12.09.2013 Views

ONTWERP MASTERPLAN - W4-project

ONTWERP MASTERPLAN - W4-project

ONTWERP MASTERPLAN - W4-project

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>ONTWERP</strong><br />

<strong>MASTERPLAN</strong><br />

De verbeterde inpassing van de verbrede A4 door de<br />

Leidse regio<br />

12 februari 2001<br />

- 1 -


Inhoudsopgave<br />

Voorwoord<br />

1. Inleiding en doel <strong>W4</strong><br />

2. Vigerend beleid, beleidsontwikkeling en ruimtelijk concept<br />

3. Infrastructuur en inpassing<br />

4. Tijdspad<br />

5. Financiën<br />

6. Organisatie en procedure<br />

Tot besluit<br />

- 1 -


Voorwoord<br />

Voor u ligt een bijzonder document; de weerslag van een samenwerking tussen publieke<br />

partijen in de Leidse regio. Het resultaat van de bundeling van ambities en persoonlijk<br />

commitment van betrokken bestuurders, zowel gericht op ruimtelijke kwaliteitsverbetering<br />

door integrale planontwikkeling en –uitvoering als op een optimaal ruimtegebruik binnen de<br />

drukte van de Randstad. Een document over de bereikbaarheid en leefbaarheid in de<br />

Oostflank van de Leidse regio. Het product van een optimale “publiek-publieke<br />

samenwerking”.<br />

Het Masterplan <strong>W4</strong> beschrijft het <strong>W4</strong> <strong>project</strong>. Een <strong>project</strong> waarin de Gemeenten Leiden,<br />

Zoeterwoude en Leiderdorp, Provincie Zuid-Holland en het Rijk (Ministeries van Verkeer en<br />

Waterstaat en VROM), de inpassing van de verbreding van de A4 gezamenlijk verbeteren.<br />

Dit document benoemt de ruimtelijke, infrastructurele, financiële en organisatorische<br />

kaders waarbinnen het <strong>W4</strong> <strong>project</strong> haalbaar is. Indien alle betrokken partijen bestuurlijk<br />

hun instemming geven aan deze aanpak kan daarna het echte werk beginnen.<br />

De planuitwerking en realisatie van het <strong>W4</strong> <strong>project</strong> zullen nog vele jaren in beslag nemen.<br />

De uiteindelijke voltooiing vindt waarschijnlijk eerst rond 2011 plaats. Voor alle betrokken<br />

partijen zijn de in dit Masterplan <strong>W4</strong> vastgelegde principes de basis voor die verdere<br />

uitwerking.<br />

De totstandkoming van dit document heeft veel voeten in de aarde gehad. Een<br />

voorbereidingstijd van circa twee jaar, veel creativiteit en vele lastige maar altijd<br />

resultaatgerichte discussies steeds met één en hetzelfde motto: waar een wil is, is een weg<br />

naar <strong>W4</strong>. Voor de direct betrokkenen was het proces naar dit Masterplan <strong>W4</strong> enerverend,<br />

boeiend en inspirerend. Ik hoop namens de Stuurgroep, dat ons enthousiasme en de<br />

inspiratie ook bij u als lezer post vat.<br />

Namens de Stuurgroep <strong>W4</strong>,<br />

Marnix Norder<br />

Gedeputeerde van Provincie Zuid-Holland<br />

- 2 -


1. Inleiding en doel <strong>W4</strong><br />

1.1. Wat is <strong>W4</strong>?<br />

Het <strong>project</strong> <strong>W4</strong> omvat de integrale, duurzame inpassing van de verbreding van de A4 ter<br />

hoogte van Leiden, Zoeterwoude en Leiderdorp. Het doel van het <strong>W4</strong> <strong>project</strong> is om de<br />

barrièrewerking van de rijksweg A4 zoveel mogelijk te verminderen en een duurzame<br />

kwaliteitsimpuls te geven aan de directe omgeving van de weg inclusief bijbehorende<br />

financiering.<br />

De <strong>project</strong>naam <strong>W4</strong> verwoordt de ambitie van partijen: de evenwichtige inpassing,<br />

ontwikkeling en afstemming van de in het plangebied aanwezige functies; wonen, water,<br />

wegen en werken. Waarbij voor “water”, ook groen en recreatie dient te worden gelezen.<br />

Het beeldmerk <strong>W4</strong> verbeeldt het<br />

plangebied; de doorgaande rijksweg (A4)<br />

met verbindingsassen, wegen (rood) en<br />

water (blauw), van het stedelijk gebied.<br />

Integrale planvorming is het centrale begrip in het <strong>W4</strong> <strong>project</strong>. Verschillende functies,<br />

verschillende belangen en verschillende partijen worden gebundeld in één integraal<br />

planconcept. Integrale planvorming betekent samen werken aan een optimale oplossing<br />

die voor alle betrokken partijen ondersteund wordt. Het <strong>W4</strong> <strong>project</strong> is het resultaat van<br />

samenwerking tussen alle betrokken publieke partijen op Gemeentelijk-, Provinciaal- en<br />

Rijksniveau, te weten: de Gemeenten Leiden, Leiderdorp en Zoeterwoude, Provincie Zuid-<br />

Holland en de Ministeries van Verkeer & Waterstaat (vertegenwoordigd door directie Zuid-<br />

Holland van Rijkswaterstaat) en VROM; een “Publiek-Publieke Samenwerking” met als<br />

doelstelling het creëren van een zo breed mogelijk draagvlak voor de optimale inpassing<br />

van de A4.<br />

1.2. Korte geschiedenis<br />

Reeds in 1998 is een Tracébesluit genomen aangaande de ligging van de verbrede A4 op<br />

het tracé Burgerveen - Leiden. Tijdens de tracéwetprocedure ontstond een grote<br />

maatschappelijke betrokkenheid waarbij via diverse initiatieven en acties de burgers hun<br />

eigen belangen en die van het milieu onder de aandacht brachten. Enkele voorbeelden van<br />

deze "actiegroepen" zijn, de initiatiefgroep verontruste Burgers Leiderdorp,<br />

Belangenvereniging A4/HSL, Vereniging houdt Leiderdorp Groen, de Stichting Comité<br />

- 3 -


Doesbrug en de Vereniging Wijk en Woude. De Gemeenten Leiden en Leiderdorp maakten<br />

procedureel en inhoudelijk bezwaar tegen elementen uit het ontwerp tracébesluit. Gevolg<br />

hiervan is geweest, dat het Tracébesluit in 1999 door de Minister van V&W gedeeltelijk<br />

werd ingetrokken ter hoogte van Leiden, Zoeterwoude en Leiderdorp.<br />

Tijdens dit proces ontstond, mede door de persoonlijke inzet van de betreffende<br />

bestuurders en vertegenwoordigers van Rijkswaterstaat, ruimte voor een hernieuwde<br />

gedachtewisseling over een verbeterde inpassing van de weg. Doelstelling hierbij was om<br />

via integrale planontwikkeling te trachten potentiële belangentegenstellingen van de<br />

Gemeenten en Rijkswaterstaat weg te nemen en deze om te zetten in “win-win”<br />

oplossingen. Begin 1999 is in opdracht van partijen een “quick-scan” uitgevoerd met als<br />

voornaamste conclusie dat een structurele verbetering mogelijk lijkt mits een integrale<br />

aanpak wordt verkozen.<br />

Basisgedachte zoals in de quick-scan neergelegd, was tevens dat de betrokken partijen de<br />

kosten en opbrengsten c.q. beschikbare middelen met elkaar in evenwicht dienden te<br />

brengen waardoor de financiering van de meerkosten mogelijk zou worden.<br />

Opbrengstmogelijkheden ontstaan enerzijds door de ontwikkeling van de locaties binnen<br />

het plangebied, anderzijds door het efficiënt gebruik van budgetten en het “werk met werk”<br />

maken. Door partijen is een plangebied benoemd waarin de ruimtelijke kansen en<br />

mogelijkheden zijn benoemd. Tevens is een Stuurgroep <strong>W4</strong> in het leven geroepen waarin<br />

bestuurlijke en ambtelijke vertegenwoordiging van partijen zitting hebben en die de<br />

voortgang van het proces bewaakt. Onder de Stuurgroep functioneren diverse<br />

werkgroepen met daarin inhoudelijke afvaardiging van partijen.<br />

Sinds begin 1999 heeft de samenwerking geleid tot diverse plannen en alternatieven. In<br />

stedenbouwkundige studies zijn verschillende ruimtelijke scenario’s uitgewerkt. De ligging<br />

van de weg, in zowel horizontale als verticale zin is voor verschillende tracés opnieuw<br />

onderzocht. Zelfs een zogenaamde “uitbuiking” van de weg richting de Munnikenpolder in<br />

Leiderdorp heeft de revue gepasseerd. Deze studies van planalternatieven zijn steeds<br />

begeleid door kostentechnische berekeningen; enerzijds zijn door Rijkswaterstaat de<br />

(meer)kosten van de weg berekend en anderzijds zijn de kosten en opbrengsten uit de<br />

verschillende benoemde gebiedslocaties planeconomisch in kaart gebracht.<br />

Het <strong>W4</strong> proces heeft half 2000 geleid tot een ruimtelijk plan op hoofdlijnen dat de wensen<br />

en eisen voortkomend uit de duurzame verbreding van de A4 en het streven naar<br />

verbetering van de leefbaarheid koppelde aan een hoog realiteitsgehalte ten aanzien van<br />

technische en financiële randvoorwaarden. Dit planconcept kende echter nog wel enige<br />

principiële discussiepunten ten aanzien van de verhouding tussen verstedelijking en<br />

groene waarden van het plangebied, met name ten aanzien van het aangrenzende Groene<br />

Hart.<br />

- 4 -


In juni 2000 heeft daarom bestuurlijk overleg plaatsgevonden tussen de regionale<br />

bestuurders en de beide Ministers van V&W en VROM over de standpuntbepaling van het<br />

Rijk ten aanzien van de verschillende ontwikkelingsmodellen. Met name de wijze waarop<br />

met de Groene Hart-contour diende te worden omgegaan was hierbij aan de orde. Naar<br />

aanleiding van de uitkomsten van dit bestuurlijk overleg is het studiegebied eind 2000<br />

uitgebreid met De Bloemerd in Leiderdorp, waarbij partiële bebouwing van deze locatie<br />

bestudeerd is. Een stap die in de regio veel publiek debat tot gevolg heeft gehad. Eén en<br />

ander heeft er wel mede toe geleid dat het <strong>W4</strong> plan stevig op de diverse bestuurlijke<br />

agenda’s is komen te staan. Parallel aan deze regionale besluitvorming is ook binnen de<br />

Ministeries van Verkeer en Waterstaat en VROM heel actief gewerkt aan het haalbaar<br />

maken van het integrale <strong>W4</strong> plan. Dit heeft een aanzienlijke verbreding van het draagvlak<br />

tot gevolg gehad wat de haalbaarheid van de plannen in hoge mate heeft bevorderd.<br />

De Statencommissie West van de Provincie, voor de gelegenheid vergaderd in Leiderdorp,<br />

heeft zich op 1 november 2000 unaniem uitgesproken voor de realisatie van <strong>W4</strong>. Als<br />

bijzonderheid kan voorts vermeld worden dat in het kader van dit <strong>project</strong> de<br />

Raadscommissies van Leiden en Zoeterwoude voor het eerst gezamenlijk hebben<br />

vergaderd in het Stadhuis van Leiden.<br />

Op 11 december 2000 hebben de in de Stuurgroep verenigde bestuurders en<br />

vertegenwoordigers van V&W en VROM de uitgangspunten vastgesteld op basis waarvan<br />

haalbaarheid van <strong>W4</strong> mogelijk is. Hiermee is een belangrijke mijlpaal in het proces bereikt.<br />

In de eerste helft van 2001 zal het besluitvormingsproces worden doorlopen om ook tot<br />

formele instemming van partijen te geraken en zo definitieve haalbaarheid vast te kunnen<br />

stellen. Het voorliggende Masterplan is onderdeel van deze besluitvorming.<br />

1.3. Doelstellingen Masterplan <strong>W4</strong><br />

Dit Masterplan beschrijft het <strong>W4</strong> <strong>project</strong>. Naast de voorgestelde ruimtelijke en functionele<br />

ingrepen in het plangebied komen ook de procedurele, financiële en organisatorische<br />

aspecten van het <strong>W4</strong> <strong>project</strong> aan de orde. Het Masterplan <strong>W4</strong> is als het ware een resumé<br />

van de uitkomsten van het (bestuurlijke) <strong>W4</strong> proces.<br />

Het Masterplan dient de volgende doelen:<br />

- Het benoemt de structurerende (ruimtelijke en functionele) elementen in het plangebied.<br />

- Het geeft de principes en denkrichtingen aan die in de toekomstige planuitwerking als<br />

leidraad zullen dienen. Zowel door middel van tekst als beeld worden de ruimtelijke en<br />

functionele kansen van het <strong>W4</strong> <strong>project</strong> omschreven.<br />

- Het geeft op hoofdlijnen een overzicht van de afspraken en taakverdeling die partijen<br />

ten behoeve van de planuitwerking en realisatie wensen overeen te komen; ten aanzien<br />

hiervan is de tussen partijen te sluiten samenwerkingsovereenkomst leidend.<br />

- Het is de planinhoudelijke onderlegger voor de gemaakte financiële berekeningen.<br />

- 5 -


- Het is een document ter ondersteuning van de besluitvorming binnen de Gemeenten,<br />

de Provincie en het Rijk.<br />

- Het is een informatief document waarmee belanghebbenden in de meest brede zin, van<br />

de planvoornemens op de hoogte kunnen worden gesteld.<br />

- Het is een inspirerend document, dat laat zien wat er aan ruimtelijke<br />

kwaliteitsverbetering mogelijk is indien belangen en ambities van partijen optimaal<br />

worden gebundeld, een voorbeeld<strong>project</strong> in het kader van zowel het NVVP als de 5 e<br />

Nota.<br />

1.4 Status Masterplan <strong>W4</strong><br />

Het Masterplan geeft de ruimtelijke, financiële en organisatorische principes van het <strong>W4</strong><br />

<strong>project</strong> weer, inclusief de planologische mogelijkheden van het plangebied waar de<br />

betrokken partijen in het afgelopen jaar over hebben nagedacht. Het Masterplan heeft<br />

echter niet de status van structuurplan, bestemmingsplan of een ander formeel<br />

planologisch document in de zin van de Wet Ruimtelijke Ordening. In een vervolgtraject zal<br />

het Masterplan dan ook als leidraad en onderlegger fungeren voor de verdere planvorming<br />

in plaats van als “blauwdruk” voor een stedenbouwkundig of ruimtelijk plan.<br />

Verdere planvorming zal leiden tot de<br />

noodzakelijke planologische en<br />

juridische documenten zoals streekplan<br />

en bestemmingsplannen. In dit traject<br />

zal in ruime mate met alle belang-<br />

hebbenden van gedachten worden<br />

gewisseld over de nadere invulling van<br />

de plannen.<br />

Ten aanzien van de kaders voor de<br />

verdere uitwerking van dit Masterplan is<br />

de tussen partijen te sluiten<br />

samenwerkingsovereenkomst leidend.<br />

Op hoofdlijnen zijn deze afspraken ook<br />

in dit Masterplan <strong>W4</strong> opgenomen. Het is<br />

een overzicht van alle elementen in het<br />

proces die in het vervolgtraject van<br />

belang zullen of kunnen zijn. Zo zal<br />

Rijkswaterstaat het in het Masterplan<br />

neergelegde verbeterde wegtracé van<br />

de A4 in een nieuw Ontwerp<br />

Tracébesluit verwerken en omstreeks<br />

september 2001 in procedure brengen.<br />

Maquette <strong>W4</strong><br />

- 6 -


1.5. Plangebied en exploitatiegebied van het Masterplan <strong>W4</strong><br />

Plangebied <strong>W4</strong><br />

Het <strong>W4</strong> plangebied is gelegen tussen de kruising van de spoorbaan Leiden - Alphen en de<br />

