13.09.2013 Views

Hoe maak je een film

Hoe maak je een film

Hoe maak je een film

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>film</strong> [vervaardiging van <strong>een</strong> speel<strong>film</strong>]<br />

1. DE CAST EN CREW<br />

1.1 De producent<br />

Deze staat vaak aan de wieg van <strong>een</strong> <strong>film</strong>, regelt de zakelijke kant ervan en draagt<br />

de eindverantwoordelijkheid over het slagen of falen van het resultaat. Hij koppelt<br />

de juiste regisseur aan de scenarioschrijver, regelt de financiering en zoekt naar de<br />

cast (rolbezetting) en crew (overige medewerkers); het selecteren van de acteurs<br />

noemt men wel op z’n Frans découpage. Daarna beslist hij mee over uit<strong>een</strong>lopende<br />

zaken als: wordt er in de studio of op locatie (de <strong>film</strong>set) ge<strong>film</strong>d, hoe groots<br />

worden de decors, hoe lang duren de opnamen. Daarbij houdt hij streng in de<br />

gaten of er niet te veel geld wordt uitgegeven.<br />

Een producent kan werken voor <strong>een</strong> Hollywood-studio zoals MGM, Disney of Warner<br />

Bros., of als onafhankelijk producent. Vooral in het laatste geval kan het<br />

voorkomen dat de regisseur ook <strong>een</strong> van de producenten is.<br />

In de postproductie, als de opnamen zijn afgerond, houdt hij controle over de<br />

montage, muziek en alle andere toevoegingen die de <strong>film</strong> vervolmaken. Soms<br />

wordt er eerst <strong>een</strong> proefmontage ge<strong>maak</strong>t, voordat wordt overgegaan tot de<br />

eindmontage. Soms raakt de producent in deze fase in conflict met de regisseur,<br />

die bijvoorbeeld andere scènes in de <strong>film</strong> wil hebben. Dan kan het voorkomen dat<br />

er naast de officiële <strong>film</strong> <strong>een</strong> ‘director’s cut’ wordt ge<strong>maak</strong>t, de <strong>film</strong> zoals de<br />

regisseur die voor ogen had. Het eindresultaat kan nog vanuit <strong>een</strong> andere hoek<br />

worden beïnvloed: de overheid kan censuur opleggen omdat de <strong>film</strong> bijvoorbeeld<br />

kritiek op de regering levert of de <strong>film</strong>keuring vindt dat er gewelds- of seksscènes<br />

verwijderd moeten worden.


1.2 De regisseur<br />

Deze is verantwoordelijk voor de creatieve kant van het <strong>film</strong>maken, in samenspraak<br />

met producent, cameraman en editor. Hij heeft de leiding tijdens de <strong>film</strong>opnamen<br />

en bepaalt in grote lijnen de cameravoering, acteerstijl, decors, het licht en geluid.<br />

Al deze elementen worden bij de opnamen tot <strong>een</strong> geheel versmolten (de<br />

enscenering). De specialisten die zijn ingeschakeld (acteurs, decorbouwers,<br />

geluidstechnici) moeten allemaal verantwoording afleggen aan de regisseur.<br />

De regisseur baseert zich op <strong>een</strong> scenario (soms door hemzelf geschreven),<br />

begeleidt de acteurs bij de invulling van hun rol en geeft de cameraman de<br />

opdracht om bepaalde composities te maken. In grotere producties is er <strong>een</strong><br />

‘second unit director’ die bijvoorbeeld all<strong>een</strong> de actiescènes opneemt.<br />

Sommige regisseurs houden zich strikt aan het scenario (Alfred Hitchcock), anderen<br />

improviseren liever met hun acteurs (de Britse regisseur Mike Leigh of de Italiaanse<br />

regisseur Federico Fellini). Vlak voor het begin van <strong>een</strong> opname roept hij ‘lights,<br />

camera, action’, en ‘cut’ als de camera moet stoppen. Dan bepaalt hij samen met<br />

de cameraman of de scène gelukt is en wordt dit stuk<strong>je</strong> <strong>film</strong> ontwikkeld. Vervolgens<br />

worden de afzonderlijke scènes, de ‘rushes’, in <strong>een</strong> zaal beoordeeld door cast en<br />

crew. Pas als alle scènes zijn opgenomen, wordt de <strong>film</strong> gemonteerd.<br />

