De Vlaamse - Magazines Construction

40
Wetenschap en techniek
Imitatie van Mahonie (Acajou)
van naderbij bekeken
De herkomst van Mahonie, een rode houtsoort, is
Afrikaans en Zuid-Amerikaans. De mooiste soort komt
van Cuba en wordt vlam Mahonie genoemd of Acajougerbè.
Verder heeft men nog de eenvoudige gelijnde en
vlek Mahonie. Deze laatste soorten worden in de decoratie
minder gebruikt.
Aangezien dit een edele houtsoort is die normaal gebruikt
wordt door de meubelmaker en gepolijst, is het
ook normaal dat bij de imitatie uiterste zorg moet worden
besteed aan de voorbereiding van de ondergrond
o.m. plamuren, schuren enz.
1. Benodigd gereedschap
Slagborstel, olie en waterdas, venette, spalters 6, 8 en 10 cm
platte varkensharen penselen en fijne punt marterpenseel,
zeemlap en wiek. Voor de bierglacis is een natuurspons nodig.
2. Pigmenten
Karmijnrood in oliegeslepen, kasselaarde droog pigment en in
olie, gebrande sienna, gebrande omber en ivoorzwart.
3. Uitvoering
Nadat er perfect is geplamuurd en geschuurd, kan de eerste
grondlaag worden aangebracht. Deze is samengesteld uit een
weinig titaanwit, sterk aangekleurd met cadmiumrood. Vroe-
De Vlaamse Schilder ■ MEI 2010 ■ ■ ■ ■
gere schilders gebruikten rode menie die de ideale grondkleur
gaf. Soms, bij heel fijne decoratie, werd er zelfs bladgoud en/ of
bladkoper gebruikt om de prachtige gouden gloed van het hout
te benaderen.
De grondlagen moeten schraal worden aangebracht en in de
nog natte laag moet er onmiddellijk worden gedast, zodat er
geen verfstrepen meer zichtbaar zijn. Na doordroging lichtjes
schuren (ontglanzen) en met kleeflap afwrijven.
Nadien brengt men schraal een mengsel van bier en kasselaarde
aan, bij middel van spalter (Opgelet, niet te donker,
dus weinig pigment). Onmiddellijk in de natte laag, gaat
men van onder naar boven met slagborstel kloppen tot het
is aangedroogd. Op deze wijze krijgt men de poriënimitatie.
Vervolgens goed laten drogen en fixeren bij middel van lijnolie
terpentijn en droogsel of sterk verdunde vernis. Hier moet je
ook opletten bij het aanbrengen van deze fixatie dat men het
aangebrachte medium niet wegveegt. Dit dien je opnieuw goed
te laten drogen en beginnen met het tekenen van de ronse.
Aanstrijken bij middel van een medium samengesteld uit 40 %
lijnolie, 55 % terpentijn en 5 % cobaltdroogsel aangekleurd
met karmijnrood, een weinig gebrande omber en een puntje
ivoorzwart, schraal verwerken bij middel van stevige spalter.
In de natte laag tekent men de ronse vervolgens bij middel van
wiek en of vochtig gemaakte bandje zeemvel. Niet te breed uittekenen
en redelijk strak. In de natte laag gaat men de toppen
van alle ronselijnen (uitgerokken jaarringen) voorzichtig naar
onder toe uitwrijven, zodat elke lijn onder mekaar schijnt weg
te schuiven(pangewijze). Vervolgens, van uit het hart wegdassen
naar boven toe. Hier moet je goed opletten dat het niet te
veel gaat vervagen.