A4 aan de zuidzijde van de Oude Rijn en de aansluiting van de N446 op de A4 (afrit<br />

nummer 6 - Leiden Noord/Leiderdorp) ten noorden van de Oude Rijn. Binnen het plangebied<br />

zijn diverse locaties gelegen welke door hun ligging baat hebben bij de verbeterde inpassing<br />

van de verbreding van de A4 respectievelijk welke ruimtelijk en financieel kunnen bijdragen<br />

aan de kwaliteitsimpuls die gecreëerd wordt door het <strong>W4</strong> <strong>project</strong>. Ook het bedrijventerrein de<br />

Grote Polder behoort als zodanig tot het plangebied aangezien de revitalisering van dit<br />

gebied juist door het <strong>W4</strong> <strong>project</strong> een positieve impuls krijgt.<br />

Om met betrekking tot de naam Grote Polder elke spraakverwarring te voorkomen wordt<br />

met nadruk gesteld dat het plangebied <strong>W4</strong> niet de Grote Polder zelf omvat maar slechts<br />

het bedrijventerrein de Grote Polder ten noorden van de spoorlijn Leiden - Gouda.<br />

Ten aanzien van het Weidegebied Grote Polder wordt in dit kader verwezen naar de<br />

brochure van de Gemeente Zoeterwoude "Tussen grutto's en grachten". Dit gebied ten<br />

zuiden van de spoorlijn wordt door de Gemeente Zoeterwoude beschouwd als een<br />

bijzonder waardevol poldergebied met boerderijen, natuur en recreatieve mogelijkheden<br />

voor de stedeling. Het beleid van de Gemeente is gericht op behoud van deze waarden.<br />

Het Weidegebied Grote Polder zal om bovengenoemde redenen in dit Masterplan verder<br />

niet meer uitgebreid aan de orde komen.<br />

- 7 -


Exploitatiegebied <strong>W4</strong><br />

Het exploitatiegebied <strong>W4</strong> is kleiner dan het plangebied. Het exploitatiegebied omvat<br />

slechts die locaties die – wanneer sprake is van planontwikkeling met positief saldo - een<br />

financiële bijdrage leveren aan de financiering van de meerkosten van de verbeterde<br />

inpassingen van de verbreding van de A4. Het bedrijventerrein Grote Polder behoort dus<br />

wel tot het plangebied maar niet tot het exploitatiegebied <strong>W4</strong>.<br />

- 8 -


2. Vigerend beleid, beleidsontwikkeling en<br />

ruimtelijke concept<br />

2.1. Inleiding<br />

In dit hoofdstuk wordt de context geschetst waar binnen het <strong>W4</strong> <strong>project</strong> heeft kunnen<br />

ontstaan. In het kort worden de bestaande situatie, de uitgangspunten van het ingetrokken<br />

deel van het Tracébesluit en het landelijke, regionale en lokale beleid benoemd. Tevens<br />

worden een aantal regionale ambities benoemd die ten grondslag liggen aan het <strong>W4</strong> plan.<br />

2.2 Kenmerken bestaande situatie<br />

De volgende punten zijn kenmerkend voor het plangebied en vormden de uitgangspunten<br />

voor de planvorming:<br />

- De A4 is een belangrijke lijn in het Nederlandse landschap. Niet alleen door haar<br />

fysieke aanwezigheid maar ook door de sterke beleving die de automobilist heeft van<br />

het landschap waar hij zich doorheen beweegt, vanaf de A4 is een mooie doorsnede<br />

van het Zuid-Hollandse landschap zichtbaar. Over een grote lengte is de open ruimte<br />

van het Groene Hart waarneembaar afgewisseld door de verschillende stedelijke<br />

agglomeraties aan de weg, zoals Den Haag, Leiden en Schiphol.<br />

- De zone langs de Oude Rijn is een historische verstedelijkingsas richting Alphen aan<br />

den Rijn, de A4 doorsnijdt deze as.<br />

- De A4 doorsnijdt de verstedelijkte zone van de Leidse regio waardoor aan weerszijden<br />

van de weg woongebieden van elkaar zijn gescheiden en de oorspronkelijke structuur is<br />

verdwenen. Ook de passage over de Oude Rijn is nauwelijks merkbaar, afgeschermd<br />

door hoge geluidsschermen.<br />

- Grote delen van het plangebied, direct naast de weg gelegen kennen een marginaal<br />

gebruik, hebben een laagwaardige invulling of liggen geheel braak. Voorbeelden<br />

hiervan zijn het terrein naast de Mauritssingel, de brede strook grond langs de Simon<br />

Smitweg in Leiderdorp en de voormalige afrit van de A4. Deze laagwaardige invullingen<br />

zijn te herleiden tot de overlast van de A4 en tekort schietende ruimtelijke structuur.<br />

- Aan weerszijden van de A4 bij Leiderdorp is een tegenstelling tussen “rood” en “groen”<br />

aanwezig, de grens van het Groene Hart loopt hier langs de A4. De A4 heeft ook hier<br />

een sterke barrièrewerking waardoor de beleving en bereikbaarheid van het Groene<br />

Hart vanuit de verstedelijkte Leidse agglomeratie gering is.<br />

- De dwarsverbindingen over de A4 zijn zeer beperkt en het onderliggend wegennet in<br />

het plangebied is niet voldoende voor de dagelijkse verkeersdruk. Aan de noordzijde<br />

schieten de functionele dwarsverbindingen, de Ericalaan/Mauritssingel en de<br />

Hoofdstraat, kwalitatief én kwantitatief tekort. Voor het overige bestaan er slechts<br />

onderdoorgangen met beperkt gebruik. Aan de zuidzijde is alleen de Hoge Rijndijk als<br />

dwarsverbinding tussen Leiden en Zoeterwoude aanwezig.<br />

- 9 -


Ericalaan in Leiderdorp<br />

2.3. Bestaande ruimtelijke plannen<br />

In het plangebied waren reeds autonome plannen in ontwikkeling voordat het integrale <strong>W4</strong><br />

plan ontstond. In het kort worden deze onderstaand benoemd. In het kader van de<br />

integrale planvorming zullen deze ontwikkelingen in meer of mindere mate aangepast en<br />

ingepast worden in het <strong>W4</strong> <strong>project</strong>.<br />

- Vinexwijk Roomburg, Leiden.<br />

Een nieuw te realiseren woonwijk van circa 1.000 woningen in het kader van de Vinex-<br />

afspraken. Start van de realisatie is op zeer korte termijn voorzien. De zone langs de A4<br />

wordt binnen <strong>W4</strong> ingepast, dit vereist een gedeeltelijke aanpassing van het<br />

stedenbouwkundige ontwerp (zie 2.7.1.).<br />

- Planontwikkeling 70 woningen aan de Stadhouderslaan te Zoeterwoude.<br />

Een kavel aan de Stadhouderslaan bij Meerburg is verworven door een private partij die<br />

in overleg met de Gemeente een plan voor 70 woningen ontwikkelt. Voor deze<br />

ontwikkeling zijn binnen de Leidse Regio contingenten gereserveerd.<br />

Deze ontwikkeling is in overleg met de ontwikkelaar tijdelijk aangehouden om een<br />

planologische afstemming met de <strong>W4</strong> ontwikkeling mogelijk te maken. De locatie kan<br />

binnen de <strong>W4</strong> plannen integraal ontwikkeld worden met alle aanwezige restruimten in<br />

dit gebied, hieronder begrepen ook de locatie van de voormalige afrit van de A4.<br />

Laatstgenoemde locatie is gelegen binnen de Gemeentegrenzen van Leiden (zie<br />

2.7.2.).<br />

2.4. Tracéwetprocedure / Oude Tracébesluit verbreding A4<br />

Vanwege de hoge verkeersintensiteiten op de A4 is in de afgelopen jaren het gedeelte<br />

Den Haag - Prins Clausplein - Leiden verbreed naar 2x3 rijstroken. Het gedeelte<br />

Burgerveen - Leiden is thans de zwakste schakel in de A4-keten die, vanwege de zeer<br />

frequent optredende filevorming, eveneens om een zo spoedig mogelijke verbreding vraagt<br />

(vooralsnog tot autosnelweg 2x3). Mede op grond van een doorgaande economische<br />

groei, vooral ook in de regio Amsterdam / Schiphol, is inmiddels ook een nieuwe studie<br />

gestart naar verdere verbredingsopties voor de A4 op langere termijn (na 2010)<br />

- 10 -


Het “oude”, deels ingetrokken Tracébesluit (TB) heeft voor partijen altijd als referentie<br />

gediend voor de verbeterde inpassing. Het is daarom ook wenselijk om hier kort stil te<br />

staan bij de kenmerken van dit oude TB. In een omschrijving van de uitgangssituatie wordt<br />

de behaalde verbetering immers beter zichtbaar. Het oude TB had de volgende<br />

kenmerken:<br />

- Onder het viaduct over de Dwarswatering was slechts een vrije doorvaarthoogte van<br />

1,50 meter voorzien.<br />

- Ter hoogte van de Simon Smitweg werd een fietstunnel onder de weg door gelegd.<br />

- De A4 werd middels een viaduct over de Ericalaan heen geleid, waarbij de Ericalaan<br />

twee meter verdiept werd aangelegd.<br />

- De weg bleef zo lang mogelijk boven maaiveld zodat de barrièrewerking ervan tussen<br />

de wijken Oranjewijk en Kerkwijk in Leiderdorp in stand bleef.<br />

- De Oude Rijn werd gekruist door middel van een aquaduct in plaats van een hoge brug<br />

(zoals de huidige situatie).<br />

- Aan de zuidzijde steeg de weg snel weer naar maaiveld en vervolgens steeg hij door tot<br />

hij weer aansloot op het bestaande viaduct over het spoor.<br />

- Negen tot elf meter hoge geluidsschermen waren voorzien langs de wijk Roomburg, die<br />

de barrièrewerking van de weg nog verder zouden vergroten.<br />

Het “oude“ TB is van belang in het <strong>W4</strong> proces omdat het de referentie vormt voor de te<br />

behalen kwaliteitswinst ten aanzien van de verbetering van de inpassing, maar ook omdat<br />

de meerkosten van die verbeterde inpassing zijn bepaald ten opzichte van de door<br />

Rijkswaterstaat te maken kosten voor verbreding volgens het oude TB.<br />

- 11 -


2.5. Vigerend beleid en beleidsontwikkeling<br />

Naast de bestaande geografische gegevens is ook het bestaande beleidskader van belang<br />

voor de planvorming. In het volgende daarom in vogelvlucht een resumé van<br />

beleidsuitgangspunten en beleidsontwikkeling ten aanzien van de Oostflank van de Leidse<br />

regio. Dit resumé is niet uitputtend; voor een uitgebreide inventarisatie wordt verwezen<br />

naar de publicatie “Oostflank Leidse regio” d.d. april 1999 van Provincie Zuid-Holland en<br />

de Tracé / MER nota A4.<br />

2.5.1 Regionale ambities<br />

In de onderstaande schets is schematisch aangegeven wat de regionale ruimtelijke<br />

ambities zijn voor de Oostflank van de Leidse regio. De schets is een synthese van de<br />

binnen <strong>W4</strong> ontwikkelde plannen en bestaand beleidskader. Als zodanig kan de schets<br />

gezien worden als de regionale vertaling van de plankaart <strong>W4</strong> (zie 2.6).<br />

Het verbreden en verdiepen van de A4 biedt als eerste stap de kans voor een verdere<br />

integrale inrichting van de Oostflank van de Leidse regio als onderdeel van de Randzone<br />

Groene Hart. De nadruk ligt hier op de ruimtelijke potenties rond de kruising van de Oude<br />

Rijn en de ontwikkelingszone langs de verdiepte A4. In dit kader wordt de regionale ambitie<br />

gevormd door het ontwikkelen van een gebied langs de A4, tussen het stedelijk gebied van<br />

Leiden, Zoeterwoude en Leiderdorp en het landelijk gebied van het Groene Hart (de<br />

Randzone), met als doel:<br />

- Het creëren van een synthese tussen de ruimtelijke ordening en de geplande<br />

hoofdinfrastructuur.<br />

- (Inpassing) binnen het kader van een gecombineerd concept van stedelijke<br />

knooppunten en ontwikkelingszones; met andere woorden: een combinatie van de<br />

verstedelijkings- en groene trends in het gebied in relatie tot de grootschalige<br />

infrastructuur als Rijksweg A4 en de landschappelijke elementen als de Oude Rijn en<br />

de Randzone Groene Hart.<br />

- Het profileren van de bijzondere regionale vestigingspotenties van de locatie als<br />

onderdeel van AReA (Noord-Zuid corridor).<br />

- Hier is het ontwikkelen van het (ruimtelijk) knooppunt A4 - N11 - Rijn-Gouwe lijn een<br />

aanleiding voor verstedelijking. De relatie van het (ruimtelijk) knooppunt met het<br />

overige stedelijk gebied is dan ook essentieel.<br />

- Het bieden van een bijzonder overgangsgebied tussen de omringende Gemeenten en<br />

het Groene Hart. De huidige Rijksweg A4, de Oude Rijn en de bundel Rijn-Gouwe lijn -<br />

N11 werken nog te veel als barrières. Het garanderen van een maximale<br />

toegankelijkheid van lokale stedelijke functies van de omringende Gemeenten die door<br />

de kruising van de A4 met de Oude Rijn beperkt worden. De ruimtelijke continuïteit van<br />

het stedelijk gebied kan worden versterkt op basis van de lokale verkeerstructuur en de<br />

Oude Rijn.<br />

- 12 -


Schets regionale ambities (Bron: Provincie Zuid-Holland)<br />

In dit kader zijn de Provinciale planologische ambities:<br />

- Aanleg van de Rijn-Gouwe lijn en haltes.<br />

- Aanzet tot ontwikkeling A4 - N11 – Rijn-Gouwe knooppunt.<br />

- Toegankelijkheid van het Groene Hart voor de Leidse regio (Randzone Groene Hart).<br />

- Samenhangende ontwikkeling van bedrijfsterreinen.<br />

Deze ambities zijn op hoofdlijnen reeds vervat in het Streekplan Zuid-Holland West uit<br />

1997, <strong>W4</strong> valt dan ook goed in te passen in dit Streekplan. Te zijner tijd zal het Streekplan<br />

op basis van dit Masterplan worden herzien.<br />

2.5.2 Nationaal ruimtelijk beleid (VROM)<br />

De nieuwe contouren van het nationaal ruimtelijk beleid zijn uiteen gezet in de Vijfde nota<br />

(december 2000). Sleutelbegrippen zijn intensiveren, combineren en transformeren.<br />