In de beginjaren van de <strong>film</strong>, de jaren twintig en dertig, waren regisseurs in<br />

Hollywood vaak inwisselbare huurlingen die weinig te zeggen hadden. Producenten<br />

keken op de set over hun schouders mee en bepaalden het eindresultaat in de<br />

montagekamer. Hollywoodregisseurs die wel duidelijk hun stempel op de <strong>film</strong><br />

konden drukken, waren bijvoorbeeld Orson Welles, Alfred Hitchcock, Billy Wilder en<br />

John Ford.<br />

Vanaf de jaren vijftig stegen regisseurs in aanzien. Sappelende regisseurs die<br />

gestaag aan <strong>een</strong> oeuvre hadden gebouwd zonder dat iemand ooit hun naam had<br />

onthouden, werden ontdekt door Franse critici van het tijdschrift Cahiers du<br />

Cinéma. De Amerikaan Samuel Fuller bijvoorbeeld, regisseur van actie<strong>film</strong>s in de<br />

jaren vijftig en zestig, werd plotseling gezien als auteur in plaats van brood<strong>film</strong>er,<br />

omdat hij ondanks alle beperkingen van Hollywood toch <strong>een</strong> eigen stijl had weten<br />

te ontwikkelen.<br />

Een regisseur staat vaak in <strong>een</strong> bepaalde <strong>film</strong>traditie. Verschillende stromingen van<br />

<strong>film</strong>s met dezelfde stijlelementen zijn bijvoorbeeld: nouvelle vague, Italiaanse<br />

neorealisme, Duits expressionisme, Indiase ‘Bollywood<strong>film</strong>’, martial<br />

arts/krijgskunst<strong>film</strong>s uit Hongkong.<br />

Een stroming is meestal gebonden aan <strong>een</strong> bepaalde periode of land. Filmgenres<br />

zijn minder aan <strong>een</strong> tijdperk verbonden: animatie<strong>film</strong>, actie<strong>film</strong>, drama<strong>film</strong>,


experimentele <strong>film</strong>, abstracte <strong>film</strong> en avant-garde<strong>film</strong>, <strong>film</strong>komedie, horror<strong>film</strong>,<br />

misdaad<strong>film</strong>, musical<strong>film</strong>, oorlogs<strong>film</strong>, sciencefiction<strong>film</strong>, western.<br />

1.3 De acteurs<br />

De acteurs maken gebruik van verschillende speeltechnieken. Anders dan bij toneel<br />

moeten ze niet al te dramatisch spelen, omdat de camera alles uitvergroot. De<br />

bekendste wijze van acteren is method acting. De Rus Konstantin Stanislavski<br />

begon met het onderwijzen van deze methode, waarbij acteurs ervaringen uit hun<br />

eigen leven aanboren om de rol realistischer neer te zetten. Andere acteurs<br />

bereiken dit doel juist door te improviseren.<br />

Soms schakelt <strong>een</strong> regisseur non-professionele acteurs in, vaak iemand die zich in<br />

dezelfde situatie bevindt als zijn personage (<strong>film</strong>karakter) en de <strong>film</strong> zo meer<br />

authenticiteit kan geven. Acteurs kunnen worden getypecast (George Clooney als<br />

verleidelijke kluiskraker) of juist tegendraads worden gecast (Julia Roberts als<br />

huisvrouw); zij spelen dan <strong>een</strong> type in plaats van <strong>een</strong> karakterrol. Soms zijn<br />

acteurs slechts pionnen in het verhaal, soms zijn de acteerprestaties belangrijker<br />

dan de plot. In ieder geval zijn het vaak de namen van de <strong>film</strong>sterren op de poster<br />

die de kijker naar de bioscoop moeten trekken. Hun machtspositie is aanzienlijk<br />

verbeterd sinds de tijd van het studiosysteem van de jaren twintig tot vijftig. In dat<br />

toenmalige sterrensysteem stonden acteurs jarenlang onder contract bij één<br />

<strong>film</strong>bedrijf, vaak zonder inspraak in de keuze van hun rollen.<br />

