Signaal op Veilig - Brandweer
Signaal op Veilig - Brandweer
Signaal op Veilig - Brandweer
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Signaal</strong> <strong>op</strong> <strong>Veilig</strong><br />
Nieuws van de<br />
<strong>Veilig</strong>heidsregio Noord-<br />
en Oost-Gelderland<br />
Zes or less<br />
Crisisplan<br />
Natuurbrandrisico<br />
TNO-proeftuin<br />
7e jaargang<br />
nr 23 - maart 2010<br />
Derde oefening in<br />
pilot Zelfredzaamheid
In deze uitgave<br />
Opleidingen nieuwe stijl 2<br />
Zes or less 3<br />
Clusternieuws 4<br />
Keuze voor kwaliteit 7<br />
<strong>Brandweer</strong>man in <strong>op</strong>leiding 8<br />
Natuurbranden:<br />
luchtverkenning 10<br />
Picrinestaartje 13<br />
ATB toertocht 13<br />
Ontruimingsoefeningen 14<br />
Natuurbrandrisicokaart<br />
Oost-Gelderland 17<br />
Platform zorgcontinuïteit 18<br />
Regionaal crisisplan 20<br />
IMCA 21<br />
Oefening radio-actief 22<br />
Nieuwe sectornaam 23<br />
Phoenix winnaar<br />
<strong>Veilig</strong>heidaward 23<br />
Platform Vrijwilligers 24<br />
Meldkamer Oost Nederland 25<br />
Warehouse 26<br />
Alpe d’HuZes 27<br />
TNO proeftuin 28<br />
<strong>Signaal</strong>tje 31<br />
Exotisch materieel 32<br />
Colofon<br />
<strong>Signaal</strong> <strong>op</strong> <strong>Veilig</strong> is een uitgave<br />
van de <strong>Veilig</strong>heidsregio<br />
Noord- en Oost-Gelderland<br />
Redactieadres:<br />
<strong>Veilig</strong>heidsregio Noord- en Oost-Gelderland<br />
Communicatie<br />
Postbus 234, 7300 AE Apeldoorn<br />
Tel. (055) 5 483 000<br />
Communicatie@vnog.nl<br />
Vormgeving:<br />
The Mouse Connection, Deventer<br />
Meer informatie:<br />
www.vnog.nl<br />
Opleidingen in beweging<br />
In 2010 krijgt de brandweer te maken met het landelijke ‘kwaliteitstelsel vakbekwaamheid’,<br />
waarmee ook de <strong>op</strong>leidingen tot manschap en bevelvoerder<br />
ingrijpend veranderen. Die veranderingen hebben veel invloed <strong>op</strong> verschillende<br />
doelgroepen en processen. Binnen de VNOG is de sector Opleidingen verantwoordelijk<br />
voor het uitvoeren van alle veranderingen in <strong>op</strong>leiden en oefenen. Niet alleen<br />
de cursisten merken dat (meer zelfstudie en meer <strong>op</strong> de werkplek), ook de mensen<br />
die zich bezig houden met het <strong>op</strong>leiden en het oefenen van de brandweermensen<br />
moeten anders gaan werken.<br />
Zo geldt voor de instructeurs dat er nieuwe (instructeurs)functies bijkomen,<br />
waarvoor ze <strong>op</strong>geleid of omgeschoold moeten worden. Vandaar dat de sector<br />
Opleidingen gestart is met een nieuwsbrief waarin landelijke en regionale<br />
ontwikkelingen <strong>op</strong> het gebied van <strong>op</strong>leidingen besproken worden. Wilt u een<br />
abonnement <strong>op</strong> deze nieuwsbrief, neem dan contact <strong>op</strong> met Susan Schut:<br />
055 54 83 402 of s.schut@vnog.nl<br />
Edwin Kadiks<br />
Hoofd sector Opleidingen a.i.
Zes or less, or even more?<br />
Minister ter Horst weet het wel: minder dan zes mensen <strong>op</strong> een Tankautospuit is geen enkel probleem!<br />
Nou is dat idee niet nieuw. Sterker nog, her en der is in de afgel<strong>op</strong>en jaren al geëxperimenteerd met een<br />
ander aantal dan de standaard zes in een brandweervoertuig (TS), maar om diverse redenen is het er<br />
zelden echt van gekomen. In Apeldoorn pakken ze het echter anders aan. Rick van Putten en Reggie de<br />
Wit dragen al ruim een jaar het project ‘zes or less’ en ze geloven erin.<br />
“Maar niet omdat de brandweer daarmee goedk<strong>op</strong>er<br />
kan worden”, maakt Van Putten meteen duidelijk.<br />
“Dat idee lijkt er vaak achter te zitten, maar het enige<br />
wat wij ons sinds de start van het project afvragen is:<br />
“Waarom doen we de dingen zoals we ze altijd gedaan<br />
hebben, terwijl de wereld om ons heen en onze<br />
inzichten veranderen?” Die instelling van ‘Apeldoorn’<br />
heeft al eerder het Team BrandOnderzoek <strong>op</strong>geleverd,<br />
dat inmiddels landelijk geïmplementeerd is, en niet<br />
meer weg te denken in <strong>Brandweer</strong> Nederland.<br />
Wetenschap<br />
Met hun aanpak zijn De Wit en Van Putten niet over<br />
één nacht ijs gegaan. Na een jaar van overleg,<br />
discussie en onderzoek, is vanaf 1 januari het echte<br />
experiment gestart onder de naam TSi, waarbij de i<br />
staat voor: variabel. Ze doen het echter niet alleen,<br />
maar krijgen wetenschappelijke ondersteuning van<br />
methodoloog Piet Verschuren, hoogleraar aan de<br />
Universiteit van Nijmegen. Van Putten: “Het was<br />
ongelooflijk lastig voor ons om een onderzoeksmanier<br />
te vinden die recht doet aan de meest belangrijke<br />
facetten van brandbestrijding. Aan de hand van<br />
Verschuren hebben wij deze begrippen gedefinieerd,<br />
zodat we ze tijdens het ‘werk <strong>op</strong> straat’ goed in kaart<br />
kunnen brengen. Mede daardoor moet het mogelijk<br />
zijn om onze deadline, eerste kwartaal van 2011,<br />
te halen. Dan moeten we de uitkomsten van ons<br />
onderzoek presenteren aan het College van B&W.”<br />
Aanpak<br />
“Het unieke aan onze aanpak is dat wij focussen <strong>op</strong> de<br />
veiligheid van het personeel en de doeltreffendheid<br />
van het repressief <strong>op</strong>treden. Om alles goed te kunnen<br />
analyseren, en niks over te slaan, gaan we de komende<br />
maanden 400 brandinzetten, verdeeld over een<br />
aantal categorieën, analyseren volgens een vaste<br />
methodiek. Tijdens de inzet wordt een waarnemer<br />
ingezet, die niet meedoet met het incident. Hij krijgt<br />
een vaste lijst met observatiepunten mee. Deze<br />
hebben betrekking <strong>op</strong> de keuzes die gemaakt worden,<br />
de manier waar<strong>op</strong> die worden uitgevoerd en welk<br />
effect dit heeft <strong>op</strong> de veiligheidsbeleving van het<br />
ingezette personeel. Daarnaast wordt de ploeg, zodra<br />
die weer terug is <strong>op</strong> de kazerne, geïnterviewd door<br />
iemand die daarvoor speciaal getraind is. Verder<br />
houden we iedere drie weken gesprekken met<br />
bevelvoerders van de ploegen die meedoen aan het<br />
experiment. Daarin kunnen ze hun ervaringen delen.”<br />
Misverstanden<br />
“Aan de hand van de classificatie van de meldkamer<br />
hebben we voor de experimentele ploegen bepaald<br />
hoeveel mensen zij naar een brand meenemen. Dit<br />
aantal is variabel. Dat betekent niet strak vasthouden<br />
aan altijd zes, vier of twee mensen”, aldus Rick van<br />
Putten. Als de bevelvoerder of Officier van Dienst dat<br />
wil, krijgt hij er een extra tankautospuit met bemanning<br />
bij. Hiervoor geldt natuurlijk het bekende<br />
<strong>op</strong>schalingsmechanisme.<br />
En de uitspraken van Minister ter Horst? Er is al een<br />
brief aan haar gestuurd, met een pleidooi voor het<br />
loslaten van de standaard. Maar dan niet met het idee<br />
dat het minder moet, maar dat het anders kan. En dat<br />
dat ook wel eens meer kan betekenen! Het gaat om<br />
maatwerk, en dat is een andere insteek dan bezuiniging.<br />
Want een van de uitkomsten zou ook kunnen<br />
zijn, dat bij sommige inzetten acht mensen nodig zijn<br />
in plaats van de ‘oude’ zes.<br />
Herma van Eijk<br />
Informatie bij:<br />
Rick van Putten<br />
e: r.putten@apeldoorn.nl<br />
3
Ontwikkelingen in de clusters<br />
Achterhoek-West (SBAW)<br />
Bronckhorst, Doetinchem, Montferland en Oude<br />
IJsselstreek<br />
Het Cluster <strong>Brandweer</strong> Achterhoek West heeft 2010<br />
gedo<strong>op</strong>t tot het jaar van de HELD. De vier burgemeesters<br />
van ons cluster en ondergetekende hebben alle<br />
vrijwilligers en onze interne en externe contacten een<br />
goed 2010 gewenst met een mooie nieuwjaarskaart.<br />
Ook is in januari de eerste clusternieuwsbrief<br />
verschenen: HELDER. Het clustergevoel wordt ook<br />
steeds zichtbaarder naar de buitenwereld toe.<br />
Het plan van aanpak Clustervorming is eind 2009<br />
bestuurlijk goedgekeurd. De acht werkgroepen zijn in<br />
januari van start gegaan. We kijken uiteraard goed<br />
over de clustergrenzen en maken graag en gretig<br />
gebruik van de ervaringen van de andere clusters.<br />
Inhoudelijk gezien hebben we de afgel<strong>op</strong>en jaren door<br />
alle projecten in het samenwerkingsverband al grote<br />
slagen gemaakt. Op dit moment draaien de elf posten<br />
in het cluster dezelfde oefeningen aan de hand van<br />
hetzelfde clusteroefenrooster. Een geweldige slag in<br />
uniformiteit! De gemeentegrenzen zijn al vervaagd bij<br />
het maken van de bereikbaarheidskaarten. Alle<br />
objecten liggen <strong>op</strong> de grote clusterstapel en worden<br />
gezamenlijk <strong>op</strong>gepakt. De wervingscampagne voor<br />
nieuwe vrijwilligers wordt als cluster ingevuld en<br />
straalt professionaliteit en kwaliteit uit.<br />
De randvoorwaardelijke werkgroepen (gericht <strong>op</strong> de<br />
PIOFACH onderdelen) zijn hard aan de slag gegaan<br />
met alles inventariseren en in kaart brengen. Ons<br />
cluster is ambitieus als het erom gaat het personeel<br />
per 1 januari 2011 over te brengen naar de VNOG.<br />
Vanuit alle geledingen wordt keihard gewerkt om dit<br />
te bereiken. De vier ondernemingsraden en georganiseerd<br />
overleg zijn bezig met het <strong>op</strong>richten van een<br />
BOR en BGO. Er is genoeg te doen in het jaar van de<br />
Helden! Het wordt een jaar met veranderingen en<br />
duizend en één uitdagingen.<br />
Harriët Tomassen<br />
Veluwe Noord<br />
Elburg, Hattem, Heerde, Oldebroek<br />
Terugkijkend <strong>op</strong> 2009 kunnen we concluderen dat er<br />
goede vooruitgang is geboekt <strong>op</strong> het daadwerkelijke<br />
samenwerken in het cluster. Het hele scala van de<br />
brandweerzorg wordt gezamenlijk <strong>op</strong>gepakt.<br />
De discussie rondom de regionalisering van de<br />
brandweerorganisatie heeft er in ons cluster toe geleid<br />
dat het beroepspersoneel <strong>op</strong> termijn in regionale<br />
dienst komt. Een exacte overgangsdatum is nog niet<br />
bepaald. De vrijwilligers blijven in gemeentelijke<br />
dienst, een eventuele overgang naar de regio is<br />
afhankelijk van de ervaringen die worden <strong>op</strong>gedaan<br />
met de overgang van het beroepspersoneel.<br />
Voor wat betreft de <strong>op</strong>bouw van de toekomstige<br />
clusterorganisatie zijn een aantal belangrijke besluiten<br />
door het College van Burgemeesters gemaakt:<br />
- de uitgangspunten voor de clusterorganisatie zijn<br />
bepaald, met als belangrijkste punten dat er één<br />
(virtuele) organisatie komt met vier steunpunten en<br />
dat het cluster duidelijk aanwezig moet zijn binnen<br />
de gemeentelijke organisaties;<br />
- er wordt een clustercommandant aangesteld.<br />
Inmiddels is de werving voor de clustercommandant<br />
afgerond: per 1 mei zal Martin Slot in dienst treden.<br />
Gerrit van der Heide<br />
IJsselstreek<br />
Brummen, Lochem en Zutphen<br />
Zoals in de vorige <strong>Signaal</strong> <strong>op</strong> <strong>Veilig</strong> al is genoemd, komt<br />
de officiële start van brandweer IJsselstreek met iedere<br />
nieuwe mijlpaal een stap dichter bij. Tot voor kort was<br />
1 april onze finishlijn. Helaas maakte het ontbreken van<br />
de wettelijke basis voor regionalisering dat juridisch niet<br />
mogelijk. Maar, ondanks het feit dat de Wet <strong>Veilig</strong>heidsregio’s<br />
nog niet van kracht is, is het beroepspersoneel van<br />
brandweer IJsselstreek inmiddels wel voorl<strong>op</strong>ig geplaatst<br />
<strong>op</strong> de nieuwe functies. Zodra het juridisch mogelijk is<br />
worden zij definitief aangesteld in regionale dienst, het<br />
liefst zo snel mogelijk. Dat voelt voor menigeen als een<br />
4 S a m e n w e r k e n a a n v e i l i g h e i d
elangrijke stap. Een echte mijlpaal zogezegd, waarbij<br />
nog wel het een en ander georganiseerd moet worden.<br />
Een belangrijk item <strong>op</strong> dit moment is het organiseren van<br />
de medezeggenschap van zowel beroeps- als vrijwillig<br />
personeel. De Bijzondere Onderdeelscommissie buigt<br />
zich hierover samen met de OR van de VNOG.<br />
Verder zijn we druk in de weer om naast de formele en<br />
juridische zaken, ook de praktische voorbereidingen te<br />
treffen om als brandweer IJsselstreek naar buiten te<br />
kunnen treden. Zaken die zo normaal lijken, moeten<br />
worden georganiseerd. Zoals nieuwe emailadressen, de<br />
overgang van de gemeentelijke naar de VNOG netwerken,<br />
het gebruik van de juiste sjablonen, een nieuwe huisstijl,<br />