Integrale planvorming met een combinatie van functies gericht op kwaliteit van de<br />

openbare ruimte en zuinig ruimtegebruik, dat is de uitdaging. Heldere contrasten dragen bij<br />

aan de ruimtelijke kwaliteit. De bescherming van waardevolle gebieden krijgt daarom extra<br />

aandacht. Een stelsel van rode en groene contouren bepaalt waar gebouwd mag worden<br />

en waar de bescherming van bijzondere landschappen en natuur de inrichting bepaalt.<br />

Voor het gebied oostelijk van Leiden is handhaven van de begrenzing van het Nationaal<br />

landschap Groene Hart zoals nu vastgelegd op de PKB-beleidskaart in de Vierde Nota<br />

over de Ruimtelijke Ordening Extra (oktober 1999, na actualisering Vinex) inzet van de<br />

- 13 -


Vijfde Nota. Met het <strong>W4</strong> plan komt de begrenzing van rode en groene contouren - die<br />

elkaar oostelijk van Leiden raken - tot een afronding. De definitieve begrenzing krijgt<br />

uiterlijk 2005 zijn beslag in het Streekplan.<br />

Ten aanzien van de Leidse regio zijn de volgende doelstellingen met betrekking tot het<br />

Groene Hart van belang:<br />

- Vergroten van de toegankelijkheid van het Groene Hart vanuit de verstedelijkte regio’s.<br />

- Versterken van de structuur van het Groene Hart zodat verstening en verloedering<br />

wordt tegen gegaan.<br />

- Versterken van het recreatief mede gebruik van het Groene Hart.<br />

In onderstaande kaart is de contour van het Groene Hart rond Leiderdorp aangegeven. De<br />

ligging van de Groene Hart-contour in dit gebied heeft binnen <strong>W4</strong> aanleiding gegeven tot<br />

een uitgebreide gedachtewisseling over de wijze waarop met de grens tussen stedelijk en<br />

landelijk gebied dient te worden omgegaan, centraal in deze discussie stonden De<br />

Bloemerd en de Munnikenpolder. Deze discussie is voor alle partijen zeer verhelderend<br />

geweest ten aanzien van de verhouding tussen stad en land en heeft tot een heldere<br />

eindconclusie geleid welke in dit Masterplan is verwoord.<br />

Ligging Groene Hart-contour rond Leiderdorp<br />

De Bloemerd<br />

Munnikenpolder<br />

- 14 -


2.5.3. Inrichting randzones Groene Hart (Rood-Groene Casco / Groen-Blauwe<br />

Slinger)<br />

Aan de zuidzijde raakt het <strong>W4</strong> plangebied de Groen-Blauwe Slinger in de Grote Polder. De<br />

toegankelijkheid van het Groene Hart voor recreatief verkeer is hierbij het belangrijkste<br />

aandachtspunt. De aanleg van een fietsverbinding vanuit de Meerburgerpolder naar de<br />

Grote Polder is dan ook één van de mogelijkheden binnen het <strong>W4</strong> <strong>project</strong>. Het Rood-<br />

Groene Casco benoemt de inrichtingsopgave van de randen van het Groene Hart bij de<br />

Leidse regio. Toegankelijkheid is ook hier een belangrijk aandachtspunt, evenals<br />

versterking van de groene kwaliteiten in het gebied.<br />

Overzichtskaart Randen Groene Hart<br />

2.5.4. AReA notitie<br />

De in september 2000 gepresenteerde AReA notitie geeft een overzicht van de<br />

ontwikkelingen die langs de A4 te benoemen zijn ten aanzien van de onderwerpen<br />

mobiliteit, bedrijvigheid en leefomgeving en heeft als doelstelling om een aanzet te geven<br />

tot een meer integrale benadering van de planvoornemens en <strong>project</strong>en. Verbindend<br />

element in de notitie is de A4 van Antwerpen tot Amsterdam. Alle plannen in de Leidse<br />

regio zijn in deze notitie gebundeld in één zogenaamde “<strong>project</strong>envelop”. Het <strong>W4</strong> <strong>project</strong><br />

wordt in de AReA notitie benoemd. De uitwerking van de AReA gedachte zal in de<br />

komende tijd gaan plaatsvinden. Het <strong>W4</strong> plan kan binnen deze “<strong>project</strong>envelop”-<br />

benadering als kristallisatiepunt gaan dienen.<br />

- 15 -


Schets <strong>project</strong>envelop Leidse regio<br />

2.5.5 Nationaal Vervoers- en Verkeersplan (NVVP)<br />

In het nieuwe NVVP “van A naar beter” heeft de Minister van Verkeer en Waterstaat haar<br />

beleidsvoornemens gebundeld ten aanzien van de mobiliteit in Nederland. Het <strong>W4</strong> plan<br />

past goed in de beleidslijnen van het NVVP met name de integrale wijze van planvorming,<br />

de samenwerking tussen alle betrokken publieke partners en de actieve rol die de lokale<br />

en regionale overheden in het proces vervullen, maken het <strong>W4</strong> <strong>project</strong> tot een<br />

voorbeeld<strong>project</strong> in het kader van de NVVP.<br />

- 16 -


2.6. Ruimtelijk concept op hoofdlijnen<br />

De essentie van het gekozen ruimtelijk<br />

concept bestaat uit het zoveel mogelijk<br />

herstellen van de oost-west verbinding<br />

dwars op de A4. In historisch perspectief<br />

bezien heeft de stedelijke ontwikkeling zich<br />

in Zuid-Holland voltrokken langs de lijnen<br />

van de strandwallen die alle parallel aan de<br />

kust in noord-zuid richting lopen. De Oude<br />

Rijn vormt hierop een uitzondering; de loop<br />

van deze stroom vormt een historische as<br />

die dwars op de dominante<br />

ontwikkelingsrichting staat en die via Alphen<br />

naar Gouda en Utrecht loopt. In<br />

stedenbouwkundige termen wordt hierbij<br />

gesproken over een zogenaamde<br />

verstedelijkingsas. Door de aanleg van de<br />

A4 is deze logische lijn op ruwe wijze<br />

doorsneden.<br />

Het herstel van de dwarsverbindingen dient enerzijds functioneel te zijn middels het<br />

realiseren van makkelijke en comfortabele overgangen, maar minstens zo belangrijk is het<br />

herstel van de visuele en de sociaal-maatschappelijke verbanden tussen de beide zijden<br />

van de A4. De opbouw van het ruimtelijk concept is als volgt:<br />

Maquette <strong>W4</strong>; detail verdiepte ligging<br />

De A4 wordt over een zo lang mogelijk gedeelte aan weerszijden van de Oude Rijn<br />

verdiept aangelegd en kruist de Oude Rijn middels een aquaduct. In het plangebied zijn<br />

aan weerszijden van de Oude Rijn twee primaire dwarsverbindingen geïdentificeerd. De<br />

lengte van de verdiepte ligging wordt op logische wijze gedefinieerd door de ligging van<br />

deze dwarsverbindingen.<br />

Door de verdiepte ligging van de A4, de realisatie van de dwarsverbindingen en toepassing<br />

van horizontale geluidsschermen wordt de bestaande visuele en fysieke barrière zoveel<br />

mogelijk te niet gedaan.<br />

- 17 -


Plankaart <strong>W4</strong><br />

2.6.1. Beleving vanaf de A4<br />

De A4 is een belangrijke ruimtelijke component in het Hollandse landschap en is één van<br />

de belangrijkste verbindingsroutes van het land. Landschappelijk gezien loopt de A4 in de<br />

Leidse regio op het breukvlak tussen stad en land en vormt op een aantal plaatsen de<br />

grens van het Groene Hart. Bijna elke Nederlander maakt - geregeld of sporadisch -<br />

gebruik van de A4. Als zodanig telt de beleving van de Randstad vanaf de A4 als<br />

overweging mee in het planconcept.<br />

Bijzonderheid van de beleving van de omgeving door de automobilist op de A4 is de<br />

afwisseling tussen stedelijk en landelijk gebied. De weg doorkruist de verschillende<br />

verstedelijkte regio’s van Delft, Den Haag, Leiden, Schiphol en Amsterdam met daartussen<br />

de open groene ruimte. De bestaande situatie in de Leidse regio is, dat de passage door<br />

een niemandsland loopt en de stad met de achterkanten naar de weg toe is gekeerd. In het<br />

<strong>W4</strong> plan worden de aan de weg gelegen locaties getransformeerd tot de herkenbare<br />

“entree” van de Leidse regio.<br />

- 18 -


2.6.2. Verstedelijkingsas langs de Oude Rijn<br />

Zoals in de eerste paragraaf reeds genoemd is de Oude Rijn te beschouwen als een<br />

historische verstedelijkingsas. De bebouwing aan weerszijden van de Oude Rijn dient dan<br />

ook gezien te worden als een logische uitloper van de Leidse agglomeratie. De A4<br />

doorbreekt deze uitloper; deze barrière wordt in het <strong>W4</strong> planconcept voor een belangrijk<br />

deel, zowel visueel als fysiek, opgeheven. De natuurlijke as die gevormd wordt door de<br />

Oude Rijn wordt zo weer beleefbaar. Een dergelijke ingreep past in het Provinciale streven<br />

om de as tussen Leiden en Utrecht langs de Oude Rijn een kwaliteitssprong te laten<br />

maken door de beleving ervan en de ruimtelijke structuur te versterken.<br />

2.6.3. Dwarsverbindingen<br />

Het <strong>W4</strong> planconcept benoemt een aantal dwarsverbindingen binnen het plangebied. Deels<br />

zijn deze verbindingen in de huidige situatie aanwezig, deels zijn het voorstellen voor<br />

nieuwe verbindingen. Deze verbindingen verschillen in functie en belangrijkheid met<br />

elkaar.<br />

Dwarsassen aan beide zijden van de Oude Rijn<br />

- 19 -<br />

De twee belangrijkste verbindingen zijn<br />

de twee primaire dwarsverbindingen aan<br />

weerszijden van de Oude Rijn. Deze zijn<br />

als dwangpunten in het <strong>W4</strong> tracé<br />

benoemd. Aan Leidse kant wordt de<br />

dwarsverbinding gerealiseerd door de<br />

stedenbouwkundige as van de wijk<br />

Roomburg door te trekken naar<br />

bedrijventerrein de Grote Polder in<br />

Zoeterwoude. Aldus ontstaat een<br />

dwarsverbinding parallel aan de Oude<br />

Rijn die in het fiets- en OV-netwerk een<br />

belangrijke rol kan vervullen.


Aan Leiderdorpse kant wordt de bestaande Ericalaan in de nieuwe situatie maximaal<br />

een meter verhoogd en als viaduct óver de verdiepte A4 heen geleid. De Ericalaan vormt<br />

aldus een verbindende schakel tussen de Oranjewijk en de Kerkwijk.<br />

De secundaire dwarsverbindingen zijn de volgende:<br />

- De bestaande wegen aan weerszijden van de Oude Rijn, te weten de Hoge Rijndijk en<br />

de Hoofdstraat.<br />

- Een nieuw te realiseren fietsbrug in het verlengde van de Engelendaal welke dient ter<br />

ontsluiting van het Groene Hart voor recreatief fietsverkeer.<br />

- Een nieuw te realiseren fietsverbinding langs de Dwarswatering.<br />

- Een verhoogde en dus verbeterde vaarverbinding over de Dwarswatering.<br />

- Een nieuwe fietsverbinding vanuit de wijk Roomburg naar de groene Grote Polder.<br />

2.6.4. Verbindingen tussen stad en landschap<br />

Zoals in de inleiding aangegeven, is de verhouding tussen het ‘rood’ van de stad en het<br />

groen en blauw van het Groene Hart een belangrijk gegeven in de plannen. Met name aan<br />

de Leiderdorpse zijde ontstaat de mogelijkheid om deze twee een betere verbinding met<br />

elkaar te geven. In de huidige situatie vormt de A4 een barrière, waardoor de beleving van<br />

het Groene Hart vanuit de stedelijke kern van Leiderdorp bijna niet mogelijk is. Het Rijks-<br />

en Provinciaal beleid stimuleert de recreatieve waarden en het recreatieve gebruik van het<br />

Groene Hart én de toegankelijkheid ervan door middel van een goede ontsluiting.<br />

De A4 als scheiding tussen “rood” en groen ter hoogte van de Munnikenpolder<br />

Door de binnen het <strong>W4</strong> <strong>project</strong> te realiseren dwarsverbindingen zal de Munnikenpolder<br />

goed bereikbaar worden en als “uitvalsbasis” voor het recreatieve gebruik van het Groene<br />

Hart kunnen gaan dienen. Een fietsverbinding over de Does zal hieraan nog meer waarde<br />

geven (zie 3.4).<br />

De Gemeente Leiderdorp streeft er tevens naar om de oevers van de Does landschappelijk<br />

en natuurrijk te herinrichten. Tussen de Does en de Ruige kade kan middels zogenaamde<br />

“vernatting” een waterrijk milieu ontstaan.<br />

- 20 -


Een verbinding tussen de Leidse regio en het weidegebied van de Grote Polder zal<br />

middels een doorsteek onder het spoor en de N11 door kunnen worden gerealiseerd.<br />

Middels deze onderdoorgang en de dwarsverbinding Roomburg - Meerburg zal aldus een<br />

doorgaande fietsverbinding voor zowel utilitair als recreatief verkeer kunnen ontstaan (zie<br />

3.4).<br />

De grens tussen de verstedelijkte Leidse regio en het Groene Hart dient op een zodanige<br />

wijze te worden vormgegeven dat deze een duurzaam karakter verkrijgt. Door de realisatie<br />

van <strong>W4</strong> wordt als het ware de Leidse regio afgerond naar het open weidegebied van het<br />

Groene Hart. Dit stelt eisen aan de vormgeving van met name de locaties aan Leiderdorpse<br />

zijde. Dit is een belangrijk ontwerpuitgangspunt in de verdere planvorming.<br />

Tevens werpt dit de noodzaak op om een robuuste groenstructuur te ontwerpen voor de<br />

Munnikenpolder, de Achthovenerpolder en de Grote Polder in Zoeterwoude. Van belang is<br />

hierbij, om “verloedering” van het open gebied tegen te gaan. Deze kan de vorm aannemen<br />

van de ongecontroleerde bouw van schuren en andere bouwwerken of het oneigenlijk<br />

gebruik van de grond voor opslag en stalling. Van belang is, om de landbouw- en<br />

recreatiefuncties in het gebied zodanig met elkaar te vervlechten dat een gezond<br />

economisch draagvlak ontstaat binnen de randvoorwaarden van een waardevolle groene<br />

structuur.<br />

De in <strong>W4</strong> voorgestelde verbeterde toegankelijkheid van het Groene Hart is een cruciale<br />

randvoorwaarde voor de verdere realisering van de ambities voor het Groene Hart in de<br />

Leidse regio.<br />

- 21 -


3. De infrastructuur<br />

3.1. Algemeen<br />

De infrastructuur in het plangebied bestaat uit enerzijds de A4 als belangrijke landelijke<br />

verbindingsas (achterlandverbinding), anderzijds uit de lokale verkeerswegen die onder te<br />

verdelen zijn in snel- en langzaam verkeersontsluitingen. De A4 kent twee afslagen in het<br />

gebied ter hoogte van de N11 en de N206. Beide afslagen vormen de uiteinden van het<br />

plangebied. De A4 is door haar dominante aanwezigheid de aanleiding van het <strong>W4</strong> <strong>project</strong>.<br />

De verkeerskundige structuur wordt bij de verbeterde inpassing van de verbreding van de<br />

