Blok 6
Blok 6
Blok 6
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
144 Antwoorden herhaling<br />
11 gedachtewisseling<br />
Uitleg: gedachte heeft twee meervouden: gedachten en gedachtes, je schrijft dus<br />
geen tussenletter -n.<br />
12 gemeentehuis<br />
Uitleg: gemeente heeft twee meervouden: gemeenten en gemeentes, je schrijft dus<br />
geen tussenletter -n.<br />
OPDRACHT 13<br />
1 bronchitis<br />
2 interview<br />
8 OVER TAAL<br />
1<br />
OPDRACHT 14<br />
ARTIKEL 7 RAD<br />
2 TRALIE 8 ADER<br />
3 LARIE 9 AREND<br />
4 RAIL 10 NAREDE<br />
5 AIR 11 NADEREN<br />
6 RA<br />
Herhaling BLOK<br />
1 OVER LEZEN<br />
OPDRACHT 1<br />
1 Uit de tekst die de spelers moeten zeggen en uit toneel/regieaanwijzingen.<br />
2 In bedrijven en scènes.<br />
3 Binnen een bedrijf kun je niet van tijd en plaats wisselen. Je kunt het toneel ook<br />
niet makkelijk totaal anders inrichten.<br />
4 Het ene bedrijf kan zich in een andere tijd en op een andere plaats afspelen dan het<br />
andere bedrijf. Maar daaraan zijn beperkingen.<br />
5 Die blijken uit wat de personages zeggen en doen en uit hun lichaamstaal.<br />
6 Over actuele, maatschappelijke of politieke onderwerpen.<br />
7 Op een grappige en/of cynische manier.<br />
8 De toeschouwers aan het lachen maken/vermaken/amuseren en aan het denken<br />
zetten.<br />
9 Cabaretiers die onderwerpen op een eenvoudige manier aansnijden voor het grote<br />
publiek en cabaretiers die zich meer op de fijnproevers richten met doordenkers en<br />
moeilijker grappen.<br />
10 Je eigen antwoord.
2 VERRIJK JE TAALSCHAT<br />
OPDRACHT 2<br />
1 wekte de suggestie<br />
2 bevindingen<br />
3 erbarmelijke<br />
4 kleptomaan<br />
5 reliëfkaart<br />
6 continu<br />
7 ongefundeerd<br />
8 impuls<br />
OPDRACHT 3<br />
Je eigen zinnen.<br />
3 GRAMMATICA<br />
blok 6 145<br />
OPDRACHT 4<br />
1 pv: schijnt<br />
wwg: schijnt te vergroten<br />
Uitleg: Als je de verdwijnproef toepast, ontdek je dat vergroten het belangrijkste<br />
werkwoord is. Dat is geen koppelwerkwoord. De zin heeft dus een werkwoordelijk<br />
gezegde.<br />
nwg: -<br />
ond: De communicatie tussen bijen<br />
lv: de overlevingskansen van een bijenkolonie<br />
mv: -<br />
vv: -<br />
bwb: -<br />
bijstelling: -<br />
bvb: tussen bijen bij communicatie; van een bijenkolonie bij overlevingskansen<br />
2 pv: is<br />
wwg: -<br />
nwg: is een informatiecentrum en een plek voor activiteiten en ontmoetingen<br />
Uitleg: is is een koppelwerkwoord. Het koppelt een informatiecentrum en een plek<br />
voor activiteiten en ontmoetingen aan de bibliotheek. Het zijn dezelfde zaken. De zin<br />
heeft dus een naamwoordelijk gezegde.<br />
ond: De bibliotheek<br />
lv: -<br />
mv: -<br />
vv: -<br />
bwb: -<br />
bijstelling: -<br />
bvb: voor activiteiten en ontmoetingen bij een plek<br />
3 pv: geven<br />
wwg: geven
146 Antwoorden herhaling<br />
nwg: -<br />
ond: voorlichters van de waterleidingsmaatschappij<br />
lv: voorlichting over de productie van drinkwater<br />
mv: scholieren<br />
vv: -<br />
bwb: Tijdens de milieudagen<br />
bijstelling: -<br />
bvb: van de waterleidingmaatschappij bij voorlichters; over de productie van<br />
drinkwater bij voorlichting; van drinkwater bij productie<br />
4 pv: informeerden<br />
wwg: informeerden<br />
nwg: -<br />
ond: De ongeduldige reizigers<br />
lv: -<br />
mv: -<br />
vv: naar de aankomsttijd van de internationale trein uit Brussel<br />
Uitleg: naar is het vaste voorzetsel bij het werkwoord informeren. Kijk maar:<br />
informeren naar.<br />
bwb: bij het loket<br />
bijstelling: -<br />
bvb: ongeduldige bij reizigers; van de internationale trein uit Brussel bij<br />
aankomsttijd; internationale bij trein; uit Brussel bij trein<br />