een “wie-is-wie”… Soms dwingt dat tot nadenken over de<br />
meest basale zaken.<br />
Het is fijn dat tijdens deze voorbereidingen ook de<br />
verdere ontwikkeling van de ‘gewone’ brandweerzaken<br />
door gaat. Sinds het begin van dit jaar zijn alle acht posten<br />
vertegenwoordigd in het postcommandantenoverleg.<br />
Ook wordt binnenkort het <strong>Veilig</strong>heidpaspoort binnen<br />
<strong>Brandweer</strong> IJsselstreek geïntroduceerd voor de uitruk-,<br />
personeels- en oefenregistratie. En om nog maar wat<br />
ontwikkelingen te noemen, beginnen we deze maand met<br />
de eerste <strong>op</strong>leidingen voor <strong>op</strong>pervlakteredding in<br />
Brummen, Zutphen en Gorssel, is de hoogwerker besteld<br />
en is nieuwe ademluchtapparatuur voor het hele cluster<br />
geleverd. En zo gebeurt er nog veel meer waar ik vol<br />
enthousiasme over zou kunnen uitweiden. Een vruchtbare<br />
samenwerking dus van de drie korpsen. Zo gaan we aldoende-alsof<br />
bíjna de finish over.<br />
Nienke van der Mei<br />
Achterhoek-Oost (BWAO)<br />
Berkelland, Winterswijk, Aalten en Oost Gelre<br />
De afgel<strong>op</strong>en periode was het koud, ook in Achterhoek<br />
Oost. Dit was de eerste echte winter die ik meemaakte<br />
in dit gebied. Met de <strong>op</strong>gedane ervaring ho<strong>op</strong> ik niet dat<br />
het strooi- en sneeuwschuifbeleid de maatstaf is voor<br />
de clustervorming in de regio. De wegen in Bronckhorst<br />
waren ronduit slecht, maar Lochem scoort een 10! De<br />
BWAO gemeenten vormden een middenmoot, met dien<br />
verstande dat de zuidelijke gemeenten minder <strong>op</strong> het<br />
slechte weer hadden geanticipeerd dan de noordelijke.<br />
De slecht begaanbare wegen hebben ons echter niet<br />
weerhouden om met volle vaart verder te werken aan de<br />
clustervorming. Zo werd eind december de Kadernota<br />
Regionalisering in de vier gemeenteraden vastgesteld<br />
en in februari de wijziging <strong>op</strong> de gemeenschappelijke<br />
regeling. Voor Achterhoek Oost is het fundament voor<br />
de ‘regio nieuw stijl’ dus gelegd.<br />
Bouwstenen<br />
Ondertussen wordt er ook hard gewerkt aan de<br />
bouwstenen van het cluster zelf. In maart verschijnen<br />
de missie en visie. De clusterkwaliteitskaart is vergevorderd.<br />
Hiermee zal het cluster straks ieder kwartaal aan<br />
de bestuurscommissie de voortgang <strong>op</strong> een aantal<br />
belangrijke onderwerpen gaan melden. Verder zijn de<br />
diverse werkgroepen druk in de weer. Werkgroep P&O<br />
werkt aan het functieboek, werkgroep Financiën aan de<br />
begroting, werkgroep Huisvesting aan de zoektocht<br />
naar een definitieve huisvesting. Erg goed nieuws <strong>op</strong> dit<br />
laatste punt is dat er een tijdelijke centrale huisvesting<br />
voor <strong>Brandweer</strong> Achterhoek Oost gaat komen in de<br />
voormalige gemeentewerf in Lichtenvoorde. De diverse<br />
clusterafdelingen werkten vanuit diverse locaties.<br />
We gaan nu samen bij elkaar vanuit één locatie werken.<br />
Dat is efficiënter en creëert ook een nog sterkere band.<br />
Tot slot heeft het k<strong>op</strong>l<strong>op</strong>erproject <strong>Veilig</strong>heidspaspoort<br />
(VP) een belangrijke mijlpaal bereikt: In januari is voor<br />
het eerst de salarisuitbetaling aan onze vrijwilligers<br />
vanuit VP verzorgd. De invoering van dit programma<br />
gaat gestaag verder. Velen zijn erbij betrokken: onze<br />
afdelingen Bedrijfsvoering, OT&O, maar ook de<br />
bevelvoerders in ons gebied. Samen zorgen we ervoor<br />
dat het een succesvolle ondersteuning van de brandweer<br />
wordt.<br />
Als u vragen hebt, kunt u contact met ons <strong>op</strong>nemen, we<br />
helpen u graag verder en delen met plezier onze<br />
ervaringen met ieder.<br />
Hilbrand Meijer<br />
Veluwe West<br />
Ermelo, Harderwijk, Nunspeet en Putten<br />
Per 1 januari 2010 is het bij de brandweer beroepsbetrokken<br />
personeel van de clustergemeenten<br />
overgegaan naar de VNOG. Op 1 januari heeft de VNOG<br />
er dus 18 nieuwe medewerkers bij gekregen. Een<br />
spannende tijd is hieraan voorafgegaan voor deze<br />
collega’s.<br />
Plaatsing<br />
Het plaatsingsproces waarin je te horen krijgt of je <strong>op</strong><br />
een zogenaamde “mens volgt werk functie” zit, dan<br />
wel dat men een passende of een geschikte functie<br />
voor je in petto heeft. Tevens mag, en in de laatste<br />
twee situaties moet, je dan ook nog eens een belang-<br />
5
stellingsregistratie invullen. Tijdens dit plaatsingsproces<br />
zijn we er met elkaar uitgekomen. Iedereen is<br />
geplaatst en we hebben <strong>op</strong> onderdelen nog vacatureruimte<br />
beschikbaar. Het DB van de veiligheidsregio<br />
heeft <strong>op</strong> 3 december het plaatsingsbesluit vastgesteld,<br />
zodat ontslag bij de gemeente en aanstelling bij de<br />
veiligheidsregio per 1 januari een feit zijn geworden.<br />
Zeker ontslag bij de gemeente, de werkgever waar je<br />
zelf gesolliciteerd hebt, ligt in zo’n proces gevoelig.<br />
Door dit goed met elkaar te bespreken, maakt het dat<br />
ook hanteerbaar.<br />
Ik zal jullie niet vermoeien met alle voorbereidende<br />
zaken die nodig zijn om dit proces goed te laten<br />
verl<strong>op</strong>en. Het zal wel duidelijk zijn dat diverse zaken<br />
geregeld moesten worden <strong>op</strong> juridisch gebied<br />
(mandaat en machtiging) en <strong>op</strong> het gebied van<br />
personeelszorg, waaronder een sociaal plan, ICT,<br />
financiën (machtigingen), etc. Dit resultaat is mede tot<br />
stand gekomen door het werk van veel gemeentelijke<br />
collega’s van buiten de brandweer en collega’s van de<br />
<strong>Veilig</strong>heidsregio. Hen wil ik voor deze intensieve<br />
samenwerking ook via deze <strong>Signaal</strong> <strong>op</strong> <strong>Veilig</strong> bedanken<br />
en ik reken <strong>op</strong> prettige samenwerking in de<br />
toekomst. Immers wij blijven als clustercollectief de<br />
gemeentelijke brandweerzorg voor onze 4 gemeenten<br />
uitvoeren en daarbij maken wij onderdeel uit van<br />
gemeentelijke veiligheidsprocessen!<br />
Uitbouw<br />
En natuurlijk zijn we nog niet gereed. Echter er is<br />
voldoende vertrouwen bij bestuurders, gemeentesecretarissen<br />
en personeel dat we het aan kunnen.<br />
En daar gaan we dan voor.<br />
In 2010 werken we aan een verdere ontwikkeling van<br />
ons Cluster. Immers vanaf 1 januari hebben we te<br />
maken met beroepsbetrokken personeel in regionale<br />
dienst en de vrijwilligers in dienst van de gemeenten.<br />
Toch vormen we één brandweerorganisatie die er is om<br />
een veiligheidsbijdrage te leveren voor onze burgers,<br />
bedrijven & instellingen, het cultuur & historisch<br />
erfgoed, onze natuur, recreanten en passanten. Ik ga<br />
er vanuit dat wij met elkaar in staat zijn <strong>op</strong> het gebied<br />
van risicobeheersing een kwaliteitsimpuls te realiseren.<br />
Taken waar we nu nog nauwelijks aan toe komen,<br />
zoals Externe <strong>Veilig</strong>heid en Pro-actie zullen hierbij in<br />
samenwerking met andere gemeentelijke afdelingen<br />
<strong>op</strong>gepakt worden. Immers, investeren aan de voorkant<br />
voorkomt het blootstellen van onze gemeenschappen<br />
aan ongewenste risico’s. Daarnaast zullen we door de<br />
gekozen organisatievorm beter in staat zijn om de<br />
uitruk door onze vrijwilligers voor te bereiden en te<br />
ondersteunen. Dit in het belang van de veiligheid van<br />
onze brandweermensen.<br />
Klaas Noorland<br />
EVA<br />
Epe, Apeldoorn en Voorst<br />
Binnen het cluster EVA is de benoeming van de nieuwe<br />
clustercommandant natuurlijk iets geweest wat de<br />
gemoederen bezig heeft gehouden. De uiteindelijke<br />
keuze is gevallen <strong>op</strong> Michiel Verlinden die momenteel<br />
nog districtcommandant van vier korpsen in Flevoland<br />
is. Michiel begint per 1 juni bij het cluster EVA.<br />
Regionalisering<br />
Op het gebied van de regionalisering is nu in het hele<br />
cluster de gemeenschappelijke regeling aangenomen.<br />
In Epe heeft de raad ingestemd met de gemeenschappelijke<br />
regeling met als aanvulling dat de leden van de<br />
vrijwillige brandweer in dienst moeten blijven van de<br />
gemeente.<br />
In Voorst werd wel een wijziging in het aangeleverde<br />
tekstvoorstel aangebracht. Daarin wordt het college<br />
<strong>op</strong>gedragen de instelling van een vrijwilligersraad in<br />
de regio en in het cluster toe te laten voegen.<br />
Ook in Apeldoorn is de gemeenschappelijke regeling<br />
in de raad behandeld. De raad constateerde dat hun<br />
eerdere <strong>op</strong>merkingen <strong>op</strong> hoofdlijnen waren verwerkt<br />
en stemde binnen 10 minuten in met de voorgestelde<br />
wijziging van de regeling.<br />
Clustervorming<br />
Binnen het cluster EVA zijn we momenteel als<br />
brandweer nog drie aparte gemeentelijke organisaties<br />
met één commandant. Dit betekent dat we ook<br />
verschillende regelingen en afspraken hebben binnen<br />
deze drie organisaties. Met de invoering van de<br />
nieuwe CAR-regeling streven we naar een harmonisering<br />
van regelingen en afspraken. Een voorbeeld<br />
daarvan is de betalingsregeling.<br />
Binnen het cluster zijn we <strong>op</strong> verschillende niveaus<br />
met elkaar in gesprek om samen één organisatie te<br />
worden. Dit vraagt om samenwerking <strong>op</strong> veel gebie-<br />
6 S a m e n w e r k e n a a n v e i l i g h e i d
den, maar de inzet en bereidwilligheid is groot. Om<br />
een voorbeeld te noemen: voor de invoering van het<br />
<strong>Veilig</strong>heidsPaspoort komen er collega’s uit Epe en<br />
Voorst naar Apeldoorn om samen met de Apeldoornse<br />
collega’s de benodigde informatie uit te wisselen.<br />
Omgekeerd gaan collega’s uit Apeldoorn naar Epe en<br />
Voorst om daar voor andere bedrijfsvoeringsprocessen<br />
samen <strong>op</strong>lossingen te vinden. Door deze onderlinge<br />
samenwerking zie je stap voor stap de nieuwe<br />
organisatie groeien.<br />
Hans Blokker<br />
Regiostand van zaken <strong>op</strong> een rij<br />
Het afgel<strong>op</strong>en jaar is veel energie gestoken in de organisatie van de<br />
brandweer in de VNOG met als uiteindelijke doel: kwaliteitsverbetering<br />
van de brandweer.<br />
De wens tot kwaliteitsverbetering komt zowel van ‘onder<strong>op</strong>’ uit de<br />
gemeenten, als van ‘bovenaf’ van de minister van BZK. De minister heeft<br />
de kwaliteitseisen vastgelegd in de Wet veiligheidsregio’s en hierover met<br />
de VNOG een convenant afgesloten.<br />
De burgemeesters van de VNOG gemeenten hebben in een tweedaagse<br />
bijeenkomst in september 2009 de uitgangspunten voor de toekomstige<br />
organisatie besproken en deze vastgelegd in de Kadernota organisatie<br />
brandweer ‘Keuze voor kwaliteit’. Deze kadernota is behandeld in alle<br />
colleges. Eind 2009 hebben alle gemeenteraden de kadernota vastgesteld.<br />
Op basis van deze uitgangspunten is de gemeenschappelijke regeling, die de formele basis vormt voor de<br />
samenwerking tussen de VNOG gemeenten, grondig herzien. Dankzij deze herziening voldoet de regeling nu aan<br />
de wettelijke eisen van de Wet veiligheidsregio’s en blijft het mogelijk om de basisbrandweerzorg ook daadwerkelijk<br />
aan de basis te organiseren, dicht bij de burgers en de brandweervrijwilligers.<br />
Alle 22 gemeenten hebben ingestemd met de gewijzigde gemeenschappelijke regeling. Wel zijn in enkele<br />
gemeenten kanttekeningen geplaatst. Het Algemeen Bestuur heeft dit <strong>op</strong> 25 maart besproken. De nieuwe<br />
gemeenschappelijke regeling kan ingaan wanneer de Wet veiligheidsregio’s van kracht wordt.<br />
Ondertussen hebben de Tweede en Eerste Kamer begin 2010 ingestemd met het voorstel voor de Wet veiligheidsregio’s.<br />
De wet zal inwerking treden als ook de besluiten Kwaliteit <strong>Brandweer</strong> en Kwaliteit Personeel <strong>Veilig</strong>heidsregio’s<br />
zijn vastgesteld. Wanneer dat zal zijn, is nog niet bekend; deze twee besluiten liggen nog bij de Raad van<br />
State voor advies.<br />
De samenwerking tussen gemeenten om de basisbrandweerzorg te verbeteren in de brandweerclusters is in 2009<br />
in de gehele regio van start gegaan. Het tempo waarin dit gebeurt en de manier waar<strong>op</strong>, verschilt per cluster.<br />
In de lo<strong>op</strong> van 2010 zal deze samenwerking niet langer in een doe-alsof-situatie hoeven te gebeuren, omdat dan<br />
de juridische basis (via de nieuwe Wet, de gewijzigde gemeenschappelijke regeling en de instelling van bestuurscommissies<br />
brandweer per cluster) zal worden geformaliseerd.<br />
