permanente deel schoolgids - Catent

- 18 -
Schoolgids de Phoenix 2012-2013
ervaringsgebied wereldoriëntatie. Verwondering over technisch kunnen. Inzicht in
technische principes en processen en aandacht voor stilte en schoonheid.
6.3 Onderwijs op maat
Geen enkel kind is gelijk, elk kind is uniek en heeft zijn eigen aanpak nodig. Het
onderwijs op de Phoenix is erop afgestemd, dat een kind een goede ontwikkeling
kan doormaken van groep 1 t/m groep 8.
Bij sommige kinderen gaat de ontwikkeling niet zo vloeiend. Er kunnen zich
problemen voordoen met betrekking tot de leerstof of in het gedrag van de
kinderen. De aangeboden leerstof kan te moeilijk of juist te gemakkelijk zijn.
Sommige kinderen vinden het moeilijk om hun aandacht bij het werk te houden,
anderen vertonen afwijkend gedrag.
Hoewel het best moeilijk is, om met al die verschillen rekening te houden,
verdienen al deze leerlingen extra zorg en aandacht. Zij krijgen die ook, voor
zover dat binnen de mogelijkheden van de school haalbaar is. Voor zowel het kind
als voor de leerkrachten is het belangrijk dat deze aanpak planmatig (volgens
bepaalde procedures) opgezet wordt.
Het model van planmatig handelen, bestaat uit de volgende stappen:
1. Ontdekken van het probleem.
Door goed te observeren, controle van het werk en het vergelijken van
toetsresultaten kan de leerkracht problemen vroegtijdig op het spoor komen.
2. In kaart brengen van het probleem.
Door specifieke onderdelen apart te toetsen of te observeren kan er een duidelijk
beeld van het probleem gegeven worden.
3. Bedenken van oplossingen.
De leerkracht schrijft een plan van aanpak (handelingsplan), nadat alle gegevens
bestudeerd en eventueel met collega’s doorgesproken zijn.
4. Werken met het kind.
De leerkracht of de Intern Begeleider gaat met het kind of een groepje kinderen
aan de slag. Dit kan in de klas (bijv. tijdens het blokuur) of buiten de klas
gebeuren. Soms kan een kind ook oefenstof voor thuis meekrijgen (in overleg met
de ouders).Meestal zien we dat het kind het meest gebaat is bij een verlengde
instructie. Dat wil zeggen, de aangeboden stof nogmaals uitgelegd krijgen door de
eigen leerkracht waarna het kind de stof verder kan verwerken.
5. Evalueren.
Na een periode van hoogstens 6 weken worden de vorderingen bekeken en kan
naar aanleiding hiervan de hulp worden aangepast of afgebouwd.
Om een goed zicht te kunnen houden op de ontwikkeling van elke leerling apart en
de groepsresultaten in het algemeen, hanteert de school een LeerlingVolgSysteem
(LVS).
Alle toetsgegevens, handelingsplannen, afspraken met collega’s, ouders en
instanties en de verslagen van de besprekingen worden daarin verzameld. Een van