1.4 De cameraman<br />

De cameraman <strong>maak</strong>t <strong>een</strong> kadrering en compositie van de gespeelde scènes en is<br />

verantwoordelijk voor het licht (veel of weinig, warm of kil licht). De kadrering is<br />

van groot belang omdat hij hiermee bepaalt wat <strong>je</strong> wel en niet ziet. Als <strong>je</strong> in de <strong>film</strong><br />

all<strong>een</strong> de verschrikte blik van <strong>een</strong> personage ziet wordt <strong>je</strong> fantasie geprikkeld, als <strong>je</strong><br />

direct het monster ziet wordt vooral het schokeffect verhoogd.<br />

De cameraman heeft verschillende technieken tot zijn beschikking:<br />

Bij het vogelperspectief kijkt de camera neer op de personages, bij het<br />

kikvorsperspectief staat de camera juist lager dan ooghoogte, zodat de personages<br />

groter lijken. Deze hoogte kan tijdens opname veranderen, met <strong>een</strong> camera op <strong>een</strong><br />

hijskraan (crane shot, of kraanshot) of <strong>een</strong> lopende cameraman, <strong>een</strong> steady-cam.<br />

Een cowboy shot is ge<strong>film</strong>d vanaf de heup en is genoemd naar de westerns waarin<br />

dit shot vaak werd gebruikt bij schietduels. Bij <strong>een</strong> pan (panoramische opname)<br />

draait de camera horizontaal om zijn as en <strong>film</strong>t zo bijvoorbeeld <strong>een</strong> panorama of<br />

<strong>een</strong> rij mensen. Bij tilt draait de camera verticaal en <strong>film</strong>t dan bijvoorbeeld <strong>een</strong>


gangster van glimmende schoen tot gleufhoed. Een tracking shot wordt ge<strong>maak</strong>t<br />

met behulp van <strong>een</strong> dolly track, <strong>een</strong> soort rails waarop de camera (rijder) wordt<br />

vervoerd en waardoor hij vloeiend kan meerijden met <strong>een</strong> joggende man.<br />

Bij <strong>een</strong> close-up valt er <strong>een</strong> deel van het gezicht of ob<strong>je</strong>ct buiten beeld. Het medium<br />

shot laat wat meer van de omgeving zien. Een totaalshot laat vaak <strong>een</strong> weids<br />

(stads)landschap zien waarbij men het overzicht heeft.<br />

Inzoomen of uitzoomen gebeurt met behulp van de lens, waarbij alle ob<strong>je</strong>cten<br />

relatief even groot blijven. Bij <strong>een</strong> tracking shot is dat anders, dan verandert de<br />

grootte van <strong>een</strong> boom ten opzichte van het personage juist wel als <strong>je</strong> dichterbij<br />

komt. Bij groothoek is erg veel van <strong>een</strong> situatie te zien, bij fish-eye zo extreem dat<br />

alle lijnen gebogen lopen en gezichten vervormd worden.<br />

Een handheld camera wordt op de schouder gedragen en beweegt dus in zijn<br />

geheel, waardoor het beeld er vaak expres schokkerig uitziet. Dit voel sub<strong>je</strong>ctief,<br />

alsof we zelf meelopen en de camera <strong>een</strong> personage in de <strong>film</strong> is. Beweegt de<br />

camera helemaal niet dan lijkt de camera <strong>een</strong> ob<strong>je</strong>ctief waarnemer.<br />

Bij <strong>film</strong>s zijn veel trucs mogelijk én nodig. Om te beginnen fotografische trucs zoals<br />

onder- en overbelichten e.d. Verder:<br />

Optische trucs - bijvoorbeeld: <strong>een</strong> uitvinder staat in tijdmachine, camera stopt,<br />

acteur stapt uit beeld, <strong>je</strong> laat de camera weer lopen, de uitvinder is ‘plotseling’<br />

verdwenen op de <strong>film</strong>.<br />

Veraf- en dichtbijtrucs, bijvoorbeeld: op de achtergrond rijdt <strong>een</strong> auto en op de<br />

voorgrond staat <strong>een</strong> leeuw met open muil. Omdat <strong>je</strong> g<strong>een</strong> diepte ziet, lijkt het alsof<br />

de auto in zijn muil rijdt en wordt opgegeten.<br />

Bij de blauwschermtechniek worden verschillende beelden over elkaar h<strong>een</strong> geprint.<br />

Op deze wijze kan <strong>een</strong> animatiefiguur later aan de <strong>film</strong> worden toegevoegd. Bij de<br />

groenschermtechniek wordt geacteerd voor <strong>een</strong> groen scherm dat pas later wordt<br />

vervangen door digitale beelden van bijvoorbeeld <strong>een</strong> futuristische skyline.<br />

Achtergrondpro<strong>je</strong>ctie: De acteurs zitten in <strong>een</strong> stilstaande auto in de studio, terwijl<br />

er op de achtergrond bewegend landschap wordt gepro<strong>je</strong>cteerd, zodat het lijkt of ze<br />

rijden.