Tinet Reddingius<br />
e: t.reddingius@vnog.nl<br />
Meer weten: kijk <strong>op</strong> www.100brandendevragen.nl<br />
7
De week van de automaatjes<br />
Kent u hem nog, Koen Kamperman van het korps Winterswijk? Sinds de vorige <strong>Signaal</strong> <strong>op</strong> <strong>Veilig</strong> volgen wij<br />
hem in zijn ambitie om brandweerman te worden. Hij heeft het er allemaal voor over: veel oefenen, veel<br />
theorie én uitrukken bij nacht en ontij. Hoewel die uitrukken achteraf vaak niet nodig blijken.<br />
“De laatste weken heb ik niet veel uitrukken gehad,<br />
wel regelmatig de automaatjes”, verzucht Koen. Dat<br />
zijn meldingen die automatisch doorgegeven worden<br />
aan de meldkamer, maar waar meestal geen echte<br />
brand achter zit. Het kan zijn enthousiasme niet<br />
drukken: “Met de cursus wordt alles elke week<br />
mooier, de theorie is achter de rug en we zijn begonnen<br />
met ademlucht: eerst een keer omhangen,<br />
afhangen, weer omhangen, net zo lang tot dat goed<br />
gaat. Dan je hoeveelheid lucht controleren en<br />
berekenen, wanneer je weer terug moet. Dat is dus als<br />
je de helft van je lucht hebt <strong>op</strong>gebruikt.” Het is een van<br />
de eerste procedures die een brandweerman/vrouw<br />
tijdens de <strong>op</strong>leiding leert, en het is één van de vele.<br />
Bij iedere nieuwe oefening worden de aangeleerde<br />
mechanismen zoveel mogelijk weer herhaald. Alleen<br />
<strong>op</strong> die manier raakt het patroon ingeslepen, zodat je<br />
daar tijdens een inzet niet meer over hoeft na te<br />
denken. “De eerste keer is het spannend,” aldus Koen,<br />
“en nu is het klik-klik, en de boel zit vast. Wat dat<br />
betreft is het net als leren fietsen.”<br />
8 S a m e n w e r k e n a a n v e i l i g h e i d
Automatismen<br />
Eenmaal gewend aan de ademlucht begint het echte<br />
werk, bijvoorbeeld de trap- en deurprocedure. Koen:<br />
“Hoe lo<strong>op</strong> je een trap <strong>op</strong>, als je geen hand voor ogen<br />
kunt zien? Dat oefenen we geblinddoekt. Hoe tast je<br />
alles af? Altijd met de buitenkant van je hand, zodat je<br />
niet blijft ‘hangen’ als je per ongeluk iets beetpakt wat<br />
onder stroom staat. Hoe ga je weer naar beneden?<br />
Achterwaarts dus, en altijd treden tellen. Hoe bepaal<br />
je of een ruimte groot of klein is? Door bijvoorbeeld<br />
met je voeten te stampen en in je handen te klappen;<br />
daardoor kun je horen hoe hol het is. Ook leer je dat je<br />
nooit zomaar een deur los kunt trekken. Er kan vuur,<br />
dus gevaar achter zitten. En als al die procedures erin<br />
zitten, komen er weer nieuwe bij zoals gebruik van<br />
hogedruk- of lagedrukslangen.” Alle procedures<br />
worden eindeloos herhaald, eerst in de lesruimte,<br />
maar uiteindelijk ook in een echt (slo<strong>op</strong>)pand, of - met<br />
zijn eigen korps - in het oefencentrum in Delden.<br />
Koen Kamperman, geboren <strong>op</strong> 3 juni 1982. Woont in Winterswijk<br />
samen met zijn vriendin. Werkt als timmerman/metselaar bij WAM<br />
en Van Duren Bouw bv, voornamelijk in de woningreparatie, en speelt<br />
voetbal. Volgt de <strong>op</strong>leiding tot brandwacht in Groenlo samen met<br />
10 anderen, waarvan 1 vrouw.<br />
Ervaring<br />
Omdat Koen zijn papieren voor brandwacht nog niet<br />
heeft, mag hij nog niet alles doen. Zo begreep hij wel<br />
dat hij bij een oefening van een ongeval met een<br />
gastank de hele tijd aan de gaskraan moest staan,<br />
voor de veiligheid van zijn collega’s, maar het echte<br />
werk lonkt natuurlijk. Tijdens sommige oefeningen<br />
krijgt hij daar al wel het nodige van mee: “We moesten<br />
een container in. Eerst de deur voorzichtig <strong>op</strong>enen, en<br />
daarna kregen we een ‘flash over’ over ons heen. Het<br />
was niet de eerste keer dat ik vuur zag, maar het werd<br />
wel even heel warm! Ik was niet bang, maar je wordt<br />
dan ook goed begeleid. Bovendien kijk je eerst rustig<br />
hoe de andere jongens het doen. Het maakte wel alle<br />
automaatjes en de theorie van de weken daarvoor<br />
weer goed!”<br />
Opleiding<br />
De <strong>op</strong>leiding (die twee jaar duurt) wordt steeds leuker.<br />
De theorie was even doorbijten, maar er komt nu<br />
steeds meer praktijk bij. Het helpt daarbij ook dat<br />
Koen zijn medecursisten steeds beter leert kennen,<br />
omdat ze elke week met elkaar samenwerken. Naast<br />
de <strong>op</strong>leiding is er ook de wekelijkse (maandag)oefenavond<br />
van zijn korps. Soms <strong>op</strong> de kazerne van<br />
Winterswijk, soms buiten bij een geënsceneerde<br />
oefening trekt hij daarbij met zijn toekomstige<br />
collega’s <strong>op</strong>. Ook wordt er een avond gewijd aan de<br />
ontwikkelingen in het brandweercluster (Achterhoek<br />
Oost), de <strong>Veilig</strong>heidsregio, over het <strong>Veilig</strong>heidspaspoort,<br />
afspraken met werkgevers, kortom alle zaken<br />
die niet rechtstreeks met de hulpverlening te maken<br />
hebben, maar er wel de basis van vormen. Taaie kost<br />
voor een deel, maar gelukkig kan het korps na aflo<strong>op</strong><br />
de dorst gaan lessen, als ze een collega gaan verrassen<br />
die 50 jaar geworden is.<br />
Herma van Eijk<br />
Tijdens de oefenavonden van zijn korps, maar ook wanneer hij<br />
meegaat met een inzet, wordt Koen begeleid door zijn vaste mentor,<br />
Dirk de Vries (rechts). Bij hem kan hij met alle vragen en ervaringen<br />
terecht.
Alles wat u altijd al wilde weten over<br />
natuurbrand<br />
In het derde artikel over natuurbrand en hoe de VNOG daarmee omgaat, de belevenissen van een<br />
startende luchtverkenner, die toevallig (of niet?) ook nog communicatieadviseur is bij de VNOG, en<br />
brandweervrijwilliger bij het korps Brummen.<br />
1,2,3 … mark!<br />
Zaterdagochtend, 6 februari. Het ziet er wel erg mistig<br />
uit….. Zou het doorgaan? Op de agenda staat een<br />
instructie voor de nieuwe luchtverkenners. Deze<br />
verkenners zorgen er in de droge periodes voor dat een<br />
(beginnende) brand <strong>op</strong> de Veluwe zo snel mogelijk<br />
wordt ontdekt. Maar naast de instructie door Ronald<br />
Steur, staat er ook een oefenvlucht <strong>op</strong> het programma…<br />
Taken<br />
De hoofdtaak van een verkenner is het zo snel mogelijk<br />
detecteren van brand, vervolgens het plotten van de<br />
locatie en natuurlijk het doorgeven van de coördinaten<br />
en de bijzonderheden aan de meldkamer. Deze zaterdagochtend<br />
mag Steur twee groepen verwelkomen bij de<br />
Special Air Services <strong>op</strong> Teuge. De uitgebreide instructie<br />
leert ons o.a. hoe de meeste branden ontstaan, hoe de<br />
rook er uitziet en hoe een locatie het meest nauwkeurig<br />
kan worden <strong>op</strong>gezocht en geplot. Er kan uitgebreid<br />
geoefend worden met de apparatuur die we aan boord<br />
tot onze beschikking hebben. Maar ook komt aan de<br />
orde wat we vooral niet moeten doen, bijvoorbeeld ons<br />
bemoeien met de beslissing over inzetten van materieel;<br />
dat doet de meldkamer.<br />
Bijna 100<br />
Wij worden toegevoegd aan de groep van zo’n kleine<br />
100 verkenners, die er voor zorgen dat we in droge<br />
Zing, vlieg, huil, bid en bewonder…<br />
periodes veilig(er) kunnen wonen en recreëren <strong>op</strong> de<br />
Veluwe en de recreatiegebieden in Overijssel. Door het<br />
zo snel mogelijk <strong>op</strong>sporen en doorgeven van een brand<br />
kunnen de hulpdiensten <strong>op</strong> de grond ervoor zorgen dat<br />
de schade zoveel mogelijk wordt beperkt. Op dit<br />
moment vliegen we de routes van Ajax Noord, Ajax Zuid<br />
(Veluwe) en Oscar (Twente). Wellicht zit er <strong>op</strong> termijn<br />
ook een samenwerking met Charly (Utrecht) in.<br />
Aan het werk<br />
Helaas gaat onze oefenvlucht niet door vanwege het<br />
weer. Gelukkig mag de vlucht ingehaald worden <strong>op</strong><br />
maandag 15 februari. En dan is het echt raak: voldoende<br />
zicht en een enorm kerstkaartenlandschap. Wat<br />
een geluk! Na de procedures nog eens te hebben<br />
doorl<strong>op</strong>en met de piloot, zijn we binnen een paar<br />
minuten in de lucht. Eenmaal <strong>op</strong> hoogte is het zaak om<br />
eerst contact te leggen met de meldkamer. Daarna<br />
moet ik de coördinaten van pretpark Koningin<br />
Julianatoren en de kruising spoorlijn/A1 met behulp<br />
van een GPRS plotten. De piloot telt af: 1,2,3.. .mark!<br />
De volgende <strong>op</strong>dracht bestaat uit het <strong>op</strong>zoeken van<br />
specifieke locaties ergens <strong>op</strong> de Veluwe aan de hand<br />
van <strong>op</strong>gegeven coördinaten. Als dit ook gelukt is,<br />
kunnen we nog mooi even een rondje vliegen boven<br />
ons kantoor aan de Eur<strong>op</strong>aweg en zwaaien naar de<br />
meldkamer. Al met al een prachtige ervaring, ook de<br />
duikvluchten!<br />
Erwin te Bokkel<br />
De legendarische sportcommentator Theo Koomen moest zich tijdens de Tour de France verplaatsen naar een wat verder gelegen<br />
startplaats en mocht tot zijn grote geluk vliegen in een tweezitter, in plaats van uren rijden in een benauwde auto. Hij werd daar zo<br />
blij van dat hij halverwege de hemel spontaan een complete Latijnse mis zong in de microfoon van zijn k<strong>op</strong>telefoon. NOS-technici<br />
maakten hier stiekem <strong>op</strong>names van. Ik ben niet katholiek <strong>op</strong>gevoed, maar toch kreeg ook ik de neiging om voor te gaan in een<br />
mis….Het moet maar snel code oranje worden!<br />
10 S a m e n w e r k e n a a n v e i l i g h e i d
Theorie en praktijk<br />
Op een avond in december kwamen centralisten, verkenners, aspiranten als Te Bokkel en de oude rotten,<br />
het vliegbedrijf en de coördinatoren natuurbrandbestrijding van omringende regio’s (VNOG, Twente,<br />
IJsselland en Gelderland Midden) bij elkaar om de laatste ontwikkelingen door te nemen, te oefenen en<br />
ervaringen uit te wisselen.<br />
Daarbij was de aftrap voor Payroll Select, het bedrijf dat voor de betaling zorgdraagt, een aspect dat niet<br />
onderschat moet worden, omdat de verkenners geen formele arbeidsrelatie voor deze functie hebben.<br />
Vliegen<br />
Maar het gaat natuurlijk om het vliegen zelf. Herman<br />
Schreurs (VNOG) vertelde in zijn terugblik over 2009<br />
dat er in acht dagen 32 vluchten gemaakt zijn. Het is<br />
natuurlijk politiek correct om te h<strong>op</strong>en <strong>op</strong> nul dagen,<br />
zodat er geen gevaar is voor natuurbranden, maar<br />
vliegen betekent mooi weer én een uitgelezen kans<br />
werkgebied te ‘bestuderen’. Sommigen hebben geluk,<br />
omdat ze toevallig een rooster hebben waarbij ze veel<br />
aan de bak kunnen, anderen krijgen de kans minder.<br />
Gert Jan Woudstra, directeur SAS, verzuchtte:<br />
“Jammer, zo weinig dagen, anders kon ik in een andere<br />
auto rijden dan ik nu rijd.” Maar Wout van Veldhuizen<br />
en Martin van de Brink kregen een wing <strong>op</strong>gespeld:<br />
om gedurende drie uur vanuit de lucht je woon- en zij hadden hun vijftigste vlucht gehad.<br />
➜<br />
11
Werken<br />
De verkenners liepen een rondje van vier worksh<strong>op</strong>s:<br />
1. Herman Schreurs wilde van hen weten wat er beter<br />
kan of anders moet. Een selectie uit de <strong>op</strong>brengst<br />
van de gesprekken:<br />
• We willen vaker oefenen met apparatuur<br />
• De pool is groot genoeg (100 m/v)<br />
• Let <strong>op</strong> de leeftijds<strong>op</strong>bouw<br />
• Je moet herkenbaar zijn aan je kleding, dus<br />
uniform aan<br />
• Leerpunten vastleggen, zodat iedereen er wat aan<br />
heeft<br />
2. Gert Jan Woudstra liet de verkenners oefenen met de<br />
C2000-set, en liet hen daadwerkelijk contact leggen<br />
met de meldkamers. Hij gaf ook zeer praktische<br />
raad: “De catering aan boord is waardeloos, dus<br />
zorg dat je genoeg gegeten hebt.” Nog zo’n goede<br />
tip: “Ga vooraf naar de WC. Drie uur kan erg lang<br />
duren. En zorg dat je fit bent, anders ga je geheid<br />
over je nek. Vergeet je zonnebril niet, en vlieg niet,<br />
als je je oren niet kunt ‘klaren’, anders kun je een<br />
heel jaar last houden.” Hij benadrukte nog eens dat<br />
het vanaf hoogte lastig is te schatten wat afstanden<br />
en afmetingen zijn: “Zorg dus dat je altijd weet waar<br />
je bent, ook gewoon ouderwets via de kaart.<br />
En gebruik vooral niet je eigen GPS, want dan kan er<br />
wel eens een melding uit Rusland binnen komen dat<br />
we je daar moeten komen <strong>op</strong>halen.<br />
3. Peter Aalders, Hoofdofficier van Dienst (HOvD) bij de<br />
VNOG ging in <strong>op</strong> de natuurbrandrisicokaart, het<br />
