verklaring van 15 psalmen - Geschriften van Maarten Luther
verklaring van 15 psalmen - Geschriften van Maarten Luther
verklaring van 15 psalmen - Geschriften van Maarten Luther
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
wereld slechts voor dwaasheid kan houden. En toch, juist met dit Woord maakt Hij<br />
alle andere woorden en machten in deze wereld dwaas en machteloos. De wijze<br />
waarop Hij Zijn Rijk sticht is die <strong>van</strong> het naakte Woord, <strong>van</strong> de prediking, die wij<br />
horen, aannemen en geloven. Zulken zijn er ook velen, die het horen, aannemen en<br />
zich bij ons voegen. Toch dwingen wij niemand daartoe. En ofschoon de<br />
tegenstanders al fel te keer gaan en onzinnig woeden, zij richten er toch niets mee uit.<br />
Want de zuigelingen, dat wil zeggen degenen die zich in deze wereld voordoen als<br />
zuigelingen, zijn desondanks een sterk en machtig koninkrijk, waar God behagen in<br />
schept en dat de duivel en de hele wereld te kijk zet. Wie zalig wil worden moet zulk<br />
een kind of zuigeling worden en het Onze Vader leren, zoals ook mijn kinderen doen,<br />
ook hij moet dezelfde school als deze kinderen bezoeken.<br />
En dat hebt Gij, zegt David, daarom gedaan, opdat Gij verdelgt de vijand en de<br />
wraakgierige. Is dit niet iets wonderlijks? Men zou zo zeggen: wanneer de vijanden te<br />
gronde gaan, dan kan men land en volk innemen. En koningen, keizers, vorsten,<br />
heren, en de duivel zijn voorwaar zeer sterke vijanden. Maar ofschoon zij nog zo sterk<br />
zijn, toch zullen zij dit Rijk niet innemen. Want juist daarom, zegt de Heere, omdat<br />
Mijn vijanden zich zozeer op hun macht beroemen, zal Ik ze te schande maken, zal Ik<br />
ze laten smelten als boter voor de zon. Waar zij echter niet te schande zullen worden<br />
gemaakt, daar zullen zij worden als de kinderen. Daarom zegt ook Paulus: Zo iemand<br />
onder u dunkt dat hij wijs is in deze wereld, die worde dwaas, opdat hij wijs moge<br />
worden (1 Korinthe 3: 18); dat wil zeggen: hij moet zijn wijsheid afleggen en worden<br />
één <strong>van</strong> die dwazen die aan het Woord vasthouden en bereid zijn als kinderen het<br />
Onze Vader te leren. Wilt u dat echter niet, dan zult u Hem zien op de Jongste dag,<br />
maar dan is Hij niet meer zwak, maar komt Hij met legerscharen <strong>van</strong> engelen en in<br />
grote heerlijkheid; dan zal Hij u ook heel anders aanspreken dan Hij nu doet, nu Hij<br />
het nog doet door het Woord <strong>van</strong> jonge kinderen, die men voor dwazen houdt. Zijn zij<br />
echter bereid kinderen te worden en naar school te gaan, dan wil God ze gebruiken, ze<br />
maken tot een sterke macht die de vijand en de wraakgierige verdelgt, vooral de<br />
Joden, maar ook de duivel met zijn hele aanhang.<br />
In de historiën kan men overal lezen dat de Joden geen volk zozeer haten als de<br />
christenen. Toen Christus aan het kruis uitriep: Mij dorst! hadden zij nog geen dronk<br />
water voor Hem over, maar gaven zij Hem in grote nijd en ergernis slechts edik. Geen<br />
misdadiger laat men in het stervensuur dorst lijden, men geeft hem de beste lafenis die<br />
voorhanden is (Spreuken 31: 6). Geen rover behandelt men zo wreed dat men alle<br />
medelijden jegens hem vergeet, zoals men ten aanzien <strong>van</strong> Christus wel gedaan heeft.<br />
Dit is zonder meer de duivel die de wereld er toe ophitst dat zij zelfs een rover niet<br />
zozeer haat als ons. De tegenstanders zijn jegens ons nog vijandiger dan jegens<br />
Turken en Wederdopers. Wanneer zij ons gal te drinken konden geven, zouden zij het<br />
zeker doen. Zo is het tot nog toe alle vromen steeds vergaan: waar men hen ook maar<br />
leed berokkenen kon, het werd altijd goed genoemd. Dit is geen gewoon menselijke<br />
nijd en gewoon menselijke boosheid, zij komt <strong>van</strong> de duivel. Hij is het die de wereld<br />
tegen de vromen verbittert. Dat is ook niet verwonderlijk; immers de vromen tasten<br />
zijn macht en wijsheid aan Zij doen dat door hun mond, die mond die door hem juist<br />
als <strong>van</strong> geen betekenis wordt geacht. Daarom zet hij, zo vaak als hij aan ons denkt, de<br />
tanden op elkaar en mompelt hij: ik zal ze verscheuren! Vandaar dat hij hier de<br />
‘vijand’ en de ‘wraakgierige’ heet. Wraak is de ondeugd <strong>van</strong> de duivel en al zijn aanhangers.<br />
Zij zitten vol wraak, en dat om geen enkele andere reden dan deze, dat zij het<br />
e<strong>van</strong>gelie niet willen horen, ja het zelfs haten. Trouwens, zij haten het niet alleen,<br />
maar peinzen er dag en nacht over hoe zij zich op ons, daar wij <strong>van</strong> geen wijken<br />
38