A4 ingrijpend gereorganiseerd door nadruk te leggen op nieuwe en te herstellen dwars-<br />

verbindingen die zorgen voor een verbetering van het verkeersnetwerk aan weerszijden<br />

van de A4, voor zowel snel- als langzaam verkeer. In het volgende zullen in het kort de<br />

infrastructurele aspecten van het <strong>W4</strong> plan worden benoemd.<br />

3.2. Rijksweg A4<br />

Rijkswaterstaat heeft in overleg met betrokken partijen een aangepast wegtracé ontworpen<br />

zoals dit in het <strong>W4</strong> plan als uitgangspunt is benoemd. De gehanteerde ontwerpuitgangs-<br />

punten en de randvoorwaarden voor het gekozen tracé worden hier genoemd.<br />

3.2.1. Uitgangspunten vanuit <strong>W4</strong> planconcept<br />

Uitgangspunten zoals deze voortkomen uit het ruimtelijke planconcept zijn de volgende:<br />

- Een zodanige verdiepte ligging tussen de beide primaire dwarsverbindingen aan<br />

weerszijden van de Oude Rijn dat minimale visuele barrièrewerking optreedt.<br />

- Aan Leidse/Zoeterwoudse zijde: na de dwarsverbinding tussen Roomburg en Meerburg<br />

zo snel mogelijk weer omhoog met als dwangpunt het bestaande viaduct over de<br />

spoorlijn.<br />

- Aan Leiderdorpse zijde: na de dwarsverbinding Ericalaan zo snel mogelijk weer<br />

omhoog tot maximaal 3,25 meter boven NAP ter hoogte van de jachthaven en van daar<br />

af een ligging op maaiveld.<br />

- 31 -


- Tussen de dwarsverbindingen worden horizontale geluidsschermen toegepast die<br />

maximaal anderhalve meter boven maaiveld uitsteken (zie 3.7.2.1.).<br />

- Sobere en doelmatige uitvoering van de wegconstructie als basisuitgangspunt, in de<br />

<strong>W4</strong> samenwerking wordt kwaliteitsverhoging nagestreefd.<br />

Overzichten van TB-profiel (links) en <strong>W4</strong>-profiel (rechts) ter hoogte van Oude Rijn<br />

3.2.2. Het <strong>W4</strong> tracé<br />

Het wegontwerp van Rijkswaterstaat zoals in een OTB <strong>W4</strong> wordt uitgewerkt, is gebaseerd<br />

op de onderstaande punten, welke als uitgangspunten dienen voor het nieuwe Ontwerp<br />

Tracébesluit.<br />

- In Leiderdorp wordt de A4 nabij de Oude Rijn aan de westzijde en vanaf de jachthaven<br />

aan de oostzijde verbreed. Hiervoor hoeven dus geen aanvullende woningen te worden<br />

gesloopt.<br />

- Het viaduct van de A4 over de Dwarswatering heeft een doorvaarthoogte van 2,5 meter.<br />

- Ter hoogte van dit viaduct wordt een langzaam verkeersverbinding gerealiseerd.<br />

- De A4 heeft van de Dwarswatering tot de start van de verdiepte aanleg bij de<br />

jachthaven een hoogteligging nagenoeg op maaiveld (+0,2 tot +1,5 meter t.o.v. NAP).<br />

- De Ericalaan wordt over de verdiepte A4 heen geleid. Maximaal te overbruggen<br />

hoogteverschil is een meter boven maaiveld.<br />

- De A4 kruist de Oude Rijn middels een aquaduct. De bakconstructie is ten noorden en<br />

ten zuiden van de Oude Rijn circa 350 meter langer dan in het oude Tracébesluit.<br />

- De bakconstructie kent haar diepste punt ter hoogte van de Oude Rijn.<br />

- De Hoofdstraat en de Hoge Rijndijk zullen middels viaducten over de volledig verdiepte<br />

A4 worden heen geleid.<br />

- Aan Leidse zijde wordt de weg aan de westkant verbreed.<br />

- Ter hoogte van kilometer 32,6 wordt een viaduct gerealiseerd die Roomburg en<br />

Meerburg met elkaar verbindt.<br />

- De weg stijgt vervolgens weer tot de bestaande kruising met de spoorlijn.<br />

3.2.3. Vormgevingsdoelstelling <strong>W4</strong><br />

Binnen de <strong>W4</strong> samenwerking worden afspraken gemaakt over de vormgeving van de tot<br />

de weg behorende delen, zoals de geluidsschermen en de kunstwerken, voor zover het<br />

Tracébesluit hiertoe de mogelijkheid biedt. Vanuit de gedachte van de integrale inpassing<br />

zal gedurende het ontwerpproces continu gestreefd worden naar maximaal haalbare<br />

- 32 -


kwaliteitsniveau ten aanzien van vorm en materialisering dat binnen de beschikbare<br />

budgetten haalbaar is. Hiertoe zal tijdig en uitgebreid overleg tussen de Gemeenten en<br />

Rijkswaterstaat plaatsvinden. Waar mogelijk zal het ontwerp van de weg en van de<br />

gebiedslocaties in samenhang worden gemaakt. Eén en ander zal dienen te passen in de<br />

door Rijkswaterstaat opgestelde ontwerpvisie voor de gehele A4.<br />

Gouwe aquaduct; vergelijkbaar met het te realiseren Oude Rijn-aquaduct<br />

3.2.4. Capaciteit A4<br />

Op dit moment wordt door Rijkswaterstaat een studie uitgevoerd naar de capaciteits-<br />

uitbreiding A4 De Hoek – Prins Clausplein. Tevens worden op landelijk niveau thans de<br />

mogelijkheden van een Doorstroomroute nader bekeken (initiatiefstudie naar een<br />

Doorstroomroute A4 is geïnitieerd door onder andere de Hollandse Werkgevers-<br />

vereniging). In het kader van deze verkenning wordt ook de aanleg van vier rijbanen als<br />

mogelijke optie gezien, waarbij per rijrichting in beginsel twee rijstroken gereserveerd zijn<br />

voor zogenaamde betaalstroken.<br />

Een dergelijk toekomstvast wegprofiel is mogelijk en wenselijk in de te realiseren<br />

bakconstructie omdat de duurzaamheid van het <strong>W4</strong> plan hier mede afhankelijk van is. Het<br />

Ministerie van Verkeer en Waterstaat is bereid om een aanvullende investering te doen<br />

voor het op deze wijze “toekomstvast” aanleggen van de bakconstructie. Besluitvorming<br />

over de verdere verbreding van de A4 zoals hierboven benoemd staat in beginsel los van<br />

<strong>W4</strong>.<br />

3.3. Lokale verbindingen<br />

Zoals eerder gesteld bestaat een belangrijke doelstelling van <strong>W4</strong> uit het verbeteren en<br />

herstellen van dwarsverbindingen over en onder de A4. Daarnaast is parallel aan de A4<br />

een verbinding voorzien in Leiderdorp, verder parallelweg genoemd. In het volgende<br />

worden deze in het kort benoemd.<br />

- 33 -


3.3.1 Verbinding Meerburg - Roomburg<br />

De verbinding tussen Meerburg en Roomburg vormt een belangrijke nieuwe<br />

dwarsverbinding die een rol zal vervullen in de ontsluiting van de Meerburgerpolder en het<br />

bedrijventerrein de Grote Polder. In een verkeerskundige studie zal een uitwerking worden<br />

gemaakt van het verkeerskundige ontsluitingssysteem. De keuze zal dienen te worden<br />

gemaakt of deze verbinding als de hoofdontsluiting van Meerburg gaat functioneren of dat,<br />

aanvullend op het huidige <strong>W4</strong> plan, gekozen wordt voor een nieuwe ontsluiting in het<br />

verlengde van de afrit van de N11. Hiertoe zal nader verkeerskundig onderzoek verricht<br />

dienen te worden. In dat geval zal de dwarsverbinding als een OV- en langzaam<br />

verkeersontsluiting worden vormgegeven. In ieder geval dient vrachtverkeer vanuit<br />

bedrijventerrein Grote Polder ook in de toekomst via de N11 afgewikkeld te worden.<br />

3.3.2. Ericalaan<br />

De Ericalaan is een bestaande verbinding die door <strong>W4</strong> aan kwaliteit zal winnen; de<br />

donkere onderdoorgang onder de A4 wordt vervangen door een viaduct over de verdiepte<br />

A4. De Ericalaan zal een belangrijke ruimtelijke schakel vormen dwars op de A4. De<br />

voorziene parallelweg sluit ter hoogte van de huidige ijsbaan aan op de Ericalaan.<br />

3.3.3. Parallelweg – Leiderdorp<br />

De ge<strong>project</strong>eerde parallelweg loopt zo strak mogelijk langs de rijksweg en sluit aan de<br />

noordzijde aan op het - nieuw te bouwen – knooppunt met de A4, de N446 en de HSL-<br />

zuid. Aan de zuidzijde sluit deze aan op de lokale weg, de Mauritssingel.<br />

De functie van de parallelweg is een lokale en dient voor de afwikkeling van verkeer van en<br />

naar de Leiderdorpse bebouwing ten zuiden van de A4, waaronder de toekomstige<br />

woningbouwlocatie “Achter ’t Hofje” (ten behoeve van compensatie van te slopen<br />

woningen ten gevolge van de verbreding van de A4 in de Kerkwijk). Het ontlast de lokale<br />

wegen ten noorden de A4. Op dit moment zijn hier door de verkeersdruk grote verkeers-<br />

maar vooral leefbaarheidsproblemen. Los van <strong>W4</strong> zal deze druk alleen maar toenemen en<br />

met de ruimtelijke ontwikkelingen van <strong>W4</strong> komt de leefbaarheid in het Oude Dorp ernstig in<br />

het geding.<br />

In het verkeerscirculatieplan van de Gemeente Leiderdorp (IVVP) gaat de parallelweg<br />

fungeren als een randweg en deel uitmaken van een (zoveel mogelijk) te realiseren ring<br />

om Leiderdorp ter wering van doorgaand sluipverkeer door woongebieden.<br />

- 34 -


Profiel van mogelijke koppeling van A4 en Parallelweg<br />

(Bron: Gemeente Leiderdorp)<br />

Ter waarborging van het duurzame karakter van de groene kwaliteiten die in de<br />

Munnikenpolder zullen worden gerealiseerd zal de parallelweg zoveel mogelijk aan het<br />

tracé van de A4 worden gekoppeld. Gezien het gevoelige karakter van het gebied, dient de<br />

capaciteit van deze parallelweg beperkt te blijven tot lokaal verkeer. Daarnaast zal langs<br />

de weg geen sprake mogen zijn van de realisatie van bebouwing en substantiële<br />

verhardingen zoals een tankstation, parkeerplaatsen en dergelijke, behalve als deze<br />

noodzakelijk zijn voor het functioneren van de groene en recreatieve functies in de<br />

Munnikenpolder. De financiering van de parallelweg maakt geen deel uit van <strong>W4</strong>.<br />

- 35 -


3.4. Verbindingen voor fietsverkeer<br />

In het Voorontwerp Provinciale Fietspadenplan (PFP) zijn een aantal verbindingen in het<br />

plangebied als noodzakelijk betiteld ter completering van het regionale fietspadennetwerk<br />

en verkorting van fietsverbindingen voor zowel utilitair als recreatief fietsverkeer. <strong>W4</strong> biedt<br />

de gelegenheid om deze verbindingen te realiseren en als zodanig maken ze deel uit van<br />

het Masterplan.<br />

Een fietsverbinding parallel aan de A4 (F87) verbindt het noordelijke en zuidelijke deel van<br />

het plangebied en vormt de ontbrekende schakel in de fietsverbinding van Hoogmade naar<br />

Zoeterwoude. Een nieuwe onderdoorgang onder het spoor in Zoeterwoude is het<br />

belangrijkste onderdeel van deze nieuw te realiseren verbinding. De Oude Rijn wordt<br />

gekruist door een brug zoals reeds voorzien in het oude TB. In de Munnikenpolder kan de<br />

route samenvallen met de parallelweg.<br />

De tweede te realiseren regionale fietsverbinding, verbindt de Leidse regio met Alphen aan<br />

den Rijn via de Achthovenerpolder. De verbinding kruist de A4 ter hoogte van de<br />

Engelendaal middels een fietsbrug over de weg. Via een ophaalbrug wordt de Does<br />

gekruist. Ten oosten van de Does sluit het pad aan op het bestaande fietspad aan de<br />

Ruige Kade. In de toekomst zal de route doorgetrokken worden richting Alphen aan den<br />

Rijn, de tracering in de Achthovenerpolder dient nog nader te worden uitgewerkt.<br />

Fietspaden in <strong>W4</strong> plangebied<br />

- 36 -


3.5 Openbaar vervoer verbindingen<br />

De belangrijkste openbaar vervoerverbinding in het <strong>W4</strong> plangebied is de toekomstige Rijn-<br />

Gouwe lijn. Daarnaast zal door de aanleg en verbetering van de dwarsverbindingen een<br />

hertracering van bestaande buslijnen mogelijk zijn. Deze voorzieningen maken geen deel<br />

uit van de in dit Masterplan weergegeven afspraken en zullen in een nadere uitwerking aan<br />

de orde zijn.<br />

3.5.1. Lightrail verbinding Rijn-Gouwe lijn<br />

De Rijn Gouwe-lijn is een belangrijke nieuwe hoogwaardige schakel in het OV-netwerk in<br />

de oost-west as van de regio. Met de aanleg van deze verbinding wordt niet alleen een<br />

belangrijke bijdrage geleverd aan de verbetering van de bereikbaarheid van en<br />

leefbaarheid in het gebied, maar ook aan de versterking van de ruimtelijk-economische<br />

structuur van de regio.<br />

Voorgestelde tracering Rijn-Gouwe lijn<br />

De lijn maakt voor het oostelijk deel gebruik van de bestaande spoorinfrastructuur tussen<br />

Gouda, Alphen aan den Rijn en Leiden-Lammenschans. Voor het deel Leiden–<br />

Lammenschans naar Alphen aan den Rijn zal er sprake zijn van gezamenlijk gebruik van<br />

de infrastructuur met de treinverbinding Leiden – Utrecht.<br />

De ontwikkeling van de Rijn-Gouwe lijn biedt dus uitstekende kansen voor versterking van<br />

de ruimtelijk-economische structuur en draagvlak voor het openbaar vervoer.<br />

- 37 -


Primair geldt dit voor de keuze van locaties voor woningbouw, arbeidsintensieve<br />

werkgelegenheid en publiektrekkende voorzieningen. Bij voorkeur dient hierbij de<br />

aanwezige hoofdinfrastructuur van het openbaar vervoer als structurerend gegeven<br />

(‘drager’) te worden gebruikt.<br />

Naast een goede afstemming met bestaande ruimtelijke plannen, kan ook een link gelegd<br />

worden met mogelijk nieuw te ontwikkelen locaties. Nieuwe locaties die in dit verband van<br />

belang zijn betreffen zowel woningbouwlocaties als gebieden met economische betekenis,<br />

zowel op het gebied van herstructurering als nieuwe kansrijke locaties.<br />

Hier ligt een interessante uitdaging met betrekking tot de ruimtelijke<br />

ontwikkelingsmogelijkheden op de knoop Rijn-Gouwe lijn/A4. De ontwikkeling van<br />

