augsburgse confessie door luther en melanchton. - Geschriften van ...
augsburgse confessie door luther en melanchton. - Geschriften van ...
augsburgse confessie door luther en melanchton. - Geschriften van ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Opgesteld <strong>door</strong><br />
DR. MAARTEN LUTHER<br />
En<br />
DR. PHILIPPUS MELANCHTON<br />
Hieraan voorafgaand<br />
HET PROTEST VAN DE EVANGELISCHEN<br />
OP DE TWEEDE RIJKSDAG TE SPIERS, 1529<br />
EN DE VIERSTEDEN-BELIJDENIS<br />
CONTENT PAGE
ZOEKEN: Klik op de tekst voor het gedeelte dat u lez<strong>en</strong> wilt.<br />
1. MARTELAREN<br />
INHOUD<br />
2. DE HERVORMING NA DE RIJKSDAG VAN WORMS 1521 TOT DE TWEEDE<br />
RIJKSDAG TE SPIERS, 1529<br />
3. HET PROTEST OP DE TWEEDE RIJKSDAG TE SPIERS, 1529<br />
4. KORTE TOELICHTING OVER DE AUGSBURGSE CONFESSIE<br />
5. DE AUGSBURGSE CONFESSIE, 1530<br />
A. INLEIDING OP DE CONFESSIE VAN AUGSBURG<br />
B. ONVERANDERD OF VERANDERD<br />
6. DE AUGSBURGSE CONFESSIE<br />
DE VOORREDE VOOR DE AUGSBURGSE GELOOFSBELIJDENIS<br />
DE VOORNAAMSTE GELOOFS ARTIEKELEN<br />
7. OVER DE ONTWERPEN EN VOORREDE VAN DE CONFESSIO AUGUSTANA<br />
8. MELANCHTHONS VOORREDE VOOR DE SAKSISCHE<br />
GELOOFSBELIJDENIS<br />
9. DE VIER-STEDENBELIJDENIS, 1530<br />
10. ZWINGLI AAN KEIZER KAREL V; 1530<br />
11. VOORREDE VAN ZWINGLI VOOR DE FIDEI RATIO, 1530<br />
12. VOORREDE VOOR DE FIDEL EXPOSITIO AAN DE CHRISTELIJKE KONING<br />
2
MARTELAREN<br />
Het E<strong>van</strong>gelie <strong>van</strong> Jezus Christus, de Zoon <strong>van</strong> God, wat Luther preekte, bracht in<br />
Duitsland <strong>en</strong> omligg<strong>en</strong>de land<strong>en</strong> grote strijd <strong>en</strong> verwarring<strong>en</strong> met zich mee.<br />
Sommig<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong>: ‘Het was beter geweest, dat Luther e<strong>en</strong> monnik was geblev<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
zich had gehoud<strong>en</strong> aan de leer <strong>van</strong> de Catholieke kerk. Indi<strong>en</strong> hij Hervorming nodig<br />
achtte, had hij dat met meer vrede kunn<strong>en</strong> do<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de Catholieke kerk.’<br />
Wel, dat was precies wat Luther graag wilde. Daar getuig<strong>en</strong> al zijn briev<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
geschrift<strong>en</strong> <strong>van</strong> die hij <strong>van</strong>af 1517 tot 1521 geschrev<strong>en</strong> heeft. De loop <strong>van</strong> de<br />
Voorzi<strong>en</strong>igheid beschikte het anders. Het ging alles teg<strong>en</strong>in de wil <strong>van</strong> Luther, <strong>van</strong> de<br />
Keurvorst <strong>van</strong> Saks<strong>en</strong>, <strong>van</strong> Luthers ambtsbroeders <strong>en</strong> <strong>van</strong> het gewone volk. “Mijn<br />
weg<strong>en</strong> zijn niet uw weg<strong>en</strong>; <strong>en</strong> Mijn gedacht<strong>en</strong> zijn niet uw gedacht<strong>en</strong>, spreekt de<br />
Heere.” Luthers prediking <strong>van</strong> het E<strong>van</strong>gelie voldeed aan het verlang<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> aantal<br />
m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, waaronder oprechte <strong>en</strong> vrome gelovig<strong>en</strong>. De w<strong>en</strong>s tot hervorming leefde al<br />
lang voordat Luther gebor<strong>en</strong> was. Zijn bazuinstoot <strong>van</strong> het E<strong>van</strong>gelie maakte de<br />
m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> wakker. De onderdrukte begeerte sprong als e<strong>en</strong> fontein omhoog. Het<br />
ondragelijk juk <strong>van</strong> de Rooms-katholieke kerk, vooral <strong>van</strong> de Pauselijke macht, kon<br />
m<strong>en</strong> niet langer meer drag<strong>en</strong>. De eeuwige zaligheid <strong>van</strong> hun ziel was in het geding. De<br />
Geest <strong>van</strong> God begon in de vallei vol droge doodsbe<strong>en</strong>der<strong>en</strong> te werk<strong>en</strong>. Nieuw<br />
geestelijk lev<strong>en</strong> brak op veel plaatst<strong>en</strong> aan het licht.<br />
Deze nieuwe geestelijke opwekking kreeg grote teg<strong>en</strong>stand <strong>van</strong> de kant <strong>van</strong> de<br />
Roomse geestelijkheid <strong>en</strong> Overheid, die sam<strong>en</strong>werkt<strong>en</strong>. De kerk verklaarde Luther als<br />
e<strong>en</strong> ketter, liet zijn boek<strong>en</strong> verbrand<strong>en</strong> <strong>en</strong> stelde kettermeesters aan om de gelovig<strong>en</strong><br />
die ‘de nieuwe leer’ toegedaan war<strong>en</strong>, op te spor<strong>en</strong>, te vervolg<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun goeder<strong>en</strong><br />
verbeurd te verklar<strong>en</strong>. In sommige gevall<strong>en</strong> ging de Geestelijkheid zó ver, dat ze de<br />
oprechte kinder<strong>en</strong> <strong>van</strong> God aanklaagd<strong>en</strong> bij de burgerlijke overheid, die h<strong>en</strong> berechtte<br />
<strong>en</strong> soms e<strong>en</strong> doodsvonnis over h<strong>en</strong> uitsprak. De doodstraf kon onthoofding zijn,<br />
verbranding, hetzij lev<strong>en</strong>d of dood, nadat de gelovig<strong>en</strong> min of meer str<strong>en</strong>g<br />
ondervraagd <strong>en</strong> gemarteld war<strong>en</strong>.<br />
In zulke gevall<strong>en</strong> bleek pas goed de kracht <strong>van</strong> het E<strong>van</strong>gelie. Sommig<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />
zegevier<strong>en</strong>d de dood ondergaan <strong>en</strong> zijn zing<strong>en</strong>d de eeuwige heerlijkheid<br />
binn<strong>en</strong>gekom<strong>en</strong>. Ander<strong>en</strong> bezwek<strong>en</strong>, waaronder e<strong>en</strong> aantal die later met des te meer<br />
geloofsmoed de dood inging<strong>en</strong>.<br />
Zoals altijd het geval is, werd het E<strong>van</strong>gelie ook misbruikt. E<strong>en</strong> voorbeeld hier<strong>van</strong> is<br />
Thomas Müntzer met zijn aanhang. De slechte naam die deze groep wederdopers op<br />
de hele groep geworp<strong>en</strong> heeft, is tot de dag <strong>van</strong> <strong>van</strong>daag nog niet helemaal uitgewist.<br />
De Martelaarsboek<strong>en</strong> <strong>van</strong> de Wederdopers lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> dat onder h<strong>en</strong> ook oprechte<br />
e<strong>en</strong>voudige gelovig<strong>en</strong> war<strong>en</strong>. Tijd<strong>en</strong>s de boer<strong>en</strong>opstand <strong>van</strong> 1525 maakt<strong>en</strong> vel<strong>en</strong><br />
misbruik <strong>van</strong> het E<strong>van</strong>gelie wat Luther preekte. Luther ging er scherp teg<strong>en</strong>in.<br />
Het aantal marteling<strong>en</strong> in Duitsland was minder dan in Frankrijk, Italië <strong>en</strong> in de<br />
Nederland<strong>en</strong>. Duitse protestantse overhed<strong>en</strong> belett<strong>en</strong> de doodstraf in godsdi<strong>en</strong>stzak<strong>en</strong>.<br />
Was er niet overal vrijheid <strong>van</strong> godsdi<strong>en</strong>st, er was wel vrijheid <strong>van</strong> gewet<strong>en</strong>.<br />
Deze brochure toont o.a. aan dat de vervolging <strong>van</strong> gelovig<strong>en</strong> spoedig begon na de<br />
ontplooiing <strong>van</strong> Luthers leer. Enkele voorbeeld<strong>en</strong> <strong>van</strong> martelar<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>door</strong> Van<br />
Haamstede g<strong>en</strong>oteerd. Hij heeft die overg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> uit het Duitse martelar<strong>en</strong>boek <strong>van</strong><br />
Rabus. De godsdi<strong>en</strong>stvrijheid die na de Rijksdag <strong>van</strong> Spiers in 1526 tot stand kwam,<br />
maakte in het algeme<strong>en</strong> e<strong>en</strong> voorlopig einde aan de vervolging<strong>en</strong> in Protestantse<br />
strek<strong>en</strong>. Maar nu, … waar is nu de God <strong>van</strong> Duitsland in de sted<strong>en</strong> <strong>en</strong> dorp<strong>en</strong>?<br />
Willlem Westerbeke<br />
3
Wolfgang Schuh<br />
Wolfgang Schuch, e<strong>en</strong> gebor<strong>en</strong> Duitser, kwam in Lotharing<strong>en</strong>, <strong>en</strong> wel in de stad St.<br />
Hippolyte, <strong>en</strong> werd daar tot pastoor der geme<strong>en</strong>te verkor<strong>en</strong>. Al dadelijk verwijderde<br />
hij in de vast<strong>en</strong> alle beeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> schilderij<strong>en</strong>, schafte de miss<strong>en</strong> af, <strong>en</strong> verkondigde het<br />
zuivere E<strong>van</strong>gelie <strong>van</strong> Christus. Dit viel hem zeer gemakkelijk, daar het volk g<strong>en</strong>eigd<br />
was tot de zuiverheid <strong>en</strong> gehoorzaamheid <strong>van</strong> het E<strong>van</strong>gelie, terwijl de lied<strong>en</strong> hem<br />
gunstig war<strong>en</strong> <strong>en</strong> zeer lief hadd<strong>en</strong>.<br />
Door de vijand<strong>en</strong> der waarheid werd hij bij Antonius, hertog <strong>van</strong> Lotharing<strong>en</strong>,<br />
beschuldigd, dat hij het volk opzette teg<strong>en</strong> hun heer <strong>en</strong> overste, ja, dat zij alle<br />
overhed<strong>en</strong> verachtt<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwierp<strong>en</strong>; zodat de vorst, <strong>door</strong> zulk e<strong>en</strong> beschuldiging in<br />
woede ontstok<strong>en</strong>, de stad te vuur <strong>en</strong> te zwaard dreigde uit te roei<strong>en</strong>. To<strong>en</strong> de goede <strong>en</strong><br />
getrouwe pastoor dit vernam, schreef hij de hertog e<strong>en</strong> brief, waarin hij zijn ambt,<br />
onderwijs, di<strong>en</strong>st <strong>en</strong> de zaak <strong>van</strong> het E<strong>van</strong>gelie derwijze beschermde <strong>en</strong><br />
verontschuldigde, dat, wanneer de vorst e<strong>en</strong> rechtvaardig man geweest ware, die de<br />
waarheid <strong>en</strong> godsvrucht liefhad, deze bedreiging<strong>en</strong> gemakkelijk op de boze<br />
beschuldigers zoud<strong>en</strong> teruggekeerd zijn. Hij toonde hem aan, hoe jammerlijk de<br />
godsdi<strong>en</strong>st bedorv<strong>en</strong> <strong>en</strong> het E<strong>van</strong>gelie met de voet vertred<strong>en</strong> was, <strong>en</strong> beloofde de<br />
vorst, zo uit zijn eig<strong>en</strong> als <strong>van</strong> het volk naam, alle gehoorzaamheid, die God de<br />
onderdan<strong>en</strong> bevol<strong>en</strong> heeft hun overhed<strong>en</strong> te bewijz<strong>en</strong>.<br />
Voor deze aangebod<strong>en</strong> goedwilligheid bewees de vorst hem echter slechte dank; hij<br />
zond Casper Hassonville, edelman <strong>en</strong> stadhouder <strong>van</strong> Blamoye tot hem, die hem<br />
ge<strong>van</strong>g<strong>en</strong> nam <strong>en</strong> te Nancy bracht, waar hij op wrede wijze werd verbrand, terwijl hij<br />
et grote standvastigheid, onder aanroeping <strong>van</strong> Gods Naam <strong>en</strong> het aflegg<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong><br />
vrijmoedige belijd<strong>en</strong>is, zijn geest in de hand<strong>en</strong> <strong>van</strong> de almachtige Vader overgaf.<br />
Dit geschiedde in het jaar onzes Heer<strong>en</strong> Jezus Christus 1525.<br />
In dit zelfde jaar werd er in de boer<strong>en</strong>oorlog e<strong>en</strong> vroom predikant in zijn huis<br />
opgehang<strong>en</strong>.<br />
Mr. Petrus Sp<strong>en</strong>gler, pastoor te Brisgau<br />
Nadat de boer<strong>en</strong>oorlog gestild was, werd de e<strong>en</strong> voor <strong>en</strong> de ander na gegrep<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
ge<strong>van</strong>g<strong>en</strong> gezet, zodat de onschuldig<strong>en</strong> dikwerf met de kwaaddo<strong>en</strong>ers, <strong>en</strong> de<br />
e<strong>en</strong>voudig<strong>en</strong> met de boz<strong>en</strong> zonder onderscheid moest<strong>en</strong> lijd<strong>en</strong>, wat de oproermakers<br />
verdi<strong>en</strong>d hadd<strong>en</strong>. Dit oproerig gespuis gaf zich voor E<strong>van</strong>gelisch uit, zodat alle<br />
Godvruchtig<strong>en</strong> <strong>en</strong> E<strong>van</strong>gelisch<strong>en</strong>, om hunn<strong>en</strong>t wil, bij alle m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> veracht <strong>en</strong> als<br />
boosdo<strong>en</strong>ers gehaat werd<strong>en</strong>.<br />
Onder deze was er e<strong>en</strong> godvruchtig <strong>en</strong> geleerd pastoor te Brisgau ge<strong>van</strong>g<strong>en</strong>, die de<br />
boer<strong>en</strong> ernstig had bestraft, omdat zij teg<strong>en</strong> hun overhed<strong>en</strong> opstond<strong>en</strong>. Omdat hij het<br />
zuivere E<strong>van</strong>gelie <strong>van</strong> Jezus Christus predikte, was hij ge<strong>van</strong>g<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. ‘s Nachts<br />
werd hij <strong>door</strong> de krijgsknecht<strong>en</strong> gegrep<strong>en</strong>, <strong>en</strong> wreed behandeld, daar zij hem de<br />
hand<strong>en</strong> op de rug bond<strong>en</strong>, <strong>en</strong> zijn voet<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> dik touw vast maakt<strong>en</strong>, <strong>en</strong> wel in de<br />
teg<strong>en</strong>woordigheid <strong>van</strong> zijn vrouw <strong>en</strong> kinder<strong>en</strong>; terwijl zij hem, onder bespotting <strong>en</strong><br />
beschimping, te paard wegvoerd<strong>en</strong>. To<strong>en</strong> hij geruime tijd in e<strong>en</strong> duistere ge<strong>van</strong>g<strong>en</strong>is<br />
vertoefd had, <strong>en</strong> daar op de wreedste wijze werd behandeld, met pijniging<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />
geheime <strong>en</strong> andere led<strong>en</strong> <strong>van</strong> het des lichaam, veroordeeld<strong>en</strong> zij hem eindelijk ter<br />
dood.<br />
4
5<br />
Hoe vlijtig zij ook onderzocht<strong>en</strong>, kond<strong>en</strong> zij ge<strong>en</strong> oorzaak voor de dood vind<strong>en</strong>, <strong>en</strong><br />
hem niet <strong>van</strong> oproer, tweedracht of andere dad<strong>en</strong> overtuig<strong>en</strong>. Maar, omdat hij het<br />
gebod <strong>van</strong> God gevolgd <strong>en</strong> e<strong>en</strong> echtelijke vrouw getrouwd had, t<strong>en</strong>einde niet <strong>door</strong> het<br />
pleg<strong>en</strong> <strong>van</strong> ontucht uit het rijk <strong>van</strong> God uitgeslot<strong>en</strong> te word<strong>en</strong>, veroordeeld<strong>en</strong> zij hem,<br />
dat hij in het water zou geworp<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>en</strong> moest verdrink<strong>en</strong>.<br />
To<strong>en</strong> hij <strong>door</strong> de scherprechter naar de plaats, waar hij sterv<strong>en</strong> zou, werd uitgeleid,<br />
sprak hij ieder, die hem kwam vertroost<strong>en</strong>, zeer minzaam toe. Doch de monnik<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
priesters, die het hem, terwijl hij bad <strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de verschrikking<strong>en</strong> des doods kampte,<br />
zeer lastig maakt<strong>en</strong>, met hun verzoek <strong>van</strong> aan h<strong>en</strong> te biecht<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere beuzeling<strong>en</strong>,<br />
waarmee zij hem <strong>van</strong> het juiste inzicht der woord<strong>en</strong> <strong>van</strong> Christus wild<strong>en</strong> afbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>,<br />
verzocht hij bij herhaling, dat zij zoud<strong>en</strong> zwijg<strong>en</strong>, terwijl hij met e<strong>en</strong> liefelijke stem<br />
zei, dat hij iedere dag aan Jezus Christus, de Heere <strong>van</strong> de hemel <strong>en</strong> der aarde gebiecht<br />
had, <strong>en</strong> ook, zonder twijfel, vergeving der zond<strong>en</strong> <strong>van</strong> Hem had ont<strong>van</strong>g<strong>en</strong>. "Hem,"<br />
zei hij, "zal ik hed<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aang<strong>en</strong>ame offerande word<strong>en</strong>. Ik heb in deze zaak, waarom<br />
ik veroordeeld wordt, niets gedaan wat mijn Heere <strong>en</strong> God mishaagt. De Heere heeft<br />
mij e<strong>en</strong> gerust gewet<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>; zij, die dorst<strong>en</strong> om onschuldig bloed te vergiet<strong>en</strong>,<br />
mog<strong>en</strong> wel toezi<strong>en</strong>, wat zij beginn<strong>en</strong>, Wi<strong>en</strong> zij verstor<strong>en</strong> <strong>en</strong> toornig mak<strong>en</strong>, Die alle<br />
hart<strong>en</strong> rechtvaardig oordeelt, want Hij zegt: “Mij is de wraak. Ik zal het vergeld<strong>en</strong>."<br />
Dit zwakke lichaam zal ik toch binn<strong>en</strong> kort moet<strong>en</strong> aflegg<strong>en</strong>; want ik weet, dat ik<br />
sterfelijk b<strong>en</strong>, <strong>en</strong> tot vergankelijkheid gebor<strong>en</strong>. Ja, vroeger heb ik al wel mijn laatste<br />
dag begeerd, <strong>en</strong> gew<strong>en</strong>st om ontbond<strong>en</strong> te word<strong>en</strong> <strong>en</strong> met Christus te zijn. Wel b<strong>en</strong> ik<br />
waardig verdriet te lijd<strong>en</strong> om mijner grote zond<strong>en</strong> wil; maar Christus is mijn<br />
Zaligmaker, Hij heeft voor mij het kruis gedrag<strong>en</strong>, <strong>en</strong> is voor mij aan het kruis<br />
gestorv<strong>en</strong>. Nu wil ik ook roem<strong>en</strong> in het kruis <strong>van</strong> onze Heere Jezus Christus."<br />
Zulke woord<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> sommig<strong>en</strong> niet verdrag<strong>en</strong>; <strong>en</strong> zij beval<strong>en</strong> de scherprechter, dat<br />
hij hem in het water zou werp<strong>en</strong> <strong>en</strong> wel <strong>van</strong> de plaats, waar hij geboeid zat om gedood<br />
te word<strong>en</strong>.<br />
To<strong>en</strong> hij in het water lag, bewoog hij zich geruime tijd, zodat de rivier <strong>door</strong> zijn bloed<br />
werd gekleurd, tot e<strong>en</strong> zeker tek<strong>en</strong>, dat het rechtvaardige bloed op die dag was<br />
uitgestort. Dit geschiedde in het jaar 1525.<br />
Matthias Weybel<br />
Daarna was er e<strong>en</strong> godzalige pastoor in het dorp Kempt<strong>en</strong> 1 buit<strong>en</strong> de stad onder de<br />
heerschappij <strong>van</strong> e<strong>en</strong> abt, g<strong>en</strong>aamd Op d<strong>en</strong> Berg. Deze was in leer <strong>en</strong> lev<strong>en</strong> zeer<br />
godvruchtig, verwierp het juk <strong>van</strong> de antichrist, <strong>en</strong> verkondigde het volk het zuivere<br />
E<strong>van</strong>gelie. Hij leerde het volk, dat de vergeving der zond<strong>en</strong>, de g<strong>en</strong>ade Gods <strong>en</strong> het<br />
eeuwige lev<strong>en</strong> niet om onze verdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> of werk<strong>en</strong>, maar <strong>door</strong> e<strong>en</strong> oprecht <strong>en</strong> waar<br />
geloof in de lev<strong>en</strong>de Zoon Gods, de Heere Jezus Christus, die om onzer zond<strong>en</strong> wil<br />
gestorv<strong>en</strong> <strong>en</strong> om onze rechtvaardigmaking uit de dode opgestaan is, kan verkreg<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong>; dat ook na zulk e<strong>en</strong> geloof, tot e<strong>en</strong> getuig<strong>en</strong>is dat het waarachtig is,<br />
christelijke werk<strong>en</strong>, die in Gods Woord gegrond zijn, moet<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>. In zijn<br />
predikatie vermaande hij de toehoorders voor de toekomstige ergernis des kruises <strong>en</strong><br />
des doods, die hem te <strong>en</strong>iger tijd zou word<strong>en</strong> opgelegd <strong>en</strong> overkom<strong>en</strong>; dat zij zich aan<br />
zijn persoon of leer niet stot<strong>en</strong> of erger<strong>en</strong> moest<strong>en</strong>, wanneer hij, om <strong>van</strong> het e<strong>van</strong>gelie<br />
wil, dat hij nu verkondigde, ge<strong>van</strong>g<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, bespot, gelasterd, ja gedood <strong>en</strong><br />
verguisd zou word<strong>en</strong>, maar dat zij dan gedachtig moest<strong>en</strong> zijn aan de goddelijke<br />
1 Thans e<strong>en</strong> stad in Beijer<strong>en</strong>
6<br />
Schrift, die betuigt, dat dit de heilig<strong>en</strong> Profet<strong>en</strong>, Apostel<strong>en</strong>, ja de Zoon <strong>van</strong> God zelf<br />
is overkom<strong>en</strong>, <strong>en</strong> wel moest<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>, dat, naar de leer <strong>van</strong> Paulus, “all<strong>en</strong>, die godzalig<br />
will<strong>en</strong> lev<strong>en</strong> in Christus Jezus, zull<strong>en</strong> vervolgd word<strong>en</strong>."<br />
In dat land is het e<strong>en</strong> gewoonte der pausgezind<strong>en</strong>, dat m<strong>en</strong> ieder jaar, op St. Gordiaans<br />
<strong>en</strong> Epimachusdag het heiligdom uit de kloosters ronddraagt, waarbij dan aan het volk<br />
volle aflaat wordt verkondigd. Teg<strong>en</strong> deze heid<strong>en</strong>se afgoderij <strong>en</strong> dit grove misbruik<br />
predikte Matthias, als e<strong>en</strong> waar ijveraar voor de eer <strong>van</strong> God <strong>en</strong> de zaligheid <strong>van</strong> vele<br />
arme ziel<strong>en</strong>, met zeer veel vuur <strong>en</strong> vrijmoedigheid, zodat hij de hart<strong>en</strong> der<br />
zog<strong>en</strong>aamde geestelijkheid teg<strong>en</strong> zich beroerde, ontstak <strong>en</strong> verbitterde.<br />
Kort daarna zong de abt, Sebastiaan Praatsteijner g<strong>en</strong>aamd, zijn eerste mis, waarbij<br />
vele geestelijk<strong>en</strong>, edel<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere her<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>woordig war<strong>en</strong>. Na deze eerste mis<br />
predikte Matthias, <strong>en</strong> bestrafte <strong>en</strong> verwierp op hoogst ernstige wijze alle misbruik<strong>en</strong><br />
<strong>van</strong> het pausdom, de pracht der geestelijk<strong>en</strong>, b<strong>en</strong>ev<strong>en</strong>s hun walgelijk<strong>en</strong> hoogmoed <strong>en</strong><br />
alle roomse gruwel<strong>en</strong>, zodat de broeder <strong>van</strong> de abt hem zeker na de preek zou<br />
<strong>door</strong>stok<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, zo m<strong>en</strong> niet tuss<strong>en</strong> beide gekom<strong>en</strong> ware.<br />
Na die tijd bedacht de geestelijkheid allerlei middel<strong>en</strong>, op welk e<strong>en</strong> wijze m<strong>en</strong> hem<br />
zou kunn<strong>en</strong> ombr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Zij beproefd<strong>en</strong> dat te do<strong>en</strong> <strong>door</strong> het Zwabisch verbond, dat<br />
gewap<strong>en</strong>derhand altijd bereid was, niet alle<strong>en</strong> de oproerling<strong>en</strong>, maar ook alle<br />
E<strong>van</strong>gelische predikant<strong>en</strong>, waar zij die slechts vind<strong>en</strong> kond<strong>en</strong>, te grijp<strong>en</strong> <strong>en</strong> ge<strong>van</strong>g<strong>en</strong><br />
te zett<strong>en</strong>.<br />
Op Zondag na St. Bartholomëusdag in het jaar 1525, kwam de koster in het huis <strong>van</strong><br />
de pastoor te Kempt<strong>en</strong>, waar hij to<strong>en</strong> met andere medebroeders vergaderd was, <strong>en</strong> riep<br />
hem om e<strong>en</strong> kind te dop<strong>en</strong>, <strong>en</strong> e<strong>en</strong> preek te houd<strong>en</strong>, voor het volk, dat met het kind<br />
kom<strong>en</strong> zou. En, ofschoon hem dit <strong>door</strong> de andere broeders ontrad<strong>en</strong> werd, die hem<br />
zeid<strong>en</strong>, dat hij in de stad moest blijv<strong>en</strong>, daar m<strong>en</strong> wel wist, hoe de geestelijk<strong>en</strong> jeg<strong>en</strong>s<br />
hem gezind war<strong>en</strong>, zei hij, dat, naardi<strong>en</strong> zijn ambt <strong>en</strong> betrekking dit eist<strong>en</strong>, <strong>en</strong> hij tot<br />
vervulling <strong>van</strong> zijn di<strong>en</strong>st geroep<strong>en</strong> werd, hij daar he<strong>en</strong> wilde gaan, <strong>en</strong> afwacht<strong>en</strong>, wat<br />
de g<strong>en</strong>adige God met hem do<strong>en</strong> zou. To<strong>en</strong> hij nu de stad verliet <strong>en</strong> naar de parochie<br />
ging, werd hij <strong>door</strong> de ruiters <strong>van</strong> het Zwabisch Verbond <strong>en</strong> ander<strong>en</strong> overvall<strong>en</strong>,<br />
ge<strong>van</strong>g<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong> zwaar gewond, zo zelfs dat zijn moeder, die nog leefde, zei dat<br />
zij niet anders dacht dan dat hij t<strong>en</strong> gevolge <strong>van</strong> de wond<strong>en</strong> gestorv<strong>en</strong> zou zijn. Zij<br />
bond<strong>en</strong> hem op e<strong>en</strong> paard, <strong>en</strong> bracht<strong>en</strong> hem in de drie mijl<strong>en</strong> <strong>van</strong>daar geleg<strong>en</strong> stad<br />
Leeuwkerke, waar hij twaalf dag<strong>en</strong> ge<strong>van</strong>g<strong>en</strong> zat, <strong>en</strong> niet zoveel kon verkrijg<strong>en</strong>, dat<br />
m<strong>en</strong> zijn zaak rechterlijk zou behandel<strong>en</strong>, opdat hij niet onverhoord ter dood<br />
veroordeeld zou word<strong>en</strong>.<br />
To<strong>en</strong> de geme<strong>en</strong>te <strong>van</strong> Kempt<strong>en</strong> vernam, dat de goede pastoor ge<strong>van</strong>g<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />
was, wild<strong>en</strong> zij hem narijd<strong>en</strong>; doch dit werd op grote straf verbod<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de poort<strong>en</strong><br />
werd<strong>en</strong> zelfs geslot<strong>en</strong>, opdat de geme<strong>en</strong>te hem niet zou volg<strong>en</strong>. De burgers <strong>van</strong><br />
Leeuwkerke, die mede zo begerig war<strong>en</strong> om het E<strong>van</strong>geliewoord te hor<strong>en</strong>, ging<strong>en</strong> naar<br />
de hoofdman, <strong>en</strong> bad<strong>en</strong> hem, dat hij de ge<strong>van</strong>g<strong>en</strong>e in hun hand<strong>en</strong> wilde overlever<strong>en</strong>.<br />
Doch de hoofdman weigerde dit met te zegg<strong>en</strong>, dat dit niet in zijn macht was.<br />
Nietteg<strong>en</strong>staande gaf hij de burgers goede moed, <strong>en</strong> zei, dat hij hoogstwaarschijnlijk<br />
ontslag<strong>en</strong> zou word<strong>en</strong>; doch dit was niets dan bedrog, want spoedig daarna steg<strong>en</strong> de<br />
hoofdman <strong>en</strong> zijn volk te paard, <strong>en</strong> red<strong>en</strong> met de pastoor naar de naaste heide bij<br />
Leeuwkerke. Daar kwam<strong>en</strong> twee monnik<strong>en</strong>, die hem zeer bespott<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitlacht<strong>en</strong>,<br />
zegg<strong>en</strong>de: “Is dat de heilige man, die zo goed predikt? <strong>en</strong> andere onaang<strong>en</strong>aamhed<strong>en</strong><br />
meer, die zij jeg<strong>en</strong>s hem bedrev<strong>en</strong>.
7<br />
Maar de vrome Matthias riep God de Heere aan, zong psalm<strong>en</strong>, <strong>en</strong> bad voor zijn<br />
vijand<strong>en</strong> <strong>en</strong> spotters, dat God hun dit mocht vergev<strong>en</strong>. To<strong>en</strong> zij in het bos kwam<strong>en</strong>, zei<br />
de overste tot hem: "Pfaff, du must dein Leb<strong>en</strong> lass<strong>en</strong>."<br />
De pastoor antwoordde: "De wil des Heer<strong>en</strong> geschiede!" To<strong>en</strong> hij gebed<strong>en</strong> had, wierp<br />
de overste hem e<strong>en</strong> strop om de hals, <strong>en</strong> hing hem aan e<strong>en</strong> boom.<br />
Aldus eindigde de godzalige Matthias zijn lev<strong>en</strong> in het jaar onzes Heer<strong>en</strong> 1525.<br />
Maar, aangezi<strong>en</strong> het bloed der heilig<strong>en</strong>, dat hier op aarde vergot<strong>en</strong> wordt, wraak roept<br />
tot God in de hemel, liet God de Heere ook de dood <strong>van</strong> Zijn di<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> hier op aarde<br />
niet ongestraft, maar toonde Zijn gramschap geweldig. Want vele vrome m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, die<br />
to<strong>en</strong> leefd<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> getuigd, dat ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele, die tot de dood <strong>van</strong> de goede pastoor<br />
hebb<strong>en</strong> medegewerkt, of <strong>door</strong> raad <strong>en</strong> daad daaraan hebb<strong>en</strong> deelg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, e<strong>en</strong><br />
natuurlijke dood gestorv<strong>en</strong> is. "Zonderling is het," zegg<strong>en</strong> zij, "dat de overste <strong>door</strong> de<br />
luiz<strong>en</strong> verteerd is."<br />
Her<strong>en</strong>, wacht u dan voor het vergiet<strong>en</strong> <strong>van</strong> het rechtvaardig bloed.<br />
Johann Heuchlin<br />
Johann Heuchlin, <strong>van</strong> Lindau, werd <strong>door</strong> de raad <strong>van</strong> Üeberling<strong>en</strong>, met drie andere<br />
priesters, die weg<strong>en</strong>s de boer<strong>en</strong>oorlog berucht war<strong>en</strong>, naar de bisschop <strong>van</strong> Konstanz<br />
te Merseburg gezond<strong>en</strong> om <strong>door</strong> hem ondervraagd te word<strong>en</strong>. De drie priesters<br />
kwam<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> lichte straf vrij, maar Johann werd, omdat hij de zuivere leer <strong>van</strong> het<br />
E<strong>van</strong>gelie het volk voorhield, vastgebond<strong>en</strong> <strong>en</strong> in zware <strong>en</strong> pijnlijke ge<strong>van</strong>g<strong>en</strong>schap<br />
gebracht, <strong>en</strong> daar, onder zware marteling<strong>en</strong>, omtr<strong>en</strong>t de volg<strong>en</strong>de artikel<strong>en</strong><br />
ondervraagd. Hij werd namelijk beschuldigd:<br />
1. dat hij geloofde. dat de goede werk<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> zaligheid verdi<strong>en</strong><strong>en</strong>;<br />
2. dat hij geloofde, dat Christus e<strong>en</strong>maal geofferd is aan het kruis. Hij nu voortaan<br />
niet meer wordt opgeofferd <strong>en</strong> dat daarom de mis ge<strong>en</strong> offerande is voor lev<strong>en</strong>d<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> dod<strong>en</strong>;<br />
3. dat hij het er voor hield <strong>en</strong> geloofde, dat m<strong>en</strong>d<strong>en</strong> lek<strong>en</strong> het Avondmaal onder beide<br />
gestalt<strong>en</strong>, <strong>van</strong> brood <strong>en</strong> wijn, behoorde uit te reik<strong>en</strong>;<br />
4. dat hij geloofde, dat de priesters echtelijke vrouw<strong>en</strong> mocht<strong>en</strong> trouw<strong>en</strong>;<br />
5. dat hij het ervoor hield, dat er ge<strong>en</strong> vagevuur was <strong>en</strong> dat er niet meer dan twee<br />
weg<strong>en</strong> zijn: de e<strong>en</strong> tot de zaligheid, de andere tot de verdoem<strong>en</strong>is.<br />
To<strong>en</strong> hij omtr<strong>en</strong>t dit laatste artikel ondervraagd werd, zei hij: "Wanneer de Heilige<br />
Schrift <strong>van</strong> ge<strong>en</strong> vagevuur spreekt, wat zal ik er dan <strong>van</strong> zegg<strong>en</strong>? Ach God, ik heb<br />
vagevur<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oeg in deze grote pijn <strong>en</strong> smart, die ik in deze zware ge<strong>van</strong>g<strong>en</strong>schap<br />
geled<strong>en</strong> heb. Wanneer dit al ge<strong>en</strong> vagevur<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oeg zijn, is het Gode geklaagd."<br />
Terwijl hij dit zei, we<strong>en</strong>de hij bitter.<br />
Onder zijn klag<strong>en</strong> <strong>en</strong> w<strong>en</strong><strong>en</strong> lachte de vicaris <strong>van</strong> de bisschop. To<strong>en</strong> de arme man dit<br />
zag, zei hij: "Och, lieve heer, waarom lacht u mij uit? Ik b<strong>en</strong> toch e<strong>en</strong> verlat<strong>en</strong>,<br />
ell<strong>en</strong>dig m<strong>en</strong>s, die niet waardig b<strong>en</strong>, dat er, om mij gelach<strong>en</strong> wordt. Belach uzelf, God<br />
wil het u vergev<strong>en</strong>, want gij weet niet, wat gij doet." Over die woord<strong>en</strong> werd de<br />
vicarius zeer rood <strong>van</strong> schaamte.<br />
M<strong>en</strong> vroeg hem, of hij deze artikel<strong>en</strong> voor de zijn erk<strong>en</strong>de, <strong>en</strong>, to<strong>en</strong> hij dit deed, werd<br />
hem verder gevraagd, of hij die wilde herroep<strong>en</strong>.<br />
Daarop gaf hij t<strong>en</strong> antwoord, dat hij die niet kon herroep<strong>en</strong>, omdat zij met de Heilige<br />
Schrift overe<strong>en</strong>kwam<strong>en</strong>.
