05.09.2013 Views

Boek 50 beroepen.indb - Lemniscaat

Boek 50 beroepen.indb - Lemniscaat

Boek 50 beroepen.indb - Lemniscaat

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

a u t o m o n t e u r<br />

Peter Michielsen (29): Ik krijg veel<br />

respect als ik een auto snel weet<br />

te repareren.<br />

Wat houdt jouw werk in?<br />

Ik ben automonteur bij de wegenwacht. Ik zit dus continu op de<br />

weg. Het is mijn werk om heel snel op te sporen wat het probleem<br />

is aan een auto en dat probleem ter plaatse te verhelpen. Gewone<br />

automonteurs in garages plegen ook onderhoud aan auto’s en vervangen<br />

motoronderdelen en dergelijke. Dat doe ik niet.<br />

Mis je de garage niet?<br />

Nee hoor, ik zit niet graag binnen. Ik vind het fijn dat ik door<br />

deze baan elke keer op andere plekken werk en veel verschillende<br />

mensen ontmoet. Daarnaast kan ik mijn hobby motorrijden combineren<br />

met mijn werk!<br />

Hoe kom je als automonteur op de motor terecht?<br />

Ik werk bij de wegenwacht en daar hebben ze niet alleen auto’s,<br />

maar ook motoren met mensen die pechvogels gaan helpen. Ik ben<br />

begonnen als wegenwacht op de auto, maar stapte na twee jaar<br />

over op de motor. Dat was altijd mijn droom! Alle wegenwachten<br />

kunnen op mijn baan solliciteren, maar de meeste collega’s verslijten<br />

mij voor gek. Zij zitten liever warm en droog in een auto.<br />

Meestal zijn het de motorliefhebbers zoals ik, die dit werk doen.<br />

Waarvoor worden motoren vooral ingezet?<br />

De motoren worden vooral gebruikt in de drukke binnenstad, omdat<br />

auto’s door het drukke verkeer niet altijd snel ter plaatse kunnen<br />

zijn. Mijn werkgebied is het centrum van Amsterdam. Het is<br />

erg leuk, want ik kan met de motor overal snel bij komen. Ik houd<br />

me natuurlijk aan de verkeersregels, maar soms scheelt het een<br />

hoop als je een file kunt passeren door een heel klein stukje over<br />

de stoep te gaan. De politie knijpt meestal wel een oogje dicht als<br />

ze ons zien.<br />

Is het gevaarlijk op de motor?<br />

Dat valt wel mee. Je moet goed opletten bij nat weer, want dan<br />

zijn de tramrails en putdeksels erg glad en lig je zo onderuit. In de<br />

winter moet je erg goed opletten met ijzel en mist. Twee maanden<br />

per jaar, in de winter, kan ik niet op de motor omdat het dan te<br />

glad is. Dan zit ik net als de andere wegenwachten in de auto.


Kun je evenveel repareren als je collega’s met een auto?<br />

Ja hoor, ik heb bijna al het gereedschap bij me dat zij ook bij zich<br />

hebben. Alleen is het vaak wat kleiner, dus ik moet er wat creatiever<br />

mee omgaan. In plaats van een grote krik heb ik bijvoorbeeld<br />

een klein krikje bij me. Ik heb alleen geen lasapparaat bij me. Als<br />

ik dat nodig heb, moet ik de hulp van mijn collega’s inroepen.<br />

Welke soorten autopech maak je het vaakst mee?<br />

Dat is afhankelijk van het weer. Bij heel warm weer hebben veel<br />

auto’s koelproblemen. Bij vochtig en koud weer zijn er veel auto’s<br />

met startproblemen. Vooral in de regenachtige en koude periodes<br />

heb ik het beredruk. Grofweg kun je zeggen dat veertig procent<br />

van de pechgevallen startproblemen zijn: mensen hebben bijvoorbeeld<br />

de lichten laten branden. Dertig procent zijn elektronische<br />

problemen en nog eens dertig procent zijn mechanische problemen,<br />

zoals een kapotte uitlaat, rem of banden.<br />

Kun je alles verhelpen als monteur?<br />

Het belangrijkste van mijn werk is uitvinden wat er aan de hand<br />

is met een auto en proberen het probleem direct te verhelpen. In<br />

98% van de gevallen lukt mij dat. Als een auto zo kapot is dat ik<br />

hem niet kan repareren, bijvoorbeeld bij een kapotte versnellingsbak,<br />

dan moet hij worden weggesleept.<br />

Veranderen technische onderdelen van auto’s vaak?<br />

Ja. Er is steeds meer elektronica in auto’s ingebouwd en daar moeten<br />

wij als monteur voortdurend in bijgeschoold worden. De elektronica<br />

kan soms behoorlijk ingewikkeld zijn. In sommige gevallen<br />

is het door elektronica juist steeds makkelijker geworden om te<br />

bepalen of een auto-onderdeel kapot is of niet. Het ontstekingsmechanisme<br />

van een motor bestond vroeger bijvoorbeeld uit heel<br />

veel verschillende onderdelen. Tegenwoordig zit alle elektronica in<br />

een klein kastje, waardoor je gemakkelijker de fout in het ontstekingsmechanisme<br />

vindt.<br />

Hoe vaak word je opgeroepen voor een reparatie?<br />

Ik heb dagen waarop ik bijna niets te doen heb en ik heb heel<br />

drukke dagen. Maar gemiddeld help ik denk ik tien tot veertien<br />

automobilisten per dag.<br />

automonteur<br />

63


automonteur<br />

64<br />

Wat vind je het allerleukste aan dit beroep?<br />

Het allerleukste is de dankbaarheid van automobilisten als ik ze<br />

geholpen heb. Ik krijg veel respect als ik een auto snel weet te repareren.<br />

Wat ik ook leuk vind, is dat ik per dag veel verschillende<br />

mensen ontmoet: de ene keer iemand uit de chique grachtengordel<br />

van Amsterdam, de andere keer een vrijgevochten kunstenaar.<br />

Wat ik ook geweldig vind is dat ik een beetje eigen baas ben: ik<br />

werk alleen op de weg, dat geeft een heel vrij gevoel. En het is<br />

natuurlijk erg leuk dat ik tijdens mijn werk kan motorrijden!<br />

Wie was het leukste pechgeval dat je ooit hebt meegemaakt?<br />

Een Duits stel dat in Amsterdam-Noord in hun onderbroek naast<br />

hun afgesloten auto stond en de sleutels erin had laten zitten. Die<br />

vrouw wist van schaamte niet waar ze moest kijken. Ik heb de<br />

auto snel voor hen opengemaakt. Geen idee hoe ze in die situatie<br />

terecht waren gekomen!<br />

Wat is het moeilijkste aan jouw beroep?<br />

Soms ben ik heel lang aan het sleutelen en dan lukt het me toch<br />

niet om de auto te repareren. Als een auto dan moet worden weggesleept,<br />

baal ik als een stekker. Soms kom ik ook voor moeilijke<br />

situaties te staan als ik als eerste aanwezig ben na een auto-ongeluk.<br />

Zeker op de snelweg komt dat nog wel eens voor. Op zo’n<br />

moment wordt er toch verwacht dat we enige vorm van hulp<br />

bieden. Van de wegenwacht krijgen we daarom een cursus eerste<br />

hulp en reanimatie.<br />

Wat heeft een automonteur op de weg altijd bij zich?<br />

Ik heb altijd een spanningsmeter bij me om stroom op auto-onderdelen<br />

te kunnen meten.<br />

Ook automonteur worden?<br />

Wat zijn de ideale eigenschappen van een automonteur? Je moet<br />

technisch aangelegd zijn. Als je bij de wegenwacht wilt, moet je bovendien<br />

zelfstandig kunnen werken, want je werkt meestal alleen. Je moet<br />

ook sociaal vaardig zijn, want je komt mensen van allerlei pluimage<br />

tegen. En als je net als ik op de motor wilt, moet je het natuurlijk leuk<br />

vinden om motor te rijden!<br />

Welke opleiding heb je nodig? Om automonteur te worden heb je een<br />

technische opleiding autotechniek nodig. Dat is meestal een mbo-opleiding,<br />

dus je hebt vmbo als vooropleiding nodig. Om bij de wegenwacht<br />

te werken heb je normaal vijf jaar werkervaring als automonteur<br />

in een garage nodig. Ik had het geluk dat ze dringend mensen nodig<br />

hadden toen ik solliciteerde, want ik werd met een stuk minder werkervaring<br />

toch aangenomen!<br />

Meer informatie? www.roc.nl (opleiding automonteur) en<br />

www.anwb.nl


Een dag uit het leven van automonteur Peter…<br />

06.30 uur Ik haal mijn motor op bij de anwb-centrale in Amsterdam.<br />

Ik check de onderdelen, het gereedschap en de benzinetank.<br />

Ik moet natuurlijk voorkomen dat ik zelf pech onderweg krijg! Tegen<br />

zeven uur ben ik paraat voor de eerste opdracht.<br />

07.00 uur Ik word opgeroepen voor een pechgeval bij het Concertgebouw.<br />

Een vrouw krijgt haar Lancia niet gestart. De benzinemeter geeft<br />

vol aan. Ik check de leidingen en na lang pielen blijkt dat de benzinemeter<br />

stuk is. De tank is leeg. Nadat ik hem gevuld heb, start de auto<br />

meteen.<br />

07.30 uur Een volgende auto met startproblemen op de Singel. De<br />

man heeft zijn lichten per ongeluk aan laten staan en de accu is leeg.<br />

Nadat ik de accu heb opgeladen, kan de man snel weer op weg.<br />

08.00 uur Een pechgeval op de Stadhouderskade: een auto wil niet<br />

meer schakelen. De versnellingspook beweegt alle kanten op, maar rij-<br />

den ho maar! Ik krik de auto op en ik ga eronder liggen om te kijken wat<br />

er aan de hand is. Ik zie dat de verbinding tussen de pook en de versnellingsbak<br />

is losgescheurd. Na wat gesleutel heb ik een tijdelijke oplossing<br />

gemaakt, zodat de mensen veilig naar de garage kunnen rijden.<br />

08.45 uur Een anwb-klant op de Keizersgracht heeft zijn auto per<br />

ongeluk afgesloten en de sleutels erin laten zitten. Dat is een klusje<br />

van een minuut. In een handomdraai open ik de deur. De tevreden<br />

klant kan naar zijn werk.<br />

09.00 uur Het is even rustig. Ik drink een bak koffie bij de garage<br />

waar ik vroeger gewerkt heb.<br />

09.30 uur Op mijn beeldscherm in de motor verschijnt een oproep<br />

voor de Reguliersdwarsstraat: een auto is aan het roken. Nadat ik de<br />

spanning van de accu heb gehaald, stopt het roken. Ik denk dat er ergens<br />

kortsluiting is ontstaan. De bedrading is te ver verbrand om nog<br />

verder te kunnen rijden. Daarom moet de auto worden weggesleept<br />

naar de garage.<br />

10.00-16.00 uur De hele dag gaat door met autoreparaties. Ik kom<br />

evenveel soorten auto’s als mensen tegen. Tegen vier uur neemt iemand<br />

anders mijn dienst over en ga ik lekker naar huis. Helaas moet<br />

ik de motor achterlaten bij de anwb-centrale…<br />

automonteur<br />

65


Wanneer wist je voor het eerst dat je kapster wilde worden?<br />

Toen ik acht jaar was, maar de droom verdween ook weer. Op<br />

mijn vijftiende zag ik voor het eerst een Kinki kapper – dat is een<br />

speciale kapperszaak – en toen wist ik het zeker. Ik ben meteen<br />

na de middelbare school voor kapper gaan studeren en stage gaan<br />

lopen bij Kinki. Daar werk ik nu alweer dertien jaar.<br />

Wat vind je zo speciaal aan kapperszaak Kinki?<br />

Kinki is gespecialiseerd in haarkleuringen en heeft een eigen unieke<br />

stijl. Het is een beetje een alternatieve zaak. We doen de gekste<br />

haarbewerkingen, van roze zoete barbiestijl tot felle rode hanenkammen.<br />

Een vooruitstrevende en moderne kapper dus, waar je je<br />

haar in extreme kleuren en stijlen kunt laten doen. Maar het hoeft<br />

niet per se.<br />

Welke soort mensen komen als klanten?<br />

Van punkers die hun kam opnieuw willen verven tot zakenmannen<br />

in stropdas die een beetje bijgeknipt willen worden. Goed<br />

verzorgde grachtengordeldames komen ook hier. Maar meestal zijn<br />

het toch wel mensen die zich willen onderscheiden van de rest en<br />

hun eigen identiteit willen onderstrepen door een aparte haarstijl.<br />

h a a r s t y l i s t<br />

Corina Alkemade (29): Ik heb een klant<br />

bij wie ik alle dieren van Artis al<br />

op zijn haar heb geverfd.<br />

Welke haarbewerkingen doe je als haarstylist vooral?<br />

Ik doe van alles. Ik heb panterprints gedaan, hanenkammen, regenboogkleuren<br />

en pauwenveren. Maar ook teddybeertjes. Ik heb één<br />

klant bij wie ik alle dieren uit Artis al op zijn haar heb geverfd. De<br />

kleuren blijven bij een permanente verf zes tot acht weken zitten.<br />

Tachtig procent van onze klanten komt voor een kleuring. Permanentjes<br />

doen we hier niet.<br />

Wat is de nieuwste stijl?<br />

Mash-up is een populaire stijl die wij hebben verzonnen en die we<br />

promoten. Deze stijl kan eigenlijk altijd en is een beetje tijdloos. Je<br />

haar is mash-up als al je haar door elkaar heen gemixt is.<br />

Welke coupe vind je het leukst en welke het lastigst om te knippen?<br />

Een variatie op de boblijn is het leukst. Spelen met stijlen, kleuren,<br />

lengtes en vormen is ook leuk om te doen. De lastige kniptechnieken<br />

zie ik als een uitdaging. Werken met blond (bleken) is<br />

het moeilijkst, want voor je het weet is het haar te geel of juist te<br />

donker.


Wat vind je het leukste aan haarstylist zijn?<br />

Het knippen en het feit dat iemand je vertrouwt en je advies aanneemt.<br />

Als dan iemand tevreden is met mijn werk en weer terugkomt,<br />

geeft dat een enorme kick! Het leuke is ook dat ik in dit<br />

werk creatief kan zijn. Hair-extensions en permanentjes zetten is<br />

saai en niks voor mij.<br />

Doe je altijd wat iemand wil?<br />

Meestal wel, maar als het echt niet bij iemand past, zeg ik het wel.<br />

Ik vind dat de kleur van het haar bij iemands huidskleur moet<br />

passen. Het gezicht moet mooi uitkomen en je haarstijl moet je<br />

onderscheiden van andere mensen, vind ik. En je moet er sexy van<br />

worden!<br />

Waar haal je je inspiratie vandaan?<br />

Uit wat ik om me heen zie – op de fiets en op straat. Wat er om<br />

me heen gebeurt, inspireert mij tot nieuwe haarstijlen. Als het<br />

weer en het seizoen veranderen, verander ik ook van stijl. In de<br />

herfst trek ik meer naar kastanjekleuren: die zijn warmer en roder.<br />

In de zomer gebruik ik vaker zonniger en fellere kleuren.<br />

Hoeveel klanten knip je op een dag?<br />

Dat hangt ervan af. In deze zaak blijven klanten gemiddeld twee<br />

uur, want onze behandelingen zijn vaak tijdrovend. Als het druk<br />

is, kun je wel tien klanten doen, maar dan heb je maar heel krap<br />

de tijd. Gemiddeld knip ik er zes per dag, denk ik. Ik werk niet<br />

elke dag in de zaak, want ik train ook nieuwe kappers op de Kinki<br />

Academy.<br />

Wat houdt dat trainen in?<br />

Ik ben verantwoordelijk voor de Kinki Academy. Hier kun je een<br />

parttime kappersopleiding van ongeveer vier maanden volgen. Ik<br />

geef zelf les. We trainen honderd tot honderdtwintig mensen per<br />

jaar. De helft komt bij Kinki werken, de andere helft gaat ergens<br />

anders heen. Ik geef ook veel workshops aan kappers in het hele<br />

land. Vroeger deed ik dat ook veel in het buitenland.<br />

Wat vind je leuker, knippen of lesgeven?<br />

Een combinatie van lesgeven, knippen en het geven van workshops<br />

past het beste bij mij. Het leuke van lesgeven is dat je mensen<br />

enthousiast kunt maken voor het kappersvak. Het leuke van<br />

de workshops is dat je nog eens ergens komt. Ik doe het nu iets<br />

rustiger aan, maar een paar jaar geleden vloog ik heel Europa door:<br />

van Griekenland tot Spanje en Engeland.<br />

Knippen jullie bij Kinki Academy op pruiken of op echte mensen?<br />

Allebei. Je begint natuurlijk op pruiken te oefenen, maar algauw<br />

stap je over naar echt haar en echte mensen. Daarom hebben we<br />

veel modellen nodig, wel zo’n zevenhonderd tot duizend per jaar.<br />

Er is overigens nog steeds een tekort. We adverteren veel, bijvoorbeeld<br />

onder studenten. Ze krijgen dan voor 7,<strong>50</strong> euro een goede<br />

knipbeurt. Je moet soms wel twee uur geduld hebben.<br />

haarstylist<br />

67


haarstylist<br />

68<br />

Wat is het vooruitstrevendste kappersland van Europa?<br />

Nederland staat wel ergens boven aan het lijstje, maar Engeland<br />

staat aan de top. Daar worden toch de nieuwe trends bepaald. In<br />

Engeland heeft het kappersvak een hoger aanzien dan in Nederland.<br />

Je betaalt daar al snel 1<strong>50</strong> euro bij de kapper. In Nederland<br />

bestaat soms het idee dat je maar kapper wordt omdat je niks anders<br />

kunt. En Nederlanders vinden 35 euro al veel geld, terwijl de<br />

hele knipbeurt algauw twee uur werk is.<br />

Wat heb je altijd bij je?<br />

Mijn schaar. Het is een kromme ergonomische schaar uit Japan.<br />

Die liggen goed in je hand.<br />

Ook haarstylist worden?<br />

Wat zijn de ideale eigenschappen van een haarstylist? Je moet<br />

creatief zijn in dit vak. Telkens met nieuwe ideeën komen. En je moet<br />

je klanten tevreden stellen en houden. Dat betekent dat je niet alleen<br />

goed moet kunnen knippen, maar ook goed naar ze moet kunnen luisteren.<br />

Wat willen ze precies? Je moet communicatief vaardig zijn.<br />

Welke opleiding heb je nodig? Op de kappersschool leer je in ongeveer<br />

in een jaar tijd het kappersvak. Scholen zitten door het hele land.<br />

Je hebt vmbo als vooropleiding nodig. De Kinki Academy biedt een<br />

opleiding van vier tot vijf maanden. Je hoeft hier geen speciale vooropleiding<br />

voor te hebben afgerond. Iedereen die interesse heeft, kan<br />

zich aanmelden.<br />

Meer informatie? www.kinkiacademy.nl Voor een kappersopleiding<br />

elders kun je bijvoorbeeld kijken op www.roc.nl


08.30 uur Ik kom op de zaak en bereid de les voor die ik vandaag ga<br />

geven. Op een lesdag op de Kinki Academy zijn er meestal een stuk of<br />

negen cursisten. Sommige daarvan hebben al een eigen kapperszaak<br />

en willen wat meer leren over nieuwe en gewaagde haarstijlen. Er zijn<br />

ook altijd een paar beginners die ik echt nog de kneepjes van het vak<br />

moet leren. Juist die afwisseling vind ik leuk.<br />

09.00 uur Als ik kennis heb gemaakt met de cursisten, komen de<br />

eerste modellen al binnen. Aan het begin van een lesdag bespreek ik<br />

altijd met de cursisten wat ze willen leren en welke kapsels we gaan<br />

oefenen. Dan zoeken we daar een model bij. De een wil bijvoorbeeld<br />

veel oefenen met kleuren en de ander juist met knippen volgens de<br />

laatste trends. En ook de modellen hebben meestal wel een klein<br />

beetje een voorkeur.<br />

10.00 uur De kappers beginnen met hun model en ik drink snel even<br />

een kop koffie. Ik loop nog even de kapperszaak binnen om te kijken of<br />

alles goed gaat. Maar ik ben vooral met de cursisten bezig. Ik begeleid<br />

ze, beantwoord vragen, geef aanwijzingen en soms help ik met wat bijknippen.<br />