natuurbrandmeetsysteem en de natuurbrandthermometer.<br />
Ook ging het bij hem over procedures en<br />
wie bepaalt wanneer er gevlogen gaat worden. Dat<br />
doet de HOvD primair aan de hand van de gegevens<br />
van de meetstations, maar ook bekijkt hij de<br />
weersverwachtingen en houdt hij rekening met de<br />
tijd van het jaar: staan er feestdagen voor de boeg,<br />
zodat het druk wordt in de natuur?<br />
4. André Meilink en Wendy Bakker namen de laatste<br />
technische ontwikkelingen door. Allereerst het<br />
CCS-M systeem, waarmee iedereen overal hetzelfde<br />
beeld kan krijgen, en waarmee je allerlei informatie<br />
over het gebied kunt laten zien. Ook hadden zij het<br />
over het integreren van luchtverkenning in de keten<br />
van commandovoering. Vooral tot de verbeelding<br />
sprak hun toelichting <strong>op</strong> het ontwikkelen van UAV’s:<br />
onbemande luchtvaartuigen. Die zijn niet bedoeld<br />
als vervanging voor verkenners, maar je kunt er wel<br />
de rook mee invliegen, en ze helpen daarmee bij<br />
beeldvorming bij grote branden en bij het nemen van<br />
luchtmonsters voor analyse, bijvoorbeeld van giftige<br />
stoffen.<br />
En nu maar h<strong>op</strong>en <strong>op</strong> een lang en droog seizoen, of toch<br />
maar niet?<br />
Herma van Eijk<br />
12 S a m e n w e r k e n a a n v e i l i g h e i d
Pictrinestaartje<br />
We dachten dat alle oude potjes picrine in de regio<br />
inmiddels <strong>op</strong>geruimd zouden zijn, maar bij een<br />
Apotheek in Apeldoorn werd er nog één aangetroffen.<br />
In een chemicaliënkabinet uit de jaren vijftig<br />
stond het flesje Picrine broederlijk naast de <strong>op</strong>ium.<br />
Voor alle duidelijkheid: de apotheek zelf beschouwt<br />
de zolder waar de spullen staan als ‘museum’.<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
13
Ontruimen moet<br />
je oefenen<br />
Een mega-klus, zo kun je het<br />
gerust omschrijven, de drie<br />
ontruimingsoefeningen bij<br />
natuurbranden die in het najaar<br />
van 2009 en in de derde week<br />
van maart <strong>op</strong> de Veluwe gehouden<br />
zijn. De oefeningen vormen<br />
een onderdeel van een pilot<br />
‘zelfredzaamheid’ die vanuit het<br />
Ministerie van BZK uitgevoerd<br />
worden. Alette Getz-Smeenk legt<br />
binnen de VNOG de lijnen met<br />
heel veel organisaties die nodig<br />
zijn om de oefening uit te voeren.<br />
Maar daar gaat het eígenlijk niet<br />
alleen om.<br />
Alette Getz is immers al langere tijd bezig met<br />
natuurbranden <strong>op</strong> de Veluwe. Nog te weinig recreatieondernemers,<br />
terreineigenaren, overheden en<br />
recreanten zijn zich bewust van de gevaren van<br />
natuurbrand. Haar pogingen om alle spelers <strong>op</strong> dit<br />
terrein om de tafel te krijgen, leverde de Sector<br />
Risicobeheersing van de VNOG vorig jaar al de<br />
<strong>Veilig</strong>heidaward <strong>op</strong>. De drie oefeningen <strong>op</strong> landgoed<br />
Welna, camping de Wildhoeve en recreatieterrein<br />
Samoza, zijn een logisch vervolg <strong>op</strong> de lijnen die<br />
gelegd zijn, en steeds steviger worden.<br />
Resultaat oefeningen<br />
In de volgende <strong>Signaal</strong> <strong>op</strong> <strong>Veilig</strong> kunnen we pas de<br />
resultaten van de oefening vermelden, maar projectleider<br />
Robert Aartsen (van de provincie Gelderland) en<br />
Alette Getz willen graag nu al hun ervaringen delen<br />
Wat zag je als je belangrijkste taak in het voortraject?<br />
Alette: De oefenorganisatie <strong>op</strong> poten en in het gareel<br />
Alette Getz-Smeenk<br />
krijgen, en samen met de werkgroep communicatie<br />
maatregelen bedenken en maken, waarmee we de<br />
zelfredzaamheid bij natuurbranden zouden kunnen<br />
versterken.<br />
Robert: Mensen erbij betrekken, motiveren, enthousiasmeren,<br />
organiseren en afstemmen. Mensen hun<br />
eigen verantwoordelijkheid geven en ze aan de<br />
gemaakte afspraken houden. Daar waar er mogelijk<br />
wrijving zou kunnen ontstaan, die <strong>op</strong> tijd proberen te<br />
signaleren en weg te halen. Gelukkig waren er heel<br />
weinig van die momenten! Ik had me, toen ik projectleider<br />
werd niet gerealiseerd dat ik én een projectorganisatie<br />
én een oefenorganisatie binnen het project aan<br />
het werk zou hebben. Het project is veel groter<br />
geworden qua organisatie en tijdsbeslag dan we van<br />
te voren hadden bedacht. Dat alles zo goed is<br />
<strong>op</strong>gepakt, is een verdienste van het hele team. Ik sta<br />
er nog steeds versteld van hoe alles is verl<strong>op</strong>en en hoe<br />
alle keuzes die we gemaakt hebben elke keer zo goed<br />
uitpakten.<br />
14 S a m e n w e r k e n a a n v e i l i g h e i d
En je taak tijdens de oefeningen zelf?<br />
Alette: Gasten ontvangen en rondleiden, dat was<br />
eigenlijk best ontspannend na alle inspanningen<br />
vooraf. Een bijzondere gast was Derk Dunbar, die met<br />
zijn vormgeefbureau wereldberoemd is geworden<br />
door het ontwerpen van pictogrammen en huisstijlen.<br />
Verder was er de wethouder ruimtelijke ordening van<br />
Epe, maar die werd door iemand anders rondgeleid.<br />
Natuurlijk waren er ook de nodige brandweermensen,<br />
van binnen en buiten de regio, en Jan Mans als<br />
voorzitter van de expertgroep BZK.<br />
Robert: Dat was voor mij misschien de moeilijkste tijd.<br />
Ik ben zelf iemand van de handjes uitsteken en iets<br />
gaan doen. Nu moest ik meer vanaf het middelpunt om<br />
me heen kijken en niets doen. Niets doen, omdat het<br />
allemaal zo goed en vlot liep. Ik ben wel eens koffie<br />
gaan zetten, omdat daar even niemand voor was. Maar<br />
voor de rest was alles geregeld en liep het vanzelf.<br />
Wat ging super?<br />
Alette: Op de eerste landgoeddag was het nog wat<br />
wennen, maar de oefenorganisatie liep als een trein.<br />
De betrokkenheid en het enthousiasme van de<br />
burgers/vrijwilligers waren ook super: de ‘ontruimden’,<br />
de waarnemers, en al die anderen die een<br />
bijdrage hebben geleverd.<br />
Robert: Het is heel raar om te zeggen, maar eigenlijk<br />
ging alles super. Ik heb nog nooit in een project zo veel<br />
zo goed zien slagen. Deelnemers, bezoekers, het<br />
team, de mensen van het landgoed en de camping,<br />
iedereen was vanaf het begin tot het eind enthousiast.<br />
Men vindt het een goed iets om de zelfredzaamheid te<br />
testen en eens te oefenen met een evacuatie <strong>op</strong> een<br />
camping of een landgoed. De oefeningen liepen goed,<br />
er werd geleerd van foutjes in de organisatie en die<br />
werden meteen aangepakt, en iedereen was enthousiast<br />
over het ‘nevenprogramma’, waarmee we de<br />
deelnemers hadden gelokt.<br />
Wat ging beroerd?<br />
Alette: Het was jammer dat ‘t regende <strong>op</strong> dag 4.<br />
Maar eigenlijk ging er niks beroerd.<br />
Robert: Ik heb één beroerd gesprek moeten voeren,<br />
waarbij het respect voor elkaar er niet meer was. Toen<br />
heb ik ook in moeten grijpen en een aantal beslissingen<br />
nemen, want met overleg lukte het niet meer.<br />
Dit heeft de oefening voor de rest niet belemmerd,<br />
maar het was gewoon niet leuk.<br />
Robert Aartsen<br />
Wat was jouw kippevelmoment?<br />
Alette: Ik had er meerdere, als eerste het moment dat<br />
de ontruiming van de zorghoutvesterij in gang werd<br />
gezet en iedereen daar in beweging kwam. Na<br />
maanden praten, overleggen en organiseren ging het<br />
dan echt gebeuren. Verder was er het moment na de<br />
eerste ontruiming <strong>op</strong> de camping, dat ik de recreatietent<br />
binnenwandelde, en daar een enthousiaste<br />
mevrouw Van der Tas (voorzitter van de Veluwecommissie)<br />
en heer Ter Heide (directeur VVV Veluwe<br />
IJsselvallei) aantrof. Zij hebben zich ook laten<br />
ontruimen, en waren zeer enthousiast over dit<br />
initiatief en onder de indruk van wat we allemaal in het<br />
werk gezet hadden. Daar kunnen geen overleggen en<br />
presentaties tegen<strong>op</strong>, zoveel risicobewustzijn en<br />
goodwill als dit <strong>op</strong>levert.<br />
Robert: Ik had er twee: de eerste was toen we <strong>op</strong> een<br />
gegeven moment met het vaste team bij elkaar zaten<br />
en met elkaar constateerden dat we gewoon een goed<br />
team waren met elkaar en dat we ook nog eens<br />
15
allemaal werk deden dat we leuk vinden. Dat is<br />
bijzonder. Het tweede moment was na de oefeningen.<br />
Als je dan ’s avonds in het donker de hond uitlaat, kun<br />
je alles loslaten. Op dat moment komen alle zegeningen<br />
even naar boven, de dingen die energie <strong>op</strong>leveren.<br />
Dat waren er zoveel en ze waren zo natuurlijk,<br />
vanzelfsprekend, dan realiseer je je wel even dat dit<br />
een erg mooi project is om projectleider van te zijn.<br />
Wie was jouw held(in)?<br />
Alette: Allereerst natuurlijk Oene Gorter, Ida Gorter,<br />
Rob Fernandes, René Zweers en Karin van der Kaaden,<br />
die als eigenaren hun nek hebben durven uitsteken<br />
door hun terreinen te laten ontruimen. Ze hebben ook<br />
keihard moeten werken, want moesten bij de ontruimingen<br />
vol<strong>op</strong> aan de bak. Ten tweede het oefenorganisatieteam:<br />
Jan Willem van Gortel, Jos Janssen, Robert<br />
Jan Paalman, André Meilink, Ton Sanders en Robert<br />
Aartsen. Zij hebben enorm veel werk verzet in de<br />
voorbereiding en zijn twee weken lang vol<strong>op</strong> in touw<br />
geweest om dit allemaal in de praktijk voor elkaar te<br />
krijgen.<br />
Robert: Die zijn er teveel. De cliënten van de zorghoutvesterij,<br />
mensen als Birgitta Dolfing (AOV’er) die<br />
zoveel andere kanten van zichzelf laten zien, Ton<br />
Sanders (Provincie), die een prachtige presentatie kan<br />
geven. Robert-Jan, een stagiaire die naadloos aansluit<br />
bij de rest. Het plezier van Oene Gorter, de drive van<br />
Karin van der Kaaden, de expertise van André Meilink<br />
(oefenleider), het organisatie talent van Jos Janssen en<br />
als ‘extraatje’ kregen de deelnemers aan de<br />
oefening <strong>op</strong> camping ‘de Wildhoeve’ een<br />
demonstratie: hoe snel brandt een tent af?<br />
Jan-Willem van Gortel (organisatoren oefening):<br />
Allemaal helden.<br />
Maar als ik dan toch moet kiezen, kies ik voor René<br />
Zweers, eigenaar van de Wildhoeve. Rustig <strong>op</strong> de<br />
achtergrond blijvend, als dat kan, maar met zo veel<br />
bezieling bezig met zijn werk, de camping en de<br />
oefeningen, dat vind ik prachtig om te zien. Echt <strong>op</strong> de<br />
voorgrond wil hij niet staan, maar af en toe mag wel<br />
eens benadrukt worden hoe goed hij alles voor elkaar<br />
heeft <strong>op</strong> de camping, ook over het denken over en<br />
werken naar een veilige omgeving <strong>op</strong> hun camping.<br />
Wat wordt jouw doel voor ‘Samoza’?<br />
Alette: Net zo’n mooie oefenweek neerzetten als <strong>op</strong><br />
Welna en De Wildhoeve, en nog beter er in slagen om<br />
ieder in zijn rol te zetten. We hoeven als VNOG echt<br />
niet alles zelf te doen. Dat hebben we hiermee wel<br />
bewezen.<br />
Robert: Samoza moet erg veel van hetzelfde worden,<br />
zeker wat betreft plezier, succes, voldoening. Maar het<br />
moet geen herhaling van zetten worden, het moet een<br />
nieuwe oefening worden met zijn eigen dynamiek.<br />
Als ik dan tijdens de oefeningen weer met de handen<br />
in de zakken kan toekijken, dan is het geslaagd.<br />
Herma van Eijk<br />
Informatie bij Alette Getz-Smeenk<br />
e: a.getz@vnog.nl<br />
16 S a m e n w e r k e n a a n v e i l i g h e i d
Natuurbrandrisico’s nu ook in<br />
Oost-Gelderland in kaart gebracht<br />
Natuurbrandrisicokaarten…we kenden ze al voor het<br />
gebied van de Veluwe, zoals ze in 2006 samen met<br />
Gelderland Midden werden ontwikkeld. Nu is ook het<br />
gebied ten oosten van de IJssel in kaart gebracht:<br />
“Het risico in de Achterhoek is lager dan <strong>op</strong> de Veluwe,<br />
maar je moet het niet onderschatten”, aldus Mike<br />
Mulder van de sector Risicobeheersing.<br />
De nieuwe kaart is tot stand gekomen door samenwerking<br />
tussen veel partijen. Dit waren onder meer de VNOG-sector<br />
Operationele Voorbereiding, verschillende organisaties voor<br />
natuurbeheer en alle lokale brandweren in het oostelijk<br />
gedeelte van onze Regio. Iedereen heeft veel inspanningen<br />
gedaan voor de totstandkoming van deze kaart.<br />
Postzegels<br />
Als je over kaarten praat, moet je ze ook zien. Mulder spreidt<br />
een grote rol uit over de bibliotheektafel en plotseling zien we<br />
een flink deel van onze regio bedekt met iets wat lijkt <strong>op</strong> groene,<br />