Meerburg tot hoogwaardige werklocatie dient in dit licht te worden bezien.<br />

Met betrekking tot het beleidsdoel om, in samenhang met de aanleg van de Rijn-Gouwe<br />

lijn, de ruimtelijk-economische structuur van de regio te versterken, biedt ontwikkeling van<br />

de knoop A4/Rijn-Gouwe lijn uitstekende kansen.<br />

Bij de verdere uitwerking van het light-rail <strong>project</strong> Rijn-Gouwe lijn zal daarom rekening<br />

gehouden worden met de mogelijkheid om ter hoogte van de knoop A4/Rijn-Gouwe lijn een<br />

halte te realiseren.<br />

Deze halte zal mede dienen ter ontsluiting van de locatie Meerburg, het bestaande<br />

bedrijventerrein Roomburg en het westelijk deel van het bestaande bedrijventerrein de<br />

Grote Polder.<br />

Wat betreft de ontsluiting van het bestaande bedrijventerrein Grote Polder is ook een halte<br />

voorzien ter hoogte van de Burgemeester Smeetslaan.<br />

De Rijn-Gouwe lijn is in het nieuwe MIT 2001-2005 opgenomen in de planstudietabel. In<br />

het MIT zijn tevens financiële middelen voor de realisatie van het oostelijk deel van de Rijn-<br />

Gouwe lijn gereserveerd.<br />

De besluitvorming rondom de Rijn-Gouwe lijn en een eventueel te realiseren Transferium<br />

staat los van het <strong>W4</strong> plan. De realisatie en de exploitatie van de Rijn-Gouwe lijn maakt<br />

geen onderdeel uit van de afspraken die in het kader van <strong>W4</strong> tussen partijen worden<br />

gemaakt.<br />

3.5.2 Busverbindingen<br />

Ten aanzien van de mogelijkheden voor de hertracering van bestaande buslijnen in het<br />

gebied zal eerst in een verdere planuitwerking nadere planvorming plaatsvinden. Hierin is<br />

met name de structurele verbetering van de verbindingen dwars op de A4 en de<br />

ontwikkeling van de verschillende deellocaties in het <strong>W4</strong> plangebied van belang. De<br />

nieuwe dwarsas tussen Roomburg en Meerburg biedt mogelijkheden tot een efficiënte<br />

ontsluiting van het bedrijventerrein Grote Polder richting de Leidse regio.<br />

- 38 -


3.6 Vaarverbindingen<br />

Het viaduct over de Dwarswatering wordt verhoogd tot een vrije doorvaarthoogte van 2,5<br />

meter. Hierdoor wordt voldaan aan de eis voor een motorbootroute van de categorie DM,<br />

zoals beoogd in de Beleidsvisie Recreatietoervaart Nederland 2000. Het streven van de<br />

Gemeente Leiderdorp is om op termijn alle bruggen in de Dwarswatering hieraan te laten<br />

voldoen. Dit is een eerste stap in het vergroten van de toegankelijkheid van enerzijds het<br />

Groene Hart en anderzijds het plassengebied (Kagerplassen e.o.) voor watersporters.<br />

- 39 -


3.7. Inpassing<br />

“Inpassing“ is de term voor de wijze waarop de A4 en de omgeving op elkaar worden<br />

afgestemd en voor de maatregelen die genomen dienen te worden om de overlast van de<br />

weg binnen de wettelijk gestelde grenzen te houden. Belangrijkste wettelijke kaders zijn de<br />

Wet Geluidshinder en de Tracéwet. Daarnaast betreft het zogenaamde compenserende<br />

maatregelen die betrekking hebben op het vervangen van zaken die voor de aanpassing<br />

van de weg dienen te wijken zoals groen en oppervlaktewater, maar ook te slopen<br />

woningen en bedrijven. Belangrijkste zaken aangaande de inpassing die in dit kader in het<br />

volgende worden benoemd zijn de geluidsschermen en de randvoorwaarden die<br />

voortkomen uit waarborging van de luchtkwaliteit.<br />

3.7.1. Landschappelijke inpassing / compensatie<br />

Ten aanzien van de inpassings- en compensatiemaatregelen zal de planvorming van de<br />

deelgebieden en van de rijksweg in nauw overleg worden afgestemd tussen de betrokken<br />

partijen. Verschillende wettelijke inpassingsmaatregelen die Rijkswaterstaat dient te<br />

nemen, zoals herplantingsplicht van gekapte bomen en watercompensatie ten aanzien van<br />

de vergroting van het verharde oppervlak, zullen in het kader van de integrale<br />

gebiedsontwikkeling door Gemeenten worden overgenomen. Hierdoor kunnen<br />

efficiëntievoordelen worden bereikt. Dit weerspiegelt tevens de integrale aanpak van <strong>W4</strong>.<br />

Nadere afspraken hierover zullen in het vervolgtraject worden gemaakt. Insteek van deze<br />

afspraken zal zijn dat waar mogelijk de landschappelijke inpassing van de weg integraal<br />

binnen de gebiedsontwikkeling van de naast gelegen deellocaties wordt gerealiseerd.<br />

De oppervlakte van te compenseren oppervlaktewater en het aantal te compenseren<br />

bomen zal door Rijkswaterstaat worden aangegeven.<br />

3.7.2. Geluidsmaatregelen<br />

De geluidsmaatregelen langs de weg kunnen onderscheiden worden in drie verschillende<br />

soorten geluidswering, te weten: horizontale schermen, verticale schermen en<br />

geluidswerende bebouwing. Deels zullen de geluidsmaatregelen door Gemeenten worden<br />

genomen in het kader van de integrale gebiedsontwikkeling.<br />

Impressie horizontale geluidsschermen<br />

- 40 -


3.7.2.1. Horizontale geluidsschermen<br />

De oplossing voor de geluidsoverlast van het verkeer op de A4 wordt gezocht in<br />

horizontale schermen. De keuze voor horizontale schermen is ingeven door de wens om<br />

de visuele barrièrewerking van de A4 te minimaliseren, in het ingetrokken Tracébesluit<br />

waren tot elf meter hoge schermen bij de wijk Roomburg voorzien.<br />

Boven de tunnelbak zullen aldus tussen de twee dwarsverbindingen aan weerszijden van<br />

de Oude Rijn horizontale schermen worden geplaatst die maximaal 1,5 meter boven<br />

maaiveld uitsteken. Deze schermen dekken de A4 af aan zowel de oostzijde als aan de<br />

westzijde.<br />

Horizontale schermen over Utrechtsebaan<br />

De vormgeving van de geluidsschermen is<br />

nog niet vastgesteld. De breedte is afhankelijk<br />

van vrij gecompliceerde geluidsberekeningen<br />

en optimalisaties in het tunnelbakontwerp en<br />

de omliggende bebouwing. Op basis van een<br />

globaal milieu-onderzoek verricht door TNO op<br />

basis van de wegtracering volgens <strong>W4</strong>, zullen<br />

de horizontale schermen een lengte dienen te<br />

hebben van circa 12 meter.<br />

Gemeenten onderschrijven het uitgangspunt van Rijkswaterstaat dat de schermen “sober<br />

en doelmatig” zullen worden ontworpen. Echter binnen deze uitgangspunten zal door<br />

partijen naar een optimaal ontwerp worden gestreefd. Juist de integrale aanpak biedt<br />

kansen tot extra kwaliteit. Zelfs de uitbreidingen van de oppervlakte van de<br />

geluidsschermen zou in het ontwerp aandacht moeten krijgen (toekomstvast ontwerp). In<br />

dit kader zou gestreefd dienen te worden naar een maximalisatie van het schermoppervlak<br />

met als uiterste consequentie het “dichtleggen” van de weg; dit is overigens binnen de <strong>W4</strong><br />

plannen niet aan de orde. Tevens ontbreekt hiervoor wettelijk kader in verband met de<br />

regelgeving aangaande externe veiligheid (brand en explosiegevaar).<br />

3.7.2.2. Verticale geluidsschermen<br />

Zuidelijk van de dwarsverbinding Roomburg - Meerburg en noordelijk van de<br />

dwarsverbinding Ericalaan zullen de geluidsschermen “omklappen” van horizontale naar<br />

verticale positie. Dit plotselinge omklapmoment komt voort uit de eigenschappen van<br />

geluid: een geleidelijke overgang van horizontaal naar verticaal zou niet voldoende<br />

geluidswering garanderen. De hoogte van de geluidsschermen zal ter hoogte van De<br />

Plantage en Kalkhaven acht meter bedragen. Ter hoogte van de Leidse wijk Roomburg zal<br />

de hoogte conform het “oude” Tracébesluit zijn.<br />

- 41 -


3.7.2.3. Geluidswerende bebouwing<br />

Langs het wegtracé zijn er enkele mogelijkheden voor geluidswerende bebouwing. Daar<br />

waar de noodzaak van verticale geluidsschermen kan worden gecombineerd met de<br />

realisatie van functionele bebouwing kan ontwerp afstemming plaatsvinden. De mogelijke<br />

locaties zijn:<br />

- Langs de Willem van der Madeweg in Leiden, in verband met het verkeer op deze weg.<br />

- Langs de Stadhouderslaan in Zoeterwoude bij de ontwikkeling van de voormalige afrit.<br />

- Langs de Simon Smitweg in Leiderdorp.<br />

- Ter hoogte van de Kalkhaven en de Plantage te Leiderdorp.<br />

In de verdere planuitwerking zal voor elke potentiële locatie de vorm en functie van de<br />

geluidswerende bebouwing worden bepaald. Te denken valt hierbij aan bedrijven,<br />

bedrijfswoningen en kantoorfuncties, al naar gelang de ligging aan het wegtracé.<br />

Geluidswerende bebouwing heeft als voordeel dat visueel onaantrekkelijke, ééntonige,<br />

geluidsschermen kunnen worden vermeden. Betrokken Gemeenten zullen in overleg met<br />

Rijkswaterstaat de geluidswerende bebouwing zodanig vormgeven dat deze op de langere<br />

termijn kan worden gewijzigd ten aanzien van mogelijke verdere verbreding van de A4;<br />

tevens zullen Gemeenten erop toezien dat de geluidswerende functie gehandhaafd blijft<br />

ten aanzien van eventuele sloop van de bebouwing in de (verre) toekomst.<br />

3.7.3. Luchtkwaliteit<br />

Luchtkwaliteit is een belangrijk aandachtspunt in relatie tot nieuwbouw langs rijkswegen.<br />

Enerzijds worden auto’s steeds minder vervuilend, maar anderzijds wordt de<br />

verkeersintensiteit op de wegen steeds groter. Dit zorgt ervoor dat blijvend de nodige<br />

aandacht moet worden besteed aan het voorkomen van negatieve gezondheidseffecten<br />

door uitstoot van schadelijke gassen van het wegverkeer. De luchtkwaliteit wordt bepaald<br />

door de intensiteit en soort verkeer, de afstand tot de bron van de vervuiling en de<br />

windrichting en windkracht op basis van het lokale jaargemiddelde. Daarnaast speelt ook<br />

het verschil tussen rijdend en stilstaand verkeer een rol.<br />

De in het kader van de Wet Milieubeheer genomen Besluiten Luchtkwaliteit geven aan, dat<br />

Overheden bij de uitoefening van hun bevoegdheden “de jaarlijkse grenswaarden voor de<br />

luchtkwaliteit in acht nemen”. De Provincie Zuid-Holland geeft hier invulling aan door bij het<br />

toetsen van bestemmingsplannen onderscheid te maken tussen gevoelige en niet-<br />

gevoelige bestemmingen, waarbij vervolgens de beleidslijn wordt gevolgd om goedkeuring<br />

te onthouden aan plannen met gevoelige bestemmingen in zones waar ook in de toekomst<br />

de grenswaarden zullen worden overschreden. Het bovenstaande heeft betrekking op<br />

zogenaamde nieuwe situaties. Voor het oplossen van bestaande situaties verkent VROM,<br />

in samenspraak met V&W, de mogelijkheden van een fonds.<br />

In het kader van het <strong>W4</strong> plan is in opdracht van Rijkswaterstaat door TNO een verkennend<br />

onderzoek verricht naar de ruimtelijke randvoorwaarden die voortvloeien uit de eisen<br />

- 42 -


aangaande de luchtkwaliteit. Voorlopig resultaat is, dat als uitgangspunt een zone van 80<br />

tot 150 meter vanaf de wegas in acht wordt genomen (afhankelijk van de locatie). Binnen<br />

deze zone mogen geen nieuwe luchtgevoelige bestemmingen zoals woningen en<br />

openlucht sportaccommodaties worden gerealiseerd (zie handreiking “Luchtkwaliteit en<br />

Ruimtelijke Ordening” als uitwerking van de Nota Planbeoordeling).<br />

In het kader van het Ontwerp Tracébesluit wordt overwogen een aanvullend windtunnel<br />

onderzoek door TNO te laten uitvoeren. Mocht er vervolgens op basis van de resultaten<br />

van dit onderzoek een andere zone noodzakelijk zijn, dan zullen de plannen daarop<br />

aangepast worden.<br />

3.7.4. Externe veiligheid<br />

Rond drukke snelwegen met vervoer van gevaarlijke stoffen mogen uit het oogpunt van<br />

veiligheid het individueel risiconiveau en groepsrisiconiveau niet worden overschreden. In<br />

de MER zijn voor het plangebied beide contouren vastgesteld.<br />

Bij planning van bebouwing zal hiermee rekening moeten worden gehouden, in die zin dat<br />

binnen de individuele risicocontour geen nieuwe kwetsbare bestemmingen mogen worden<br />

gerealiseerd (toetswaarde) en binnen de groepsrisicocontour de dichtheid van de<br />

bebouwing is gelimiteerd (oriënterende waarde).<br />

- 43 -


4. Tijdpad<br />

4.1. Inleiding<br />

De planning is op te delen in de korte en lange termijn. De korte termijn heeft betrekking op<br />

de bestuurlijke besluitvorming rond de realisatie van het <strong>W4</strong> <strong>project</strong> en die onderdelen<br />

binnen het <strong>W4</strong> <strong>project</strong> welke door invloeden van buiten op korte termijn, vanaf januari<br />

2001, ter hand genomen moeten worden. De lange termijn heeft betrekking op de<br />

planuitwerking, procedures en realisatie van alle overige planonderdelen.<br />

Gezien de <strong>project</strong>duur van circa tien jaar zal een periodieke bijstelling van deze planning<br />

en een detailplanning per activiteit cruciaal zijn voor een voorspoedige en succesvolle<br />

realisatie.<br />

4.2. Korte termijn planning<br />

Op 11 december 2000 heeft de Stuurgroep <strong>W4</strong> ingestemd met het financieringsvoorstel<br />

van de meerkosten en de hoofdlijnen van de samenwerking op basis waarvan de <strong>W4</strong><br />

samenwerkingsovereenkomst zal worden uitgewerkt. Dit heeft de basis geschapen voor de<br />

volgende activiteiten:<br />

4.2.1. Besluitvorming <strong>W4</strong><br />

- Instemming deelnemers Stuurgroep <strong>W4</strong> met:<br />

• Masterplan <strong>W4</strong>.<br />

• Contractuele hoofdlijnen.<br />

• Financieringsvorm inclusief fondsvorming: 11 december 2000<br />

- Opstellen samenwerkingsovereenkomst <strong>W4</strong><br />

Uiterlijk gereed 1 maart 2001<br />

- Goedkeuring en ondertekening samenwerkingsovereenkomst <strong>W4</strong><br />