Hoewel het een praktijkles is, geef ik ook uitleg over kleurtheorieën:<br />

bij wie past welke kleur? En ik geef informatie over producten<br />

die we in de zaak gebruiken en over hoe je een goede hoofdmassage<br />

geeft.<br />

Een dag uit het leven van haarstylist Corina…<br />

14.00 uur Tegen lunchtijd zijn de kappers klaar. Er zitten een hoop<br />

kleuren bij en een paar korte, pittige kapsels. We bespreken het werk<br />

na met de modellen en de cursisten. Daarna gaan de modellen en de<br />

cursisten naar huis. Ik ga nog even meeknippen in de zaak, want een<br />

vaste klant van mij belde of ik hem tussendoor kon knippen. Dat doe<br />

ik natuurlijk niet altijd, maar vandaag maak ik een uitzondering. Ik doe<br />

vaak ingewikkelde haarspoelingen en dat kan niet iedereen. Meestal<br />

duurt een knipbeurt zo’n twee uur. Ik kan maximaal zes of zeven klanten<br />

per dag knippen.<br />

17.00 uur Na twee uur knippen en hier en daar bijspringen, zit de<br />

werkdag erop. Met mijn baas bespreek ik de workshops die voor volgende<br />

week gepland staan. Ik moet naar twee verschillende locaties in<br />

het zuiden van het land, dus ze zullen het eventjes zonder mij moeten<br />

doen in de zaak!<br />

haarstylist<br />

69


d u i k e r<br />

Dennis van den Akker (30): Onder<br />

water in de binnenstad van<br />

Amsterdam zie je niks, mensen<br />

redden doe ik op de tast.<br />

Wat houdt dat in, duiker bij de brandweer?<br />

Als duiker kom ik in actie bij een ernstig waterongeval. Vaak gaat<br />

het om een auto die in het water is terechtgekomen, waarin de<br />

passagiers gevangen zitten. Of om een persoon die het water in is<br />

gedoken, maar niet meer boven is gekomen. Soms moeten we een<br />

‘zwemmer’ redden, dat is iemand die bijvoorbeeld de hoge kant<br />

van de gracht niet meer op kan klimmen.<br />

Waarom ben je niet gewoon brandweerman gebleven?<br />

Een duiker bij de brandweer is tegelijkertijd brandweerman. Als ik<br />

’s ochtends op mijn werk aankom, kan ik dus ingedeeld worden als<br />

duiker, maar ook als brandweerman. Ik besloot me te specialiseren<br />

als duiker omdat ik dat nóg spannender vind dan brandweerman.<br />

Bij de brandweer in Haarlem, waar ik als brandweerman begonnen<br />

ben, was het bovendien een vereiste om me te specialiseren als<br />

duiker. Dat was namelijk een klein team en er was een tekort aan<br />

duikers.<br />

Zit je wel bij de brandweermannen op de wagen?<br />

Ik ga alleen mee op de brandweerwagen als er een waterongeval<br />

is waarvoor we moeten uitrukken. Ik hoor dat aan het soort alarm<br />

dat afgaat in de kazerne. Het alarm voor een waterongeval klinkt<br />

anders dan het alarm voor brand. Als ik ’s ochtends niet ingedeeld<br />

ben als duiker, maar als gewoon brandweerman, ga ik natuurlijk<br />

wel mee op de wagen als er brand is!<br />

Kun je veel zien onder water?<br />

In de binnenstad van Amsterdam en in de binnenmeertjes van<br />

Nederland kun je niets zien onder water. Ik duik dus op de tast.<br />

Met een lijntje ben ik verbonden met een collega aan de kade; hij<br />

leidt me door het water. We zetten een denkbeeldig vierkant over<br />

het water heen en zoeken dat gebied af. Het gebeurt regelmatig<br />

dat je een slachtoffer onder water desondanks niet vindt. Bij een<br />

’vermissing’ blijkt vaak dat de persoon elders zelf uit het water is<br />

gekropen. Toch twijfel je altijd een beetje aan jezelf als je niemand<br />

vindt.


Hoe lang kun je onder water blijven en hoe diep kun je?<br />

Hoe lang je onder water kunt blijven, hangt af van hoe gespannen<br />

je bent. Als je gespannen bent, adem je sneller en gebruik je meer<br />

lucht. Als ik bijvoorbeeld een vermist persoon onder water zoek,<br />

adem ik veel sneller dan als ik een sleutelbos voor iemand moet<br />

opvissen. Daarnaast geldt: hoe dieper je duikt, hoe minder lang je<br />

onder water kunt blijven. Nou zijn de wateren in Amsterdam niet<br />

zo diep, dus als ik redelijk rustig adem, kan ik een halfuur tot een<br />

uur onder water blijven. Als ik heel ontspannen ben, haal ik de<br />

anderhalf uur. Als de flessen leeg raken tijdens een duikactie, kom<br />

ik aan wal en wissel ik van zuurstoffles.<br />

Hoe vaak oefen je?<br />

Ik oefen elke werkdag. Als ik ’s ochtends ben ingedeeld als duiker,<br />

oefen ik ’s middags een duik onder water. Als ik ingedeeld ben als<br />

brandweerman, oefen ik ’s middags het blussen van brand.<br />

Heb je wel eens iemand uit het water gered?<br />

Ja, dat gebeurt regelmatig. In Amsterdam redt ons team ongeveer<br />

een keer per week iemand uit het water. Soms moeten we echt<br />

iemand onder water zoeken, bijvoorbeeld een verkeersslachtoffer<br />

uit een auto. Maar heel vaak moeten we ook zwemmers redden.<br />

De Amsterdamse grachten hebben heel hoge kanten en daardoor<br />

kun je er niet zomaar uitklimmen. Daar vergissen een hoop mensen<br />

zich in. Het kan levensgevaarlijk zijn.<br />

Wat is het leukste dat je ooit hebt meegemaakt als duiker?<br />

Het leukste is natuurlijk als je iemand kunt redden uit een zinkend<br />

voertuig. Dat is mij ook wel eens gebeurd. Het is ook leuk als je<br />

iemand heel blij kunt maken door iets op te duiken wat voor hem<br />

belangrijk is. Een trouwring of een bos sleutels bijvoorbeeld. Een<br />

keer toen ik zoiets kleins had gevonden en ik dat met een touwsignaal<br />

liet weten aan mijn collega op de kade, hoorde ik allemaal<br />

gejuich. Dat zijn leuke dingen. Soms komen mensen zelfs een taart<br />

brengen als bedankje.<br />

duiker<br />

71


duiker<br />

72<br />

Wat is het spannendste dat je ooit hebt meegemaakt?<br />

De eerste keer dat ik een slachtoffer onder water vond was heel<br />

spannend. Je ziet niks onder water, je voelt alleen wat. Ik moest<br />

een jongen zoeken, die vermoedelijk verdronken was. Toen ik<br />

dacht dat ik ‘beet’ had, bleek dat ik het zadel van zijn scooter te<br />

pakken had. Pas even later vond ik de jongen zelf, dood inderdaad.<br />

Ook al ben je erop voorbereid, ik schrok toch.<br />

Heb je wel eens een rotdag of lig je wel eens wakker van je werk?<br />

Een tijdje geleden dook ik in de Sloterplas een meisje van een jaar<br />

of twintig op dat verdronken was. Het enge was dat je in dat meer<br />

wel iets kon zien onder water. Ik zag haar dus onder water drijven<br />

en zo’n beeld vergeet je niet snel, dat blijft op je netvlies staan.<br />

Wat neem je altijd mee naar je werk?<br />

Ik kan niet echt iets meenemen. Meestal heb ik een duikpak aan<br />

en daar zitten geen zakken in. In mijn brandweerpak zit wel een<br />

zakmes, dat is altijd handig in noodsituaties.<br />

Wanneer wist je dat je dit wilde worden?<br />

Bij de brandweer werken was echt een jongensdroom. Ik woonde<br />

vroeger vlak bij een brandweerkazerne. Toen ik vijf jaar oud was,<br />

mocht ik een keertje mee op de wagen. Vanaf toen was ik verkocht.<br />

Duiker werd ik nadat ik twee jaar bij de brandweer zat.<br />

Ook duiker bij de brandweer<br />

worden?<br />

Wat zijn de ideale eigenschappen voor dit beroep? Je moet fysiek<br />

en mentaal sterk zijn. Maar ik geloof ook in het gezegde: Waar een wil<br />

is, is een weg. Als je maar echt graag wilt, kun je alles bereiken wat je<br />

wilt. Voor je droom moet je dingen willen doen, maar vooral ook willen<br />

laten.<br />

Wat voor opleiding heb je nodig? Je hebt geen specifieke opleiding<br />

nodig om bij de brandweer te solliciteren. De brandweer leidt je zelf<br />

op. Je moet daarvoor door een zware selectieprocedure. Deze bestaat<br />

uit een zware sporttest, een gesprek met een psycholoog, een ‘engtetest’<br />

waar ze onderzoeken hoe je reageert op enge situaties zoals hoge<br />

hoogtes of donkere ruimtes, een technische test en een sollicitatiegesprek.<br />

Om duiker bij de brandweer te worden, moet je daarnaast twee<br />

maanden een duikopleiding volgen bij de marine. Je duikt dan van<br />

’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat en ligt een paar keer per dag in het<br />

water.<br />

Meer informatie? www.brandweerbanen.nl


Een dag uit het leven van duiker bij de brandweer Dennis…<br />

08.00 uur Vandaag ben ik als duiker ingedeeld, wat betekent dat ik<br />

begin met het controleren van mijn materiaal – inhoud van de zuurstofflessen,<br />

pak, dieptemeters, ik loop alles na. Meestal heeft een andere<br />

duiker de dag ervoor dezelfde spullen gebruikt. Bij de brandweer<br />

hebben we namelijk drie keer per week een 24-uursdienst, met elke<br />

keer een rustdag ertussen.<br />

09.00 uur We beginnen iedere dag met een grote schoonmaak van<br />

de kazerne. De brandweerkazerne is ons tweede huis. Iedereen slaapt<br />

hier drie keer per week. Het lijkt eigenlijk een beetje op een groot studentenhuis.<br />

Elke dag leven en werken hier twintig mensen, dus het kan<br />

hier een grote rotzooi worden.<br />

10.00 uur Een groep collega’s gaat boodschappen doen. Dat doen<br />

we altijd met de brandweerauto en samen met je eigen teamleden van<br />

die dag. Het is belangrijk dat een team te allen tijde compleet is, zodat<br />

we direct kunnen uitrukken als het alarm afgaat. Soms staan we net<br />

met z’n allen bij de kassa van de Albert Heijn als er het alarm afgaat.<br />

We laten dan alles uit onze handen vallen en rennen naar buiten.<br />

Gelukkig kennen ze ons inmiddels een beetje bij die winkel, dus schrikken<br />

ze niet meer zo als het gebeurt.<br />

10.00-12.00 uur Elke dag sporten we verplicht een paar uur. Brandweerman<br />

of duiker zijn is fysiek een zwaar beroep, dus we moeten<br />

goed fit zijn. Ook bij het sporten geldt dat alle teamleden van een<br />

brandweerauto bij elkaar zijn. Als er een van ons gaat hardlopen langs<br />

de Amstel, gaat de rest mee. En eentje rijdt er met de brandweerauto<br />

achteraan.<br />

13.00-17.00 uur Als er geen spoedmeldingen zijn, gaan we ’s middags<br />

altijd een waterongeval oefenen. Als duiker laten we bijvoorbeeld<br />

een auto te water met twee poppen erin. Die moeten we dan op de<br />

tast vinden en redden. Maar we proberen ook wel eens een trouwring.<br />

Het is niet ongewoon dat mensen naar de kazerne bellen met zo’n<br />

verzoek. Als we niet hoeven uit te rukken voor een ongeval, willen we<br />

soms best onze oefentijd voor dit soort verzoeken inzetten. Met een<br />

oefening zijn we meestal een hele dag bezig.<br />

17.00 uur tot de volgende ochtend Na het eten, vanaf een uur<br />

of zes, zijn we tot de volgende ochtend acht uur vrij. We moeten al die<br />

tijd op de kazerne blijven, omdat we vierentwintig uur lang oproepbaar<br />

zijn. Zo’n dienst hebben we drie keer per week. ’s Avonds kun je tijd<br />

aan je hobby besteden. Ik ga bijvoorbeeld meestal sleutelen aan een<br />

oude auto. Of ik ga sporten.<br />

duiker<br />

73


Hoe ben je leeuwentemmer geworden?<br />

Ik ben geboren in het circus in Duitsland. Mijn ouders waren ook<br />

leeuwentemmers. Als vijfjarige zat ik al bij het kindercircus. Ik<br />

temde huiskatten. Heel onschuldig ja. Vanaf mijn zestiende begon<br />

ik pas echt met leeuwentemmen. Toen ik achttien was deed ik een<br />

officieel staatsexamen als dompteur. Dat was in voormalig Oost-<br />

Duitsland. Behalve praktijk kregen we ook theorielessen: over de<br />

verzorging van dieren, dierenziekten en natuurlijk over het socialisme,<br />

haha. Dat was verplicht voor iedereen in die tijd.<br />

Ben je wel eens bang voor je eigen leeuwen?<br />

Nee, dat kan niet in dit beroep. Ik ben hun leider en ze mogen bij<br />

mij geen angst voelen. In de leeuwengroep is het alfamannetje de<br />

baas, maar in de piste ben ik het. Toch moet ik altijd onthouden<br />

dat leeuwen wilde dieren zijn. Ook al tem ik ze van jongs af aan,<br />

ze zullen nooit trouw zijn zoals honden. Als ik mij zwak opstel in<br />

de piste, kan ik dit werk niet meer doen. Het zijn en blijven roofdieren.<br />

l e e u w e n t e m m e r<br />

Yvonne Muderack (35): In de leeuwengroep<br />

is het alfamannetje<br />

de baas, maar in de piste ben<br />

ik het.<br />

Wel eens aangevallen?<br />

Nee, de enige schrammen die ik heb, zijn van chimpansees, die<br />

zijn veel gevaarlijker: ze pakken je met vier poten vast en je bent<br />

volkomen weerloos. Een leeuw doet dat niet. Ze schrikken wel<br />

van onverwachte gebeurtenissen. Eén spannende situatie kan ik<br />

me nog goed herinneren: in het publiek zat een man in een rolstoel.<br />

Het licht reflecteerde op het metaal van zijn stoel en daar<br />

schrokken mijn leeuwen erg van. Ze werden angstig en er ontstond<br />

paniek. Op zo’n moment is er een ongecontroleerde situatie,<br />

die ook voor mij gevaarlijk is. Ook al is het maar twee of drie keer<br />

in mijn hele leven gebeurd, met dit soort reacties moet ik altijd<br />

rekening houden.<br />

Nog meer spannende situaties meegemaakt?<br />

Kinderen of kleine dieren zoals honden die vlak bij het hok<br />

komen, zijn gevaarlijk. Ze hebben het niet door, maar één pootje<br />

van de leeuw door het hok en het kan gebeurd zijn. Een bewegend<br />

voorwerp bij het hek trekt de leeuwen aan. Als leeuwentemmer<br />

moet je altijd opletten. Mijn eigen hondje is ook wel eens bijna<br />

gegrepen. In één seconde kan het misgaan.


Wat is het leukste aan leeuwentemmer zijn?<br />

Leeuwentemmen is mijn leven. Het is heerlijk om met dieren te<br />

werken. Maar het allerleukste is misschien nog wel de erkenning<br />

van het circuspubliek voor je werk. Het applaus, daar kan ik geen<br />

genoeg van krijgen. Bovendien reis ik ieder jaar van circus naar<br />

circus. Daardoor zie ik veel van de wereld en ontmoet ik veel interessante<br />

mensen. Voor het geld hoef ik het overigens niet te doen.<br />

Het verdient niet echt veel, het is meer een soort idealisme.<br />

Hoe weten circussen dat ze jou kunnen inhuren?<br />

Ik ben aangesloten bij een circusagentschap en zij bellen mij af en<br />

toe voor een nieuwe klus bij een circus ergens in Europa. Circusdirecteuren<br />

wisselen ook informatie uit: als ze mij goed vinden<br />

vertellen ze dat aan elkaar. Tegenwoordig zijn er video’s waardoor<br />

een circus op beeld kan zien wat ik kan; daardoor word ik ook<br />

wel eens direct door een circus benaderd om een act bij ze te komen<br />

doen.<br />

Heb je altijd iets bij je als je in piste staat?<br />

Ik heb altijd een zweep bij me en ik draag een roze glitterpak, een<br />

dompteursuniform zogezegd. En ik heb altijd een kettinkje om<br />

met een leeuwtje eraan. Voor geluk.<br />

Als je geen leeuwentemmer was, wat zou je dan zijn?<br />

Ik weet het niet. Ik heb nooit iets anders gedaan dan dit en nooit<br />

iets anders geleerd. Als ik een ander beroep zou moeten kiezen,<br />

zou het in ieder geval iets met dieren zijn. Maar ik kan zo niet<br />

verzinnen wat dan. Als ik eerlijk ben, zal ik altijd leeuwentemmer<br />

blijven. Het zit in mijn hart.


leeuwentemmer<br />

76<br />

Ook leeuwentemmer worden?<br />

Wat zijn de ideale eigenschappen van een leeuwentemmer? Je moet<br />

stalen zenuwen hebben en een dominante persoonlijkheid. In een<br />

groep is het leeuwenmannetje altijd de baas, maar ik moet zorgen dat<br />

ik daarboven sta. Als leeuwentemmer moet je altijd rustig en geconcentreerd<br />

zijn en je bewust zijn van je omgeving. Als ik dat niet ben,<br />

kunnen ze dat interpreteren als zwakheid en dan is mijn leiderschap<br />

voorbij. Natuurlijk moet je je als leeuwentemmer ook erg kunnen inleven<br />

in dieren. Ik moet één van hen zijn, eigenlijk.<br />

Wat voor opleiding heb je nodig? In Nederland bestaat er geen opleiding<br />

tot leeuwentemmer. Ook op de circusschool kun je het niet leren.<br />

De meeste dompteurs groeien op in het circus en leren het vak van<br />

hun ouders. In Duitsland en een aantal andere Europese landen kun je<br />

een opleiding volgen tot dierentemmer (waaronder van roofdieren).<br />

Meer informatie? www.renz.nl of www.circus.startpagina.nl


09.00 uur Leeuwen in het circus eten ongeveer 5 kilo vlees per dag.<br />

Verder krijgen ze niks. Bij een lokale slager heb ik het vlees besteld. Hij<br />

heeft veel te grote stukken aangeleverd, dus dat moet ik eerst in stukken<br />

snijden. In de ogen van de leeuwen ben ik hun leider, daarom ben<br />

ik de enige die ze te eten geeft. Voordat we de dieren voeren worden ze<br />

van elkaar gescheiden. Als ik dat niet doe, vallen ze elkaar aan als ze<br />

om eten vechten. De mannetjes mogen als eerste eten, net zoals in de<br />

natuur. Net voordat ik het vlees breng, brullen ze als een gek.<br />

Ze ruiken het bloed.<br />

16.30 uur We geven twee keer per dag een show: om halfvijf<br />

’s middags en om acht uur ’s avonds. De middagshow gaat prima.<br />

Gelukkig geen gekke flitsen of andere ongewone gebeurtenissen die<br />

mijn leeuwen onrustig maken. Ook al ziet het er eenvoudig uit, het<br />

publiek vergeet soms dat ik daar niet zomaar kan staan met acht<br />

leeuwen. Ik ben de hele dag met ze bezig om die zeven minuten<br />

durende act goed te kunnen doen en niet aangevallen te worden.<br />

Een dag uit het leven van leeuwentemmer Yvonne…<br />

10.00 uur Als de leeuwen klaar zijn met eten, mogen ze weer bij elkaar<br />

in het hok. Ik breng veel tijd in hun buurt door. Ik zorg dat ze mij<br />

continu kunnen zien. Zo behoud ik mijn positie als dominante leider.<br />

Bovendien moet ik veel bij hen zijn, omdat ik goed moet kunnen inschatten<br />

of ze zich goed voelen. Ik heb acht leeuwen, vier mannetjes<br />

en vier vrouwtjes. Simbad is het alfamannetje, de koning van de leeuwen.<br />

De anderen heten Kira, Toger, Felix, Clarence, Maya, Ceti en Elsa.<br />

Al mijn leeuwen hebben korte namen, die ik snel en fel kan uitspreken.<br />

12.00 uur Overdag oefen ik nooit kunstjes met mijn leeuwen. Ze beheersen<br />

hun act. De meeste van hen zijn al jaren bij me. Ik koop ze uit<br />

de dierentuin en meestal komen ze bij mij als ze zo’n vier of vijf maanden<br />

oud zijn, net nadat ze uitgezoogd zijn. Vanmiddag haal ik Maya en<br />

het mannetje Clarence uit hun hok naar de piste toe. We knuffelen wat<br />

met elkaar en ik geef ze opdrachten. Niet om te oefenen, maar puur<br />

om tijd met ze door te brengen.<br />

14.00 uur Gedurende de dag onderhouden mijn man en ik onze<br />

spullen die we nodig hebben voor de act. We controleren of de hekken<br />

van de piste en de hokken nog stevig zijn. Vandaag last mijn man een<br />

gedeelte van het hek en samen maken we de kooien schoon. Als ik in<br />

de oefenpiste loop met de leeuwen, heb ik altijd een zweep bij me. En<br />

mijn man is altijd in de buurt. Mocht er iets gebeuren, dan kan hij ze<br />

afleiden.<br />

leeuwentemmer<br />

77


a c t e u r<br />

Pepijn Gunneweg (30): Als acteur kun<br />

je alle <strong>beroepen</strong> spelen die je<br />

ooit had willen uitoefenen!<br />

Wat voor acteerwerk doe je allemaal?<br />

Ik heb mijn eigen theatershow met drie vrienden. We heten de<br />

Ashton Brothers. Ik acteer ook voor televisie: ik speel in het kinderprogramma<br />