1.5 De scenarioschrijver<br />

Deze schrijft op eigen initiatief <strong>een</strong> scenario (Engels: <strong>film</strong>script of kortweg script) of<br />

doet dit in opdracht van <strong>een</strong> producent, aan wie hij het scenario verkoopt. Tijdens<br />

de opnamen heeft hij er dan g<strong>een</strong> zeggenschap meer over. Het scenario kan <strong>een</strong><br />

origineel verhaal zijn, of gebaseerd zijn op <strong>een</strong> (strip)boek, toneelstuk, <strong>een</strong> oudere<br />

<strong>film</strong> (remake) of op ware gebeurtenissen (<strong>een</strong> krantenbericht). Voor de opnamen<br />

wordt er <strong>een</strong> storyboard ge<strong>maak</strong>t waarop de verschillende scènes met<br />

camerastandpunten zijn geschetst. Dit wordt uitgewerkt in het draaiboek.<br />

Een <strong>film</strong> wordt nooit chronologisch opgenomen. De scènes worden maar kriskras<br />

door elkaar opgenomen. Zo kan het gebeuren dat de laatste scène uit de <strong>film</strong> als<br />

eerste wordt opgenomen omdat deze zich in de sneeuw afspeelt en het op dat<br />

moment toevallig winter is. Tijdens de opnamen is er dan ook <strong>een</strong> script supervisor<br />

die in de gaten houdt welke scènes al zijn ge<strong>film</strong>d, hoe ze afwijken van het originele<br />

scenario en of er g<strong>een</strong> continuïteitsfouten worden ge<strong>maak</strong>t: bijvoorbeeld <strong>een</strong><br />

personage met <strong>een</strong> snor die in het volgende shot plots geschoren is.<br />

Een scenarioschrijver heeft meer verhaallijnen tot zijn beschikking: 1. lineair: de<br />

gebeurtenissen worden in chronologisch volgorde gepresenteerd; 2. cirkelend: <strong>een</strong><br />

verhaaleinde komt op het beginpunt uit; 3. alternerend: parallelle verhalen worden<br />

afgewisseld; 4. spiralend: het eind doet denken aan het begin, maar is anders.<br />

Als er wordt teruggegaan in tijd, spreken we van <strong>een</strong> flashback, vooruitlopen heet<br />

flash forward. Het gevolg van deze verteltechniek is dat de kijker <strong>een</strong><br />

kennisvoorsprong of kennisachterstand heeft: de kijker weet al wat de<br />

hoofdpersoon nog niet weet of de kijker weet juist minder. Met stop motion kan <strong>een</strong><br />

tijdspanne in veel kortere tijd verlopen, bijv. <strong>een</strong> hele dag in <strong>een</strong> paar minuten.<br />

1.6 De editor<br />

Deze speelt <strong>een</strong> belangrijke rol in de eindfase, de postproductie. Hij monteert de<br />

<strong>film</strong> door het geschoten <strong>film</strong>materiaal te ordenen en in de juiste volgorde te zetten,<br />

waarbij spanningsboog, ritme en logica doorgaans de leidraad vormen. Een editor<br />

kan het beeld ook flink manipuleren, omdat de kijker geneigd is twee achter elkaar<br />

geplaatste beelden onmiddellijk met elkaar in verband te brengen. Een Russische<br />

regisseur deed in 1923 <strong>een</strong> experiment. Hij plaatste steeds hetzelfde shot van <strong>een</strong><br />

man met <strong>een</strong> neutrale gezichtsuitdrukking voor steeds wisselende beelden; <strong>een</strong> kop<br />

soep, <strong>een</strong> vrouw, enz. De toeschouwers waren ervan overtuigd dat de man zich<br />

met de voorwerpen en mensen in dezelfde ruimte bevond en dat hij steeds <strong>een</strong><br />

andere gezichtsuitdrukking had.