Collegebesluiten (zowel Provincie als Gemeenten) uiterlijk<br />

Ter visie leggen Ontwerp Masterplan<br />

Beoordeling PPC van planologische uitgangspunten<br />

Besluit Provinciale Staten uiterlijk<br />

Raadsbesluiten Gemeenten uiterlijk<br />

Ondertekening (omstreeks) 1 mei 2001<br />

4.2.2. Planuitwerkingen<br />

- Ontwerp Tracébesluit - RWS<br />

Na overeenstemming over het <strong>W4</strong> <strong>project</strong> zal Rijkswaterstaat zo spoedig mogelijk de<br />

voorbereidingen treffen om het nieuwe Ontwerp Tracébesluit voor te bereiden. Hiervoor<br />

zullen naast de normale procedures mogelijk ook enkele detailuitwerkingen moeten<br />

plaatsvinden. Het streven is om omstreeks oktober 2001 het OTB ter inzage te leggen.<br />

- 44 -


- Stadhouderslaan - Zoeterwoude<br />

Toen met het <strong>W4</strong> <strong>project</strong> werd aangevangen was er reeds sprake van een ontwikkeling<br />

van circa 70 woningen op een voormalige tuinderij aan de Stadhouderslaan. De<br />

betreffende ontwikkelaar en tevens grondeigenaar, heeft zich vroegtijdig bereid<br />

verklaard de ontwikkelingen van het <strong>W4</strong> <strong>project</strong> af te wachten. Nu de haalbaarheid is<br />

aangetoond is het gewenst deze ontwikkeling zo spoedig mogelijk in gang te zetten. Er<br />

zal echter sprake zijn van een integrale ontwikkeling in combinatie met de voormalige<br />

afrit van de A4 (huidige zoutopslag RWS), de Stadhouderslaan en de locatie direct aan<br />

de Oude Rijn. Voor deze integrale ontwikkeling zal een stedenbouwkundige uitwerking<br />

spoedig ter hand genomen moeten worden en een inventarisatie van mogelijkheden,<br />

mede gezien de bouw van de verdiept aangelegde A4.<br />

- Simon Smitweg - Leiderdorp<br />

Bij de locatie Simon Smitweg zijn enkele actuele ontwikkelingen gaande. Yamanouchi<br />

gaat een nieuw hoofdkantoor bouwen (reeds instemming van de PPC), het ziekenhuis<br />

gaat nieuw bouwen en ook bij de Meubelboulevard zijn reeds lange tijd wensen tot<br />

uitbreiding. Hier is een adequate parkeeroplossing cruciaal. Een spoedige inventarisatie<br />

van wensen, eisen, kansen en bedreigingen is hier noodzakelijk voor de ontwikkeling<br />

van een integrale stedenbouwkundige visie en planuitwerking.<br />

- Bospoort - Leiderdorp<br />

De locatie Bospoort kan pas in zijn geheel in ontwikkeling komen nadat de nieuwe<br />

aansluiting van de N446 en de omlegging van de Persant Snoepweg zijn gerealiseerd.<br />

Echter één van de grondeigenaren op deze locatie wenst op korte termijn duidelijkheid<br />

over de mogelijkheden met zijn grond. Hiervoor heeft de eigenaar concrete voorstellen.<br />

Ook hier is de integrale visie noodzakelijk om te beoordelen of deze wensen ook<br />

passen in de nieuwe kenmerken van deze locatie als entree van de Gemeente<br />

Leiderdorp.<br />

- Wet voorkeursrecht Gemeenten<br />

Voor sommige delen binnen het exploitatiegebied <strong>W4</strong> is de Wet voorkeursrecht van<br />

kracht. Aan deze Wet zijn specifieke vereisten verbonden met betrekking tot termijnen<br />

ten aanzien van planvorming e.d. Ook hier geldt dat op korte termijn duidelijk moet zijn<br />

op welke wijze dit voorkeursrecht geëffectueerd kan of zal worden.<br />

- 45 -


4.3. Lange termijn<br />

Verbreding Rijksweg<br />

Voor alle onderdelen van het <strong>W4</strong> <strong>project</strong> staat in het onderstaande schema het verwachte<br />

moment van realisatie. Op basis van deze realisatiemomenten is de financiering van het<br />

<strong>W4</strong> <strong>project</strong> afgestemd (hoofdstuk 5).<br />

De genoemde ontwikkelingstermijnen en data zijn indicatief. Afhankelijk van<br />

voortschrijdend inzicht en planontwikkeling kan hier van afgeweken worden. De termijnen<br />

zoals aangegeven omvatten het allereerste moment van werkzaamheden (bijvoorbeeld<br />

bomen rooien) tot en met de laatste hand die aan een locatie gelegd wordt (bijvoorbeeld<br />

bestrating).<br />

Werkzaamheden Rijksweg<br />

Locatieontwikkeling<br />

Roomburg<br />

- Woningbouw<br />

Meerburg<br />

- Woningbouw noordzijde<br />

- Reconstructie voetbalvelden<br />

- Kantoorlocatie<br />

De Plantage<br />

- Verplaatsen tennispark<br />

- Woningbouw<br />

Kalkhaven / Kleine zandput<br />

- Sportvoorzieningen<br />

- Woningbouw<br />

Vierzicht<br />

- Bedrijfsontwikkeling<br />

Bospoort<br />

- Reconstructie N446<br />

- Bedrijfsontwikkeling<br />

2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011<br />

- 46 -


5. Financieel<br />

5.1. Inleiding<br />

De financiële aspecten van het plan hebben van partijen zeer veel aandacht gehad. Op<br />

basis van de principes zoals neergelegd in de eerste quick-scan hebben alle partijen<br />

kosten, opbrengsten c.q. investeringsbudgetten in beeld gebracht. De Provincie heeft een<br />

belangrijke bemiddelende rol vervuld vanuit enerzijds haar taak als financieel<br />

toezichthoudster van Gemeenten en anderzijds door de kostenraming van Rijkswaterstaat<br />

van een second opinion te voorzien. In de volgende paragrafen wordt de opbouw van de<br />

financiering op hoofdlijnen benoemd, onderliggende stukken zijn de planeconomische<br />

doorrekeningen van de ontwikkelingslocaties en de <strong>project</strong>ramingen van Rijkswaterstaat.<br />

Alle onderstaande bedragen hebben prijspeil mei 2000. Voor de indexering van de<br />

betreffende bedragen zijn tussen partijen éénduidige afspraken gemaakt.<br />

5.2. Meerkosten verbeterde inpassing<br />

Rijkswaterstaat heeft de kosten voor realisatie van het gecorrigeerde, ingetrokken<br />

Tracébesluit afgezet tegen de kosten voor verbeterde inpassing van de A4. Het verschil<br />

tussen deze twee is benoemd als de meerkosten welke binnen het <strong>W4</strong> <strong>project</strong> gefinancierd<br />

dienen te worden.<br />

Binnen deze meerkosten zijn alle volgende onderdelen vervat:<br />

- Langere verdiepte bakconstructie aan weerszijden van de Oude Rijn, in totaal een circa<br />

700 meter langere bakconstructie.<br />

- Langere horizontale geluidsschermen aan weerszijden van de Oude Rijn.<br />

- Twee viaducten ter plaatse van de primaire dwarsverbindingen.<br />

- Een hoger viaduct over de Dwarswatering.<br />

De Provincie heeft de meerkostencalculatie voor deze voorzieningen gecontroleerd en is<br />

tezamen met Rijkswaterstaat tot de conclusie gekomen dat de meerkosten ƒ 174 miljoen<br />

bedragen, prijspeil mei 2000.<br />

Gezien het feit dat deze kosten bovenop de reeds door Rijkswaterstaat te investeren<br />

budgetten komen zijn partijen overeengekomen dat deze meerkosten gecompenseerd<br />

dienen te worden. Betalingsmoment is vastgesteld op het midden van de realisatieperiode<br />

van de A4, 1 december 2008. De kosten van de A4 zullen tot het moment van betaling<br />

worden geïndexeerd met een vast percentage van 2%.<br />

5.3. Financiering<br />

In de volgende paragrafen worden de verschillende elementen van de financiering van de<br />

meerkosten kort benoemd. Deze elementen resulteren tezamen in een sluitende<br />

financiering van de meerkosten van <strong>W4</strong>.<br />

- 47 -


5.3.1. Grondwaarde stijging<br />

Een belangrijke financieringsbron is de activering van de waardevermeerdering van de<br />

grond langs het wegtracé, welke ontstaat door een betere inpassing en de ruimtelijke<br />

kansen die gecreëerd worden. Hiertoe zijn planeconomische berekeningen gemaakt op<br />

basis van het ruimtelijke concept en de kenmerken van de <strong>W4</strong> locaties (hoofdstuk 2). De<br />

Provincie heeft de uitgangspunten getoetst en op punten bijgesteld. Deze gewijzigde<br />

uitgangspunten zijn in de uiteindelijke haalbaarheidsberekeningen opgenomen.<br />

De geraamde opbrengsten zijn mede mogelijk doordat alle betrokken partijen de<br />

noodzakelijke gronden beschikbaar stellen aan het <strong>W4</strong> <strong>project</strong>. Alle voor de realisatie van<br />

de weg benodigde terreinen komen ter beschikking van Rijkswaterstaat terwijl alle direct<br />

naast de A4 gelegen gronden en de voor realisatie van de <strong>W4</strong> locaties benodigde gronden<br />

ter beschikking komen aan de betreffende Gemeenten. Op deze wijze is een grondruil “met<br />

gesloten beurzen” mogelijk.<br />

5.3.2. Planoptimalisatie Roomburg<br />

Naast de inhoudelijke aanpassing van de bouwplannen nabij de A4 treedt er tevens een<br />

planoptimalisatie op in de exploitatie van Roomburg. In de meerkosten van <strong>W4</strong> is de<br />

realisatie van de volledige geluidswerende voorzieningen opgenomen. Ook zal de<br />

kwalitatief hoogwaardige inpassing van de A4 een waardestijging tot gevolg hebben met<br />

betrekking tot de woningen in Roomburg. Deze planoptimalisaties stelt de Gemeente<br />

Leiden beschikbaar aan de financiering van het <strong>W4</strong> <strong>project</strong>.<br />

5.3.3. Herinvesteren leges<br />

Zowel de Gemeente Leiden als Leiderdorp zullen de leges welke zij ontvangen van<br />

Rijkswaterstaat bij afgifte van de bouwvergunningen c.a., volledig beschikbaar stellen aan<br />

de financiering van het <strong>W4</strong> <strong>project</strong>.<br />

5.3.4. Algemene bijdragen<br />

Een aantal <strong>W4</strong> partijen is bereid om een algemene bijdrage beschikbaar te stellen aan de<br />

realisatie van het <strong>W4</strong> <strong>project</strong>. De bijdragen zullen in de samenwerkingsovereenkomst<br />

nader gespecificeerd worden ten aanzien van omvang, betalingsmoment en indexering.<br />

5.4 Het <strong>W4</strong> fonds<br />

Gemeenten en Provincie zullen gezamenlijk het <strong>W4</strong> fonds in het leven roepen waarin de<br />

bijdragen door partijen gestort zullen worden op het moment dat deze beschikbaar komen.<br />

Dit fonds zal rentedragend zijn. De ontvangen rentewinsten zullen ter financiering van de<br />

meerkosten worden ingezet. Indien dit fonds een batig saldo oplevert zullen deze extra<br />

gelden ingezet worden in het plangebied <strong>W4</strong>. Enerzijds voor gezamenlijk onderkende<br />

tegenvallers, anderzijds voor verhoging van de plankwaliteit.<br />

- 48 -


Bij dit laatste valt onder andere te denken aan de financiering van de parallelweg in de<br />

5.5. Risico's<br />

Munnikenpolder en de openbaar vervoer verbindingen binnen het plangebied. De<br />

besluitvorming hieromtrent zal aan alle deelnemers in het fonds worden voorgelegd.<br />

Besluitvorming zal plaatsvinden op basis van algemene stemmen. V&W en VROM zullen<br />

niet deelnemen in het fonds, maar stellen hun bijdragen beschikbaar aan het fonds.<br />

De realisatierisico’s in het plan zullen in de door partijen te sluiten<br />

samenwerkingsovereenkomst worden benoemd voor zover deze door partijen reeds zijn<br />

geïdentificeerd. Tevens zal een regeling worden uitgewerkt die berust op het samen-<br />

werkingsprincipe waarop <strong>W4</strong> is gebaseerd: in overleg zal worden bepaald hoe om te gaan<br />

met mee- en tegenvallers gedurende de realisatie.<br />

Belangrijk aspect om in deze paragraaf wel te benoemen is dat Rijkswaterstaat de<br />

aanbestedings- en uitvoeringsrisico’s die gepaard gaan met de verbreding van de A4<br />

draagt. De andere <strong>W4</strong> partijen zullen hierin geen risicodragende rol aannemen.<br />

Met betrekking tot eventuele bodemvervuiling respectievelijk noodzakelijke bodemsanering<br />

zal nadere inventarisatie in de planuitwerking plaatsvinden. Voor de realisatie van de<br />

inpassing van de A4 blijft eventuele bodemsanering de verantwoordelijkheid van<br />

Rijkswaterstaat; dat zou het ook geweest zijn indien er geen <strong>W4</strong> <strong>project</strong> zou zijn geweest.<br />

Voor alle ontwikkelingslocaties heeft de Provincie een inventarisatie gemaakt van bekende<br />

gegevens; de locatie Kleine Zandput in Leiderdorp is in het plangebied de belangrijkste<br />

verontreinigde locatie. Echter uit eerder onderzoek is reeds gebleken dat er geen gevaar is<br />

voor verspreiding van de verontreiniging. De verwachting is dat dit ook niet het geval zal<br />

zijn als de Kleine Zandput intensiever bebouwd en gebruikt zal gaan worden.<br />

Indien in de verdere planuitwerkingsfase blijkt dat er binnen de ontwikkelingslocaties<br />

bodemvervuiling aanwezig is, dan zal in eerste instantie gekeken worden of hiervoor door<br />

middel van aanpassing van de plannen een oplossing kan worden gevonden. Zo niet dan<br />

zullen partijen gezamenlijk overleggen hoe hier mee om te gaan.<br />

- 49 -


6. Organisatie/procedures<br />

6.1. Samenwerking<br />

De samenwerking tussen de <strong>W4</strong> partijen zal neergelegd worden in een<br />

samenwerkingsovereenkomst die gesloten zal worden tussen het Rijk (Verkeer &<br />

Waterstaat en VROM), Provincie Zuid-Holland en de drie Gemeenten. In de overeenkomst<br />

wordt de samenwerking geregeld en worden afspraken vastgelegd over de verdeling van<br />

taken en verantwoordelijkheden. Tevens wordt in deze overeenkomst de hoogte en het<br />

betalingsmoment van de financiële bijdragen van partijen aan de meerkosten van de<br />

verbeterde inpassing van de A4 vastgelegd. De samenwerkingsovereenkomst is voor<br />

Rijkswaterstaat de noodzakelijke basis voor de realisatie van de weg.<br />

Ten behoeve van regulier overleg tussen partijen zal de Stuurgroep <strong>W4</strong> na het sluiten van<br />

de <strong>W4</strong> overeenkomst worden “omgezet” in een begeleidingscommissie <strong>W4</strong>.<br />

In de uitwerking zal Rijkswaterstaat zich richten op de realisatie van de weg. De inpassing<br />

van deze weg (watercompensatie, Boswet, geluidswering, etc.), zal in samenhang met de<br />