Klokhuis en ik spreek stemmen in voor films. Ik<br />

spreek bijvoorbeeld de stem in van Willy Wonka, in de film Sjakie<br />

en de Chocoladefabriek. Daarnaast presenteer ik elke zaterdag op<br />

televisie het kinderprogramma ‘de bzt-show’.<br />

Hoe vaak treed je op of moet je werken?<br />

Per theaterseizoen sta ik ruim honderd keer op de planken, dat<br />

komt neer op zo’n drie of vier keer per week. Voor de bzt-show<br />

heb ik één opnamedag per week, meestal op zaterdag. Het Klokhuis<br />

wordt drie of vier keer per jaar opgenomen. We nemen dan<br />

in één keer heel veel afleveringen op.<br />

Vertel eens wat meer over je eigen theatershow?<br />

Op de Academie voor Kleinkunst ben ik samen met drie jongens<br />

de Ashton Brothers begonnen. Het is een comedyshow met veel<br />

fysieke acts: we hangen in touwen, klimmen in stalen constructies,<br />

enzovoort. We hebben niet zoveel tekst in de show, maar we zingen<br />

wel veel. Een internationaal publiek kan ons begrijpen. Bijna al<br />

onze voorstellingen zijn uitverkocht: er komen gemiddeld vijfhonderd<br />

tot achthonderd mensen per avond kijken. Het is fantastisch<br />

als je zelf iets verzint en mensen blijken het leuk te vinden. Daar<br />

ben ik echt heel trots op.<br />

Stel je hebt een goed idee, hoe regel je dan een theateroptreden?<br />

Als je in het theater wilt optreden met een eigen show, moet je<br />

een impresariaat regelen. Een impresario is een persoon die jouw<br />

show verkoopt bij theaters in Nederland. Impresariaten zoeken<br />

nieuw talent op theaterfestivals, zoals het Leids of Groninger<br />

Cabaret Festival. Het is dus een goed idee om je voor een theaterfestival<br />

op te geven. Een andere goede manier om met een impresariaat<br />

in contact te komen, is een theateropleiding te gaan doen.<br />

Daar leer je veel mensen kennen uit de acteurswereld (en je leert<br />

natuurlijk veel van je vak!). Als zij je goed vinden, kunnen ze jou<br />

introduceren.


Kun je ook zelf opbellen naar een theaterzaal en vragen of je mag<br />

optreden?<br />

Dat kan wel, maar ik geef je weinig kans. De meeste theaters lopen<br />

een jaar vooruit en kopen nu shows in voor het volgende theaterseizoen.<br />

Ik ben samen met de Ashton Brothers bijvoorbeeld al<br />

voor de komende twee jaar volgeboekt door theaters. Als je zelf<br />

belt met een goed idee voor een optreden, is de kans dus groot dat<br />

het theater pas over twee jaar een plek vrij heeft.<br />

Hoe krijg je een rol bij het Klokhuis of bij een film?<br />

Bij mij was het zo dat iemand van de afdeling drama van het Klokhuis<br />

mij zag optreden met de Ashton Brothers en vroeg of ik een<br />

klein rolletje wilde spelen. Toen ik daar werkte, werd op een dag<br />

een van de hoofdrolspelers ziek en ik mocht invallen. Dat beviel<br />

van beide kanten zo goed dat ik mocht blijven. Normaal moet je<br />

meedoen aan audities. Dat geldt eigenlijk voor alle rollen in televisieshows,<br />

maar ook in films.<br />

Is het moeilijk om een stem in te spreken voor een film?<br />

Ja, dat komt vooral omdat de tekst, en zelfs het aantal lettergrepen,<br />

al vastligt. Jouw tekst moet namelijk passen op ‘de mond’<br />

van het karakter waarvoor je de tekst inspreekt. Een stem inspreken<br />

voor een tekenfilm is het allermoeilijkst omdat het tekenfilmfiguurtje<br />

soms dingen doet die je als normaal acteur nooit hoeft<br />

te doen. Wat voor geluid moet je bijvoorbeeld maken als je in een<br />

kikker verandert? Of hoe schreeuw je als je van een waterval naar<br />

beneden stort? Dat maakt het ook weer heel leuk, want je speelt<br />

dingen die je in het echt nooit zou kunnen spelen.<br />

Wat is het leukste: acteren voor theater, televisie of film?<br />

Ik vind in het theater staan het allerleukst, maar dan doe je wel<br />

driehonderd keer dezelfde show. Daarnaast vind ik mijn werk voor<br />

het Klokhuis het leukst. Dat komt omdat ik me redelijk snel verveel<br />

en de opnames voor het Klokhuis zijn lekker afwisselend.<br />

Kun je van dit beroep leven?<br />

Ja, ik kan er goed van leven. Maar ik doe ook heel veel. Ik werk<br />

voor theater, televisie en film tegelijk. Als je bekender wordt, ga je<br />

ook meer verdienen: de toegangskaartjes voor het theater worden<br />

bijvoorbeeld duurder. Niet iedereen kan ervan leven. Veel afgestudeerde<br />

studiegenoten van mij hebben regelmatig een bijbaantje<br />

om genoeg inkomsten te hebben. Het is best een harde wereld.<br />

Wat is het leukste aan acteur zijn?<br />

Je kunt alle <strong>beroepen</strong> nadoen die je ooit hebt willen doen. Ik heb<br />

een politieman gespeeld, een sportverslaggever nagedaan en op<br />

een kameel gezeten. Als acteur kun je een kijkje nemen in alle<br />

werelden.<br />

Ben je zenuwachtig voor een optreden?<br />

Nee, ik vind het niet meer eng om op te treden. Als ik mensen de<br />

theaterzaal hoor binnenkomen, voel ik wel een lichte spanning.<br />

Dat is de adrenaline die begint te stromen, en een moment van<br />

concentratie. Als ik première heb, als we in een groot theater als<br />

Carré staan of als er tv-opnames van de theatershow zijn, ben ik<br />

wel zenuwachtig. Dan denk ik: Waarom wilde ik dit ook alweer?!<br />

acteur<br />

79


acteur<br />

80<br />

Wat is het moeilijkste aan acteur zijn?<br />

Er is geen handleiding waarin staat hoe het moet. Dus in dit vak<br />

ben je altijd een beetje onzeker. Wat ook lastig is: je moet ervoor<br />

zorgen dat je als acteur niet te veel verraadt wat er gaat komen.<br />

Ik ken het script natuurlijk al, maar het publiek mag nog niet aan<br />

mij merken wat er straks gaat gebeuren. Het is ook moeilijk om<br />

een rol spontaan te blijven spelen, zelfs al speel je hem al voor de<br />

honderdste keer.<br />

Is het moeilijk om je tekst te onthouden?<br />

Nee, je moet gewoon veel leren en dan lukt het. Het is veel moeilijker<br />

om de ‘ondertekst’ goed te spelen. Dat is de toon en het<br />

gevoel die bij de tekst horen. Als jij vraagt hoe het met mij gaat en<br />

ik zeg: ‘Het gaat goed’, dan kan ik dat op tien verschillende manieren<br />

zeggen, zelfs op een manier dat je denkt: Het gaat helemaal<br />

niet goed met hem. De acteur, de schrijver en de regisseur hebben<br />

soms hun eigen ideeën over de ‘ondertekst’ en hoe die gespeeld<br />

moet worden.<br />

Hoe bereid je je voor op een rol?<br />

Dat verschilt per rol. Bij het inspreken van een film liggen de tekst<br />

en de bewegingen van het karakter dat je speelt vast. De voorbereiding<br />

bestaat vooral uit het kijken naar de originele film. Als<br />

je moet acteren, is de voorbereiding veel uitgebreider. Als ik een<br />

oude man moet spelen, kijk ik goed naar oude mensen op straat<br />

en ik kijk naar andere acteurs die oude mannen spelen. Je bestudeert<br />

dus hoe je een oude man kunt nadoen. Daarnaast ga je natuurlijk<br />

ook oefenen, hoe je je gaat bewegen bijvoorbeeld.<br />

Hoe lang repeteer je?<br />

Je moet altijd eerst thuis de tekst uit je hoofd leren. Dat duurt<br />

soms een dag en soms twee weken. Voor het Klokhuis oefenen<br />

we drie dagen met alle acteurs de teksten voor één opnameweek.<br />

We hebben dan nog geen kostuums aan of make-up op. Met de<br />

Ashton Brothers verzinnen we een eigen show. Dat duurt van het<br />

eerste idee tot aan de première ongeveer een jaar.


07.00-08.30 uur Gisteravond tot laat in het theater gestaan, maar<br />

toch moet ik vroeg op. Vanmorgen heb ik opnames voor het televisieprogramma<br />

Klokhuis. Meestal ga ik met de trein naar de televisiestudio’s.<br />

Als ik aankom, loop ik meteen door naar de kleedruimte om<br />

me om te kleden.<br />

08.45 uur Ik ga naar de make-upruimte. Als oud opaatje krijg ik een<br />

grijze pruik en een snor opgeplakt. Mijn gezicht wordt met schmink<br />

vijftig jaar ouder gemaakt. Het opmaken duurt bijna 45 minuten.<br />

09.15-12.30 uur Tot aan de lunch nemen we drie scènes op, kleine<br />

toneelstukjes eigenlijk. Een televisiescène duurt gemiddeld drie minuten.<br />

Toch doen we er een uur over om zo’n kort stukje op te nemen.<br />

Dat komt doordat we heel vaak achter elkaar hetzelfde stukje moeten<br />

opnemen. We moeten de camera namelijk een paar keer verplaatsen<br />

tijdens het filmen en dan moeten we iedere keer van voor af aan met<br />

de scène beginnen. Er gaan ook wel eens dingen mis waardoor het<br />

stukje over moet. Er hangt dan bijvoorbeeld per ongeluk een microfoon<br />

in beeld, of iemand krijgt de slappe lach.<br />

12.30-14.30 uur We lunchen een uurtje. Daarna laat ik me snel omschminken<br />

tot Indiase prins. Mijn gezicht wordt bruin gemaakt en ik<br />

krijg een mooie tulband op. Ik herken mezelf bijna niet meer!<br />

14.30-17.30 uur Snel afschminken, want ik moet naar een theater<br />

in Limburg voor een optreden met de Ashton Brothers. Na een lange<br />

treinreis vanuit Hilversum kom ik aan bij het theater in Limburg. Ik<br />

loop meteen door naar de zaal waar we straks moeten optreden om<br />

alle spullen klaar te leggen. Tijdens het optreden moeten we ons vaak<br />

omkleden, dus alles moet op precies de juiste plek liggen.<br />

Een dag uit het leven van acteur Pepijn…<br />

17.30-20.00 uur Even wat eten. Dat doen we altijd twee uur van<br />

tevoren, want optreden met een volle maag is niet fijn. Daarna kleed<br />

ik me om en plak mijn microfoon op. In de theaterzaal controleren<br />

we onder meer of het geluid overal goed te horen is, of alle zenders<br />

het doen en of de instrumenten zuiver gestemd zijn. De ‘soundcheck’<br />

noemen we dat. Daarna doe ik mijn make-up op. Ik teken een zwart<br />

lijntje onder mijn ogen en kleur mijn wenkbrauwen, zodat het publiek<br />

mijn gezichtsuitdrukking goed kan zien. Tot slot een warming-up, zo-<br />

dat mijn lijf en stembanden soepel zijn!<br />

20.00 uur tot ver na middernacht De voorstelling begint om<br />

acht uur. We spelen een uur en drie kwartier, zoals gewoonlijk. Na<br />

afloop gaan we nog even naar de foyer en drinken we een drankje met<br />

een aantal mensen van het publiek. Ik vind het leuk om te horen wat<br />

ze van de show vonden. Zo tegen elf uur gaan we naar huis. Ik lig pas<br />

ver na middernacht in mijn bed in Amsterdam.<br />

acteur<br />

81


acteur<br />

82<br />

Hoeveel mensen werken er aan een theatervoorstelling of op een<br />

televisieset?<br />

Dat zijn er een heleboel. Je hebt mensen voor de make-up, kostuums,<br />

licht, geluid, decor, regie, publiciteit enzovoort. Bij de<br />

theatergroep de Ashton Brothers werken twintig mensen, terwijl<br />

er maar vier op het podium staan. Op de televisieset van het<br />

Klokhuis werken ongeveer vijftig mensen.<br />

Ook acteur worden?<br />

Wat zijn de ideale eigenschappen van een acteur? Mijn docent op<br />

de kleinkunstacademie, Joost Prinsen, gaf drie vuistregels mee: wees<br />

op tijd, ken je tekst en zorg dat je betaald krijgt. Ik vind daarnaast dat<br />

je bereid moet zijn om veel opzij te zetten voor dit beroep. Dat gaat<br />

soms ver. Een optreden gaat vóór je eigen verjaardag of een ander<br />

feestje. Anders red je het niet. Tot slot: durf te blijven dromen. Je moet<br />

nooit denken dat iets niet kan op een podium.<br />

Wat voor opleiding heb je nodig? Het is verstandig om je aan te melden<br />

bij een toneelschool of een kleinkunstacademie. Behalve acteerles,<br />

krijg je ook bewegingsles en zangles. Je leert waar je goed in bent en je<br />

doet dingen die je nog nooit hebt gedaan. Belangrijk van een theateropleiding<br />

is dat je studiegenoten leert kennen die al echt iets kunnen.<br />

Een goede acteur word je pas als je samen met andere goede acteurs<br />

kunt oefenen. Net als bij een voetballer eigenlijk: die leert ook het<br />

meeste van andere goede voetballers.<br />

Meer informatie? www.theater.startpagina.nl (klik op opleidingen) en<br />

www.ashtonbrothers.nl


kopregel<br />

83


kopregel<br />

84<br />

Wat houdt het werk van een ambulancechauffeur in?<br />

Ambulancechauffeur is een half technisch, half medisch beroep.<br />

Het medische werk dat ik doe varieert van medicijnen klaarleggen<br />

voor de verpleegster tot assisteren bij een reanimatie. Ik ondersteun<br />

de verpleegster. Tegelijkertijd ben ik ook verantwoordelijk<br />

voor het onderhoud van de auto, de routeplanning en het zo snel<br />

en veilig mogelijk ter plaatse zijn.<br />

Waarom ben je ambulancechauffeur geworden?<br />

Ik doe dit nog geen jaar. Vroeger was ik professioneel karatesporter,<br />

ik ben onder andere Europees kampioen en wereldkampioen<br />

geweest. Mijn sportcarrière was voorbij toen ik door een auto van<br />

mijn motor werd gereden. Ik houd van actie, adrenaline en de<br />

kick. Ik ben het type dat altijd uitdagingen nodig heeft. Ooit begon<br />

ik aan de politieopleiding, maar ik kwam erachter dat ik niet van<br />

wapens houd. Mijn huidige baan is het beste alternatief: wel de<br />

actie en overal als eerste bij zijn, maar niet het pistool.<br />

a m b u l a n c e c h a u f f e u r<br />

Carla Hoitinga (33): Met gierende banden<br />

door de binnenstad van Amsterdam<br />

scheuren, dat is één grote<br />

adrenalinekick.<br />

Hoe weet je waar je naartoe moet?<br />

Telefoontjes van mensen die 112 bellen, komen binnen bij een<br />

centrale meldkamer. Die schakelen politie, brandweer of ambulance<br />

in, en ze verdelen de klussen. Wij krijgen via onze pieper een<br />

oproep met het adres en gaan dan zo snel mogelijk naar de ambulance.<br />

Ik tik het adres in in een navigatiesysteem, zodat ik niet hoef<br />

te zoeken. Via de radioverbinding met de meldkamer horen we<br />

meer over het soort ongeval waar we naartoe gaan.<br />

Hoe snel zijn jullie ter plaatse?<br />

De ambulance moet binnen vijftien minuten ter plaatse zijn. Dat<br />

betekent direct reageren en hard rijden dus!<br />

Moet je als patiënt de ambulance zelf betalen?<br />

Nee hoor, dat doet de ziektekostenverzekering van de patiënt.