gele en rode postzegels. Het zijn vakken van 1x1 kilometer<br />
waarvoor de risico’s zijn berekend: “Op basis van 16 aspecten<br />
hebben we een score voor zo’n vak bepaald. We kijken dan naar<br />
onder meer type begroeiing, waterwinning, infrastructuur,<br />
gevaarlijke stoffen en bereikbaarheid. En misschien nog wel het<br />
allerbelangrijkste: zijn er woningen in de buurt? Verblijven er<br />
veel toeristen?”<br />
Niet onderschatten<br />
Net als bij de natuurbrandthermometer geven de kleuren <strong>op</strong> de<br />
kaart het risico aan. Van groen (weinig risico) tot rood (hoog<br />
risico) . Een hoog natuurbrandrisico zegt niets over de kans dàt<br />
er ergens een brand ontstaat. “Maar is er brand, dan is die<br />
mogelijk lastig in de hand te houden.”<br />
Mike vindt dat het met de natuurbrandrisico’s in de Achterhoek<br />
relatief wel meevalt: “Het zijn niet zulke grote aaneengesloten<br />
gebieden als <strong>op</strong> de Veluwe en de bereikbaarheid is veelal goed,<br />
maar je moet het niet onderschatten. Je hebt natuurlijk wel veel<br />
woongebieden rondom de bossen in Oost-Gelderland, en dan<br />
lo<strong>op</strong> je al snel de kans dat je veel mensen moet evacueren. Kijk<br />
maar naar het voorbeeld van de duinbranden in Schoorl!”<br />
Aantoonbaar<br />
Ook de kaart voor Oost-Gelderland wordt nu gebruikt om lokaal<br />
eventueel lastige situaties aan te pakken: “Het belang van zo’n<br />
kaart is vooral dat we nu weten waarover we praten, het maakt<br />
een eventueel probleem aantoonbaar. De kaart is een middel<br />
dat we kunnen gebruiken om met partijen om de tafel te gaan<br />
en aanpassingen bespreekbaar te maken. Het moet onze<br />
partners bewuster maken van hun verantwoordelijkheden.”<br />
En dat lukt. Op de Veluwe is men, mede dankzij de risicokaarten,<br />
al weer wat verder. Hier werken eigenaren, gemeenten,<br />
recreatieparken, natuurmonumenten al veel aan bewustwording<br />
en het nemen van (eigen) verantwoordelijkheden.<br />
Praktisch gezien gaat het dan om bijvoorbeeld afspraken maken<br />
met de lokale brandweer, gidsen, snoeibeleid aanpassen,<br />
paden aanpassen en zelfs andere boomsoorten aanplanten.<br />
“Ook de zelfredzaamheidoefeningen in Epe, Nunspeet en Emst<br />
leren belangrijke lessen die weer gebruikt kunnen worden in<br />
het verlagen van de risico’s.”<br />
Levend houden<br />
De informatie over vegetatie in de Achterhoek is aangeleverd<br />
door natuurorganisaties. Drinkwaterbedrijven hebben gegevens<br />
over bluswater verstrekt. Vrijwilligers van de brandweer zijn de<br />
natuur ingetrokken om de paden <strong>op</strong> toegankelijkheid te<br />
controleren.<br />
De eerste bijeenkomst met betrokkenen is inmiddels al achter<br />
de rug en Mulder is <strong>op</strong>timistisch: “Men is enthousiast, vindt het<br />
goed dat hier veel aandacht voor komt. Ook vraagt men om dit<br />
levend te houden. En dat is precies wat we als VNOG blijven<br />
doen door te initiëren en te faciliteren.”<br />
Ook dit is een van de voorbeelden van samenwerking buiten de<br />
brandweergrenzen om, waarvoor we - helemaal terecht - de<br />
Publieke <strong>Veilig</strong>heidaward hebben gewonnen!<br />
Erwin te Bokkel<br />
17
Klein, maar daadkrachtig platform<br />
Zorgcontinuïteit<br />
Ruim 30 afgevaardigden van (zorg)instellingen binnen de VNOG troffen elkaar <strong>op</strong> 8 december voor de<br />
vierde keer <strong>op</strong> het Platform zorgcontinuïteit bij GGNet in Apeldoorn. Voorzitter Maarten de Bloois zei in<br />
zijn <strong>op</strong>ening dat hij <strong>op</strong> meer deelname had geho<strong>op</strong>t, maar aan het programma kon het niet liggen.<br />
Aart Schoenmaker, directeur GHOR, trapte af met de<br />
stand van zaken rondom de nieuwe influenza A (H1N1<br />
virus), oftewel de Mexicaanse griep. Inmiddels hebben<br />
alle zorginstellingen een zorgcontinuïteitsplan, dus als<br />
het goed is zijn zij voorbereid <strong>op</strong> de gevolgen van de<br />
griep, mocht die weer toeslaan.<br />
Daarna wees Schoenmaker <strong>op</strong> de zeven gevolgen<br />
waarmee een organisatie bij een crisis te maken kan<br />
krijgen:<br />
• sluiting van (delen van) de locatie<br />
• groot aanbod van cliënten<br />
• verplaatsen van cliënten<br />
• tekort aan personeel<br />
• uitval nutsvoorzieningen, apparatuur en ICTmiddelen<br />
• logistieke stagnatie<br />
• uitbraak infectieziekten<br />
Als een organisatie goed kan omgaan met deze<br />
gevolgen, is de kans groot dat bij een crisis de zorg aan<br />
cliënten <strong>op</strong> verantwoorde wijze gecontinueerd kan<br />
worden. Maar dan moet de instelling daarvoor zelf wel<br />
voorbereidingen treffen. Je kunt echter ook ondersteuning<br />
van de overheid verwachten. Denk bijvoorbeeld aan<br />
vervoer (ook van rolstoelgebruikers en bedlegerige<br />
patiënten), psychosociale hulp en zorg voor de eerste<br />
levensbehoeften <strong>op</strong> de <strong>op</strong>vanglocatie. Maar ook zaken<br />
als voorlichting aan verwanten, pers en publiek en de<br />
registratie en afhandeling van persoonlijke schade<br />
vallen onder deze ondersteuning. Dat is de reden dat de<br />
GHOR gegevens van de instellingen nodig heeft. Om die<br />
gegevens vast te leggen en <strong>op</strong>timaal te kunnen<br />
gebruiken, heeft de GHOR de internetapplicatie<br />
GHOR4all aangeschaft. In het tweede kwartaal van 2010<br />
zal het programma gebruikt gaan worden, waarmee een<br />
ho<strong>op</strong> papierwerk komt te vervallen. Schoenmaker kon<br />
dus afsluiten met: “U hoort nog van ons!”<br />
18 S a m e n w e r k e n a a n v e i l i g h e i d
CalamiteitenManagementPlan (CMP)<br />
Erik Moot van Zorggroep Apeldoorn en omstreken<br />
presenteerde ‘vers van de pers’ het Calamiteiten<br />
Management Plan (CMP), dat een (zorg)organisatie kan<br />
helpen om <strong>op</strong> een gestructureerde manier om te<br />
kunnen gaan met de gevolgen van (grootschalige)<br />
incidenten of rampen. De gehandicaptenorganisatie<br />
’s Heeren Loo werd als basis gebruikt voor het <strong>op</strong>stellen<br />
van een algemeen raamwerk CMP voor zorgorganisaties.<br />
Het CMP is, net als de overige producten van het<br />
platform te downloaden van onze website www.vnog.nl.<br />
Strategisch oefenen<br />
Hans van Wijnbergen, van het Bedrijfsbureau <strong>Veilig</strong>heid<br />
bij ’s Heeren Loo, nam ons mee terug naar een oefening<br />
in zijn instelling, die met hulp van de GHOR was<br />
<strong>op</strong>gezet. Daarbij waren de nutsvoorzieningen uitgevallen,<br />
en de leden van het Managementteam moesten <strong>op</strong><br />
strategisch niveau de juiste beslissingen nemen, <strong>op</strong><br />
basis van het CMP.<br />
Als verbeterpunten waren naar voren gekomen:<br />
• Ga als crisisteam niet zelf de genomen besluiten<br />
uitvoeren<br />
• Laat ICT mee-oefenen<br />
• Denk goed na over communicatie<br />
• Houd een duidelijke vergaderstructuur aan<br />
• Zet de actiepunten <strong>op</strong> een flip-over<br />
De conclusie: Lastig, maar leerzaam! Dit jaar organiseert<br />
de GHOR vier tot zes van dergelijke oefeningen.<br />
Ontwikkelen oefendraaiboek<br />
Theo Klein Bleumink, Opleider, Trainer en Oefenleider<br />
van de GHOR, leidde het volgende programmaonderdeel.<br />
Bij het oefendraaiboek “Uitval van nutsvoorziening<br />
bedreigt de continuïteit van zorg, elektra” is een<br />
schrijfwijzer ontwikkeld die voor alle type oefeningen<br />
en doelgroepen gebruikt kan worden. De schrijfwijzer<br />
maakt onderdeel uit van in totaal vier documenten (van<br />
het ministerie van BZK) die er voor moeten zorgen dat<br />
draaiboeken compleet en uniform zijn, zodat organisaties<br />
ze makkelijker kunnen uitwisselen. Modellen,<br />
sjablonen en checklist maken er onderdeel van uit.<br />
Meer informatie en downloads <strong>op</strong> www.vnog.nl<br />
(GHOR/GHOR producten) en www.inf<strong>op</strong>untveiligheid.nl<br />
Na zijn toelichting nodigde Klein Bleumink vier<br />
deelnemers uit om in het midden van de zaal deel te<br />
nemen aan een kleine oefening. Het rollenspel was<br />
kort, maar de deelnemers gingen daadkrachtig te werk,<br />
stelden meteen prioriteiten, namen besluiten en<br />
maakten afspraken.<br />
Doorstart werkgroepen<br />
Maarten de Bloois, directeur van de zorginstelling<br />
Brinkhoven en de Bongerd, tevens Platformvoorzitter,<br />
en Sjoerdtje Kramer-Hoekstra, beleidsmedewerker bij<br />
de GHOR, verzorgden samen het laatste programmaonderdeel:<br />
doorstart van de werkgroepen.<br />
Op dit moment zijn er drie werkgroepen:<br />
• CMP<br />
• Sluiting van delen van een locatie<br />
• Uitval van nutsvoorzieningen, apparatuur en ICT<br />
Inmiddels zijn vier producten van de werkgroepen<br />
gereed:<br />
• CMP 2009<br />
• PowerPoint presentatie inzake planvorming bij uitval<br />
van (delen van) locaties<br />
• Checklist inzake uitval van nutsvoorzieningen (gas,<br />
water en elektra)<br />
• Oefendraaiboek inzake Uitval van stroom, met een<br />
Oefenwijzer.<br />
De Bloois pleitte enthousiast voor het idee om onder de<br />
vlag van het platform verder te gaan met planontwikkeling,<br />
en daarom werden de aanwezigen aan het werk<br />
gezet met de zeven gevolgen van een crisis (zie eerste<br />
alinea).<br />
Na 20 minuten hadden zich vier werkgroepen gevormd:<br />
sluiting delen locatie, verplaatsen patiënten, uitval<br />
nutsvoorzieningen en tekort aan medewerkers.<br />
Uitbouwen<br />
Het platform streeft ernaar dat de instellingen in 2012<br />
een complete set geïmplementeerde en beoefende<br />
plannen hebben waarmee de zorg ook onder bijzondere<br />
omstandigheden gecontinueerd kan worden. De Bloois<br />
adviseerde de instellingen dit streven vanaf 2010 in hun<br />
meerjarenplanning <strong>op</strong> te nemen.<br />
Wordt vervolgd <strong>op</strong> 8 juni!<br />
Sjoerdtje Kramer-Hoekstra<br />
e: s.kramer-hoekstra@vnog.nl<br />
Meer informatie en downloads <strong>op</strong> bovenstaand<br />
e-mailadres of via www.vnog.nl<br />
1
Regionaal Crisisplan Project Rubiks<br />
De veiligheidsregio vervult een actieve en coördinerende rol bij de bestrijding van rampen en de beheersing<br />
van crises. Deze rol is vastgelegd in de Wet <strong>Veilig</strong>heidsregio’s, die inmiddels is aanvaard. Iedere<br />
veiligheidsregio moet volgens deze wet drie planfiguren vaststellen: het Regionaal Risic<strong>op</strong>rofiel, het<br />
Regionaal Beleidsplan en het Regionaal Crisisplan. Zodra de Wet in werking treedt hebben we een jaar de<br />
tijd om alles <strong>op</strong> orde te hebben.<br />
Waarom een Regionaal Crisisplan?<br />
Zowel de multidisciplinaire samenwerking binnen de<br />
regio als de samenwerking tussen de regio’s stelt hoge<br />
eisen aan de uniforme organisatie en werkwijze bij de<br />
aanpak van grootschalige incidenten. Om<br />
deze multidisciplinaire samenwerking<br />
te ondersteunen is<br />
een “Referentiekader<br />
Regionaal Crisisplan”<br />
ontwikkeld. Op basis<br />
daarvan ontwikkelen wij ons<br />
Regionaal Crisisplan, een<br />
<strong>op</strong>erationeel plan waarin de<br />
generieke aanpak van<br />
rampenbestrijding en<br />
crisisbeheersing staat<br />
beschreven, en afspraken<br />
over bevoegdheden, taken en<br />
verantwoordelijkheden zijn<br />
vastgelegd. Samen met het Beleidsplan<br />
zal het Regionaal Crisisplan niet alleen<br />
moeten leiden tot meer eenduidigheid, maar ook<br />
tot vereenvoudiging van de huidige planfixatie <strong>op</strong><br />
lokaal, regionaal en landelijk niveau.<br />
Het Regionaal Crisisplan biedt mogelijkheden om<br />
binnen de regio als kolommen en als gemeenten beter<br />
samen te werken, te oefenen, te evalueren, werkzaamheden<br />
efficiënter af te stemmen en tevens van elkaars<br />
kennis en vaardigheden gebruik te maken of personele<br />
en materiële bijstand uit te leveren. Voor partners<br />
Risic<strong>op</strong>rofiel: uiterlijk 6 maanden na inwerkingtreding WVR<br />
Beleidsplan: uiterlijk 9 maanden na inwerkingtreding WVR<br />
Crisisplan*: uiterlijk 12 maanden na inwerkingtreding WVR<br />
* De gemeentelijke rampenplannen blijven van kracht tot het bestuur van de<br />
<strong>Veilig</strong>heidsregio het Regionaal Crisisplan heeft vastgesteld.<br />
in de sectoren <strong>Veilig</strong>heid en Vitale Infrastructuur zal<br />
het eenvoudiger worden met hun eigen crisisorganisatie<br />
aan te haken <strong>op</strong> de staande structuur van crisisbeheersing.<br />
Aanpak<br />
Stap 1: Binnen onze regio<br />
zijn de gemeentelijke<br />
rampenplannen al<br />
grotendeels <strong>op</strong> elkaar<br />