Gemeentelijke plannen worden gerealiseerd, zodat een optimale afstemming ontstaat.<br />

Hiertoe zullen in het vervolgtraject overlegstructuren worden opgezet in het kader van <strong>W4</strong>.<br />

Gemeenten zullen gezamenlijk een overlegplatform oprichten dat als aanspreekpunt voor<br />

Rijkswaterstaat zal dienen. Hierdoor zal de integraliteit van de planvorming beter bewaakt<br />

kunnen worden. Voor Rijkswaterstaat betekent het een vereenvoudiging van het<br />

overlegtraject.<br />

Ten aanzien van de locatie-ontwikkeling zullen Gemeenten ieder voor zich, maar op basis<br />

van de uitgangspunten in dit Masterplan, de verschillende gebiedslocaties ontwikkelen.<br />

Voor de uitwerking van een stedenbouwkundig plan heeft het de voorkeur één deskundige<br />

in te schakelen.<br />

De Provincie zal vanuit haar toezichthoudende taak een coördinerende rol vervullen en ziet<br />

het plangebied vanuit een groter perspectief. Voortzetting van de Stuurgroep <strong>W4</strong> is<br />

wenselijk ten behoeve van regulier bestuurlijk overleg tussen partijen.<br />

6.2. Inspraak en publieksinformatie<br />

Dit Masterplan geeft de hoofdlijnen aan voor de verdere ruimtelijke planvorming. In de<br />

hierop volgende fasen zal dit leiden tot uitgewerkte gebiedsplannen, waarvoor<br />

planologische procedures zullen worden doorlopen. Deze zullen openstaan voor inspraak<br />

en het kenbaar maken van zienswijzen.<br />

- 50 -


Gedurende de planuitwerking zal door partijen op een actieve wijze met de betrokkenen<br />

worden gecommuniceerd. Enerzijds door Rijkswaterstaat in het kader van de verbreding<br />

van de weg, anderzijds door de Gemeenten in het kader van de verdere planuitwerking.<br />

Partijen zullen hierbij zoveel mogelijk gezamenlijk optrekken en elkaar vanuit de <strong>W4</strong> visie<br />

ondersteunen. Nader bezien zal worden in hoeverre hiervoor een gezamenlijke<br />

communicatiestrategie respectievelijk –organisatie zal worden ontwikkeld.<br />

6.3. Besluitvorming/procedures<br />

Zoals eerder werd gesteld dient dit Masterplan in eerste instantie door alle betrokken<br />

partijen goedgekeurd te worden inclusief bijbehorende financieringsopzet. Daarna zullen<br />

de volgende besluitvormingsprocedures doorlopen moeten worden.<br />

- Tracéwet procedure<br />

Op basis van de (ruimtelijke) uitgangspunten van dit Masterplan zal Rijkswaterstaat een<br />

nieuw Ontwerp Tracébesluit vervaardigen dat naar verwachting in september / oktober<br />

2001 ter visie zal worden gelegd.<br />

- Streekplan<br />

De Provincie zal op basis van de uitkomsten van het <strong>W4</strong> plan het Streekplan Zuid-<br />

Holland West dienen aan te passen.<br />

- Bestemmingsplannen<br />

Op basis van dit Masterplan zullen door de Gemeenten, in samenhang,<br />

stedenbouwkundige ontwerpen voor de deelgebieden in het plangebied worden<br />

vervaardigd. Deze ontwerpen zullen in bestemmingsplannen dienen te worden<br />

vastgelegd. De Gemeenten zullen ieder voor zich de planologisch procedures dienen te<br />

doorlopen om tot deze bestemmingsplannen te komen.<br />

- 51 -


Tot besluit<br />

Dit Masterplan is een momentopname in een proces dat nog slechts aan het begin staat<br />

van een lang traject. In hoofdlijnen is hier uiteengezet hoe partijen de verbeterde inpassing<br />

gezamenlijk denken aan te pakken. Veel zaken zijn echter nog open of zullen in aparte<br />

(deel)trajecten dienen te worden geregeld.<br />

In de komende maanden zal publieke besluitvorming dienen plaats te vinden aangaande<br />

dit Masterplan en de samenwerkingsovereenkomst die partijen voornemens zijn aan te<br />

gaan. De vertaling van de uitgangspunten in formele juridisch-planologische<br />

plandocumenten zoals Tracébesluit en bestemmingsplannen zal de nodige tijd in beslag<br />

nemen. Ook de bewoners en bedrijven in het plangebied zullen nog hun invloed hebben op<br />

de plannen.<br />

Door echter een gezamenlijke visie op te stellen hebben de zes publieke partijen een<br />

richting bepaald die het nu mogelijk maakt beslissende voortgang te boeken in een proces<br />

dat in het verleden in tegengestelde wensen en belangen leek te verzanden. Dit zal alsdan<br />

de verwerkelijking zijn van de intentie die de initiële <strong>W4</strong> partijen aan het begin van het<br />

proces met elkaar hebben uitgesproken.<br />

Onderstaande leden van de Stuurgroep <strong>W4</strong> hebben hun bijdrage geleverd aan het<br />

Masterplan <strong>W4</strong> en hopen allen dat de samenwerking tussen partijen leidt tot succesvolle<br />

realisatie van het <strong>W4</strong> plan.<br />

Gemeente Leiden de heer R. Hillebrand (Wethouder).<br />

Gemeente Leiderdorp de heer V. Molkenboer (Wethouder).<br />

Gemeente Zoeterwoude de heer J. Stuijt (Wethouder).<br />

Provincie Zuid-Holland de heer M. Norder (Gedeputeerde Verkeer en Vervoer,<br />

tevens voorzitter Stuurgroep).<br />

Rijkswaterstaat de heer J. de Bont (Directeur Realisatie Werken,<br />

Rijkswaterstaat, Directie Zuid-Holland).<br />

Ministerie van VROM de heer H. de Loor (Inspecteur Ruimtelijke Ordening IRO<br />

Voorburg, 12 februari 2001<br />

West).<br />

- 52 -


Selectie geraadpleegde literatuur<br />

- Oostflank Leidse Regio (Projectgroep Oostflank Leidse Regio d.d. april 1999).<br />

- AReA- notitie d.d. september 2000.<br />

- De bandbreedte van de Oostflank van de Leidse Regio, Projectgroep Oostflank Leidse<br />

Regio d.d. december 1998).<br />

- Ambities bundelen; advies over de inpassing van infrastructuur (Raad voor Verkeer en<br />

Waterstaat d.d. september 1998).<br />

- Vervoerregio Rijn- en Bollenstreek; Regionaal Verkeers- en Vervoersplan d.d. 1 maart<br />

1996.<br />

- Corridors in balans; van ongeplande corridorvorming naar geplande<br />

corridorontwikkeling (advies VROM-raad d.d. januari 1999).<br />

- De ruimte van Nederland; Startnota Ruimtelijke Ordening 1999.<br />

- Nota Planbeoordeling Provincie Zuid-Holland d.d. 1999.<br />

- Duurzaam en Gedurfd; Collegeprogramma 1999 – 2003 GS d.d. april 1999.<br />

- Beleidsvisie Wonen Leidse Regio (Companen, d.d. januari 2000).<br />

- Voorontwerp Fietsplan 2000 Provincie Zuid-Holland d.d. augustus 2000.<br />

- Rijn Gouwe-lijn Oost, Managementsamenvatting d.d. januari 1999.<br />

- IVVP Leiderdorp.<br />

1 ste editie d.d. 12 februari 2001; oplage: 200 stuks<br />

2 de editie d.d. 1 maart 2001; oplage: 250 stuks<br />

Dit Masterplan is een gezamenlijk product van de <strong>W4</strong> partners: Ministerie van Verkeer en Waterstaat<br />

vertegenwoordigd door Rijkswaterstaat; Ministerie VROM vertegenwoordigd door IRO-West; Provincie Zuid-<br />

Holland; Gemeente Leiden; Gemeente Leiderdorp en Gemeente Zoeterwoude.<br />

Het Masterplan is tot stand gekomen onder redactie van: Bohemen B.V. - ruimte in ontwikkeling.<br />

- 53 -


Errata Masterplan <strong>W4</strong> d.d. 1 maart 2001<br />

Blz. 18: plankaart <strong>W4</strong><br />

1. De dwarsas Ericalaan -Mauritssingel in Leiderdorp is doorgetrokken getekend over de Does<br />

heen; binnen <strong>W4</strong> is echter geen sprake van een brug over de Does op deze plaats.<br />

2. De dwarsas Meerburg – Roomburg is doorgetrokken getekend over het Rijn-Schiekanaal; deze<br />

as zal echter geen functie hebben in het kader van de verkeersontsluiting van Roomburg anders<br />

dan voor fietsverkeer en openbaar vervoer.<br />

Blz. 44: paragraaf 4.2.1. besluitvorming <strong>W4</strong>:<br />

Planning aangepast conform meest recente procesafspraken:<br />

- Instemming deelnemers Stuurgroep <strong>W4</strong> met:<br />

• Masterplan <strong>W4</strong>.<br />

• Contractuele hoofdlijnen.<br />

• Financieringsvorm inclusief fondsvorming: 11 december 2000<br />

- Opstellen samenwerkingsovereenkomst <strong>W4</strong><br />

Uiterlijk gereed 1 mei 2001<br />

- Goedkeuring en ondertekening samenwerkingsovereenkomst <strong>W4</strong><br />

Collegebesluiten (zowel Provincie als Gemeenten) uiterlijk maart 2001<br />

Ter visie leggen Ontwerp Masterplan maart 2001<br />

Beoordeling PPC van planologische uitgangspunten 19 april 2001<br />

Besluit Provinciale Staten uiterlijk juli 2001<br />

Raadsbesluiten Gemeenten uiterlijk juli 2001<br />

- Ondertekening (omstreeks) 16 juli 2001<br />

Blz. 46: Planning (in deze oplage reeds aangepast)<br />

- Reconstructie voetbalvelden mogelijk reeds in 2002 aanvangen<br />

- Plantage<br />

- woningbouw: 2006 - 2009 i.p.v. 2003 - 2009<br />

- verplaatsen tennispark: 2005 i.p.v. 2002<br />

- Kleine Zandput – sportvoorzieningen: 2003 – 2005 i.p.v. 2003 - 2006<br />

- Kalkhaven – woningen: 2005 – 2008 i.p.v. 2005-2009<br />

- Vierzicht: 2003 – 2007 i.p.v. 2003- 2008<br />

- Bospoort - Bedrijfsontwikkeling: 2003 – 2004 i.p.v. 2002 - 2003<br />

- 54 -


2.7. <strong>W4</strong> deellocaties<br />

Het plangebied <strong>W4</strong> is opgedeeld in een aantal deellocaties. De omschrijving in dit<br />

Masterplan <strong>W4</strong> dient als leidraad voor de latere planuitwerkingen per deellocatie en stelt<br />

als zodanig een kader vast voor de betrokken partijen. Afwijkingen ten aanzien van het<br />

gestelde kader zijn altijd mogelijk mits het ambitieniveau gehandhaafd blijft en het de<br />

realisatie en haalbaarheid van het <strong>W4</strong> <strong>project</strong> niet in gevaar brengt.<br />

In Leiden gaat het om de locatie Roomburg. In Zoeterwoude betreft het de locatie<br />

Meerburg, met als invloedsgebieden de Stadhouderslaan en het bedrijventerrein Grote<br />

Polder. In Leiderdorp betreft het vier te (her)ontwikkelen deellocaties aan weerszijden van<br />

de A4 en de Munnikenpolder die een groene invulling zullen krijgen. Het gaat enerzijds om<br />

de herontwikkeling van de locaties Plantage en de Kalkpolderhaven in de bestaande<br />

wijken Oranjewijk en Kerkwijk, anderzijds om de bedrijfslocaties Elisabethhof en Bospoort<br />

langs de A4. De vijfde locatie is de Munnikenpolder die een groene bestemming verkrijgt.<br />

Het ligt in de bedoeling om gebaseerd op de totaalvisie van het <strong>W4</strong> <strong>project</strong>, per locatie een<br />

gedetailleerd stedenbouwkundig plan te maken. Deze stedenbouwkundige plannen zullen<br />

afgestemd moeten worden op de in dit Masterplan genoemde ruimtelijke ambitie,<br />

programma, inpassingsmaatregelen en infrastructurele ingrepen.<br />

2.7.1. Locatie Roomburg - Leiden<br />

De wijk Roomburg ligt ten westen van de A4 op Leids grondgebied en is reeds in<br />

ontwikkeling als Vinex-locatie. In de verdere planuitwerking zal het aan de rijksweg<br />

grenzende gedeelte van de wijk (het gekleurde deel van de plankaart) ruimtelijk worden<br />

geoptimaliseerd als gevolg van de verbeterde inpassing van de verbreding van de A4.<br />

Door de integrale aanpak van de inpassing van de weg ontstaat een extra bouwlocatie ter<br />

hoogte van de Hoofdstraat en de Willem van der Madeweg (voorheen gereserveerd als<br />

locatie voor oppervlaktewatercompensatie door Rijkswaterstaat). De inpassing van de<br />

Dwarsverbinding over de A4 richting Zoeterwoude en de keuze om al dan niet<br />

bedrijfswoningen als geluidsscherm te realiseren zal tot enkele nieuwe planuitwerkingen en<br />

mogelijk aanpassingen van de verkavelingen kunnen leiden; de stedenbouwkundige<br />

hoofdprincipes van de wijk Roomburg blijven echter gehandhaafd.<br />

Het programma voor het onderdeel van Roomburg dat binnen het plangebied van <strong>W4</strong> is<br />

gelegen bestaat uit:<br />

- Totaal circa 1.000 woningen; circa 300 woningen aan de oostzijde van de wijk liggen in<br />

de invloedssfeer van de <strong>W4</strong> plannen.<br />

- Realisatietermijn 2000 - 2004.<br />

- 22 -


Locaties Roomburg en Meerburg op de plankaart<br />

2.7.2. Locatie Meerburg - Zoeterwoude<br />

Roomburg<br />

Meerburg<br />

De locatie Meerburg ligt tussen het bedrijventerrein Grote Polder en de Rijksweg A4 en<br />

tussen de Oude Rijn en de spoorlijn Leiden - Alphen (toekomstige Rijn-Gouwe lijn).<br />

De spoorlijn naar Alphen zal mede gebruikt gaan worden door de Rijn-Gouwe lijn. Gezien<br />

de unieke combinatie van vervoersmogelijkheden die hierdoor ontstaan (goede auto-, fiets-<br />

en openbaar vervoersontsluiting) is de locatie in potentie een regionaal<br />

vervoersknooppunt. Dit regionale knooppunt biedt een uitgelezen kans om een nieuwe<br />

“toplocatie” te creëren voor hoogwaardige kantoren en bedrijvigheid en mogelijk een<br />

transferium. Een dergelijke knooppuntontwikkeling maakt reeds deel uit van de regionale<br />

ambities. Deze ontwikkeling zal er tevens toe leiden dat de revitalisering van het<br />

bedrijventerrein Grote Polder een sterke impuls krijgt.<br />

Noodzakelijk is echter een goede ontsluiting van deze hoogwaardige locatie. Of dit voor<br />

het autoverkeer kan via de nieuwe primaire dwarsverbinding over de A4 of mogelijk via een<br />

nieuwe ontsluiting in het verlengde van de huidige afrit van de A4, zal bij de uitwerking<br />

onderzocht worden.<br />

Betrokken regionale overheden benadrukken de noodzaak van een adequate OV-<br />

ontsluiting van de Meerburgerpolder als voorwaarde voor kantoorontwikkeling. De<br />