Neem je een patiënt altijd mee naar het ziekenhuis?<br />

Nee, het merendeel gaat niet mee. De meesten behandelen we ter<br />

plaatse aan hun verwondingen. Ze kunnen daarna zelf bijvoorbeeld<br />

naar de huisarts gaan. In veel gevallen zijn mensen vooral een<br />

beetje geschrokken door een ongeval en vallen de verwondingen<br />

gelukkig mee. Soms raken mensen – vooral omstanders en familieleden<br />

– in paniek als we een patiënt niet mee willen nemen.<br />

Heb je wel eens last van agressiviteit van omstanders?<br />

Ja, in sommige wijken in Amsterdam is het de standaardprocedure<br />

dat de politie aanwezig is als wij ons werk doen. Helaas worden<br />

we soms bedreigd, vooral als we een patiënt niet mee willen nemen<br />

naar het ziekenhuis. Niet alle omstanders willen geloven dat<br />

de verwondingen meevallen. De politie is er ook bij omdat er in<br />

Amsterdam regelmatig spullen uit de ambulance worden gestolen.<br />

Wat heb je altijd bij je als ambulancechauffeur?<br />

En rolletje plakband. Als we met een patiënt bezig zijn en ik ben<br />

iets vergeten in de ambulance, moet ik later wel weer naar binnen<br />

kunnen. Het rolletje plakband leg ik dan tussen de deur en de<br />

muur, zodat hij niet dichtvalt. In alle hectiek horen mensen vaak<br />

geen deurbel.<br />

Wat vind je het allerleukste aan ambulancechauffeur zijn?<br />

Laat ik eerlijk zijn, hard rijden met sirenes aan is gewoon gaaf.<br />

Met gierende banden door de Amsterdamse binnenstad scheuren,<br />

dat is één grote adrenalinekick. Het is een spektakel, hoewel je<br />

natuurlijk erg moet oppassen en alert moet zijn. Sommige kinderen<br />

of ouderen willen nog wel eens de straat oversteken zonder te<br />

kijken. Wat mij ook heel erg aantrekt in dit vak is het onbekende<br />

van wat ik elke werkdag ga meemaken. Soms rij je je helemaal suf,<br />

soms is er bijna niks te doen.<br />

Wat is het spannendste dat je ooit hebt meegemaakt op je werk?<br />

Steek- en schietpartijen zijn natuurlijk het spannendst. Of een<br />

vette liquidatie, en dan als eerste daarna ter plaatse zijn. Als zoiets<br />

is gebeurd en jij had net geen dienst, dan baal je echt.<br />

Heb je wel eens een rotdag?<br />

Natuurlijk, dat heeft ieder mens. Wat er bij mij echt inhakt zijn<br />

reanimaties van kinderen. Of laatst, een kindje dat levend was verbrand.<br />

Dat kan ik moeilijk loslaten.<br />

Kun je dit werk je leven lang doen?<br />

Ik geloof dat ze een limiet van twintig jaar wilden invoeren, maar<br />

in de praktijk lijkt mij dat moeilijk. Dan moeten al die mensen<br />

zich na twintig jaar omscholen! Ikzelf blijf dit werk doen zolang ik<br />

het lichamelijk en geestelijk volhoud. Het vergt best veel van je en<br />

ik houd van afwisseling. Het zou mij niets verbazen als ik ooit wat<br />

anders ga doen. Je moet je niet zo vastpinnen op één ding, vind ik.<br />

Wat vind je van je uniform?<br />

Supermakkelijk. Ik hoef nooit na te denken over wat ik aan moet<br />

trekken.<br />

ambulancechauffeur<br />

85


ambulancechauffeur<br />

86<br />

Ook ambulancechauffeur<br />

worden?<br />

Wat zijn de ideale eigenschappen van een ambulancechauffeur?<br />

Het belangrijkste dat je moet hebben: levenservaring en mensenkennis.<br />

We moeten elke dag snelle beslissingen nemen en zien veel<br />

verschillende typen mensen, die behoorlijk overstuur zijn. Je moet<br />

ook medisch geïnteresseerd zijn.<br />

Wat voor opleiding heb je nodig? Je moet een diploma op mboniveau<br />

hebben, je groot rijbewijs (B en C) en een ehbo-diploma. Als<br />

je solliciteert bij de ambulancedienst als chauffeur en wordt aangenomen,<br />

krijg je een interne opleiding. Deze zogenaamde sosa-opleiding<br />

duurt negen maanden en wordt betaald door de ambulancedienst. Je<br />

werkt dan namelijk ook al. Tijdens de opleiding leer je alles over medische<br />

protocollen (hoe je moet handelen bij een ongeval), en ook iets<br />

van autotechniek. Om het beroep te mogen blijven uitoefenen moet je<br />

je regelmatig laten bijscholen.<br />

Meer informatie? www.ambulancezorg.nl en www.vza.nl<br />

12.35 uur Met honderd kilometer per uur scheuren we over de<br />

Overtoom, de sirenes loeien en het blauwe zwaailicht weerkaatst in de<br />

ruiten van de huizen en winkels. In de bochten gieren de banden. Er is<br />

een aanrijding op de ring Amsterdam. Met uiterste precisie manoeuvreer<br />

ik de zware 8 cilinder Dodge langs de trams. Linda, de verpleegster,<br />

trekt haar blauwe plastic handschoenen alvast aan.<br />

12.47 uur Ik parkeer de ambulance direct naast het autowrak. De<br />

politie is aanwezig en de brandweer is bezig met het uitknippen van<br />

het slachtoffer. De bewusteloze vrouw wordt voorzichtig op de brancard<br />

gehesen en de ambulance ingeschoven. Terwijl verpleegster Linda<br />

de verwondingen verzorgt, meet ik de bloeddruk, het zuurstofgehalte<br />

en de hartslag. Zodra de vrouw gestabiliseerd is, spring ik achter het<br />

stuur en stuif richting vu-ziekenhuis.


13.36 uur Net nadat de vrouw is afgeleverd bij het ziekenhuis, komt<br />

een nieuwe melding binnen. In het Tulip Hotel is een Amerikaanse toe-<br />

rist uitgegleden in de badkamer. Hij heeft zijn hoofd en rug verwond.<br />

Terwijl de ambulance de uitrit uit scheurt, tikt Linda de coördinaten in<br />

in het navigatiesysteem. Eenmaal aangekomen vinden we de man liggend<br />

in een plas bloed. We onderzoeken hem, maar het blijkt mee te<br />

vallen. Linda verzorgt de wond en ik assisteer haar. De man hoeft niet<br />

mee naar het ziekenhuis. Binnen een uur staan we buiten.<br />

15.00 uur ‘Ambulance 360, sorry, jullie krijgen het vandaag wel voor<br />

je kiezen, want ik heb nog een ander spoedje voor jullie,’ zegt de medewerker<br />

van de centrale meldkamer. Een Marokkaans jongetje is van<br />

de bank gevallen, op zijn hoofd, en is bewusteloos. Bij aankomst is<br />

de politie ter plekke, omdat we in de wijk waar we nu zijn nogal eens<br />

bedreigd worden. Het jongetje hoeft niet mee naar het ziekenhuis – hij<br />

blijkt zich aan te stellen – en de ouders raken even in paniek. Iedereen<br />

bedaart gelukkig snel weer.<br />

15.45 uur We halen snel een kop koffie, maar moeten die laten staan<br />

voor een oproep.<br />

15.46 uur Er is een kind van de trampoline gevallen; het heeft zich<br />

ernstig bezeerd. Nog geen vijf minuten later rennen Linda en ik met<br />

onze apparatuur het gymzaaltje in en zien de jongen gestrekt op zijn<br />

rug op een gymbankje liggen. Hij huilt van de pijn. Linda doet onderzoek.<br />

Het blijkt dat de jongen een rugspier heeft verrekt. Ook deze jongen<br />

hoeft niet mee naar het ziekenhuis. Zijn vader komt hem ophalen.<br />

Een dag uit het leven van ambulancechauffeur Carla…<br />

17.30 uur Na wat kleine spoedklussen even een rustig ritje tussendoor:<br />

een man met een gebroken nek moet voor controle van het ene<br />

naar het andere ziekenhuis. Het halen en brengen neemt al met al<br />

toch gauw een uur in beslag.<br />

18.30 uur Tijd voor een maaltijd. Het personeel van de ambulances<br />

mag in de kantine van de ziekenhuizen eten en allebei scheppen we<br />

een stevige maaltijd op.<br />

19.45 uur Een laatste spoedrit in Diemen, Hartveldseweg. Een oudere<br />

vrouw is aangereden door een personenauto. De brandweer en de<br />

politie zijn onderweg. Nadat de aangereden vrouw is behandeld, kijken<br />

verpleegster Linda en ik terug op onze dag. Na ruim zeven uur hectiek<br />

op de ambulance lijkt dit de laatste rit te zijn geweest. Totdat ineens de<br />

pieper weer afgaat…<br />

ambulancechauffeur<br />

87


v i s a g i s t<br />

Niels Wahlers (41): Ik heb altijd een<br />

flesje nepbloed bij me.<br />

Wat houdt het werk van een visagist in?<br />

Ik maak mensen op en ik doe hun haar voordat ze op de foto gaan<br />

of gefilmd worden. Meestal zijn het acteurs of modellen die poseren<br />

voor reclamefoto’s of meedoen aan televisiecommercials.<br />

Verzin je altijd zelf hoe je de modellen opmaakt?<br />

Soms ben ik vrij om te kiezen hoe ik de modellen opmaak, maar<br />

soms krijg ik ook aanwijzingen van een regisseur. Als er een televisiecommercial<br />

wordt opgenomen, heeft de regisseur vaak een uitstraling<br />

voor de acteurs in gedachten. Ze moeten er bijvoorbeeld<br />

heel vrolijk uitzien. Dat vereist een andere make-up en haarstijl<br />

dan als ik iemand een heel streng of vermoeid uiterlijk moet geven.<br />

Hoeveel soorten make-up heb je?<br />

Ik heb een grote rugzak vol met make-up en een grote rugzak vol<br />

met haarspullen. Er zitten tientallen verschillende soorten foundations,<br />

poeders in alle kleuren, mascara’s, valse wimpers, haarlakken,<br />

pruikjes, gels en borstels in. En ik heb wel veertig soorten lippenstift.<br />

Naast de twee tassen die ik altijd bij me heb op de set, liggen<br />

er achter in mijn auto nog een paar grote tassen vol met make-up<br />

en haarspullen. Ik koop al mijn spullen bij een professionele makeupwinkel,<br />

meestal in Amsterdam.<br />

Moet je altijd iemand mooi maken of maak je bijvoorbeeld ook<br />

nepwonden?<br />

Zeker in reclamefilmpjes hoef ik iemand niet altijd mooi te maken.<br />

Soms moet een acteur eruitzien alsof hij een nacht uit is geweest<br />

en een kater heeft. Dan doe ik wat bordeauxrode make-up onder<br />

zijn ogen en schud ik het haar flink door de war. Een blauw oog<br />

kan ik ook goed namaken. En ik heb altijd een flesje met nepbloed<br />

bij me om een kleine wond na te maken. Echt grote wonden namaken<br />

is een vak apart. Meestal maakt iemand anders die na op<br />

een soort sticker en vervolgens plak ik de nepwond op het gezicht<br />

van een acteur. Ik werk de stickerranden daarna mooi weg zodat je<br />

niet ziet dat het nep is.<br />

Maak je vaak beroemde mensen op?<br />

Ja, best vaak. Ik kan niet eens meer tellen hoeveel het er zijn.<br />

Van Katja Schuurman tot aan Erica Terpstra. Van sporters tot aan<br />

acteurs. Sommige mensen worden pas beroemd nadat ze in een<br />

televisiecommercial hebben gespeeld. Bijvoorbeeld de acteur die<br />

Jochem de Bruin van de Rabobank speelt. Of de drie vrienden uit<br />

de Amstelreclame. Voor hen deed ik ook de visagie.


Werken visagisten voor zichzelf of werken ze bij een baas?<br />

Ik werk voor mezelf. Dat betekent dat ik zelf mijn opdrachten<br />

binnenhaal en bepaal wat ik wel of niet doe. Het is een onzeker<br />

bestaan, want het kan heel goed zijn dat ik volgende week geen<br />

opdrachten heb en dus ook niks verdien. Visagisten die veel doen<br />

voor fotografie en televisiecommercials, werken vaak zelfstandig.<br />

Visagisten die voor televisieprogramma’s werken, zijn meestal in<br />

loondienst bij een baas. Dat komt omdat televisieprogramma’s<br />

vaak een bedrijfje inhuren om alle visagie voor ze te doen.<br />

Hoe krijg je opdrachten?<br />

Ik zit al twintig jaar in het vak, dus ik krijg opdrachten van mensen<br />

die mijn werk kennen en mij goed vinden. Als je net begint, kan<br />

het handig zijn om een presentatiemap te maken. Je zoekt dan een<br />

model en een fotograaf en zorgt dat je foto’s hebt van verschillende<br />

opmaak- en haarstijlen die jij hebt gemaakt. Met zo’n map kun je<br />

langs redacties van modebladen. Zij zoeken regelmatig visagisten<br />

voor reportages. Een andere goede manier om te beginnen in het<br />

vak is om als visagist stage te lopen bij een fotograaf. Zo kom je in<br />

contact met modellen, moderedacties en andere fotografen.<br />

Wat was jouw eerste betaalde opdracht?<br />

Dat was een fotoshoot voor Nouveau. Ik weet niets eens meer hoe<br />

ik de opdracht heb gekregen, maar ik kan me wel herinneren dat<br />

ik heel zenuwachtig de krullen van het model stond in te draaien.<br />

Zij was ook erg nieuw, dus ze kon het zich wel voorstellen. Dat<br />

model was trouwens Daphne Deckers.<br />

Hoeveel klussen heb je per week?<br />

Deze week heb ik voor zes dagen werk, maar er zijn ook weken<br />

dat ik bijna geen enkele opdracht heb. De opdrachten voor televisiecommercials<br />

krijg ik meestal twee of drie weken van tevoren. Ik<br />

ben ook aangesloten bij een modellenbureau, dat optreedt als mijn<br />

agent. Mijn klanten kunnen mij via hen inboeken. Soms hoor ik<br />

pas een dag van tevoren dat ik ergens heen moet.<br />

Wat is jouw specialiteit?<br />

Geloofwaardige make-up aanbrengen. Daarmee bedoel ik dat<br />

mensen geloven dat de persoon die ik heb opgemaakt, er in het<br />

echt ook zo uitziet. Als een doodgewone actrice voor mij zit, kan<br />

het zijn dat ik haar met make-up en haarstyling moet transformeren<br />

tot volksvrouw of juist tot rijke dame. In beide gevallen moet<br />

het er geloofwaardig uitzien.<br />

Wat is het leukste aan dit beroep?<br />

Ik vind het heel leuk om de hele dag met mensen te werken en ze<br />

letterlijk in mijn handen te hebben. Het allerleukste is als het goed<br />

klikt met een persoon die je moet opmaken en stylen.<br />

Moet je vaak naar het buitenland?<br />

Als je wilt, kun je heel vaak naar het buitenland als visagist. Zeker<br />

als je visagie voor modefotografie gaat doen. Toen ik dat veel deed,<br />

ben ik de halve wereld overgevlogen. Van de Bahama’s tot aan Barbados,<br />

Curaçao en Sint-Maarten. Ik denk dat ik op alle tropische<br />

eilanden van de wereld ben geweest. Ik doe nu niet zoveel modeopdrachten<br />

meer, maar meer commercials en reclamefotografie.<br />

Daarvoor zit ik meestal in Nederland. Als het ver van huis is, overnacht<br />

ik soms in een hotel.<br />

visagist<br />

89


90<br />

Wat was de leukste opdracht die je ooit deed?<br />

Dat was in Moskou. In drie weken tijd werd daar een eindexamenfilm<br />

opgenomen en ik moest de visagie doen. Het was hartje winter<br />

en het vroor elke dag twintig graden. Het was een geweldig<br />

leuke club om mee te werken.<br />

Wat is het moeilijkste aan dit beroep?<br />

Omdat ik zelfstandig werk, weet ik nooit precies hoeveel opdrachten<br />

ik volgende week heb. Daar moet je tegen kunnen. Wat<br />

ook moeilijk is, is dat ik als zelfstandige mijn eigen financiële<br />

administratie moet doen. Dat is nooit de sterkste kant van creatievelingen!<br />

Is het moeilijk om een baan te vinden als visagist?<br />

Er zijn op dit moment honderden mensen die een baan zoeken als<br />

visagist, maar er is gelukkig ook veel werk bijgekomen de laatste<br />

jaren. Ik denk dus niet dat het heel moeilijk is om een baan te vinden.<br />

Ook visagist worden?<br />

Wat zijn de ideale eigenschappen van een visagist? Je moet een<br />

beetje van mensen houden. Je bent de hele dag met ze bezig en raakt<br />

ze ook veel aan. Je moet dus ook zeker niet vies zijn van anderen.<br />

Omdat je bij elke klus weer met andere mensen werkt, moet je je goed<br />

kunnen aanpassen en in staat zijn met allerlei soorten mensen om te<br />

gaan.<br />

Welke opleiding heb je nodig? Als visagist in Nederland moet je de<br />

make-up en het haar doen van acteurs of modellen. Het is dus handig<br />

als je een make-up- en een haaropleiding doet. Ik heb een avondopleiding<br />

make-up gevolgd. Dat was een avond per week naar school plus<br />

elke dag oefenen. Je kunt ook een uitgebreide grimeschool volgen, dan<br />

leer je niet alleen make-upverzorging, maar ook wonden namaken en<br />

dergelijke. Om haarstyling te leren, ben ik twee jaar naar de kappersschool<br />

gegaan.<br />

Meer informatie? www.beauty-styling.startpagina.nl en<br />

www.grime-startpagina.nl (klik op opleidingen)


Een dag uit het leven van visagist Niels…<br />

07.45 uur Vandaag doe ik de visagie voor een televisiecommercial<br />

van upc. Al vroeg in de morgen meld ik mij op de set in Waverveen.<br />

Het regent en het stormt. We nemen de commercial gedeeltelijk buiten<br />

op, dus dat is een beetje afzien. Wie denkt dat visagisten altijd<br />

warm binnen staan voor mooie spiegels met lichten, heeft het mis! Ik<br />

sta vandaag soms buiten in de regen mensen te poederen. Gelukkig<br />

heb ik een locatiebus ter beschikking om de acteurs allemaal op te<br />

maken en hun haren te stylen.<br />

08.00 uur De regisseur vertelt mij waar het televisiespotje over gaat<br />

en welke uitstraling de acteurs moeten krijgen. De set is een klein huis,<br />

een beetje ingericht als studentenhuis. Pizzadozen liggen op de grond<br />

en vier mannen hebben zogenaamd een dartavond achter de rug. Ik<br />

moet ze opmaken alsof ze een enorme kater hebben. Ik maak glimmende<br />

koppen, rode wangen en het haar gaat flink door de war! Het<br />

upc-meisje dat bij het huis aanbelt, maak ik fris en fruitig op.<br />

08.00-09.30 uur Ik heb anderhalf uur om vijf mensen op te maken:<br />

vier slaperige mannen en een frisse jonge meid. Soms heb ik een uur<br />

om één persoon op te maken. Als visagist moet je je kunnen aanpassen<br />

aan de eisen van de opnameleider. Als hij had gezegd dat alle vijf<br />

mensen om negen uur opgemaakt en gekapt moesten zijn, had ik ze<br />

om negen uur klaar gehad.<br />

09.30-13.00 uur De eerste scènes van de commercial worden gerepeteerd<br />

en daarna opgenomen. Soms moet een scène wel twintig<br />

keer over. Tussen de opnamen door check ik of de make-up en het haar<br />

van de acteurs nog goed zitten. Het meisje van upc heeft een lokje<br />

voor haar ogen hangen. Dat lokje moet telkens op dezelfde plek zitten,<br />

anders valt het op als de beelden aan elkaar gemonteerd worden.<br />

De visagist zorgt er dus voor dat acteurs er constant hetzelfde uitzien<br />

tijdens de opnamen.<br />

13.00-13.30 uur We lunchen uitgebreid. Op de set zijn lekkere<br />

broodjes aanwezig en ’s middags eten we vaak warm. Er is bijna altijd<br />

een cateringteam op een televisieset. Na een halfuur smikkelen roept<br />

de opnameleider dat we over vijf minuten weer gaan beginnen. Ik drink<br />

snel mijn koffie op en werk de make-up en het haar van de acteurs bij.<br />

13.30 uur Het draaischema wordt omgegooid, omdat het buiten nog<br />

steeds regent. We gaan verder met binnen filmen. Het is een drukte<br />

van jewelste in het kleine huis waar we opnemen: er lopen ongeveer<br />

twintig technici rond, vijf acteurs en een paar mensen van het bedrijf<br />

waarvoor de commercial wordt gemaakt. Ik klim tussen iedereen door<br />

om mijn acteurs op te maken. Om mijn middel heb ik een riem met<br />

allemaal kwastjes, poedertjes en lipsticks erin.<br />

18.30 uur De opnamen zijn nog lang niet afgelopen. Een werkdag<br />

van een visagist duurt meestal twaalf uur of langer. En daarna moeten<br />

we alles nog opruimen. Ik maak al mijn kwasten elke dag schoon en<br />

ruim mijn tassen vol make-up weer in. Tegen acht uur ’s avonds zijn<br />

we pas klaar vandaag. De televisiecommercial van in totaal dertig seconden<br />

is opgenomen!<br />

visagist<br />

91


Wat houdt je baan in?<br />

Ik ben politieagent, maar eigenlijk heet het buurtregisseur. Het<br />

houdt in dat ik het grootste deel van mijn tijd op straat surveilleer,<br />

maar ik zit ook met instanties rond de tafel om de leefbaarheid en<br />

de veiligheid van de wijk te vergoten. Ik ben verantwoordelijk voor<br />

de wijk Nieuwmarkt-Noord en ik stuur de agenten in deze wijk<br />

aan. Op topsterkte bestaat het totale wijkteam uit tachtig mensen.<br />

Amsterdam is opgedeeld in ongeveer tweehonderd buurten en er<br />

zijn evenveel buurtregisseurs.<br />

Wat bespreek je dan met instanties?<br />

Als er bijvoorbeeld een paar keer achter elkaar een straatroof in<br />

een donkere steeg is geweest, dan kijk ik niet alleen uit naar de<br />

dader, maar ga ik ook met de gemeente en winkeliers praten of<br />

we wat aan de verlichting kunnen doen. En als een bepaalde buurt<br />

sterk vervuild is, ga ik met de reinigingsdienst of de milieudienst<br />

praten. Het komt erop neer dat ik samen met instanties langetermijnoplossingen<br />

verzin voor de veiligheid in de wijk.<br />

p o l i t i e a g e n t<br />

Tom Sikkens (45): Samen met een<br />

collega heb ik de surveillancecamera<br />

bedacht.<br />

Pak je wel zelf criminelen op?<br />

Soms, maar veel vaker ben ik de regisseur van een serie aanhoudingen.<br />

Soms valt de politie bijvoorbeeld horecapanden of Chinese<br />

restaurants binnen, omdat we het vermoeden hebben dat er veel<br />

illegalen werken, dat er illegaal gegokt wordt of dat er drugs verhandeld<br />

worden. Meestal ben ik als buurtregisseur de eerste die<br />

verdenkingen van illegale activiteiten in panden heeft. Vervolgens<br />

trommel ik mijn collega’s op om het pand binnen te vallen. Ik ben<br />

erbij terwijl mijn collega’s de arrestaties verrichten en ik zorg tegelijkertijd<br />

dat de arbeidsinspectie, de belastingdienst en andere<br />

instanties die ermee te maken hebben, erbij zijn.<br />

Wat voor criminaliteit komt het meest voor?<br />

In de wijk Nieuwmarkt-Noord hebben we veel te maken met<br />

drugsoverlast en alles wat daarmee samenhangt. Er is bijvoorbeeld<br />

veel prostitutie en er zijn relatief veel auto-inbraken omdat mensen<br />

die verslaafd zijn vaak geld nodig hebben.