8<br />
To<strong>en</strong> zij op deze wijze niet met hem vorderd<strong>en</strong>, werd er bevol<strong>en</strong>, dat Dr. W<strong>en</strong>delijn,<br />
de vicaris <strong>van</strong> de bisschop, <strong>en</strong> Antonius, e<strong>en</strong> Dominicaner monnik, met de Heilige<br />
Schrift hem <strong>van</strong> dwaling moest<strong>en</strong> overtuig<strong>en</strong>. Aangezi<strong>en</strong> deze echter niets kond<strong>en</strong><br />
uitricht<strong>en</strong>, werd er de 10 de Mei, te Merseburg aan het meer <strong>van</strong> Konstanz, e<strong>en</strong> stellage<br />
opgericht, waar Heuchlin voor de bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde vicaris <strong>van</strong> de bisschop, de abt <strong>van</strong><br />
Kreutzling<strong>en</strong> <strong>en</strong> Petershuws<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere geestelijk<strong>en</strong> werd gebracht, <strong>en</strong> hem de<br />
punt<strong>en</strong> <strong>van</strong> beschuldiging werd<strong>en</strong> voorgelez<strong>en</strong>. To<strong>en</strong> hij op deze punt<strong>en</strong> wilde<br />
antwoord<strong>en</strong>, werd hem gebod<strong>en</strong>, dat hij ge<strong>en</strong> andere woord<strong>en</strong> zou gebruik<strong>en</strong> dan<br />
alle<strong>en</strong>: “Dat geloof ik," <strong>en</strong>: "Dat geloof ik niet." Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> had alles in de Latijnse<br />
taal plaats, opdat het volk niet verstaan zou, wat er gesprok<strong>en</strong> werd. Vel<strong>en</strong> toond<strong>en</strong><br />
groot medelijd<strong>en</strong> met deze man te hebb<strong>en</strong>.<br />
Eindelijk zei de vicaris: "Op gezag <strong>van</strong> de eerwaardige heer, de heer Hugo, bisschop<br />
<strong>van</strong> Konstanz, veroordel<strong>en</strong>, verwerp<strong>en</strong> <strong>en</strong> tred<strong>en</strong> wij deze m<strong>en</strong>s, met voet<strong>en</strong> als e<strong>en</strong><br />
ketter <strong>en</strong> teg<strong>en</strong>partijder <strong>van</strong> de heilige moeder de kerk, <strong>en</strong> e<strong>en</strong> bestrijder <strong>van</strong> het<br />
algem<strong>en</strong>e geloof, als die de heilige orde niet waardig is; waarom wij gebied<strong>en</strong>, dat hij<br />
afgezet <strong>en</strong> <strong>van</strong> de orde beroofd moet word<strong>en</strong>."<br />
Daarna werd hij, als naar gewoonte, op plechtige wijze <strong>door</strong> de vicaris ontwijd.<br />
Vervolg<strong>en</strong>s klaagde Julianus Reuchlijn, de burgemeester <strong>van</strong> Merseburg, hem hij de<br />
rechter als ketter aan, <strong>en</strong> leverde hem aan de wereldlijke rechter over, die hem<br />
veroordeelde om tot as verbrand te word<strong>en</strong>.<br />
To<strong>en</strong> Johannes Heuchlin dit vonnis had aangehoord, sloeg hij zijn og<strong>en</strong> naar de hemel<br />
<strong>en</strong> zei: "Dat vergeve u God, want gij weet niet, wat gij doet." Met andere woord<strong>en</strong><br />
dankte hij God <strong>en</strong> sprak: "U zij lof <strong>en</strong> dank, o eeuwige God, dat Gij mij verwaardigd<br />
hebt, om op deze dag, om Uws heilig<strong>en</strong> Naams wil marteling<strong>en</strong> te lijd<strong>en</strong> <strong>en</strong> de dood te<br />
ondergaan."<br />
Met het grootste geduld ging hij naar de gerichtsplaats, waar hij zou verbrand word<strong>en</strong>,<br />
<strong>en</strong> zong intuss<strong>en</strong> <strong>en</strong>ige psalm<strong>en</strong> <strong>en</strong> lofzang<strong>en</strong>, zoals: “Ere zij God in de hoogste<br />
hemel<strong>en</strong>," <strong>en</strong>: "Mijn ziel maakt groot de Heere," <strong>en</strong>z.<br />
Daarna gaf hij onder aanroeping <strong>van</strong> de Naam <strong>van</strong> Jezus Christus, de geest in het<br />
vuur, <strong>en</strong> verkreeg alzo, om de christelijke waarheid, langs de weg <strong>van</strong> kruis <strong>en</strong> lijd<strong>en</strong>,<br />
de onverwelkelijke kroon der overwinning in de vreugde der eeuwige zaligheid.<br />
Dit geschiedde op de 8 ste Februari in het jaar onzes Heer<strong>en</strong> 1527.<br />
Leonhard Keizer<br />
Leonhard Keizer gebor<strong>en</strong> te Raäb, in Beijer<strong>en</strong>, werd <strong>van</strong> Witt<strong>en</strong>berg, waar hij twee<br />
jar<strong>en</strong> gestudeerd had, geroep<strong>en</strong>, omdat zijn vader ernstig ziek lag <strong>en</strong> in doodsgevaar<br />
verkeerde. To<strong>en</strong> de bisschop <strong>van</strong> Passau vernam, dat Leonhard was thuis gekom<strong>en</strong>,<br />
beijverde hij zich om hem ge<strong>van</strong>g<strong>en</strong> te do<strong>en</strong> nem<strong>en</strong>. Door de vorst <strong>van</strong> Passau werd er<br />
e<strong>en</strong> brief gezond<strong>en</strong> aan de rechter te Raäb, waarin bevol<strong>en</strong> werd, dat hij deze<br />
Leonhard moest ge<strong>van</strong>g<strong>en</strong> nem<strong>en</strong>. Hij deed dit ook, <strong>en</strong> bracht hem drie dag<strong>en</strong> daarna<br />
in het Landgericht te Sherding, waar hij omtr<strong>en</strong>t zijn leer <strong>en</strong> zijn geloof onderzocht<br />
werd <strong>door</strong> <strong>en</strong>ige lerar<strong>en</strong>, geestelijk<strong>en</strong>, priesters <strong>en</strong> monnik<strong>en</strong>.<br />
De artikel<strong>en</strong>, die hij beleed, <strong>en</strong> waarom hij ook verbrand werd, war<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de:<br />
1. Dat het geloof alle<strong>en</strong> rechtvaardig voor God, zonder toedo<strong>en</strong> der werk<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dat de<br />
werk<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> vrucht<strong>en</strong> <strong>van</strong> het geloof zijn.<br />
2. Dat er slechts twee sacram<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn, namelijk, de doop <strong>en</strong> het avondmaal <strong>van</strong> de<br />
Heere Christus.<br />
3. Dat de mis ge<strong>en</strong> offerande is voor de lev<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> de dod<strong>en</strong>.<br />
4. Dat hij in twee jar<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> mis had bijgewoond.
9<br />
5. Dat hij te Witt<strong>en</strong>berg het sacram<strong>en</strong>t in beide gestalt<strong>en</strong>, namelijk in brood <strong>en</strong> wijn,<br />
zoals Christus het Zelf had ingesteld, had ont<strong>van</strong>g<strong>en</strong>.<br />
6. Dat de andere vijf ge<strong>en</strong> sacram<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn, die in de Schrift gegrond war<strong>en</strong>.<br />
7. Dat er drieërlei biecht is: De eerste die <strong>van</strong> het geloof, welke alle dag<strong>en</strong> nodig is.<br />
De andere die der liefde welke plaats heeft, wanneer ik mijn naaste vertoornd heb,<br />
<strong>en</strong> mij weer met hem verzo<strong>en</strong>, Matth. 18. De derde is die, wanneer m<strong>en</strong> onder<br />
b<strong>en</strong>auwdheid <strong>van</strong> het gewet<strong>en</strong> raad vraagt aan e<strong>en</strong> geleerd man, of aan e<strong>en</strong> di<strong>en</strong>aar<br />
der geme<strong>en</strong>te, om uit Gods Woord te mog<strong>en</strong> vertroost word<strong>en</strong>.<br />
8. Dat er ge<strong>en</strong> andere voldo<strong>en</strong>ing voor de zond<strong>en</strong> is dan alle<strong>en</strong> het lijd<strong>en</strong> <strong>en</strong> sterv<strong>en</strong><br />
<strong>van</strong> onze Heere Jezus Christus voor ons arme zondaars geschied.<br />
9. Dat de priesters vrouw<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> trouw<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dat hun gelofte Gods Woord niet<br />
krachteloos mag mak<strong>en</strong>. Dat het niet in onze macht is zich <strong>van</strong> vrouw<strong>en</strong> af te<br />
houd<strong>en</strong>, maar dat Gods g<strong>en</strong>ade dat gev<strong>en</strong> moet.<br />
10. Dat wij alle<strong>en</strong> <strong>door</strong> Christus vrij zijn.<br />
11. Dat de m<strong>en</strong>s in goddelijke zak<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> vrije wil heeft.<br />
12. Dat er ge<strong>en</strong> vagevuur in de Heilige Schrift beschrev<strong>en</strong> noch gevond<strong>en</strong> wordt.<br />
13. Dat alle dag<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> heilig zijn; dat het nochtans goed is, dat m<strong>en</strong> in de week, zoals<br />
dit des Zondags geschiedt, bije<strong>en</strong>komt, om het Woord <strong>van</strong> God te hor<strong>en</strong>, <strong>en</strong> te<br />
bidd<strong>en</strong> voor alle nod<strong>en</strong>.<br />
14. Dat m<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> onderscheid in spijs moet mak<strong>en</strong>, alsof de e<strong>en</strong> meer verbod<strong>en</strong> ware<br />
dan de andere.<br />
15. Dat m<strong>en</strong> de gestorv<strong>en</strong> heilig<strong>en</strong> niet behoort aan te roep<strong>en</strong> of als voorsprekers te<br />
verer<strong>en</strong>, maar God aan te roep<strong>en</strong> <strong>en</strong> Hem alle<strong>en</strong> te di<strong>en</strong><strong>en</strong>. Dat wij ook ge<strong>en</strong><br />
ander<strong>en</strong> Middelaar hebb<strong>en</strong> dan Jezus Christus, Die ons <strong>van</strong> God tot e<strong>en</strong> Middelaar<br />
geschonk<strong>en</strong> is, zoals de Schrift zegt. Dat m<strong>en</strong> in de heilig<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> de g<strong>en</strong>ade <strong>en</strong> de<br />
weldad<strong>en</strong> Gods moet opmerk<strong>en</strong>, <strong>en</strong> God in Zijn heilig<strong>en</strong> prijz<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet de heilig<strong>en</strong><br />
zelf.<br />
To<strong>en</strong> hem gevraagd werd, wat hij <strong>van</strong> de maagd Maria dacht, antwoordde hij, dat zij<br />
e<strong>en</strong> persoon was, die <strong>door</strong> de almachtige God hoog was beg<strong>en</strong>adigd, om de moeder te<br />
zijn <strong>van</strong> Zijn allerliefste Zoon, doch uit g<strong>en</strong>ade <strong>en</strong> niet om haar verdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong>.<br />
Hierop zei de Leraar Rosin: "Nochtans zingt de christelijke kerk: "Quia tu meruisti<br />
portare," dat is: omdat gij hebt verdi<strong>en</strong>d te drag<strong>en</strong>."<br />
Daarop antwoordde Leonhard, dat Maria in haar lofzang (Magnificat) zelf anders<br />
betuigt; want zij zegt: "Hij heeft de nederigheid <strong>van</strong> Zijn di<strong>en</strong>stmaagd aangezi<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />
hongerig<strong>en</strong> heeft Hij met goeder<strong>en</strong> verzadigd, <strong>en</strong> de rijk<strong>en</strong>, dat is de werkheilig<strong>en</strong>, die<br />
op hun verdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> roem<strong>en</strong>, heeft Hij leeg weggezond<strong>en</strong>."<br />
Dat de paus ge<strong>en</strong> macht had iemand te verdoem<strong>en</strong>, want dat zulks God alle<strong>en</strong><br />
toekomt. Het is bek<strong>en</strong>d, hoe m<strong>en</strong> de ban gebruik<strong>en</strong> moet, <strong>en</strong> wel niet om te<br />
verdoem<strong>en</strong>, maar om de weerspannige <strong>en</strong> hardnekkige te dwing<strong>en</strong> <strong>en</strong> te bescham<strong>en</strong>,<br />
opdat hij zijn zond<strong>en</strong> belijdt <strong>en</strong> berouw krijgt, met bijvoeging, dat hij daarom <strong>van</strong> de<br />
geme<strong>en</strong>te Gods uitgeslot<strong>en</strong> is, <strong>en</strong> alzo g<strong>en</strong>oopt worde tot de geme<strong>en</strong>te terug te ker<strong>en</strong>,<br />
<strong>en</strong> te beger<strong>en</strong> weer aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong> toegelat<strong>en</strong> te word<strong>en</strong>, zoals hij Matth. 18 staat, <strong>en</strong><br />
gelijk Paulus deed, 1 Kor. 5.<br />
Deze <strong>en</strong> dergelijke artikel<strong>en</strong> beleed hij in het op<strong>en</strong>baar, <strong>en</strong> legde sommige met groot<br />
verstand <strong>en</strong> verlicht<strong>en</strong> geest zeer uitvoerig met de Heilige Schrift uit, zo zelfs, dat de<br />
geestelijke er <strong>door</strong>geroerd werd <strong>en</strong> zei: “Heer Leonard, wat doet gij? wilt gij<br />
predik<strong>en</strong>?" Aldus beleed hij de waarheid voor God <strong>en</strong> de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> op zeer vrijmoedige<br />
<strong>en</strong> onvermoeide wijze.
10<br />
Eindelijk ontzett<strong>en</strong> zij hem <strong>van</strong> zijn priesterschap, ded<strong>en</strong> hem de priesterlijke<br />
kleding uit <strong>en</strong> andere kleding aan, plaatst<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zwaar <strong>door</strong>sned<strong>en</strong> muts op zijn hoofd,<br />
<strong>en</strong> gav<strong>en</strong> hem alzo als e<strong>en</strong> leek aan de rechter der stad over. De bisschop <strong>van</strong> Passau<br />
<strong>en</strong> die <strong>van</strong> Reg<strong>en</strong>sburg bad<strong>en</strong> voor Leonhard, dat m<strong>en</strong> hem niet ter dood zou br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.<br />
De rechter nam hem mee, <strong>en</strong> bracht hem andermaal in de ge<strong>van</strong>g<strong>en</strong>is, waar zijn<br />
vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> betrekking<strong>en</strong> hem kwam<strong>en</strong> vertroost<strong>en</strong>, die hem tev<strong>en</strong>s bad<strong>en</strong>, om niet<br />
<strong>van</strong> de waarheid, om lev<strong>en</strong> noch dood, af te wijk<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> kwam er tot hem <strong>en</strong> zei:<br />
"Heer Leonhard, gij zult verbrand word<strong>en</strong>."<br />
Hij antwoordde daarop: "E<strong>en</strong> andere boodschap te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> ware beter, doch de wil<br />
des Heer<strong>en</strong> geschiede."<br />
Daarna kwam de scherprechter tot hem, <strong>en</strong> vroeg hem, hoe hij heette.<br />
Hij antwoordde: "Ik heet Leonhard."<br />
De scherprechter hernam: “Ik kan u niet veel voorzegg<strong>en</strong> of ler<strong>en</strong>. Gij weet, wat gij<br />
do<strong>en</strong> moet; ik moet nu handel<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s het bevel <strong>van</strong> mijn g<strong>en</strong>adig<strong>en</strong> heer."<br />
To<strong>en</strong> zei Leonhard: "Lieve vri<strong>en</strong>d, ik heb uw onderwijs niet nodig; doe wat u bevol<strong>en</strong><br />
is," <strong>en</strong> hij stak zijn hand<strong>en</strong> uit, die zeer stevig gebond<strong>en</strong> werd<strong>en</strong>, <strong>en</strong> daar de touw<strong>en</strong> in<br />
de war zat<strong>en</strong>, vloekte de scherprechter op vreselijke wijze. Leonhard sprak hem aan <strong>en</strong><br />
zei: "Lieve broeder, vloek niet, neem er de tijd toe, ik zal niet ontlop<strong>en</strong>."<br />
Terwijl hij uitgeleid werd, om gedood te word<strong>en</strong>, vermaande hij het volk op zeer<br />
vurige wijze. To<strong>en</strong> hij bij de galg kwam, <strong>en</strong> e<strong>en</strong> grote m<strong>en</strong>igte volks daar vergaderd<br />
zag, riep hij: "Hier is de oogst, hier zou m<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> arbeid<strong>en</strong>. Bidt toch de Heere des<br />
oogstes, dat Hij arbeiders tot de oogst uitz<strong>en</strong>de."<br />
Terwijl hij aldus het volk toesprak, poogde de landsrechter dit hem te belett<strong>en</strong>," <strong>en</strong> zei<br />
tot de scherprechter: "Maak er e<strong>en</strong> einde aan, gij weet, wat u bevol<strong>en</strong> is."<br />
Aldus werd de vrome getuige <strong>van</strong> Christus, tot op het hemd ontkleed, in het vuur<br />
geworp<strong>en</strong>, <strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> paal gebond<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> priester kwam tot hem <strong>en</strong> zei, dat, indi<strong>en</strong> hij<br />
bij <strong>en</strong>ige artikel<strong>en</strong> gedwaald had, hij God om g<strong>en</strong>ade moest bidd<strong>en</strong>, doch de heer<br />
Leonhard. wilde hem daarop niet antwoord<strong>en</strong>.<br />
To<strong>en</strong> het vuur aangestok<strong>en</strong> was, riep hij herhaalde mal<strong>en</strong> met luider stem: "0 Heere<br />
Jezus, ik bid U, maak mij zalig."<br />
Het vuur verteerde zijn hand<strong>en</strong>, voet<strong>en</strong> <strong>en</strong> het hoofd, <strong>en</strong>, to<strong>en</strong> het vuur te zwak werd,<br />
haalde de scherprechter het lichaam daar uit, wierp weer <strong>en</strong>ig hout op de brandstapel,<br />
<strong>door</strong>boorde zijn lichaam met e<strong>en</strong> zwaard, stak e<strong>en</strong> stok <strong>door</strong> dit gat, <strong>en</strong> wierp hem<br />
weer in het vuur, waar hij verbrandde.<br />
Aldus scheidde deze heilige martelaar <strong>van</strong> deze wereld, <strong>en</strong> wel op de 16d<strong>en</strong> Augustus<br />
in het jaar 1527.<br />
In dit jaar werd ook als ketter veroordeeld <strong>en</strong> verbrand Johann Reuchlin, in Silezië.<br />
George Carp<strong>en</strong>tarius<br />
George Carp<strong>en</strong>tarius <strong>van</strong> Emering, werd te Münch<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> stad in Beier<strong>en</strong>, om de<br />
belijd<strong>en</strong>is <strong>van</strong> het e<strong>van</strong>gelie, in e<strong>en</strong> ge<strong>van</strong>g<strong>en</strong>is, Valk<strong>en</strong>tor<strong>en</strong> g<strong>en</strong>aamd, ge<strong>van</strong>g<strong>en</strong><br />
gehoud<strong>en</strong>, <strong>en</strong> <strong>door</strong> twee scherprechters uitgeleid om zijn vonnis te vernem<strong>en</strong>. Om hem<br />
te verman<strong>en</strong> volgd<strong>en</strong> hem twee Minderbroeders, tot wie hij echter zei, dat zij thuis<br />
zoud<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>.<br />
To<strong>en</strong> hij voor het raadhuis stond, las m<strong>en</strong> hem vier artikel<strong>en</strong> voor, namelijk:<br />
1. Dat hij niet geloofde, dat de priesters macht hadd<strong>en</strong> iemand de zoud<strong>en</strong> te vergev<strong>en</strong>.<br />
2. Dat ge<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s God uit de hemel kan do<strong>en</strong> neerdal<strong>en</strong>.
11<br />
3. Dat God in het brood wat de priester op het altaar uitdeelt, niet beslot<strong>en</strong> is; <strong>en</strong> dat<br />
ook het brood <strong>van</strong> nature <strong>en</strong> wez<strong>en</strong> niet verandert.<br />
4. Dat de waterdoop ge<strong>en</strong> zaligheid aanbr<strong>en</strong>gt.<br />
Hem werd bevol<strong>en</strong> deze artikel<strong>en</strong> te herroep<strong>en</strong>; doch hij wilde de waarheid in ge<strong>en</strong><br />
dele verlooch<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />
Ook de stadsonderwijzer kwam tot hem <strong>en</strong> vroeg hem: "George, b<strong>en</strong> jeook bevreesd<br />
voor de marteling<strong>en</strong>, die je zult moet<strong>en</strong> ondergaan? Indi<strong>en</strong> m<strong>en</strong> u losliet, zou je niet<br />
tot je vrouw <strong>en</strong> lieve kinder<strong>en</strong> will<strong>en</strong> gaan?"<br />
Hij antwoordde: "Waar zou ik liever will<strong>en</strong> he<strong>en</strong>gaan dan daar?"<br />
De onderwijzer zei: “Herroep dan, wat gij beled<strong>en</strong> hebt, <strong>en</strong> gij zult losgelat<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong>."<br />
George hernam: Ik heb mijn vrouw <strong>en</strong> kindertjes zo lief, dat ik er al de inkomst<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />
het gehele land <strong>van</strong> de hertog <strong>van</strong> Beier<strong>en</strong> niet voor in de plaats wil nem<strong>en</strong>; nochtans<br />
wil ik die all<strong>en</strong> graag verlat<strong>en</strong> om mijn Heere."<br />
To<strong>en</strong> hij naar de gerichtsplaats geleid werd, sprak de onderwijzer hem andermaal aan<br />
<strong>en</strong> zei: "Lieve George, geloof aan het sacram<strong>en</strong>t <strong>van</strong> het altaar <strong>en</strong> belijd, dat het ge<strong>en</strong><br />
bloot tek<strong>en</strong> is."<br />
Hij antwoordde. “Ik weet zeker, dat het sacram<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> tek<strong>en</strong> is <strong>van</strong> het lichaam <strong>van</strong><br />
Jezus Christus, Die voor ons aan het kruis overgeleverd is. Deze Christus wil ik voor<br />
de gehele wereld belijd<strong>en</strong>. Hij is mijn Zaligmaker, <strong>en</strong> in Hem geloof ik."<br />
Eindelijk vroeg de onderwijzer nogmaals, of hij in Hem geloofde <strong>en</strong> op Hem zijn<br />
vertrouw<strong>en</strong> stelde, Die hij zo onbevreesd met de mond beleed.<br />
George antwoordde daarop: "Het zou mij moeilijk <strong>en</strong> zwaar zijn de dood teg<strong>en</strong> te<br />
gaan, wanneer ik dit niet zo vast geloofde, als ik het met de mond belijd. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong><br />
weet ik zeer goed, dat de toestand der christ<strong>en</strong><strong>en</strong> meebr<strong>en</strong>gt, dat, waar ik Christus<br />
aanhang, ik vervolging zal moet<strong>en</strong> lijd<strong>en</strong>."<br />
Er kwam ook e<strong>en</strong> priester tot hem, die hem vroeg, of hij het ook goed vond, dat m<strong>en</strong><br />
in zijn dood voor hem zou bidd<strong>en</strong> <strong>en</strong> hij miss<strong>en</strong> voor hem do<strong>en</strong> zou.<br />
“Ik verlang alle<strong>en</strong> <strong>van</strong> u," zei hij, "dat gij voor mij bidt, zo langer lev<strong>en</strong> in mijn<br />
lichaam is, opdat God mij geduld sch<strong>en</strong>kt, t<strong>en</strong>einde ik met all<strong>en</strong> ootmoed in het<br />
christelijk geloof de pijniging<strong>en</strong> mag ondergaan; maar, als mijn ziet <strong>van</strong> het lichaam<br />
gescheid<strong>en</strong> is, heb ik ge<strong>en</strong> gebed<strong>en</strong> meer nodig."<br />
To<strong>en</strong> hij op e<strong>en</strong> ladder gebond<strong>en</strong> was, richtte hij zeer treff<strong>en</strong>de christelijke<br />
vermaning<strong>en</strong> tot het volk. Daarna bezocht<strong>en</strong> hem christelijke broeders, die hem bad<strong>en</strong>,<br />
dat, wanneer hij in het vuur lag, hij dan <strong>en</strong>ig tek<strong>en</strong> <strong>van</strong> zijn geloof ton<strong>en</strong> zou. Hij<br />
antwoordde: "dit zal u e<strong>en</strong> tek<strong>en</strong> zijn: zo lang ik mijn mond zal kunn<strong>en</strong> op<strong>en</strong><strong>en</strong>, zal ik<br />
niet nalat<strong>en</strong> de naam <strong>van</strong> Jezus te belijd<strong>en</strong>."<br />
Hij was zo standvastig, dat zijn aangezicht niet veranderde <strong>en</strong> altijd ev<strong>en</strong> blijde <strong>en</strong><br />
vrolijk ging hij naar de brandstapel.<br />
Terwijl de beide scherprechters hem met de ladder oprichtt<strong>en</strong>, sprak hij al lach<strong>en</strong>de<br />
e<strong>en</strong> christ<strong>en</strong>broeder aan, nam afscheid <strong>van</strong> hem, <strong>en</strong> vroeg hem vergeving voor hetge<strong>en</strong><br />
hij aan hem misdaan had, totdat hij op de brandstapel geworp<strong>en</strong> werd, waar hij<br />
herhaalde mal<strong>en</strong> Jezus Christus aanriep.<br />
To<strong>en</strong> de beul hem omkeerde, verhief hij zijn stem nog <strong>en</strong> riep: "Jezus, Jezus," <strong>en</strong> gaf<br />
aldus zijn geest aan God over, in het jaar <strong>van</strong> onze <strong>en</strong>ige Zaligmaker Jezus Christus<br />
1527.
E<strong>en</strong> glasblazer <strong>en</strong> e<strong>en</strong> riemsnijder<br />
Onder de regering <strong>van</strong> koning Ferdinand de eerste, werd<strong>en</strong> twee Hoogduitse<br />
handwerkslied<strong>en</strong>, <strong>van</strong> wie de e<strong>en</strong> glasblazer <strong>en</strong> de ander e<strong>en</strong> riemsnijder was, <strong>door</strong> de<br />
monnik<strong>en</strong> als Lutheran<strong>en</strong> aangeklaagd <strong>en</strong> <strong>door</strong> de geestelijk<strong>en</strong> te Praag tot de<br />
vuurdood veroordeeld. To<strong>en</strong> zij naar de gerichtsplaats gebracht werd<strong>en</strong>, besprak<strong>en</strong> zij<br />
vele zak<strong>en</strong> uit de Heilige schrift, zodat zij zelfs <strong>en</strong>ige tot schrei<strong>en</strong> bewog<strong>en</strong>.<br />
Aan de paal geplaatst zijnde, versterkte de e<strong>en</strong> de ander op bemoedig<strong>en</strong>de wijze; want<br />
to<strong>en</strong> de glasblazer zei: "Daar de Heere Jezus zeer wrede ding<strong>en</strong> voor ons heeft<br />
geled<strong>en</strong>, laat ons ook deze dood graag ondergaan, <strong>en</strong> ons verblijd<strong>en</strong>, dat ons deze<br />
g<strong>en</strong>ade wedervaart <strong>van</strong> voor de wet Gods te lijd<strong>en</strong>, antwoordde de riemsnijder: “Ik<br />
heb op mijn bruiloftsdag zulk e<strong>en</strong> blijdschap niet gesmaakt als ik nu gevoel.<br />
To<strong>en</strong> het hout werd ontstok<strong>en</strong>, bad<strong>en</strong> zij met luider stem: "Heere Jezus Christus, Gij<br />
hebt in Uw b<strong>en</strong>auwdhed<strong>en</strong> voor Uw vijand<strong>en</strong> gebed<strong>en</strong>. Wij bidd<strong>en</strong> dan ook, vergeef<br />
de koning, die <strong>van</strong> Praag <strong>en</strong> de geestelijkheid, want zij wet<strong>en</strong> niet wat zij do<strong>en</strong>, <strong>en</strong> hun<br />
hand<strong>en</strong> zijn vol bloed. Allerliefste m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, bidt voor uw koning, dat hem de Heere de<br />
k<strong>en</strong>nis der waarheid geve, want de bisschopp<strong>en</strong> <strong>en</strong> de geestelijkheid verleid<strong>en</strong> hem."<br />
Na deze zeer godvruchtige vermaning uitgesprok<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong>, ontsliep<strong>en</strong> zij zeer<br />
zacht in de Heere, op de 28 ste Augustus, in het jaar onzes Heer<strong>en</strong> 1528.<br />
Petrus Flysted<strong>en</strong> (Peter Fliested<strong>en</strong>) <strong>en</strong><br />
Adolf Clar<strong>en</strong>bach (Klar<strong>en</strong>bach, geb, 1497)<br />
Petrus Flysted<strong>en</strong>, gebor<strong>en</strong> in Gulik, kwam in de maand December <strong>van</strong> het jaar 1528 te<br />
Keul<strong>en</strong>, om daar de lied<strong>en</strong> de weg der zaligheid te ler<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de dwaling<strong>en</strong> aan het licht<br />
te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, waarin zij ge<strong>van</strong>g<strong>en</strong> lag<strong>en</strong>, vooral de schandelijke afgoderij, die zij met het<br />
misbrood bedrev<strong>en</strong>. T<strong>en</strong>einde daartoe e<strong>en</strong> geschikte geleg<strong>en</strong>heid te vind<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dit te<br />
beter te kunn<strong>en</strong> do<strong>en</strong>, ging hij naar de domkerk, plaatste zich hij het altaar, <strong>en</strong> bleef<br />
daar met het hoofd gedekt staan. To<strong>en</strong> nu in de mis de misouwel opgehev<strong>en</strong> werd,<br />
keerde hij zich met de rug naar het volk, zuchtte <strong>en</strong>ige mal<strong>en</strong> <strong>en</strong> spuwde op de grond.<br />
Na afloop <strong>van</strong> de mis wandelde hij nog <strong>en</strong>ige tijd in de domkerk rond. Door de<br />
priesters <strong>en</strong> de lek<strong>en</strong>, die daar teg<strong>en</strong>woordig war<strong>en</strong>, werd dit opgemerkt, <strong>en</strong> deze<br />
verwonderd<strong>en</strong> er zich zeer over, dat hij de misgod, hun sacram<strong>en</strong>t, zoals zij dit<br />
noemd<strong>en</strong>, ge<strong>en</strong> eer bewees, noch aanbad. Niemand ev<strong>en</strong>wel vroeg hem, zoals hij<br />
gehoopt had, om welke red<strong>en</strong> hij dit deed.<br />
De priesters haastt<strong>en</strong> zich dit de opperrechter bek<strong>en</strong>d te mak<strong>en</strong>, die op de straat stond<br />
te wacht<strong>en</strong>, totdat hij de dom verlat<strong>en</strong> zou, <strong>en</strong> hem daar aangreep <strong>en</strong> zei: Gij moet met<br />
ons mee gaan."<br />
Onverschrokk<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> lach<strong>en</strong>de mond antwoordde Petrus: "Graag, daarom b<strong>en</strong> ik<br />
hier gekom<strong>en</strong>." Vervolg<strong>en</strong>s bracht<strong>en</strong> de di<strong>en</strong>aars hem als ge<strong>van</strong>g<strong>en</strong>e naar de<br />
Frank<strong>en</strong>tor<strong>en</strong>.<br />
To<strong>en</strong> Petrus daar gedur<strong>en</strong>de geruime tijd gezet<strong>en</strong> had, vaardigde de raad <strong>van</strong> Keul<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong>ige af, die met de kettermeester <strong>en</strong> andere lerar<strong>en</strong> tot hem kwam<strong>en</strong>, <strong>en</strong> hem onder<br />
vele andere artikel<strong>en</strong> ook vroeg<strong>en</strong> om welke red<strong>en</strong> hij het hoogwaardig sacram<strong>en</strong>t<br />
veracht, versmaad <strong>en</strong> zich daarteg<strong>en</strong> zo verzet had.<br />
Petrus antwoordde, dat hij het nachtmaal des Heer<strong>en</strong> Christus niet had veracht, maar<br />
alle<strong>en</strong> het misbruik; <strong>en</strong> dat hij dit met ge<strong>en</strong> andere bedoeling had gedaan, dan dat de<br />
geme<strong>en</strong>te hem daarover aansprek<strong>en</strong> zou, <strong>en</strong> hij dusdo<strong>en</strong>de geleg<strong>en</strong>heid zou hebb<strong>en</strong>,<br />
12
13<br />
het dwal<strong>en</strong>de volk, dat het sacram<strong>en</strong>t als zijn God eerde, te onderricht<strong>en</strong> <strong>en</strong> te<br />
verman<strong>en</strong>.<br />
To<strong>en</strong> zij hem vroeg<strong>en</strong>, of hij over deze daad berouw had, <strong>en</strong> hij dit nog wel e<strong>en</strong>s zou<br />
do<strong>en</strong>, antwoordde hij, dat het hem niet berouwde; <strong>en</strong> hij wel te Keul<strong>en</strong> zou will<strong>en</strong><br />
kom<strong>en</strong> om dit te do<strong>en</strong>, omdat het sacram<strong>en</strong>t ge<strong>en</strong> God is, <strong>en</strong> m<strong>en</strong> zulke afgoderij, als<br />
ui<strong>en</strong> daar bedreef, niet behoefde te duld<strong>en</strong>. Hij verklaarde verder, dat het slechts<br />
uiterlijke tek<strong>en</strong><strong>en</strong> war<strong>en</strong>, die m<strong>en</strong> in het geloof moest gebruik<strong>en</strong>, <strong>en</strong> daarom ook niet<br />
moest<strong>en</strong> er<strong>en</strong>, aanbidd<strong>en</strong> of in e<strong>en</strong> kastje sluit<strong>en</strong>.<br />
Deze <strong>en</strong> dergelijke antwoord<strong>en</strong> bracht<strong>en</strong> de her<strong>en</strong> aan de raad over, waarop werd<br />
beslot<strong>en</strong>, dat, wanneer hij zijn voornem<strong>en</strong> niet liet var<strong>en</strong>, m<strong>en</strong> hem aan de<br />
opperbestuurder <strong>van</strong> het hoogwereldlijk gericht zou overlever<strong>en</strong>, om hem terecht te<br />
stell<strong>en</strong>. To<strong>en</strong> hij overgeleverd werd, ging hij met e<strong>en</strong> opgeruimd gelaat naar het huis<br />
<strong>van</strong> de opperbestuurder, zodat zelfs ieder er zich over verwonderde. Ev<strong>en</strong>min was hij<br />
mismoedig, to<strong>en</strong> hij in de kelder gebracht werd.<br />
Daar <strong>en</strong>ige tijd vertoefd hebb<strong>en</strong>de, liet<strong>en</strong> de opperbestuurder <strong>en</strong> de schep<strong>en</strong><strong>en</strong> hem er<br />
uit hal<strong>en</strong>, t<strong>en</strong>einde hem aan het gestr<strong>en</strong>gste onderzoek te onderwerp<strong>en</strong>, terwijl zij<br />
me<strong>en</strong>d<strong>en</strong> hem tot herroep<strong>en</strong> te zull<strong>en</strong> dwing<strong>en</strong>. Zij pijnigd<strong>en</strong> hem zo lang, dat het de<br />
beul zelf, zoals hij betuigd heeft, begon te hinder<strong>en</strong>; die hem dan ook niet langer wilde<br />
martel<strong>en</strong>. Zij wonn<strong>en</strong> er echter niets anders hij, dan dat hij alle<strong>en</strong> tot God zuchtte, <strong>en</strong><br />
Hem om troost <strong>en</strong> hulp aanriep, <strong>en</strong> ook dankte, dat Hij hem waardig keurde, om Zijns<br />
Woords wil te lijd<strong>en</strong>. To<strong>en</strong> zij niets op hem vermocht<strong>en</strong>, liet<strong>en</strong> zij hem weer in het<br />
blok geboeid ligg<strong>en</strong>, spijzigd<strong>en</strong> hem met brood <strong>en</strong> water, pijnigd<strong>en</strong> hem <strong>van</strong> tijd tot<br />
tijd, <strong>en</strong> dreigd<strong>en</strong> hem nu <strong>en</strong> dan met e<strong>en</strong> zwaard <strong>en</strong> de brandstapel, opdat hij herroep<strong>en</strong><br />
zonde.<br />
Daarna bracht m<strong>en</strong> hij hem Adolf Clar<strong>en</strong>bach, die vroeger onderwijzer te Wezel was,<br />
<strong>en</strong> te Keul<strong>en</strong>, om de E<strong>van</strong>gelische waarheid, die hij standvastig beleed, werd<br />
ge<strong>van</strong>g<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Vervolg<strong>en</strong>s werd hij, na veel met de lerar<strong>en</strong> <strong>en</strong> schriftgeleerd<strong>en</strong><br />
over het aanbidd<strong>en</strong> <strong>van</strong> de heilig<strong>en</strong>, over de pauselijke macht, over de mis, over het<br />
vagevuur <strong>en</strong> over andere m<strong>en</strong>selijke instelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> gebod<strong>en</strong> gesprok<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong>, aan<br />
de wereldlijke rechter overgeleverd, <strong>en</strong> alzo hij deze vrome getuige <strong>van</strong> Jezus<br />
Christus, Petrus Flysted<strong>en</strong>, in de ge<strong>van</strong>g<strong>en</strong>is gebracht.<br />
Terwijl zij aldus hun dag<strong>en</strong> in verdrukking <strong>door</strong>bracht<strong>en</strong>, rustt<strong>en</strong> de bloeddorstige<br />
schriftgeleerd<strong>en</strong> <strong>en</strong> lerar<strong>en</strong> niet, <strong>en</strong> zett<strong>en</strong> de rechters teg<strong>en</strong> h<strong>en</strong> op, t<strong>en</strong>einde zo hun<br />
onschuldig bloed te do<strong>en</strong> vloei<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> zekere ziekte, die to<strong>en</strong> te Keul<strong>en</strong> heerste,<br />
legd<strong>en</strong> zij de gelovig<strong>en</strong> t<strong>en</strong> laste, terwijl zij riep<strong>en</strong> dat God vertoornd was, omdat m<strong>en</strong><br />
de ketters in het lev<strong>en</strong> liet. Zij bracht<strong>en</strong> het eindelijk <strong>door</strong> hun schreeuw<strong>en</strong> zo ver, dat<br />
m<strong>en</strong> deze beide vrome belijders der waarheid zou do<strong>en</strong> sterv<strong>en</strong>, wanneer zij niet<br />
wild<strong>en</strong> herroep<strong>en</strong>.<br />
To<strong>en</strong> dit beslot<strong>en</strong> was, kwam op de 7d<strong>en</strong> September 1529, de opperbestuurder in de<br />
avond tot h<strong>en</strong>, <strong>en</strong> vroeg hun, of zij niet wild<strong>en</strong> herroep<strong>en</strong>. Als zij dit weigerd<strong>en</strong>,<br />
vertrok hij. Daarna versch<strong>en</strong><strong>en</strong> er hij h<strong>en</strong> <strong>en</strong>ige priesters, t<strong>en</strong>einde h<strong>en</strong> te onderwijz<strong>en</strong>,<br />
die ook tot h<strong>en</strong> zeid<strong>en</strong>, vooral het woord tot Clar<strong>en</strong>bach richt<strong>en</strong>de: "Lieve Adolf, wij<br />
zijn hier niet gekom<strong>en</strong> om lang met u te redetwist<strong>en</strong>, maar wij verlang<strong>en</strong> wel, dat gij<br />
het einde wilt bed<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, <strong>en</strong> niet zo hardnekkig aan uw m<strong>en</strong>ing blijft vasthoud<strong>en</strong>; t<strong>en</strong><br />
all<strong>en</strong> tijde zijn er toch vele vrome <strong>en</strong> heilige m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> geweest, God de Heere laat ons<br />
immers niet all<strong>en</strong> dwal<strong>en</strong>."<br />
Adolf antwoordde: "Zo sprek<strong>en</strong> zij gewoonlijk all<strong>en</strong>; maar wij houd<strong>en</strong> ons aan de<br />
Heere Jezus Christus <strong>en</strong> aan Zijn heilig Woord, niet aan de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, <strong>en</strong> zo kunn<strong>en</strong> wij
14<br />
niet dwal<strong>en</strong>. Dat Woord zull<strong>en</strong> wij belijd<strong>en</strong> zo lang onze mond op<strong>en</strong> is <strong>en</strong> wij<br />
kunn<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong>."<br />
De andere dag, omtr<strong>en</strong>t 9 uur kwam de opperbestuurder, <strong>en</strong> leidde Petrus <strong>en</strong> Adolf uit<br />
de ge<strong>van</strong>g<strong>en</strong>is, terwijl de beul beid<strong>en</strong> aan elkaar bond. To<strong>en</strong> loofd<strong>en</strong> zij God de Heere,<br />
<strong>en</strong> sprak<strong>en</strong>: "Lof, eer <strong>en</strong> dank zij U, almachtige Vader, dat Gij deze dag hebt lat<strong>en</strong><br />
aanbrek<strong>en</strong>, waarnaar wij zo lang verlangd hebb<strong>en</strong>. O Heere, zie toch neer, want het is<br />
tijd."<br />
Daarna werd<strong>en</strong> zij naar het gerecht geleid, om het vonnis te hor<strong>en</strong>, <strong>en</strong> zo verder naar<br />
de galg, waar zij heerlijke vermaning<strong>en</strong> richtt<strong>en</strong> tot het volk, elkaar vertroostt<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de<br />
Heere dankt<strong>en</strong> <strong>en</strong> prez<strong>en</strong>. To<strong>en</strong> zij buit<strong>en</strong> op het veld kwam<strong>en</strong>, beleed Adolf, dat zijn<br />
hart <strong>en</strong> gemoed zo vrolijk was, <strong>en</strong> hij niet geloofde, dat er grotere vreugde op aarde<br />
gesmaakt kon word<strong>en</strong>.<br />
Daar vroeg e<strong>en</strong> monnik hem, of m<strong>en</strong> ook zielsmiss<strong>en</strong> voor h<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> zou, in dat geval<br />
wild<strong>en</strong> zij het geld daartoe hij het volk inzamel<strong>en</strong>, zoals gewoonlijk plaats had. Adolf<br />
antwoordde: "Ge<strong>en</strong>szins; ik vraag naar uw gewoonte niet, of me<strong>en</strong>t gij, dat onze ziel<strong>en</strong><br />
in de zak der priesters moet<strong>en</strong> var<strong>en</strong>?”<br />
Vervolg<strong>en</strong>s begon Petrus in het kort zijn geloof aan het volk mee te del<strong>en</strong>, hoewel de<br />
opperbestuurder hem herhaalde mal<strong>en</strong> in de rede viel, <strong>en</strong> maakte het volk de artikel<strong>en</strong><br />
duidelijk, waarom zij moest<strong>en</strong> sterv<strong>en</strong>. To<strong>en</strong> de opperbestuurder dat hoorde, zei hij tot<br />
de scherprechter: “Hang de boef op!"<br />
Petrus zei tot de opperbestuurder: “Heer opperbestuurder, gij begint het bloed der<br />
christ<strong>en</strong><strong>en</strong> te vergiet<strong>en</strong>; zie voor uzelf toe, wat gij doet, opdat gij het voor God kunt<br />
verantwoord<strong>en</strong>. Pilatus wist niet, wat hij deed; maar gij weet wel, wat u doet, <strong>en</strong><br />
waarom gij het doet. Ga nu he<strong>en</strong> <strong>en</strong> zeg, dat gij aan het bloedvergiet<strong>en</strong> onschuldig<br />
b<strong>en</strong>t. Er staat geschrev<strong>en</strong>: "Gij Rechters, oordeelt, wat recht is."<br />
Vervolg<strong>en</strong>s trad de scherprechter op Petrus toe, <strong>en</strong> trok hem de kleder<strong>en</strong>, tot op het<br />
hemd, uit, <strong>en</strong> bond hem de hand<strong>en</strong> op wrede wijze over elkaar.<br />
To<strong>en</strong> kwam Adolf tot hem, <strong>en</strong> zei: "Broeder, wees sterk in de Heere <strong>en</strong> vertrouw op<br />
Hem; want hed<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> wij met Christus onze broeder in eeuwigheid lev<strong>en</strong>. Wees<br />
standvastig in het geloof, <strong>en</strong> vrees het vuur niet. Ik zal ook op de Heere vertrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
Zijn Woord zal mijn zegel zijn."<br />
Petrus antwoordde: "Ik wil sterv<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> christ<strong>en</strong>m<strong>en</strong>s."<br />
To<strong>en</strong> nam de beul hem, <strong>en</strong> leidde hem in de hut, die <strong>van</strong> hout <strong>en</strong> stro was<br />
sam<strong>en</strong>gesteld, zette hem aan de paal, wierp e<strong>en</strong> ket<strong>en</strong> om de hals, zodat hij niet meer<br />
sprek<strong>en</strong> kan, <strong>en</strong> met zijn voet<strong>en</strong> begon te spartel<strong>en</strong>, <strong>en</strong> hij blies daarop de laatste adem<br />
uit.<br />
To<strong>en</strong> Adolf zich ontkleed had, ging hij zelf vrijwillig naar de hut, sloeg zijn og<strong>en</strong> naar<br />
de hemel <strong>en</strong> dankte de Heere. Als hij in de hut kwam, <strong>en</strong> zag, dat Petrus de geest<br />
gegev<strong>en</strong> had, sprak hij bij zijn lijk: "Broeder, hebt gij de geest gegev<strong>en</strong>, dan is de<br />
Heere g<strong>en</strong>adig geweest; ik wil u spoedig volg<strong>en</strong>." To<strong>en</strong> hij zich aan de paal geplaatst<br />
had, bond de scherprechter hem, hing hem e<strong>en</strong> zak buskruit aan de hals, <strong>en</strong> stak het<br />
vuur aan. Adolf verlangde, dat m<strong>en</strong> hem intuss<strong>en</strong> de belijd<strong>en</strong>is des christelijk<strong>en</strong><br />
geloofs zou voorlez<strong>en</strong>, wat e<strong>en</strong> monnik dan ook deed. To<strong>en</strong> dit geëindigd was, zei<br />
Adolf: Dit geloof ik, <strong>en</strong> hij dit geloof wil ik lev<strong>en</strong> <strong>en</strong> sterv<strong>en</strong>."<br />
Terwijl intuss<strong>en</strong> het vuur begon te brand<strong>en</strong> <strong>en</strong> al feller werd, riep Adolf met luide<br />
stem: "O Heere, in Uw hand<strong>en</strong> beveel ik mijn geest." Daarna ontplofte het buskruit <strong>en</strong><br />
verstikte hem, zodat hij niet meer sprek<strong>en</strong> kon, <strong>en</strong> gaf de geest. Aldus werd<strong>en</strong> hun<br />
licham<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> verbrand op 28 september in het jaar 1529.