afgestemd, <strong>op</strong> basis van<br />
het ‘model gemeentelijk<br />
rampenplan’. De huidige<br />
gemeentelijke rampenplannen<br />
hoeven dan ook<br />
niet te worden herschreven,<br />
maar worden<br />
herschikt tot een regionale<br />
samenvoeging in het<br />
Regionaal Crisisplan.<br />
Stap 2: Door de werkwijze van de disciplines te<br />
harmoniseren is de basis gelegd voor geïntegreerd<br />
multidisciplinair handelen. Deze basis is noodzakelijk,<br />
maar is geen voldoende voorwaarde voor een<br />
kwaliteitsverbetering in de crisisbeheersing. De<br />
meerwaarde wordt gevonden in het Multidisciplinair<br />
kn<strong>op</strong>penmodel: hierin worden de juiste werkprocessen<br />
en aansturing afgestemd.<br />
20 S a m e n w e r k e n a a n v e i l i g h e i d
Om daadwerkelijk invulling te geven aan de missie van<br />
de VNOG “samen werken aan veiligheid” is een<br />
projectorganisatie onder de naam Rubiks gevormd,<br />
waarin alle kolommen zijn vertegenwoordigd. In de<br />
lo<strong>op</strong> van het traject zullen ook de overige partners<br />
worden betrokken. Het project moet dan ook uitmonden<br />
in een gezamenlijk <strong>op</strong>gesteld en breed gedragen:<br />
• Regionaal Crisisplan <strong>Veilig</strong>heidsregio Noord- en<br />
Oost-Gelderland;<br />
• Implementatieplan voor een Multidisciplinair<br />
Kn<strong>op</strong>penmodel.<br />
Waarom Rubiks?<br />
Het ontwikkelen van het Regionaal Crisisplan hebben<br />
we vergeleken met het <strong>op</strong>lossen van een Rubik’s Cube,<br />
een puzzel met verschillende kleurvlakken die<br />
ogenschijnlijk ingewikkeld in elkaar zit. Je kunt er<br />
willekeurig aan draaien, dan zijn veel posities<br />
mogelijk. Echter met een berekende, systematische<br />
aanpak en met een aantal slimme zetten kun je tot een<br />
juiste verdeling komen. De kleuren stellen hierbij de<br />
verschillende actoren voor binnen de multidisciplinaire<br />
rampenbestrijding en crisisbeheersing. Oranje<br />
voor de gemeenten, blauw voor politie, rood brandweer,<br />
wit GHOR, groen Defensie, en geel de publiek/<br />
private organisaties. Binnen het driedimensionale<br />
geheel l<strong>op</strong>en diverse multidisciplinaire processen.<br />
De kubus laat zien dat in de huidige situatie alle<br />
benodigde facetten weliswaar aanwezig zijn, maar om<br />
tot een uniform en overzichtelijk geheel te komen<br />
moet er nog gedraaid en gesleuteld worden.<br />
Jimmy Korswagen, projectsecretaris<br />
e: j.korswagen@vnog.nl<br />
IMCA-puzzel bijna compleet<br />
Regionaal commandanten Lieke Sievers (IJsselland) en Koos Scherjon (Noord- en Oost-Gelderland) voegden <strong>op</strong><br />
4 november samen het derde puzzelstuk toe aan het IMCA-bord. Als binnenkort het laatste stuk ingevoegd wordt,<br />
zijn de meldingsclassificaties uitgerold over beide regio’s. Dat betekent dat <strong>op</strong> een bepaald type melding (bijvoorbeeld<br />
gebouwbrand, of ongeval met letsel) in de hele regio in principe precies dezelfde alarmering volgt.<br />
En dat betekent weer dat er dezelfde hoeveelheid en dezelfde soort voertuigen naar toegaan. Daarmee wordt een<br />
standaard gehanteerd, waar<strong>op</strong> echter plaatselijk wel ‘maatwerk’ toegepast kan worden. Zo wil het ene korps altijd<br />
een hoogwerker meenemen bij een schoorsteenbrand, maar voor een ander korps hoeft dat niet. Afstemming én<br />
maatwerk, daar gaat het bij IMCA dus om.<br />
21
Radio … Actief<br />
Het was wel heel vroeg in de ochtend toen een afvaardiging van OvD-en en AGS-en uit de VNOG afreisde<br />
naar een mistig Vlissingen. Doel was de Centrale Organisatie voor Radioactief Afval (COVRA), dé centrale<br />
<strong>op</strong>slag voor radioactief afval in Nederland: “Eindelijk eens echte straling meten!”<br />
Op het haventerrein bij Vlissingen, niet ver van de<br />
kerncentrale in Borssele, ligt het terrein van de<br />
COVRA. Aan de buitenkant valt het eigenlijk niet erg<br />
<strong>op</strong>: een verzameling van witte, ogenschijnlijk simpele<br />
loodsen en een oranje-geel-achtig gebouw. Maar als je<br />
een loods binnenkomt raak je vooral geïmponeerd:<br />
achter de 1.70 meter dikke muren staan immens hoge<br />
stapels vaten, veelal in beton gegoten en in oneindig<br />
lange rijen. Het is samengeperst laag- en middelradioactief<br />
afval, afkomstig uit onder meer ziekenhuizen,<br />
laboratoria en bedrijven. Ieder vat is voorzien van<br />
codes en streepjes: hoe meer streepjes, des te lager<br />
de radioactieve straling.<br />
Tien jaar<br />
Iedere loods staat voor een verzameling van 10 jaar<br />
radioactief afval. Dit afval - denk aan injectienaalden,<br />
glaswerk, kleding, handschoenen, rookmelders,<br />
besmet schroot, filters, pompen, buizen - wordt eerst<br />
bij COVRA samengeperst, in vaten verwerkt en in<br />
beton gegoten. Bij de vaten kan je nog altijd straling<br />
meten, maar de betonnen omhulsels sluiten de stoffen<br />
voldoende in en verminderen die straling. Voordat de<br />
laatste <strong>op</strong>slagruimte vol raakt, is er al weer een<br />
nieuwe bijgebouwd. Bij de COVRA wordt voorzien in<br />
een <strong>op</strong>slagcapaciteit van 100 jaar. Voor een deel van<br />
het afval is dan definitieve <strong>op</strong>slag mogelijk. Ook kan<br />
het zijn dat er tegen die tijd nieuwe mogelijkheden en<br />
technieken beschikbaar zijn om het afval wel veilig te<br />
verwerken.<br />
Hoogradioactief afval<br />
Anders ligt het bij het hoogradioactief afval. Dit bevat<br />
splijtstofelementen die als brandstof in onderzoeksreactoren<br />
worden gebruikt en afval van de kernenergiecentrales.<br />
Het afval wordt per trein aangevoerd tot in<br />
het oranje-gele gebouw. Daar worden de speciale<br />
containers met <strong>op</strong> afstand bestuurde werktuigen van de<br />
trein getild en voor verwerking door de ‘fabriek’ geleid.<br />
Uiteindelijk wordt het materiaal met de grootste<br />
22 S a m e n w e r k e n a a n v e i l i g h e i d
hoeveelheid radioactiviteit in langwerpige <strong>op</strong>slagkanalen<br />
in de bodem van het gebouw gest<strong>op</strong>t. Tijdens de<br />
rondleiding konden we letterlijk over de afsluiters van al<br />
het hoogradioactief afval heenl<strong>op</strong>en!<br />
Beknelling<br />
In een van de <strong>op</strong>slagruimtes wordt die ochtend<br />
geoefend in teams van drie. Zo wordt onder meer de<br />
‘kwadrantregel’ getest, een procedure rond een<br />
mogelijke besmetting uitgevoerd en een beknelling<br />
onder een vat van 70 kilo tot een goed einde gebracht.<br />
Tijdens de oefening gloeien de harten en hoofden van<br />
onze specialisten in gevaarlijke stoffen. En dat komt<br />
niet door de straling. Jan Bruggink glundert van oor tot<br />
oor als hij zijn stralingsmeter in de buurt van een<br />
gevaarlijk uitziend geel vat houdt: “Nu meten we<br />
tenminste echt wat. Je kan het wel een beetje nabootsen<br />
in reguliere oefeningen, maar dit…dit is echt<br />
man!” Hoe echt het is blijkt ook wel uit de niet mis te<br />
verstane waarschuwingen van de COVRA-oefenleider<br />
wanneer collega’s allemaal tegelijk en te lang bij een<br />
vat blijven staan. Je kan ook te enthousiast zijn<br />
natuurlijk….<br />
Erwin te Bokkel<br />
Nieuwe<br />
sectornaam<br />
Directiesecretariaat wordt<br />
Bestuur & Strategie.<br />
De nieuwe naam voor één van<br />
de zes sectoren binnen de<br />
VNOG is geen cosmetische<br />
ingreep, maar een logisch<br />
gevolg van de veranderde<br />
taken sinds het proces van<br />
regionalisering en clustervorming.<br />
Ondersteuning van het<br />
bestuur, beleidsvorming en<br />
communicatie zijn de pijlers<br />
van de sector.<br />
Ook museumdepot<br />
Niet alleen radioactieve vaten, maar ook een<br />
klavecimbel, schilderijen en vele andere historische<br />
voorwerpen worden <strong>op</strong>geslagen bij COVRA.<br />
Sinds 2007 staat letterlijk naast de vaten een<br />
museumdepot voor de collectie van Zeeuwse<br />
musea. Het ziet er wat vreemd uit, maar door de<br />
klimaatbeheersing en de vrije ruimtes blijken de<br />
gebouwen zeer geschikt als depot voor museumstukken.<br />
And the winner is …<br />
Phoenix!<br />
En dat vinden we heel terecht. Het was nog erg spannend, de<br />
laatste ronde in de race om de nationale veiligheidaward 2009,<br />
maar <strong>op</strong>eratie Phoenix voldeed als beste aan de gestelde criteria<br />
van het Blomberg Instituut. U kunt de essentie van het project<br />
- luchtig weergegeven - nog eens bekijken <strong>op</strong>:<br />
http://kreunen-multimedia.nl/movies/phoenix.html<br />
Informatie bij:<br />
Alette Getz-Smeenk<br />
a.getz@vnog.nl<br />
23
Platform vrijwilligers<br />
Tweemaal overlegde het platform vrijwilligers de afgel<strong>op</strong>en periode met regionaal commandant Koos<br />
Scherjon. Hoewel de status van het platform voorl<strong>op</strong>ig een vraagstuk blijft - formeel? informeel? hoe zit<br />
het met de medezeggenschap? - wordt het overleg van beide kanten zeer gewaardeerd. Wat kwam er zoal<br />
ter tafel?<br />
Tijdens beide bijeenkomsten werd inhoudelijk<br />
overlegd over twee actuele thema’s in brandweerland<br />
en de regio. Bij de eerste gaf Edwin Kadiks, hoofd<br />
sector <strong>op</strong>leidingen, aan hoe het zit met het besluit<br />
kwaliteit brandweerpersoneel (KBP), een breed<br />
proces, dat veel gevolgen heeft voor <strong>op</strong>leiding en oefenen<br />
van de brandweermensen.<br />
De tweede keer lichtte Coen Lubberts van de afdeling<br />
KO&O toe wat er staat te gebeuren tijdens de komende<br />
kwaliteitsrondes. De vorige rondes betrof het<br />
audits voor alle gemeenten; de volgende audits<br />
worden in de clusters <strong>op</strong>gepakt. De leden van het<br />
platform pleitten ervoor om eerst goed de uitkomsten<br />
van de vorige audits te checken: hebben we alle<br />
aanbevelingen wel <strong>op</strong>gepakt? Afgesproken wordt om<br />
de leden van het platform informatie en nadere vragen<br />
te geven die zij kunnen delen met hun achterban, met<br />
name als het gaat om vaststellen van de criteria voor<br />
de audit.<br />
Convenant/statuut<br />
Wat iedere keer ter tafel komt, is het concept con-<br />
venant of statuut dat de VNOG en het platform<br />
vrijwilligers met elkaar willen afsluiten. Er ligt een<br />
conceptstatuut van de VBV (Vereniging van brandweervrijwilligers),<br />
en een ‘eigen’ conceptconvenant.<br />
De twee documenten worden naast elkaar gelegd, en<br />
het RMT en Dagelijks Bestuur hebben er al hun visie<br />
<strong>op</strong> gegeven. Zaken als rechtspositieregeling, medezeggenschap<br />
en vaststellen van (in)formele lijnen zijn<br />
niet 1-2-3 <strong>op</strong> te lossen. De wil is er wederzijds, maar<br />
In cluster BWAO komt de afgevaardigde, Harm<br />
Hoftiezer, na overleg met de aanspreekpunten en<br />
de OC leden langs de kazernes. De eerste<br />
kazernes zijn al bezocht. Als er nog meer belangstellenden<br />
zijn meld je dan bij Harm.<br />
er staan wel eens wetten in de weg, en praktische<br />
bezwaren. De vraagstukken die er, inzake de positie<br />
van de vrijwilligers, bij de invulling van de nieuwe<br />
gemeenschappelijke regeling zijn, komen natuurlijk<br />
ook bij de invulling van het convenant terug. In ieder<br />
24 S a m e n w e r k e n a a n v e i l i g h e i d
geval is duidelijk dat aan de positie van de vrijwilliger<br />
<strong>op</strong> zich niets verandert. Het zal nog wel een zoektocht<br />
worden om vorm en inhoud te geven aan de medezeggenschap,<br />
of het nu via de Ondernemingsraden van<br />
gemeente/cluster/VNOG gaat l<strong>op</strong>en of via een Onderdeelscommissie<br />
geregeld wordt. In het Algemeen<br />
Bestuur van 25 maart komt e.e.a. ter tafel.<br />
Rechtspositieregeling<br />
De leden van het platform vragen wat de nieuwe<br />
rechtspositieregeling gaat betekenen voor de clusters.<br />
Omdat het bestuur heeft besloten het beheer in de<br />
clusters te beleggen, ondersteunt het concern de<br />
clusters en de gemeenten daarin. De burgemeesters<br />
hebben echter de ruimte gevraagd om gemeentelijke<br />
extra’s in te kunnen bouwen. Dit betekent dat er straks<br />
in de uitvoering verschillen kunnen ontstaan. De harde<br />
rechtspositieregeling is dus voor iedereen gelijk, maar<br />
de gemeenten binnen de clusters krijgen nog wel<br />
eigen ruimte.<br />
Maar ook <strong>op</strong> ander vlak is nog niet alles duidelijk,<br />
bijvoorbeeld inzake verzekeringen. Momenteel staat in<br />
de rechtspositieregeling <strong>op</strong>genomen dat vrijwilligers<br />
“adequaat” verzekerd behoren te zijn. Dit roept echter<br />