Is de soort criminaliteit veranderd door de jaren heen?<br />

Nee, het is niet veranderd, maar wel minder geworden. Vroeger<br />

gingen drugsverslaafden en mensen met grote psychische problemen<br />

nogal eens de politiecel in als ze overlast veroorzaakten. Nu<br />

zijn daar heel veel opvanginstanties voor. Voor drugsgebruikers zijn<br />

ruimtes ingericht waar ze hun drugs kunnen gebruiken, met als<br />

gevolg dat ze veel minder overlast veroorzaken op straat. Mensen<br />

blijven dus niet meer zo vaak hangen op straat, maar gaan naar de<br />

crisisopvang.<br />

Mag je zomaar iemand aanhouden als hij er verdacht uitziet?<br />

Nee, dat mag niet. Ik mag in principe alleen iemand aanhouden<br />

als hij of zij een overtreding begaat. Ik moet dus een goede reden<br />

hebben. Dat is bijvoorbeeld als ik iemand iets zie stelen of als een<br />

ooggetuige naar mij toekomt en iemand aanwijst als dief. Soms<br />

houdt de politie een actie preventief fouilleren. Dan wordt een<br />

straat afgezet en iedereen die daardoorheen loopt, of die nou 85<br />

of tien jaar oud is, wordt dan gefouilleerd. Voor zo’n actie moet<br />

de politie toestemming vragen aan de burgemeester. Het mag dus<br />

nooit zomaar.<br />

Wat is het leukste aan agent zijn?<br />

Het leukst aan mijn werk vind ik dat ik veel contact heb met mensen<br />

in de buurt. Ze komen vaak als eerste naar mij toe als er iets<br />

aan de hand is. Daardoor weet ik bijna alles van mijn wijk. Ik vind<br />

het ook leuk dat het bij mijn werk hoort om te overleggen met<br />

allerlei instanties zoals de gemeente en de reinigingsdienst. Ik kan<br />

daardoor echt resultaten boeken met dit werk.<br />

Mag elke agent ook wel eens op een motor of een paard?<br />

Politieagenten en buurtregisseurs rijden ook wel eens op de motor.<br />

Je moet dan wel een motorrijbewijs hebben en een extra cursus<br />

motorrijden bij de politie volgen. Wij mogen niet zomaar op een<br />

paard rijden. Om politieagent te paard te worden, moet je echt<br />

een heel aparte opleiding volgen.<br />

Waar ben je het meest trots op als agent?<br />

Bijna tien jaar geleden kwam ik samen met een collega op het idee<br />

om camera’s te plaatsen op openbare plekken in mijn wijk, om<br />

straatroof tegen te gaan. Dat was in die tijd revolutionair. We dongen<br />

mee naar de nationale innovatieprijs van de politie. Inmiddels<br />

zijn er in heel veel steden in Nederland camera’s geplaatst. En het<br />

werkt als een trein. Als ik ergens zo’n camera zie hangen, dan ben<br />

ik echt even trots.<br />

Wat is het moeilijkste of engste dat je ooit hebt meegemaakt?<br />

In mijn 22-jarige carrière als agent is er een aantal dingen gebeurd<br />

die mij altijd bij zullen blijven. Een geesteszieke vrouw bijvoorbeeld<br />

die naakt van een flat was gesprongen. Toen wij ter plaatse<br />

aankwamen lag ze op de grond in een gruwelijk rare houding. Dat<br />

beeld krijg ik niet meer uit mijn hoofd.<br />

Heb je wel eens iemand moeten neerschieten?<br />

Nee, gelukkig niet. Er zijn wel momenten dat ik heel erg alert ben.<br />

Bijvoorbeeld toen we een illegaal gokhuis ontruimden. Toen kwam<br />

er een man naar buiten die dingen uit zijn binnenzak weggooide. Op<br />

het moment dat je zijn hand naar zijn binnenzak ziet gaan, ben je<br />

heel scherp, want het kan heel goed zijn dat hij een vuurwapen trekt.<br />

politieagent<br />

93


politieagent<br />

94<br />

Heb je wel eens een rotdag en waarom?<br />

Ik heb bijna nooit een rotdag; in 99% van de gevallen heb ik het<br />

prima naar mijn zin. Ik heb wel eens moeilijke momenten gehad.<br />

Het is mij bijvoorbeeld twee keer overkomen dat ik tussen agressieve<br />

en vechtende mensen op straat moest springen en werd<br />

geprikt door een naald van een junk. Dat was verschrikkelijk, want<br />

daardoor liep ik het risico besmet te zijn met hiv of een andere<br />

ziekte. Gelukkig bleek in beide gevallen dat ik niks had opgelopen,<br />

maar je zit wel maandenlang in spanning.<br />

Wanneer wist je dat je agent wilde worden?<br />

Ik was in militaire dienst geweest en moest daarna een keuze<br />

maken wat ik wilde gaan doen. Een vriend van de overburen zat<br />

bij de politie. Zijn verhalen trokken me en daarom solliciteerde ik<br />

ook. Het was niet een erg bewuste keuze, maar het is achteraf gezien<br />

wel een goede keuze geweest.<br />

Wat heb je altijd bij je als je naar je werk gaat?<br />

En Zwitsers zakmes met een zaagje. Heel handig als iemand bekneld<br />

zit of als je iets door moet zagen in noodsituaties.<br />

Ook politieagent worden?<br />

Wat is de belangrijkste eigenschap van een politieagent? Je moet<br />

stevig in je schoenen staan, want het gaat er soms hard aan toe.<br />

Wat voor opleiding heb je nodig? Om politieagent te worden in<br />

Amsterdam moet je minimaal havo hebben, maar het kan per stad<br />

verschillen. Daarna moet je de politieacademie doen. De opleiding tot<br />

agent duurt vier tot vijf jaar. Een paar maanden na het begin van je opleiding<br />

krijg je een politie-uniform. Pas in het tweede of derde jaar krijg<br />

je een pistool. Vanaf dat moment ga je meewerken bij verschillende<br />

politieonderdelen. Je werkt bijvoorbeeld twee maanden bij de recherche,<br />

dan in een wijkteam en dan weer bij de verkeerspolitie. Zo leer je<br />

goed wat de politie allemaal doet en kun je uitvinden welk onderdeel je<br />

het beste ligt.<br />

Meer informatie? www.politie-werving.nl of<br />

www.politie-amsterdam-amstelland.nl


09.00 uur Ik begin mijn dag met het lezen van het dagrapport. Dat<br />

is een verslag van collega’s die de afgelopen dag en nacht in mijn wijk<br />

hebben gewerkt. Als zij bijvoorbeeld een straatroof melden die gisternacht<br />

is gebeurd, dan houd ik mijn ogen overdag open naar het signalement<br />

van de dader. Vandaag lees ik dat de drugsverslaafde mevrouw<br />

Van S. overlast veroorzaakt. Ze woont op een bootje in de Rechtboomsloot.<br />

Ik besluit erheen te gaan.<br />

10.00 uur Aangekomen bij de boot trek ik het luik open en zie mevrouw<br />

Van S. liggen. Om haar heen liggen spuiten, drugs en een hoop<br />

troep. Ze beweert dat ze de boot heeft gekocht en laat zelfs een contract<br />

zien. Ik geloof er niet veel van, maar ga het uitzoeken. Hoe dan<br />

ook zal de boot weggesleept worden. Ik wil geen gebruikershol in mijn<br />

wijk.<br />

11.00 uur Ik krijg een melding van een auto-inbraak op de Krommewaal.<br />

Daar aangekomen kom ik met buurtbewoners in gesprek over<br />

de toegenomen overlast van verslaafden. Een nieuwe bewoner heeft<br />

prachtige bankjes voor zijn huis geplaatst, maar de oude bewoners<br />

klagen dat die bankjes vooral ’s nachts veel junks aantrekken. Ik moet<br />

maar eens met de nieuwe buurtbewoner gaan praten…<br />

12.00 uur Op de Oostdokskade is het straatbeeld erg vies en onverzorgd.<br />

Het is een buurt met veel woonboten; her en der liggen accu’s,<br />

spuiten en allerlei troep. De buurtvereniging geeft aan dat de problemen<br />

te groot zijn om zelf op te lossen. Samen met hen ga ik een plan<br />

bedenken om de buurt er weer bovenop te krijgen.<br />

Een dag uit het leven van politieagent Tom…<br />

13.00 uur Melding van een grote ontploffing in mijn wijk. Brandweer<br />

en ambulance zijn met groot materieel uitgerukt. Via de centrale hoor<br />

ik dat er veel mensen verbrand zouden zijn. Ik ga er direct naartoe. Eenmaal<br />

aangekomen op de ‘rampplek’ blijkt de schade gelukkig mee te<br />

vallen. Geen groepen mensen verbrand, wel een dakdekker die in brand<br />

stond na ontploffing van een gastfles. De knal was enorm, waardoor<br />

buurtbewoners in paniek wegrenden. Samen met mijn collega´s zetten<br />

we de buurt af. Vanaf nu worden getuigenverklaringen opgenomen,<br />

start het technisch onderzoek en komt de arbeidsinspectie langs.<br />

15.30 uur Ik zie drie jongens op een brug blowen. Ze zijn zeventien<br />

jaar of jonger en zien er voor hun leeftijd erg bruut uit. Een jongen<br />

schreeuwt wat en drukt snel zijn joint uit. Ik verbaliseer de jongen die<br />

de joint in zijn handen had. Op straat mag je geen softdrugs hebben,<br />

leg ik hem uit. Volgens de opiumwet mag ik hem overigens fouilleren<br />

omdat hij gebruikte. Het blijkt dat hij nog gezocht wordt voor een aantal<br />

openstaande boetes. Hiervoor wordt hij aangehouden.<br />

16.30 uur Ik ga terug naar het politiebureau om een rapport te schrijven<br />

voor mijn collega’s in de nachtdienst, zodat ook zij weten wat er<br />

vandaag in onze wijk is gebeurd. Zo tegen zes uur ga ik naar huis.<br />

politieagent<br />

95


s c h r i j v e r<br />

Jessica Durlacher (45): Pas als je de<br />

eerste zin van je boek weet,<br />

kun je beginnen met schrijven.<br />

Wat doet een schrijver?<br />

Een schrijver vertelt een verhaal. Dat verhaal bedenk ik zelf en<br />

schrijf ik op. Voordat ik begin aan een boek denk ik net zo lang<br />

over een idee tot ik weet wat het allerbelangrijkste is dat ik wil<br />

vertellen. Pas als ik de kern van mijn verhaal heb bedacht, begin<br />

ik met schrijven. De kunst van het schrijversvak is om het boek te<br />

schrijven alsof je zelf opnieuw moet uitvinden wat je wilde vertellen.<br />

Het verhaal moet dus spannend zijn en nooit voorspelbaar.<br />

Hoe kom je op het idee voor een boek?<br />

Meestal lees ik een artikel of maak ik iets mee, waardoor ik op<br />

een idee kom voor een boek. Het idee voor mijn boek De dochter<br />

bijvoorbeeld ontstond in Amerika toen ik een oudere man en een<br />

iets jongere vrouw ontmoette. Er hing een soort geheimzinnigheid<br />

om hun relatie heen. Als schrijfster fantaseer ik dan verder over<br />

die mensen en uiteindelijk ontstaan er twee karakters voor in mijn<br />

boek. Ze maken in mijn boek ook dingen mee die ze in het echt<br />

waarschijnlijk nooit hebben meegemaakt.<br />

Waaraan voldoet een goed idee voor een boek?<br />

Dat is voor elke schrijver anders. Voor mij werkt het goed als een<br />

onderwerp van een boek dicht bij mij ligt. Daar bedoel ik mee dat<br />

het onderwerp mij persoonlijk moet raken. Als schrijver moet je<br />

het onderwerp van je boek in ieder geval verschrikkelijk interessant<br />

vinden, anders wordt het moeilijk om er iets boeiends over<br />

te schrijven voor een lezer. Het is niet genoeg om gewoon ‘iets’ te<br />

willen schrijven. Het werkt ook om zomaar ergens te beginnen<br />

met schrijven en dan wel te zien waar je eindigt.<br />

Moet je veel onderzoek doen om een boek te schrijven?<br />

Je moet alles over het onderwerp van je boek uitzoeken. Voordat<br />

je begint met schrijven, moet je een idee dus helemaal uitpluizen.<br />

Onderzoek naar jouw boekonderwerp doe je bijvoorbeeld in een<br />

bibliotheek of op internet. Sommige schrijvers gaan zelfs op reis<br />

om te zien hoe een land waarover ze schrijven eruitziet. Ik ben<br />

bijvoorbeeld ooit naar de Palestijnse gebieden geweest en heb<br />

gesproken met de familie van een meisje dat ik later als hoofdpersoon<br />

in mijn boek Emoticon heb verwerkt.


Hoe kom je aan een goede eerste zin?<br />

De eerste zin van een boek is het allermoeilijkst. Je kunt het niet<br />

afdwingen. Maar een goede eerste zin van een boek dient zich<br />

vanzelf aan. Na maanden piekeren komt er ineens een dag dat je<br />

wakker wordt en denkt: Hier moet ik beginnen! Pas als je de eerste<br />

zin van je boek weet, kun je beginnen met schrijven.<br />

Hoe lang doe je over het schrijven van een boek?<br />

Ik ben meestal wel een halfjaar aan het piekeren over de verhaallijn<br />

van een boek voordat ik begin. Vervolgens duurt het echte<br />

schrijven van het boek soms wel een jaar, of langer. Als ik net begin<br />

met schrijven, dan zijn alle woorden die ik tik een overwinning<br />

op het niets dat er was. Ik ben dan al blij als ik driehonderd woorden<br />

per dag schrijf. Als ik echt helemaal op dreef ben, werk ik wel<br />

elf uur op een dag en dan schrijf ik ongeveer 7<strong>50</strong> woorden per dag<br />

aan mijn boek.<br />

Weet je zelf altijd al hoe een verhaal eindigt als je begint aan een<br />

boek?<br />

Ik weet het einde nooit precies, anders zou het schrijven voor mij<br />

ook een beetje saai worden. Ik ken de verhaallijn wel globaal, dus<br />

ik weet waar het verhaal ongeveer naartoe moet. Vaak werk ik met<br />

kaartjes waarop ik belangrijke gebeurtenissen of ontwikkelingen in<br />

het verhaal opschrijf. Die gebruik ik om de verhaalstructuur voor<br />

mezelf duidelijk te maken. Ze zijn een soort geheugensteuntje<br />

tijdens het schrijven dus.<br />

Stel je hebt een boek geschreven, hoe komt het dan in de winkel?<br />

Als je een goed verhaal hebt geschreven, kun je dat opsturen naar<br />

een uitgever. Als een uitgever jouw verhaal mooi vindt, dan maken<br />

zij er een boek van en verspreiden dat onder boekwinkels door<br />

heel het land. Er zijn maar een paar schrijvers die het geluk hebben<br />

dat hun boek ook echt wordt uitgegeven. Uitgevers keuren<br />

honderden boeken per jaar af, omdat zij die niet goed genoeg<br />

vinden. Dat betekent niet dat het boek ook echt niet goed is. Uitgevers<br />

vergissen zich ook wel eens. Als je in je eigen boek gelooft,<br />

moet je het dus gewoon opsturen naar een andere uitgever.<br />

Kun je leven van dit beroep?<br />

Dan moet je wel genoeg boeken verkopen. Als schrijver krijg je<br />

meestal zo’n tien tot vijftien procent van de verkoopprijs van een<br />

boek. Als je geluk hebt, verdien je dus twee of drie euro per boek.<br />

De rest van de opbrengst gaat onder andere naar de boekwinkel,<br />

de drukker, de uitgever en de vormgever. Als je van boeken schrijven<br />

wilt leven, moet je dus duizenden boeken verkopen. Zeker<br />

omdat je niet zomaar elk jaar een nieuw boek uitbrengt.<br />

schrijver<br />

97


schrijver<br />

98<br />

Wanneer heb je een bestseller?<br />

In Nederland is een bestseller een boek dat tussen de tien- en<br />

twintigduizend exemplaren verkoopt. Ik heb drie romans, twee<br />

novelles en een verhalenbundel geschreven. Van de roman De<br />

dochter zijn al meer dan 1<strong>50</strong>.000 boeken verkocht en van Het<br />

geweten 80.000. Dat zijn dus bestsellers. De verkoop is niet alleen<br />

afhankelijk van de kwaliteit van het boek. De promotie is ook<br />

belangrijk. Ik heb bijvoorbeeld ook een korte novelle geschreven<br />

waarvan maar 6000 exemplaren zijn verkocht.<br />

Wat is het moeilijkste aan dit beroep?<br />

Beginnen aan een boek en telkens weer geloven in een nieuw verhaal.<br />

Als schrijver creëer je met elk boek een nieuwe wereld. Het<br />

is best moeilijk om die wereld, inclusief hoofdpersonen, tot leven<br />

te wekken voor de lezer en er ook zelf in te geloven. Ik vind het<br />

overigens moeilijker om mij te verplaatsen in vrouwenpersonages<br />

dan in mannenpersonages. Vrouwen hebben zulke ingewikkelde<br />

karakters dat ik al snel in de knoop raak!<br />

Wat is het leukste aan schrijfster zijn?<br />

Het is heel opwindend en spannend om iets te maken waarmee<br />

je mensen kunt ontroeren. En dat is hopelijk wat je doet als je een<br />

boek schrijft: mensen ontroeren.<br />

Ook schrijver worden?<br />

Wat zijn de ideale eigenschappen van een schrijver? Een schrijver<br />

moet zich goed kunnen verplaatsen in de psyche van andere mensen.<br />

Dat betekent dat je naar andere mensen kijkt en uitzoekt waarom ze<br />

bepaalde dingen doen of denken. Als schrijver moet je ook geduld hebben,<br />

want een boek schrijven duurt lang. Je moet het ook leuk vinden<br />

om dingen uit te zoeken, zodat je veel weet over het onderwerp waarover<br />

je schrijft.<br />

Is er een opleiding die je kunt volgen om schrijver te worden?<br />

De beste opleiding voor toekomstige schrijvers is veel boeken lezen.<br />

Kijk hoe een verhaal is opgebouwd en leer daarvan. Je eigen boek<br />

wordt echt beter als je veel van anderen leest. Er bestaan tegenwoordig<br />

ook schrijversvakscholen. Op zo’n school leer je hoe je een verhaal op<br />

kunt bouwen en hoe je kunt beginnen. Er zijn grote schrijvers zo aan<br />

een boek begonnen, maar een garantie is het niet.<br />

Meer informatie? www.jessicadurlacher.nl en<br />

www.schrijvers.startpagina.nl (klik op opleidingen).


