De Vlaamse - Magazines Construction

20
Vakkennis
Het schilderen van ondergronden:
tests voor de herkenning van oude verven
en compatibiliteit van de verschillende films
door E. Cailleux (*), M. Lor (**), V. Pollet.
Bij het schilderen van een ondergrond kunnen de impregnatie-
en deklagen uit verschillende bindmiddelen
bestaan. Bij een renovatie is het mogelijk dat de schilder
de reeds bestaande verflagen opnieuw moet schilderen.
Om het succes en de duurzaamheid van deze werkzaamheden
te verzekeren, moeten de verschillende aangebrachte
lagen onderling compatibel zijn.
Dit artikel bespreekt een reeks tests die in situ kunnen uitgevoerd
worden en waarmee de aard van de aanwezige verven
op de reeds geschilderde oppervlakken geïdentificeerd kan
worden. Het artikel geeft eveneens een overzicht van de algemene
compatibiliteit van de verschillende bindmiddelen. Deze
gegevens zijn afkomstig uit de nieuwe versie van de TV over
schilderwerken die momenteel in voorbereiding is.
1 Tests voor de herkenning van verven
Wanneer een oppervlak opnieuw geschilderd wordt, moet er
speciale aandacht verleend worden aan de compatibiliteit van
de nieuwe lagen, met de reeds bestaande verflagen. Niet alle
verven kunnen immers onderling gecombineerd worden en
er kunnen onverenigbaarheden ontstaan als men hier niet
voldoende op let. Deze onverenigbaarheden kunnen zich manifesteren
in moeilijkheden voor de toepassing, blaasvorming,
kleurverschillen of loskomen van de verf. Om deze verschijnselen
te vermijden, moet de reeds aanwezige verf geïdentificeerd
worden. Aan de hand van een dergelijke identificatie kunnen
ook de aanvullende voorbereidingsstappen voorzien worden
en kan de correcte aanbrenging van de nieuwe lagen verzekerd
worden.
De chemische aard en de samenstelling van de verven kunnen
in het laboratorium met behulp van verschillende analysetechnieken
bepaald worden. De schilder heeft deze methodes op
bouwplaats echter niet ter beschikking.
Hij kan wel met proeven op het terrein met water, een zuur,
een solvent of een vlam, de aard van de verf op de ondergrond
(*) Technologische Dienstverlening “Organische bekledingen” gesubsidieerd door het
Waalse Gewest (WTCB en CoRI).
(**) Technologische Dienstverlening “Hygiëne- en gezondheidsaspecten van materialen
voor woon- en werkruimtes” gesubsidieerd door het IWT (WTCB, CoRI en CENTEXBEL)
De Vlaamse Schilder ■ MEI 2010 ■ ■ ■ ■
trachten te identificeren (zie figuur 1). Om deze tests te vervolledigen
wordt er in de hierna vermelde tabel een aantal
specifieke eigenschappen weergegeven voor de herkenning
van de verftypes (tabel 1, figuren 2 en 3). Om het onderscheid
te kunnen maken tussen bepaalde verftypes is echter wel een
labo-analyse noodzakelijk zoals aangegeven in figuur 1.
Figuur 1 – Proeven in situ voor de herkenning van verven.
De resultaten van de tests kunnen afhankelijk zijn van
een groot aantal factoren (ouderdom, kwaliteit, …)