George Scharer, <strong>van</strong> Salveld<br />
Nadat George Scharer gedur<strong>en</strong>de neg<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> wereldlijk priester geweest was, ging<br />
hij, t<strong>en</strong>einde God te beter te kunn<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong>, in het klooster der Barrevoetermonnik<strong>en</strong>.<br />
Maar, aangezi<strong>en</strong> hij het daar anders vond dan hij wel gehoopt had, zei hij de<br />
monnikskap vaarwel; want hij vond daar niet anders dan haat, nijd, geschil, twist <strong>en</strong><br />
tweedracht, e<strong>en</strong> geveinsd lev<strong>en</strong>, schijnheiligheid, maar ge<strong>en</strong> goede dad<strong>en</strong>.<br />
To<strong>en</strong> de lust in de waarheid <strong>van</strong> het E<strong>van</strong>gelie in hem ontwaakt was, wilde hij niet<br />
langer in de broederschap <strong>van</strong> St. Franciscus blijv<strong>en</strong>, maar ging over tot de<br />
geme<strong>en</strong>schap <strong>van</strong> Jezus Christus. "Want St. Franciscus," zei hij, "heeft voor mij niet<br />
geled<strong>en</strong>; hij is ook voor mij niet gestorv<strong>en</strong>; hij is ook niet mijn Middelaar <strong>en</strong><br />
Verlosser. Christus is voor mij gestorv<strong>en</strong>; die alle<strong>en</strong> is mijn Middelaar <strong>en</strong> Verlosser.<br />
Door Hem alle<strong>en</strong> kan ik zalig word<strong>en</strong>."<br />
Gedur<strong>en</strong>de <strong>en</strong>ige tijd verkondigde hij te Rastad, in Beier<strong>en</strong> het E<strong>van</strong>gelie, <strong>en</strong> werd om<br />
die red<strong>en</strong> ge<strong>van</strong>g<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. To<strong>en</strong> m<strong>en</strong> hem aangaande zijn geloof ondervroeg, legde<br />
hij e<strong>en</strong> vrijmoedige belijd<strong>en</strong>is af, zowel mondeling als schriftelijk, waarom hij later<br />
werd onthoofd. M<strong>en</strong> was eerst voornem<strong>en</strong>s hem lev<strong>en</strong>d te verbrand<strong>en</strong>, doch uit g<strong>en</strong>ade<br />
werd hij met het zwaard gestraft, met de bepaling nochtans dat m<strong>en</strong> zijn lijk zou<br />
verbrand<strong>en</strong>.<br />
To<strong>en</strong> hij naar buit<strong>en</strong> geleid werd, riep hij met e<strong>en</strong> blijmoedig hart de Heere aan, <strong>en</strong><br />
deed e<strong>en</strong> innig gebed. Daarna sprak hij de omstanders aan <strong>en</strong> zei: "Zo zeker ik als e<strong>en</strong><br />
christ<strong>en</strong> sterv<strong>en</strong> wil, om het Woord des Heer<strong>en</strong>, zo zeker zal ik u e<strong>en</strong> tek<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>."<br />
Bij zijn onthoofding viel hij op de buik, <strong>en</strong> bleef e<strong>en</strong> geruime tijd ligg<strong>en</strong>. Daarna<br />
keerde het lijk zich langzaam om op de rug, de rechter voet over de linker geslag<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
de rechter hand over de linker.<br />
To<strong>en</strong> de omstanders dit zag<strong>en</strong>, greep h<strong>en</strong> e<strong>en</strong> grote ontzetting <strong>en</strong> schrik aan. De<br />
overheid beval nu, dat m<strong>en</strong> het lijk niet zou verbrand<strong>en</strong>, maar begrav<strong>en</strong>.<br />
Dit geschiedde omtr<strong>en</strong>t het jaar onzes Heer<strong>en</strong> Jezus Christus 1529.<br />
15
INLEIDING<br />
2. DE HERVORMING NA DE RIJKSDAG VAN WORMS 1521<br />
TOT DE TWEEDE RIJKSDAG TE SPIERS, 1529 2<br />
Betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> Protestant<br />
Ieder weet, dat 'Protestant' iets, <strong>en</strong> veel, te mak<strong>en</strong> heeft met protest <strong>en</strong> protester<strong>en</strong>;<br />
woord<strong>en</strong> die wij nauwelijks <strong>door</strong> e<strong>en</strong> behoorlijk Nederlands woord met dezelfde<br />
betek<strong>en</strong>is kunn<strong>en</strong> ver<strong>van</strong>g<strong>en</strong>. Verzet, verweer, teg<strong>en</strong>spraak, zich verzett<strong>en</strong> of<br />
verwer<strong>en</strong>, teg<strong>en</strong>sprek<strong>en</strong>, radicaal afwijz<strong>en</strong>, verwerp<strong>en</strong>, ontk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> soms di<strong>en</strong>st<br />
do<strong>en</strong>. Deze betek<strong>en</strong>is vindt m<strong>en</strong> terug in de sam<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong> protestcomité,<br />
protestnota, protestvergadering; ook de handelstaal heeft e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> <strong>en</strong> overe<strong>en</strong>komstig<br />
gebruik <strong>van</strong> protest. Het teg<strong>en</strong>woordig deelwoord, dat protestant oorspronkelijk was,<br />
is echter tot e<strong>en</strong> geheel eig<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>is gekom<strong>en</strong> als algem<strong>en</strong>e naam <strong>van</strong> de Kerk<strong>en</strong>,<br />
die uit de Reformatie der 16de eeuw zijn voortgekom<strong>en</strong>; m<strong>en</strong> kan zowel <strong>van</strong><br />
Protestant als Protestants sprek<strong>en</strong>.<br />
Het protester<strong>en</strong>de elem<strong>en</strong>t, dat hierin steekt, gaat terug op de 'protestacion' <strong>van</strong> de<br />
reformatorische St<strong>en</strong>d<strong>en</strong> (zij die keurstem hadd<strong>en</strong> op de Rijksdag) op de tweede<br />
Rijksdag te Spiers, 1529, teg<strong>en</strong> het besluit <strong>van</strong> de Katholieke meerderheid om de voor<br />
de E<strong>van</strong>gelisch<strong>en</strong> iets gunstiger bepaling<strong>en</strong> <strong>van</strong> de voorafgegane Rijksdag te Spiers,<br />
1526, in te trekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> het edict <strong>van</strong> Worms, 1521, weder in volle om<strong>van</strong>g te do<strong>en</strong><br />
geld<strong>en</strong>. Niet e<strong>en</strong> protest dus teg<strong>en</strong> het Rooms Katholicisme in het wilde weg, maar e<strong>en</strong><br />
protest <strong>van</strong> de kant <strong>van</strong> e<strong>en</strong> minderheid teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> staatkundig besluit <strong>van</strong> de<br />
meerderheid, op e<strong>en</strong> Duitse Rijksdag g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, <strong>en</strong> <strong>van</strong> zowel formele als substantiële<br />
aard.<br />
Protester<strong>en</strong> heeft echter niet alle<strong>en</strong> deze betek<strong>en</strong>is. Wanneer wij bed<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, dat het<br />
eerste artikel <strong>van</strong> de Geloofsbelijd<strong>en</strong>is <strong>van</strong> G<strong>en</strong>ève, 1536, aldus begint: 'Premièrem<strong>en</strong>t<br />
nous protestons que pour la reigle de nostre foy et religion nous voullons suyvre la<br />
seule Escripture' etc., dan is het duidelijk, dat in dit verband 'pretester' niet<br />
teg<strong>en</strong>sprek<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>t, maar: op<strong>en</strong>lijk <strong>en</strong> met nadruk verklar<strong>en</strong>; het heeft dan ge<strong>en</strong><br />
negatieve, maar e<strong>en</strong> sterk positieve betek<strong>en</strong>is. Hier<strong>van</strong> zijn voorbeeld<strong>en</strong> te over, ook<br />
in de 16de eeuw, voor <strong>en</strong> na 1529, in alle tal<strong>en</strong> <strong>en</strong> tot op onze tijd toe. M<strong>en</strong> behoeft<br />
slechts terug te gaan tot de betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> het oorspronkelijk Latijnse werkwoord<br />
protestari, dat: plechtig verklar<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>t.<br />
Luthers 'Resolutiones', die hij in 1518 schreef ter toelichting op de beroemde 95<br />
stelling<strong>en</strong> <strong>van</strong> 31 oktober 1517, word<strong>en</strong> voorafgegaan <strong>door</strong> e<strong>en</strong> korte brief, waarin hij<br />
schrijft in de eerste plaats te protester<strong>en</strong> - d.i. te verklar<strong>en</strong> - dat hij niets wil zegg<strong>en</strong> of<br />
houd<strong>en</strong> dan wat in <strong>en</strong> uit de heilige Schrift<strong>en</strong> in de eerste plaats, vervolg<strong>en</strong>s uit de<br />
kerkvaders, het kerkelijk recht <strong>en</strong> de uitvaardiging<strong>en</strong> <strong>van</strong> de paus<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> kan<br />
word<strong>en</strong>. Op zijn beurt zei Tetzel iets dergelijks aan het eind <strong>van</strong> zijn 'Widerlegung'<br />
<strong>van</strong> Luther: 'Dovor ich hirmith off<strong>en</strong>tlich protestir', 'hetge<strong>en</strong> ik hier op<strong>en</strong>lijk verklaar'.<br />
Deze tekst<strong>en</strong> vall<strong>en</strong> dus vóór 1529. E<strong>en</strong> ander particulier voorbeeld vind<strong>en</strong> wij in het<br />
testam<strong>en</strong>t <strong>van</strong> Calvijn, <strong>van</strong> 25 april 1564, dus lang daarna. Hij dankt daarin God voor<br />
de leiding in zijn lev<strong>en</strong> 'verklar<strong>en</strong>de - protestant - te will<strong>en</strong> lev<strong>en</strong> <strong>en</strong> sterv<strong>en</strong> in dit<br />
geloof, dat Hij mij heeft gegev<strong>en</strong> ... Ik verklaar - je proteste - ook, dat ik heb getracht<br />
2 Deze hoofdstukk<strong>en</strong> over de Protestant<strong>en</strong> <strong>en</strong> de Tweede Rijksdag <strong>van</strong> Spiers werd overg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> uit:<br />
PROTESTANTSE PLEIDOOIEN, deel I, <strong>door</strong> Prof. Dr. J.N. Bakhuiz<strong>en</strong> <strong>van</strong> d<strong>en</strong> Brink. Uitgeversmij<br />
J.H. Kok, Kamp<strong>en</strong> 1962.<br />
16
17<br />
... Zijn Woord zuiver te onderwijz<strong>en</strong>'. Hetzelfde gebruik komt in e<strong>en</strong> officieel stuk<br />
uit G<strong>en</strong>ève voor, nl. aan het begin <strong>van</strong> de Geloofsbelijd<strong>en</strong>is der scholier<strong>en</strong>: 'Ik verklaar<br />
- je proteste - te will<strong>en</strong> volg<strong>en</strong> <strong>en</strong> houd<strong>en</strong> de leer <strong>van</strong> het geloof' <strong>en</strong>z. In de brief<br />
gericht tot de koning <strong>van</strong> Frankrijk, vóór de Franse Geloofsbelijd<strong>en</strong>is in 40 artikel<strong>en</strong>,<br />
1559 (onze tekst nr. 31, deel II, blz. 85) wordt gezegd: 'Wij kunn<strong>en</strong> plechtig verklar<strong>en</strong><br />
- pro- tester - Sire, dat daar niets in staat in strijd met het Woord <strong>van</strong> God'. En om te<br />
besluit<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s officiële tekst <strong>van</strong> ons eig<strong>en</strong> grondgebied; op de<br />
vergadering <strong>van</strong> de synode te Antwerp<strong>en</strong>, Pinkster<strong>en</strong> 1565, werd vastgesteld, dat m<strong>en</strong><br />
aan het begin <strong>van</strong> elke synodevergadering de Confessie der Kerk<strong>en</strong> <strong>van</strong> dit land zou<br />
voorlez<strong>en</strong>, 'zowel om <strong>van</strong> onze e<strong>en</strong>heid te getuig<strong>en</strong> - protester; de taal <strong>van</strong> deze<br />
synode was Frans - als om te beoordel<strong>en</strong> of er niets te verander<strong>en</strong> of te verbeter<strong>en</strong> is'.<br />
Aldus <strong>en</strong>kele voorbeeld<strong>en</strong> uit talloze.<br />
Dit alles neemt niet weg, dat in onze naam: Protestant, het begrip protester<strong>en</strong>,<br />
teg<strong>en</strong>sprek<strong>en</strong> wel degelijk aanwezig is, voor vel<strong>en</strong> zelfs overweg<strong>en</strong>d, <strong>en</strong> terecht. De<br />
humanistisch-hervormde politieke geschiedschrijver uit de 16de eeuw, Johannes<br />
Sleidanus - d.w.z. uit Schleid<strong>en</strong> in de Elzas afkomstig - verhaalt in zijn hoogst<br />
belangrijke 'Comm<strong>en</strong>tar<strong>en</strong> over de godsdi<strong>en</strong>st <strong>en</strong> de staat onder Keizer Karel V'<br />
(eerste uitgave 1555) de gebeurt<strong>en</strong>is op de Rijksdag <strong>van</strong> 1529, die wij bov<strong>en</strong> noemd<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> voegt daar aan toe, dat deze 'de oorsprong is <strong>van</strong> de naam der Protestant<strong>en</strong>, die niet<br />
alle<strong>en</strong> in Duitsland, maar ook bij de volk<strong>en</strong> daarbuit<strong>en</strong> zeer verbreid is <strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d'.<br />
Hiermee schijnt wel alles omtr<strong>en</strong>t de oorsprong <strong>van</strong> de naam opgehelderd te zijn.<br />
Vooreerst, dat hij dus eer e<strong>en</strong> staatkundige dan religieuze oorsprong heeft: m<strong>en</strong> zal in<br />
de tekst b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>, dat zulk e<strong>en</strong> 'protest' e<strong>en</strong> gebruikelijk, wettig instrum<strong>en</strong>t in de<br />
verhandeling<strong>en</strong> op de Duitse Rijksdag<strong>en</strong> was.<br />
In de tweede plaats, dat de b<strong>en</strong>aming 'Protestant<strong>en</strong>' wel e<strong>en</strong> bepaalde betek<strong>en</strong>is heeft<br />
gekreg<strong>en</strong>, maar dat zij nog slechts 'zeer verbreid <strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d' is, <strong>en</strong> dus nog niet de<br />
<strong>en</strong>ige aanduiding voor alles wat wij nu 'Protestant' gewoon zijn te noem<strong>en</strong>.<br />
De naam is eerst gaandeweg in gebruik gekom<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook slechts gaandeweg <strong>van</strong> het<br />
meer politieke op het uitsluit<strong>en</strong>d kerkelijke <strong>en</strong> theologische terrein overgegaan.<br />
In de periode <strong>van</strong> de z.g. Keulse Reformatie, 1543, waarbij Bucer betrokk<strong>en</strong> is<br />
geweest overwoog nog de politieke betek<strong>en</strong>is. Bucer spreekt in de briev<strong>en</strong>, die hij to<strong>en</strong><br />
aan Philips <strong>van</strong> Hess<strong>en</strong> schreef, herhaaldelijk <strong>van</strong> 'unsern protestier<strong>en</strong>d<strong>en</strong> furst<strong>en</strong> und<br />
St<strong>en</strong>d<strong>en</strong>'. De vorm <strong>van</strong> het teg<strong>en</strong>woordige deelwoord schijnt erop te wijz<strong>en</strong>, dat<br />
'Protestant' voor hem nog ge<strong>en</strong> naam was; hij bedoelt ermee deg<strong>en</strong><strong>en</strong>, die nog altijd bij<br />
de protestactie <strong>van</strong> Spiers, 1529, behor<strong>en</strong>. Hier verwacht hij <strong>van</strong> h<strong>en</strong>, dat zij op de<br />
eerstkom<strong>en</strong>de Rijksdag opnieuw ernstig op e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e Reformatie zull<strong>en</strong><br />
aandring<strong>en</strong>.<br />
De Reformatie is natuurlijk e<strong>en</strong> kerkelijke zaak, maar het protester<strong>en</strong> teg<strong>en</strong><br />
rijksbesluit<strong>en</strong>, die de Reformatie belemmer<strong>en</strong>, was e<strong>en</strong> politieke zaak. Prof.<br />
Lindeboom heeft over de geschied<strong>en</strong>is <strong>van</strong> het gebruik <strong>van</strong> de naam Protestant e<strong>en</strong><br />
verhandeling in 1940 uitgegev<strong>en</strong>, waarin hij de overgang <strong>van</strong> de politieke naar de<br />
kerkelijke betek<strong>en</strong>is duidelijk maakt <strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> laat zi<strong>en</strong>, dat het woord bijzonder<br />
gaarne gebruikt is <strong>door</strong> theolog<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet-theolog<strong>en</strong>, die op verzo<strong>en</strong>ing tuss<strong>en</strong> de<br />
Kerk<strong>en</strong> uit war<strong>en</strong>, zoals Hugo de Groot, Calixtus, David Blondel <strong>en</strong> vooral Joh.<br />
Duraeus of John Dury (17e eeuw). De eerste <strong>en</strong> <strong>en</strong>ige geloofsbelijd<strong>en</strong>is, die de naam<br />
in haar titel voert is de Schotse <strong>van</strong> 1560: 'The Confession of Faith by the Protestants<br />
within the Realm of Scotland', met de karakteristieke toevoeging: 'als e<strong>en</strong> volledige <strong>en</strong><br />
gezonde leer gegrond op de onfeilbare waarheid <strong>van</strong> Gods Woord'.
18<br />
Als bijzonderheid gev<strong>en</strong> wij nog e<strong>en</strong> voorbeeld uit Engeland, waarin 'protestation' in<br />
de oorspronkelijke betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong>: uitdrukkelijk verklar<strong>en</strong> <strong>en</strong> 'Protestant' in zijn<br />
kerkhistorische betek<strong>en</strong>is tegelijk voorkom<strong>en</strong>. Nicholas Ridley, bisschop <strong>van</strong> Lond<strong>en</strong>,<br />
die in 1555 onder Mary Tudor als martelaar zou sterv<strong>en</strong>, heeft in zijn laatste<br />
lev<strong>en</strong>sjaar 'E<strong>en</strong> korte verklaring over het Avondmaal des Her<strong>en</strong>' te boek gesteld,<br />
waarin het volg<strong>en</strong>de voorkomt: 'zo lang als ik kan zal ik op<strong>en</strong>lijk datg<strong>en</strong>e verkondig<strong>en</strong><br />
waar<strong>van</strong> ik overtuigd b<strong>en</strong>, dat het de waarheid <strong>van</strong> Gods Woord is. En ik zal dat do<strong>en</strong><br />
onder deze 'protestation' - noeme deg<strong>en</strong>e, die haar hoort, mij e<strong>en</strong> Protestant, dat deert<br />
mij niet. Mijn 'protestation' zal deze zijn: dat mijn plan is <strong>en</strong> altijd zal wez<strong>en</strong>, zo God<br />
wil, ernstig de ware zin <strong>en</strong> bedoeling <strong>van</strong> Gods allerheiligst Woord te verkondig<strong>en</strong> ...<br />
Ik verklaar (protest) ook verschuldigde gehoorzaamheid <strong>en</strong> onderwerping <strong>van</strong> mijn<br />
oordeel in dit geschrift <strong>en</strong> in alle overige zak<strong>en</strong>, die mij aangaan, onder de Kerk <strong>van</strong><br />
Christus ... Na deze 'protestation' verklaar <strong>en</strong> zeg ik uitdrukkelijk', <strong>en</strong> dan volgt de<br />
verdere uite<strong>en</strong>zetting <strong>van</strong> zijn geloof.<br />
M<strong>en</strong> zou op grond <strong>van</strong> dit citaat zelfs, misschi<strong>en</strong>, mog<strong>en</strong> concluder<strong>en</strong>, dat voor Ridley<br />
de betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> de naam Protestant toch nog meer wortelde in de positieve<br />
verklaring, protestation, dan in e<strong>en</strong> verweer of afwijzing, maar in ieder geval is hij<br />
hier reeds e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong>naam geword<strong>en</strong>.<br />
Intuss<strong>en</strong>, verba val<strong>en</strong>t usu. De historische <strong>en</strong> vergelijk<strong>en</strong>de gegev<strong>en</strong>s, die we hier te<br />
berde gebracht hebb<strong>en</strong>, zull<strong>en</strong> wel nooit zó algeme<strong>en</strong> <strong>door</strong>dring<strong>en</strong>, dat het algem<strong>en</strong>e<br />
spraakgebruik minder onvoorzichtig met 'Protestant' omgaat. Het is e<strong>en</strong>maal e<strong>en</strong><br />
theologisch woord <strong>en</strong> e<strong>en</strong> kerkelijke naam geword<strong>en</strong>. Van groot belang blijft •het<br />
intuss<strong>en</strong> om precies te wet<strong>en</strong> in wat voor verband het protest <strong>van</strong> de E<strong>van</strong>gelisch<strong>en</strong> te<br />
Spiers, 1529, is uitgebracht. Wat voor pleidooi daarin voor de Hervorming schuilde, is<br />
e<strong>en</strong> <strong>van</strong> de hoofdonderwerp<strong>en</strong> <strong>van</strong> dit boek.<br />
Het was nog ruim e<strong>en</strong> jaar vóór de Rijksdag <strong>van</strong> Augsburg, 1530, waar de<br />
Geloofsbelijd<strong>en</strong>is der E<strong>van</strong>gelisch<strong>en</strong> ingedi<strong>en</strong>d zou word<strong>en</strong> (zie onze tekst hierna)<br />
Luther in de ban<br />
Over de daaraan sedert de meest befaamde Rijksdag te Worms, 1521, voorafgegane<br />
ti<strong>en</strong>jarige periode, die de achtergrond <strong>van</strong> het 'protest' vormt, moet nu iets ter<br />
toelichting gezegd word<strong>en</strong>.<br />
Te Worms zijn hoogst ernstige bezwar<strong>en</strong>, gravamina, <strong>door</strong> de Duitse Natie teg<strong>en</strong> de<br />
Kerk, haar op<strong>en</strong>baar optred<strong>en</strong> <strong>en</strong> met name teg<strong>en</strong> de ergerlijkhed<strong>en</strong>, die m<strong>en</strong> bij haar<br />
'gaistlich<strong>en</strong> hochst<strong>en</strong> haubt' dagelijks waarnam, ingebracht, niet voor het eerst <strong>en</strong> niet<br />
voor het laatst. Veel satisfactie was daarop niet verkreg<strong>en</strong>, dus de ontevred<strong>en</strong>heid<br />
jeg<strong>en</strong>s geestelijkheid <strong>en</strong> Kerk duurde voort.<br />
Aan de andere kant is op dezelfde Rijksdag, zoals algeme<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d is, op 8 mei 1521,<br />
het edict teg<strong>en</strong> Luther als e<strong>en</strong> '<strong>van</strong> Gods Kerk afgesned<strong>en</strong> lid, e<strong>en</strong> verstokt<br />
schismaticus <strong>en</strong> op<strong>en</strong>bare ketter' vastgesteld, <strong>en</strong> zijn hij <strong>en</strong> zijn aanhangers daarmee in<br />
de rijksban gedaan, niet zozeer, in overe<strong>en</strong>stemming met de excommunicatie <strong>door</strong> de<br />
pauselijke bul 'Decet romanurn pontificem', <strong>van</strong> 3 januari 1521, als met 'Exsurge,<br />
Domfine' <strong>van</strong> 15 december 1520, die de ban aanzegde indi<strong>en</strong> Luther niet binn<strong>en</strong> 60<br />
dag<strong>en</strong> herriep.<br />
Het edict, waar<strong>van</strong> de nuntius Aleander de auteur was, werd op 26 mei <strong>door</strong> de keizer<br />
ondertek<strong>en</strong>d. Voor de t<strong>en</strong>uitvoerlegging zei dit alles nog niet veel; deze stuitte op<br />
onoverkomelijke bezwar<strong>en</strong>, omdat de kracht<strong>en</strong>, waaruit zich de Reformatie<br />
ontwikkelde, reeds onweerstaanbaar blek<strong>en</strong> <strong>en</strong> nog to<strong>en</strong>am<strong>en</strong>. In de Nederland<strong>en</strong> is
19<br />
het wel <strong>door</strong> Aleander zelf te Leuv<strong>en</strong> gebracht in juni maar overig<strong>en</strong>s ver<strong>van</strong>g<strong>en</strong><br />
<strong>door</strong> e<strong>en</strong> placaat <strong>van</strong> de keizer, ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s op 8 mei gedateerd. Dit berustte wel op het<br />
edict, maar was speciaal aan de landvoogdes <strong>en</strong> de Nederland<strong>en</strong> geadviseerd <strong>en</strong> week<br />
er o.m. <strong>van</strong> af in de bepaling, dat de zak<strong>en</strong> <strong>van</strong> het edict onder de gewone rechter <strong>en</strong><br />
niet onder de kerkelijke zoud<strong>en</strong> vall<strong>en</strong>. Afkondiging<strong>en</strong> vond<strong>en</strong> verder plaats te Luik,<br />
Mainz <strong>en</strong> Trier, terwijl het edict <strong>door</strong> bepaalde vorst<strong>en</strong> ook toegepast werd, maar<br />
overig<strong>en</strong>s, ook op grond <strong>van</strong> staatsrechtelijke bezwar<strong>en</strong>, hetzij <strong>door</strong> andere mandat<strong>en</strong><br />
ver<strong>van</strong>g<strong>en</strong> dan wel e<strong>en</strong>voudig niet erk<strong>en</strong>d werd.<br />
Het was dus noodzakelijk, dat e<strong>en</strong> nieuwe Rijksdag werd belegd <strong>door</strong> het z.g.<br />
rijksregim<strong>en</strong>t - e<strong>en</strong> regering uit de St<strong>en</strong>d<strong>en</strong>, die moest optred<strong>en</strong> bij afwezigheid<br />
buit<strong>en</strong>slands <strong>van</strong> de keizer - <strong>en</strong> dit geschiedde in het begin <strong>van</strong> 1522 te Neur<strong>en</strong>berg in<br />
zake de hulpverl<strong>en</strong>ing in de strijd teg<strong>en</strong> de Turk<strong>en</strong> <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s in december,<br />
ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s te Neur<strong>en</strong>berg, in zake de vele andere onopgeloste vraagstukk<strong>en</strong>, waaronder<br />
dat betreff<strong>en</strong>de de godsdi<strong>en</strong>st. De pauselijke legaat Chieregati verklaarde hier, dat<br />
Luther ge<strong>en</strong> minder kwaad deed dan de Turk<strong>en</strong>, omdat hij ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s op de vernietiging<br />
<strong>van</strong> Kerk <strong>en</strong> godsdi<strong>en</strong>st uit was, <strong>en</strong> dat daarom het edict <strong>van</strong> Worms geëxecuteerd<br />
di<strong>en</strong>de te word<strong>en</strong>, waar<strong>van</strong> geheel het heil <strong>van</strong> Duitsland afhing.<br />
De Nederlandse paus Adriaan zelf sprak in de instructie voor de legaat vrij<br />
onverbloemd uit, dat daarom God de Kerk zo zwaar bezocht <strong>en</strong> dat dan ook <strong>van</strong> Rome<br />
uit het herstel aangepakt zou word<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> spreekt hier wel <strong>van</strong> e<strong>en</strong> schuldbelijd<strong>en</strong>is<br />
<strong>van</strong> het hoofd der Kerk, die e<strong>en</strong> hoopvolle indruk maakte, maar vergeet dan veelal met<br />
wat voor term<strong>en</strong> juist ook in deze instructie - waarvoor de paus toch verantwoordelijk<br />
was, al mag hij de auteur <strong>van</strong> de tekst niet geweest zijn - Luthers Reformatie<br />
vernietig<strong>en</strong>d veroordeeld werd: het volk wordt <strong>van</strong> het ware geloof <strong>en</strong> de ware religie<br />
afgetrokk<strong>en</strong> <strong>en</strong> gaat t<strong>en</strong> verderve; ze is e<strong>en</strong> pest; er heerst e<strong>en</strong> ontzett<strong>en</strong>de deg<strong>en</strong>eratie<br />
want sommige <strong>van</strong> de vader<strong>en</strong> <strong>van</strong> de teg<strong>en</strong>woordige vorst<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> nog geholp<strong>en</strong><br />
om met eig<strong>en</strong> hand Johannes Hus naar de brandstapel te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>; <strong>en</strong> wat gebeurt er<br />
thans! Luther <strong>en</strong> de zijn<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> e<strong>en</strong> volkom<strong>en</strong> ander geloof dan de Kerk. Vervloekt de<br />
man, die zijn zwaard het bloed onthoudt (Jeremia 48 : 10)! Luther gaat te werk als<br />
Mohammed, die meer vrouw<strong>en</strong> toestaat, alle<strong>en</strong> iets minder erg, maar laat toch om<br />
vleselijke lust<strong>en</strong> het brek<strong>en</strong> <strong>van</strong> de geloft<strong>en</strong> aan monnik<strong>en</strong>, nonn<strong>en</strong> <strong>en</strong> priesters toe.<br />
Luthers beklag - na Worms - onverhoord veroordeeld te zijn, kon aldus beantwoord<br />
word<strong>en</strong>, dat de ding<strong>en</strong> <strong>van</strong> het geloof op goddelijk gezag aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> niet bewez<strong>en</strong> behoev<strong>en</strong> te word<strong>en</strong>. –<br />
De Rijksdag<strong>en</strong><br />
Deze onverantwoordelijke <strong>en</strong> onrechtvaardige uiting<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> echter ge<strong>en</strong> succes. De<br />
Rijksdag was terecht <strong>van</strong> oordeel, dat strikte t<strong>en</strong>uitvoerlegging <strong>van</strong> het edict regelrecht<br />
burgeroorlog t<strong>en</strong> gevolge zou hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> kon dus aan de kerkelijke w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> ge<strong>en</strong><br />
voldo<strong>en</strong>ing gev<strong>en</strong>. Neur<strong>en</strong>berg zelf stond er al bijzonder zelfstandig teg<strong>en</strong>over, doch<br />
dit is betrekkelijk bijkomstig. De gravamina der Duitse Natie teg<strong>en</strong> het optred<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />
Kerk <strong>en</strong> geestelijkheid, die te Worms ook al ingedi<strong>en</strong>d war<strong>en</strong>, werd<strong>en</strong> vernieuwd;<br />
hierin war<strong>en</strong> echter nog ge<strong>en</strong> reformatorische inzicht<strong>en</strong> vervat. Het eindresultaat <strong>van</strong><br />
de discussies was tweeërlei. Verlangd werd e<strong>en</strong> 'vrij Christelijk concilie', op Duitse<br />
bodem, om de godsdi<strong>en</strong>stzak<strong>en</strong> op te loss<strong>en</strong>; <strong>en</strong> verder werd - in e<strong>en</strong> mandaat <strong>van</strong> het<br />
rijksregim<strong>en</strong>t - bepaald, dat tot zolang Luther <strong>en</strong> de zijn<strong>en</strong> niet verder zoud<strong>en</strong> mog<strong>en</strong><br />
gaan met publicer<strong>en</strong>; dat slechts het E<strong>van</strong>gelie zou mog<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gepredikt <strong>en</strong> wel<br />
naar de <strong>door</strong> de Kerk geapprobeerde uitleg, waarvoor de bisschopp<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> mog<strong>en</strong>
20<br />
zorg<strong>en</strong>, zodat de E<strong>van</strong>gelische waarheid niet verhinderd of verdrukt werd; <strong>en</strong><br />
t<strong>en</strong>slotte, dat teg<strong>en</strong> het huw<strong>en</strong> <strong>van</strong> geestelijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> het uittred<strong>en</strong> <strong>van</strong> kloosterling<strong>en</strong><br />
ge<strong>en</strong> wet bestond, zodat daar alle<strong>en</strong> de kerkelijke straf toegepast zou kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />
Deze besluit<strong>en</strong> war<strong>en</strong> voor de Kerk teleurstell<strong>en</strong>d, hoewel het overgeleverde gezag der<br />
Kerk voor de uitlegging der Schrift, zij het nu geheel zoals zij het had gew<strong>en</strong>st, er wel<br />
in gelez<strong>en</strong> mocht word<strong>en</strong> (zie ook de inleiding op tekst nr. 11 blz. 59). De legaat sprak<br />
zijn grote onbevredigdheid <strong>en</strong> die <strong>van</strong> de paus uit <strong>en</strong> herhaalde, dat het Lutheranisme<br />
niets dan e<strong>en</strong> verderfelijke secte was. Het was voor hem echter uitgeslot<strong>en</strong> iets meer te<br />
bereik<strong>en</strong>. Niet geheel t<strong>en</strong> onrechte heeft Ranke gezegd, dat hier zo ongeveer tot het<br />
teg<strong>en</strong>gestelde <strong>van</strong> de bedoeling<strong>en</strong> <strong>van</strong> Worms was beslot<strong>en</strong>.<br />
Twee jaar later, in het voorjaar <strong>van</strong> 1524, werd de Rijksdag opnieuw te Neur<strong>en</strong>berg<br />
bije<strong>en</strong>geroep<strong>en</strong>. De Reformatie was tot verdere ontwikkeling gekom<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />
paragraf<strong>en</strong> 28 <strong>en</strong> 29 <strong>van</strong> het mandaat, dat t<strong>en</strong>slotte weder <strong>door</strong> het rijksregim<strong>en</strong>t werd<br />
uitgevaardigd, behelsde niets hoopvollers. M<strong>en</strong> zou aan het edict <strong>van</strong> Worms<br />
verplichte gehoorzaamheid bewijz<strong>en</strong> <strong>en</strong> het zoveel mogelijk nalev<strong>en</strong>. Het publicer<strong>en</strong><br />
<strong>van</strong> smaadschrift<strong>en</strong> zou word<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>gegaan. 'En opdat het goede met het boze niet<br />
onderdrukt worde <strong>en</strong> het t<strong>en</strong>slotte duidelijk moge word<strong>en</strong>, waaraan in d<strong>en</strong> vervolge<br />
zich e<strong>en</strong> ieder moet houd<strong>en</strong>', keerde t<strong>en</strong> eerste de eis <strong>van</strong> e<strong>en</strong> vrij, algeme<strong>en</strong> concilie<br />
terug <strong>en</strong> werd in de tweede plaats bepaald, dat middelerwijl - aar dat concilie geloofde<br />
immers voorlopig niemand - e<strong>en</strong> vergadering <strong>van</strong> de Duitse natie te Spiers bije<strong>en</strong> zou<br />
kom<strong>en</strong> om interimaire regeling<strong>en</strong> te treff<strong>en</strong>. Geleerde mann<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> uit de 'nieuwe<br />
leer' het nodige ter behandeling op het concilie bije<strong>en</strong>br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. De bepaling over de<br />
prediking <strong>van</strong> 1522 werd hernieuwd <strong>en</strong> de bestudering <strong>van</strong> de realisering der<br />
gravamina zou ter hand word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. To<strong>en</strong> de legaat Campegio, die op<br />
t<strong>en</strong>uitvoerlegging <strong>van</strong> het edict had aangedrong<strong>en</strong>, deze conclusies zag aankom<strong>en</strong>,<br />
maakte hij met name bezwaar teg<strong>en</strong> de woord<strong>en</strong> hierbov<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> aanhalingstek<strong>en</strong>s<br />
weergegev<strong>en</strong>, alsof er onder de zak<strong>en</strong> <strong>van</strong> de ketters nog iets goeds zou kunn<strong>en</strong> zijn.<br />
Volg<strong>en</strong>s hem stak er niets dan dodelijk kwaad in, waarmee ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele consideratie<br />
op haar plaats is. Over alles wat <strong>door</strong> de ketters in deze tragedie wordt bijgedrag<strong>en</strong>,<br />
was naar zijn m<strong>en</strong>ing al vroeger <strong>door</strong> in Duitsland gehoud<strong>en</strong> concilies beslist. Dit<br />
baatte hem echter niet. Ofschoon het met het rijksregim<strong>en</strong>t al weer t<strong>en</strong> einde liep <strong>en</strong><br />
daarmede e<strong>en</strong> stuk zelfstandigheid teg<strong>en</strong>over de keizer te loor ging, merkt Ranke<br />
terecht op, dat Duitsland toch ook met deze Rijksdag zijn eig<strong>en</strong> verantwoordelijkheid<br />
ir de godsdi<strong>en</strong>stige aangeleg<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>over paus <strong>en</strong> Kerk in eig<strong>en</strong> hand nam.<br />
Hoewel ge<strong>en</strong> Protestantse, goed geargum<strong>en</strong>teerde pleidooi<strong>en</strong> war<strong>en</strong> de besluit<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />
beide Rijksdag<strong>en</strong> <strong>van</strong> Neur<strong>en</strong>berg toch wel.<br />
Hierop moest e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de verdeeldheid in het Duitse volk volg<strong>en</strong>. Wij herinner<strong>en</strong><br />
in 't kort aan de totstandkoming <strong>van</strong> de Bond <strong>van</strong> Reg<strong>en</strong>sburg <strong>door</strong> het toedo<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />
Campegio, nog in 1524, <strong>en</strong> <strong>van</strong> de Dessauer, beter de Torgauer Bond <strong>van</strong> de<br />
E<strong>van</strong>gelische vorst<strong>en</strong> daarteg<strong>en</strong>over <strong>van</strong> 1526.<br />
Consolidatie <strong>van</strong> de Hervormde kerk<strong>en</strong> in 1526<br />
In 1526 werd de eerste Rijksdag te Spiers gehoud<strong>en</strong>. Keizer Karel V had zijn positie<br />
<strong>door</strong> de overwinning op <strong>en</strong> de ge<strong>van</strong>g<strong>en</strong>neming <strong>van</strong> zijn rivaal, de Franse koning te<br />
Madrid in 1525 aanzi<strong>en</strong>lijk versterkt <strong>en</strong> was nu <strong>van</strong> m<strong>en</strong>ing aan de<br />
hervormingsbeweging <strong>en</strong> de <strong>door</strong> haar veroorzaakte onrust in Duitsland wel e<strong>en</strong> einde<br />
te kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>. Na al het gebeurde <strong>en</strong> de consolidering <strong>van</strong> de Reformatie was dit<br />
toch niet mogelijk. Slechts over de w<strong>en</strong>s tot het concilie, subsidiair e<strong>en</strong> nationale
21<br />
vergadering, uiterlijk binn<strong>en</strong> anderhalf jaar werd m<strong>en</strong> het, met algem<strong>en</strong>e stemm<strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong>s <strong>en</strong> t<strong>en</strong>slotte over deze hoogst belangwekk<strong>en</strong>de formulering: dat ter zake <strong>van</strong> het<br />
edict <strong>van</strong> Worms alle vorst<strong>en</strong> <strong>en</strong> overhed<strong>en</strong> zo zoud<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>, reger<strong>en</strong> <strong>en</strong> 'zich<br />
met hun onderdan<strong>en</strong> gedrag<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> ieder jeg<strong>en</strong>s God <strong>en</strong> de keizerlijke Majesteit<br />
hoopt <strong>en</strong> vertrouwt te kunn<strong>en</strong> verantwoord<strong>en</strong>'.<br />
Wij zull<strong>en</strong> deze schone woord<strong>en</strong> in het vervolg nog vele mal<strong>en</strong> opnieuw hor<strong>en</strong>.<br />
Hiermee was de rol <strong>van</strong> het oude edict definitief uitgespeeld <strong>en</strong> de E<strong>van</strong>gelisch<strong>en</strong><br />
kreg<strong>en</strong> meer speelruimte, zij behoefd<strong>en</strong> deze zelfs nauwelijks te nem<strong>en</strong><br />
Deze beslissing is <strong>van</strong> grote invloed op het ontstaan <strong>van</strong> de Luthers Landkerk<strong>en</strong>. Van<br />
dit gunstig besluit hebb<strong>en</strong> de Hervormd<strong>en</strong> gebruik gemaakt om in hun gebied de<br />
Reformatie <strong>door</strong> te zett<strong>en</strong>. De kerk<strong>en</strong> kwam<strong>en</strong> hiermee officieel los <strong>van</strong> Rome te staan.<br />
Het eerste in Saks<strong>en</strong> waar keurvorst Johan Frederik (1525-1532) de kerkvisitatie<br />
regelde om de Roomse leraars <strong>en</strong> onderwijzers te vewijder<strong>en</strong> <strong>van</strong> kerk<strong>en</strong> <strong>en</strong> schol<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> de kerkelijke goeder<strong>en</strong> te regel<strong>en</strong>. Hij liet e<strong>en</strong> kerkorde opstell<strong>en</strong> die als voorbeeld<br />
di<strong>en</strong>de voor Pruis<strong>en</strong>, Brand<strong>en</strong>burg, Brunswijk, Mansfield, Sleeswijk-Holstein, Silezië,<br />
Hess<strong>en</strong>, Waldeck, Pommer<strong>en</strong>, <strong>en</strong>z.<br />
Aan de andere kant verscherpte dit besluit de verhouding tuss<strong>en</strong> de teg<strong>en</strong>over elkaar<br />
staande <strong>confessie</strong>s aanmerkelijk. Dat kwam tot uiting op de tweede Rijksdag te Spiers,<br />
die 15 maart 1529 bije<strong>en</strong>kwam, weer onder leiding <strong>van</strong> 's keizers broeder, koning<br />
Ferdinand <strong>van</strong> Hongarije (sedert 1526). De wind woei to<strong>en</strong> precies uit de teg<strong>en</strong>overgestelde<br />
hoek als drie jaar te vor<strong>en</strong>. De Katholieke vorst<strong>en</strong> <strong>en</strong> St<strong>en</strong>d<strong>en</strong> war<strong>en</strong> beter<br />
verteg<strong>en</strong>woordigd <strong>en</strong> het meest omstred<strong>en</strong> ag<strong>en</strong>dapunt werd tot e<strong>en</strong> omgekeerde<br />
beslissing gebracht. Niet het eerstg<strong>en</strong>oemde punt: aan de keizer, als 'Haupt und Vogt<br />
der Christ<strong>en</strong>heit' werd gevraagd het vrije concilie - vrij wil hier steeds zegg<strong>en</strong>: in staat<br />
om zelfstandig, vrij <strong>van</strong> Rome, tot e<strong>en</strong> oordeel te kom<strong>en</strong> - uiterlijk binn<strong>en</strong> 21/2 jaar in<br />
e<strong>en</strong> Duitse stad te do<strong>en</strong> houd<strong>en</strong> of anders e<strong>en</strong> nationale vergadering <strong>van</strong> de Duitse<br />
natie. T<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> <strong>van</strong> de clausulering <strong>van</strong> 1526 <strong>van</strong> het edict <strong>van</strong> Worms echter werd,<br />
na veel strijd, geconstateerd dat zij tot 'schrikbar<strong>en</strong>de nieuwe lering<strong>en</strong> <strong>en</strong> sect<strong>en</strong>' <strong>en</strong><br />
di<strong>en</strong>t<strong>en</strong>gevolge afval, onvrede, tweedracht <strong>en</strong> onheil had geleid. Daarom besloot m<strong>en</strong><br />
tot herstel <strong>van</strong> de geldigheid <strong>van</strong> het edict <strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> verbod <strong>van</strong> verdere<br />
vernieuwing<strong>en</strong> bij de E<strong>van</strong>gelisch<strong>en</strong>. Hun werd dus e<strong>en</strong> stilstaan opgelegd <strong>en</strong> in hun<br />
gebied<strong>en</strong> moest de Mis weer word<strong>en</strong> toegelat<strong>en</strong>. Daarmee zou elke uitbreiding <strong>van</strong> de<br />
Hervorming onmogelijk gemaakt moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, terwijl omgekeerd het Katholicisme<br />
vrij spel herkreeg.<br />
Hierteg<strong>en</strong> kwam<strong>en</strong> nu, zoals m<strong>en</strong> in de tekst hieronder lez<strong>en</strong> kan, vijf vorst<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
veerti<strong>en</strong> sted<strong>en</strong> volstrekt in verzet. Hun protest <strong>van</strong> 25 april betrof, wat het formele<br />
aangaat, het feit, dat dit nieuwe besluit niet, zoals dat <strong>van</strong> 1526, met algem<strong>en</strong>e<br />
stemm<strong>en</strong> - zij immers war<strong>en</strong> er teg<strong>en</strong> geweest - was g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>; <strong>en</strong> wat de inhoud<br />
aangaat, dat het teg<strong>en</strong> het E<strong>van</strong>gelie, teg<strong>en</strong> Gods eer <strong>en</strong> teg<strong>en</strong> hun overtuigd<br />
Christelijk gewet<strong>en</strong> ging. E<strong>en</strong> zeer lang officieel docum<strong>en</strong>t di<strong>en</strong>d<strong>en</strong> zij in, met<br />
inlassing <strong>van</strong> voorafgegane stukk<strong>en</strong>, om aan alle juridische vorm<strong>en</strong> te voldo<strong>en</strong>, <strong>en</strong><br />
natuurlijk in zware kanselarijtaal geschrev<strong>en</strong>. In onze vertaling zijn daarom <strong>en</strong>ige<br />
bekorting<strong>en</strong> aangebracht, met name zijn de telk<strong>en</strong>s herhaalde aansprak<strong>en</strong> aan koning,<br />
vorst<strong>en</strong> <strong>en</strong> St<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> allerlei overbodighed<strong>en</strong>, zoals 'veelg<strong>en</strong>oemde' <strong>en</strong> synoniem<strong>en</strong>,<br />
die aan het betoog niets toedo<strong>en</strong>, na e<strong>en</strong> eerste maal veelal weggelat<strong>en</strong>. Wat overbleef<br />
is nog uitvoerig g<strong>en</strong>oeg.