Een dag uit het leven van schrijfster Jessica…<br />

Als ik midden in het schrijfproces van een boek zit, werk ik soms elf<br />

uur per dag. Dat gaat zo maanden door. Het boek slurpt al mijn energie<br />

en aandacht op. E-mails lees ik niet meer en ook mijn post blijft<br />

ongeopend liggen. Soms ga ik zelfs naar het buitenland om te schrijven:<br />

ik probeer in ieder geval zo min mogelijk afleiding te hebben.<br />

Als ik zo’n anderhalf A4 per dag schrijf, ben ik tevreden. Meer moet ik<br />

ook niet doen, anders lukt het de volgende dag niet meer! Als ik even<br />

niet weet hoe ik verder moet met het verhaal, klets ik erover met anderen,<br />

bijvoorbeeld met de au pair of mijn man. Het helpt om te horen<br />

hoe anderen denken dat een personage dat ik bedacht heb, zich zou<br />

gedragen. Door feedback van anderen kom ik vaak weer op nieuwe<br />

ideeën. Ik ben in ieder geval nog nooit vastgelopen met een verhaal.<br />

Een boekenschrijver is niet elke dag van het jaar met schrijven bezig.<br />

Dat kan niet, want je moet ook ruimte in je hoofd hebben om een<br />

nieuw idee voor een boek uit te werken. In periodes dat ik niet schrijf,<br />

zien mijn dagen er heel anders uit. Ik ben veel op pad: ik lees bijvoorbeeld<br />

voor uit eigen werk in het theater, ik signeer mijn boeken in<br />

boekwinkels of in het theater, en ik doe veel promotiewerk voor mijn<br />

laatste boek. Dat betekent dat ik interviews geef aan tijdschriften,<br />

kranten, radio of televisie. Ik heb ook veel fotosessies: voor mijn laatste<br />

boek waren dat er tientallen. Tussendoor ben ik maanden aan het<br />

piekeren over de verhaallijn van een nieuw boek. Tot die ene dag komt<br />

en de eerste zin van mijn nieuwe boek zich aandient…<br />

schrijfster<br />

99


Wat houdt het werk van een modeontwerper in?<br />

Mensen noemen mij modeontwerper, maar eigenlijk ben ik vormgever.<br />

Ik ontwerp niet alleen kleding, ik bedenk ook licht, geluid,<br />

muziek, sfeer en het decor van een voorstelling – bijvoorbeeld<br />

voor ballet, film, opera en dansgezelschappen. Ik creëer ook wel<br />

voorstellingen in musea. Binnenkort verzorg ik een performance,<br />

een combinatie van theater en modeshow, in de Ridderzaal van<br />

Den Haag. Daar wordt gevierd dat vijftig jaar geleden het Verdrag<br />

van Rome werd getekend. Ik kleed niet alleen de modellen, maar<br />

zet een hele sfeer neer van vroeger en nu, inclusief bijbehorend<br />

geluid en licht. Heel spannend, want de koningin komt ook naar<br />

deze voorstelling kijken.<br />

Hoe ben jij je carrière in de mode gestart?<br />

Ik was 25 toen ik afstudeerde aan de kunstacademie. Direct daarna<br />

deed ik mee aan een prijsvraag voor jonge modeontwerpers. Uit de<br />

vijfhonderd inzendingen werd ik samen met negen anderen uitgekozen<br />

om mijn collectie te laten zien in Hyere in Frankrijk. En ik<br />

won! In één klap was ik een veelbelovende jonge modeontwerper<br />

en ik mocht een show houden in het Louvre in Parijs. Mensen<br />

zoals Jean Paul Gaultier en David Bowie kwamen naar mijn show<br />

kijken. Dat was echt geweldig.<br />

modeontwerper<br />

Aziz (36): Mode is een<br />

weerspiegeling van de<br />

maatschappij.<br />

Hoe kom je op een idee voor een nieuw ontwerp?<br />

Ik borrel altijd over van nieuwe ideeën. Als ik over straat loop en<br />

naar mensen kijk, word ik continu geïnspireerd tot nieuwe ontwerpen.<br />

Zodra ik een idee in mijn hoofd heb, maak ik kleine schetsen<br />

of vouw ik van papier kleine ontwerpjes. Die worden uiteindelijk<br />

omgezet in een patroon; daarvan wordt een kledingstuk gemaakt.<br />

Naai je de kleding die je ontwerpt zelf ?<br />

Als een ontwerp heel vanzelfsprekend is, laat ik het maken door<br />

de kleermaker van mijn atelier. Een heel nieuw of ingewikkeld<br />

ontwerp probeer ik eerst zelf te maken op de naaimachine. Alle<br />

variaties daarop laat ik weer maken door mijn kleermaker.<br />

Hoeveel stoffen gebruik je per jaar, en waar koop je die?<br />

Voor mijn ontwerpen gebruik ik elk jaar duizenden meters stof en<br />

honderden verschillende stofsoorten. In één ontwerp kunnen wel<br />

vijf soorten stof verwerkt zijn. Ik koop mijn stoffen op beurzen in<br />

Parijs, Spanje, Florence, Ierland en soms in Japan. Op zo’n beurs<br />

laten vijfduizend stoffenfabrikanten hun nieuwe collectie zien.<br />

De beurzen zijn gigantisch, met aparte hallen voor wollen stoffen,<br />

voor kant, enzovoort. Ze worden twee keer per jaar gehouden, dus<br />

als ik alle steden afga, zijn dat ongeveer acht beurzen per jaar.


Hoe zorg je ervoor dat jouw ontwerpen in de winkel liggen?<br />

In de modewereld is het ’t chicst als jouw kleding niet in een winkel<br />

ligt, maar als mensen naar de salon van de ontwerper komen<br />

om te kopen. Als kleding in een winkel ligt, is er meestal meer dan<br />

één exemplaar van gemaakt en dat is minder exclusief.<br />

Hoe kom je dan aan klanten?<br />

Mijn ontwerpen zijn wel te koop in winkels, maar alleen in heel<br />

exclusieve zaken in Amerika en Japan. De eigenaren van die winkels<br />

hebben na een modeshow in Parijs kleding van mij aangekocht.<br />

Ook de meeste particuliere klanten bestellen direct na een<br />

modeshow kleding bij mij. Er zijn ook mensen die naar mijn salon<br />

in Amsterdam komen omdat ze mijn werk via anderen kennen.<br />

Hoe vaak heb je een modeshow en hoe regel je dat?<br />

Twee keer per jaar presenteer ik in Parijs mijn nieuwe zomer- of<br />

wintercollectie. Het maken daarvan begint met het uitzoeken van<br />

stoffen. Daarna maak je proefmonsters van je ideeën en zoek je<br />

modellen voor de show. Ik regel ook een deejay en een visagist, ik<br />

ontwerp het decor en de belichting en zorg voor de juiste hapjes,<br />

drankjes en uitnodigingen voor de gasten. De locatie van de show<br />

moet echt bij de collectie passen en is daarom elke keer ergens<br />

anders. Soms is het in een tuin, dan weer in een oude bioscoop.<br />

Hoe kom je aan modellen om je show te lopen?<br />

Soms komen die van modellenbureaus en soms ga ik de straat op<br />

om mensen te zoeken die bij mijn nieuwe collectie passen. Een<br />

paar maanden voor de show komen de modellen naar mijn atelier<br />

om mijn creaties te passen. Ik maak van iedereen een foto en kies<br />

later een paar modellen uit die de show echt gaan lopen.<br />

Hoe lang werkt een modeontwerper vooruit?<br />

Ik werk anderhalf jaar vooruit. Als ik stoffen uitzoek, duurt het<br />

ongeveer een jaar voordat ik daarmee een collectie heb gemaakt.<br />

Als klanten na de show aangeven dat ze een creatie willen kopen,<br />

duurt het nog eens een halfjaar voordat ik alles kan leveren. Als er<br />

in de zomer van 2009 iets in de winkel moet hangen, ben ik in de<br />

winter van 2007 dus al bezig met het inkopen van stoffen.<br />

Hoe weet je wat de nieuwe trend gaat worden?<br />

Ik doe niet mee aan trends. De kunst is juist om voor de laatste<br />

trend uit te lopen en aan te voelen wat mensen straks leuk gaan<br />

vinden. Een voorbeeld: tien jaar geleden combineerde ik een overhemd<br />

en een T-shirt tot één kledingstuk. Je trekt het over je hoofd<br />

aan als een T-shirt, maar het heeft wel de kraag van een overhemd.<br />

Dit concept is inmiddels door veel grote winkelketens zoals h&m<br />

en Zara overgenomen. Ik vind dat niet vervelend, want het betekent<br />

dat het erg goed is.<br />

Wat was jouw meest bijzondere ontwerp of show?<br />

Dat was een voorstelling die ik voor de gemeente Utrecht in de<br />

Domkerk heb gecreëerd. De opdracht was een hedendaagse processie<br />

te maken. Een processie is normaal gesproken een plechtige<br />

optocht die alleen door leden van een kerk gelopen wordt. In mijn<br />

voorstelling liepen alle mogelijke soorten mensen uit onze samenleving<br />

mee – bij elkaar wel vijfhonderd modellen! Als modevormgever<br />

heb ik het idee bedacht, alle kleding ontworpen en het licht,<br />

het decor en de muziek uitgezocht.<br />

modeontwerper<br />

101


modeontwerper<br />

102<br />

Wat is het leukste aan het vak modeontwerper?<br />

Dat ik heel veel verschillende soorten mensen ontmoet en dat<br />

ik behoorlijk wat kan reizen. Ik ga naar de stoffenbeurzen in Parijs<br />

en Florence, maar zit ook veel met kleermakers in het atelier in<br />

Amsterdam om de tafel. Ik vind het ook leuk dat ik door mijn<br />

werk iets kan creëren wat nieuw is. Soms voel ik me een uitvinder;<br />

ik experimenteer met ideeën en ineens ontstaat er iets nieuws.<br />

Wat is het moeilijkste aan jouw vak?<br />

Ik kan niets bedenken wat moeilijk is aan mijn vak. Het is een<br />

heerlijk beroep.<br />

Ook modeontwerper worden?<br />

Wat zijn de ideale eigenschappen van een modeontwerper? Je moet<br />

passie hebben voor schoonheid. En je moet niet gericht zijn op de<br />

laatste trends, maar onafhankelijk daarvan je eigen mening vormen.<br />

Een modeontwerper gaat sterk op zijn eigen gevoel af en heeft een<br />

toekomstvisie voor de mode.<br />

Welke opleiding heb je nodig? Om artistieke vaardigheden te ontwikkelen<br />

die je nodig hebt als modeontwerper, hoef je niet per se naar de<br />

modevakschool. Ik heb bijvoorbeeld de kunstacademie gedaan. Daar<br />

heb ik ook geschilderd en aan beelden gewerkt. Het technische gedeelte<br />

van het vak modeontwerper, dus patronen leren tekenen en naaien,<br />

kun je wel goed op een modevakschool leren. Daar ben ik ook naartoe<br />

gegaan, naast de kunstacademie dus.<br />

Meer informatie? www.fashion.startpagina.nl<br />

www.kunst.startpagina.nl (klik op opleidingen) en www.aziz.nl


09.00 uur ‘s Ochtends maak ik altijd eerst een plan wat ik die dag ga<br />

doen. Vandaag begin ik met het selecteren van stoffen voor ontwerpen<br />

waarmee ik bezig ben. De ontwerpen zijn nog niet af, ik ben nog een<br />

beetje zoekende naar de juiste vorm. Ik maak een werktekening van<br />

een jurk en laat er meerdere versies van maken door het naaiatelier.<br />

Eén jurk wordt iets langer, een andere iets korter, en ik wil ook een<br />

versie zien met een hoge en lage split.<br />

12.00 uur Ik heb een afspraak met een choreograaf van een modern<br />

dansgezelschap. Ik ontwerp nieuwe kleding voor de dansers. Samen<br />

met de choreograaf spreek ik over thema’s en kleuren die bij de dansgroep<br />

passen. We gaan ook naar de dansvloer, zodat ik kan zien welke<br />

nieuwe dansen de groep uitvoert. Op basis van een eerder bezoek<br />

heb ik al wat eerste ontwerpen gemaakt. Door de gesprekken met de<br />

choreograaf, het kijken naar de dansers en het passen van de kleding<br />

door de dansers, kan ik mijn ontwerpen aanpassen. We spreken af dat<br />

ik volgende week terugkom.<br />

Een dag uit het leven van modeontwerper Aziz…<br />

14.30 uur Ik ben terug in het naaiatelier. Er zijn een paar modellen<br />

naar het atelier gekomen om net genaaide ontwerpen aan te passen.<br />

Ik kan van alles op papier tekenen, maar als een model de kleding aanheeft,<br />

zie je toch het beste of het ontwerp goed is of niet. Als de modellen<br />

de kleding aanhebben, ga ik aan de slag met draperen, kleding<br />

bijknippen of innemen daar waar het te wijd is.<br />

18.00 uur ’s Avonds ga ik meestal naar repetities of voorstellingen<br />

waaraan ik heb meegewerkt. Tijdens repetities ben ik altijd achter het<br />

podium aanwezig om de modellen te helpen met passen en omkleden.<br />

Na de première ben ik niet meer achter het podium aanwezig, maar ga<br />

ik af en toe alleen in de zaal kijken. Vanavond ga ik naar Carré naar een<br />

operavoorstelling van Mozart. Ik heb de kostuums ontworpen. Het ziet<br />

er prachtig uit en ik geniet met volle teugen.<br />

modeontwerper<br />

103


arts in de frontlinie<br />

Geneviève Côté (32): Ik zit geregeld<br />

te onderhandelen met rebellen<br />

en soldaten.<br />

In welke frontlinie werk je nu?<br />

Ik ben een jaar geleden voor Artsen zonder Grenzen begonnen<br />

in de Centraal-Afrikaanse Republiek, een klein vergeten landje in<br />

Afrika, waar een oorlog woedt en het gezondheidssysteem volledig<br />

lam ligt. Hiervoor werkte ik als arts in India en Peru, en ook in de<br />

wouden van Canada, waar ik gezondheidszorg gaf aan indianen.<br />

Wat houdt je baan in?<br />

Samen met drie Nederlanders en een aantal nationale stafleden<br />

– waaronder verpleegkundigen, chauffeurs en bewakers – vormen<br />

we een team dat als enige medische hulp biedt aan een bevolking<br />

van 100.000 mensen. Door het oorlogsgeweld zijn alle klinieken<br />

en ziekenhuizen in dit land verlaten. Wij runnen mobiele klinieken:<br />

we laden alle apparatuur en medicijnen in onze landrovers en<br />

gaan zo ver mogelijk de bush in, waar de bevolking zich verschuilt.<br />

Daar houden we spreekuren, we verstrekken er medicijnen en<br />

vaccineren kinderen tegen mazelen.<br />

Eén arts voor 100.000 mensen, is dat niet een beetje weinig?<br />

Ik werk samen met Afrikaanse artsen en verpleegkundigen, die<br />

we hebben aangenomen. Ik train hen en zij nemen mij de meeste<br />

taken uit handen. Naast arts ben ik dus ook manager; ik leid een<br />

medisch team van ongeveer vijftig mensen. Vaak gaan ze zonder<br />

mij op pad, of ze worden gesuperviseerd door een verpleegkundige.<br />

Als er complicaties zijn, kunnen ze mij altijd via de radio om<br />

medisch advies vragen. Ernstig zieke patiënten nemen ze in de<br />

landrover mee naar de basis. Dat komt elke dag wel een keertje<br />

voor.<br />

Wat voor patiënten zie je zoal?<br />

Veel mensen met slangenbeten – die nemen dan de slang mee<br />

in een zak als bewijs – en verder malaria, longontsteking, reuma<br />

en stress. We zien veel ondervoeding bij kinderen, we verzorgen<br />

wonden en geven antibiotica. Gisteren kwam er een soldaat die<br />

zich in zijn vinger had geschoten. Hij liep er al een tijdje mee en<br />

was heel erg ziek. Ik had geen goede instrumenten in de bush, dus<br />

na verdoving heb ik de vinger met een nijptang geamputeerd!


Is het gevaarlijk werk?<br />

Dit land is verwikkeld in een burgeroorlog en er zijn veel zwaargewapende<br />

soldaten en rebellen. We hebben strikte veiligheidsregels:<br />

zo moet elke auto die op weg is, ieder halfuur radiocontact<br />

hebben met de basis, zodat die weet waar ze zijn, en moeten we<br />

elke dag voor vijf uur ’s middags thuis zijn. Wat ook een risico is, is<br />

dat je malaria krijgt en erg ziek wordt. We nemen dus allemaal pillen<br />

en slapen onder muskietennetten. Je moet ook opletten dat je<br />

niks verkeerds eet, want je hebt zo diarree hier. Auto-ongelukken<br />

zijn ook een risico. De wegen zijn slecht en modderig.<br />

Spreken jullie met de soldaten en de rebellen?<br />

We hebben contact met beide groepen en leggen uit waarom we<br />

hier zijn, dat we onpartijdig zijn en niks met het conflict te maken<br />

hebben. We zijn er puur voor de zieke bevolking. Iedere keer als ik<br />

op pad ga, spreek ik met ze en leg ze uit waar we heen gaan, voor<br />

hoe lang en wat de reden is. Beide partijen hebben beloofd ons<br />

met rust te laten. Maar als er gevechten zijn, weet je nooit wat er<br />

gebeurt. Er is altijd een risico dat je op het verkeerde moment op<br />

de verkeerde plaats bent. Goede communicatie met iedereen is dus<br />

essentieel.<br />

arts in de frontlinie<br />

105


arts in de frontlinie<br />

106<br />

Wat vind je het allerleukste aan deze baan?<br />

Ik houd van de afwisseling: operaties uitvoeren, kinderen vaccineren,<br />

consultaties houden voor zwangere vrouwen, medische<br />

vergaderingen leiden, stafleden trainen, en ga zo maar door. Iedere<br />

dag is anders! Maar het belangrijkste is dat ik verschil maak. Er is<br />

hier niemand anders en door de hulp die wij geven kun je iedere<br />

dag mensenlevens redden. Ook het wonen en leven met de lokale<br />

bevolking is prettig. Ze zijn erg vriendelijk en waarderen wat je<br />

voor hen doet.<br />

Wat is het moeilijkste dat je ooit hebt meegemaakt in dit werk?<br />

Vorige week is een van onze teams in de bush door struikrovers<br />

beroofd. Zelfs hun schoenen hebben ze meegenomen. Gelukkig<br />

mochten ze de landrover houden en is iedereen veilig thuisgekomen.<br />

Maar dit soort dingen gaat je niet in de koude kleren zitten.<br />

Wat is je grootste angst?<br />

Ik ben eigenlijk niet bang voor iets, behalve als de situatie tussen<br />

de rebellen en soldaten uit de hand loopt. En voor een slangenbeet!<br />

Wanneer had je voor het laatst een rotdag?<br />

Gisteren bracht ons team een moeder met een baby met malaria<br />

naar me toe. Ik heb alles geprobeerd, maar na twee uur stierf de<br />

baby. Het was het vierde kind in die familie dat doodging en dan<br />

breekt mijn hart.<br />

Wat heeft een arts in de frontlinie altijd bij zich?<br />

Mijn stethoscoop en een walkietalkie! ’s Avonds heb ik altijd oorpluggen<br />

in, want de Afrikaanse trommels gaan door tot diep in de<br />

nacht.<br />

Heb je een speciaal uniform?<br />

Ik draag gewone kleren, jeans meestal. En we dragen altijd witte<br />

Artsen zonder Grenzen T-shirts. Dan herkennen mensen meteen<br />

wie we zijn. Het is onderdeel van ons veiligheidsbeleid.


