten is een speciale regeling in het leven<br />

geroepen. Een cursist kan namelijk gratis lid<br />

zijn voor een periode van 12 maanden. Het<br />

gratis lidmaatschap gaat in op het moment<br />

dat de theoretische opleiding start. Twaalf<br />

maanden lang, tellende vanaf de start van uw<br />

opleiding, wordt geen contributie berekend.<br />

De enige voorwaarde is dat de cursist lid<br />

blijft in het jaar dat het gratis lidmaatschap<br />

afloopt. Om hoogte van de contributie te<br />

bepalen geldt de volgende berekening. Begint<br />

de opleiding in januari, februari of maart, dan<br />

is in het daarop volgende jaar het te betalen<br />

bedrag 75% van de geldende contributie.<br />

Vangt de opleiding in april, mei of juni aan<br />

dan wordt de helft van het bedrag berekend.<br />

Start de opleiding juli, augustus of september<br />

wordt 25% van de contributie in rekening<br />

gebracht. Als de opleiding in een van de laatste<br />

drie maanden begint dan is het daarop<br />

volgende jaar geheel kosteloos. De bedragen<br />

worden naar beneden afgerond. Wanneer<br />

de cursist de opleiding afbreekt dan wordt<br />

het lidmaatschap (alleen op verzoek van de<br />

cursist) ontbonden.<br />

Inning van de contributie<br />

Ieder lid wordt verzocht de vereniging te<br />

machtigen om de contributie te innen.<br />

Daarvoor ontvangt een nieuw lid een machtiging/acceptgirokaart.<br />

De keuze is vrij maar<br />

bij betaling anders dan met een machtiging<br />

wordt e 2,50 administratiekosten in rekening<br />

gebracht. Diegene die de <strong>LVDT</strong> niet heeft<br />

gemachtigd ontvangt bij het laatste <strong>LVDT</strong><br />

<strong>Magazine</strong> van het jaar een acceptgiro voor het<br />

komende jaar. Voor 15 februari van het daarop<br />

volgende jaar moet het bedrag gestort zijn<br />

op de rekening van de <strong>LVDT</strong>. Wanneer dat niet<br />

het geval is volgt een herinnering (het bedrag<br />

is dan verhoogd i.v.m. administratiekosten).<br />

Dit bedrag moet voor 1 april gestort zijn op<br />

de <strong>LVDT</strong> rekening. Zo niet volgt een tweede<br />

aanmaning (het bedrag is dan wederom<br />

verhoogd), dit bedrag moet voor 1 mei bij de<br />

<strong>LVDT</strong> binnen zijn. Is na de laatste aanmaning<br />

geen contributie ontvangen dan wordt het<br />

lid geroyeerd. De gegevens worden niet uit<br />

het ledenbestand gewist maar de geroyeerde<br />

wordt als debiteur geboekt. In het geval dat de<br />

persoon in kwestie zich weer aanmeldt wordt<br />

de openstaande schuld in rekening gebracht.<br />

Registratie<br />

Van de leden worden de volgende gegevens in<br />

het ledenbestand geregistreerd:<br />

• De naam en/of meisjesnaam, de roepnaam<br />

en de initialen.<br />

• Het adres, de postcode en de woonplaats<br />

• De geboortedatum en het geslacht<br />

• De werkgever en de functie die het lid<br />

bekleedt<br />

• De eventuele telefoon- en faxnummer(s)<br />

en eventueel e-mail adres<br />

• Het giro- of bankrekeningnummer<br />

• Datum inschrijving<br />

• Bij cursisten worden in het bestand ook<br />

het opleidingsinstituut en de aanvang<br />

opleiding geregistreerd.<br />

Abonnement<br />

Ieder lid ontvangt het verenigingsblad <strong>LVDT</strong><br />

<strong>Magazine</strong>. Voor niet-leden is het mogelijk een<br />

abonnement te nemen. Het abonnement is<br />

duurder dan het lidmaatschap. De hoogte<br />

van het abonnementsgeld wordt door het<br />

bestuur vastgesteld. Voor aanmelden en<br />

opzeggen geldt dezelfde procedure als bij het<br />

lidmaatschap. De abonnee kan desgewenst<br />

schriftelijk geïnformeerd worden over activiteiten<br />

van de vereniging.


zoekt dialyse-verpleegkundigen voor opdrachten<br />

van langere duur bij diverse dialysecentra. Naast<br />

afwisseling biedt TMI de zekerheid van een<br />

vaste baan met een uitstekend salaris als je<br />

minimaal 32 uur per week beschikbaar<br />

bent. Meer weten? Bel:<br />

Bettyanne de Rijk 06 - 46176755 of<br />

Richard van der Jagt 06 - 15097625


Retro<br />

52<br />

L•V•D•T M AGAZI N E<br />

23e jaargang | oktober <strong>2005</strong> | nummer 3

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!