de discussie <strong>op</strong> wat de definitie van een adequate<br />
verzekering is. Er wordt wel <strong>op</strong>gemerkt dat de rechtspositieregeling<br />
losstaat van de regionalisering. De VNG<br />
(Vereniging Nederlandse Gemeenten) heeft de regio’s<br />
<strong>op</strong>gedragen de rechtspositieregeling uit te voeren.<br />
Genoeg redenen dus voor vervolgoverleg.<br />
Lineke Berendsen<br />
Herma van Eijk<br />
Tot slot een <strong>op</strong>roep van de leden van het platform: Vrijwilligers laat u<br />
horen! Als u dus input heeft voor het platform, mail het aan (een van)<br />
de leden:<br />
Ronald Kraan: ronald.kraan@brandweervrijwilligers.nl<br />
Harm Hoftiezer: harmhoftiezer@hotmail.com<br />
Heimen Pap: heimen.pap@elburg.nl<br />
Henk-Bram Lammers: hb.lammers@upcmail.nl<br />
Wim Wolfswinkel: wim@wolfswinkel.nl<br />
Gert Kn<strong>op</strong>persen: hgkn<strong>op</strong>persen@putten.nl<br />
Meldkamer Oost Nederland krijgt vorm<br />
De MON wordt steeds meer een begrip. Met het aanwijzen van vier kwartiermakers als voorl<strong>op</strong>ers en<br />
wegbereiders komt een daadwerkelijk samengaan van de Meldkamers VNOG (Apeldoorn) en IJsselland<br />
(Zwolle) in zicht.<br />
Freek Vierwind is de kwartiermaker die als directeur<br />
verantwoordelijk is voor het multidisciplinaire deel en<br />
voor de onderlinge samenhang. Daarnaast moeten de<br />
drie kolomchefs politie (Gerrit van der<br />
Linde), brandweer (Gerrit Euverman) en<br />
ambulancevoorziening (Arjan Hanekamp)<br />
de samenhang tussen de beide regio’s<br />
binnen hun kolom garanderen. Van de<br />
kwartiermakers wordt verwacht dat zij<br />
“zo snel mogelijk vorm en inhoud geven<br />
aan de nieuwe bedrijfsvoering en gaan sturen <strong>op</strong> een<br />
nieuwe bedrijfscultuur… Deze tijdelijke leidinggevende<br />
functies zijn dan ook cruciaal voor het laten slagen<br />
van de vorming van de MON.”<br />
Ook in letterlijke zin wordt er aan de MON gebouwd. In<br />
november werd in Zwolle een zogenaamde ‘mock up’<br />
gebouwd: een <strong>op</strong> schaal of, in dit geval, ware grootte<br />
gemaakt model. Dat was nodig omdat de nieuwe<br />
Meldkamer in Apeldoorn gevestigd wordt, in de ruimte<br />
waar nu nog alleen de VNOG-centralisten hun werk<br />
doen. Alle hoeken, ramen en deuren werden <strong>op</strong>gemeten,<br />
nagebouwd, en daarna werden houten modellen<br />
van tafels, stoelen, beeldschermen etc. in<br />
de ruimte gezet. En toen kon het<br />
simuleren beginnen! Tijdens die<br />
simulatie werd alles vastgelegd in beeld<br />
en woord. Daarna kon vastgesteld<br />
worden wat de beste <strong>op</strong>stelling van de<br />
tafels is, rekening houdend met lo<strong>op</strong>- en<br />
zichtlijnen, privacy, deuren, ramen enzovoort. Als het<br />
goed is, is dus straks de nieuwe werkplek van de<br />
centralisten uit VNOG en IJsselland al helemaal getest<br />
en goed bevonden, voordat ze er daadwerkelijk gaan<br />
werken.<br />
Inmiddels is <strong>op</strong> de derde verdieping aan de Eur<strong>op</strong>aweg<br />
de grote verbouwing al begonnen.<br />
Informatie <strong>op</strong> www.meldkamer-oostnederland.nl<br />
25
samenwerken bij beheer en inko<strong>op</strong> brandweermaterieel<br />
Warehouse voor slim samenwerken<br />
Onze bestuurders spraken in de bestuurdriedaagse van september 2007 over allerlei brandweerzaken.<br />
Over de gevolgen van al of niet regionaliseren, maar ook over <strong>op</strong>timaliseren van de samenwerking en het<br />
delen van kennis <strong>op</strong> het gebied van brandweermaterieel binnen de VNOG (gemeenten, clusters en het<br />
concern). De bestuurs<strong>op</strong>dracht Warehouse moet daar vorm aan geven. Een stuurgroep werd in het leven<br />
geroepen onder leiding van mevrouw Leppink-Schuitema, burgemeester van Montferland, en daarna kon<br />
de projectgroep aan de slag, met brandweermensen uit alle streken van de regio en met diverse achtergronden.<br />
De bestuurs<strong>op</strong>dracht Warehouse werd in eerste<br />
instantie gezien als een project met een begin- en een<br />
einddatum. Al snel kwam het besef bij stuurgroep<br />
en projectteam dat <strong>op</strong>timaliseren van samenwerking<br />
meer een proces is en dat een projectmatige aanpak<br />
alleen niet toereikend is om van onderaf de nieuwe<br />
vorm van samenwerking te realiseren.<br />
Hoe werkt het?<br />
De gemeente kijkt jaarlijks welk materiaal in dat jaar<br />
en de daar<strong>op</strong> volgende jaren vervangen moet worden.<br />
Maar daarbij vraagt men ook wat de buurgemeenten<br />
doen en wat er speelt in de eigen en andere clusters.<br />
Als het past en nuttig is, wordt gezamenlijk ingekocht.<br />
Dat gebeurt nu al, maar de werkwijze Warehouse wil<br />
dit collectief ink<strong>op</strong>en en beheer van materieel verder<br />
bevorderen.<br />
De individuele plannen van gemeenten worden in het<br />
cluster behandeld en ingebracht in de regionale klankbordgroep<br />
Materieel&Logistiek (M&L) van de VNOG.<br />
Het resultaat is een overall inzicht in de plannen van<br />
de 22 gemeenten. De klankbordgroep analyseert de<br />
vervangingsplannen en kijkt of gelijksoortig materieel<br />
beter collectief ingekocht kan worden. Criteria daarbij<br />
zijn o.a.: aantallen, inko<strong>op</strong>voordeel, onderhoudsvoordeel,<br />
garantie, standaardisatie, uitwisselbaarheid en<br />
onderhandelingspositie met de leverancier.<br />
Om collectief goed te kunnen inko<strong>op</strong> is het ook van belang<br />
gelijke kwaliteitseisen voor materieel te hebben.<br />
Aan de klankgroep Operatiën, waarin alle clusters vertegenwoordigd<br />
zijn, is gevraagd om die <strong>op</strong> te stellen.<br />
Hetzelfde geldt voor de minimale onderhoudseisen,<br />
die door de klankbordgroep M&L worden <strong>op</strong>gesteld.<br />
26 S a m e n w e r k e n a a n v e i l i g h e i d
In de werkwijze Warehouse blijven de gemeentelijke<br />
brandweren autonoom bij het ink<strong>op</strong>en van eigen<br />
brandweermaterieel. Ze bepalen dus uiteindelijk zelf<br />
wie de inko<strong>op</strong> doet: het korps, de eigen gemeentelijke<br />
dienst of collectief door de VNOG met andere gemeenten<br />
en clusters.<br />
Opbrengst<br />
De werkwijze heeft zijn eerste concrete succes<br />
<strong>op</strong>geleverd. Cluster Achterhoek Oost heeft gevraagd<br />
om bij de aanschaf van haar chemicaliënpakken de<br />
werkwijze Warehouse toe te passen. Met instemming<br />
van de andere clusters leidde dit in november 2009<br />
tot het eerste collectieve inko<strong>op</strong>project in de VNOG,<br />
dat als ‘proeftuin’ gebruikt wordt voor de werkwijze<br />
Warehouse. De bevindingen uit dit project worden<br />
gebruikt om de werkwijze Warehouse waar nodig aan<br />
te passen.<br />
Hulpmiddelen<br />
Natuurlijk is daarmee het proces nog niet volmaakt.<br />
Om de samenwerking tot volle bloei te brengen en te<br />
borgen, moet nog een aantal zaken geregeld worden.<br />
Zo zijn we bezig met het uitzoeken van een computerprogramma,<br />
dat alle gemeenten en clusters kan<br />
ondersteunen bij het bestellen en beheren van het<br />
Opgeven is geen <strong>op</strong>tie!<br />
brandweermaterieel. Als werknaam voor dat systeem<br />
is gekozen voor WIS (Warehouse Informatie Systeem).<br />
WIS kennen we natuurlijk ook als afkorting voor<br />
Wandelgangen Informatie Systeem. Er zijn dan ook<br />
overeenkomsten: Iedereen kent en gebruikt het<br />
systeem, en informatie wordt uitbundig uitgewisseld.<br />
Gelukkig is het Warehouse Informatie Systeem niet afhankelijk<br />
van het Wandelgangen Informatie Systeem,<br />
omdat alle gemeenten hun materieeldata zelf up to<br />
date houden en delen met anderen.<br />
WIS gaat gemeenten, clusters en regio helpen om<br />
informatie en kennis snel en goed met elkaar te delen.<br />
WIS helpt daarmee bij het voldoen aan de voorwaarden<br />
“beheer en inko<strong>op</strong> van materieel is <strong>op</strong> regionaal niveau<br />
belegd” uit het raamconvenant van BZK.<br />
Inmiddels is het draagvlak van de Warehousegedachte<br />
in de VNOG groot. De doelstelling van de bestuurs<strong>op</strong>dracht,<br />
samenwerken en delen van kennis <strong>op</strong><br />
materieelgebied, en materieel ink<strong>op</strong>en en beheren<br />
waar dat voordeel <strong>op</strong>levert, is bereikt. De daadwerkelijke<br />
resultaten komen in de komende jaren bij het<br />
toepassen en gebruiken van de werkwijze.<br />
Peter Aalders, projectleider<br />
e: p.aalders@vnog.nl<br />
Adri Zethof, werkzaam als vrijwilliger bij het Rode Kruis en SIGMA-lid voor de GHOR, heeft een actie <strong>op</strong><br />
touw gezet om geld in te zamelen voor het KWF. De GHOR ondersteunt dit initiatief van harte. Bij deze<br />
een <strong>op</strong>roep om hem flink te sponsoren om hem zo een steuntje in de rug te geven tijdens zijn beklimming<br />
van Alpe d’Huez!<br />
‘Alpe d’HuZes’ is het wielerevenement waarbij de deelnemers individueel<br />
of in teamverband minimaal zes maal <strong>op</strong> één dag de Alpe d’Huez beklimmen.<br />
Dit doen ze om geld <strong>op</strong> te halen voor het Alpe d’HuZes onderzoeksfonds<br />
bij KWF Kankerbestrijding. De eerste editie van de actie in 2006<br />
zorgde al voor een <strong>op</strong>brengst van ruim 370.000 euro. In 2007 fietsten ze<br />
meer dan 1 miljoen euro bij elkaar. In 2008 werd het recordbedrag van ruim<br />
3,6 miljoen euro <strong>op</strong>gehaald en in 2009 bijna 6 miljoen.<br />
De Stichting Alpe d’HuZes hanteert een strikt anti-strijkstokbeleid: alle<br />
giften gaan voor 100% naar het onderzoeksfonds. Afgel<strong>op</strong>en jaren werd<br />
met dit geld het onderzoeks- en revalidatieprogramma A-CaRe gestart, waarmee kankerpatiënten beter en sneller<br />
kunnen herstellen. Een belangrijk en uniek onderzoek dat revalidatie voor alle kankerpatiënten binnen handbereik<br />
moet brengen. Bezoek de pagina van Adri en sponsor hem, om zo bij te dragen aan het goede doel:<br />
http://deelnemers.alpe-dhuzes.nl/acties/zethofaw/team/<br />
algemene informatie over de actie: www.<strong>op</strong>gevenisgeen<strong>op</strong>tie.nl<br />
27
van voor naar achteren en<br />
van links naar rechts: Lisette<br />
de Koning, Anita Cremers en<br />
Henk Djurrema<br />
TNO en VNOG ploegen, zaaien en oogsten in proeftuin<br />
Nieuwe soorten multi-samenwerking<br />
ontwikkeld<br />
De VNOG heeft vorig jaar een zogenaamde ‘proeftuin’ <strong>op</strong>gestart met TNO. Het gaat daarbij om het<br />
innoveren van de multidisciplinaire <strong>op</strong>erationele samenwerking, het uitvoerbaar maken van nieuwe<br />
ideeën en het meten van effectiviteit van innovaties.<br />
Voor de VNOG is de samenwerking met TNO zeer<br />
waardevol. Projectleider namens VNOG Henk Djurrema:<br />
“De veiligheidsregio wil de kwaliteit van het<br />
multidisciplinair <strong>op</strong>treden bij crisissituaties verder<br />
verbeteren en innoveren. Dit is ook noodzaak, omdat<br />
de wereld snel verandert. Incidenten en rampen<br />
worden gecompliceerder. Nog nooit waren zoveel<br />
instanties betrokken bij een gemiddeld groot incident<br />
of een ramp en nog nooit was er zoveel informatie<br />
beschikbaar. De vraag is of we dat nog wel aankunnen<br />
met de traditionele manier van werken.”<br />
Ook voor TNO is de samenwerking in de proeftuin van<br />
groot belang. Projectleider namens TNO, Judith<br />
Boertjens: “TNO heeft als missie het toepasbaar<br />
maken van wetenschappelijke kennis om zo het<br />
innovatief vermogen van BV Nederland te versterken.<br />
Het proeftuin-concept past hier mooi in. Innovatieve<br />
nieuwe samenwerkingsvormen kunnen we in de<br />
proeftuin verder concretiseren en testen <strong>op</strong> hun<br />
efficiëntie en effectiviteit. Voor ons een ideale kans<br />
om te innoveren samen met de eindgebruiker.”<br />
28 S a m e n w e r k e n a a n v e i l i g h e i d
Judith Boertjens<br />
Onder de indruk<br />
In de proeftuin is door TNO uitgebreid de werkwijze<br />
van ROT’s en CoPI’s onderzocht tijdens oefeningen en<br />
<strong>op</strong> basis van ervaringen tijdens daadwerkelijke<br />
inzetten. Getest is onder meer hoe en welke informatie<br />
uit het veld komt en hoe mensen daar mee omgaan en<br />
of de huidige manier van werken in een CoPI of ROT<br />
nog wel efficiënt genoeg is. Anita Cremers, deelprojectleider<br />
vanuit TNO: “We kregen de kans om mee te<br />
kijken bij CoPI-oefeningen in Vaassen. Ik was in eerste<br />
instantie onder de indruk van de enorme diversiteit<br />
aan informatie die bij een incident boven tafel komt.<br />
Er wordt nogal wat gevraagd van de deelnemers aan<br />