Een dag uit het leven van arts Geneviève…<br />

05.30 uur Fred, onze haan, wekt me. Het is al licht buiten. Iedere<br />

morgen neem ik me voor te gaan joggen, maar ik ga niet. Het is nog<br />

koel buiten, maar de zon zal snel opkomen en dan wordt het heel<br />

warm. Ik neem een douche: er is een emmer met een beker en een<br />

met rieten matten afgeschermde ruimte buiten. Dan ga ik ontbijten.<br />

Uit de hoofdstad hebben ze nieuwe cornflakes en poedermelk meegebracht,<br />

want hier is niets anders te eten dan maïs en bananenpap.<br />

Bah!<br />

07.15 uur Vergadering met het team en de lokale staf. We nemen<br />

door wie waarheen gaat, wat de taakverdeling en planning van de dag<br />

is. Dan vul ik alle medicijnen, vaccins en andere spullen bij in de twee<br />

ambulancelandrovers waarmee we vandaag op pad gaan.<br />

07.30 uur Mijn team en ik springen in de landrover en gaan op weg<br />

naar een verlaten kliniek, zo’n 40 kilometer verderop. Een uur later komen<br />

we aan. Er wachten al meer dan tachtig mensen onder een boom.<br />

Ze weten dat we hier vandaag kliniek houden en alle zieken zijn hierheen<br />

gebracht. Ik begin meteen met het onderzoeken van een ernstig<br />

ziek kind. Zo gaat dat de hele dag door.<br />

16.00 uur Tijd om terug te keren. Ik ben moe; we hebben met z’n<br />

allen wel tweehonderd patiënten behandeld en honderdveertig kinderen<br />

gevaccineerd tegen mazelen. Tegen vijf uur ’s middags komen we<br />

aan op de basis. Ik neem even een kopje instantkoffie om bij te komen.<br />

17.30 uur De staf gaat naar huis en ik doe een laatste ronde in het<br />

geïmproviseerde ziekenhuis achter onze hutten. De mannen van de<br />

logistiek hebben vandaag een dak van golfplaten gebouwd, echt een<br />

verbetering, want de regentijd komt eraan. Ik ben vannacht ‘on call’<br />

voor het ziekenhuis.<br />

19.00 uur Darius, onze kok, heeft een lekkere maaltijd gemaakt.<br />

Ik heb berenhonger! Na het eten kijken we een dvd op een van de<br />

computers van thuis. Om acht uur is het donker. Ik ben zo moe dat ik<br />

tegen negen uur lekker mijn bed ga opzoeken. Ik val onmiddellijk in<br />

slaap.<br />

arts in de frontlinie<br />

107


arts in de frontlinie<br />

108<br />

Ook arts in de frontlinie<br />

worden?<br />

Wat zijn de ideale eigenschappen voor dit beroep? Flexibiliteit<br />

als eerste, want alles verandert iedere minuut. Kunnen leven onder<br />

primitieve omstandigheden en kunnen omgaan met een onveilige<br />

omgeving, zijn ook belangrijke eigenschappen. Je moet in een klein<br />

team kunnen werken en leven, 24 uur per dag, zes maanden lang.<br />

Je hoeft niet gek te zijn om dit werk te doen, maar het helpt wel…<br />

Welke opleiding heb je nodig? Je moet vwo hebben en medicijnen<br />

aan de universiteit hebben gestudeerd. Dan ben je basisarts. Op de<br />

universiteit is wat je leert over tropische ziekten erg beperkt en daarom<br />

heb ik een cursus tropische geneeskunde van drie maanden gevolgd.<br />

Veel basisartsen in Nederland volgen een eenjarige tropenopleiding,<br />

waar ze ook de beginselen van gynaecologie en chirurgie leren.<br />

Meer informatie? www.artsenzondergrenzen.nl


kopregel<br />

109


Wie werken er allemaal mee aan het maken van een nieuw<br />

computerspel?<br />

Een computerspel wordt in drie fases gemaakt. De eerste fase is<br />

die van de game designer. Hij verzint het spel: Hoe lang duurt het?<br />

Welke karakters spelen er mee en wat is hun opdracht? Welke<br />

vijanden hebben ze en welke wapens worden er gebruikt? Als de<br />

game designer een ruw idee van het spel heeft, gaat in fase twee<br />

het team van de art director aan de slag. Zij bepalen hoe het spel<br />

er grafisch gaat uitzien. Eerst worden er van alle karakters, achtergronden<br />

en dergelijke tekeningen gemaakt en daarna worden de<br />

tekeningen door modellers omgezet in driedimensionale figuren.<br />

In de derde fase voegen de computerprogrammeurs alles samen<br />

en maken het spel speelbaar volgens de spelregels van de game<br />

designer. Ook zorgen de programmeurs ervoor dat alle driedimensionale<br />

figuren, de geluiden en de muziek op de juiste plaats in het<br />

spel komen. Dus als er bijvoorbeeld een raceauto tegen een muur<br />

botst, zorgen zij dat die er niet doorheen gaat, maar in het spel<br />

blijft. En ze zorgen voor de vonken die van de auto afvliegen!<br />

s p e l l e t j e s t e k e n a a r<br />

Robin Keijzer (26): Voor buitenaardse<br />

monsters moet je bij mij zijn!<br />

Vertel eens wat meer over de rol van de tekenaar?<br />

Ik werk als tekenaar in het team van de art director. Het tekenproces<br />

bestaat uit enkele stappen. Eerst vraagt de art director aan<br />

mij om het idee van de game designer te visualiseren en schetsen<br />

te maken. Ik ontwerp bijvoorbeeld machines, zoals ruimtevaartuigen<br />

en wapens. Daar komt een stuk industrieel ontwerp bij<br />

kijken want het moet technisch goed in elkaar zitten. Ik ontwerp<br />

ook hoofdkarakters, beesten, monsters, vijanden en achtergronden.<br />

Als ik mijn plaatjes klaar heb, gaan die naar de modellers, dat is<br />

een team van vijf mensen die alle tekeningen in 3D-figuren transformeren.<br />

Als dat klaar is, gaan animatoren de driedimensionale<br />

figuren laten bewegen, net als in een tekenfilm. De 3D-figuurtjes<br />

worden daarvoor eerst zo bewerkt dat ze gewrichtjes en scharnierpunten<br />

krijgen, zodat ze kunnen bewegen. Het worden dan eigenlijk<br />

een soort marionettenpoppen.


Wat voor spellen teken jij?<br />

Playlogic maakt populaire actie-, schiet- en racespelletjes. Ik kan<br />

in principe voor elk spel als tekenaar worden ingezet. Ik houd zelf<br />

het meest van fantasy- en horroronderwerpen en teken het liefst<br />

rare of bijzondere personages. Ik ben niet zo goed in het tekenen<br />

van ‘koude’ industriële ontwerpen, zoals een auto. Ik kan het wel,<br />

en het moet ook wel, maar het is niet mijn sterkste kant. Voor buitenaardse<br />

monsters moet je juist wel weer bij mij zijn!<br />

Hoe ga je meestal te werk?<br />

Ik ga eerst schetsen, meestal met een gewone pen in mijn schetsboekje.<br />

Als ik een aantal schetsen klaar heb, bespreek ik die met<br />

de art director. Als hij akkoord gaat, scan ik ze in mijn computer in<br />

en ga ik de tekeningen verder bewerken. Ik kleur ze in, maak achtergronden<br />

en geef ze sfeer. Ik teken op een dag ongeveer zes uur<br />

en ik zit gemiddeld twee uur te overleggen met collega’s.<br />

Hoe lang duurt het voordat een spel klaar is?<br />

Dat hangt er helemaal van af wat voor spel je maakt. Het kan<br />

variëren van zes maanden tot zes jaar. Het aantal vijanden in een<br />

spel heeft veel invloed op die tijd. Het spel waar ik nu aan werk<br />

kost ongeveer twee jaar om te maken. Ik ben daarvoor ongeveer<br />

zes maanden aan het tekenen. In twee dagen kan ik een tekening<br />

maken, maar het kan langer duren als de tekening bijzonder ingewikkeld<br />

is. Als ik alleen aan het schetsen ben, kan ik twintig tot<br />

dertig tekeningen per dag maken. Per spel maak ik ongeveer vijftig<br />

verschillende tekeningen.<br />

Hoe zit het met de levels van een spel?<br />

De spellen die we maken hebben verschillende levels. Elk level<br />

moet een andere uitstraling krijgen, anders gaat het vervelen voor<br />

de gebruiker. Sommige ontwerpen kun je hergebruiken, maar vaak<br />

moeten er voor elk level nieuwe voorwerpen, vijanden en achtergronden<br />

worden ontworpen. Elk level is dus eigenlijk een nieuw<br />

spel, met nieuwe tekeningen. Dat vergt veel werk van ons team.<br />

Wat kost het om een spel te maken?<br />

In totaal werken er ongeveer 25 mensen aan het ontwikkelen<br />

van een nieuw spel voor een periode van soms wel twee jaar. Dat<br />

zijn grote investeringen: de kosten lopen op tot enkele miljoenen<br />

euro’s! Als het spel klaar is moet het ook nog gepromoot worden<br />

en ook dat kost heel veel geld. De promotie en distributie van het<br />

spel zijn even belangrijk als de kwaliteit van het spel, want soms<br />

moeten er miljoenen spellen verkocht worden om winst te kunnen<br />

maken.<br />

Wie geeft een spel uit?<br />

Er zijn ongeveer vijftien spelmakers in Nederland, maar er is maar<br />

één uitgever: Playlogic. Wij geven spellen uit voor Playstation 2 en<br />

3, PSP, XBox, Xbox 360 en de pc. Spellen dus voor alle soorten<br />

apparatuur die er bestaan. Als we een spel uitgeven, moeten er<br />

licentierechten worden betaald aan bedrijven als Sony en Microsoft<br />

omdat zij de apparatuur hebben ontwikkeld waarop klanten<br />

ons spel spelen. Sony en Microsoft verdienen niet zoveel aan de<br />

verkoop van apparatuur, maar wel aan de licenties van spellen.<br />

Per spel betalen wij als uitgever ongeveer tien euro.<br />

Speel je zelf veel computerspelletjes?<br />

In mijn vrije tijd ben ik of spelletjes aan het spelen, of aan het tekenen.<br />

Ik speel veel schietspelen waar je slim en snel de vijanden<br />

moet uitschakelen. Unreal 2004 is een van mijn favoriete spelletjes.<br />

spelletjestekenaar<br />

111


spelletjestekenaar<br />

112<br />

Wat vind je het allerleukste aan deze baan?<br />

Ik mag veel dingen in veel verschillende stijlen tekenen. Die veelzijdigheid<br />

in opdrachten vind ik het leukst. Natuurlijk moet alles<br />

binnen de grenzen van de art director liggen, maar ik krijg genoeg<br />

creatieve vrijheid en kan me goed uitleven.<br />

Wat is het moeilijkst aan spelletjestekenaar zijn?<br />

Het moeilijkst is als ik een tekening moet maken van iets wat mij<br />

totaal niet aanspreekt. Maar ook dat moet je kunnen en doen.<br />

Wat neem je altijd mee naar je werk en waarom?<br />

Ik heb altijd mijn schetsboek en een pen bij me. Zodra ik een idee<br />

heb, bijvoorbeeld als ik in de trein zit, moet ik het meteen kunnen<br />

tekenen, want anders is het weer weg. Ik heb ook altijd naast mijn<br />

bed een tekenblok en een pen liggen. Vaak word ik midden in de<br />

nacht wakker met de beste ideeën. Ik grijp dan mijn pen en papier<br />

en voor ik het weet ben ik uren aan het schetsen.<br />

Wanneer wist je dat je tekenaar van computerspelletjes wilde<br />

worden?<br />

Op mijn twaalfde kreeg ik mijn eerste Nintendo met het spelletje<br />

Supermario. Ik was helemaal gefascineerd door de tekeningen. In<br />

die tijd werden computerspelletjes allemaal in Amerika gemaakt,<br />

dus ik had nooit gedacht dat ik spelletjestekenaar kon worden. In<br />

plaats daarvan tekende ik strips. Ook tijdens mijn rechtenstudie na<br />

het vwo ben ik blijven tekenen en ik heb zelfs een avondopleiding<br />

striptekenen gevolgd. Ik tekende zeker drie uur per dag aan mijn<br />

eigen strip en vond een uitgever die hem wilde uitgeven. Pas toen<br />

ik op een gamebeurs was zag ik een advertentie voor spelletjestekenaar<br />

van Playlogic hangen. Daar heb ik op gesolliciteerd en ik<br />

werd meteen aangenomen!<br />

Ook spelletjestekenaar worden?<br />

Wat zijn de ideale eigenschappen van een spelletjestekenaar?<br />

Je moet goed kunnen tekenen en je moet originele en creatieve ideeën<br />

hebben. Ik geloof niet per se in talent: goed worden is een kwestie van<br />

jarenlang flink oefenen. Je moet ook flexibel zijn, want je werkt in een<br />

team en je zult binnen de grenzen van de art director moeten kunnen<br />

werken. Creativiteit moet je soms even beteugelen, want aan het eind<br />

van de dag moeten er bruikbare tekeningen geproduceerd worden. Er<br />

moet per slot van rekening geld verdiend worden!<br />

Wat voor opleiding heb je nodig? Het ontwerpen en tekenen van<br />

computerspelletjes is nog niet zo groot in Nederland, al is het wel een<br />

groeiende bedrijfstak. De eerste opleiding speciaal voor spelletjestekenaar<br />

zal daarom nog moeten komen. De huidige spelletjestekenaars<br />

zijn meestal opgeleid op de kunstacademie. Anderen, zoals ik, zijn<br />

opgeleid als striptekenaar en animator op de Cartoonschool. Een<br />

opleiding is voor deze baan niet per se nodig; er is veel te leren van<br />

anderen en veel te vinden op het internet. Verder is het een kwestie<br />

van ‘goed kijken’ en heel veel tekenen.<br />

Meer informatie? www.conceptart.org www.stripster.nl en<br />

www.playlogicgames.com


08.30-12.00 uur Ik kom aan op het werk en neem eerst een kop<br />

koffie. Ik ga even kijken bij collega’s om te kijken hoe het staat met ons<br />

spel. Om negen uur overleg ik kort met de art director. We bespreken<br />

de voortgang van mijn werk. De rest van de ochtend ben ik lekker aan<br />

het tekenen en schetsen.<br />

12.00-12.30 uur Ik lunch met mijn collega’s: nadat we een boterham<br />

hebben gegeten, spelen we samen even een computerspelletje<br />

om te ontspannen.<br />

12.30-13.30 uur Ik heb weer een kort overleg met de art director.<br />

Hij heeft een nieuwe tekenopdracht voor me: hij wil een monster ontworpen<br />

hebben voor het hoogste level van het spel waaraan we nu<br />

werken. Heerlijk! Ik bespreek de kaders waarin ik moet ontwerpen en<br />

ga meteen aan de slag. Een halfuur later heeft hij al een aantal concepten<br />

op zijn tafel liggen!<br />

Een dag uit het leven van spelletjestekenaar Robin…<br />

13.30-16.00 uur Ik ga weer verder met de tekening, maar ik merk<br />

dat het niet zo goed meer lukt. Om halfdrie zie ik het echt even niet<br />

meer zitten. Ik heb te lang naar een tekening gekeken en ga even wat<br />

anders doen. Na een kop koffie en vijf minuutjes meekijken bij een<br />

collega-tekenaar voel ik de inspiratie weer terugkomen en begin ik<br />

weer met tekenen.<br />

16.00-19.00 uur Een collega die ‘modelt’ heeft een vraag over een<br />

tekening van mij en we bespreken die tekening. ‘Modellen’ is het<br />

driedimensionaal maken van een tekening en zorgen dat het gaat bewegen.<br />

De art director komt ook nog even naar mij toe om over mijn<br />

schets te praten. Hij heeft een paar kleine opmerkingen en ik maak wat<br />

aanpassingen. Daarna scan ik het ontwerp in op de computer en maak<br />

er een kleurtekening van. Tegen zeven uur ’s avonds merk ik dat ik de<br />

tijd ben vergeten. Ik ga snel naar huis!<br />

spelletjestekenaar<br />

113


w i e l r e n n e r<br />

Marianne Vos (19): Bij een lange<br />

wedstrijd neem ik meestal een<br />

puddingbroodje mee.<br />

Waar ben je allemaal kampioen in?<br />

Ik ben Europees kampioene en wereldkampioene wielrennen in<br />

twee verschillende categorieën. De ene is wielrennen op een verharde<br />

weg; daar ben ik ook Nederlands kampioene in. De andere<br />

categorie is ‘in het veld’. Dat is wielrennen over een hobbelig, soms<br />

zanderig of modderig parcours in het veld. Wat wel grappig is,<br />

is dat ik de Europese titel en de wereldtitel heb voor veldrijden,<br />

maar dat ik daar geen Nederlands kampioene in ben. Dat is iemand<br />

anders. Ik werd tweede.<br />

Hoe vaak train je?<br />

In de winter doe ik aan veldrijden, daarvoor train ik twee keer per<br />

week zes tot vijftien uur. Dat lijkt misschien niet veel, maar het<br />

gaat om heel zware intervaltrainingen waar je lijf minstens een dag<br />

van moet herstellen voordat je weer een veldwedstrijd kunt rijden.<br />

In de winterperiode teer ik veel op de basisconditie die ik in de<br />

zomer opbouw. In de zomer train ik voor wedstrijden op de harde<br />

weg en dan train ik vaker en langer.<br />

Hoe vaak heb je wedstrijden?<br />

Elk jaar doe ik aan ongeveer zestig wedstrijden mee op de verharde<br />

weg. Soms duurt een wedstrijd meer dan één dag, dus in<br />

totaal moet je denken aan tachtig wedstrijddagen. Het seizoen ‘op<br />

de weg’ loopt van april tot oktober. In de winter doe ik mee aan<br />

veldwedstrijden, dat zijn er ongeveer twintig.<br />

Je zit ook nog op school; hoe combineer je dit met sport?<br />

In hetzelfde jaar dat ik Europees en wereldkampioene wielrennen<br />

werd, slaagde ik voor mijn vwo-examen. Ik volgde het normale programma,<br />

zoals iedereen in mijn klas. De wedstrijden waren in het<br />

weekend en ’s avonds trainde ik. Nu zit ik op de universiteit en daar<br />

heb ik een topsportregeling kunnen treffen. Ik heb een soepele aanwezigheidsverplichting,<br />

zodat ik naar wedstrijden kan en veel kan<br />

trainen. Leren doe ik tussendoor, want ik heb net als iedereen elke<br />

vier weken een toets!