22<br />
Wil m<strong>en</strong> werkelijk e<strong>en</strong> indruk krijg<strong>en</strong> <strong>van</strong> het geloofs- <strong>en</strong> lev<strong>en</strong>sbelang, dat in dit<br />
historisch docum<strong>en</strong>t aan de orde is, dan zal m<strong>en</strong> zich er toch <strong>door</strong>he<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> lez<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> de lange zinn<strong>en</strong> tracht<strong>en</strong> te verstaan. M<strong>en</strong> vindt meermal<strong>en</strong> de principiële<br />
w<strong>en</strong>ding<strong>en</strong>, die wij in deze inleiding aangehaald hebb<strong>en</strong>, terug.<br />
De lezer komt onder de indruk <strong>van</strong> de rechtmatigheid <strong>van</strong> dit pleidooi; <strong>van</strong> de<br />
oprechtheid <strong>van</strong> deze woordvoerders, hun overtuigdheid <strong>en</strong> hun daarop gegronde<br />
moed, zelfstandigheid <strong>en</strong> onafhankelijkheid <strong>van</strong> geest.<br />
De geschied<strong>en</strong>is <strong>van</strong> het woord 'Protestant' moge, zoals wij bov<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>,<br />
e<strong>en</strong> aantal nuancering<strong>en</strong> verton<strong>en</strong>, de zaak <strong>van</strong> het Protestant-zijn wordt hier naar al<br />
zijn aspect<strong>en</strong> volkom<strong>en</strong> duidelijk. Het docum<strong>en</strong>t verdi<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> ereplaats in de<br />
geschied<strong>en</strong>is <strong>van</strong> de tolerantie.<br />
Korte fragm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> uit de bov<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong> stukk<strong>en</strong> <strong>van</strong> 1521, 1526 <strong>en</strong> ook 1529 vindt<br />
m<strong>en</strong> in Carl Mirbt, Quell<strong>en</strong> zur Geschichte des Papstiums und des Römisch<strong>en</strong> Katholizismus,<br />
4. Aufl., Tübing<strong>en</strong> 1924, nrs. 418, 419, 421 <strong>en</strong> 422.<br />
Het placaat voor de Nederland<strong>en</strong> bij P. Fredericq, Corpus docum<strong>en</strong>torum inquisitionis<br />
haereticae pravitatis neerlandicae, dl. 4, G<strong>en</strong>t-'s-Grav<strong>en</strong>hage 1900, blz. 58-76 <strong>en</strong><br />
506-507.<br />
Over de geschied<strong>en</strong>is <strong>van</strong> Worms: P. Kalkoff, Das Wormser Edikt und die Erlässe des<br />
Reichsregim<strong>en</strong>ts und einzelner Reichsfurst<strong>en</strong> (Historische Bibliothek, Bd. 37),<br />
Münch<strong>en</strong>-Berlin 1917.<br />
Het Bulletin de la Société de l'Histoire du Protestantisme françois, CVIe année, 1960,<br />
blz. 87-101, heeft ook nog e<strong>en</strong>s in e<strong>en</strong> Franse vertaling op hetzelfde stuk, doch op<br />
grond <strong>van</strong> e<strong>en</strong> minder goede tekst, de aandacht gevestigd.
3. HET PROTEST OP DE TWEEDE RIJKSDAG TE SPIERS, 1529<br />
Het volledige stuk, dat het beroep bevat (Appellationsinstrum<strong>en</strong>t), gedateerd 20 april<br />
1529 is opgesteld op zondag Cantate, 25 april, <strong>door</strong> Johan keurvorst <strong>van</strong> Saks<strong>en</strong>,<br />
Georg markgraaf <strong>van</strong> Brand<strong>en</strong>burg, Ernst <strong>en</strong> Franciscus hertog<strong>en</strong> <strong>van</strong> Brunswijk-<br />
Lüneburg, Philips landgraaf <strong>van</strong> Hess<strong>en</strong>, Wolfgang vorst <strong>van</strong> Anhalt, op e<strong>en</strong><br />
bije<strong>en</strong>komst t<strong>en</strong> huize <strong>van</strong> Peter Musterstat, kapelaan <strong>van</strong> St. Johannes te Spiers, in de<br />
St. Johannessteeg, <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s notarieel vastgelegd.<br />
De vorst<strong>en</strong> gaan uit <strong>van</strong> het algeme<strong>en</strong> erk<strong>en</strong>de <strong>en</strong> <strong>door</strong> ge<strong>en</strong> macht ter wereld af te<br />
schaff<strong>en</strong> recht <strong>van</strong> appèl voor e<strong>en</strong> ieder, die zich bezwaard voelt of vreest bezwaard te<br />
zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>door</strong> <strong>en</strong>ig algeme<strong>en</strong> besluit <strong>en</strong> zij protester<strong>en</strong> <strong>en</strong> verklar<strong>en</strong> om te<br />
beginn<strong>en</strong> voor God <strong>en</strong> e<strong>en</strong> ieder, die het beroep zal lez<strong>en</strong> of hor<strong>en</strong>, dat hun <strong>en</strong>ige<br />
bedoeling is de eer <strong>van</strong> God almachtig, <strong>van</strong> Zijn heilig Woord <strong>en</strong> hun eig<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
ieders zaligheid te zoek<strong>en</strong>. Zij verklar<strong>en</strong>, dat het niet alle<strong>en</strong> recht maar ook plicht is in<br />
het belang <strong>van</strong> hun naast<strong>en</strong> <strong>en</strong> voor de toekomst zulk e<strong>en</strong> beroep in te stell<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dat<br />
zij <strong>van</strong> het begin der zitting<strong>en</strong> <strong>van</strong> deze Rijksdag af ter wille <strong>van</strong> hun belijd<strong>en</strong>is, reeds<br />
voortdur<strong>en</strong>d bezwaar hebb<strong>en</strong> gemaakt teg<strong>en</strong> het verander<strong>en</strong> <strong>van</strong> de besluit<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />
Rijksdag te Spiers, 1526. Deze bezwar<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> zij schriftelijk, op 12 april 1529,<br />
do<strong>en</strong> indi<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> op<strong>en</strong>lijk do<strong>en</strong> voorlez<strong>en</strong> <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s bij de acta lat<strong>en</strong> voeg<strong>en</strong>. Zij<br />
kom<strong>en</strong> op het volg<strong>en</strong>de neer.<br />
[Nr. 127, blz. 1235]. Verworp<strong>en</strong> wordt de opvatting, dat het besluit <strong>van</strong> 1526 - nl. “dat<br />
iedere overheid in de zak<strong>en</strong>, die het edict <strong>van</strong> Worms betreff<strong>en</strong>, met haar eig<strong>en</strong><br />
onderdan<strong>en</strong> voor zich zo moge lev<strong>en</strong>, reger<strong>en</strong> <strong>en</strong> zich gedrag<strong>en</strong> als zij jeg<strong>en</strong>s God <strong>en</strong><br />
de keizerlijke Majesteit hoopt <strong>en</strong> vertrouwt te kunn<strong>en</strong> verantwoord<strong>en</strong>” - op e<strong>en</strong><br />
misverstand zou berust<strong>en</strong>.<br />
De zaak raakt de ere Gods <strong>en</strong> het heil der ziel<strong>en</strong>. Het feit <strong>van</strong> de tweespalt in de religie<br />
wordt erk<strong>en</strong>d maar wie er schuld aan heeft, moet aan Gods oordeel word<strong>en</strong><br />
overgelat<strong>en</strong> <strong>en</strong> de verklaring <strong>van</strong> de pauselijke legaat op de Rijksdag te Neur<strong>en</strong>berg<br />
moet verworp<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> concilie is noodzakelijk om de problem<strong>en</strong> te<br />
bestuder<strong>en</strong> <strong>en</strong> mogelijkerwijze op te loss<strong>en</strong>.<br />
Het thans voorgestelde nieuwe besluit valt echter terug op het edict <strong>van</strong> Worms, 1521,<br />
<strong>en</strong> bindt alle vorst<strong>en</strong> <strong>en</strong> St<strong>en</strong>d<strong>en</strong> daar opnieuw aan, hetge<strong>en</strong> de ondertek<strong>en</strong>aars voor<br />
God <strong>en</strong> hun gewet<strong>en</strong> niet kunn<strong>en</strong> aanvaard<strong>en</strong>, met name niet terzake <strong>van</strong> de Mis, de<br />
verplichting waartoe juist e<strong>en</strong> voornaam punt <strong>van</strong> behandeling op het concilie zal<br />
moet<strong>en</strong> zijn: hierover kan dus op deze Rijksdag ge<strong>en</strong> beslissing vall<strong>en</strong>. Ook de<br />
beschuldiging, dat er <strong>van</strong> het besluit <strong>van</strong> 1526 misbruik wordt gemaakt, is niet terecht.<br />
Over de Wederdopers, de predikers, het uitgev<strong>en</strong> <strong>van</strong> geschrift<strong>en</strong> niet zonder<br />
vergunning, het huw<strong>en</strong> <strong>van</strong> geestelijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> het tred<strong>en</strong> uit kloosterord<strong>en</strong> - waarop ge<strong>en</strong><br />
wereldlijke straf staat - hoopt m<strong>en</strong> in het belang <strong>van</strong> de Christ<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> de Duitse<br />
natie tot e<strong>en</strong> oplossing te kom<strong>en</strong>, <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s op het concilie.<br />
Ondanks deze uitdrukkelijke bezwar<strong>en</strong>, waar<strong>van</strong> deze Rijksdag de redelijkheid inzag,<br />
is toch op 19 april op het hoofdpunt onverwacht e<strong>en</strong> andere beslissing g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, de<br />
meerderheid heeft daarna, zonder nogmaals naar de teg<strong>en</strong>werping<strong>en</strong> te will<strong>en</strong><br />
luister<strong>en</strong>, het gebouw (raadhuis) verlat<strong>en</strong>. Deze beslissing niet bind<strong>en</strong>d acht<strong>en</strong>de,<br />
di<strong>en</strong>d<strong>en</strong> de g<strong>en</strong>oemde vorst<strong>en</strong> nog op dezelfde dag hun protestation in.<br />
23
24<br />
[Nr. 137, blz. 1262]. Daarin zegg<strong>en</strong> zij gehoopt <strong>en</strong> vertrouwd te hebb<strong>en</strong>, dat er wel<br />
e<strong>en</strong> vergelijk tot stand had kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> met handhaving <strong>van</strong> het besluit <strong>van</strong> 1526,<br />
dat e<strong>en</strong>stemmig g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> was, waarom zij dan ook niet bewillig<strong>en</strong> in het nieuwe<br />
besluit met de daaraan toegevoegde sancties. Dan volgt:<br />
'zo m<strong>en</strong><strong>en</strong> wij, dat weg<strong>en</strong>s de veelg<strong>en</strong>oemde bezwar<strong>en</strong> de hoge <strong>en</strong> onvermijdelijke<br />
noodzaak ons de eis oplegt teg<strong>en</strong> Uw liefd<strong>en</strong> (Eure Liebd<strong>en</strong>; kanselarijtaal jeg<strong>en</strong>s de<br />
overheid) <strong>en</strong> U t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> <strong>van</strong> gemeld besluit, als zijnde e<strong>en</strong> nietig <strong>en</strong> krachteloos <strong>en</strong><br />
ons <strong>en</strong> de onz<strong>en</strong> op tal <strong>van</strong> grond<strong>en</strong> niet bind<strong>en</strong>d voornem<strong>en</strong> op<strong>en</strong>lijk te protester<strong>en</strong><br />
zoals wij dan ook bij deze thans do<strong>en</strong>, <strong>en</strong> om de opgegev<strong>en</strong> red<strong>en</strong><strong>en</strong> niet vermog<strong>en</strong>,<br />
kunn<strong>en</strong> noch mog<strong>en</strong> zwijg<strong>en</strong>, maar het gemelde plan voor nietig <strong>en</strong> niet bind<strong>en</strong>d<br />
houd<strong>en</strong>, <strong>en</strong> teg<strong>en</strong>over Uwe liefd<strong>en</strong> <strong>en</strong> Ulied<strong>en</strong> hiermede geprotesteerd hebb<strong>en</strong>. Wij<br />
will<strong>en</strong> daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> terzake <strong>van</strong> de religie tot aan het vermelde algem<strong>en</strong>e <strong>en</strong> vrije<br />
Christelijke concilie of de nationale vergadering met Gods hulp <strong>en</strong> kracht<strong>en</strong>s de<br />
inhoud <strong>van</strong> het veelg<strong>en</strong>oemde laatste besluit <strong>van</strong> Spiers (1526) in onze gebied<strong>en</strong><br />
sam<strong>en</strong> met onze onderdan<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwant<strong>en</strong> zo lev<strong>en</strong> <strong>en</strong> reger<strong>en</strong> als wij dat jeg<strong>en</strong>s God<br />
de almachtige <strong>en</strong> Zijne Roomse keizerlijke Majesteit, onze allerg<strong>en</strong>adigste Heer,<br />
vertrouw<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> verantwoord<strong>en</strong>. En wat de geestelijke cijns, r<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> ti<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
ook de vrede aangaat, in dat besluit vervat <strong>en</strong> onder woord<strong>en</strong> gebracht, daaraan will<strong>en</strong><br />
wij ons in alle opzicht<strong>en</strong> onberispelijk beton<strong>en</strong> <strong>en</strong> houd<strong>en</strong>.<br />
'Verder will<strong>en</strong> wij, wat de volg<strong>en</strong>de punt<strong>en</strong>, de wederdoop <strong>en</strong> het uitgev<strong>en</strong> <strong>van</strong> boek<strong>en</strong><br />
betreft, gelijk wij daarmede op de Rijksdag (1526) volkom<strong>en</strong> ingestemd hebb<strong>en</strong>, met<br />
Uwe liefd<strong>en</strong> <strong>en</strong> U ook thans instemm<strong>en</strong> <strong>en</strong> wat betreft deze punt<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> wij ons in<br />
alle opzicht<strong>en</strong> behoorlijk wet<strong>en</strong> te gedrag<strong>en</strong>.<br />
'En daarom is op grond <strong>van</strong> dit alles ons vri<strong>en</strong>delijk verzoek <strong>en</strong> onze eerbiedige w<strong>en</strong>s,<br />
dat Gij dit ons protest als e<strong>en</strong> voor ons onvermijdelijke noodzaak wilt houd<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
daaraan gedachtig zijn <strong>en</strong> daarop, wat er in staat <strong>en</strong> wat er aan toegevoegd is, vooral<br />
lett<strong>en</strong> wanneer m<strong>en</strong> zulk e<strong>en</strong> oordeel als <strong>door</strong> Uwe liefd<strong>en</strong> <strong>en</strong> U is voorg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, als<br />
besluit <strong>van</strong> deze Rijksdag, zoals wij in het geheel niet voorzi<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong>, mocht will<strong>en</strong><br />
vaststell<strong>en</strong>.<br />
'Wij gevoel<strong>en</strong> ons g<strong>en</strong>oodzaakt ons thans uitgesprok<strong>en</strong> protest tezam<strong>en</strong> met onze<br />
bezwar<strong>en</strong>, die wij teg<strong>en</strong> de artikel<strong>en</strong> het laatst in geschrifte voorgedrag<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, aan<br />
Zijne keizerlijke Majesteit te do<strong>en</strong> toekom<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook verder algeme<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d te<br />
mak<strong>en</strong> opdat vel<strong>en</strong> er k<strong>en</strong>nis <strong>van</strong> mog<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> krijg<strong>en</strong>, dat, <strong>en</strong> waarom wij ons in<br />
dit oordeel niet gevoegd maar in teg<strong>en</strong>woordigheid <strong>van</strong> Uwe liefd<strong>en</strong> <strong>en</strong> U daar<br />
op<strong>en</strong>lijk teg<strong>en</strong> geprotesteerd hebb<strong>en</strong>.<br />
'Wij behoud<strong>en</strong> ons ook voor, onze bezwar<strong>en</strong> <strong>en</strong> ons protest verder te verbreid<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
naar het nodig is, bek<strong>en</strong>dheid te gev<strong>en</strong>.<br />
'Dat Uwe liefd<strong>en</strong> <strong>en</strong> Gij, ander<strong>en</strong> dit alles t<strong>en</strong> beste, <strong>en</strong> zoals gezegd, als e<strong>en</strong><br />
noodzakelijkheid voor ons, <strong>en</strong> niet anders wilt verstaan, zijn wij onzerzijds zeer bereid<br />
<strong>van</strong> Uwe liefd<strong>en</strong> in vri<strong>en</strong>dschap te verdi<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>van</strong> U, ander<strong>en</strong>, in gunstige <strong>en</strong><br />
welwill<strong>en</strong>de gezindheid te erk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>.'<br />
Om het beoogde doel te bereik<strong>en</strong> heeft m<strong>en</strong> de bezwar<strong>en</strong> <strong>en</strong> het protest nogmaals bij<br />
koning Ferdinand ingedi<strong>en</strong>d, doch deze heeft het stuk niet will<strong>en</strong> aanvaard<strong>en</strong> <strong>en</strong> het<br />
do<strong>en</strong> terugz<strong>en</strong>d<strong>en</strong>. Dit is het z.g. uitgebreide protest <strong>van</strong> 24 april 1529 <strong>en</strong> luidt als<br />
volgt:<br />
[Nr. 143, blz. 1273]. 'Doorluchtige koning <strong>en</strong> hoogwaardigste, hoogwaardige,<br />
hooggebor<strong>en</strong>, eerwaardige, welgebor<strong>en</strong> <strong>en</strong> edele, lieve, g<strong>en</strong>adige Her<strong>en</strong>, ooms, nev<strong>en</strong>,<br />
zwagers, vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> bijzondere liev<strong>en</strong>. Nadat wij ons op vordering <strong>van</strong> Zijne Roomse
25<br />
keizerlijke Majesteit, onze aller-g<strong>en</strong>adigste heer, <strong>en</strong> daarnaast op vri<strong>en</strong>delijke<br />
beschrijving <strong>van</strong> Uwe koninklijke <strong>door</strong>luchtigheid tot onderdanige gehoorzaamheid<br />
<strong>van</strong> Zijne Majesteit <strong>en</strong> vri<strong>en</strong>delijk <strong>en</strong> di<strong>en</strong>stvaardig behag<strong>en</strong> <strong>van</strong> Uwe koninklijke<br />
<strong>door</strong>luchtigheid, <strong>en</strong> ook t<strong>en</strong> beste <strong>van</strong> de algem<strong>en</strong>e Christ<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> het heilige Rijk,<br />
hierhe<strong>en</strong> bij deze Rijksdag vervoegd hebb<strong>en</strong>, <strong>en</strong> nu naast Uwe liefd<strong>en</strong> <strong>en</strong> U, ander<strong>en</strong>,<br />
de voorgelez<strong>en</strong> instructie met de machtiging in naam <strong>van</strong> Zijne keizerlijke Majesteit<br />
(op Uwer koninklijke <strong>door</strong>luchtigheid <strong>en</strong> zijner keizerlijke Majesteit verord<strong>en</strong>de<br />
commissariss<strong>en</strong> gesteld) aangehoord hebb<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> wij daarnaast ook de oproep tot<br />
deze Rijksdag <strong>van</strong> Zijne keizerlijke Majesteit zorgvuldig ingezi<strong>en</strong> <strong>en</strong> bevond<strong>en</strong>, dat de<br />
zak<strong>en</strong>, dankzij ongeschikte handelwijze, daarop gericht zijn, dat het artikel in het<br />
besluit <strong>van</strong> de vóór deze Rijksdag [1526] betreff<strong>en</strong>de ons heilig Christelijk geloof <strong>en</strong><br />
de uitoef<strong>en</strong>ing of ceremoniën daar<strong>van</strong> opgehev<strong>en</strong>, <strong>en</strong> in de plaats daar<strong>van</strong> andere, zeer<br />
bezwaarlijke artikel<strong>en</strong> gesteld zoud<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />
'Aangezi<strong>en</strong> echter Uwer koninklijke, zowel als Zijner keizerlijke machthebb<strong>en</strong>de<br />
stadhouders <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong>, <strong>en</strong> alle keurvorst<strong>en</strong>, vorst<strong>en</strong> <strong>en</strong> St<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>van</strong> het Rijk<br />
<strong>en</strong> hun gezantschapp<strong>en</strong>, over het vermelde artikel op de vroeger hier te Spiers<br />
gehoud<strong>en</strong> Rijksdag op goede Christelijke grond<strong>en</strong> tot in standhouding <strong>van</strong> de vrede <strong>en</strong><br />
de e<strong>en</strong>heid in het heilig Rijk e<strong>en</strong>sgezind tot vergelijk <strong>en</strong> overe<strong>en</strong>stemming war<strong>en</strong><br />
gekom<strong>en</strong> naar de volg<strong>en</strong>de inhoud:<br />
'Dat in de tijd tot aan e<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> concilie of nationale vergadering iedere keurvorst,<br />
vorst <strong>en</strong> st<strong>en</strong>de <strong>van</strong> het Rijk met zijn onderdan<strong>en</strong> (in zak<strong>en</strong> die het edict <strong>van</strong> Worms<br />
aangaan), voor zich zo lev<strong>en</strong>, reger<strong>en</strong> <strong>en</strong> zich gedrag<strong>en</strong> mag, als e<strong>en</strong> ieder dat jeg<strong>en</strong>s<br />
God <strong>en</strong> Zijne keizerlijke Majesteit hoopt <strong>en</strong> vertrouwt te kunn<strong>en</strong> verantwoord<strong>en</strong>;<br />
'En nu Uwe koninklijke <strong>door</strong>luchtigheid de stadhouder <strong>van</strong> Zijne keizerlijke Majesteit<br />
in die tijd <strong>en</strong> op dit og<strong>en</strong>blik, tezam<strong>en</strong> met Uw g<strong>en</strong>oemde hiervoor aangewez<strong>en</strong><br />
commissariss<strong>en</strong> kracht<strong>en</strong>s de destijds geschonk<strong>en</strong> (met keizerlijke hand ondertek<strong>en</strong>de<br />
<strong>en</strong> bezegelde) machtiging <strong>van</strong>wege Zijne Roomse keizerlijke Majesteit, aan het slot<br />
<strong>van</strong> g<strong>en</strong>oemd besluit gesprok<strong>en</strong> <strong>en</strong> beloofd hebt, alles <strong>en</strong> elk ding afzonderlijk, dat in<br />
het vermelde besluit geschrev<strong>en</strong> staat <strong>en</strong> Zijne keizerlijke Majesteit aangaat, vast,<br />
onverbrekelijk <strong>en</strong> oprecht te houd<strong>en</strong> <strong>en</strong> te voltrekk<strong>en</strong>, het str<strong>en</strong>g <strong>en</strong> zonder inbreuk na<br />
te kom<strong>en</strong> <strong>en</strong> na te lev<strong>en</strong>, niets in strijd daarmee te do<strong>en</strong>, te beram<strong>en</strong> <strong>en</strong> te verricht<strong>en</strong> of<br />
uit te vaardig<strong>en</strong>, noch iemand anders <strong>van</strong> Uw<strong>en</strong>twege toe te staan zulks te do<strong>en</strong>,<br />
zonder <strong>en</strong>ige misleiding;<br />
'En ev<strong>en</strong>zo ook Uwe liefde, wij <strong>en</strong> de andere keurvorst<strong>en</strong>, vorst<strong>en</strong>, prelat<strong>en</strong>, grav<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
her<strong>en</strong>, ook de gezantschapp<strong>en</strong> <strong>en</strong> gemachtigd<strong>en</strong> <strong>van</strong> de keurvorst<strong>en</strong>, de vorst<strong>en</strong>,<br />
prelat<strong>en</strong>, grav<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrije rijkssted<strong>en</strong> <strong>van</strong> het h. Roomse Rijk, in het besluit met nam<strong>en</strong><br />
g<strong>en</strong>oemd, daarin op<strong>en</strong>lijk hebb<strong>en</strong> erk<strong>en</strong>d, dat alle <strong>en</strong> elk neergeschrev<strong>en</strong> punt <strong>en</strong><br />
artikel met ons aller wèl wet<strong>en</strong> <strong>en</strong> beraad beraamd <strong>en</strong> beslot<strong>en</strong> zijn, <strong>en</strong> dat ook wij in<br />
dit alles schriftelijk bewilligd <strong>en</strong> in rechte, goede, ware trouw gesprok<strong>en</strong> <strong>en</strong> beloofd<br />
hebb<strong>en</strong>, alle punt<strong>en</strong> <strong>en</strong> artikel<strong>en</strong>, die in het besluit zijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, zoveel e<strong>en</strong> ieder,<br />
zijn gebied of vri<strong>en</strong>d, <strong>door</strong> wie hij gezond<strong>en</strong> of gemachtigd is, betreft of kan betreff<strong>en</strong>,<br />
in waarheid, best<strong>en</strong>dig, vast, oprecht <strong>en</strong> onverbrekelijk te voltrekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> naar al ons<br />
vermog<strong>en</strong> na te kom<strong>en</strong> <strong>en</strong> er naar te lev<strong>en</strong> zonder misleiding;<br />
'Gelijk dan het meergemelde besluit <strong>van</strong> de vroeger gehoud<strong>en</strong> Rijksdag alzo<br />
schriftelijk vastgelegd <strong>en</strong> <strong>door</strong> de stadhouder <strong>van</strong> Zijne keizerlijke Majesteit, de<br />
keurvorst<strong>en</strong>, vorst<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere St<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>van</strong> het Rijk bezegeld, dit alles met duidelijk<br />
uitgedrukte woord<strong>en</strong> bevat, wil <strong>en</strong> vermag -<br />
'Zo hebb<strong>en</strong> wij met het oog op dit vroeger vastgestelde, bind<strong>en</strong>de, schriftelijk<br />
vastgelegde <strong>en</strong> bezegelde besluit ook om de hiernavolg<strong>en</strong>de, gegronde red<strong>en</strong><strong>en</strong> (die
26<br />
dan ook Uwe koninklijke <strong>door</strong>luchtigheid <strong>en</strong> U, de andere vorst<strong>en</strong> op 12 april jl.<br />
schriftelijk zijn aangekondigd) in de opheffing <strong>van</strong> dat voornoemde, e<strong>en</strong>stemmig<br />
bewilligde artikel, dat m<strong>en</strong> te houd<strong>en</strong> verplicht is, <strong>en</strong> in de met betrekking daartoe<br />
bedoelde verme<strong>en</strong>de (doch op zichzelf ge<strong>en</strong>szins werkelijke) verzachting 5)<br />
onmogelijk kunn<strong>en</strong> instemm<strong>en</strong>.<br />
'En wel t<strong>en</strong> eerste om deze gegronde red<strong>en</strong>, dat wij zonder twijfel m<strong>en</strong><strong>en</strong>, dat Zijne<br />
keizerlijke Majesteit, als e<strong>en</strong> lofwaardig, rechtvaardig <strong>en</strong> Christelijk keizer, onze<br />
allerg<strong>en</strong>adigste Heer, <strong>en</strong> ook Uwe koninklijke <strong>door</strong>luchtigheid, <strong>en</strong> Uwe overige medecommissariss<strong>en</strong>,<br />
<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>zo het mer<strong>en</strong>deel <strong>van</strong> Uwe overige liefd<strong>en</strong>, niets minder dan<br />
wij, in hun keizerlijk, koninklijk, keurvorstelijk, vorstelijk <strong>en</strong> eerzaam, oprecht <strong>en</strong><br />
best<strong>en</strong>dig gemoed gezind zijn om datg<strong>en</strong>e wat all<strong>en</strong> (als bov<strong>en</strong> vermeld) e<strong>en</strong>s <strong>en</strong> met<br />
ons e<strong>en</strong>sgezind bewilligd, als bind<strong>en</strong>d aanvaard, schriftelijk vastgelegd <strong>en</strong> bezegeld<br />
hebb<strong>en</strong> aldus naar de letter best<strong>en</strong>dig, vast <strong>en</strong> onverbrekelijk te handhav<strong>en</strong>, te<br />
voltrekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarin volstrekt ge<strong>en</strong> bed<strong>en</strong>king<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> noch in <strong>en</strong>ig opzicht daarmee<br />
in strijd te kom<strong>en</strong> of te handel<strong>en</strong>. Daarin bed<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>en</strong> zoek<strong>en</strong> wij niet alle<strong>en</strong> onze<br />
eig<strong>en</strong> eer, lof, redelijkheid <strong>en</strong> rechtschap<strong>en</strong>heid, maar vooral die <strong>van</strong> Zijne keizerlijke<br />
Majesteit <strong>en</strong> <strong>van</strong> Uwe koninklijke <strong>door</strong>luchtigheid, liefde <strong>en</strong> <strong>van</strong> ons all<strong>en</strong>.<br />
'In de tweede plaats zoud<strong>en</strong> wij zulks, als hier voor <strong>en</strong> na gemeld wordt, met goed<br />
gewet<strong>en</strong> jeg<strong>en</strong>s God de almachtige als de <strong>en</strong>ige Heer, regeerder <strong>en</strong> onderhouder <strong>van</strong><br />
ons heilig, Christelijk, zaligmak<strong>en</strong>d geloof, noch ook jeg<strong>en</strong>s Zijne keizerlijke Majesteit<br />
als Christelijk keizer ge<strong>en</strong>szins wet<strong>en</strong> te verantwoord<strong>en</strong>.<br />
'Want, ofschoon wij wet<strong>en</strong>, dat onze voorouders, verwant<strong>en</strong> <strong>en</strong> wij in al hetge<strong>en</strong>,<br />
waarin wij naar verschuldigde <strong>en</strong> verplichte gehoorzaamheid jeg<strong>en</strong>s de overled<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
thans reger<strong>en</strong>de Roomse, keizerlijke Majesteit gebond<strong>en</strong> zijn geweest of tot Zijner<br />
keizerlijke Majesteit <strong>en</strong> des Rijks eer, welzijn <strong>en</strong> best telk<strong>en</strong>male hebb<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />
medewerk<strong>en</strong>, <strong>en</strong> onze bedoelde voorouders, verwant<strong>en</strong> <strong>en</strong> wij met volkom<strong>en</strong><br />
getrouwe, gewillige <strong>en</strong> gerede onderdanigheid zulks in alle opzicht<strong>en</strong> dermate gedaan<br />
hebb<strong>en</strong>, dat wij zonder roem, <strong>en</strong> zonder iemand te kort te do<strong>en</strong>, wet<strong>en</strong> bij niemand in<br />
<strong>en</strong>ig opzicht achter te staan; gelijk wij dan ook voortaan tot aan ons einde <strong>en</strong> graf met<br />
hulp <strong>van</strong> de goddelijke g<strong>en</strong>ade willig <strong>en</strong> g<strong>en</strong>eigd zijn ons in alle verschuldigde <strong>en</strong><br />
mogelijke ding<strong>en</strong> jeg<strong>en</strong>s Zijne Roomse keizerlijke Majesteit als onze aller-g<strong>en</strong>adigste<br />
Heer, zonder ons lijf <strong>en</strong> goed te spar<strong>en</strong>, gehoorzaam <strong>en</strong> gewillig <strong>en</strong> ook jeg<strong>en</strong>s Uwe<br />
koninklijke <strong>door</strong>luchtigheid als onze lieve <strong>en</strong> g<strong>en</strong>adige Heer, [onze] ooms, nev<strong>en</strong>,<br />
zwagers, vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere St<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>van</strong> het h. Rijk, vri<strong>en</strong>dschappelijk, g<strong>en</strong>adig <strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong>sgezind te gedrag<strong>en</strong>;<br />
'Echter, omdat deze zak<strong>en</strong>, zoals Uwe koninklijke <strong>door</strong>luchtigheid <strong>en</strong> Gij, ander<strong>en</strong>,<br />
weet, de ere Gods <strong>en</strong> het zieleheil <strong>en</strong> de zaligheid <strong>van</strong> e<strong>en</strong> ieder onzer aangaan <strong>en</strong><br />
betreff<strong>en</strong>, zijn wij naar Gods bevel <strong>en</strong> om onzes gewet<strong>en</strong> wil verplicht <strong>en</strong> verschuldigd<br />
aan Hem, onze Heer <strong>en</strong> God als de hoogste koning <strong>en</strong> Heer <strong>van</strong> alle her<strong>en</strong>, <strong>door</strong> onze<br />
doop <strong>en</strong> voorts <strong>door</strong> Zijn heilig Woord, <strong>en</strong> koester<strong>en</strong> wij het ongetwijfelde<br />
vertrouw<strong>en</strong>, dat Uwe koninklijke Doorluchtigheid, liefde <strong>en</strong> U, ander<strong>en</strong>, het met<br />
bov<strong>en</strong>vermeld artikel niet e<strong>en</strong>s zijn, noch in dit opzicht aan de meerderheid, zoals<br />
<strong>en</strong>ige mal<strong>en</strong> op deze Rijksdag naar vor<strong>en</strong> is gebracht, gehoorzam<strong>en</strong> will<strong>en</strong>. Wij<br />
overweg<strong>en</strong> daarbij, dat in het bijzonder het aangehaalde artikel in het vorige<br />
rijksbesluit <strong>van</strong> Spiers duidelijk aantoont, dat dat artikel in e<strong>en</strong>stemmigheid (<strong>en</strong> niet<br />
alle<strong>en</strong> <strong>door</strong> de meerderheid) aldus beslot<strong>en</strong> is, dat daarom ook zulk e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>stemmig<br />
besluit <strong>van</strong> eerlijkheids-, billijkheids<strong>en</strong> rechtswege niet anders dan wederom <strong>door</strong> e<strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong>stemmige wil veranderd moet, n <strong>en</strong> mag word<strong>en</strong>, <strong>en</strong> daarbij, dat ook zonder dat in<br />
de ding<strong>en</strong>, die de ere Gods <strong>en</strong> het heil <strong>en</strong> de zaligheid onzer ziel<strong>en</strong> aangaan e<strong>en</strong> ieder
27<br />
voor zichzelf voor God moet staan <strong>en</strong> rek<strong>en</strong>schap gev<strong>en</strong>, zodat zich daarin niemand<br />
op grond <strong>van</strong> minder- of meerderheidsbesluit<strong>en</strong> verontschuldig<strong>en</strong> kan <strong>en</strong> op andere<br />
redelijke, gegronde goede oorzak<strong>en</strong> niet verplicht kan word<strong>en</strong> zo te handel<strong>en</strong>.<br />
'En opdat Uwe koninklijke <strong>door</strong>luchtigheid <strong>en</strong> liefde <strong>en</strong> Gij ander<strong>en</strong> <strong>en</strong> nog vele<br />
ander<strong>en</strong>, tot wie dit stuk mocht kom<strong>en</strong>, onze bezwar<strong>en</strong>, grond<strong>en</strong> <strong>en</strong> oorzak<strong>en</strong> (waarom<br />
wij ons in de g<strong>en</strong>oemde zak<strong>en</strong> met U ditmaal niet ver<strong>en</strong>ig<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong>) nogmaals <strong>en</strong><br />
precies vernem<strong>en</strong> mog<strong>en</strong>, zo is het op<strong>en</strong>lijk aan d<strong>en</strong> dag <strong>en</strong> niet te ontk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, dat er in<br />
zake de leer in onze Christelijke religie op vele punt<strong>en</strong> in artikel<strong>en</strong> e<strong>en</strong> tijdlang <strong>en</strong> tot<br />
nu toe geschil geweest is. Vanwaar dit geschil veroorzaakt <strong>en</strong> voortgekom<strong>en</strong> is, dat<br />
weet God in de eerste plaats, aan wi<strong>en</strong>s oordeel wij alles overlat<strong>en</strong>. En dit is t<strong>en</strong> dele<br />
op de Rijksdag te Neur<strong>en</strong>berg <strong>door</strong> de pauselijke legaat, naar luid <strong>van</strong> zijn aanstelling<br />
<strong>en</strong> instructie, destijds gedaan <strong>en</strong> overhandigd <strong>en</strong> ook overig<strong>en</strong>s <strong>door</strong> vele keurvorst<strong>en</strong>,<br />
vorst<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere St<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>van</strong> het Rijk, die toch t<strong>en</strong> dele ook bij Uw partij hor<strong>en</strong>, zelf<br />
erk<strong>en</strong>d. Gelijk dan ook op vermelde Rijksdag te Neur<strong>en</strong>berg <strong>door</strong> de wereldlijke<br />
rijksSt<strong>en</strong>d<strong>en</strong> ons aller bezwar<strong>en</strong> in 80 artikel<strong>en</strong> onder woord<strong>en</strong> gebracht <strong>en</strong> aan g<strong>en</strong>oemde<br />
pauselijke legaat zijn overhandigd, <strong>en</strong> ook verder op<strong>en</strong>lijk in druk zijn<br />
versch<strong>en</strong><strong>en</strong>, welke bezwar<strong>en</strong> <strong>en</strong> misbruik<strong>en</strong> echter nog niet zijn afgeschaft <strong>en</strong> er nog<br />
vele <strong>van</strong> voor ieders og<strong>en</strong> bestaan.<br />
'Ofschoon terzelfder tijd <strong>en</strong> daarna <strong>en</strong> ook thans alhier op allerlei weg<strong>en</strong> is gezonn<strong>en</strong>,<br />
zo is ook op alle Rijksdag<strong>en</strong> altijd geme<strong>en</strong>d, dat voor de zak<strong>en</strong>, <strong>van</strong> alle kant<strong>en</strong><br />
bekek<strong>en</strong>, ge<strong>en</strong> pass<strong>en</strong>der middel <strong>en</strong> maatregel te vind<strong>en</strong> is, dan dat t<strong>en</strong> spoedigste e<strong>en</strong><br />
vrij, algeme<strong>en</strong> Christelijk concilie of t<strong>en</strong> minste e<strong>en</strong> nationale vergadering gevormd <strong>en</strong><br />
uitgeschrev<strong>en</strong> zou word<strong>en</strong>. En dat vermeld<strong>en</strong> wij thans met ge<strong>en</strong> andere dan getrouwe,<br />
Christelijke, vri<strong>en</strong>dschappelijke, di<strong>en</strong>stvaardige, goede bedoeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook daarom<br />
opdat Uwe koninklijke <strong>door</strong>luchtigheid <strong>en</strong> liefde <strong>en</strong> Gij, ander<strong>en</strong>, ook in m<strong>en</strong>ig<br />
opzicht daaruit opmak<strong>en</strong> <strong>en</strong> Uzelf herinner<strong>en</strong> moogt: wanneer het voegt <strong>en</strong> past om<br />
aan e<strong>en</strong> deel [<strong>van</strong> het volk] afstand of veroordeling op te legg<strong>en</strong> <strong>van</strong> de leer ( die<br />
bestaat tot Gods eer <strong>en</strong> der ziel<strong>en</strong> heil <strong>en</strong> zaligheid), die het voor Christelijk houdt, in<br />
acht neemt <strong>en</strong> in zijn gebied<strong>en</strong> <strong>en</strong> land<strong>en</strong> in acht laat nem<strong>en</strong> <strong>en</strong> lev<strong>en</strong>, vóór e<strong>en</strong> vrij,<br />
Christelijk, algeme<strong>en</strong> concilie, dan zou er <strong>door</strong> de stadhouders <strong>van</strong> Zijne keizerlijke<br />
Majesteit, commissariss<strong>en</strong>, oratores, keurvorst<strong>en</strong> vorst<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere St<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>van</strong> het<br />
Rijk niet zo dikwijls <strong>en</strong> plechtig <strong>van</strong> zulk e<strong>en</strong> concilie gesprok<strong>en</strong> <strong>en</strong> gehandeld zijn <strong>en</strong><br />
nog word<strong>en</strong>, om de geschill<strong>en</strong> (zowel betwijfelde lering<strong>en</strong> als andere zak<strong>en</strong>), waar<strong>van</strong><br />
zij zelf niet zeker zijn, aan te hor<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarover te handel<strong>en</strong>.<br />
'Dat ons echter thans voor ons deel, naar inhoud <strong>en</strong> strekking <strong>van</strong> e<strong>en</strong> aantal punt<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
artikel<strong>en</strong> (met het oog op het geschil in geloof <strong>en</strong> vrede opgesteld) zulks overkomt, <strong>en</strong><br />
niet slechts stilzwijg<strong>en</strong>d, maar ook in het op<strong>en</strong>baar opgelegd schijnt te zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong>,<br />
is uit de volg<strong>en</strong>de mededeling g<strong>en</strong>oeg te zi<strong>en</strong> <strong>en</strong> te verstaan.<br />
'Want aldus hebb<strong>en</strong> sommig<strong>en</strong> in de commissie hun eerst opgestelde <strong>en</strong> op 10 april<br />
herzi<strong>en</strong>e, <strong>en</strong> ook in <strong>en</strong>ige andere opzicht<strong>en</strong> gewijzigde opvatting, vastgesteld, dat de<br />
keurvorst<strong>en</strong>, vorst<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere St<strong>en</strong>d<strong>en</strong> (onder welke wij ev<strong>en</strong>als Uwe liefd<strong>en</strong> <strong>en</strong> U,<br />
ander<strong>en</strong>, begrep<strong>en</strong> <strong>en</strong> bedoeld war<strong>en</strong>), thans hier met elkander beslot<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, dat<br />
deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die bij het (vroeger bepaalde) keizerlijke edict [<strong>van</strong> Worms] tot nu toe<br />
