De heilige oorlog - John Bunyan.pdf - dewoesteweg.nl
De heilige oorlog - John Bunyan.pdf - dewoesteweg.nl
De heilige oorlog - John Bunyan.pdf - dewoesteweg.nl
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
vergeefs op de muren zouden beuken. <strong>De</strong>s Konings kapiteins nu hadden<br />
verscheidene slingers met zich meegebracht en twee of drie stormrammen; met hun<br />
slingers beukten zij huizen en velden de lieden van de Stad en met hun<br />
stormrammen zochten zij de Oorpoort open te breken.<br />
Het kamp en de stad hadden verscheidene schermutselingen en scherpe<br />
ontmoetingen, terwijl de Kapiteins met hun werktuigen menige dappere poging<br />
deden om de toren omver te werpen of open te breken, die tegenover de Oorpoort<br />
stond en om door gezegde poort binnen te gaan.<br />
Maar Mensziel hield door de woede van Diabolus, de dapperheid van de heer Wilzij-wil<br />
en het gedrag van de oude Ongeloof, de Burgemeester en de heer Vergeet-hetgoede,<br />
de Verslaggever, het zo lustig uit, dat opdracht en uitgaaf van dien<br />
zomer<strong>oorlog</strong> aan de zijde des Konings bijna geheel verloren scheen en dat het<br />
voordeel tot de zijde van Mensziel keerde. Maar toen de Kapiteins zagen hoe het<br />
stond, maakten zij een schonen aftocht en versterkten zich zelf in hun<br />
winterkwartieren. In dit jaar na, dit moet u bedenken, was aan beide zijden een<br />
groot verlies geleden, waarom, zo ‘t u behaagt, dit volgende korte verhaal u bericht<br />
zal geven.<br />
Toen des Konings Kapiteins van de stad optrokken om tegen Mensziel te krijgen en<br />
zij het land doorkruisten, ontmoetten zij in het veld drie jonge snaken, die van plan<br />
waren om soldaat te worden; naar het scheen waren zij flinke gasten en lieden van<br />
moed en vernuft. Hun namen waren heer Overlevering, heer Vleselijke Wijsheid<br />
en Mense<strong>nl</strong>ist. Zij kwamen dan tot de kapiteins en boden aan om onder EL<br />
Schaddaï te dienen. <strong>De</strong> Kapiteins verhaalden hen daarna van hun oogmerk, en<br />
verzochten hen niet al te vaardig in hun aanbod te wezen, maar die jonge lieden<br />
vertelden hen, dat zij tevoren de zaak goed overwogen hadden, en dat zij, toen zij<br />
hoorden dat zij voor zulk een oogmerk optrokken, hierheen gekomen waren met het<br />
doel om hen te ontmoeten, ten einde bij hun Excellenties in dienst te treden. Toen<br />
lijfde Kapitein Boanerges hen bij zijn compagnie in, wijl zij moedige lieden schenen,<br />
en zo trokken zij mede ten strijde.<br />
Als nu de strijd begonnen was, gebeurde het, dat in een van de hevigste<br />
schermutselingen een Kompagie van des Heeren Wil-zij-wil’s strijdknechten een<br />
uitval deed uit de hinderlaag van de stad en de achterhoede van Kapitein Boanerges<br />
knechten aanviel, waar deze drie snaken toevallig waren, die zij dan ook gevangen<br />
namen en hen wegvoerden in de stad. Lang waren zij daar nog niet geweest, of het<br />
begon ruchtbaar te worden in de straten der stad, dat er drie voorname personen uit<br />
het kamp van EL Schaddaï door de lieden van Wil-zij-wil waren gevangen genomen<br />
en gevankelijk binnengebracht. Eindelijk werd ook deze tijding gebracht aan<br />
Diabolus op het kasteel, te weten, wat de lieden van mijnheer Wil-zij wil gedaan, en<br />
46