1.7 Art direction<br />

De componist van <strong>film</strong>muziek stuurt onze blik ook. Hij kan de emoties van de kijker<br />

versterken door bijvoorbeeld extra violen in te zetten bij <strong>een</strong> liefdesscène. Ook kan<br />

hij onze interpretatie manipuleren. Als hij bijvoorbeeld lieflijke muziek zet onder het<br />

beeld van <strong>een</strong> weiland, dan denk <strong>je</strong> aan <strong>een</strong> picknick, maar als er dreigende muziek<br />

onder wordt gezet, dan vermoed <strong>je</strong> dat zich onder de grassprieten <strong>een</strong> gifbelt<br />

bevindt. De geluidsman zorgt voor de geluidseffecten en het ruimtelijk gevoel: als<br />

<strong>je</strong> g<strong>een</strong> watergekletter hoort bij <strong>een</strong> rivier dan voel <strong>je</strong> automatisch meer afstand tot<br />

de scène. De foley artist <strong>maak</strong>t de geluidseffecten: zo klinkt het knakken van<br />

selderij als het breken van botten. Stemmen worden opgenomen met <strong>een</strong><br />

microfoon. Soms komt <strong>een</strong> stem van buiten de persoon zelf als <strong>een</strong> innerlijke stem,<br />

soms is er <strong>een</strong> commentaarstem van buitenaf: voice over. Muziek en andere<br />

geluiden kunnen gelijktijd (synchroon) worden opgenomen, of achteraf<br />

aangebracht.<br />

De production designer of art director <strong>maak</strong>t het ontwerp voor de decors, die vooral<br />

bij historische, sciencefiction- en avonturen<strong>film</strong>s grootse vormen aan kunnen<br />

nemen. Hij werkt samen met de locatiescout, kledingontwerper, de setdecorateur,<br />

de grimeur en de rekwisiteur. Zij dragen allen bij aan de visuele kracht van de <strong>film</strong>:<br />

van de duistere look van horror<strong>film</strong>s tot tienerkomedies waarbij het van groot<br />

belang is dat er met de juiste mobiele telefoon wordt gebeld om geloofwaardig over<br />

te komen.<br />

De special effects worden op de set ge<strong>maak</strong>t (sneeuwmachines, opengereten<br />

wonden, miniaturen van <strong>een</strong> scheepsramp). Acteurs krijgen protheses als hun huid<br />

onder latex of gelatine wordt bedekt. Visual effects worden later digitaal<br />

toegevoegd (computer generated images). Het stuntteam <strong>maak</strong>t vaak <strong>een</strong><br />

choreografie van de actiescènes (net als bij dans), en levert stand-ins voor de<br />

acteurs bij gevaarlijke scènes.


1.8 Postproductie<br />

In de postproductie is het van belang de <strong>film</strong> te verkopen aan <strong>een</strong> distributeur, of<br />

hem op <strong>een</strong> <strong>film</strong>festival te vertonen. De producent of de studio waarbij de<br />

producent in dienst is, bezit de vertoningsrechten van de <strong>film</strong>. Hij verkoopt deze<br />

rechten voor <strong>een</strong> paar jaar aan <strong>een</strong> distributeur, die publiciteit voor de <strong>film</strong> <strong>maak</strong>t<br />

en hem verhuurt aan <strong>een</strong> bioscoop. Daar pro<strong>je</strong>cteert de operateur de <strong>film</strong> voor het<br />

publiek. Niet lang daarna later verschijnt de <strong>film</strong> op video en dvd. In anderstalige<br />

landen wordt de <strong>film</strong> van <strong>een</strong> ondertiteling voorzien of wordt de gesproken tekst<br />

door acteurs in de eigen taal ingesproken. Publiciteit voor <strong>een</strong> <strong>film</strong> wordt gezocht<br />

met interviews, voorbeschouwingen, voor<strong>film</strong>p<strong>je</strong>s (trailers) e.d., terwijl ook de<br />

<strong>film</strong>kritieken voor publicteit kunnen zorgen.<br />

"<strong>film</strong> [vervaardiging van <strong>een</strong> speel<strong>film</strong>]," Encarta® Winkler Prins Online<br />

Encyclopedie 2007<br />

http://nl.encarta.msn.com © 1997-2007 Microsoft Corporation/Het Spectrum. Alle<br />

rechten voorbehouden.<br />

© 1993-2007 Microsoft Corporation/Het Spectrum. Alle rechten voorbehouden.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!