geblev<strong>en</strong> zijn, ook voor het vervolg tot het aanstaande concilie zull<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun<br />
onderdan<strong>en</strong> daaraan moet<strong>en</strong> <strong>en</strong> will<strong>en</strong> houd<strong>en</strong>. Ons echter, die dat edict met goed<br />
gewet<strong>en</strong> in alle onderdel<strong>en</strong> niet kunn<strong>en</strong> houd<strong>en</strong> noch t<strong>en</strong> uitvoer legg<strong>en</strong>, gelijk dat ook<br />
op vroegere Rijksdag<strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> <strong>door</strong> ons maar ook <strong>door</strong> andere rijksSt<strong>en</strong>d<strong>en</strong> in<br />
bed<strong>en</strong>k<strong>en</strong> is gegev<strong>en</strong>, is het t<strong>en</strong> hoogste bezwaarlijk <strong>en</strong> voor God ge<strong>en</strong>szins te<br />
verantwoord<strong>en</strong>, iemand hetzij <strong>van</strong> hoge of <strong>van</strong> nederige stand <strong>door</strong> ons medebesluit<strong>en</strong>
28<br />
<strong>van</strong> de leer, die wij op goede, aan Gods eeuwig Woord ontle<strong>en</strong>de grond zonder<br />
twijfel voor goddelijk <strong>en</strong> Christelijk houd<strong>en</strong>, af te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>en</strong>, in strijd met ons eig<strong>en</strong><br />
gewet<strong>en</strong>, onder het g<strong>en</strong>oemde edict te dwing<strong>en</strong>. Maar wij onderwind<strong>en</strong> ons ge<strong>en</strong>szins<br />
het te bestrijd<strong>en</strong>, indi<strong>en</strong> Uwe koninklijke <strong>door</strong>luchtigheid <strong>en</strong> Uwe liefd<strong>en</strong> <strong>en</strong> U, de<br />
ander<strong>en</strong>, buit<strong>en</strong> ons goedvind<strong>en</strong> of besluit het edict, waarom dan ook, met de Uw<strong>en</strong><br />
houd<strong>en</strong> wilt. Doch wij bidd<strong>en</strong> God dagelijks <strong>en</strong> <strong>van</strong> harte, dat Zijn goddelijke g<strong>en</strong>ade<br />
ons met de ware k<strong>en</strong>nis <strong>van</strong> Zijn <strong>en</strong> ons eig<strong>en</strong> recht verlichte <strong>en</strong> ons Zijn H. Geest<br />
gev<strong>en</strong> wil om ons in alle waarheid te leid<strong>en</strong>, waar<strong>door</strong> wij tot de e<strong>en</strong>heid <strong>van</strong> één<br />
recht, waar, liefderijk, zaligmak<strong>en</strong>d Christelijk geloof kom<strong>en</strong>, <strong>door</strong> Christus, onze<br />
<strong>en</strong>ige G<strong>en</strong>adesch<strong>en</strong>ker, Middelaar, Voorspreker <strong>en</strong> Heiland. Am<strong>en</strong>.<br />
'Want omdat het geschil op<strong>en</strong>lijk voor og<strong>en</strong> is <strong>en</strong>, zoals bov<strong>en</strong> gezegd, <strong>door</strong> de<br />
teg<strong>en</strong>partij t<strong>en</strong> dele zelf erk<strong>en</strong>d is, dat het <strong>door</strong> h<strong>en</strong> veroorzak<strong>en</strong> ontstaan is, <strong>en</strong> dat ook<br />
<strong>door</strong> de teg<strong>en</strong>partij zelf toegegev<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet ontk<strong>en</strong>d wordt, dat de leer bij ons in vele<br />
stukk<strong>en</strong> (die immers het keizerlijk edict ook aanroert) terecht is <strong>en</strong> alle<strong>en</strong> op bepaalde<br />
punt<strong>en</strong> <strong>en</strong> artikel<strong>en</strong> met de hunne in teg<strong>en</strong>spraak, kan m<strong>en</strong>ige<strong>en</strong>, die e<strong>en</strong> eerlijk<br />
verstand <strong>en</strong> gemoed heeft, gemakkelijk nagaan dat, wanneer wij met de thans <strong>door</strong><br />
Uwe koninklijke <strong>door</strong>luchtigheid, Uwe liefd<strong>en</strong> <strong>en</strong> U, ander<strong>en</strong>, opgevatte m<strong>en</strong>ing<br />
zoud<strong>en</strong> medebesluit<strong>en</strong>, daaruit zou volg<strong>en</strong> <strong>en</strong> ons opgelegd zou word<strong>en</strong>, dat wij in<br />
strijd met ons eig<strong>en</strong> gewet<strong>en</strong> de leer, die wij tot hiertoe, zonder te twijfel<strong>en</strong>, voor<br />
Christelijk hebb<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> <strong>en</strong> nog houd<strong>en</strong>, nu zelf als onjuist gaan veroordel<strong>en</strong>,<br />
omdat wij del<strong>en</strong> in het besluit, dat in teg<strong>en</strong>stelling daarmede het keizerlijk edict <strong>van</strong><br />
Worms weer moet geld<strong>en</strong>.<br />
'En dit is nog duidelijker te zi<strong>en</strong> uit de teg<strong>en</strong>spraak in de aan het g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> besluit<br />
toegevoegde punt<strong>en</strong>, die aldus luid<strong>en</strong>: 'En daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> bij de andere St<strong>en</strong>d<strong>en</strong>, bij wie<br />
de andere leer is opgekom<strong>en</strong> <strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> deel zonder grote weerstand<strong>en</strong>, bezwar<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
gevar<strong>en</strong> niet wegg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> n word<strong>en</strong>, moet toch voorts alle verdere vernieuwing tot<br />
aan het toekom<strong>en</strong>de concilie zoveel als mogelijk <strong>en</strong> m<strong>en</strong>selijk [is] verhoed word<strong>en</strong>'<br />
etc. Op grond hier<strong>van</strong> zou m<strong>en</strong> gemakkelijk kunn<strong>en</strong> argum<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> <strong>en</strong> zegg<strong>en</strong>, dat wij<br />
<strong>door</strong> zulk e<strong>en</strong> besluit erk<strong>en</strong>d hadd<strong>en</strong>, dat onze Christelijke leer, m<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> overtuiging<br />
zo onjuist gevormd zoud<strong>en</strong> zijn dat, wanneer zij zonder grote weerstand<strong>en</strong>, bezwar<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> gevar<strong>en</strong> afgeschaft zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, het terecht moest geschied<strong>en</strong>; of dat wij<br />
t<strong>en</strong>minste stilzwijg<strong>en</strong>d toegav<strong>en</strong> <strong>en</strong> erk<strong>en</strong>d<strong>en</strong>, niet op e<strong>en</strong> goede grondslag te staan of<br />
noodzakelijke punt<strong>en</strong> <strong>en</strong> artikel<strong>en</strong> <strong>van</strong> geloof te hebb<strong>en</strong>. Wij kunn<strong>en</strong> dit echter (t<strong>en</strong>zij<br />
wij vóór het toekomstig concilie of anderszins met de heilige, zuivere, goddelijke,<br />
bijbelse Schrift anders overtuigd werd<strong>en</strong>) thans volstrekt niet toegev<strong>en</strong> noch do<strong>en</strong>.<br />
'Wat zou dit ook anders zijn dan niet slechts stilzwijg<strong>en</strong>d, maar op<strong>en</strong>lijk onze Heere<br />
<strong>en</strong> Heiland Christus <strong>en</strong> Zijn heilig Woord, dat wij zonder <strong>en</strong>ige twijfel puur, louter,<br />
zuiver <strong>en</strong> recht bezitt<strong>en</strong>, te verlooch<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> de Here Christus red<strong>en</strong> te gev<strong>en</strong> ons voor<br />
Zijn hemelse Vader ook te verlooch<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> niet te belijd<strong>en</strong>, dat Hij ons <strong>van</strong> zond<strong>en</strong>,<br />
dood <strong>en</strong> duivel <strong>en</strong> hel verlost heeft, waarmee Hij dan ook al deg<strong>en</strong><strong>en</strong>, die Hem <strong>en</strong> Zijn<br />
heilig Woord niet vrijuit <strong>en</strong> op<strong>en</strong>lijk voor de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> belijd<strong>en</strong>, in het E<strong>van</strong>gelie<br />
verschrikkelijk dreigt. De rechte belijd<strong>en</strong>is bestaat niet in woord<strong>en</strong> alle<strong>en</strong>, maar in de<br />
daad zoals t<strong>en</strong> overvloede verder uite<strong>en</strong>gezet moge word<strong>en</strong>.<br />
'Tot welk e<strong>en</strong> grote <strong>en</strong> verw<strong>en</strong>ste ergernis <strong>en</strong> afval dat dan niet alle<strong>en</strong> bij onze<br />
Christelijke onderdan<strong>en</strong>, maar ook bij de goedgezind<strong>en</strong> <strong>van</strong> de teg<strong>en</strong>partij gedij<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
strekk<strong>en</strong> zou, wanneer zij zoud<strong>en</strong> hor<strong>en</strong>, dat wij met Uwe koninklijke <strong>door</strong>luchtigheid,<br />
liefde <strong>en</strong> U, ander<strong>en</strong>, beslot<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong>, dat Gij bij het edict volhard<strong>en</strong> <strong>en</strong> Uw<br />
onderdan<strong>en</strong> daar ook aan moest houd<strong>en</strong>, dus: ook als God de almachtige iemand tot<br />
erk<strong>en</strong>ning <strong>van</strong> Zijn heilig, alle<strong>en</strong>zaligmak<strong>en</strong>d Woord br<strong>en</strong>gt, dat hij of zij dit dan niet
29<br />
zou mog<strong>en</strong> aannem<strong>en</strong> - dat kan iedere Christelijke, gewone man zonder moeite<br />
bed<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>en</strong> inzi<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> <strong>en</strong>ige overhed<strong>en</strong> <strong>van</strong> Uw partij zoud<strong>en</strong> tracht<strong>en</strong> bij hun<br />
onderdan<strong>en</strong> te do<strong>en</strong> geld<strong>en</strong>, dat wij hiertoe met Uwe koninklijke <strong>door</strong>luchtigheid,<br />
liefd<strong>en</strong> <strong>en</strong> U, ander<strong>en</strong>, mede beslot<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong>, zoud<strong>en</strong> [die onderdan<strong>en</strong>] het daarom<br />
ook moet<strong>en</strong> houd<strong>en</strong> <strong>en</strong> do<strong>en</strong>.<br />
'In zover wij ook met Uwe koninklijke <strong>door</strong>luchtigheid, liefd<strong>en</strong> <strong>en</strong> U, ander<strong>en</strong>,<br />
beslot<strong>en</strong>, dat deg<strong>en</strong><strong>en</strong>, die tot nu toe bij het edict geblev<strong>en</strong> zijn, daar voortaan tot aan<br />
het kom<strong>en</strong>de concilie ook bij moet<strong>en</strong> volhard<strong>en</strong>, zoud<strong>en</strong> wij erk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong>, dat<br />
de opvatting<strong>en</strong> <strong>van</strong> Uw partij juist zijn, maar ook, dat het edict nog in stand is <strong>en</strong><br />
behoort te zijn, ofschoon het <strong>door</strong> het besluit <strong>van</strong> de vorige Rijksdag <strong>van</strong> Spiers, gelijk<br />
uit de gehele handeling blijkt, geschorst <strong>en</strong> opgehev<strong>en</strong> is, zodat elke st<strong>en</strong>de <strong>van</strong> het<br />
Rijk in zak<strong>en</strong>, het edict betreff<strong>en</strong>d, voor zichzelf met de zijn<strong>en</strong> aldus zich houd<strong>en</strong>,<br />
lev<strong>en</strong> <strong>en</strong> reger<strong>en</strong> kan als hij dat in de eerste plaats jeg<strong>en</strong>s God <strong>en</strong> Zijne keizerlijke<br />
Majesteit hoopt te kunn<strong>en</strong> verantwoord<strong>en</strong>.<br />
'Daarom kunn<strong>en</strong> wij ons met zulk e<strong>en</strong> onverplicht juk <strong>van</strong> het edict niet meer lat<strong>en</strong><br />
bezwar<strong>en</strong>.<br />
'Wij twijfel<strong>en</strong> er niet aan, dat dit dan ook niet het welbehag<strong>en</strong> of de opvatting <strong>van</strong><br />
Zijne keizerlijke Majesteit is. Maar wij hop<strong>en</strong> <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong> onze leer, lev<strong>en</strong>,<br />
regering, ons do<strong>en</strong> <strong>en</strong> lat<strong>en</strong> in dit opzicht jeg<strong>en</strong>s God de almachtige <strong>en</strong> Uwe keizerlijke<br />
Majesteit, als e<strong>en</strong> Christelijk keizer, op grond <strong>van</strong> e<strong>en</strong> waarheidsgetrouwe<br />
uite<strong>en</strong>zetting <strong>van</strong> zak<strong>en</strong> wel te [kunn<strong>en</strong>] verantwoord<strong>en</strong>.<br />
'Zo zijn er betreff<strong>en</strong>de het artikel <strong>van</strong> de Mis dergelijke <strong>en</strong> nog veel meer bezwar<strong>en</strong>.<br />
Want wij twijfel<strong>en</strong> er niet aan of Uwe koninklijke <strong>door</strong>luchtigheid <strong>en</strong> Gij, de ander<strong>en</strong>,<br />
hebt reeds voldo<strong>en</strong>de gehoord <strong>en</strong> vernom<strong>en</strong>, hoe onze predikers <strong>en</strong> leraars de<br />
pauselijke Mis, zoals deze e<strong>en</strong> tijd lang <strong>en</strong> tot nu toe in gebruik geweest <strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong><br />
is, met hulp <strong>van</strong> de heilige, onoverwinnelijke, best<strong>en</strong>dige Schrift t<strong>en</strong> sterkste hebb<strong>en</strong><br />
bestred<strong>en</strong> <strong>en</strong> verslag<strong>en</strong>, <strong>en</strong> daarteg<strong>en</strong>over het edele, kostelijke Avondmaal <strong>van</strong> onze<br />
lieve Heer <strong>en</strong> Heiland Jezus Christus, zoals de E<strong>van</strong>gelische Mis g<strong>en</strong>oemd wordt, naar<br />
de instelling <strong>en</strong> het voorbeeld <strong>van</strong> Christus, onze <strong>en</strong>ige Meester <strong>en</strong> het gebruik <strong>van</strong><br />
Zijn heilige apostel<strong>en</strong>, ingesteld hebb<strong>en</strong>. Zoud<strong>en</strong> wij nu met zulk e<strong>en</strong> opvatting of<br />
besluit, zoals <strong>door</strong> de commissie betreff<strong>en</strong>de de Mis gesteld is, meegaan of daarin<br />
bewillig<strong>en</strong>, dan zou dat echter niet anders verstaan word<strong>en</strong>, dan dat wij teg<strong>en</strong> de leer<br />
<strong>van</strong> onze eig<strong>en</strong> predikers war<strong>en</strong>, die wij toch Christelijk <strong>en</strong> gegrond acht<strong>en</strong> <strong>en</strong> er aan<br />
medewerkt<strong>en</strong> deze als onjuist te beoordel<strong>en</strong>, hetge<strong>en</strong> toch, <strong>door</strong> de verl<strong>en</strong>ing <strong>van</strong> Gods<br />
g<strong>en</strong>ade, onze gezindheid in het geheel niet is <strong>en</strong> ook met ge<strong>en</strong> goed gewet<strong>en</strong><br />
geschied<strong>en</strong> kan. Uwe koninklijke <strong>door</strong>luchtigheid, liefd<strong>en</strong> <strong>en</strong> Gij, de ander<strong>en</strong>, ja<br />
m<strong>en</strong>ige<strong>en</strong>, moogt ook wel bed<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat, wanneer wij in onze sted<strong>en</strong>, dorp<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
gebied<strong>en</strong> tweeërlei met elkander in strijd zijnde Miss<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> houd<strong>en</strong>, alsof de<br />
pauselijke Mis niet in strijd met God <strong>en</strong> Zijn heilig Woord ware - hetge<strong>en</strong> toch<br />
nimmermeer volgehoud<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> - daaruit dan toch bij de gem<strong>en</strong>e man <strong>en</strong> in het<br />
bijzonder bij deg<strong>en</strong><strong>en</strong>, die e<strong>en</strong> goede ijver voor de eer <strong>en</strong> de naam <strong>van</strong> God hebb<strong>en</strong><br />
(niet minder dan e<strong>en</strong> hierteg<strong>en</strong> strijd<strong>en</strong>de preek het zou do<strong>en</strong>) verzet, oproer, opstand<br />
<strong>en</strong> allerlei ongeluk zou volg<strong>en</strong> <strong>en</strong> die in het geheel tot ge<strong>en</strong> vrede <strong>en</strong> e<strong>en</strong>heid zou<br />
di<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />
'Dat echter <strong>door</strong> Uwe koninklijke <strong>door</strong>luchtigheid, liefd<strong>en</strong> <strong>en</strong> U, de ander<strong>en</strong>, de<br />
pauselijke Miss<strong>en</strong>, zoals deze e<strong>en</strong> tijdlang <strong>en</strong> tot nu toe gehoud<strong>en</strong> <strong>en</strong> in gebruik zijn<br />
geweest, bedoeld zijn <strong>en</strong> de bepaling daarop betrekking hebb<strong>en</strong>d begrep<strong>en</strong> meet<br />
word<strong>en</strong>, is voor ons gemakkelijk daaruit af te leid<strong>en</strong>, dat de vermelde bepaling op die<br />
gebied<strong>en</strong> is gericht, waar de andere leer (zoals ze g<strong>en</strong>oemd is) ontstaan is <strong>en</strong> in het
30<br />
geheel niet op de heerschappij<strong>en</strong> <strong>en</strong> gebied<strong>en</strong> <strong>van</strong> Uwe koninklijke <strong>door</strong>luchtigheid,<br />
liefd<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>van</strong> U, de ander<strong>en</strong>.<br />
'Daarom heeft het ons niet t<strong>en</strong> onrechte bevreemd, dat Uwe koninklijke<br />
<strong>door</strong>luchtigheid, liefd<strong>en</strong> <strong>en</strong> Gij, de ander<strong>en</strong>, het voornem<strong>en</strong> hebt, ons <strong>en</strong> de ander<strong>en</strong>,<br />
die deze leer (dat is het loutere, zuivere Woord <strong>van</strong> God) aanhang<strong>en</strong>, hierin e<strong>en</strong> gr<strong>en</strong>s<br />
te stell<strong>en</strong> <strong>en</strong> in onze sted<strong>en</strong>, dorp<strong>en</strong> <strong>en</strong> gebied<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ord<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> regeling te mak<strong>en</strong>.<br />
Hetge<strong>en</strong> Uwe koninklijke <strong>door</strong>luchtigheid, liefd<strong>en</strong> <strong>en</strong> Gij, de ander<strong>en</strong>, in het<br />
teg<strong>en</strong>overgestelde geval ongaarne <strong>en</strong>, naar ons oordeel, in het geheel niet zoudt<br />
w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> te verdrag<strong>en</strong>. Daarom moet Gij toch eig<strong>en</strong>lijk de billijkheid inzi<strong>en</strong> <strong>en</strong> veel<br />
minder er teg<strong>en</strong> zijn, dat wij met de onz<strong>en</strong> in onze sted<strong>en</strong>, dorp<strong>en</strong>, heerschappij<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
gebied<strong>en</strong> het Avondmaal <strong>van</strong> Christus als de E<strong>van</strong>gelische <strong>en</strong> alle<strong>en</strong> in de Schrift<br />
gegronde Mis, naar de op<strong>en</strong>bare <strong>en</strong> onweersprekelijke instelling <strong>van</strong> Hem, onze<br />
Heiland Jezus Christus e<strong>en</strong>stemmig gebruik<strong>en</strong>, gelijk Gij zelf ongaarne zoudt will<strong>en</strong><br />
duld<strong>en</strong>, dat Uwe liefd<strong>en</strong> <strong>en</strong> U, de ander<strong>en</strong>, in uw sted<strong>en</strong> <strong>en</strong> dorp<strong>en</strong> de pauselijke Mis<br />
of iets anders <strong>van</strong> di<strong>en</strong> aard, dat in strijd met de goddelijke instelling <strong>en</strong> het gebruik<br />
<strong>van</strong> al Zijn heilige apostel<strong>en</strong> <strong>en</strong> alle<strong>en</strong> op m<strong>en</strong>selijke bed<strong>en</strong>king <strong>en</strong> verzinsel gegrond<br />
is, werd geweerd, of Gij in dit opzicht U <strong>en</strong>igszins zoudt lat<strong>en</strong> hinder<strong>en</strong>.<br />
'Derhalve, aangezi<strong>en</strong> de leer aan onze kant, in onze land<strong>en</strong> <strong>en</strong> heerschappij<strong>en</strong>, op de<br />
goddelijke, onoverwonn<strong>en</strong> Schrift gegrond, zich teg<strong>en</strong> de pauselijke Mis richtte, <strong>en</strong> dit<br />
artikel niet het minst belangrijk is, waarover op het Christelijk concilie noodzakelijk<br />
gehandeld zal moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, hadd<strong>en</strong> wij (omdat bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> de beschrijving tot deze<br />
Rijksdag, in naam <strong>van</strong> Zijne keizerlijke Majesteit uitgegaan, <strong>van</strong> jonger datum is dan<br />
de vroeger vermelde machtiging <strong>en</strong> instructie, <strong>en</strong> deze voorgelez<strong>en</strong> instructie niets <strong>van</strong><br />
dit of andere dergelijke artikel<strong>en</strong> meldt) volstrekt niet verwacht, dat wij, na tevor<strong>en</strong><br />
dikwijls gedane verklaring<strong>en</strong> <strong>en</strong> Christelijke bezwar<strong>en</strong> te dez<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> op zulk e<strong>en</strong><br />
wijze verplicht zoud<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />
'Ofschoon het ook algeme<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d is, wat wij in onze land<strong>en</strong> <strong>en</strong> overhed<strong>en</strong><br />
betreff<strong>en</strong>de het sacram<strong>en</strong>t <strong>van</strong> het lichaam <strong>en</strong> bloed onzes Her<strong>en</strong> <strong>en</strong> Heilands Jezus<br />
Christus, lat<strong>en</strong> predik<strong>en</strong> <strong>en</strong> ler<strong>en</strong>, zodat het onnodig is daar<strong>van</strong> breedvoerig bericht te<br />
do<strong>en</strong>, zo kunn<strong>en</strong> wij toch niettemin nogmaals gezegd (gelijk wij ons ook reeds eer<br />
hebb<strong>en</strong> do<strong>en</strong> vernem<strong>en</strong>) na herhaald overleg <strong>en</strong> om goede Christelijke red<strong>en</strong><strong>en</strong> het niet<br />
voor gepast <strong>en</strong> verdedigbaar aanzi<strong>en</strong> dat om der wille <strong>van</strong> de leer (<strong>en</strong> wel daarmee in<br />
strijd) zulk e<strong>en</strong> verord<strong>en</strong>ing als die bepaling wil, thans op deze Rijksdag gemaakt zou<br />
word<strong>en</strong>, in het bijzonder omdat Zijner keizerlijke Majesteit beschrijvingsbrief daar<br />
ook niets <strong>van</strong> vermeldt, <strong>en</strong> omdat ook deg<strong>en</strong><strong>en</strong>, wie deze zaak aangaat, niet gedaagd<br />
noch verhoord zijn. En m<strong>en</strong> moet waarlijk wel overweg<strong>en</strong> <strong>en</strong> bed<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, wanneer<br />
zulke zware <strong>en</strong> gewichtige artikel<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kom<strong>en</strong>de concilie om ter hand<br />
g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> word<strong>en</strong> of gevraagd wordt daarin zonder het noodzakelijke <strong>en</strong> behoorlijke<br />
verhoor <strong>van</strong> al deg<strong>en</strong><strong>en</strong>, wie de zaak aangaat, e<strong>en</strong> beslissing <strong>en</strong> regeling te treff<strong>en</strong>, als<br />
wat voor smaad <strong>en</strong> onbehoorlijkheid jeg<strong>en</strong>s Zijne keizerlijke Majesteit, Uwe<br />
koninklijke <strong>door</strong>luchtigheid, liefd<strong>en</strong>, ons <strong>en</strong> de andere St<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>van</strong> het Rijk zulks<br />
opgevat kan word<strong>en</strong>.<br />
'Ev<strong>en</strong>zo, gelijk verder in de bepaling <strong>van</strong> de commissie is opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, dat de<br />
predikers het h. E<strong>van</strong>gelie volg<strong>en</strong>s de uitlegging der Schrift<strong>en</strong>, die <strong>door</strong> de heilige,<br />
Christelijke Kerk is geapprobeerd <strong>en</strong> aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> predik<strong>en</strong> <strong>en</strong> ler<strong>en</strong>, dat zou<br />
wel gaan, wanneer wij het in all<strong>en</strong> dele e<strong>en</strong>s war<strong>en</strong>, wat de heilige, Christelijke Kerk<br />
is. Aangezi<strong>en</strong> echter daarover de grootste strijd bestaat <strong>en</strong> er ge<strong>en</strong> gewisser prediking<br />
of leer is, dan slechts bij Gods Woord te blijv<strong>en</strong>, <strong>en</strong> er ook naar Gods bevel niets<br />
anders gepredikt mag word<strong>en</strong>, <strong>en</strong> m<strong>en</strong> daarbij de <strong>en</strong>e tekst <strong>van</strong> de h. goddelijke Schrift
31<br />
met de andere moet verklar<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitlegg<strong>en</strong>, gelijk ook deze goddelijke Schrift in alle<br />
onderdel<strong>en</strong> te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> voor ieder Christ<strong>en</strong>m<strong>en</strong>s nodig is, <strong>en</strong> zij op zich zelf klaar <strong>en</strong><br />
duidelijk g<strong>en</strong>oeg bevond<strong>en</strong> wordt om alle duisternis te verlicht<strong>en</strong>, zo d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> wij met<br />
de g<strong>en</strong>ade <strong>en</strong> hulp <strong>van</strong> God tot het einde toe daarbij te blijv<strong>en</strong>, dat alle<strong>en</strong> Gods Woord<br />
<strong>en</strong> het Heilig E<strong>van</strong>gelie <strong>van</strong> Oude <strong>en</strong> N.T., in de boek<strong>en</strong> <strong>van</strong> de Bijbel vervat, louter<br />
<strong>en</strong> zuiver gepredikt word<strong>en</strong> <strong>en</strong> niets, dat daarmede in strijd is; want daarmee als met<br />
de <strong>en</strong>ige waarheid <strong>en</strong> het rechte richtsnoer <strong>van</strong> alle Christelijke leer <strong>en</strong> lev<strong>en</strong> kan<br />
niemand dwal<strong>en</strong> noch zich misgaan Wie daarop bouwt <strong>en</strong> daarbij blijft, die n stand<br />
houd<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> alle poort<strong>en</strong> der hel, terwijl daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> alle m<strong>en</strong>selijke toevoeging <strong>en</strong><br />
beuzelarij vall<strong>en</strong> moet <strong>en</strong> voor God niet kan bestaan.<br />
'Dat echter de bov<strong>en</strong>vermelde bepaling ook tot het behoud <strong>van</strong> de vrede <strong>en</strong> e<strong>en</strong>heid in<br />
het Rijk gedur<strong>en</strong>de de periode tot aan het concilie niet bevorderlijk noch di<strong>en</strong>stig is<br />
maar regelrecht in strijd daarmede, is ook duidelijk hieruit af te leid<strong>en</strong>, dat in het<br />
eerste punt vastgesteld werd, dat deg<strong>en</strong><strong>en</strong>, die tot nu toe bij het keizerlijk edict [<strong>van</strong><br />
Worms] zijn geblev<strong>en</strong>, nu ook voor het vervolg daarbij moet<strong>en</strong> <strong>en</strong> zull<strong>en</strong> volhard<strong>en</strong>.<br />
Daarin werd ge<strong>en</strong> onderscheid gemaakt, of <strong>en</strong> in hoeverre zulk e<strong>en</strong> verplichting zich<br />
tot de strafbepaling <strong>van</strong> het aangehaalde edict uitstrekt, gelijk het naar luid <strong>van</strong> de<br />
letter niet anders verstaan kan word<strong>en</strong>.<br />
'E<strong>en</strong> aantal <strong>van</strong> onze geestelijk<strong>en</strong> zijn dan ook <strong>door</strong> andere overhed<strong>en</strong> bereids in<br />
schijnbare overe<strong>en</strong>stemming met vermeld edict bejeg<strong>en</strong>d, omdat zij zich om huns<br />
gewet<strong>en</strong>s wil, op grond <strong>van</strong> Gods Woord, niet in overe<strong>en</strong>stemming gedrag<strong>en</strong> met het<br />
edict, dat aldus uitgelegd werd, dat aan deze onder ons behor<strong>en</strong>de onderdan<strong>en</strong> op<br />
grond <strong>van</strong> het vorige Rijksdagsbesluit <strong>van</strong> Spiers, hun ti<strong>en</strong>d<strong>en</strong>, r<strong>en</strong>te, cijns<strong>en</strong>, huur,<br />
schuld, erfgoed <strong>en</strong> andere zak<strong>en</strong>, in het gebied <strong>van</strong> andere overhed<strong>en</strong> geld<strong>en</strong>d, zonder<br />
recht <strong>en</strong> in strijd met het recht, met geweld zijn ontnom<strong>en</strong> <strong>en</strong> onthoud<strong>en</strong>. En er moet<br />
op gelet word<strong>en</strong>, wat verder <strong>van</strong> dergelijke ding<strong>en</strong> onder dezelfde onrechtmatigheid<br />
ondernom<strong>en</strong> is <strong>en</strong> aanleiding zou kunn<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> tot teg<strong>en</strong>maatregel<strong>en</strong>, hetge<strong>en</strong> dan<br />
telk<strong>en</strong>s tot instandhouding <strong>van</strong> vrede <strong>en</strong> e<strong>en</strong>heid weinig of in het geheel niets<br />
bijdraagt, gezweg<strong>en</strong> nog wanneer iemand <strong>van</strong> uw partij de moed zou hebb<strong>en</strong>, in<br />
schijnbare overe<strong>en</strong>stemming met het edict <strong>en</strong> zog<strong>en</strong>aamde ban <strong>en</strong> vogelvrijverklaring,<br />
de daarmee verbond<strong>en</strong> straf teg<strong>en</strong> ons of teg<strong>en</strong> ander<strong>en</strong> <strong>van</strong> onze partij met geweld te<br />
hanter<strong>en</strong> <strong>en</strong> ons te dwing<strong>en</strong> datg<strong>en</strong>e te do<strong>en</strong>, dat teg<strong>en</strong> God, Zijn heilig Woord, onze<br />
ziel<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> goed gewet<strong>en</strong> ingaat. E<strong>en</strong> ieder kan echter wel bed<strong>en</strong>k<strong>en</strong> wat e<strong>en</strong><br />
Christelijke overheid hierin tot handhaving <strong>van</strong> Gods Woord, eer <strong>en</strong> naam <strong>en</strong> tot<br />
beveiliging, schut <strong>en</strong> bescherming <strong>van</strong> uw eig<strong>en</strong> <strong>en</strong> uwer onderdan<strong>en</strong> ziel<strong>en</strong>, lijf, lev<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> goed behoort te do<strong>en</strong> <strong>en</strong> waarom het terecht is t<strong>en</strong> deze te blijv<strong>en</strong> bij het artikel, in<br />
het besluit <strong>van</strong> de vorige Rijksdag te Spiers vervat, dat het edict <strong>van</strong> Worms om der<br />
wille <strong>van</strong> vrede <strong>en</strong> e<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> om andere goede Christelijke red<strong>en</strong><strong>en</strong> schorst <strong>en</strong> opheft.<br />
'En ziet, dit alles is nu duidelijk g<strong>en</strong>oeg aangetoond <strong>en</strong> klaar bewez<strong>en</strong>, dat het besluit<br />
<strong>van</strong> de vorige Rijksdag te Spiers meer tot vrede <strong>en</strong> e<strong>en</strong>heid bevorderlijk <strong>en</strong> di<strong>en</strong>stig is<br />
dan de formulering <strong>van</strong> het thans ontworp<strong>en</strong> artikel, gelijk dat besluit dan ook,<br />
kracht<strong>en</strong>s de instructie, destijds aan Zijne keizerlijke Majesteit voorgesteld, <strong>door</strong> de<br />
keurvorst<strong>en</strong>, vorst<strong>en</strong> <strong>en</strong> alle andere St<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>van</strong> het Rijk vroeger aldus beschouwd is.<br />
En indi<strong>en</strong> dit vorige duidelijke besluit, waar<strong>door</strong> het edict [<strong>van</strong> Worms] geschorst <strong>en</strong><br />
losgelat<strong>en</strong> is, volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> verme<strong>en</strong>de verklaring daar<strong>van</strong>, aan de onz<strong>en</strong> het hunne met<br />
geweld <strong>en</strong> zonder recht in de gebied<strong>en</strong> <strong>van</strong> andere overhed<strong>en</strong> wil ontnem<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
onthoud<strong>en</strong>, wat zal dan thans <strong>van</strong> de kant <strong>van</strong> onze teg<strong>en</strong>standers, die t<strong>en</strong> dele ook nu<br />
reeds teg<strong>en</strong>stand, strijd, twist <strong>en</strong> allerminst vrede zoek<strong>en</strong>, geschied<strong>en</strong>, wanneer voor
32<br />
h<strong>en</strong> de deur voor het edict, zoals de gestelde bepaling wil, wederom geop<strong>en</strong>d <strong>en</strong> <strong>van</strong><br />
het vredeliev<strong>en</strong>de vorige besluit <strong>van</strong> Spiers afgestapt wordt?<br />
'Uwe koninklijke <strong>door</strong>luchtigheid, liefd<strong>en</strong> <strong>en</strong> Gij, ander<strong>en</strong>, kunt niet staande houd<strong>en</strong>,<br />
dat, wanneer de woord<strong>en</strong> in het besluit <strong>van</strong> de vorige Rijksdag <strong>van</strong> Spiers begrep<strong>en</strong>,<br />
dat iedere st<strong>en</strong>de <strong>van</strong> het Rijk met zijn onderdan<strong>en</strong> tot aan het concilie in zak<strong>en</strong>, het<br />
edict aangaande, voor zich zelf zo lev<strong>en</strong>, reger<strong>en</strong> <strong>en</strong> zich houd<strong>en</strong> moge, als hij dat<br />
jeg<strong>en</strong>s God (d<strong>en</strong> allerhoogste <strong>en</strong> voor Zijn aangezicht) <strong>en</strong> hier, in de tijd, jeg<strong>en</strong>s Zijne<br />
keizerlijke Majesteit (als onze verord<strong>en</strong>de wereldlijke overheid) hoopt <strong>en</strong> vertrouwt te<br />
kunn<strong>en</strong> verantwoord<strong>en</strong> - thans niet, maar de zoëv<strong>en</strong> vermelde punt<strong>en</strong> of artikel<strong>en</strong><br />
vastgesteld word<strong>en</strong>, daar<strong>door</strong> het vorige Rijksdagsbesluit niet opgehev<strong>en</strong> maar alle<strong>en</strong><br />
toegelicht is. Want het betek<strong>en</strong>t duidelijk e<strong>en</strong> volkom<strong>en</strong> opheffing <strong>van</strong> het artikel [<strong>van</strong><br />
1526] <strong>en</strong> het is dan aan alle Christelijke rijksSt<strong>en</strong>d<strong>en</strong> niet meer toegestaan, zich in<br />
all<strong>en</strong> dele naar Gods Woord <strong>en</strong> hun rechte, goede gewet<strong>en</strong> te mog<strong>en</strong> houd<strong>en</strong>, zoals zij<br />
dat jeg<strong>en</strong>s God <strong>en</strong> Zijne keizerlijke Majesteit wèl hoopt<strong>en</strong> <strong>en</strong> vertrouwd<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong><br />
verantwoord<strong>en</strong>. En er bestaat ge<strong>en</strong> grond om aan te nem<strong>en</strong> dat er ook maar één woord<br />
in voorkomt dat iemand zou toelat<strong>en</strong> tot aan het concilie alles naar eig<strong>en</strong> goeddunk<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> welgevall<strong>en</strong> in te richt<strong>en</strong> of te do<strong>en</strong>, zoals sommig<strong>en</strong> (die zonder twijfel niet veel<br />
<strong>van</strong> Gods rechtvaardig <strong>en</strong> str<strong>en</strong>g gericht, waarvoor die verantwoording in de eerste<br />
plaats thuishccrt, gelov<strong>en</strong> of will<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>) zegg<strong>en</strong>. Zo staat <strong>van</strong> te vor<strong>en</strong> ook reeds<br />
vast, wie <strong>van</strong> het Rijksdagsbesluit <strong>van</strong> Spiers misbruik gemaakt of in strijd daarmede<br />
gehandeld heeft. Wij zijn ook teg<strong>en</strong>over e<strong>en</strong> ieder, die ons me<strong>en</strong>t te kunn<strong>en</strong><br />
beschuldig<strong>en</strong>, alsof het Rijksdagsbesluit <strong>door</strong> ons misbruikt zou zijn, bereid overal,<br />
waar wij ordelijk thuis hor<strong>en</strong>, ons aan recht <strong>en</strong> billijkheid te onderwerp<strong>en</strong>, waartoe wij<br />
ons hiermede volledig aanbied<strong>en</strong>. En daarmee is ook niet in strijd - wanneer m<strong>en</strong> ooit<br />
bezorgd mocht zijn, dat meerg<strong>en</strong>oemd artikel tot e<strong>en</strong> deksel voor nieuwe,<br />
onchristelijke leer zou kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gebruikt - dat het, naar de verklaring, die wij<br />
met Uw verlof onmiddellijk in de grote commissie gegev<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, uitgelegd wordt<br />
<strong>en</strong> niet, zoals Uw ontwerp wil, naar zijn eig<strong>en</strong>lijke inhoud volkom<strong>en</strong> opgehev<strong>en</strong> zou<br />
word<strong>en</strong>, maar naar de letter in waarde <strong>en</strong> kracht blijv<strong>en</strong>.<br />
'En zo vertrouw<strong>en</strong> wij dan <strong>van</strong> Zijne Roomse keizerlijke Majesteit, als e<strong>en</strong> Christelijk<br />
keizer <strong>en</strong> onze allerg<strong>en</strong>adigste Heer, volkom<strong>en</strong>, zonder te twijfel<strong>en</strong> <strong>en</strong> tot onze troost,<br />
daar aan Uwe keizerlijke Majesteit de ding<strong>en</strong>, die voor e<strong>en</strong> deel thans <strong>door</strong> ons zijn<br />
verhaald ook overig<strong>en</strong>s met goede grond bericht zijn, dat Uwe keizerlijke Majesteit<br />
zich tot datg<strong>en</strong>e, zoals het voorgelez<strong>en</strong> ontwerp met betrekking tot het aangeroerde<br />
artikel wil, volstrekt niet heeft lat<strong>en</strong> beweg<strong>en</strong>. Gelijk dan uit de beschrijvingsbrief <strong>en</strong><br />
machtiging <strong>van</strong> Uwe keizerlijke Majesteit, gelijk wij niet anders wet<strong>en</strong>, duidelijk<br />
g<strong>en</strong>oeg bevond<strong>en</strong> werd, dat t<strong>en</strong> all<strong>en</strong> tijde daarover gesprok<strong>en</strong>, gehandeld <strong>en</strong><br />
beraadslaagd moest word<strong>en</strong>, opdat vrede <strong>en</strong> e<strong>en</strong>heid in het Rijk in stand gehoud<strong>en</strong><br />
mog<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />
Hierop hebb<strong>en</strong> wij, nev<strong>en</strong>s Uwe koninklijke <strong>door</strong>luchtigheid, liefd<strong>en</strong> <strong>en</strong> U, de andere<br />
St<strong>en</strong>d<strong>en</strong>, heel ons optred<strong>en</strong> gericht <strong>en</strong> in al ons do<strong>en</strong> niets dan vóór alle ding<strong>en</strong> de ere<br />
Gods <strong>en</strong> ons aller ziel<strong>en</strong> zaligheid, Christelijke vrede <strong>en</strong> e<strong>en</strong>heid gezoCht <strong>en</strong> niets<br />
anders meer begeerd. Dit kunn<strong>en</strong> <strong>en</strong> will<strong>en</strong> wij met God, de almachtige <strong>en</strong> <strong>en</strong>ige<br />
<strong>door</strong>gronder <strong>en</strong> k<strong>en</strong>ner <strong>van</strong> alle hart<strong>en</strong>, betuig<strong>en</strong>. Derhalve, indi<strong>en</strong> m<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>d had,<br />
dat het wat betreft meergemeld artikel pass<strong>en</strong>der wijze bij het voorgelez<strong>en</strong>e ontwerp<br />
had moet<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>, dan war<strong>en</strong> in dit geval de commissie <strong>en</strong> dit beraad, deze gehele<br />
beweging <strong>en</strong> actie volstrekt niet nodig geweest, waarmede Gij toch ook <strong>van</strong> Zijne<br />
keizerlijke Majesteits beschrijving afgewek<strong>en</strong> zijt.