het CoPI. We konden daar als TNO een goed gevoel<br />
voor de praktijk krijgen, al merkten we ook wel dat het<br />
tijdens een oefening moeilijk blijft om daadwerkelijk<br />
de urgentie van een ramp te laten voelen. Daarom was<br />
Vliegdekschepen<br />
het ook goed dat we gebruik mochten maken van jullie<br />
ervaringen tijdens Koninginnedag 2009.”<br />
Vergaderklok<br />
De oefeningen met het Regionaal Operationeel Team<br />
(ROT) werden gevolgd door Lisette de Koning. Ook<br />
daar viel <strong>op</strong> dat er enorm veel informatie moet worden<br />
verwerkt, maar dat het delen daarvan lastig is.<br />
“We zagen dat men toch de neiging heeft om informatie<br />
lange tijd binnen de eigen kolom te houden. In feite<br />
wacht men vaak tot er weer een nieuwe ROT-vergadering<br />
komt om dan pas gegevens met elkaar te delen.<br />
Het nieuwe Multi Actie Centrum (MAC) <strong>op</strong> de Eur<strong>op</strong>aweg<br />
stimuleert wel tot meer en beter delen, maar het<br />
is toch nog steeds de vergaderklok die bepaalt<br />
wanneer informatie echt met elkaar wordt gedeeld.<br />
We hebben samen met de VNOG een interventie<br />
ontwikkeld die het delen van informatie tussen de<br />
kolommen stimuleert, <strong>op</strong> het juiste moment en met de<br />
juiste mensen. Dit kan betekenen dat een ROT eerder<br />
bij elkaar moet worden geroepen dan het vooraf<br />
geplande tijdstip.<br />
Henk Djurrema: “Van belang bij genetwerkt werken is<br />
ook dat iedereen vooraf al <strong>op</strong> de hoogte is van de<br />
meest relevante informatie, voordat de vergadering<br />
begint. Je hoeft dan niet meer standaard het rijtje deelnemers<br />
langs te gaan, maar begint direct met het<br />
bespreken van de belangrijkste beslispunten.”<br />
Rijk en actueel<br />
Ook bij CoPI’s valt er volgens de TNO-onderzoekers<br />
nog veel winst te behalen. Cremers: “Wij observeerden<br />
dat men bij aanvang van een CoPI-overleg eerst<br />
nog een actueel plot moet gaan maken, dat kost veel<br />
tijd. We denken dat hulpverleners tijd kunnen winnen<br />
door zo’n plot al actueel te hebben vóórdat de<br />
vergadering begint. Dit kan bijvoorbeeld door<br />
sensoren <strong>op</strong> kleding van brandweermensen, camera’s<br />
<strong>op</strong> helmen die rechtstreeks beelden verzenden en<br />
Bij de ontwikkeling van de interventies is ook gebruik gemaakt van diverse literatuur, zoals over “High Reliability<br />
Organisations”. Dit zijn ‘hoge risico’ organisaties waar kleine fouten rampzalige gevolgen kunnen hebben, en<br />
die toch heel veilig functioneren, omdat ze super-alert zijn (dat heet: ‘mindfulness’). Bijvoorbeeld vliegdekschepen:<br />
fouten kunnen hier grote gevolgen hebben, toch komen (fatale) fouten vrijwel niet voor. HRO’s bereiken<br />
deze hoge betrouwbaarheid onder meer door de verantwoordelijkheden zoveel mogelijk laag in de organisatie<br />
te leggen. Men kijkt constant kritisch naar eigen en andermans werkzaamheden en (bijna) fouten worden direct<br />
gemeld, zodat er van geleerd kan worden.<br />
2
hulpverleners die direct informatie <strong>op</strong> een pda<br />
invoeren en doorsturen. Het gaat erom dat je een plot<br />
zo rijk en actueel mogelijk krijgt, zodat je daarna in<br />
een CoPI-overleg sneller tot goede beslissingen kunt<br />
komen.”<br />
- Maar wordt dat allemaal niet een beetje teveel voor<br />
een hulpverlener? Hij moet al zoveel…<br />
“Dit lijkt moeilijker dan dat het is. Natuurlijk gaat het<br />
hier ook om competenties, maar die kun je trainen.<br />
Bovendien denken we bij TNO na over manieren om<br />
technische hulpmiddelen zo in te richten dat mensen<br />
er goed mee kunnen werken. <strong>Brandweer</strong>mensen en<br />
andere hulpverleners moeten daarbij niet dienstbaar<br />
gemaakt worden aan de techniek, maar juist andersom!<br />
Je moet de technische hulpmiddelen zo maken dat<br />
ze eenvoudig zijn in te zetten. We hebben al positieve<br />
ervaringen hiermee <strong>op</strong>gedaan, bijvoorbeeld bij<br />
Defensie.” Henk Djurrema vult aan: “Uit onderzoek<br />
blijkt dat het motiveert als je er ook wat voor terugkrijgt.<br />
Dus bijvoorbeeld een bevelvoerder brandweer<br />
geeft niet alleen maar, hij krijgt er ook weer bruikbare<br />
informatie voor terug. En dus heeft iedereen baat bij<br />
het snel delen van informatie.”<br />
Vervolg<br />
Na de uitgebreide observaties en kleine testen in<br />
2009, gaat de proeftuin in 2010 een nieuwe fase in.<br />
“We hebben een aantal verbeteringen bedacht en die<br />
gaan we in een proef<strong>op</strong>stelling bij TNO testen”, aldus<br />
Cremers. “We halen dus daadwerkelijk een CoPI naar<br />
Soesterberg. De deelnemers krijgen een realistisch<br />
scenario voorgeschoteld en we willen dat zij dit<br />
<strong>op</strong>lossen mede met behulp van onze verbetervoorstellen.”<br />
Boertjens: “Aandacht voor competentieontwikkeling<br />
is van groot belang binnen genetwerkte organisaties.<br />
TNO heeft een online tool ontwikkeld waarmee een<br />
analyse gemaakt wordt van de aanwezige en nog te<br />
ontwikkelen competenties.<br />
De volgende stap is het <strong>op</strong> maat maken van een<br />
digitale leeromgeving voor training van de competenties<br />
voor genetwerkt multidisciplinair samenwerken.<br />
De digitale leeromgeving helpt de mensen de regie te<br />
nemen over hun eigen leren. Deze ontwikkelingen<br />
zouden van nut kunnen zijn voor het veiligheidspaspoort.”<br />
De Koning: “Dit jaar willen we de ideeën die we vorig<br />
jaar hebben ontwikkeld samen met de VNOG generiek<br />
toepasbaar maken. We gaan hierover binnenkort in<br />
gesprek met de andere <strong>Veilig</strong>heidsregio’s in Gelderland<br />
en Overijssel én met het landelijk project<br />
Netcentrisch Werken, waarmee TNO al een samenwerkingsverband<br />
heeft. Verder is het voor TNO van belang<br />
om de resultaten wetenschappelijk te kunnen toetsen<br />
<strong>op</strong> effectiviteit en efficiëntie en om daarover te<br />
publiceren. In november komt er een symposium en<br />
een boek over het thema ‘Innovatie die werkt’ . Ook<br />
daarin worden de resultaten van de samenwerking<br />
tussen VNOG en TNO verwerkt.”<br />
Erwin te Bokkel<br />
e: e.tebokkel@vnog.nl<br />
CoPI en ROT<br />
Een CoPI (commando plaats incident) is het<br />
multidisciplinair commando <strong>op</strong> de plaats van het<br />
incident onder eenhoofdige leiding van HOvD-<br />
<strong>Brandweer</strong> vanaf GRIP 1. De taak van het CoPI is de<br />
bestrijding van de bron van het incident. De<br />
nadruk ligt <strong>op</strong> de aansturing van de <strong>op</strong>erationele<br />
diensten en uitvoering van de <strong>op</strong>erationele<br />
processen ter plaatse. Naast de OVD-en van<br />
politie, GHOR en brandweer, hebben ook een<br />
voorlichter, een plotter en een logger zitting in het<br />
CoPI.<br />
Het ROT (Regionaal Operationeel Team) komt<br />
samen <strong>op</strong> het multi-actiecentrum <strong>op</strong> de Eur<strong>op</strong>aweg<br />
in Apeldoorn vanaf GRIP 2, als de effecten van<br />
het incident het brongebied (dreigen) te overstijgen.<br />
De Operationeel Leider is de Commandant<br />
van Dienst <strong>Brandweer</strong> of Politie. Het ROT heeft<br />
vooral de tactische leiding bij een groot incident.<br />
Leden van het ROT zijn onder meer de commandanten<br />
van dienst van de politie, brandweer, GHOR<br />
en de coördinerend gemeentesecretaris. Zij zijn<br />
hoofd van hun eigen secties die actief worden in<br />
het Multi Actie Centrum (MAC). Ook kent het ROT<br />
evt. vertegenwoordigers van Defensie, het<br />
Openbaar Ministerie en de Provincie. Een<br />
informatiemanager, communicatieadviseur, logger<br />
en plotter ondersteunen de leden van het ROT.<br />
30 S a m e n w e r k e n a a n v e i l i g h e i d
<strong>Signaal</strong>tje<br />
Donkere wolken<br />
Alle gemeenten zijn in rep en roer. De lokale overheid komt in zwaar weer. De ene winstwaarschuwing is<br />
nog onheilspellender dan de andere. 35 miljard moet het rijk bezuinigen! De gemeenten zijn gewaarschuwd:<br />
houd rekening met het ergste: 20% minder te besteden.<br />
In dat <strong>op</strong>zicht kon de kabinetscrisis niet <strong>op</strong> een slechter moment komen. Het lijkt mij dat je een kaalslag<br />
in de overheidsbudgetten wel controversieel mag noemen. Er zal dus voorl<strong>op</strong>ig wel geen besluit over<br />
genomen worden. Toch roept iedereen dat er nu tering naar de nering gezet moet worden. Maatregelen<br />
zijn onuitstelbaar. Wie moet die beslissingen nemen? Ik weet het niet. Straks blijkt dat we ons voor niets<br />
ongerust gemaakt hebben. Geen kabinet, geen rijksbezuinigingen, geen problemen voor de gemeenten.<br />
Of is dat te kort door de bocht?<br />
Komt het vandaag niet, dan zal het morgen vast en zeker komen. Daarom ben ik maar vast begonnen<br />
met een lijstje van bezuinigingen. De brandweer zal er niet aan ontkomen en dus ook het VNOG-bolwerk<br />
zal er aan moeten geloven. Eigenlijk is bij de brandweer makkelijk geld te verdienen.<br />
Wat te denken van het verbieden van mijn seksegenoten bij de brandweer? Dat levert geld <strong>op</strong>. Geen<br />
aparte voorzieningen meer vanwege de arbo. Eén hok waarin ieder zich kan omkleden is prima.<br />
Ook het aantal uitrukken kan fors omlaag. Ik heb wel eens begrepen dat meer dan driekwart van de<br />
meldingen onnodig is. We gaan gewoon iedere wijk of dorp een maximum aantal uitrukken geven per<br />
jaar. Als ze <strong>op</strong> zijn, houdt het gewoon even <strong>op</strong>. Met de meldkamer st<strong>op</strong>pen we ook. In iedere gemeente<br />
geven we het telefoonnummer van de commandant door. Als er dan wat is, bellen de mensen hem maar.<br />
Hij stapt in de auto, haalt de andere vijf man <strong>op</strong> en rijdt naar de brand. Hij weet toch precies de weg.<br />
Scheelt ook weer uitruktijd.<br />
Iedere maandagavond dat oefenen, dient ook nergens toe. In de praktijk is het toch altijd anders. Wat<br />
schiet je er dan mee <strong>op</strong> om te oefenen? Door al die valsmeldingen kunnen ze al donders goed uitrukken.<br />
Dat gaat vanzelf zonder oefenen.<br />
Dat verhaal over die natuurbrand is ook al zoiets. Vroeger liet men die bossen toch ook gewoon<br />
afbranden? Als gemeenten domweg verbieden om in het bos te gaan wonen, kamperen of andere<br />
activiteiten te ontplooien, is er ook geen risico. Scheelt ook weer mooi in de kosten, want al die<br />
bijzondere voorzieningen als 4-wheel drives heb je dan niet nodig.<br />
Het is even <strong>op</strong> een andere manier denken, maar zo moeilijk is het allemaal niet. In een half uurtje heb ik<br />
al heel wat miljoenen verdiend. Moet je voorstellen wat je daar allemaal voor leuke dingen mee kunt<br />
doen. Zwembaden, schouwburgen, subsidies aan voetbalclubs, verlaging van de belastingen, je zegt<br />
het maar. De gemeenten hebben geen enkel probleem meer. Ze houden zelfs geld over.<br />
Misschien moeten we de brandweer wel gewoon <strong>op</strong>heffen. We st<strong>op</strong>pen met de solidariteit. Ieder voor<br />
zich. Niets meer gezamenlijk zorgdragen voor brandweerzorg. De vrijwilligers houden tijd over en<br />
kunnen zich <strong>op</strong> een andere manier nuttig maken voor de gemeenschap. Op die manier slaan we twee<br />
vliegen in één klap: én we houden geld over, én andere belangrijke dingen kunnen door het grote aantal<br />
vrijwilligers ook worden gedaan.<br />
Florence Fox Heeft<br />
u Florence iets te melden, in reactie <strong>op</strong><br />
deze column, mail dan aan: florence@vnog.nl<br />
31
Henny Korswagen stro<strong>op</strong>t voor ons de hele wereld af <strong>op</strong> zoek naar bijzonder hulpverleningsmaterieel.<br />
Het feit dat hij voor de U.N. werkt, maakt dat natuurlijk wel wat makkelijker.<br />
“Twee ambulances in Bor (ook wel triple B:<br />
Burgers Bush Bor) in Soedan. Ze zijn een<br />
donatie, maar ik weet niet van welk land.<br />
Ze zien er goed uit, met name aan de<br />
buitenkant. Kan ook niet anders want ik heb<br />
ze nog nooit zien rijden. Voor deze wegen in<br />
Bor is het geen goede uitvoering, neem ik<br />
aan. Ze staan <strong>op</strong> het terrein van het<br />
ziekenhuis. Vorig jaar toen ik hier was,<br />
stonden ze 50 meter verder<strong>op</strong> en ze zijn<br />
verzet, dus ze rijden kennelijk wel.”<br />
“Deze is een donatie van Saudi-Arabië en was <strong>op</strong>erationeel tijdens de HIV AIDS dag.<br />
Men kon er <strong>op</strong> vrijwillige basis een bloedtest laten doen.”<br />
En dit monster spotte<br />
Henny in Malaka.<br />
32 S a m e n w e r k e n a a n v e i l i g h e i d