Wat is het leukste aan wielrenner zijn?<br />

Ik wil erg graag winnen en als wielrenner lukt mij dat. Ik bedoel<br />

met winnen niet eens per se dat ik als eerste de streep passeer.<br />

Tussen de ‘groten’ op het podium staan, voelt voor mij ook al als<br />

winnen. Wat ook leuk is, is dat je in de wielersport mee kunt doen<br />

aan wedstrijden op de weg, maar ook in het veld, in het bos of<br />

door het zand. Ik houd erg van die afwisseling.<br />

Wat was jouw mooiste moment?<br />

Toen ik het wereldkampioenschap wielrennen op de weg won.<br />

Het was pas het eerste jaar dat ik mocht meedoen in de hoogste<br />

klasse – de elitedames – en meteen won ik. Niemand had het verwacht.<br />

Ik was pas 19 jaar en ik fietste tussen vrouwen die ik alleen<br />

kende van tv en de uitslagenlijsten.<br />

Wat is het spannendste aan wielrenner zijn?<br />

Rijden met z’n allen tegelijk in peloton is heel spannend. Bij een<br />

massasprint fiets je heel dicht op elkaar en iedereen wil winnen.<br />

Er hoeft maar één iemand een verkeerde beweging te maken en<br />

je kunt onderuit gaan en het halve peloton over je heen krijgen.<br />

Gelukkig is mij dat nog nooit gebeurd.<br />

Is het erg zwaar om op dit niveau mee te doen?<br />

Als ik aan het trainen ben, vraag ik mezelf wel eens af waar ik mee<br />

bezig ben. Tijdens trainingen doe je jezelf fysiek zo’n pijn en het is<br />

zo afzien, dat ik soms niet begrijp dat ik niet thuis op de bank ben<br />

blijven zitten met een leuk boek. Anderzijds, het betaalt zichzelf<br />

terug. Ik ben trots op wat ik heb bereikt.<br />

Hoe hard fiets je?<br />

Op de weg fiets ik gemiddeld veertig kilometer per uur. Bij sprints<br />

haal ik maximaal de zestig. Wielrennen in het veld gaat een stuk langzamer,<br />

omdat het parcours zanderig of modderig is. Dan fiets je gemiddeld<br />

twintig tot vijfentwintig kilometer per uur. Dat is nog steeds<br />

best hard, hoor: kinderen die naar school fietsen, halen meestal maar<br />

vijftien kilometer per uur.<br />

Rij je meestal alleen of in een ploeg?<br />

Bij wedstrijden op de weg rijd ik in een ploeg van de dsb-bank<br />

met 14 andere rensters. Zo’n ploeg is belangrijk omdat je elkaar<br />

uit de wind kunt houden en je om de beurt kunt demarreren. Dat<br />

is versnellen en op kop gaan rijden. Bij veldwedstrijden fiets ik<br />

meestal alleen. In het veld hoef je elkaar niet echt uit de wind te<br />

houden, omdat het parcours heel erg varieert en de wedstrijden<br />

een stuk korter duren, meestal zo’n veertig minuten. Een wedstrijd<br />

op de weg duurt algauw drie tot drieënhalf uur.<br />

Vertel eens wat meer over zo’n ploegtactiek?<br />

In een wielerploeg heb je – een beetje oneerbiedig gezegd<br />

– ‘knechten’ en een kopvrouw. De knechten houden de kopvrouw<br />

uit de wind en dragen water en eten mee of gaan dat halen bij<br />

de ploegauto. Ik ben meestal kopvrouw. Die positie moet je wel<br />

waarmaken door vaak te winnen, anders raak je je plek snel kwijt.<br />

Bij internationale kampioenschappen rijd ik in het oranje, voor<br />

Nederland. Ook dan moet je samenwerken in een ploeg, maar<br />

dat is moeilijker. Iedereen komt uit andere ploegen in het land en<br />

alle deelneemsters zijn zo dolbij dat ze het gehaald hebben tot de<br />

kampioenschappen, dat ze graag zelf willen winnen.<br />

wielrenner<br />

115


wielrenner<br />

116<br />

Wat heb je altijd bij je?<br />

Ik heb altijd wat te eten bij me, voor het geval ik een ‘hongerklop’<br />

krijg. Dat is een fenomeen dat alle wielrenners wel eens hebben<br />

meegemaakt: na een paar uur rijden voel je ineens alle energie uit<br />

je wegstromen en de weg begint voor je ogen te golven. Je moet<br />

dan snel iets eten met veel suiker en koolhydraten. Een lekker<br />

puddingbroodje bijvoorbeeld, dat doet het goed! Je kunt ook speciale<br />

gel voor topsporters drinken, maar dat vind ik vies. Tijdens<br />

lange wedstrijden heb ik ook altijd een ‘oortje’ in met een microfoontje,<br />

waardoor ik kan praten met de ploegleider en de andere<br />

renners uit mijn ploeg.<br />

Kun je van deze sport leven?<br />

Je kunt er wel van rondkomen, maar rijk word je er niet van. Ik<br />

denk dat hooguit vijf vrouwen in Nederland van deze sport kunnen<br />

leven. Bij de mannen zijn dat er veertig of vijftig. De wielersport<br />

voor vrouwen is wel met een opmars bezig; die trekt steeds<br />

meer sponsoren aan. Gelukkig heb ik vanaf mijn veertiende een<br />

sponsor en die betaalt al mijn spullen. Dat is maar goed ook,<br />

want een fiets kost algauw vijf- tot zesduizend euro, en ik heb zes<br />

fietsen!<br />

Wanneer wist je dat je wielrenster wilde worden?<br />

Ik was er vroeg bij: ik wist het al toen ik vijf jaar oud was. Mijn<br />

vader deed aan wielrennen en mijn oudere broer was inmiddels<br />

ook met het fietsvirus besmet. Ik ging mee naar wedstrijden en<br />

was ook verkocht. Op mijn vijfde gingen we op zoek naar een heel<br />

klein wielrenfietsje. Drie jaar later reed ik mijn eerste wedstrijd.<br />

In dat eerste jaar won ik 19 van de 22 wedstrijden.<br />

Ook wielrenner worden?<br />

Wat zijn de ideale eigenschappen van een wielerkampioen? Je moet<br />

fietsen echt leuk vinden, want als het niet uit je hart komt, kun je er<br />

niet 100% voor gaan en jezelf pijnigen met trainingen. Je moet een<br />

grote dosis talent hebben, veel wilskracht en doorzettingsvermogen.<br />

Welke opleiding heb je nodig? Om prof te worden heb je geen opleiding<br />

nodig. Als je het leuk vindt om hard te fietsen en om aan wedstrijden<br />

mee te doen, kun je je aanmelden bij een wielerclub. Die clubs<br />

zitten door heel het land, dus er is er altijd wel eentje in de buurt.<br />

Jongeren die willen gaan wielrennen, kunnen bij een club vaak wat<br />

materiaal lenen, zodat je eerst een paar trainingen kunt uitproberen<br />

en niet meteen een wielrenfiets hoeft te kopen.<br />

Meer informatie: www.mariannevos.nl www.jeugdwielrennen.nl en<br />

www.wielrennen.startpagina.nl


08.30 uur Vandaag fiets ik een veldwedstrijd. Het heeft geregend,<br />

dus het parcours is supermodderig en glad. Ik ben sterker als ik fiets<br />

op de harde weg, dus ik hoop er maar het beste van. Ik ontbijt goed<br />

en eet veel brood om op krachten te komen. Gemiddeld moet ik drie<br />

uur voor een wedstrijd eten. Dus als ik per ongeluk om negen uur een<br />

wedstrijd heb, sta ik al om zes uur op!<br />

09.30 uur Ik kleed me om in mijn wielrenpak en ik ga mijn fiets<br />

klaarmaken. Vanwege het slechte weer kies ik vandaag voor brede<br />

banden met een hoge nop, zodat ik meer grip heb op het modderige<br />

parcours. Daarna rijd ik een paar rondjes om het parcours te verkennen.<br />

12.00 uur Ik eet een stuk appelvlaai. Behalve dat het lekker is, zit<br />

er veel energie in en dat heb ik nodig voor de wedstrijd zo meteen. Ik<br />

kan niet alles eten, hoor: chocolade voor de wedstrijd is bijvoorbeeld<br />

slecht. Na de snack krijg ik een lekkere massage om mijn benen en rug<br />

soepel te maken voor de wedstrijd.<br />

12.45 uur Omdat ik onlangs wereldkampioene wielrennen ben geworden,<br />

word ik gehuldigd door de organisatie van de wedstrijd van vandaag.<br />

Er worden veel foto’s gemaakt en ik krijg een grote bos bloemen.<br />

Het is wel een beetje gek om vóór de wedstrijd al bloemen te krijgen…<br />

13.00 uur Ik krijg mijn rugnummer voor de wedstrijd van vandaag en<br />

trek mijn wielrenschoenen aan. Iets voor halftwee moeten alle deelnemers<br />

zich melden bij de start en een handtekening zetten. Dat is om te<br />

bewijzen dat je echt bent wie je zegt dat je bent.<br />

13.30-14.10 Veertig minuten wedstrijd rijden op het veld. We moeten<br />

vijf rondjes van tweeënhalf tot drie kilometer. Niet zo ver dus, maar<br />

het is heel zwaar over een hobbelig en glibberig parcours. Ik heb een<br />

slechte start en ik kom niet goed door de modder heen met de fiets.<br />

Een dag uit het leven van wielrenster Marianne…<br />

Ik verlies veel plekken op de andere vrouwen, dus ik besluit langs de<br />

materiaalpost te rijden voor nieuwe banden. De materiaalpost is een<br />

soort pitstop zoals je ook bij autoracers hebt: je scheurt naar binnen<br />

met je fiets, ze sleutelen eraan en weg rijd je weer.<br />

Ergens halverwege de wedstrijd Helaas gaat er iets mis; als<br />

ik bij de materiaalpost aankom, is mijn nieuwe fiets er nog niet, dus<br />

moet ik nog een ronde verder met dezelfde fiets. Veel tijd verloren en<br />

geen resultaat: balen! Tot overmaat van ramp glijd ik ook nog uit op<br />

een brug, waardoor ik nog verder achter raak. De wedstrijd is verloren<br />

en ik eindig als negende…<br />

14.30 uur Als je wint word je na de wedstrijd gehuldigd op een podium.<br />

Ik niet dus vandaag. Toch moet ik nog een halfuur extra blijven,<br />

omdat behalve de winnaars ook altijd een aantal willekeurig aangewezen<br />

dames naar de dopingcontrole moet. Vandaag hoef ik niet. Ik blijf<br />

nog even kijken naar de herenwedstrijd en dan ga ik lekker naar huis.<br />

Ik moet nog studeren voor school morgen!<br />

wielrenner<br />

117


Wat doet een kapitein?<br />

Een zeekapitein is verantwoordelijk voor alles wat er gebeurt op<br />

en rond het schip. Je eerste taak is natuurlijk het varen zelf: je<br />

bepaalt de koers en de snelheid van het schip en onderhoudt ondertussen<br />

de communicatie met de wal en met andere schepen.<br />

De kapitein geeft leiding aan de bemanning en is de eindverantwoordelijke<br />

voor het laden van goederen, de zorg voor proviand<br />

en brandstof aan boord en het technische gedeelte van de scheepvaart,<br />

zoals de motor. Op een schip werk je eigenlijk 24 uur per<br />

dag als een team. Na drie maanden op zee heb ik twee maanden<br />

verlof.<br />

Vertel eens wat meer over het schip waarmee je nu vaart?<br />

Dit is een containerschip dat maximaal 5<strong>50</strong> containers kan laden.<br />

Het schip heet Maris, het is in Duitsland gebouwd en is nu elf jaar<br />

oud. Daarmee begint het al een oudje te worden. Het schip heeft<br />

een gemiddelde grootte en kost ongeveer zeven miljoen euro. Het<br />

vaart ongeveer vijftien knopen, dat is zo’n dertig kilometer per uur.<br />

Er werken elf mensen op, waarvan drie Europeanen: ikzelf, de officier<br />

en de hoofdingenieur. De eerste officier is een Rus en de rest<br />

zijn Filippino’s. Dat zijn de beste zeelui.<br />

z e e k a p i t e i n<br />

Erich Wittmach (57): Als je een golf zo<br />

hoog als een flatgebouw op je af<br />

ziet komen, slik je wel even.<br />

Waar ben je zoal geweest en met wat voor schepen?<br />

Ik zit al veertig jaar op zee en heb op dertien verschillende boten<br />

gevaren. Als officier voer ik op schepen die de hele wereld rondgingen.<br />

Dat waren tochten van zes maanden. Als kapitein heb ik<br />

voornamelijk in Europese wateren gevaren tussen Scandinavië,<br />

Engeland, Nederland en Spanje. Heel even heb ik ook op een<br />

zeeschip gevaren dat rivieren op kan; vooral de Rijn en de Maas<br />

voeren we af. Maar ik vind de zee leuker.<br />

Wat vind je het leukste en het moeilijkste aan deze baan?<br />

Het allerleukste is het manoeuvreren in de haven. Dat is ook vaak<br />

het moeilijkst. In Belfast, waar ik nu heen vaar, is het moeilijk<br />

omdat zoet water uit de rivier zich in de haven mengt met het<br />

zeewater en dat geeft allerlei gecompliceerde stromingen. Ik vind<br />

het ook leuk dat ik steeds onderweg ben en dat ik door deze baan<br />

altijd dicht bij de zee ben.


Wat doet de zee met je?<br />

Fysiek gezien worden de meeste passagiers die net op zee zitten,<br />

heel moe en slapen dagen aan een stuk. En als je voor je werk net<br />

begint met varen, word je vaak heel zeeziek, hoewel je daar snel<br />

aan went. Als de boot bij storm begint te rollen op de golven, krijg<br />

ik ontzettende trek en eet ik veel te veel. Geestelijk gezien doet<br />

de zee veel meer. Ze geeft je een gevoel van vrijheid.<br />

Wat is je grootste angst als zeekapitein?<br />

Dat ik niet op de brug sta als een onervaren waarnemend officier<br />

zich geen raad weet met een onverwachte of moeilijke situatie.<br />

Als er bijvoorbeeld bij druk verkeer zes boten kriskras door elkaar<br />

varen, kan dat behoorlijk gevaarlijk zijn. Wanneer ik niet echt vertrouwen<br />

in iemands kunnen, dan slaap ik nooit rustig.<br />

Hoe weet je waar je wel en niet kunt varen?<br />

Er zijn radarschermen en zeekaarten waarop diepten en de meest<br />

voorkomende zeestromen staan aangegeven. Het is verder ook<br />

een kwestie van ervaring. Als we een haven binnen komen varen,<br />

nemen we een loods aan boord. Er zijn wel havens waar dat niet<br />

verplicht is, maar voor de veiligheid doe ik dat altijd. Ik vaar wel<br />

altijd zelf, de loods geeft enkel aanwijzingen.<br />

Ben je wel eens in een flinke storm terechtgekomen?<br />

Een paar jaar geleden werd ik verrast door een orkaan toen ik<br />

net de haven uit was. Het lukte niet om terug te varen, dus toen<br />

moesten we in golven van vijftien meter hoog in de Baltische Zee<br />

blijven liggen. Als je een golf zo hoog als een flatgebouw op je af<br />

ziet komen, slik je wel even. Mijn vrouw was aan boord en sindsdien<br />

weigert ze een voet op een schip te zetten.<br />

Verschillen de zeeën erg van elkaar?<br />

Jazeker. De Noordzee is ondiep, tussen de tien en dertig meter.<br />

En de golfslag is kort, maar sterk. De Middellandse Zee is juist<br />

heel diep en heeft geen getijden, dus die is veel rustiger. In de<br />

Scandinavische wateren heb je veel ijs en sneeuw. Dat is weer<br />

moeilijker varen.<br />

Is er ook veel verschil tussen havens en landen?<br />

Ja, sommige havens en landen zijn veel mooier dan andere. Finland<br />

is bijvoorbeeld geweldig! Daar moeten we soms naar een binnenlands<br />

meer varen dat negentig meter boven de zee ligt. Met sluizen<br />

en dokken word je dan omhoog gevoerd. Het is prachtig om zo midden<br />

door de natuur te varen. De Nederlandse havens vind ik gemiddeld,<br />

de Ierse havens het ergst. Die lui daar hebben geen besef van<br />

het begrip service, vind ik. Ik ben altijd weer blij als ik er weg ben.<br />

zeekapitein<br />

119


zeekapitein<br />

120<br />

Is er de laatste jaren veel veranderd in de zeevaart?<br />

Vroeger werd de lading per kraan gelost en geladen. Nu wordt<br />

bijna alles in containers vervoerd. De schepen zijn groter geworden<br />

en alles is computergestuurd. In principe zou de computer<br />

het schip van A naar B kunnen varen, maar dan is de lol er wel<br />

een beetje af! Het weer is ook erg veranderd. Slecht weer hield<br />

vroeger soms weken aan; nu komt het vaak onverwacht opzetten<br />

en is het van korte duur. En de samenstelling van de bemanning is<br />

veranderd. Er zijn steeds minder Europeanen; ze vinden het zwaar<br />

werk, en je bent lang van huis. In hun plaats komen er steeds meer<br />

Filippijnse en Russische zeelui.<br />

Wat neem je altijd mee naar je werk en waarom?<br />

Ik heb natuurlijk veel moderne apparatuur tot mijn beschikking,<br />

maar ik heb ook altijd een handmatig kompas bij me. Je weet maar<br />

nooit. Mijn mobiele telefoon heb ik ook altijd bij me. Tot zo’n vijftien<br />

kilometer van het land vandaan doen die dingen het prima.<br />

Wat vind je van je uniform?<br />

Ik vind het officiële kapiteinsuniform niet zo mooi en het zit niet<br />

lekker. Ik werk het liefst in een T-shirt. Sommige kapiteins doen<br />

hun uniform wel aan als ze aan wal gaan, maar ik niet.<br />

Ook zeekapitein worden?<br />

Wat zijn de ideale eigenschappen van een kapitein? Je moet van veel<br />

dingen verstand hebben. Voor het omgaan met je bemanning heb je<br />

goede sociale vaardigheden nodig. Maar als je een watje bent, spelen<br />

ze met je, dus je moet als kapitein wel sterk in je schoenen staan. Je<br />

moet openstaan voor andere culturen en flexibel zijn. Je moet technisch<br />

aangelegd zijn, zodat je de techniek aan boord snapt.<br />

Wat voor opleiding heb je nodig? Om kapitein te worden op een<br />

groot containerschip als de Maris (5<strong>50</strong>0 ton) moet je minimaal vier<br />

jaar naar de zeevaartschool. Tijdens de opleiding loop je twee keer<br />

een halfjaar stage op zee. Een kapitein van een containerschip moet<br />

minimaal vier jaar ervaring hebben op zee. Zee-ervaring doe je op<br />

door bijvoorbeeld een tijd mee te varen als matroos op een schip. Een<br />

kapitein van een groot schip moet een medische keuring ondergaan en<br />

een aantal verplichte cursussen volgen op het gebied van veiligheid en<br />

navigatie, waaronder radarnavigatie, brandveiligheid en internationale<br />

havenveiligheid. Die cursussen duren elk zo’n vijf dagen. Je moet ook<br />

minimaal vijftien dagen meelopen in een ziekenhuis, om de basis te<br />

leren over hechten, wonden verbinden en dergelijke. Je kunt ook kapitein<br />

worden in de beroepszeilvaart. Daarvoor moet je één jaar (beperkt<br />

vaargebied) of twee jaar (wereldwijde vaart) naar de zeevaartschool en<br />

minimaal twee jaar zee-ervaring opdoen. Zeevaartscholen bieden opleidingen<br />

aan op mbo- en hbo-niveau.<br />

Meer informatie? www.zeebenengezocht.nl en<br />

www.spetterendeopleidingen.nl


Een dag uit het leven van zeekapitein Erich…<br />

07.00 uur Ontbijt. De Filippijnse kok heeft roereieren voor me gebakken.<br />

Om acht uur neem ik het roer over van de stuurman zodat hij<br />

kan rusten. Hij heeft de halve nacht op de brug gestaan. Ik verander<br />

de koers en het schip trekt langzaam naar stuurboord, met Belfast als<br />

bestemming.<br />

10.00 uur De bemanning is het dek aan het verven en de stuurman<br />

ligt lekker te slapen. Het is rustig weer en de zee is zo glad als een<br />

spiegel. Ik zak een beetje onderuit en houd de metertjes en radar in de<br />

gaten.<br />

12.00 uur Na de lunch neemt de stuurman het roer over. Ik zoek<br />

de eerste monteur op die een probleem met een dieselpomp aan het<br />

verhelpen is. Als ik in de luidruchtige machinekamer kom zet ik de<br />

oorbeschermers op. Zodra hij me ziet, steekt hij zijn duim op: het is al<br />

verholpen!<br />

16.00 uur Ik neem het roer weer over en de loods van de haven van<br />

Belfast komt aan boord. Een halfuur later varen we de haven binnen en<br />

manoeuvreer ik het schip naar de kade. Zodra we vastliggen, beginnen<br />

kranen de containers van het schip te lossen en nieuwe te laden.<br />

18.00 uur Het lossen en laden is klaar. De bemanning zet de containers<br />

met stalen haken vast en de grote luiken worden hydraulisch<br />

gesloten zodat er geen zeewater in het schip kan komen. Ik teken alle<br />

havenpapieren en zodra de loods aan boord is gooien we de trossen<br />

los en varen we de haven weer uit. We zijn helemaal vol geladen en<br />

hebben bijna zeshonderd containers aan boord.<br />

18.30 uur Een loodsboot haalt de loods op. Ik vaar het schip langs<br />

de Ierse kust en houd contact met de scheepsverkeersleiding, want<br />

er hangt mist. De kok brengt me wat eten op de brug. Tegen acht uur<br />

zet de schemer in. Het begint wel wat harder te waaien en beneden<br />

op het dek zie ik dat de bemanning nogmaals controleert of de containers<br />

goed vastzitten. Om twaalf uur geef ik het roer over aan de<br />

stuurman en ga slapen.<br />

zeekapitein<br />

121

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!