33<br />
'Op grond <strong>van</strong> dit alles will<strong>en</strong> wij in Uwe koninklijke <strong>door</strong>luchtigheid, liefd<strong>en</strong> <strong>en</strong> U,<br />
de ander<strong>en</strong>, als onze lieve <strong>en</strong> g<strong>en</strong>adige Her<strong>en</strong>, ooms, nev<strong>en</strong>, zwagers, vrind<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
bijzonder geliefd<strong>en</strong>, vertrouw<strong>en</strong> stell<strong>en</strong>, als wij U nogmaals vri<strong>en</strong>delijk vrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> in<br />
goedheid beger<strong>en</strong>, dat Gij de aard <strong>van</strong> de zaak <strong>en</strong> <strong>van</strong> ons bezwaar ter harte wilt<br />
nem<strong>en</strong> ook de grond <strong>en</strong> red<strong>en</strong> daar<strong>van</strong> nauwkeurig bezi<strong>en</strong>, <strong>en</strong> U in strijd met het<br />
vroeger e<strong>en</strong>sgezind beslot<strong>en</strong>, verplichte, te boek gestelde <strong>en</strong> bezegelde besluit volstrekt<br />
niet lat<strong>en</strong> beweg<strong>en</strong>, noch wilt handel<strong>en</strong>, gelijk niemand daartoe, op de<br />
aangevoerde <strong>en</strong> andere gegronde red<strong>en</strong><strong>en</strong>, die wij ditmaal in het belang <strong>van</strong> het<br />
algeme<strong>en</strong> nalat<strong>en</strong> te vermeld<strong>en</strong>, de bevoegdheid, de macht of het recht heeft.<br />
'En indi<strong>en</strong> deze derde aankondiging <strong>van</strong> onze uitdrukkelijke bezwar<strong>en</strong> bij Uwe<br />
koninklijke <strong>door</strong>luchtigheid, liefd<strong>en</strong> <strong>en</strong> U, de ander<strong>en</strong>, ge<strong>en</strong> gehoor vindt noch krijgt,<br />
zo protester<strong>en</strong> <strong>en</strong> betuig<strong>en</strong> wij hiermede op<strong>en</strong>lijk voor God, onze <strong>en</strong>ige Schepper,<br />
Onderhouder, Verlosser <strong>en</strong> Zaligmaker (die alle<strong>en</strong> ons aller hart<strong>en</strong> <strong>door</strong>vorst <strong>en</strong> k<strong>en</strong>t,<br />
<strong>en</strong> daarnaar rechtvaardig zal oordel<strong>en</strong>) <strong>en</strong> voor alle m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong> creatur<strong>en</strong>, dat wij voor<br />
ons, de onz<strong>en</strong> <strong>en</strong> uit naam <strong>van</strong> vele ander<strong>en</strong>, met ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele handeling <strong>en</strong> poging tot<br />
e<strong>en</strong> besluit, als te vor<strong>en</strong> aangeroerd, in strijd met God, Zijn heilig Woord, ons aller<br />
ziel<strong>en</strong> heil <strong>en</strong> goed gewet<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook in strijd met het besluit <strong>door</strong> de vorige Rijksdag te<br />
Spiers g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, instemm<strong>en</strong> noch bewillig<strong>en</strong>, maar weg<strong>en</strong>s opgegev<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere<br />
redelijke gegronde oorzak<strong>en</strong> voor nietig <strong>en</strong> niet-bind<strong>en</strong>d houd<strong>en</strong>; dat wij daarteg<strong>en</strong><br />
ons noodzakelijk verzet op<strong>en</strong>lijk bek<strong>en</strong>d mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> aan Zijne Roomse keizerlijke<br />
Majesteit, onze allerg<strong>en</strong>adigste Heer in deze strijd verder grondig <strong>en</strong> waarachtig<br />
bericht do<strong>en</strong>, gelijk wij ons daaromtr<strong>en</strong>t gister<strong>en</strong>, na het vaststell<strong>en</strong> <strong>van</strong> het verme<strong>en</strong>de<br />
besluit, terstond <strong>door</strong> ons in der haast gedaan p r o t e s t, dat wij ook hiermede weder<br />
herhal<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> vernem<strong>en</strong>, <strong>en</strong> daarnaast ons bereid verklaard hebb<strong>en</strong>, ons<br />
niettemin in de tijd tot aan het algem<strong>en</strong>e <strong>en</strong> vrije Christelijke concilie of de nationale<br />
vergadering, met goddelijke hulp kracht<strong>en</strong>s de inhoud <strong>van</strong> het vorige Rijksdagsbesluit<br />
<strong>van</strong> Spiers, in onze gebied<strong>en</strong> <strong>en</strong> met onze onderdan<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwant<strong>en</strong>, aldus te houd<strong>en</strong>,<br />
te lev<strong>en</strong> <strong>en</strong> te reger<strong>en</strong>, als wij dat jeg<strong>en</strong>s de almachtige God <strong>en</strong> Zijne Roomse<br />
keizerlijke Majesteit, onze allerg<strong>en</strong>adigste Heer, als e<strong>en</strong> Christelijk keizer, hop<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
vertrouw<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> verantwoord<strong>en</strong>.<br />
Wat ook de geestelijke r<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, cijns, pacht, ti<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> de vrede betreft, als in het<br />
vorige Rijksdagsbesluit <strong>van</strong> Spiers vervat <strong>en</strong> uitgedrukt, dat wij ons onberispelijk<br />
zull<strong>en</strong> houd<strong>en</strong> <strong>en</strong> beton<strong>en</strong>. En ev<strong>en</strong>zo will<strong>en</strong> wij ook in de volg<strong>en</strong>de punt<strong>en</strong>, de<br />
wederdoop <strong>en</strong> de publicatie <strong>van</strong> boek<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong>d, gelijk wij in alles met deze<br />
Rijksdag ingestemd hebb<strong>en</strong>, met Uwe koninklijke <strong>door</strong>luchtigheid, liefd<strong>en</strong> <strong>en</strong> U, de<br />
ander<strong>en</strong>, e<strong>en</strong>sgezind zijn <strong>en</strong> ons aan de inhoud dier punt<strong>en</strong> geheel naar behor<strong>en</strong><br />
houd<strong>en</strong>. Wij behoud<strong>en</strong> ons voor, onze veelg<strong>en</strong>oemde bezwar<strong>en</strong> <strong>en</strong> prot est verder uit<br />
te breid<strong>en</strong> <strong>en</strong> te do<strong>en</strong> wat voorts in dit opzicht onze verdere behoefte vereist.<br />
'In dit alles will<strong>en</strong> wij zonder te twijfel<strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> ons er mede troost<strong>en</strong>, dat<br />
Zijne keizerlijke Majesteit zich jeg<strong>en</strong>s ons als e<strong>en</strong> Christelijk, God (bov<strong>en</strong> alles)<br />
liefhebb<strong>en</strong>de keizer <strong>en</strong> onze allerg<strong>en</strong>adigste Heer, met aanzi<strong>en</strong> <strong>van</strong> onze Christelijke,<br />
eerlijke, redelijke <strong>en</strong> onwankelbare gezindheid <strong>en</strong> verschuldigde gehoorzaamheid,<br />
g<strong>en</strong>adig zal houd<strong>en</strong> <strong>en</strong> beton<strong>en</strong>. En daarin will<strong>en</strong> wij dus Uwe koninklijke<br />
<strong>door</strong>luchtigheid, liefde <strong>en</strong> U, de ander<strong>en</strong>, als onze lieve <strong>en</strong> g<strong>en</strong>adige Her<strong>en</strong>, ooms,<br />
nev<strong>en</strong>, zwagers, vrind<strong>en</strong> <strong>en</strong> bijzondere geliefd<strong>en</strong>, ook overig<strong>en</strong>s onze vri<strong>en</strong>delijke <strong>en</strong><br />
welgezinde di<strong>en</strong>st, gunstige <strong>en</strong> g<strong>en</strong>adige wil do<strong>en</strong> <strong>en</strong> bewijz<strong>en</strong>. Dat te do<strong>en</strong>, daartoe<br />
zijn wij uit vri<strong>en</strong>dschap <strong>en</strong> welgezinde gehoorzaamheid, g<strong>en</strong>ade <strong>en</strong> Christelijke liefde<br />
<strong>en</strong> plicht gezind <strong>en</strong> bereid.
Gedaan te Spiers, 20 april anno <strong>en</strong>z. neg<strong>en</strong> <strong>en</strong> twintig.<br />
Johans K.<br />
Gorig marggraf c v Brandembeurgk etc.<br />
Philips L z Hess<strong>en</strong> etc. sst.<br />
Wolf furst zu anhalt<br />
Johann Furster canzler sst.<br />
De tekst is ontle<strong>en</strong>d aan: Deutsche Reichstagsakt<strong>en</strong>, Jiingere Reihe, 7. Bd., II.<br />
Halbband, Deutsche Reichstagsakt<strong>en</strong> unter Kaiser Karl V, bearbeitet von Joh. Kühn<br />
(Hist. Komm. bei der Baierisch<strong>en</strong> Akademie der Wiss<strong>en</strong>- schaft<strong>en</strong>), Stuttgart 1935.<br />
Omdat het e<strong>en</strong> zeer sam<strong>en</strong>gesteld docum<strong>en</strong>t is, zijn telk<strong>en</strong>s de nummers <strong>van</strong> de ingevoegde<br />
stukk<strong>en</strong> <strong>en</strong> de bladzijd<strong>en</strong>, waar ze in deze tekstuitgave beginn<strong>en</strong>, tuss<strong>en</strong> hak<strong>en</strong><br />
toegevoegd. Waar mogelijk zijn korte sam<strong>en</strong>vatting<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>; letterlijke vertaling<strong>en</strong><br />
zijn <strong>door</strong> aanhalingstek<strong>en</strong>s aangegev<strong>en</strong>. Door e<strong>en</strong> wat meer overvloedige interpunctie<br />
is gepoogd de lectuur iets te vergemakkelijk<strong>en</strong>. Voor de ontcijfering <strong>van</strong> de<br />
ondertek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> zie volg<strong>en</strong>de stukk<strong>en</strong>.<br />
34
4. KORTE TOELICHTING OVER DE AUGSBURGSE CONFESSIE<br />
CONFESSIO AUGUSTANA<br />
INLEIDING<br />
Keizer Karel V w<strong>en</strong>ste, dat e<strong>en</strong> ieder aan hem zijn overtuiging schriftelijk, in beide<br />
tal<strong>en</strong>, zou voorlegg<strong>en</strong>. De totstandkoming <strong>van</strong> de belijd<strong>en</strong>is der Lutheran<strong>en</strong> is e<strong>en</strong><br />
tamelijk ingewikkelde geschied<strong>en</strong>is, waar<strong>van</strong> hier maar <strong>en</strong>kele punt<strong>en</strong> in het licht gesteld<br />
behoev<strong>en</strong> te word<strong>en</strong>.<br />
In het begin is er slechts aan e<strong>en</strong> Saksische belijd<strong>en</strong>is (Zie Ontwerp Saksische<br />
Geloofsbelijd<strong>en</strong>is) gedacht, die e<strong>en</strong> beroep op de keizer persoonlijk zou do<strong>en</strong>. Dit<br />
bleek onvoldo<strong>en</strong>de te zull<strong>en</strong> zijn voor de grote <strong>en</strong> gewichtige vergadering, die de<br />
Rijksdag zou word<strong>en</strong> <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s onvoldo<strong>en</strong>de als verdediging teg<strong>en</strong> de aanval <strong>van</strong><br />
Johann Eck, die 404 ketterse stelling<strong>en</strong> <strong>van</strong> de hervormd<strong>en</strong> bije<strong>en</strong>gebracht had.<br />
Melanchthon noemde het nieuwe ontwerp, e<strong>en</strong> ‘apologie’ waarin met de vroeger<br />
opgestelde Schwabacher, Marburger <strong>en</strong> Torgauer artikel<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing is gehoud<strong>en</strong>.<br />
In de keizerlijke instructie voor de op<strong>en</strong>ing <strong>van</strong> de Rijksdag, 1529, sprak de keizer, dat<br />
hij, het opperste Hoofd <strong>van</strong> de christ<strong>en</strong>heid, niet langer de verachting <strong>van</strong> zijn bevel<strong>en</strong><br />
wilde gedog<strong>en</strong>. Waarmee hij het Edict <strong>van</strong> Worms, 1526 bedoelde. De keizer keerde<br />
de bedoeling <strong>van</strong> het Edict om. Daarin werd meer vrijheid beloofd voor de<br />
E<strong>van</strong>gelisch<strong>en</strong>. Deze vrijheid wilde de keizer nu intrekk<strong>en</strong> op de Rijksdag.<br />
Na het op<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>van</strong> de Rijksdag op 15 maart 1529 schreef Minckwits, e<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />
keurvorstelijke rad<strong>en</strong>, aan de keurprins Johan Frederik die thuisgeblev<strong>en</strong> was.<br />
De keurvorst <strong>van</strong> de Palts, <strong>van</strong> wie zij me<strong>en</strong>d<strong>en</strong> dat hij de E<strong>van</strong>gelische leer was<br />
toegedaan, heeft aan zijn onderdan<strong>en</strong> verbod<strong>en</strong> naar de prediking der Keurvorstelijke<br />
<strong>en</strong> de Landgraafse predikers te gaan.<br />
Op deze Rijksdag ging het er vrij scherp aan toe aangezi<strong>en</strong> de Stand<strong>en</strong> in twee partij<strong>en</strong><br />
verdeeld war<strong>en</strong> <strong>en</strong> dr. Jan Faber <strong>en</strong> dr. Eck niet naliet<strong>en</strong> om <strong>door</strong> hun goddeloze<br />
raadgeving<strong>en</strong> zoveel vuur te stok<strong>en</strong> als mogelijk was.<br />
De E<strong>van</strong>gelische Stand<strong>en</strong> bracht<strong>en</strong> op 12 april hun bezwar<strong>en</strong>, ad acta op papier in,<br />
omdat hun mondelinge vertog<strong>en</strong> niets hielp<strong>en</strong>. Hun klacht<strong>en</strong> war<strong>en</strong> <strong>van</strong> de volg<strong>en</strong>de<br />
inhoud:<br />
'De zaak betreft Gods eer <strong>en</strong> onze eeuwige zaligheid <strong>en</strong> laat zich daarom niet als<br />
andere zak<strong>en</strong> bij meerderheid <strong>van</strong> stemm<strong>en</strong> afdo<strong>en</strong>. De red<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>van</strong> de ontstane<br />
religiestrijd lat<strong>en</strong> wij over aan het oordeel <strong>van</strong> de alwet<strong>en</strong>de God.' Zij beroep<strong>en</strong> zich<br />
op het antwoord op de Neur<strong>en</strong>bergse Rijksdag aan de pauselijke gezant gegev<strong>en</strong>; <strong>en</strong><br />
omdat m<strong>en</strong> ook bij deze religiestrijd aan beide kant<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> bekwame middel kond<strong>en</strong><br />
vind<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> vrij christelijk concilie, bleek daaruit <strong>van</strong>zelf dat h<strong>en</strong> niet kon<br />
word<strong>en</strong> opgelegd hun leer af te schaff<strong>en</strong>, omdat m<strong>en</strong> anders zo dikwijls op e<strong>en</strong><br />
concilie niet had behoev<strong>en</strong> te blijv<strong>en</strong> staan.<br />
Dit geschrift hebb<strong>en</strong> getek<strong>en</strong>d: de keurvorst <strong>van</strong> Saks<strong>en</strong>, de markgraaf Geroge <strong>van</strong><br />
Brand<strong>en</strong>burg, de landgraaf Philipp die het woord voerde <strong>en</strong> aantoonde dat hij <strong>van</strong> de<br />
gezant <strong>van</strong> de bisschop <strong>van</strong> Paderborn <strong>en</strong> de Graaf Gerorge <strong>van</strong> Wertheid verzocht<br />
was in zijn naam alsmede in die <strong>van</strong> <strong>en</strong>ige andere grav<strong>en</strong> te betuig<strong>en</strong> dat zij teg<strong>en</strong> het<br />
tevor<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemde besluit protesteerd<strong>en</strong>; voorts <strong>door</strong> de vorst Wolfgang <strong>van</strong> Anhalt <strong>en</strong><br />
Lun<strong>en</strong>burgse kanselier D. Förster.<br />
Hoewel de E<strong>van</strong>gelische Stand<strong>en</strong> hoopt<strong>en</strong> dat hun vertog<strong>en</strong> in rijpe overweging<br />
zoud<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong> het besluit zou verzacht word<strong>en</strong>, wat zij ernstig verzocht<strong>en</strong>,<br />
hebb<strong>en</strong> zij nochtans teg<strong>en</strong> hun verwachting vernom<strong>en</strong>, dat de 19e april e<strong>en</strong> Bescheid<br />
35
36<br />
in op<strong>en</strong>lijke zitting werd gelez<strong>en</strong> waarin het gemelde Besluit t<strong>en</strong> <strong>en</strong><strong>en</strong> male<br />
goedgekeurd <strong>en</strong> bevol<strong>en</strong> werd; <strong>en</strong> dit in de vorm <strong>van</strong> e<strong>en</strong> reces te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Word<strong>en</strong>de<br />
de overgegev<strong>en</strong> Teg<strong>en</strong>-vertog<strong>en</strong> <strong>van</strong> de E<strong>van</strong>gelisch<strong>en</strong> in h<strong>en</strong> waarde gelat<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
dezelfde geiniungeerd zich met de meerder<strong>en</strong> te verstaan. Wanneer deze in e<strong>en</strong> ander<br />
vertrek ging<strong>en</strong> om zich te berad<strong>en</strong>, vertrok koning Ferdinand met de keizerlijke<br />
gezant<strong>en</strong> <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong> zonder terug te ker<strong>en</strong>, hoewel <strong>en</strong>ige Rad<strong>en</strong> hem werd<strong>en</strong><br />
nagezond<strong>en</strong>. Waarop de E<strong>van</strong>gelische Stand<strong>en</strong> in haast e<strong>en</strong> Protest opsteld<strong>en</strong> <strong>en</strong> het<br />
voor de nog aanwezige Stand<strong>en</strong> liet<strong>en</strong> lez<strong>en</strong>; <strong>en</strong> verzocht<strong>en</strong> dat het in het Reces mocht<br />
word<strong>en</strong> ingelijfd. Vervolg<strong>en</strong>s maakt<strong>en</strong> zij hun protest uitvoerbaar <strong>en</strong> zond<strong>en</strong> het de<br />
20e april <strong>door</strong> <strong>en</strong>ige Rad<strong>en</strong> aan koning Ferdinand <strong>en</strong> de keizerlijke gezant<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
commissariss<strong>en</strong>. De koning nam het aan maar gaf het aan de afgezond<strong>en</strong><strong>en</strong> terug.<br />
Maar deze liet<strong>en</strong> het in het vertrek ligg<strong>en</strong>. Daarop zond hij het <strong>door</strong> <strong>en</strong>ige <strong>van</strong> zijn<br />
Rad<strong>en</strong> terug naar de E<strong>van</strong>gelisch<strong>en</strong>.<br />
Het Protest hebb<strong>en</strong> getek<strong>en</strong>d de keurvorst Johan <strong>van</strong> Saks<strong>en</strong>, de markgraaf George<br />
<strong>van</strong> Brand<strong>en</strong>burg, hertog Ernst <strong>en</strong> Frans <strong>van</strong> Lun<strong>en</strong>borg, de landgraaf Philipp <strong>van</strong><br />
Hess<strong>en</strong> <strong>en</strong> de vorst Wolfgang <strong>van</strong> Anhalt <strong>en</strong> daarbij 14 Rijkssted<strong>en</strong>.<br />
Van dit Protest heeft de nog gebruikelijke naam <strong>van</strong> Protestant<strong>en</strong> zijn oorsprong;<br />
welke naar het oordeel <strong>van</strong> Pallalvicinus zoveel betek<strong>en</strong>t als ‘belhamels teg<strong>en</strong> de paus<br />
<strong>en</strong> de keizer’. Maar dit voorgev<strong>en</strong> is vals, aangezi<strong>en</strong> zij niet verplicht war<strong>en</strong> zich aan<br />
de paus te onderwerp<strong>en</strong>; <strong>en</strong> wat de keizer betreft, in dit Protest hebb<strong>en</strong> zij zich<br />
verbond<strong>en</strong> om hem in alle schuldige <strong>en</strong> mogelijke ding<strong>en</strong> gehoorzaam te zijn, waar<strong>van</strong><br />
de zaak hun eeuwig heil betreff<strong>en</strong>de, uitgezonderd was.<br />
Ik kan niet nalat<strong>en</strong>, schrijft Seck<strong>en</strong>dorf, nog e<strong>en</strong> geval <strong>van</strong> deze Rijksdag aan te hal<strong>en</strong>.<br />
Simon Grynaeus e<strong>en</strong> geleerd man <strong>van</strong> Heidelberg kwam te Spiers om Melanchton te<br />
sprek<strong>en</strong>. Hij hoorde dr. Jan Faber daar prek<strong>en</strong> <strong>en</strong> omdat hem veel in de prediking<br />
mishaagde ging hij tot hem <strong>en</strong> betuigde dat hij verzocht met hem als e<strong>en</strong> oprecht<br />
vri<strong>en</strong>d te sprek<strong>en</strong>. Hij zei onder andere, dat het hem leed was, dat hij als e<strong>en</strong> geleerd<br />
man zich niet ontzag, zulke verfoeilijke dwaling<strong>en</strong> op<strong>en</strong>lijk te stijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> voor te<br />
drag<strong>en</strong>. Faber ontstelde over Grynaeus' moedige voorslag maar hij hield zich alsof hij<br />
tot koning Ferdinand moest gaan <strong>en</strong> verzocht Grynaeus de volg<strong>en</strong>de dag terug te<br />
kom<strong>en</strong> om uitvoerig met hem over deze gewichtige zaak te sprek<strong>en</strong>; wat Grynaeus<br />
ook beloofde. Daarop ging Grynaeus naar Melanchton om <strong>van</strong> het voorgevall<strong>en</strong>e<br />
verslag te do<strong>en</strong>. Maar onder het verhaal werd Melanchton weggeroep<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> geheel<br />
onbek<strong>en</strong>d, oud, deftig man, die hem zei, dat Grynaeus op bevel <strong>van</strong> koning Ferdinand<br />
in hecht<strong>en</strong>is moest g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> word<strong>en</strong>; zodat hij spoedig de vlucht moest nem<strong>en</strong>.<br />
Melanchton <strong>en</strong> <strong>en</strong>ige ander<strong>en</strong> bracht<strong>en</strong> Grynaeus naar de Rijn. En vertoefd<strong>en</strong> daar<br />
zolang totdat hij overgezet was. Bij hun terugkomst vernam Melanchton dat de<br />
stadsdi<strong>en</strong>aars in huis war<strong>en</strong> gevall<strong>en</strong> om Grynaeus te <strong>van</strong>g<strong>en</strong>. En <strong>door</strong>dat Melanchton<br />
niet kon gewaarword<strong>en</strong> wie deze oude man was, twijfelde hij niet, of God had<br />
Grynaeus <strong>door</strong> de bescherming <strong>van</strong> Zijn heilige <strong>en</strong>gel<strong>en</strong> in zekerheid gebracht.<br />
Melanchton heeft dit zelf opgetek<strong>en</strong>d in de verklaring over het 10e hoofdstuk <strong>van</strong><br />
Daniël; <strong>en</strong> Camerarius vertelt het geval in Vita Melanchton, pagina 114.<br />
Naderhand beslot<strong>en</strong> de E<strong>van</strong>gelisch<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele gezant<strong>en</strong> naar de keizer te stur<strong>en</strong> met<br />
hun instructies. De 12e september 1530 werd<strong>en</strong> zij ter gehoor bij de keizer toegelat<strong>en</strong>.<br />
Omdat zij lang op antwoord moest<strong>en</strong> wacht<strong>en</strong> beslot<strong>en</strong> ze e<strong>en</strong> bijgevoegd Appel af te<br />
gev<strong>en</strong> bij de secretaris <strong>van</strong> de keizer.
37<br />
Intuss<strong>en</strong> liep het lang aan. Omdat de protester<strong>en</strong>de stand<strong>en</strong> niet wist<strong>en</strong> hoe het<br />
gezantschap zou aflop<strong>en</strong> kwam<strong>en</strong> zij dikwijls bij elkaar om te overlegg<strong>en</strong> wat er te<br />
do<strong>en</strong> stond als de gezant<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong><strong>en</strong>d antwoord ontving<strong>en</strong>. De keurvorst <strong>van</strong><br />
Saks<strong>en</strong> <strong>en</strong> de landgraaf Philip hadd<strong>en</strong> reeds op de Spierse Rijksdag met de<br />
gedeputeerd<strong>en</strong> <strong>van</strong> de sted<strong>en</strong> Straatsburg, Neur<strong>en</strong>berg <strong>en</strong> Ulm aan e<strong>en</strong> Verbond<br />
gewerkt <strong>en</strong> beslot<strong>en</strong> om in het stadje Totach in het Coburg's district bij elkaar te<br />
kom<strong>en</strong> <strong>en</strong> de laatste hand eraan te slaan <strong>en</strong> de vorst<strong>en</strong> <strong>van</strong> Bronswijk <strong>en</strong> Brand<strong>en</strong>burg<br />
daarin ook uit te nodig<strong>en</strong>.<br />
Maar Luther verwekte bij de keurvorst aarzeling <strong>door</strong> zijn bed<strong>en</strong>king die hij in zijn<br />
naam <strong>en</strong> die <strong>van</strong> zijn ambtg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> had opgesteld.<br />
Dit verbond was onder andere, zei hij weg<strong>en</strong>s de drift <strong>van</strong> de Landgraaf (Philipp <strong>van</strong><br />
Hess<strong>en</strong>) gevaarlijk, die gemakkelijk te ver kon gaan. Zoals m<strong>en</strong> ook in Basel <strong>en</strong><br />
Straatsburg met de Stichtkerk<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> gedaan die nochtans niet in hun macht<br />
stond<strong>en</strong>, zodat m<strong>en</strong> zichzelf in gevaar bracht teg<strong>en</strong> het bevel: gij zult de Heere uw God<br />
niet verzoek<strong>en</strong>. Daarbij mocht<strong>en</strong> de meest<strong>en</strong> meer staat mak<strong>en</strong> op m<strong>en</strong>selijke hulp dan<br />
op God. Behalve dat er ook met e<strong>en</strong> goed gewet<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> verbond kon word<strong>en</strong><br />
aangegaan met zodanige die in de leer <strong>van</strong> het Heilig Avondmaal verschill<strong>en</strong>d war<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> zich niet wilde lat<strong>en</strong> onderricht<strong>en</strong>, als daaraan te veel geleg<strong>en</strong> was omdat iemand<br />
niet minder onchristelijk was die één artikel, of vele verlooch<strong>en</strong>de; <strong>en</strong>zovoort.<br />
De E<strong>van</strong>gelisch<strong>en</strong> beslot<strong>en</strong> om op Bartholomeus dag te Swabach bij elkaar te kom<strong>en</strong><br />
om de laatste hand aan het ontwerp <strong>van</strong> e<strong>en</strong> alliantie te mak<strong>en</strong>. Dit ontwerp is in die<br />
vorm opgesteld zoals de keurvorst Johann zijn gezant<strong>en</strong> had voorgeschrev<strong>en</strong> <strong>en</strong> was<br />
de hulp in geval <strong>van</strong> vijandelijkheid om het geloof <strong>van</strong>wege de keizer of de<br />
Schabachse bondg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong>, alle<strong>en</strong> op 3000 soldat<strong>en</strong> <strong>en</strong> 1500 ruiters vastgesteld.<br />
Ondertuss<strong>en</strong> bleef de keurvorst <strong>van</strong> voornem<strong>en</strong> zich met de Zwinglian<strong>en</strong> in ge<strong>en</strong><br />
verbond in te lat<strong>en</strong> <strong>en</strong> achtte daarom raadzaam dat hij, de Markgraaf, <strong>en</strong> de Landgraaf<br />
de 1e juli in persoon bij elkander kwam<strong>en</strong>.<br />
Luther ontving kort daarna <strong>van</strong> alle kant<strong>en</strong> bericht dat de E<strong>van</strong>gelisch<strong>en</strong> binn<strong>en</strong>kort<br />
<strong>van</strong> de keizer zou word<strong>en</strong> besprong<strong>en</strong>, waar<strong>van</strong> hij de keurvorst k<strong>en</strong>nis gaf <strong>en</strong><br />
verzocht te wet<strong>en</strong> of hij hem <strong>en</strong> ander<strong>en</strong> in zulk geval wilde bijstaan?<br />
Op Luthers briev<strong>en</strong> antwoordde de keurvorst de 23e september godvruchtig <strong>en</strong><br />
dapper:<br />
“… Uwe Liefde zal zo God wil niet anders bevind<strong>en</strong>, dan dat ik <strong>door</strong> Zijn g<strong>en</strong>ade bij<br />
Zijn woord t<strong>en</strong> koste <strong>van</strong> lichaam, eer <strong>en</strong> e<strong>en</strong> goed of aardse ding<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> zal.” Enz.<br />
Te Schleits kwam de keurvorst Johann <strong>en</strong> de markgraaf George bij elkaar, maar de<br />
Landgraaf verontschuldigde zich dat hij niet teg<strong>en</strong>woordig kon zijn.<br />
Zij kwam<strong>en</strong> daar overe<strong>en</strong> omtr<strong>en</strong>t de instructies die ze aan hun gezant<strong>en</strong> op de<br />
Schwabachse vergadering besprok<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> <strong>en</strong> die naar Gallidag verschov<strong>en</strong> was, om<br />
deze h<strong>en</strong> ter hand te stell<strong>en</strong>. Het hoofdpunt was: ‘dat zij zich met niemand in e<strong>en</strong><br />
alliantie zoud<strong>en</strong> inlat<strong>en</strong> die met h<strong>en</strong> niet <strong>van</strong> e<strong>en</strong> recht christelijk geloof was <strong>en</strong> één<br />
doop <strong>en</strong> sacram<strong>en</strong>t houdt. Dat te di<strong>en</strong> einde zekere artikels zoud<strong>en</strong> opgesteld <strong>en</strong> in de<br />
ver<strong>en</strong>iging ingelijfd word<strong>en</strong>, t<strong>en</strong>einde m<strong>en</strong> <strong>van</strong> de overe<strong>en</strong>stemming <strong>van</strong> het geloof<br />
verzekerd was. En als dit verkreg<strong>en</strong> werd moest m<strong>en</strong> alle kracht<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>spann<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
de keizer niet meer gehoorzam<strong>en</strong> dan m<strong>en</strong> voor God <strong>en</strong> met recht verplicht was.’<br />
De overige artikels <strong>van</strong> deze instructie, vermeerdering der troep<strong>en</strong> <strong>en</strong>zovoort, kan de<br />
nieuwsgierige lezer in de instructie zelf naslaan.
38<br />
Er werd e<strong>en</strong> andere vergadering belegd om de 13e december te Schmalkald<strong>en</strong> te<br />
word<strong>en</strong> geop<strong>en</strong>d <strong>en</strong> de 17 Schwabachse artikel<strong>en</strong> te ondertek<strong>en</strong><strong>en</strong> nadat deze tevor<strong>en</strong><br />
bestudeerd war<strong>en</strong>.<br />
Wat deze 17 artikel betreft zij hebb<strong>en</strong> deze titel gekreg<strong>en</strong>: artikels <strong>van</strong> de keurvorst<br />
<strong>van</strong> Saks<strong>en</strong> weg<strong>en</strong>s het geloof wat deze <strong>van</strong> andere Schwabachse artikels<br />
onderscheidt. De artikels zelf echter zijn deg<strong>en</strong>e die in het jaar daarna onder de naam<br />
<strong>van</strong> de Torgause artikel<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>dgemaakt werd<strong>en</strong>. Behalve dat hier <strong>en</strong> daar e<strong>en</strong><br />
kleine verandering gemaakt is, zoals de lezer zal bevind<strong>en</strong> als hij die bij elkaar<br />
vergelijkt.<br />
Omdat de landgraaf <strong>van</strong> Hess<strong>en</strong> met de Zwinglian<strong>en</strong> e<strong>en</strong> alliantie zocht, probeerde hij<br />
insgelijks om e<strong>en</strong> ver<strong>en</strong>iging in de leer te treff<strong>en</strong> <strong>en</strong> belegde e<strong>en</strong> gesprek te Marpurgg,<br />
(Marburg) waarhe<strong>en</strong> hij zowel Luther als Zwingli nev<strong>en</strong>s andere godgeleerd<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />
beide zijd<strong>en</strong> beriep. Maar Luther <strong>en</strong> Melanchton hadd<strong>en</strong> weinig verwachting <strong>van</strong> dit<br />
gesprek met Zwingli <strong>en</strong> de Straatsburgers (o.a Bucer was hier teg<strong>en</strong>woordig). Saks<strong>en</strong>,<br />
Brand<strong>en</strong>burg, Lun<strong>en</strong>burg <strong>en</strong> Neur<strong>en</strong>berg wild<strong>en</strong> zich in ge<strong>en</strong> alliantie inlat<strong>en</strong> voor <strong>en</strong><br />
aleer m<strong>en</strong> in het geloof was ver<strong>en</strong>igd. De Landgraaf zocht als middelaar e<strong>en</strong> vergelijk<br />
te treff<strong>en</strong>, maar tevergeefs. Er werd beslot<strong>en</strong> dat deg<strong>en</strong>e die de 17 Schwabachse<br />
artikels wilde aannem<strong>en</strong>, de 6e januari 1530 te Neur<strong>en</strong>berg op e<strong>en</strong> vervolgvergadering<br />
kond<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> <strong>en</strong> de andere thuisblijv<strong>en</strong>.<br />
Op de Rijksdag te Augsburg moest naar de wil <strong>van</strong> keizer Karel V de<br />
godsdi<strong>en</strong>sttwist<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong> <strong>en</strong> beëindigd word<strong>en</strong>.<br />
Daarom eiste de godvruchtige keurvorst Johann <strong>van</strong> Saks<strong>en</strong> <strong>van</strong> zijn Godgeleerd<strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> korte <strong>en</strong> duidelijke sam<strong>en</strong>vatting <strong>van</strong> het E<strong>van</strong>gelisch geloof. Zijn zoon, Johan<br />
Frederik I de Grootmoedige (Torgau, 30 juni 1503 - Weimar, 3 maart 1554) steunde<br />
evevne<strong>en</strong>s de Reformatie. De Torgausche artikel<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> aan de keurvorst te Torgau<br />
na e<strong>en</strong> herhaalde omwerking <strong>van</strong> de 17 Schwabachse artikel<strong>en</strong>, <strong>door</strong> de Godgeleerd<strong>en</strong><br />
overhandigd.<br />
De keurvorst liet Luther, die nog in de kerkelijke- <strong>en</strong> rijksban was, te Coburg achter,<br />
<strong>en</strong> reisde met SPALATIJN, MELANCHTHON <strong>en</strong> JONAS naar Augsburg.<br />
De aankomst <strong>van</strong> de keizer werd vertraagd. Melanchton maakte <strong>van</strong> de vrije tijd<br />
gebruik, tot op de op<strong>en</strong>ing <strong>van</strong> de Rijksdag (20 juni), om op grond <strong>van</strong> de Torgausche<br />
artikel<strong>en</strong> de Augsburgse <strong>confessie</strong> (confessio Augustana) te ontwerp<strong>en</strong>. Dit bondige,<br />
klare, ev<strong>en</strong> bepaalde als ev<strong>en</strong>wichtig geschrift verwierf ook Luthers volkom<strong>en</strong><br />
goedkeuring.<br />
Reeds in de eerste zitting eiste de keizer <strong>van</strong> de protestantse vorst<strong>en</strong>, dat zij hun<br />
verklaring t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> <strong>van</strong> de godsdi<strong>en</strong>st schriftelijk zoud<strong>en</strong> overhandig<strong>en</strong>. Op de<br />
24ste juni 1530 verklaard<strong>en</strong> zij, dat zij hun belijd<strong>en</strong>is op<strong>en</strong>lijk wild<strong>en</strong> voorlez<strong>en</strong>. Maar<br />
slechts met grote moeite verkreg<strong>en</strong> zij, dat de keizer hun de op<strong>en</strong>lijke voorlezing op<br />
de 25ste juni toestond. De beide Keursaksische kanseliers, doctor Baier <strong>en</strong> doctor<br />
Brück, trad<strong>en</strong> nu, de eerste met e<strong>en</strong> Duits, de laatste met e<strong>en</strong> Latijns exemplaar <strong>van</strong> de<br />
<strong>confessie</strong>, voor de vergadering. De keizer verlangde de voorlezing <strong>van</strong> het Latijnse,<br />
maar de keurvorst dreef <strong>door</strong>, dat het Duitse voorgelez<strong>en</strong> werd. De <strong>confessie</strong> maakte<br />
op vel<strong>en</strong> <strong>van</strong> de verzamelde vorst<strong>en</strong> e<strong>en</strong> gunstige indruk <strong>en</strong> nam vele vooroordel<strong>en</strong><br />
omtr<strong>en</strong>t het geloof <strong>van</strong> de protestant<strong>en</strong> weg, terwijl de E<strong>van</strong>gelische belijders zich<br />
krachtig voeld<strong>en</strong> gesterkt <strong>door</strong> de e<strong>en</strong>parige belijd<strong>en</strong>is <strong>van</strong> hun geloof voor keizer <strong>en</strong><br />
het rijk.<br />
Aan de katholieke godgeleerd<strong>en</strong> JOHANNES FABER, ECK <strong>en</strong> COCHLAEUS werd<br />
<strong>door</strong> de keizer de taak opgedrag<strong>en</strong> om de <strong>confessie</strong> te wederlegg<strong>en</strong>. Zij vervaardigd<strong>en</strong>
39<br />
e<strong>en</strong> zog<strong>en</strong>aamd confutatie geschrift, (e<strong>en</strong> weerlegging of beantwoording) dat op de<br />
3de augustus voorgelez<strong>en</strong> werd. De keizer verklaarde nu, dat dit geschrift het<br />
gevoel<strong>en</strong> bevatte, waaraan hij wilde vasthoud<strong>en</strong>; dat hij <strong>van</strong> de vorst<strong>en</strong> hetzelfde<br />
verwachtte. Overig<strong>en</strong>s was hij de beschermheer <strong>van</strong> de kerk, <strong>en</strong> niet voornem<strong>en</strong>s e<strong>en</strong><br />
kerkelijke scheuring in Duitsland te duld<strong>en</strong>. De protestant<strong>en</strong> eist<strong>en</strong> e<strong>en</strong> afschrift <strong>van</strong><br />
de Confutatie om nader te overweg<strong>en</strong>. Dit werd hun geweigerd. Het Rijksdagbesluit<br />
<strong>van</strong> de 22e september luidde aldus: “Daar de <strong>confessie</strong> <strong>van</strong> de protestant<strong>en</strong> weerlegd<br />
was, werd hun nog e<strong>en</strong> uitstel tot de 15de april <strong>van</strong> het aanstaande jaar toegestaan om<br />
te overweg<strong>en</strong>. Zij moest<strong>en</strong> zich echter tot op dit tijdstip <strong>van</strong> elke uitbreiding <strong>van</strong> hun<br />
ketterij<strong>en</strong> <strong>door</strong> gedrukte schrift<strong>en</strong> <strong>en</strong> prediking onthoud<strong>en</strong>; binn<strong>en</strong> zes maand<strong>en</strong> zou<br />
e<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> concilie sam<strong>en</strong>geroep<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Het edict <strong>van</strong> Worms moest t<strong>en</strong><br />
uitvoer word<strong>en</strong> gelegd <strong>en</strong> het kamergericht de ongehoorzam<strong>en</strong> straff<strong>en</strong>."<br />
De protestant<strong>en</strong> wild<strong>en</strong> nog de apologie <strong>van</strong> de Augsburgse <strong>confessie</strong> overgev<strong>en</strong>, die<br />
ter beantwoording <strong>van</strong> de Confutatie, <strong>door</strong> Melanchton opgesteld was, maar de keizer<br />
weigerde hardnekkig die aan te nem<strong>en</strong>.<br />
Het ongunstige Rijksdagbesluit <strong>van</strong> Augsburg noodzaakte de protestant<strong>en</strong> om zich<br />
vaster met elkander te verbind<strong>en</strong>. Op e<strong>en</strong> conv<strong>en</strong>t te Smalkald<strong>en</strong> (1531) slot<strong>en</strong> zij e<strong>en</strong><br />
krachtig verbond <strong>van</strong> verdediging voor zes jar<strong>en</strong>. Dit kwam de keizer onverwacht <strong>en</strong><br />
ongeleg<strong>en</strong>. Hij knoopte nieuwe onderhandeling<strong>en</strong> aan, wier uitkomst de<br />
godsdi<strong>en</strong>stvrede was <strong>van</strong> Neur<strong>en</strong>berg (1532). Beide partij<strong>en</strong> moest<strong>en</strong> tot op het<br />
aanstaande concilie de plicht <strong>van</strong> wederzijdse vri<strong>en</strong>dschap <strong>en</strong> Christelijke liefde<br />
betracht<strong>en</strong>.<br />
Zie Vitus Lodewijk von Seck<strong>en</strong>dorf, 1673-1751, in zijn Uitvoerige <strong>en</strong> onpartijdige historie der<br />
Reformatie <strong>door</strong> Dr. Martin LUTHER <strong>en</strong> andere voortreffelijke mann<strong>en</strong>, sedert d<strong>en</strong> jare 1515 <strong>en</strong><br />
vervolg<strong>en</strong>s in Duitschland <strong>en</strong> de aangr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>de rijk<strong>en</strong> <strong>door</strong> Godts zeg<strong>en</strong> gewrocht; <strong>en</strong>z. Deel I.<br />
Zie voor uitvoerige <strong>en</strong> gedocum<strong>en</strong>teerde historie <strong>van</strong> de Augsburgse Rijksdag <strong>en</strong><br />
Confessie:<br />
- GESCHIEDENIS VAN DE HERVORMING IN DE ZESTIENDE EEUW,<br />
VIERDE DEEL, DOOR J. H. MERLE D’AUBIGNÉ.<br />
- LUTHERS VERBLIJF OP DE COBURG TIJDENS DE RIJKSDAG TE<br />
AUGSBURG. Historie naar aanleiding <strong>van</strong> briev<strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong> <strong>door</strong> Maart<strong>en</strong><br />
Luther <strong>van</strong>af de Coburg, 1530.<br />
Beide docum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn te vind<strong>en</strong>: www.theologi<strong>en</strong>et.nl rubriek Kerkgeschied<strong>en</strong>is
5. DE AUGSBURGSE CONFESSIE 3<br />
A. INLEIDING OP DE CONFESSIE VAN AUGSBURG<br />
In de stormachtige ontwikkeling<strong>en</strong> na het aanslaan <strong>van</strong> de 95 stelling<strong>en</strong> op 31 oktober<br />
1517 was het nodig om af <strong>en</strong> toe halt te houd<strong>en</strong> <strong>en</strong> zich te bezinn<strong>en</strong>.<br />
Dat was allereerst nodig <strong>van</strong>wege alle bezwar<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> alles wat als revolutionair<br />
ervar<strong>en</strong> werd in deze vernieuwingsbeweging, maar al gauw ook <strong>van</strong>wege<br />
misverstand<strong>en</strong> <strong>en</strong> overdrijving<strong>en</strong> in de eig<strong>en</strong> geleder<strong>en</strong>.<br />
In 1520 droeg Luther aan de theologische <strong>door</strong>d<strong>en</strong>king <strong>van</strong> de Reformatie bij <strong>door</strong> e<strong>en</strong><br />
reeks inspirer<strong>en</strong>de geschrift<strong>en</strong>. Zijn boekje 'Over de vrijheid <strong>van</strong> e<strong>en</strong> christ<strong>en</strong>m<strong>en</strong>s'<br />
wordt nog altijd gelez<strong>en</strong>.<br />
Ook ander<strong>en</strong> droeg<strong>en</strong> bij aan de theologische <strong>door</strong>d<strong>en</strong>king <strong>van</strong> de Reformatie. Eén<br />
<strong>van</strong> h<strong>en</strong> was Philippus Melanchthon, e<strong>en</strong> vri<strong>en</strong>d <strong>en</strong> collega <strong>van</strong> Luther. In 1521 gaf<br />
Melanchthon e<strong>en</strong> boek uit, dat vaak de eerste dogmatiek <strong>van</strong> de Reformatie wordt<br />
g<strong>en</strong>oemd: de 'Loci communes rerum theologicarum' ('Hoofdstukk<strong>en</strong> over theologische<br />
onderwerp<strong>en</strong>').<br />
In 1528 voegde Luther e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>vatting <strong>van</strong> het vernieuwde belijd<strong>en</strong> toe aan zijn<br />
boek over het Avondmaal, 'Groszes Bek<strong>en</strong>ntnis vom Ab<strong>en</strong>dmahl Christi'.<br />
De Augsburgse Confessie, waarin opnieuw het belijd<strong>en</strong> geformuleerd werd, staat in<br />
diezelfde traditie, maar heeft toch e<strong>en</strong> andere voorgeschied<strong>en</strong>is. In 1524 was op e<strong>en</strong><br />
Rijksdag gesprok<strong>en</strong> over de mogelijkheid om e<strong>en</strong> nieuwe Rijksdag te organiser<strong>en</strong>,<br />
waarop de geloofsvrag<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Zo'n Rijksdag was e<strong>en</strong><br />
vergadering <strong>van</strong> de vorst<strong>en</strong> <strong>en</strong> bisschopp<strong>en</strong> <strong>van</strong> alle Duitse stat<strong>en</strong> <strong>en</strong> bisdomm<strong>en</strong>,<br />
onder leiding <strong>van</strong> de <strong>door</strong> h<strong>en</strong> gekoz<strong>en</strong> keizer of zijn plaatsver<strong>van</strong>ger. Het was e<strong>en</strong><br />
politiek lichaam, maar bij de heers<strong>en</strong>de verstr<strong>en</strong>geling <strong>van</strong> politieke <strong>en</strong> kerkelijke<br />
belang<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> ook geloofszak<strong>en</strong> aan de orde kom<strong>en</strong>. Omdat de steeds weer<br />
gestelde vraag om e<strong>en</strong> concilie <strong>door</strong> Rome werd g<strong>en</strong>egeerd, was het belangrijk, dat er<br />
t<strong>en</strong>minste op e<strong>en</strong> Rijksdag over geloofszak<strong>en</strong> gepraat kon word<strong>en</strong>. Op e<strong>en</strong> concilie<br />