5 pv: zijn<br />
wwg: -<br />
nwg: zijn benieuwd<br />
ond: Twee jongens uit onze klas, Sebastiaan en Olaf,<br />
lv: -<br />
mv: -<br />
vv: naar de veiligheid van vliegtuigen<br />
Uitleg: naar is het vaste voorzetsel bij het naamwoordelijk gezegde. Kijk maar:<br />
benieuwd zijn naar.<br />
bwb: -<br />
bijstelling: Sebastiaan en Olaf<br />
bvb: Twee bij jongens; uit onze klas bij jongens; onze bij klas; van vliegtuigen bij<br />
veiligheid<br />
6 pv: gaan<br />
wwg: gaan<br />
nwg: -<br />
ond: Veel ouders<br />
lv: -<br />
mv: -<br />
vv: -<br />
bwb: wekelijks, met hun kleine kinderen, naar Artis, de dierentuin in Amsterdam<br />
bijstelling: de dierentuin in Amsterdam<br />
bvb: Veel bij ouders; hun bij kinderen; kleine bij kinderen; in Amsterdam bij<br />
dierentuin
4 INFORMATIE<br />
OPDRACHT 5<br />
Bijvoorbeeld:<br />
1 maan materiaal<br />
2 jeugdboek Vos / schrijfster Vos<br />
3 hoofdrol “de Lift”<br />
4 Beatrix (eerst Afbeeldingen aanklikken).<br />
5 zaterdag bioscoop Hilversum<br />
6 Je eigen keuze.<br />
OPDRACHT 6<br />
Je eigen antwoord.<br />
5 LEES VAARDIG<br />
OPDRACHT 7<br />
1 De hoge binnenkomst van de cd van Kim in de album-top-tien.<br />
2 Bij vraag 5 en 8.<br />
3 Vraag 3, 4, 6, 7, 9.<br />
4 Vraag 7.<br />
5 Over feiten.<br />
6 Bijvoorbeeld: 1, 2, 3, 5.<br />
7 Vraag 4.<br />
8 Ja, bij vraag 5 (eerste deel ervan).<br />
9 Een gesloten vraag, want er kan een kort antwoord op worden gegeven.<br />
10 Een open vraag, want deze nodigt de geïnterviewde uit vrij uitvoerig te vertellen<br />
(over de toekomstplannen).<br />
6 SCHRIJF VAARDIG<br />
blok 6 147<br />
OPDRACHT 8<br />
Dave vraagt: ‘(1) Hoe hard ga je met je boot?’ (2)<br />
Marcel antwoordt: ‘(3) Een F3-powerboat kan wel 150 tot 170 kilometer per uur<br />
halen.’ (4)<br />
Dave vraagt: ‘(5) Wat voor kleren draag je tijdens de race?’ (6)<br />
‘(7) Ik draag een lichtgewicht overall, (8) een soort surfschoenen, (9) een helm en<br />
een zwemvest’, (10) zegt Marcel,‘(11) en verder heb je in de cockpit altijd een klein<br />
zuurstofflesje bij je.’ (12)<br />
Dave: ‘(13) Ben je nooit bang?’ (14)<br />
‘(15) Nee hoor’, (16) beweert Marcel, ‘(17) ook al ben ik vorig jaar in Ierland over de<br />
kop gegaan. (18) Gelukkig is er iets wat je beschermt, (19) de veiligheidscockpit.’<br />
(20)<br />
Dave: ‘(21) Is er een eigen sleutelteam?’ (22)
148 Antwoorden herhaling<br />
Marcel: ‘(23) Ik kan het technische deel ook zelf doen, (24) maar bij wedstrijden<br />
heb je een team achter je nodig. (25) Ik heb vier man die me helpen: (26) een voor<br />
de motor, (27) een doet de elektriciteit, (28) een maakt en monteert de<br />
reserveonderdelen voor me en ik heb een manager. (29) Als iemand een interview<br />
wil, (30) kunnen ze via hem een afspraak maken.’ (31)<br />
7 SPELLING<br />
OPDRACHT 9<br />
1 vissersschuit, verzekerd<br />
2 rechtszaak, duurt<br />
3 personeelschef, betaald<br />
4 dorpsstraat, verwondert, dorpsslager<br />
5 verkeersslachtoffer, verkeerssituatie, beoordeeld<br />
6 beoordeelt, publieksjury<br />
7 stadswacht, stadscentrum<br />
OPDRACHT 10<br />
1 Allen<br />
Uitleg: Het woord is zelfstandig gebruikt en het heeft betrekking op personen.<br />
2 Alle<br />
3 meeste, enkele<br />
4 alle<br />
Uitleg: Het woord is zelfstandig gebruikt, maar het heeft geen betrekking op<br />
personen.<br />
5 sommigen<br />
OPDRACHT 11<br />
1 agressie<br />
2 yoghurt<br />
8 OVER TAAL<br />
OPDRACHT 12<br />
Noord-Germaanse talen West-Germaanse talen<br />
1 Deens Afrikaans<br />
2 Noors Duits<br />
3 IJslands Engels<br />
4 Zweeds Fries<br />
5 Nederlands
OPDRACHT 13<br />
1 nachtpakje (soort overal) voor kinderen<br />
2 een heel klein beetje<br />
3 plebs, gepeupel<br />
4 iemand iets wijsmaken<br />
blok 6 149