Provincie en de Gemeenten zijn hiervoor verantwoordelijk. De tijdige realisatie van een<br />

halteplaats aan de Rijn-Gouwe lijn kan hiertoe een bijdrage leveren. Door de halteplaats<br />

hier te situeren kan ook de revitalisering van het bedrijventerrein Grote Polder beter in<br />

overeenstemming worden gebracht met het locatiebeleid.<br />

- 23 -


De Gemeente Zoeterwoude heeft – los van <strong>W4</strong> - een revitaliseringsplan opgesteld voor de<br />

Grote Polder. Onderdeel van dit plan was de realisering van kantoorfuncties in het gebied.<br />

In het verleden was het ontoereikende bereikbaarheidsprofiel van de Grote Polder binnen<br />

de PPC reden om goedkeuring aan de voor de revitalisering noodzakelijke kantoor-<br />

bestemmingen te onthouden.<br />

Aandachtspunten in de planvorming voor de locatie Meerburg zijn de integratie van<br />

bestaande functies en de reeds geplande ontwikkelingen. Uitgangspunt is dat de<br />

voetbalvelden van de v.v. Meerburg op de bestaande situatie gehandhaafd worden gezien<br />

het lokale belang ervan. Hierbij is mogelijk wel een gedeeltelijke herschikking van de<br />

velden aan de orde. De locatie van de voormalige afrit en de reeds opgestarte ontwikkeling<br />

van 70 woningen aan de Stadhouderslaan zullen in samenhang dienen te worden gebracht<br />

met de <strong>W4</strong> plannen.<br />

Aan de oevers van de Oude Rijn ontstaat de kans om het oude profiel van de Hoge Rijndijk<br />

en de Hoofdstraat te herstellen. De hinderlijke aanwezigheid van de A4 zal bijna geheel<br />

verdwijnen. Een situatie overigens, die ook in het oude plan van Rijkswaterstaat zou zijn<br />

ontstaan.<br />

Het programma voor de locatie Meerburg bestaat uit::<br />

- Kantoorruimte: circa 65.000 m² b.v.o. in relatie tot de afspraken binnen <strong>W4</strong> aangaande<br />

bijdrage Zoeterwoude en revitalisering Grote Polder; mogelijke programma-optimalisatie<br />

zal in het kader van de uitwerking van de knooppuntgedachte door partijen nader<br />

worden onderzocht, mede in relatie tot de realisatie van de halteplaats van de Rijn –<br />

Gouwe lijn.<br />

- Voorgesteld ruimtegebruik (uitgangspunten planeconomie):<br />

o uitgeefbare grond 51.000 m²<br />

o groen / water 21.000 m²<br />

o verharding 14.000 m²<br />

- Realisatietermijn: 2004 - 2008.<br />

- 24 -


2.7.3. Locatie Kalkhaven - Leiderdorp<br />

-<br />

De locatie Kalkhaven wordt begrensd door de jachthaven, de Mauritssingel, de A4 en de<br />

Does. Het huidige gebruik is erg versnipperd. Een oude waterzuivering, volkstuinen, een<br />

natuurijsbaan en diverse recreatieve functies op een oude stortplaats (Kleine Zandput).<br />

De ruimtelijke ambitie is om op deze locatie een aantrekkelijk<br />

woonmilieu te laten ontstaan in relatie tot het water van de<br />

jachthaven en het groen van de aangrenzende polders. Tevens<br />

kan op deze wijze een heldere stedenbouwkundige afronding<br />

van de Oranjewijk worden gerealiseerd.<br />

Het gebied “De Kleine Zandput” is in het verleden als stortplaats gebruikt en is daarom niet<br />

geschikt voor woningbouw. Hier worden een aantal sport- en recreatiefuncties van elders<br />

in het plangebied herplaatst. Het betreft hier in ieder geval de tennisverenigingen en de<br />

natuurijsbaan. Daarnaast zal in de planuitwerking moeten blijken of het wenselijk en<br />

mogelijk is andere sport- en recreatievoorzieningen op de Kleine Zandput te situeren.<br />

Eventuele uitplaatsing van bestaande functies in het gebied zal in goed overleg<br />

geschieden waarbij gezocht zal worden naar een passende nieuwe vestigingsplaats in de<br />

directe omgeving.<br />

Referentie: Sportpark Kardinge, Groningen<br />

Het programma voor de locatie Kalkhaven bestaat uit:<br />

- Circa 120 vrije sector woningen (uitgangspunt: circa 15 woningen per hectare).<br />

- IJsbaan op de Kleine Zandput (verplaatsing vanuit huidige locatie in verband met<br />

verbreding A4).<br />

- Sport- en recreatiefuncties op de Kleine Zandput (nog niet gespecificeerd).<br />

- Voorgesteld ruimtegebruik (uitgangspunten planeconomie):<br />

o uitgeefbare grond circa 45.000 m²<br />

o sportfuncties circa 45.000 m²<br />

o groen / water circa 15.000 m²<br />

o verharding circa 13.000 m²<br />

- Realisatietermijn: 2005 - 2009.<br />

- 25 -


De Plantage<br />

Kalkhaven<br />

Locaties Plantage en Kalkhaven op de plankaart<br />

2.7.4. Locatie “De Plantage” - Leiderdorp<br />

Deze locatie ligt midden in de bestaande bebouwde kom van Leiderdorp. Het huidige<br />

karakter van het gebied is een verzameling van verschillende functies (zwembad,<br />

tennispark, tuincentrum) in een omgeving met veel restruimtes. Hier wordt de invulling<br />

afgestemd op een stedenbouwkundige aansluiting met de bestaande omliggende<br />

woonbebouwing.<br />

Wanneer in de toekomst mogelijk ook de functie van het<br />

zwembad en het tuincentrum worden verplaatst, ontstaat ook ten<br />

zuiden van de Hoogmadeseweg de mogelijkheid om de Kerkwijk<br />

te completeren. Vooralsnog is dit niet realiseerbaar vanwege de<br />

hoge geraamde kosten die hiermee gemoeid zijn.<br />

Het programma voor de locatie tennisbaan en omgeving bestaat uit:<br />

- Circa 150 woningen in de vrije sector, bebouwingsdichtheid aansluitend aan bestaande<br />

omliggende bebouwing.<br />

- Voorgesteld ruimtegebruik (uitgangspunten planeconomie):<br />

o uitgeefbare grond circa 34.000 m²<br />

o groen / water circa 12.000 m²<br />

o verharding circa 12.000 m²<br />

- Realisatietermijn: 2006 - 2010.<br />

- 26 -


2.7.5. Locatie Vierzicht - Leiderdorp<br />

De locatie Vierzicht beslaat een circa 850 meter lange en gemiddeld 50 meter brede strook<br />

gelegen tussen de A4, Simon Smitweg, Elisabethhof en Dwarswatering.<br />

De strook kan aangewend worden om de belangrijke functies zoals de grootschalige<br />

zorginstellingen (verpleeg- en ziekenhuis), kantoren (onder andere politie Zuid-Holland<br />

Midden en Yamanouchi), bedrijvigheid en grootschalige detailhandel (Meubelplein<br />

Leiderdorp) te versterken. Tevens kunnen hier uitbreidingsmogelijkheden gecreëerd<br />

worden respectievelijk meer en betere parkeervoorzieningen voor bestaande functies.<br />

De ruimtelijke herstructurering van Vierzicht biedt aan de Gemeente Leiderdorp tevens de<br />

kans om een kwalitatief hoogwaardige presentatie naar de rijksweg te realiseren. Bezien<br />

vanuit het Groene Hart-beleid is een attractieve en ambitieuze vormgeving gewenst die<br />

Impressie geluidswerende bebouwing<br />

Het programma voor de locatie Vierzicht bestaat uit:<br />

past bij de overgang tussen stad en open<br />

buitengebied. Vanuit het Groene Hart<br />

vormt de locatie immers het begin van de<br />

verstedelijkte Leidse regio. De bebouwing<br />

zal tevens een geluidswerende functie<br />

dienen te vervullen, waardoor langgerekte<br />

éénvormige geluidsschermen achterwege<br />

kunnen blijven.<br />

- Circa 25.000 m² b.v.o. hoogwaardige bedrijfs- en kantoorruimten en/of gebouwde<br />

parkeervoorzieningen (exclusief nieuwbouw Yamanouchi).<br />

- Voorgesteld ruimtegebruik (uitgangspunten planeconomie):<br />

o uitgeefbare grond circa 25.000 m²<br />

o groen / water circa 7.000 m²<br />

o verharding circa 8.000 m²<br />

- Realisatietermijn: 2003 - 2008.<br />

Een bijzonder zicht over het Groene Hart<br />

- 27 -


2.7.6. Locatie Bospoort - Leiderdorp<br />

De locatie Bospoort ontstaat door de verplaatsing van het knooppunt van de N446 met de<br />

A4 en de verlegging van de Persant Snoepweg. Al deze ingrepen gebeuren mede in het<br />

kader van de realisatie van de HSL-zuid. De locatie leent zich voor hoogwaardige<br />

bedrijfshuisvesting en mogelijk tot uitbreiding van de reeds aanwezige<br />

horecavoorzieningen (AC restaurant, Mc Donalds, Pannenkoekenboerderij). Het<br />

noordelijke deel van het bedrijventerrein vormt vanaf de A4 de entree tot Leiderdorp. Deze<br />

ligging vraagt stedenbouwkundig en architectonisch om een bijzondere invulling. Ook hier<br />

is het wenselijk om qua vormgeving rekening te houden met de ligging op de grens van het<br />

tot het Groene Hart behorende buitengebied.<br />

Het woonwagencentrum zal in overleg met de bewoners worden verplaatst naar elders in<br />

Leiderdorp; de huidige locatie voldoet niet meer aan wettelijke en niet-wettelijke eisen die<br />

aan een woonomgeving gesteld kunnen worden.<br />

Het programma voor de locatie Bospoort bestaat uit:<br />

- Circa 10.000 m² b.v.o. bedrijfsruimte.<br />

- Voorgesteld ruimtegebruik (uitgangspunten planeconomie):<br />

o uitgeefbare grond circa 13.000 m²<br />

o groen / water circa 2.000 m²<br />

o verharding circa 2.500 m²<br />

- Realisatietermijn: 2001 - 2003 ten aanzien van de huidige braakliggende terreinen;<br />

resterende ontwikkeling na realisatie nieuwe aansluiting N446 op A4: 2008 – 2011.<br />

Vierzicht<br />

Locaties Vierzicht en Bospoort op de plankaart<br />

- 28 -<br />

Bospoort


2.7.7. De Bloemerd - Leiderdorp<br />

De Bloemerd is gelegen tussen de Dwarswatering en de N446 en huisvest diverse<br />

sportverenigingen in een parkachtig groengebied.<br />

De afwegingen ten aanzien van de eventuele bebouwing (en verplaatsing van de<br />

sportaccommodaties naar de Munnikenpolder) hebben in de tweede helft van 2000 geleid<br />

tot intensieve discussie binnen en buiten de Leiderdorpse Gemeentegrenzen. Deze<br />

discussie werd ingegeven door de noodzaak voor de dekking van de financiële bijdrage<br />

van de Gemeente Leiderdorp aan de langere verdiepte ligging van de A4. Betrokken<br />

partijen hebben de conclusie getrokken dat gehele of gedeeltelijke bebouwing van de<br />

Bloemerd niet wenselijk is, haalbaarheid van het <strong>W4</strong> <strong>project</strong> is hiervan niet meer<br />

afhankelijk. In dit Masterplan <strong>W4</strong> is De Bloemerd als locatie dan ook niet meer aan de<br />

orde.<br />

2.7.8. Munnikenpolder - Leiderdorp<br />

De Munnikenpolder is gelegen ten oosten van de A4 en is als het ware de “voortuin” van<br />

Leiderdorp in het Groene Hart. Als zodanig zou in de Munnikenpolder invulling kunnen<br />

worden gegeven aan het motto van de Gemeente Leiderdorp “Kloppend hart tussen stad<br />

en land”. Tijdens de aanleg van de HSL tunnel wordt de polder gebruikt als tijdelijk<br />

gronddepot. Na aanleg van de tunnel is herinrichting van de polder aan de orde.<br />

Werkzaamheden voor de HSL-spoortunnel in de Bospolder<br />

De Munnikenpolder maakt deel uit van het Groene Hart en dient als zodanig te worden<br />

heringericht als onderdeel van de groenstructuur, zoals vastgelegd in het Tracébesluit over<br />

de HSL. De Minister van VROM heeft dit tijdens het <strong>W4</strong> proces des gevraagd bevestigd.<br />

Hij heeft daarbij een voorkeur uitgesproken voor instandhouding van het open karakter en<br />

invulling met groene en recreatieve functies. De polder zou in dit kader kunnen<br />

functioneren als “voorportaal” naar het Groene Hart. Ter nadere invulling van deze visie zal<br />

de polder ontwikkeld kunnen worden tot recreatiegebied met goede verbindingen naar<br />

zowel het stedelijk gebied als het Groene Hart. De Does is in dit kader, als historische<br />

waterloop met grote waarde, een belangrijk structurerend element dat drager kan zijn van<br />

de intensivering van de groene waarden van het gebied.<br />

- 29 -


Omdat voor de verbreding van de A4 de jachthaven aangepast dient te worden zal een<br />

uitbreiding van de jachthaven in de Munnikenpolder op zeer korte termijn bestudeerd<br />

worden. Het storten van overtollige, schone grond uit bijvoorbeeld de HSL boortunnel in de<br />

zeer diepe (plaatselijk meer dan 20 meter) jachthaven is een mogelijkheid die verder zal<br />

worden onderzocht. Hierdoor zou de haven in ecologisch opzicht in betekenis kunnen<br />

toenemen. Ook de compensatie van oppervlaktewater ten behoeve van de verbreding van<br />

de A4 zal grenzend aan de jachthaven plaatsvinden. De jachthaven krijgt de mogelijkheid<br />

om aan de noordzijde voorzieningen te situeren (steigers, clubhuis en ontsluiting).<br />

De planuitwerking ten aanzien van de exacte inrichting van de Munnikenpolder is<br />

vooralsnog niet actueel gezien het nog langdurig in gebruik zijn als gronddepot voor de<br />

boortunnel van de HSL-zuid. De Gemeente Leiderdorp zal ook in de toekomst eigenaresse<br />

van de polder blijven en zal ernaar streven de planvorming in goede samenspraak met<br />

natuur- en milieuorganisaties te verrichten en het beheer ook aan een natuurbeherende<br />

organisatie over te dragen. Hierdoor ontstaat de maximale waarborg dat de groene<br />

waarden van de Munnikenpolder een duurzaam karakter verkrijgen.<br />

Het programma voor de locatie Munnikenpolder bestaat uit:<br />

- Groene en recreatieve functies (nog niet nader gedefinieerd).<br />

N.B.: De HSL-organisatie heeft een herinrichtingverplichting welke voortvloeit uit het<br />

gebruik van de polder ten behoeve van de realisatie van de Groene Hart-tunnel.<br />

- Realisatietermijn: vroegste start 2006.<br />

Munnikenpolder op de plankaart<br />

- 30 -

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!