kond<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> de vrag<strong>en</strong> <strong>van</strong> Luther niet meer in discussie g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> word<strong>en</strong>,<br />
omdat zijn leer inmiddels officieel veroordeeld was.<br />
In 1530 had deze Rijksdag plaats. De keizer, bepaald ge<strong>en</strong> vri<strong>en</strong>d <strong>van</strong> de paus, was<br />
vast <strong>van</strong> plan de geestelijke e<strong>en</strong>heid <strong>van</strong> het rijk met kracht in traditionele zin te<br />
herstell<strong>en</strong>. Hij had meer gezag dan ooit, omdat hij de paus gedwong<strong>en</strong> had de<br />
keizerskroon op zijn hoofd te drukk<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> had de keizer de e<strong>en</strong>heid in zijn rijk<br />
hard nodig om de efficiënte legers <strong>van</strong> de Turkse sultan Soliman II aan te kunn<strong>en</strong>, die<br />
in 1529 zelfs W<strong>en</strong><strong>en</strong> bedreigd<strong>en</strong>.<br />
Er was dus e<strong>en</strong> geweldige spanning op de Rijksdag die in 1530 sam<strong>en</strong>kwam.<br />
De Spaanse keizer deed e<strong>en</strong> ongehoorde concessie <strong>door</strong> de aanhangers <strong>van</strong> Luther in<br />
zijn aanwezigheid toe te lat<strong>en</strong>. Luther zelf mocht niet op de Rijksdag aanwezig zijn.<br />
De Augsburgse Confessie is dan ook niet <strong>door</strong> hem, maar <strong>door</strong> Melanchthon<br />
opgesteld.<br />
Wie de voorrede wat tam <strong>en</strong> beleefd vindt, moet die situatie meeweg<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook de rust<br />
<strong>en</strong> de schijnbare afstandelijkheid, waarmee de Confessie begint.<br />
3 Met dank aan Website: E<strong>van</strong>gelisch Lutherse Geme<strong>en</strong>te Stadskanaal<br />
40
41<br />
In plaats <strong>van</strong> de controverses te behandel<strong>en</strong> begint de Confessie met de oude<br />
conciliebesluit<strong>en</strong>. Daarna volgt notab<strong>en</strong>e e<strong>en</strong> artikel over de erfzonde. Toch zit alles<br />
daarin vervat. Het begint met te zegg<strong>en</strong>: wij zijn goed katholiek. Vervolg<strong>en</strong>s wordt de<br />
zaak op scherp gezet: wij hebb<strong>en</strong> geleerd - uit de Schrift <strong>en</strong> de ware traditie - dat de<br />
m<strong>en</strong>s <strong>van</strong> nature <strong>en</strong> uit zichzelf God niet kan 'vrez<strong>en</strong> <strong>en</strong> liefhebb<strong>en</strong>' (vgl. de Kleine<br />
Catechismus), ook niet met hulp <strong>van</strong> Bov<strong>en</strong>. De hele strijd kan word<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gevat in<br />
die vreemde <strong>en</strong> geweldige uitdrukking: rechtvaardiging <strong>van</strong> de goddeloze.<br />
De tekst <strong>van</strong> de Augsburgse Confessie kwam niet uit de lucht vall<strong>en</strong>, er was al heel<br />
wat aan vooraf gegaan. Zoals wij al zag<strong>en</strong> had Luther in 1528 e<strong>en</strong><br />
'geloofssam<strong>en</strong>vatting' geschrev<strong>en</strong>, waarmee hij te midd<strong>en</strong> <strong>van</strong> alle verwarring <strong>en</strong> het<br />
'woed<strong>en</strong> <strong>van</strong> Satan' <strong>van</strong> punt tot punt datg<strong>en</strong>e wilde belijd<strong>en</strong> 'waarbij (hij) tot de dood<br />
wil blijv<strong>en</strong>'.<br />
(1) Deze korte geloofssam<strong>en</strong>vatting is Trinitarisch opgebouwd; in drie stukk<strong>en</strong><br />
behandelt Luther God de Vader, de Zoon <strong>en</strong> de Heilige Geest.<br />
(2) Het bijzondere hierin is, dat Luther het tweede artikel, over de Zoon, uitbouwt tot<br />
e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>vatting <strong>van</strong> de rechtvaardigingsleer: 'Ook geloof ik, dat deze Zoon <strong>van</strong><br />
God <strong>en</strong> <strong>van</strong> Maria, onze Heer Jezus Christus, voor ons arme zondaars heeft<br />
geled<strong>en</strong>, is gekruisigd, gestorv<strong>en</strong> <strong>en</strong> begrav<strong>en</strong>, om ons <strong>van</strong> de zond<strong>en</strong>, de dood <strong>en</strong><br />
de eeuwige toorn Gods <strong>door</strong> zijn onschuldig bloed te verloss<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat Hij t<strong>en</strong><br />
derde dage is opgestaan uit de dood <strong>en</strong> opgevar<strong>en</strong> t<strong>en</strong> hemel <strong>en</strong> zit ter rechterhand<br />
Gods, des almachtig<strong>en</strong> Vaders, e<strong>en</strong> Heer aller her<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> Koning over alle<br />
koning<strong>en</strong> <strong>en</strong> over alle creatur<strong>en</strong> in de hemel, op de aarde, over dood <strong>en</strong> lev<strong>en</strong>, over<br />
zonde <strong>en</strong> gerechtigheid.'<br />
Het is fasciner<strong>en</strong>d, hoe hij <strong>door</strong>mediteert op de klassieke geloofsformulering. Hij<br />
spreekt over de erfzonde <strong>en</strong> over Christus die ons te hulp is gekom<strong>en</strong> <strong>en</strong> voor ons<br />
instaat 'als e<strong>en</strong> trouw, barmhartig Middelaar <strong>en</strong> Heiland <strong>en</strong> als de <strong>en</strong>ige Priester <strong>en</strong><br />
Bisschop <strong>van</strong> onze ziel<strong>en</strong>.'<br />
Pas dan kom<strong>en</strong> de verwerping<strong>en</strong>: 'Ik verwerp alle leer die onze vrije wil prijst;<br />
want er kan ge<strong>en</strong> kracht, macht, ge<strong>en</strong> wijsheid of verstand zijn waar<strong>door</strong> wij naar<br />
onze gerechtigheid of ons lev<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> strev<strong>en</strong>. Ook verwerp ik beide, de<br />
nieuwe <strong>en</strong> de oude Pelagian<strong>en</strong>, die de erfzonde ge<strong>en</strong> echte zonde will<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> zijn,<br />
maar slechts e<strong>en</strong> gebrek.'<br />
Pelagius had zich in de derde eeuw optimistisch uitgelat<strong>en</strong> over de m<strong>en</strong>selijke<br />
mogelijkhed<strong>en</strong> om het goede te do<strong>en</strong>, maar hij had de officiële kerk teg<strong>en</strong> zich<br />
gekreg<strong>en</strong>. Daarom wilde niemand graag e<strong>en</strong> pelagiaan g<strong>en</strong>oemd word<strong>en</strong>. Luther<br />
heeft de actualiteit <strong>van</strong> dat geding herontdekt in zijn dag<strong>en</strong>. Hij ziet met alle<br />
scherpte, dat wie stelt dat de m<strong>en</strong>s gedeeltelijk e<strong>en</strong> beetje zondig is, dus ook e<strong>en</strong><br />
beetje heilig is uit zichzelf, e<strong>en</strong> beetje het goede kan do<strong>en</strong>. Hij verafschuwt dat<br />
half-half. God haalt ons omhoog uit e<strong>en</strong> diepte <strong>van</strong> waaruit wij uit onszelf God<br />
niet e<strong>en</strong>s meer zi<strong>en</strong>. Je kunt ge<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> bijdrage gev<strong>en</strong> aan het heil dat in Christus<br />
Gods werk is. Daarom verwerpt hij alles, dat als extra verdi<strong>en</strong>stelijk werd<br />
beschouwd, ook de kloosterordes. Toch voegt hij daaraan toe - <strong>en</strong> daar is meestal<br />
overhe<strong>en</strong> gelez<strong>en</strong> -: 'al hebb<strong>en</strong> daarin (in de kloosters) vele grote heilig<strong>en</strong> geleefd,<br />
die als uitverkor<strong>en</strong><strong>en</strong> Gods toch <strong>door</strong> het geloof in Christus verlost <strong>en</strong> ontkom<strong>en</strong><br />
zijn.'<br />
(3) Dan komt het derde artikel over de Heilige Geest, <strong>door</strong> wie 'alle gelovig<strong>en</strong> met het<br />
geloof <strong>en</strong> andere geestelijke gav<strong>en</strong> versierd, uit de dood opgewekt, <strong>van</strong> zond<strong>en</strong><br />
bevrijd <strong>en</strong> vrolijk <strong>en</strong> getroost, vrij <strong>en</strong> zeker <strong>van</strong> gewet<strong>en</strong> gemaakt word<strong>en</strong>. Door de
42<br />
Geest komt de g<strong>en</strong>ade tot de m<strong>en</strong>s, blijft ze niet verborg<strong>en</strong>, de Geest leert ons<br />
die weldaad <strong>van</strong> Christus, toont die ons, leert die ons k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, helpt die behoud<strong>en</strong>,<br />
goed gebruik<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitdel<strong>en</strong> <strong>en</strong> doet die gedij<strong>en</strong>: innerlijk <strong>door</strong> het geloof, uiterlijk<br />
<strong>door</strong> het E<strong>van</strong>gelie, <strong>door</strong> de Doop <strong>en</strong> het sacram<strong>en</strong>t <strong>van</strong> het altaar; langs die drie<br />
weg<strong>en</strong> komt de Geest tot ons, oef<strong>en</strong>t Hij het lijd<strong>en</strong> <strong>van</strong> Christus in ons, t<strong>en</strong> di<strong>en</strong>ste<br />
<strong>van</strong> ons behoud.'<br />
(4) Over de kerk die nu in het vizier komt, is hij heel kort: 'zij is de geme<strong>en</strong>schap <strong>van</strong><br />
alle christ<strong>en</strong><strong>en</strong> in de wereld, de <strong>en</strong>ige bruid <strong>van</strong> Christus, zijn geestelijk lichaam,<br />
waar<strong>van</strong> Hij ook het <strong>en</strong>ige hoofd is. De bisschopp<strong>en</strong> of priesters zijn ge<strong>en</strong><br />
hoofd<strong>en</strong>, her<strong>en</strong> of bruidegoms, maar di<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>, vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> (zoals het woord<br />
bisschop zegt) opzi<strong>en</strong>ers, verzorgers of voorgangers.' Dan gaat hij vrij uitvoerig,<br />
net als Melanchthon later in de Augsburgse Confessie, in op alle gebruik<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
misbruik<strong>en</strong> in de kerk. Zijn laatste opmerking in dit verband is teg<strong>en</strong> de<br />
radicalist<strong>en</strong> gericht: ge<strong>en</strong> beeld<strong>en</strong>storm!<br />
(5) T<strong>en</strong>slotte bespreekt hij de opstanding <strong>van</strong> de dod<strong>en</strong> op de jongste dag. Hij eindigt<br />
heel persoonlijk: 'Dit is mijn geloof, zo gelov<strong>en</strong> alle ware christ<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> zo leert<br />
ons de Schrift. Wat ik te weinig gezegd heb, daar<strong>van</strong> getuig<strong>en</strong> mijn andere boekjes<br />
g<strong>en</strong>oeg, vooral die, welke in de laatste vier of vijf jaar uitgekom<strong>en</strong> zijn. Daarom<br />
vraag ik alle vrome hart<strong>en</strong> om mijn getuig<strong>en</strong> te zijn <strong>en</strong> voor mij te bidd<strong>en</strong>, dat ik in<br />
zulk geloof mag blijv<strong>en</strong> standhoud<strong>en</strong> tot mijn einde. Wat ik - wat God verhoede -<br />
anders zou ,zegg<strong>en</strong> in aanvechting of doodsnood, laat het niets zijn; ik wil hiermee<br />
op<strong>en</strong>lijk beled<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, dat dat dan t<strong>en</strong> onrechte <strong>en</strong> <strong>van</strong> de duivel zou zijn.<br />
Daartoe helpe mij mijn Heere <strong>en</strong> Heiland, Jezus Christus, gezeg<strong>en</strong>d zij Hij in<br />
eeuwigheid. Am<strong>en</strong>.'<br />
Deze belijd<strong>en</strong>is heeft grote invloed gehad op de 'Schwabacher Artikel<strong>en</strong>', die voor e<strong>en</strong><br />
confer<strong>en</strong>tie met e<strong>en</strong> aantal sted<strong>en</strong> <strong>en</strong> vorst<strong>en</strong> in 1529 sam<strong>en</strong>gesteld werd<strong>en</strong>. Luther<br />
zelf bewerkte die artikel<strong>en</strong> nog weer e<strong>en</strong>s voor e<strong>en</strong> gesprek met Zwingli in Marburg,<br />
ook in 1529.<br />
Al dat materiaal lag op tafel, to<strong>en</strong> er in 1530 e<strong>en</strong> stuk voor de 'buit<strong>en</strong>wacht' moest<br />
kom<strong>en</strong>. Vooral wat opbouw betreft sluit de Augsburgse Confessie nauw aan bij<br />
Luthers geloofssam<strong>en</strong>vatting <strong>van</strong> 1528.<br />
Als voorbereiding voor de Rijksdag <strong>van</strong> 1530 liet de keurvorst <strong>van</strong> Saks<strong>en</strong>, Johan<br />
Frederik, die de opvolger <strong>van</strong> Frederik de Wijze was <strong>en</strong> e<strong>en</strong> op<strong>en</strong>lijk aanhanger <strong>van</strong><br />
Luther, de theolog<strong>en</strong> uit Witt<strong>en</strong>berg naar Torgau kom<strong>en</strong>. Onder die theolog<strong>en</strong> war<strong>en</strong><br />
Luther <strong>en</strong> Melanchthon. In Torgau vervaardigd<strong>en</strong> zij e<strong>en</strong> stuk, dat alle<strong>en</strong> over de<br />
'misbruik<strong>en</strong>' handelt die m<strong>en</strong> in Witt<strong>en</strong>berg had afgeschaft, om duidelijk te mak<strong>en</strong>, dat<br />
ze de ware traditie wild<strong>en</strong> herstell<strong>en</strong> <strong>en</strong> ge<strong>en</strong> nieuwlichters wild<strong>en</strong> zijn.<br />
Sam<strong>en</strong> gaat m<strong>en</strong> <strong>van</strong> Torgau op weg naar Augsburg. Maar Luther wordt in het uiterste<br />
puntje <strong>van</strong> Saks<strong>en</strong> achtergelat<strong>en</strong>, op de Coburg. Daar is hij zo dicht mogelijk bij<br />
Augsburg.<br />
Als gebann<strong>en</strong>e kan hij niet verder mee. Melanchthon draagt nu de volle<br />
verantwoordelijkheid. Dat zou hij mete<strong>en</strong> merk<strong>en</strong>. In Augsburg circuleerde e<strong>en</strong> stuk<br />
<strong>van</strong> Luthers teg<strong>en</strong>stander, Johannes Eck uit Leipzig. Op 404 punt<strong>en</strong> wees hij ketterij<strong>en</strong><br />
in de werk<strong>en</strong> <strong>van</strong> Luther <strong>en</strong> Melanchthon aan. Dat betek<strong>en</strong>de dat m<strong>en</strong> dieper op de<br />
kernvrag<strong>en</strong> in zou moet<strong>en</strong> gaan dan voorzi<strong>en</strong> was in Torgau.
43<br />
Melanchthon werd zo min of meer gedwong<strong>en</strong> e<strong>en</strong> stevig theologisch stuk te<br />
publicer<strong>en</strong>: de Confessie <strong>van</strong> Augsburg. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> zou de Confessie e<strong>en</strong> breed<br />
draagvlak krijg<strong>en</strong>; het aantal vorst<strong>en</strong>domm<strong>en</strong> <strong>en</strong> sted<strong>en</strong>, dat zich achter de<br />
hervormingsbeweging stelde, groeide.<br />
Op 24 juni 1530 zou het stuk <strong>van</strong> Melanchthon word<strong>en</strong> voorgelez<strong>en</strong>, maar de ag<strong>en</strong>da<br />
liep uit <strong>en</strong> zo werd het 25 juni, 3 uur in de middag. De keizer probeerde nog ev<strong>en</strong> de<br />
voorlezing achterwege te lat<strong>en</strong>, maar gaf snel toe onder het hevige protest daarteg<strong>en</strong>.<br />
M<strong>en</strong> zegt, dat de Saksische kanselier Beyer het stuk zo luid voorlas, dat m<strong>en</strong> het<br />
buit<strong>en</strong> kon verstaan.<br />
Onmiddellijk daarna gaf de keizer de Confessie mee aan e<strong>en</strong> commissie die ermee aan<br />
het werk moest <strong>en</strong> e<strong>en</strong> reactie moest formuler<strong>en</strong>. Al heel spoedig versch<strong>en</strong><strong>en</strong>, ondanks<br />
het publicatieverbod, zes Duitse drukk<strong>en</strong> <strong>van</strong> de Confessie <strong>en</strong> één in het Latijn.<br />
Het karakter <strong>van</strong> de Augsburgse Confessie.<br />
Voor wij ons nu tot de inhoud <strong>van</strong> de Augsburgse Confessie w<strong>en</strong>d<strong>en</strong> is het <strong>van</strong> groot<br />
belang vast te stell<strong>en</strong>, wat het karakter is <strong>van</strong> dit stuk. Het heeft in later tijd gewerkt<br />
als e<strong>en</strong> norm, e<strong>en</strong> onwrikbaar docum<strong>en</strong>t. Dat werd ook in de hand gewerkt <strong>door</strong> de<br />
latere ontwikkeling<strong>en</strong> die de behoefte aan zo'n norm ded<strong>en</strong> ontstaan, zij het als e<strong>en</strong><br />
norm die <strong>door</strong> de schrift g<strong>en</strong>ormeerd wordt. Maar was dat de bedoeling <strong>van</strong> de<br />
artikel<strong>en</strong> die de keizer in Augsburg werd<strong>en</strong> aangebod<strong>en</strong>?<br />
'Ne<strong>en</strong>, de Augsburgse Confessie is ge<strong>en</strong> theologisch leerboek met autoriteit, zij is ook<br />
niet, althans niet in aanleg, e<strong>en</strong> norm voor het geloof. Zij is e<strong>en</strong> <strong>door</strong> de<br />
omstandighed<strong>en</strong> opgedrong<strong>en</strong> uite<strong>en</strong>zetting <strong>van</strong> wat er in de E<strong>van</strong>gelische kerk<strong>en</strong><br />
wordt geleerd op grond <strong>van</strong> de Schrift, met daarbij de veroordeling niet zozeer <strong>van</strong> de<br />
afwijk<strong>en</strong>de m<strong>en</strong>ing in het algeme<strong>en</strong> als wel <strong>van</strong> die ketterij<strong>en</strong>, die in feite <strong>door</strong> de<br />
gehele kerk, al dan niet <strong>door</strong> de Reformatie gegrep<strong>en</strong>, werd<strong>en</strong> afgewez<strong>en</strong>.'<br />
Aldus prof. dr. C.W. Mönnich in zijn in 1980 in Baarn uitgegev<strong>en</strong> boek 'Toegedaan de<br />
onveranderde Confessie <strong>van</strong> Augsburg, 1530-1980.' De <strong>en</strong>ige grondslag voor het<br />
belijd<strong>en</strong> is de Heilige Schrift; dat sprak zo <strong>van</strong>zelf dat het pas aan het eind <strong>van</strong> de<br />
Confessie ev<strong>en</strong> gezegd wordt: 'iuxta scripturas', 'naar de Schrift<strong>en</strong>'. Wie dat als<br />
'fundam<strong>en</strong>talisme' verstaat heeft de Reformatie niet begrep<strong>en</strong>. Deze maakt <strong>van</strong> het<br />
begin af e<strong>en</strong> onderscheid tuss<strong>en</strong> 'letter' <strong>en</strong> 'geest'.<br />
Inhoud <strong>en</strong> opzet <strong>van</strong> de Confessie <strong>van</strong> Augsburg.<br />
De voorrede is niet zo onderdanig <strong>van</strong> inhoud als de protocollaire toon doet<br />
vermoed<strong>en</strong>. Met de keizer legt Melanchthon de nadruk op de e<strong>en</strong>heid die hersteld<br />
moet word<strong>en</strong>. Tegelijkertijd wordt de keizer duidelijk gemaakt, dat de reformatorische<br />
<strong>en</strong> de keizerlijke partij gelijkwaardige partij<strong>en</strong> zijn, die sam<strong>en</strong> tot overe<strong>en</strong>stemming<br />
over de <strong>en</strong>e waarheid moet<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>. Naar aanleiding <strong>van</strong> de Rijksdag <strong>van</strong> 1526<br />
spreekt Melanchthon nadrukkelijk over e<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> concilie. In 1526 was, hang<strong>en</strong>de<br />
zo'n concilie - de paus voelde er nog niets voor -, aan de Reformatiegezind<strong>en</strong><br />
behoorlijk wat ruimte toegestaan.<br />
Ferdinand, de broer <strong>van</strong> de keizer, had op e<strong>en</strong> Rijksdag in 1529 te Spiers, waar hij de<br />
keizer verving, geprobeerd deze concessies terug te draai<strong>en</strong>. Maar hij moest wijk<strong>en</strong><br />
voor e<strong>en</strong> hevig protest (daar dank<strong>en</strong> wij de naam protestant<strong>en</strong> aan). Daar in Spiers<br />
was de roep om e<strong>en</strong> concilie herhaald. Het is op het brutale af, dat de voorrede<br />
herinnert aan het feit, dat, nu er weer vrede is tuss<strong>en</strong> de keizer <strong>en</strong> de paus - de keizer is<br />
immers gekroond -, de keizer ook e<strong>en</strong> concilie zou kunn<strong>en</strong> afdwing<strong>en</strong>. Waarom hecht<br />
m<strong>en</strong> zo'n belang aan dat concilie?
44<br />
Verwachtte m<strong>en</strong> er iets <strong>van</strong>? E<strong>en</strong> concilie kon tijdwinst gev<strong>en</strong> <strong>en</strong> vooral: het was<br />
e<strong>en</strong> uitweg voor het geval, dat er ge<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>stemming bereikt zou word<strong>en</strong>; dat<br />
wordt in het laatste stuk <strong>van</strong> de voorrede zelfs met zoveel woord<strong>en</strong> gezegd. Het slot is<br />
keurig maar zeer duidelijk: d<strong>en</strong>k eraan, keizer, het beroep <strong>van</strong> ons op e<strong>en</strong> concilie is<br />
e<strong>en</strong>stemmig <strong>en</strong> wij blijv<strong>en</strong> erbij. U kunt er niet onderuit!<br />
Het begin.<br />
Zoals al ev<strong>en</strong> aangeduid begint de Augsburgse Confessie zelf met e<strong>en</strong> heel<br />
merkwaardige tweeslag: 'De Deo' ('over God') met e<strong>en</strong> klassieke uite<strong>en</strong>zetting over de<br />
Triniteit.<br />
Dan: 'De peccato originis' (over de erfzonde), de 'grondzonde' zou beter gezegd<br />
kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />
Twee hoofdlijn<strong>en</strong>, één over God, één over de m<strong>en</strong>s? God alles, de m<strong>en</strong>s niets? Dat<br />
klopt in het geheel niet met de verdere opbouw <strong>van</strong> de Augsburgse Confessie <strong>en</strong> ook<br />
niet met de inhoud. Is de m<strong>en</strong>s tot niets in staat? We wet<strong>en</strong> wel beter!<br />
Dit artikel over de 'grondzonde' wil alle<strong>en</strong> duidelijk mak<strong>en</strong>, dat ook dat wat in het<br />
eerste artikel over God gezegd wordt niet uit de gedacht<strong>en</strong> <strong>van</strong> de m<strong>en</strong>s zelf<br />
voortkomt, zelfs niet gedeeltelijk. De m<strong>en</strong>s kan uit zichzelf niet in God gelov<strong>en</strong>. De<br />
m<strong>en</strong>s kan uit zichzelf God niet liefhebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong>. De m<strong>en</strong>s is God totaal kwijt.<br />
Om die m<strong>en</strong>s gaat het God. Daar<strong>van</strong> getuig<strong>en</strong> alle artikel<strong>en</strong>, ook artikel drie over het<br />
Woord <strong>van</strong> God, 'dat is de Zoon <strong>van</strong> God'.<br />
In het vierde artikel word<strong>en</strong> de artikel<strong>en</strong> 1, 2 <strong>en</strong> 3 sam<strong>en</strong>gevat als - de grote term <strong>van</strong><br />
de Reformatie - de 'iustificatio', de rechtvaardiging. De m<strong>en</strong>s wordt weer recht gezet<br />
als m<strong>en</strong>s voor Gods aangezicht. Het is rechtvaardiging niet <strong>van</strong> wie al e<strong>en</strong> beetje <strong>van</strong><br />
die ding<strong>en</strong> weet heeft, niet <strong>van</strong> wie al e<strong>en</strong> eindje op weg is, maar <strong>van</strong> de m<strong>en</strong>s die God<br />
kwijt is, de 'goddeloze'. Het staat er in koele, duidelijke woord<strong>en</strong>. De vraag is of wij er<br />
de gedrev<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> de kracht nog <strong>van</strong> hor<strong>en</strong>. Waarom begint de Augsburgse<br />
Confessie met zo'n zwaar begrip? Het gaat hier niet om e<strong>en</strong> theologische theorie, maar<br />
om e<strong>en</strong> weer helder geword<strong>en</strong> inzicht in de realiteit <strong>van</strong> wereld <strong>en</strong> m<strong>en</strong>s. Het gaat ook<br />
niet om zonde in morele zin, al is dat er één <strong>van</strong> de uiting<strong>en</strong> <strong>van</strong>. Het gaat om het<br />
eindelijk weer echt ernst mak<strong>en</strong> met wat er <strong>van</strong> de wereld geword<strong>en</strong> is, e<strong>en</strong> hopeloze<br />
jungle, waar de kleine lichtplekk<strong>en</strong> steeds weer zoek rak<strong>en</strong> in de dikke duisternis <strong>van</strong><br />
m<strong>en</strong>selijke waanzin <strong>en</strong> verblinding; het, gaat om het sterv<strong>en</strong> <strong>en</strong> het dod<strong>en</strong>, het<br />
creper<strong>en</strong>, om onverschilligheid <strong>en</strong> om de totale verlor<strong>en</strong>heid, waaruit m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> vlucht<strong>en</strong><br />
in e<strong>en</strong> cynisch egoïsme, of zog<strong>en</strong>aamd realisme of in e<strong>en</strong> bitter nihilisme. Deze<br />
beschrijving is e<strong>en</strong> wat modernere (hoewel altijd al geld<strong>en</strong>de) schets <strong>van</strong> wat in de<br />
Confessie de 'grondzonde' heet, die als e<strong>en</strong> besmetting het lev<strong>en</strong> <strong>door</strong>trekt.<br />
Het is de wereld, de m<strong>en</strong>sheid, waar God alle<strong>en</strong> nog iets <strong>van</strong> kon mak<strong>en</strong> <strong>door</strong> zelf in<br />
het gericht te gaan, <strong>door</strong> zelf op de plaats <strong>van</strong> èn slachtoffers èn schuldig<strong>en</strong> te gaan<br />
staan, ligg<strong>en</strong>, sterv<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> andere exodus, uitweg, was er voor zijn liefde niet - zo is<br />
het met ons gesteld. Als je dat wegwuift met e<strong>en</strong> gevoel dat het wel meevalt, dat dit<br />
wel erg donkere ton<strong>en</strong> zijn, dan zul je nooit echt iets kunn<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> <strong>van</strong> dat wonder, dat<br />
in deze lijn iustificatio impii heet, de onbegrijpelijke 'rechtvaardig-noeming' <strong>van</strong> de<br />
goddeloze, de totaal verlor<strong>en</strong>e, die hoe dan ook met zijn wereld niet uit Gods hand<br />
mag vall<strong>en</strong>, omdat het alles Zijn oogappel is <strong>en</strong> blijft. Zo is onze God. Dat moet<strong>en</strong> wij<br />
ler<strong>en</strong>.
45<br />
Ler<strong>en</strong>, verkondig<strong>en</strong>.<br />
Hoe wordt dat hele gebeur<strong>en</strong> nu 'mijn' gebeur<strong>en</strong>, hoe geschiedt dat aan de m<strong>en</strong>s die<br />
<strong>van</strong> niets weet? Dat staat in artikel 5: <strong>door</strong> het kerkelijk of predik (dus niet<br />
priester)ambt. Het gaat om het ler<strong>en</strong>, verkondig<strong>en</strong> <strong>van</strong> het E<strong>van</strong>gelie <strong>en</strong> in één adem<br />
ook om het bedi<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>van</strong> de sacram<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Door deze wordt als <strong>door</strong> 'instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>' de<br />
Heilige Geest gegev<strong>en</strong>. De Geest sch<strong>en</strong>kt het geloof, naar Gods vrije wil. Het laatste<br />
zinnetje <strong>van</strong> dit artikel teg<strong>en</strong> de wederdopers is veel belangrijker dan het lijkt: je hoeft<br />
niet te wacht<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> innerlijke stem. Hoor het 'uiterlijke', 'externe' woord dat je or<strong>en</strong><br />
bereikt als het Woord <strong>van</strong> God, dat je opbeurt.<br />
En dan, verandert er dan iets, ook in het gewone lev<strong>en</strong> <strong>van</strong> de m<strong>en</strong>s? Het grote verwijt<br />
was, dat de leer <strong>van</strong> de 'rechtvaardiging <strong>van</strong> de goddeloze' de m<strong>en</strong>s lui <strong>en</strong> apatisch zou<br />
mak<strong>en</strong>. Het komt immers toch wel goed. Wie zal zich nog druk mak<strong>en</strong> om goede<br />
werk<strong>en</strong> te do<strong>en</strong>? De Augsburgse Confessie k<strong>en</strong>t het probleem maar al te goed <strong>en</strong> wil<br />
zegg<strong>en</strong>: d<strong>en</strong>k eraan, dat het Woord e<strong>en</strong> werk<strong>en</strong>d woord is, e<strong>en</strong> werkwoord dat iets op<br />
gang br<strong>en</strong>gt. Vandaar artikel 6: 'Over de nieuwe gehoorzaamheid'. Het geloof dat <strong>door</strong><br />
dit Woord gewekt wordt is als e<strong>en</strong> boom die vrucht draagt <strong>en</strong> als e<strong>en</strong> vuur dat warmte<br />
geeft.<br />
Luther heeft daar in zijn boek 'Over de goede werk<strong>en</strong>' uit 1520 e<strong>en</strong> prachtig beeld voor<br />
gebruikt: 'wie moet ze (de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die elkaar echt liefhebb<strong>en</strong>) dan nog ler<strong>en</strong> wat ze<br />
moet<strong>en</strong> do<strong>en</strong>, lat<strong>en</strong>, zegg<strong>en</strong>, zwijg<strong>en</strong> - het vertrouw<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> leert hun alles al. En<br />
meer dan nodig is: daar is ge<strong>en</strong> onderscheid in werk<strong>en</strong>, ze do<strong>en</strong> het grote, lange, vele<br />
net zo graag als het kleine, korte, weinige <strong>en</strong> ze do<strong>en</strong> het bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> vrolijk,<br />
vreedzaam <strong>en</strong> zeker hart, in alle vrijheid. Maar zodra er twijfel opkomt, zoek<strong>en</strong> ze wat<br />
het beste is, dan begint het onderscheid in werk<strong>en</strong> te tell<strong>en</strong>: met welk valt het meeste<br />
te bereik<strong>en</strong>? En dan gebeurt het ook met e<strong>en</strong> bezwaard hart <strong>en</strong> met grote teg<strong>en</strong>zin, je<br />
raakt erin verschrikt, meer dan half vertwijfeld <strong>en</strong> je staat nog vaak voor gek ook.'<br />
Dan is het uit met de vrijheid <strong>van</strong> e<strong>en</strong> christ<strong>en</strong>! Luther heeft deze relatie tuss<strong>en</strong> geloof<br />
<strong>en</strong> werk<strong>en</strong> op zijn allersterkst vorm gegev<strong>en</strong> in zijn voorrede op de Brief aan de<br />
Romein<strong>en</strong>: 'Het geloof is zoiets lev<strong>en</strong>ds, bezigs, krachtigs <strong>en</strong> machtigs, dat het<br />
onmogelijk is, dat het niet voortdur<strong>en</strong>d goede ding<strong>en</strong> zou do<strong>en</strong>. Het vraagt er ook niet<br />
naar, of er goede werk<strong>en</strong> te do<strong>en</strong> zijn, maar voor m<strong>en</strong> ernaar vraagt heeft ze die al<br />
gedaan, het is altijd bezig.'<br />
Daarbij steekt artikel 6 <strong>van</strong> de Augsburgse Confessie eerlijk gezegd wel wat bleek <strong>en</strong><br />
vooral moralistisch af, er kom<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> als 'moet' <strong>en</strong> 'behoort' in voor. Wij moet<strong>en</strong><br />
de verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> Melanchthon <strong>en</strong> Luther niet op de spits drijv<strong>en</strong> - zulke<br />
uitdrukking<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> bij Luther later ook voor -, maar misschi<strong>en</strong> is hier toch al iets te<br />
zi<strong>en</strong> <strong>van</strong> wat e<strong>en</strong> zeker verschil tuss<strong>en</strong> Melanchthon <strong>en</strong> Luther zou word<strong>en</strong>. De ethiek<br />
krijgt bij Melanchthon meer e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> plaats. Overig<strong>en</strong>s: noch voor hem, noch voor<br />
Luther werd<strong>en</strong> de 'werk<strong>en</strong>' weer e<strong>en</strong> voorwaarde tot heil.<br />
Artikel 7 gaat over de kerk, die - <strong>en</strong> dat is zeker in die tijd bepaald niet<br />
<strong>van</strong>zelfsprek<strong>en</strong>d- beschrev<strong>en</strong> wordt als congregatio sanctorum, geme<strong>en</strong>te der heilig<strong>en</strong>.<br />
Dit artikel is het meest aangehaalde artikel <strong>van</strong> de Augsburgse Confessie <strong>van</strong>wege de<br />
manier, waarop zowel de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> als de ruimte <strong>van</strong> het kerk-zijn word<strong>en</strong> aangeduid.<br />
Artikel 8 bestrijdt e<strong>en</strong> heel oude ketterij <strong>en</strong> onderstreept, dat ook e<strong>en</strong> slechte<br />
voorganger de goede boodschap kan br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. De kerk op aarde is altijd e<strong>en</strong> 'gem<strong>en</strong>gd'<br />
gezelschap.
In de artikel<strong>en</strong> 9 <strong>en</strong> 10 kom<strong>en</strong> de sacram<strong>en</strong>t<strong>en</strong> naar vor<strong>en</strong>, onmiddellijk gevolgd <strong>door</strong><br />
biecht <strong>en</strong> boete. Melanchthon heeft nog veel sterker dan Luther de sacram<strong>en</strong>taliteit<br />
<strong>van</strong> de 'vrijspraak <strong>van</strong> de zonde' vastgehoud<strong>en</strong>. Deze vrijspraak is e<strong>en</strong> 'priesterlijke'<br />
di<strong>en</strong>st die alle christ<strong>en</strong><strong>en</strong> elkaar verschuldigd zijn.<br />
Heel belangrijk is de omschrijving in artikel 13 <strong>van</strong> de sacram<strong>en</strong>t<strong>en</strong> als signa et<br />
testimonia voluntatis Dei erga nos, 'tek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> getuig<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> <strong>van</strong> Gods wil jeg<strong>en</strong>s<br />
ons'. God is heel concreet in onze maatschappij aanwezig.<br />
Artikel 14 maakt dan ook in e<strong>en</strong> paar woord<strong>en</strong> het misverstand onmogelijk, dat<br />
reformatie betek<strong>en</strong>t, dat iedere<strong>en</strong> zijn eig<strong>en</strong> gang kan gaan. Je zult geroep<strong>en</strong> moet<strong>en</strong><br />
zijn. Door God? Ja, maar God roept de m<strong>en</strong>s altijd via andere m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, via de<br />
geme<strong>en</strong>te.<br />
In artikel 16 gaat het over de politiek, het 'wereldlijk regim<strong>en</strong>t', ook to<strong>en</strong> e<strong>en</strong> heet<br />
hangijzer, zeker in die wereld, waar alles met alles sam<strong>en</strong>hing. Ge<strong>en</strong> wonder dat<br />
artikel 15 over de kerkelijke bepaling<strong>en</strong> <strong>en</strong> artikel 16 vlak na elkaar staan. Het hoeft<br />
niet te verbaz<strong>en</strong>, dat juist op dit punt e<strong>en</strong> felle discussie loskwam met de keizerlijke<br />
adviescommissie.<br />
Artikel 17 gaat over de toekomst, de eschatologie. Daarna volg<strong>en</strong> er nog e<strong>en</strong> paar<br />
punt<strong>en</strong> die zeer controverse war<strong>en</strong>: het vraagstuk <strong>van</strong> de vrije wil, <strong>door</strong> Luther in het<br />
g<strong>en</strong>oemde 'Groszes Bek<strong>en</strong>ntnis vom Ab<strong>en</strong>dmahl Christi' niet voor niets mete<strong>en</strong> aan<br />
het begin geplaatst, <strong>en</strong> de vraag waar de zonde dan <strong>van</strong>daan komt als de wil niet vrij<br />
is, <strong>en</strong> het vraagstuk <strong>van</strong> de ethiek: 'over geloof <strong>en</strong> goede werk<strong>en</strong>'.<br />
Het slot wordt gevormd <strong>door</strong> e<strong>en</strong> artikel over de heilig<strong>en</strong>, dat voor ons niet zo<br />
opwind<strong>en</strong>d meer is, maar to<strong>en</strong> het v<strong>en</strong>ijn in de staart was.<br />
Hier eindigt het eig<strong>en</strong>lijke stuk.<br />
Nu volgt e<strong>en</strong> tweede gedeelte met wat m<strong>en</strong> in Torgau als 'apologie' had sam<strong>en</strong>gesteld:<br />
de afgeschafte misbruik<strong>en</strong>.<br />
Het lijk<strong>en</strong> minder belangrijke zak<strong>en</strong>, maar to<strong>en</strong> hing er veel <strong>van</strong> af. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> hang<strong>en</strong><br />
deze zak<strong>en</strong> t<strong>en</strong> nauwste sam<strong>en</strong> met de hoofdzak<strong>en</strong>, zoals telk<strong>en</strong>s weer wordt<br />
aangetoond. Het gaat over het Avondmaal onder twee gestalt<strong>en</strong>, over het celibaat, de<br />
mis, de kloostergeloft<strong>en</strong>, de macht <strong>van</strong> de bisschopp<strong>en</strong> etc. Het is wonderlijk, dat heel<br />
wat <strong>van</strong> deze zak<strong>en</strong> nu nog e<strong>en</strong> bepaalde actualiteit bezitt<strong>en</strong>.<br />
Eeuw<strong>en</strong> later.<br />
Toch mog<strong>en</strong> wij nooit verget<strong>en</strong>, dat er sindsdi<strong>en</strong> eeuw<strong>en</strong> verstrek<strong>en</strong> zijn. De<br />
Augsburgse Confessie is onze <strong>confessie</strong>, maar we moet<strong>en</strong> ons wel realiser<strong>en</strong>, dat de<br />
kloosters, de miss<strong>en</strong> <strong>en</strong> de bisschopp<strong>en</strong> nu niet meer de kloosters, de miss<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />
bisschopp<strong>en</strong> <strong>van</strong> to<strong>en</strong> zijn. En er is één groot verschil: t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> <strong>van</strong> de in deze<br />
artikel<strong>en</strong> opgesomde bezwar<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> wij nu tal <strong>van</strong> trouwe katholiek<strong>en</strong> aan onze<br />
zijde. Aan sommige bezwar<strong>en</strong> is ook al officieel tegemoetgekom<strong>en</strong>, zoals die rond de<br />
misviering <strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> <strong>van</strong> het kloosterlev<strong>en</strong>. Het is belangrijk bij dit vele materiaal<br />
de grote lijn steeds in het oog te houd<strong>en</strong>: vrijheid teg<strong>en</strong>over dwang, teg<strong>en</strong>over<br />
m<strong>en</strong>selijke regels die als goddelijke wett<strong>en</strong> de m<strong>en</strong>s weer e<strong>en</strong> angstig gewet<strong>en</strong><br />
bezorg<strong>en</strong>. Natuurlijk moet er e<strong>en</strong> ord<strong>en</strong>ing zijn <strong>van</strong> het lev<strong>en</strong> in kerk <strong>en</strong> wereld, maar<br />
46
47<br />
Gods liefde gaat niet op <strong>en</strong> neer met ons al of niet houd<strong>en</strong> <strong>van</strong> gebod<strong>en</strong>, zelfs niet<br />
<strong>van</strong> Zijn gebod<strong>en</strong>. Zelfs Zijn toorn over ons fal<strong>en</strong> of over onze laksheid komt uit Zijn<br />
liefde voort. Hij rechtvaardigt in Christus niet de aardige, brave m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> alle<strong>en</strong>, maar<br />
de goddeloz<strong>en</strong>.<br />
Dit ademb<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de gesch<strong>en</strong>k zal ons op het spoor zett<strong>en</strong> om voor de ander zo te zijn<br />
als God in Christus voor ons is. Omdat wij zijn zoals we zijn, moet<strong>en</strong> wij daartoe<br />
word<strong>en</strong> aangespoord, is er 'ethiek' nodig; het gaat niet <strong>van</strong>zelf. Maar dat doet aan het<br />
principe niets af. Nerg<strong>en</strong>s is dat zo duidelijk <strong>door</strong> Luther gesteld als in de<br />
dubbelstelling in 'Over de vrijheid <strong>van</strong> e<strong>en</strong> christ<strong>en</strong>m<strong>en</strong>s': e<strong>en</strong> christ<strong>en</strong> is in vrijheid<br />
heer <strong>van</strong> alles <strong>en</strong> niemands knecht <strong>en</strong> tegelijk knecht <strong>van</strong> alle ding<strong>en</strong> <strong>en</strong> ieders<br />
onderdaan.<br />
De briev<strong>en</strong> <strong>van</strong> Paulus bracht<strong>en</strong> de Reformator<strong>en</strong> tot hun kijk op de m<strong>en</strong>s. Bij de<br />
laatste woord<strong>en</strong> <strong>van</strong> de Augsburgse Confessie valt het iuxta scripturas op: 'naar de<br />
Schrift<strong>en</strong>'. Daar zit de ruimte <strong>en</strong> de begr<strong>en</strong>zing <strong>van</strong> de gehele reformatie in: de<br />
teg<strong>en</strong>standers zull<strong>en</strong> met goede argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> <strong>en</strong> die argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />
uiteindelijk alle<strong>en</strong> Schriftuurlijke argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn in de ding<strong>en</strong> waar het werkelijk om<br />
gaat.<br />
Vertaling.<br />
De Augsburgse Confessie is voor deze uitgave opnieuw vertaald <strong>en</strong> wel uit het Latijn.<br />
Dat levert e<strong>en</strong> aantal verschill<strong>en</strong> op met de Nederlandse vertaling <strong>van</strong> 1953 <strong>van</strong> de<br />
hand <strong>van</strong> prof. dr. P. Bo<strong>en</strong>dermaker, de tot nu toe beschikbare vertaling, die de Duitse<br />
versie volgt. Hoewel de Confessie zeker eerst in het Latijn geschrev<strong>en</strong> is, zijn de<br />
Duitse <strong>en</strong> de Latijnse versie in dezelfde tijd, juni 1530, vastgesteld. Ze zull<strong>en</strong> to<strong>en</strong> als<br />
niet zeer verschill<strong>en</strong>d ervar<strong>en</strong> zijn.<br />
Voor ons is het verrass<strong>en</strong>d om te zi<strong>en</strong>, dat bij voorbeeld artikel 5 in de Duitse versie<br />
de titel 'predikambt' <strong>en</strong> de Latijnse versie 'kerkelijk ambt' (ministerium ecclesiasticum)<br />
krijgt. Zo kan e<strong>en</strong> vergelijking <strong>van</strong> beide versies interessant zijn <strong>en</strong> leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> beter<br />
inzicht in de tekst <strong>van</strong> de Augsburgse Confessie.<br />
B. ONVERANDERD of VERANDERD<br />
Onze kerk heet <strong>van</strong> oudsher niet naar Luther, maar naar de Augsburgse Confessie, <strong>en</strong><br />
wel de 'onveranderde' ('Invariata'). Want in 1540 br<strong>en</strong>gt Melanchthon, in 1530 de<br />
auteur <strong>van</strong> de Augsburgse Confessie, wijziging<strong>en</strong> aan in e<strong>en</strong> aantal artikel<strong>en</strong>, zodat er<br />
<strong>van</strong>af die tijd ook e<strong>en</strong> 'Confessio Augustana Variata' ('veranderde') bestaat. T<strong>en</strong><br />
behoeve <strong>van</strong> weer e<strong>en</strong> godsdi<strong>en</strong>stgesprek werd<strong>en</strong> die herzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> aangebracht. Dit<br />
gebeurde mede met het oog op Calvijn, met wie Melanchthon in 1539 k<strong>en</strong>nis had<br />
gemaakt. Ze kond<strong>en</strong> het goed met elkaar vind<strong>en</strong>. Overig<strong>en</strong>s heeft ook Luther ge<strong>en</strong><br />
bezwaar aangetek<strong>en</strong>d teg<strong>en</strong> de formulering<strong>en</strong> <strong>van</strong> de veranderde Augsburgse<br />
Confessie. Blijkbaar was er e<strong>en</strong> zekere vrijheid, waar<strong>door</strong> ook andere formulering<strong>en</strong><br />
mogelijk war<strong>en</strong>.<br />
Toch was er e<strong>en</strong> drietal punt<strong>en</strong>, waarop Melanchthon zijn eig<strong>en</strong> acc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> legde:<br />
1. de leer <strong>van</strong> het synergisme. Dat wil zegg<strong>en</strong>: de m<strong>en</strong>selijke wil werkt mee bij<br />
het verkrijg<strong>en</strong> <strong>van</strong> de Goddelijke g<strong>en</strong>ade.<br />
Luther daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> had altijd de nadruk gelegd op de soevereiniteit <strong>van</strong> Gods<br />
handel<strong>en</strong>: de m<strong>en</strong>s kan niets aan Gods heil af- of toedo<strong>en</strong>. De m<strong>en</strong>s kan dat<br />
niet <strong>en</strong> hoeft dat ook niet. De m<strong>en</strong>s is daarmee bevrijd <strong>van</strong> elke dwang <strong>en</strong> angst<br />
om het heil te beërv<strong>en</strong>. Het wordt de m<strong>en</strong>s om niet gegev<strong>en</strong>.
48<br />
Melanchthon nu wil Gods overmacht niet ontk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, maar wil toch e<strong>en</strong><br />
grotere plaats inruim<strong>en</strong> voor de wil <strong>en</strong> mogelijkhed<strong>en</strong> <strong>van</strong> de m<strong>en</strong>s.<br />
2. De leer <strong>van</strong> de noodzakelijkheid <strong>van</strong> de goede werk<strong>en</strong>.<br />
Ook Luther legde zeer grote nadruk op de goede werk<strong>en</strong>. 'Ik wil de<br />
geschied<strong>en</strong>is ingaan als "doctor der goede werk<strong>en</strong>"' zei Luther. Goede werk<strong>en</strong>,<br />
die voortkom<strong>en</strong> uit het geloof. Goede werk<strong>en</strong>, die vrucht zijn <strong>van</strong> de<br />
rechtvaardiging <strong>van</strong> Godswege. Goede werk<strong>en</strong> <strong>door</strong> de m<strong>en</strong>s, omdat God zo'n<br />
geweldig groot <strong>en</strong> goed werk aan de m<strong>en</strong>s heeft gedaan. Daarmee keerde<br />
Luther zich teg<strong>en</strong> goede werk<strong>en</strong>, die voorwaarde war<strong>en</strong> voor de m<strong>en</strong>s om ooit<br />
tot het heil te gerak<strong>en</strong>. Alsof de m<strong>en</strong>s ooit g<strong>en</strong>oeg goede werk<strong>en</strong> zou kunn<strong>en</strong><br />
do<strong>en</strong> om z'n schuld te betal<strong>en</strong>.<br />
Melanchthon nu neigt ertoe, om de goede werk<strong>en</strong> toch wel op e<strong>en</strong> of andere<br />
manier mee te lat<strong>en</strong> tell<strong>en</strong> als (noodzakelijke) prestatie, zij het dan op grond<br />
<strong>van</strong> de <strong>door</strong> God geschonk<strong>en</strong> g<strong>en</strong>ade.<br />
3. De leer <strong>van</strong> het Avondmaal. E<strong>en</strong> der conflictpunt<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> Luther <strong>en</strong> Zwingli<br />
was de visie op het Avondmaal: of <strong>en</strong> hoe Christus aanwezig was. Luther:<br />
Christus is werkelijk aanwezig, onder gedaante <strong>van</strong> brood <strong>en</strong> wijn.<br />
Zwingli zei: nee, het is slechts symbolisch, het Avondmaal verwijst naar wat<br />
Christus indertijd voor ons heeft gedaan.<br />
Ook Calvijn belijdt de werkelijke teg<strong>en</strong>woordigheid <strong>van</strong> Christus bij het<br />
Avondmaal. Maar tegelijkertijd wil hij het geheim <strong>van</strong> Christus' verhoging ter<br />
rechterhand <strong>van</strong> God eerbiedig<strong>en</strong>. Daarom leert hij, dat wij de geme<strong>en</strong>schap<br />
met Christus deelachtig word<strong>en</strong> <strong>door</strong> de Heilige Geest in het geloof. Zonder<br />
het geloof kan Christus niet ont<strong>van</strong>g<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Daarbij dreigt het gevaar, dat<br />
het geloof e<strong>en</strong> creatieve factor wordt, die bepal<strong>en</strong> zal, of de m<strong>en</strong>s Christus<br />
ont<strong>van</strong>gt of niet.<br />
Melanchthon geeft in de tekst <strong>van</strong> de veranderde Augsburgse Confessie ruimte<br />
voor e<strong>en</strong> interpretatie naar Calvijns ideeën.<br />
De onveranderde Augsburgse Confessie zegt in artikel 10: '... dat lichaam <strong>en</strong><br />
bloed <strong>van</strong> Christus waarlijk aanwezig zijn <strong>en</strong> uitgedeeld word<strong>en</strong> in de maaltijd<br />
<strong>van</strong> de Heer...' (latijn: ... vere adsint et distribuantur).<br />
De veranderde Augsburgse Confessie (1540) heeft hier: '... dat met brood <strong>en</strong><br />
wijn waarlijk word<strong>en</strong> aangebod<strong>en</strong> het lichaam <strong>en</strong> bloed <strong>van</strong> Christus aan h<strong>en</strong><br />
die et<strong>en</strong> in de maaltijd <strong>van</strong> de Heere' (Latijn: ... cum pane et vino vere<br />
exhibeantur ... ).<br />
Het verschil zit in het ont<strong>van</strong>g<strong>en</strong> <strong>en</strong> aanbied<strong>en</strong>. In de oorspronkelijke tekst<br />
staat, dat ieder die brood <strong>en</strong> wijn ont<strong>van</strong>gt, Christus Zelf ont<strong>van</strong>gt. Ongeacht<br />
de vroomheid of ongelovigheid <strong>van</strong> de ont<strong>van</strong>ger. Zeker, de ongelovige kan op<br />
e<strong>en</strong> verkeerde manier met de <strong>door</strong> hem ont<strong>van</strong>g<strong>en</strong> Christus omgaan. En pas het<br />
geloof maakt de ont<strong>van</strong>gst zinvol <strong>en</strong> heilzaam. Maar <strong>van</strong>wege dat 'risico'<br />
onttrekt Christus zich niet aan zijn aanwezigheid in deze wereld, <strong>en</strong> dus ook<br />
niet aan brood <strong>en</strong> wijn. Integ<strong>en</strong>deel, Christus is juist gekom<strong>en</strong> om de<br />
goddeloze te rechtvaardig<strong>en</strong>. Ook zij die niet gelov<strong>en</strong> ont<strong>van</strong>g<strong>en</strong> dus<br />
waarachtig Christus.<br />
Het 'aanbied<strong>en</strong>' in veranderde tekst <strong>van</strong> 1540 maakt brood <strong>en</strong> wijn los <strong>van</strong><br />
Christus ('met brood <strong>en</strong> wijn') <strong>en</strong> laat zo ook ruimte voor de mogelijkheid om<br />
Christus niet te ont<strong>van</strong>g<strong>en</strong>. Zij, die niet gelov<strong>en</strong>, ont<strong>van</strong>g<strong>en</strong> dan wel de<br />
uiterlijke tek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>van</strong> brood <strong>en</strong> wijn, maar niet Christus Zélf.
49<br />
Er zit e<strong>en</strong> zekere tragiek in wat Melanchthon in de tekst<strong>en</strong> <strong>van</strong> 1530 <strong>en</strong> die <strong>van</strong> 1540<br />
gepoogd heeft. De zorg om de e<strong>en</strong>heid in de kerk te bewar<strong>en</strong> was groot bij<br />
Melanchthon. Hij heeft in 1530 dan ook zo min mogelijk will<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong>, wat de<br />
Rooms-katholieke theolog<strong>en</strong> aanleiding zou kunn<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> tot protest.<br />
Melanchthons formulering 'dat Christus' ware lichaam <strong>en</strong> bloed waarachtig onder de<br />
gestalte <strong>van</strong> brood <strong>en</strong> wijn aanwezig zijn' kond<strong>en</strong> de verdedigers <strong>van</strong> de<br />
transsubstantiatieleer niet afwijz<strong>en</strong>. Melanchthon zweeg over Luthers verzet teg<strong>en</strong> de<br />
wez<strong>en</strong>sverandering <strong>van</strong> brood <strong>en</strong> wijn. De poging<strong>en</strong> om Lutheran<strong>en</strong> <strong>en</strong> katholiek<strong>en</strong> op<br />
één noemer te krijg<strong>en</strong>, betek<strong>en</strong>de echter e<strong>en</strong> bijna definitieve verwijdering met de<br />
Zwinglian<strong>en</strong>. In de Augsburgse Confessie werd immers 'de teg<strong>en</strong>gestelde leer'<br />
verworp<strong>en</strong>.<br />
In 1540 blijkt, dat e<strong>en</strong> vergelijk met Rome onmogelijk is geword<strong>en</strong>. In de herzi<strong>en</strong>e<br />
tekst <strong>van</strong> dat jaar is de toon teg<strong>en</strong>over Rome dan ook harder geword<strong>en</strong>. Zo wordt het<br />
celibaat nu betiteld als 'barbaarse slavernij <strong>van</strong> Rome' <strong>en</strong> wordt het woord<br />
'veroordel<strong>en</strong>' nu ook gebruikt voor de leer over het vagevuur. Met name t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong><br />
<strong>van</strong> de Avondmaalsopvatting zoekt Melanchthon naar formulering<strong>en</strong>, die t<strong>en</strong>minste de<br />
Reformatorische kerk<strong>en</strong> op één lijn kunn<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Maar ook daarvoor is het dan te<br />
laat. Melanchthons verwoording <strong>van</strong> zijn visie op het Avondmaal komt e<strong>en</strong> heel eind<br />
tegemoet aan de Calvinistische opvatting<strong>en</strong>. Maar de e<strong>en</strong>heid met h<strong>en</strong> blijkt niet<br />
mogelijk, de meeste Lutheran<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> weg. En Melanchthon komt<br />
tuss<strong>en</strong> Witt<strong>en</strong>berg <strong>en</strong> G<strong>en</strong>ève in te staan. Tot aan zijn dood in 1560 weigert hij zich uit<br />
te sprek<strong>en</strong> in de soms hoog oplaai<strong>en</strong>de teg<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong> over het Avondmaal tuss<strong>en</strong> h<strong>en</strong><br />
die zich de 'echte' Lutheran<strong>en</strong> noem<strong>en</strong> (gnesio-Lutheran<strong>en</strong>) <strong>en</strong> aanhangers <strong>van</strong><br />
Melanchthons visie (Philippist<strong>en</strong>, <strong>door</strong> teg<strong>en</strong>standers ook wel crypto-Calvinist<strong>en</strong><br />
g<strong>en</strong>oemd).<br />
In het Formulier <strong>van</strong> E<strong>en</strong>dracht (Formula Concordiae) is gekoz<strong>en</strong> voor de eerste (<strong>en</strong><br />
gezi<strong>en</strong> de verandering<strong>en</strong> <strong>van</strong> 1540) onveranderde Augsburgse Confessie <strong>van</strong> 1530.<br />
De Lutherse geme<strong>en</strong>te <strong>van</strong> Antwerp<strong>en</strong> (1566) <strong>en</strong> daarna die in de andere gebied<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />
de Nederland<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> gekoz<strong>en</strong> voor de oorspronkelijke versie. Vandaar dat op<br />
m<strong>en</strong>ig geme<strong>en</strong>tezegel te lez<strong>en</strong> is: Conf(essio) Aug(ustana) Inv(ariata), oftewel:<br />
toegedaan de onveranderde Augsburgse Confessie.<br />
Zie website: E<strong>van</strong>gelisch Lutherse Geme<strong>en</strong>te Stadskanaal
6. DE AUGSBURGSE CONFESSIE<br />
DE VOORREDE VOOR DE AUGSBURGSE GELOOFSBELIJDENIS 4<br />
<strong>door</strong> Gregorius Brück 1530<br />
Aller<strong>door</strong>luchtigste, grootmachtigste, onoverwinnelijkste keizer, allerg<strong>en</strong>adigste heer.<br />
To<strong>en</strong> uwe keizerlijke Majesteit kortgeled<strong>en</strong> e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e Rijksdag hier te Augsburg<br />
g<strong>en</strong>adiglijk uitgeschrev<strong>en</strong> had, met de mededeling <strong>van</strong> 'uw ernstig verlang<strong>en</strong> om over<br />
zak<strong>en</strong>, de erfvijand <strong>van</strong> ons <strong>en</strong> <strong>van</strong> de Christ<strong>en</strong>naam, nl. de Turk, betreff<strong>en</strong>d, <strong>en</strong> hoe<br />
hem met duurzame hulp krachtig te weerstaan, <strong>en</strong> ook hoe aangaande de tweespalt in<br />
het heilig geloof <strong>en</strong> de Christelijke religie gehandeld moet word<strong>en</strong>, te beraadslag<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
te bevorder<strong>en</strong>; <strong>en</strong> ieders overtuiging, opvatting <strong>en</strong> m<strong>en</strong>ing onder onszelf in liefde <strong>en</strong><br />
goedheid aan te hor<strong>en</strong>, te verstaan <strong>en</strong> te overweg<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dan tot één <strong>en</strong>ige Christelijke<br />
waarheid te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>en</strong> met elkaar in overe<strong>en</strong>stemming te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>; alle ding<strong>en</strong>, die<br />
aan beide kant<strong>en</strong> niet goed uitgelegd of gedaan zijn, in orde te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>en</strong> te mak<strong>en</strong>,<br />
dat <strong>door</strong> ons all<strong>en</strong> één <strong>en</strong>ige <strong>en</strong> ware religie worde aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> <strong>en</strong> zoals<br />
wij all<strong>en</strong> onder één Christus staan <strong>en</strong> strijd<strong>en</strong>, zo ook all<strong>en</strong> in één geme<strong>en</strong>schap, Kerk<br />
<strong>en</strong> e<strong>en</strong>heid lev<strong>en</strong>', 5 hebb<strong>en</strong> wij, de hieronder g<strong>en</strong>oemde keurvorst <strong>en</strong> vorst<strong>en</strong>, met onze<br />
verwant<strong>en</strong>, ev<strong>en</strong>als andere keurvorst<strong>en</strong>, vorst<strong>en</strong> <strong>en</strong> St<strong>en</strong>d<strong>en</strong> hiertoe opgeroep<strong>en</strong>, ons<br />
dermate opgemaakt dat wij - niet om ons hier te beroem<strong>en</strong> - terstond hierhe<strong>en</strong> zijn<br />
gekom<strong>en</strong>.<br />
En to<strong>en</strong> dan ook uwe keizerlijke Majesteit tot onderdanigste voldo<strong>en</strong>ing aan haar<br />
oproep, <strong>en</strong> daarmede in overe<strong>en</strong>stemming, wat deze zaak, het geloof, aangaat <strong>van</strong><br />
keurvorst<strong>en</strong>, vorst<strong>en</strong> <strong>en</strong> St<strong>en</strong>d<strong>en</strong> tezam<strong>en</strong> g<strong>en</strong>adiglijk <strong>en</strong> met alle aandrang <strong>en</strong> ernstig<br />
begeerd heeft, dat e<strong>en</strong> ieder, kracht<strong>en</strong>s g<strong>en</strong>oemde oproep, zijn overtuiging, opvatting<br />
<strong>en</strong> m<strong>en</strong>ing over die dwaling<strong>en</strong>, twist<strong>en</strong> <strong>en</strong> misbruik<strong>en</strong> <strong>en</strong>z. in het Duits <strong>en</strong> Latijn op<br />
schrift zou stell<strong>en</strong> <strong>en</strong> indi<strong>en</strong><strong>en</strong>; daarop dan, na g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> bed<strong>en</strong>king<strong>en</strong> <strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong><br />
raad is aan aan uw keizerlijke Majesteit laatsled<strong>en</strong> wo<strong>en</strong>sdag (22 juni), voorgesteld,<br />
dat wij voor ons deel het onze, kracht<strong>en</strong>s uwer keizerlijke Majesteits voorstel in het<br />
Duits <strong>en</strong> Latijn hed<strong>en</strong>, vrijdag (24 juni), zoud<strong>en</strong> indi<strong>en</strong><strong>en</strong>. Hierom <strong>en</strong> uit onderdanigste<br />
gehoorzaamheid aan uwe keizerlijke Majesteit bied<strong>en</strong> wij aan <strong>en</strong> gev<strong>en</strong> wij over de<br />
Belijd<strong>en</strong>is <strong>van</strong> onze geestelijk<strong>en</strong>, predikers <strong>en</strong> hun leer <strong>van</strong> ons geloof, wat <strong>en</strong> hoe zij<br />
op grond <strong>van</strong> de goddelijke heilige Schrift in onze land<strong>en</strong>, vorst<strong>en</strong>domm<strong>en</strong>,<br />
heerschappij<strong>en</strong>, sted<strong>en</strong> <strong>en</strong> gebied<strong>en</strong> predik<strong>en</strong>, ler<strong>en</strong>, gelov<strong>en</strong> <strong>en</strong> onder richt<strong>en</strong>.<br />
En wij zijn jeg<strong>en</strong>s uwe keizerlijke Majesteit, onze allerg<strong>en</strong>adigste Heer, in alle<br />
onderdanigheid bereid, indi<strong>en</strong> de andere keurvorst<strong>en</strong>, vorst<strong>en</strong> <strong>en</strong> St<strong>en</strong>d<strong>en</strong> thans ook<br />
e<strong>en</strong> dergelijke schriftelijke indi<strong>en</strong>ing in twee tal<strong>en</strong> <strong>van</strong> hun m<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> opvatting in het<br />
Latijn <strong>en</strong> Duits zull<strong>en</strong> do<strong>en</strong>, met u <strong>en</strong> h<strong>en</strong> gaarne over pass<strong>en</strong>de, redelijke weg<strong>en</strong> te<br />
sprek<strong>en</strong> om die, voorzoveel naar billijkheid mogelijk, met elkaar in overe<strong>en</strong>stemming<br />
te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, opdat het schriftelijk ingedi<strong>en</strong>de <strong>van</strong> ons, als partij<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de strijd tuss<strong>en</strong><br />
ons in liefde <strong>en</strong> vri<strong>en</strong>delijkheid behandeld <strong>en</strong> die twist<strong>en</strong> tot één <strong>en</strong>ige, ware religie,<br />
'gelijk wij all<strong>en</strong> onder één Christus staan <strong>en</strong> strijd<strong>en</strong> <strong>en</strong> Christus belijd<strong>en</strong> moet<strong>en</strong>', alles<br />
naar luid <strong>van</strong>, meergemelde oproep <strong>van</strong> uwe keizerlijke Majesteit, <strong>en</strong> naar goddelijke<br />
4 Voor deze tekst zie: Die Bek<strong>en</strong>ntnisschrift<strong>en</strong> der E<strong>van</strong>gelisch-Lutherisch<strong>en</strong> Kirche, 1930. Corpus<br />
Reformatorum II, no. 739 A <strong>en</strong> B, 130-139.<br />
5 Letterlijk citaat uit de beschrijvingsbrief <strong>van</strong> de keizer tot de rijksdag.<br />
50
51<br />
waarheid geleid mog<strong>en</strong> word<strong>en</strong>; gelijk wij dan ook God, de Almachtige met de<br />
hoogste deemoed will<strong>en</strong> aanroep<strong>en</strong> <strong>en</strong> bidd<strong>en</strong>, Zijn goddelijke g<strong>en</strong>ade daartoe te<br />
verl<strong>en</strong><strong>en</strong>. Am<strong>en</strong>!<br />
Indi<strong>en</strong> echter bij onze Her<strong>en</strong>, vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> bijzonder<strong>en</strong>, de keurvorst<strong>en</strong>, vorst<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
St<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>van</strong> de andere partij, deze gang <strong>van</strong> zak<strong>en</strong>, zoals uwer keizerlijke Majesteits<br />
oproep bedoelt - pass<strong>en</strong>de behandeling onder elkaar in liefde <strong>en</strong> vri<strong>en</strong>delijkheid - niet<br />
welkom noch nuttig zijn mocht, zal het toch bij ons aan niets ontbrek<strong>en</strong>, dat met God<br />
<strong>en</strong> e<strong>en</strong> goed gewet<strong>en</strong> di<strong>en</strong>stig kan zijn tot de Christelijke e<strong>en</strong>heid; zoals uwe<br />
keizerlijke Majesteit, ook onze g<strong>en</strong>oemde vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong>, de keurvorst<strong>en</strong>, vorst<strong>en</strong>, St<strong>en</strong>d<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ieder, die de Christelijke religie liefheeft, <strong>en</strong> op wi<strong>en</strong>s weg deze ding<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>,<br />
uit de hierna volg<strong>en</strong>de Belijd<strong>en</strong>is <strong>van</strong> ons <strong>en</strong> de onz<strong>en</strong>, g<strong>en</strong>adig, in vri<strong>en</strong>dschap <strong>en</strong><br />
g<strong>en</strong>oegzaam vernem<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong>.<br />
Nadat dan uw keizerlijke Majesteit vroeger aan keurvorst<strong>en</strong>, vorst<strong>en</strong> <strong>en</strong> St<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />
het rijk g<strong>en</strong>adig te verstaan heeft gegev<strong>en</strong>, in het bijzonder <strong>door</strong> e<strong>en</strong> op<strong>en</strong>lijk<br />
voorgelez<strong>en</strong> instructie op de Rijksdag, in 1526 te Spiers gehoud<strong>en</strong>, dat uwe keizerlijke<br />
Majesteit ter zake <strong>van</strong> ons heilig geloof niet <strong>van</strong> plan was e<strong>en</strong> besluit te nem<strong>en</strong>, maar<br />
om red<strong>en</strong><strong>en</strong>, die daarbij zijn opgegev<strong>en</strong>, bij de paus met aandrang om e<strong>en</strong> concilie<br />
wilde aanhoud<strong>en</strong>; <strong>en</strong> e<strong>en</strong> jaar geled<strong>en</strong>, op de laatste Rijksdag te Spiers, <strong>door</strong> e<strong>en</strong><br />
schriftelijke instructie aan de keurvorst<strong>en</strong>, vorst<strong>en</strong> <strong>en</strong> St<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>van</strong> het Rijk <strong>door</strong> uwer<br />
keizerlijke Majesteits stadhouder in het rijk, de koning <strong>van</strong> Hongarije <strong>en</strong> Bohem<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong>z., met uwer keizerlijke Majesteits orator <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong>, onder meer hebt lat<strong>en</strong><br />
voordrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> mededel<strong>en</strong>, dat uwe keizerlijke Majesteit, haar stadhouder,<br />
plaatsver<strong>van</strong>ger <strong>en</strong> de rad<strong>en</strong> <strong>van</strong> de keizerlijke regering, ook de boodschappers <strong>van</strong> de<br />
afwezige keurvorst<strong>en</strong>, vorst<strong>en</strong> <strong>en</strong> stand<strong>en</strong>, die op de te Reg<strong>en</strong>sburg uitgeschrev<strong>en</strong><br />
Rijksdag (1528) bije<strong>en</strong> zijn geweest, over het voorstel tot e<strong>en</strong> concilie hebb<strong>en</strong><br />
nagedacht <strong>en</strong> dit te verwez<strong>en</strong>lijk<strong>en</strong> ook vruchtbaar geacht hebb<strong>en</strong>; <strong>en</strong> omdat tuss<strong>en</strong><br />
uwe keizerlijke Majesteit <strong>en</strong> de paus de zak<strong>en</strong> zich tot e<strong>en</strong> goed <strong>en</strong> Christelijk<br />
wederzijds verstaan schikt<strong>en</strong>, zodat uwe keizerlijke Majesteit zeker kon zijn, dat e<strong>en</strong><br />
g<strong>en</strong>eraal concilie <strong>door</strong> de paus niet geweigerd zou word<strong>en</strong>, zo mocht uwer keizerlijke<br />
Majesteits bereidverklaring zijn om te bevorder<strong>en</strong> <strong>en</strong> te mak<strong>en</strong>, dat de paus zulk e<strong>en</strong><br />
g<strong>en</strong>eraal concilie met uwe keizerlijke Majesteit zo spoedig mogelijk zou will<strong>en</strong><br />
uitschrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> dit ge<strong>en</strong> uitstel zou lijd<strong>en</strong>.<br />
Zo verklar<strong>en</strong> wij ons jeg<strong>en</strong>s uwe keizerlijke Majesteit hiermede in alle onderdanigheid<br />
<strong>en</strong> t<strong>en</strong> overvloede, in het g<strong>en</strong>oemde geval bereid tot zulk e<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong>, vrij,<br />
Christelijk concilie, waartoe op alle Rijksdag<strong>en</strong>, die uwe keizerlijke Majesteit<br />
gedur<strong>en</strong>de haar regering in het rijk hebt gehoud<strong>en</strong>, <strong>door</strong> keurvorst<strong>en</strong>, vorst<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
St<strong>en</strong>d<strong>en</strong> uit hoge <strong>en</strong> edele motiev<strong>en</strong> is beslot<strong>en</strong>, <strong>en</strong> waarop wij met uwe keizerlijke<br />
Majesteit ons weg<strong>en</strong>s deze hoogst belangrijke zak<strong>en</strong> op wettige wijze <strong>en</strong> vorm te<br />
goeder tijd hebb<strong>en</strong> beroep<strong>en</strong> <strong>en</strong> geappelleerd. 6<br />
Hieraan houd<strong>en</strong> wij ons <strong>en</strong> lat<strong>en</strong> ons daar<strong>van</strong> <strong>door</strong> deze of volg<strong>en</strong>de handeling<strong>en</strong><br />
(t<strong>en</strong>zij deze strijd eindelijk in liefde <strong>en</strong> vri<strong>en</strong>delijkheid, naar luid <strong>van</strong> uwer keizerlijke<br />
Majesteits oproep, gehoord, overwog<strong>en</strong>, bijgelegd <strong>en</strong> tot Christelijke e<strong>en</strong>heid gebracht<br />
wordt) niet afbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Dit getuig<strong>en</strong> <strong>en</strong> verklar<strong>en</strong> wij hiermede op<strong>en</strong>lijk.<br />
En dit is de Belijd<strong>en</strong>is <strong>van</strong> ons <strong>en</strong> de onz<strong>en</strong>, zoals zij artikelsgewijze hierna volgt.<br />
6 Het protest <strong>van</strong> Spiers 1529.
De ondertek<strong>en</strong>aars war<strong>en</strong> in de eerste uitgave:<br />
Johann, hertog <strong>van</strong> Saks<strong>en</strong>, keurvorst.<br />
Georg, markgraaf <strong>van</strong> Brand<strong>en</strong>burg.<br />
Ernst, hertog <strong>van</strong> Brunswijk <strong>en</strong> Lünburg.<br />
Philipp, landgraaf <strong>van</strong> Hess<strong>en</strong>.<br />
Hans Friedrich, hertog <strong>van</strong> Saks<strong>en</strong>.<br />
Franz, hertog <strong>van</strong> Lünburg.<br />
Wolf, vorst <strong>van</strong> Arnhalt.<br />
Burgemeesters <strong>en</strong> rad<strong>en</strong> <strong>van</strong> Neur<strong>en</strong>berg.<br />
Burgemeesters <strong>en</strong> rad<strong>en</strong> <strong>van</strong> Reutling<strong>en</strong>.<br />
DE VOORNAAMSTE GELOOFS ARTIKELEN<br />
I. Over God<br />
Bij ons wordt in grote overe<strong>en</strong>stemming met de kerk geleerd, dat de uitspraak <strong>van</strong> het<br />
concilie <strong>van</strong> Nicea l), dat God in Wez<strong>en</strong> één is <strong>en</strong> dat er drie Person<strong>en</strong> zijn, waar is <strong>en</strong><br />
zonder <strong>en</strong>ige twijfel geloofd moet word<strong>en</strong>. Die uitspraak houdt in, dat er één goddelijk<br />
Wez<strong>en</strong> is, dat bestaat <strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd wordt: eeuwige, onlichamelijke, ondeelbare God,<br />
onmetelijke macht, wijsheid, goedheid, Schepper <strong>en</strong> Bewaarder <strong>van</strong> alle ding<strong>en</strong>,<br />
zichtbare <strong>en</strong> onzichtbare. En toch zijn er drie Person<strong>en</strong>, in wez<strong>en</strong> gelijk, met dezelfde<br />
macht <strong>en</strong> eeuwigheid: de Vader, de Zoon <strong>en</strong> de Heilige Geest.<br />
Het woord 'Person<strong>en</strong>' wordt hier gebruikt in die betek<strong>en</strong>is, waarin de Kerkvaders het<br />
in deze kwestie gebruik<strong>en</strong>. Het betek<strong>en</strong>t niet e<strong>en</strong> deel of e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong>schap <strong>van</strong> iemand,<br />
maar iets dat op zichzelf bestaat.<br />
Vervloekt word<strong>en</strong> alle ketterij<strong>en</strong>, die teg<strong>en</strong> dit artikel te voorschijn gekom<strong>en</strong> zijn,<br />
zoals de Manicheeën2), die <strong>van</strong> twee god<strong>en</strong> uitgaan, e<strong>en</strong> goede <strong>en</strong> e<strong>en</strong> kwade;<br />
hetzelfde geldt voor de Val<strong>en</strong>tinian<strong>en</strong>3), de Arian<strong>en</strong>4), de Eunomian<strong>en</strong>5), de<br />
Mohammedan<strong>en</strong>6) <strong>en</strong> alle vergelijkbare groep<strong>en</strong>. Ook word<strong>en</strong> de Samosat<strong>en</strong>7)<br />
vervloekt, de oud<strong>en</strong> <strong>en</strong> de nieuw<strong>en</strong>, die bewer<strong>en</strong> dat er slechts één Persoon is.<br />
Zij red<strong>en</strong>er<strong>en</strong> over het Woord <strong>en</strong> de Heilige Geest listig <strong>en</strong> goddeloos, dat het ge<strong>en</strong> op<br />
zichzelf staande Person<strong>en</strong> zijn, maar dat het 'Woord' het gesprok<strong>en</strong> woord betek<strong>en</strong>t, <strong>en</strong><br />
dat de 'Geest' de beweging in de schepping veroorzaakt8).<br />
II. Over de erfzonde.<br />
Er wordt ook geleerd, dat na de zondeval <strong>van</strong> Adam alle m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, die volg<strong>en</strong>s de<br />
natuur verwekt zijn, met zonde gebor<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Dat betek<strong>en</strong>t: zonder ontzag voor<br />
God, zonder vertrouw<strong>en</strong> op God, <strong>en</strong> met slechte begeerte. Deze ziekte of erfzonde is<br />
werkelijk e<strong>en</strong> zonde, die dieg<strong>en</strong><strong>en</strong>, die niet opnieuw gebor<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>door</strong> de Doop <strong>en</strong><br />
de Heilige Geest, tot verderf <strong>en</strong> de eeuwige dood br<strong>en</strong>gt.<br />
Vervloekt word<strong>en</strong> de Pelagian<strong>en</strong> 9) <strong>en</strong> ander<strong>en</strong> 10), die ontk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> dat de erfzonde e<strong>en</strong><br />
zonde is, zodat zij de eer <strong>van</strong> de verdi<strong>en</strong>ste <strong>en</strong> de weldad<strong>en</strong> <strong>van</strong> Christus verklein<strong>en</strong>.<br />
Zij bewer<strong>en</strong> dat de m<strong>en</strong>s zich <strong>door</strong> eig<strong>en</strong> kracht<strong>en</strong> <strong>van</strong> het verstand kan rechtvaardig<strong>en</strong><br />
teg<strong>en</strong>over God.<br />
52
53<br />
III. Over de Zoon <strong>van</strong> God<br />
Er wordt ook geleerd dat het Woord, dat is: Gods Zoon, de m<strong>en</strong>selijke natuur aannam<br />
in de schoot <strong>van</strong> de gezeg<strong>en</strong>de maagd Maria, zodat twee natur<strong>en</strong>, de Goddelijke <strong>en</strong> de<br />
m<strong>en</strong>selijke, in de e<strong>en</strong>heid <strong>van</strong> één Persoon onlosmakelijk verbond<strong>en</strong> zijn. Er is één<br />
Christus, waarlijk God <strong>en</strong> waarlijk m<strong>en</strong>s, gebor<strong>en</strong> uit de maagd Maria, die waarlijk<br />
heeft geled<strong>en</strong>, die gekruisigd, gestorv<strong>en</strong> <strong>en</strong> begrav<strong>en</strong> is, opdat hij de Vader met ons<br />
verzo<strong>en</strong>de. Hij was niet alle<strong>en</strong> het offer voor de erfzonde, maar ook voor alle<br />
daadwerkelijk begane zond<strong>en</strong> <strong>van</strong> de m<strong>en</strong>s. Diezelfde Christus daalde af in de hel <strong>en</strong><br />
stond waarlijk op, op de derde dag; vervolg<strong>en</strong>s steeg hij op naar de hemel, opdat hij<br />
aan de rechterzijde <strong>van</strong> de Vader zou zitt<strong>en</strong>, <strong>en</strong> eeuwig zou reger<strong>en</strong> <strong>en</strong> heers<strong>en</strong> over<br />
alle schepsel<strong>en</strong>. Hij zal deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die in hem gelov<strong>en</strong> heilig<strong>en</strong>, <strong>door</strong> in hun hart de<br />
Heilige Geest te z<strong>en</strong>d<strong>en</strong>, die h<strong>en</strong> regeert, troost <strong>en</strong> lev<strong>en</strong>d maakt, <strong>en</strong> h<strong>en</strong> beschermt<br />
teg<strong>en</strong> de duivel <strong>en</strong> de kracht <strong>van</strong> de zonde.<br />
Ook wordt geleerd dat Christus voor ieders og<strong>en</strong> zal terugker<strong>en</strong>, om de lev<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />
dod<strong>en</strong> te oordel<strong>en</strong>, etc., zoals de Apostolische geloofsbelijd<strong>en</strong>is luidt.<br />
IV. Over de rechtvaardiging<br />
Ook wordt geleerd, dat de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zich teg<strong>en</strong>over God niet kunn<strong>en</strong> rechtvaardig<strong>en</strong><br />
<strong>door</strong> hun eig<strong>en</strong> kracht<strong>en</strong>, verdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> of werk<strong>en</strong>, maar dat ze <strong>door</strong> g<strong>en</strong>ade<br />
gerechtvaardigd word<strong>en</strong> <strong>van</strong>wege Christus, <strong>door</strong> het geloof, omdat ze gelov<strong>en</strong> dat ze<br />
uit g<strong>en</strong>ade geaccepteerd word<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat de zond<strong>en</strong> <strong>van</strong>wege Christus vergev<strong>en</strong> word<strong>en</strong>,<br />
die <strong>door</strong> zijn dood g<strong>en</strong>oegdo<strong>en</strong>ing verschafte voor onze zond<strong>en</strong>. Dit geloof ziet God<br />
aan als gerechtigheid teg<strong>en</strong>over hem, Rom. 3 <strong>en</strong> 4, 11).<br />
V. Over het kerkelijk ambt<br />
Om dit geloof te bereik<strong>en</strong> is het ambt ingesteld, dat het E<strong>van</strong>gelie leert <strong>en</strong> de<br />
sacram<strong>en</strong>t<strong>en</strong> uitreikt. Want <strong>door</strong> het woord <strong>en</strong> <strong>door</strong> de sacram<strong>en</strong>t<strong>en</strong> wordt, als <strong>door</strong><br />
werktuig<strong>en</strong>, de Heilige Geest gegev<strong>en</strong>, die, waar <strong>en</strong> wanneer het God behaagt, geloof<br />
bewerkstelligt, in dieg<strong>en</strong><strong>en</strong>, die het E<strong>van</strong>gelie hor<strong>en</strong>. Het E<strong>van</strong>gelie: dat God deg<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
die gelov<strong>en</strong> dat zij <strong>van</strong>wege Christus uit g<strong>en</strong>ade geaccepteerd word<strong>en</strong>, rechtvaardigt,<br />
niet <strong>van</strong>wege eig<strong>en</strong> verdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong>, maar weg<strong>en</strong>s Christus. Galat<strong>en</strong> 3: 'Opdat wij de<br />
belofte <strong>van</strong> de Geest <strong>door</strong> het geloof aannem<strong>en</strong>'.<br />
Vervloekt word<strong>en</strong> de Anabaptist<strong>en</strong> <strong>en</strong> ander<strong>en</strong>, die m<strong>en</strong><strong>en</strong> dat de Heilige Geest de<br />
m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> bereikt zonder het woord <strong>van</strong> buit<strong>en</strong>af, maar <strong>door</strong> eig<strong>en</strong> voorbereiding<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
werk<strong>en</strong>.<br />
VI. Over de nieuwe gehoorzaamheid<br />
Ook wordt geleerd, dat dat geloof goede vrucht<strong>en</strong> moet voortbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>en</strong> de goede<br />
werk<strong>en</strong> die <strong>door</strong> God gebod<strong>en</strong> zijn moet do<strong>en</strong>, naar Gods wil, maar niet in de<br />
overtuiging <strong>door</strong> die werk<strong>en</strong> rechtvaardiging teg<strong>en</strong>over God te verwerv<strong>en</strong>. Want de<br />
vergeving <strong>van</strong> zond<strong>en</strong> <strong>en</strong> de rechtvaardiging word<strong>en</strong> <strong>door</strong> het geloof toegeëig<strong>en</strong>d,<br />
zoals ook Christus bewijst: 'Wanneer jullie al deze ding<strong>en</strong> gedaan hebb<strong>en</strong>, zegt dan:<br />
wij zijn nutteloze slav<strong>en</strong>'. Zo ler<strong>en</strong> ook de Kerkvaders. Ambrosius zegt immers: 'Dit is<br />
<strong>door</strong> God beslot<strong>en</strong>, dat wie in Christus gelooft, gered wordt zonder werk<strong>en</strong>, alle<strong>en</strong><br />
<strong>door</strong> het geloof, <strong>door</strong> uit g<strong>en</strong>ade de vergeving <strong>van</strong> zond<strong>en</strong> te aanvaard<strong>en</strong>.'<br />
VII. Over de Kerk<br />
Ook wordt geleerd, dat er eeuwig één heilige Kerk moet blijv<strong>en</strong>. Want de Kerk is de<br />
geme<strong>en</strong>schap <strong>van</strong> heilig<strong>en</strong>, waarin het E<strong>van</strong>gelie zuiver geleerd wordt, <strong>en</strong> waarin de
54<br />
sacram<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op de juiste wijze word<strong>en</strong> bedi<strong>en</strong>d. En voor de echte e<strong>en</strong>heid <strong>van</strong> de<br />
Kerk is het voldo<strong>en</strong>de wanneer m<strong>en</strong> het e<strong>en</strong>s is over de leer <strong>van</strong> het E<strong>van</strong>gelie <strong>en</strong> over<br />
de bedi<strong>en</strong>ing <strong>van</strong> de sacram<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Het is niet noodzakelijk dat m<strong>en</strong>selijke tradities <strong>en</strong><br />
rit<strong>en</strong> of ceremoniën, die <strong>door</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> ingesteld zijn, overal gelijk zijn, zoals Paulus<br />
zegt: 'Eén geloof, één Doop, één God <strong>en</strong> Vader <strong>van</strong> all<strong>en</strong> etc.'<br />
VIII. Wat is de Kerk?<br />
Hoewel de Kerk eig<strong>en</strong>lijk de vergadering <strong>van</strong> heilig<strong>en</strong> <strong>en</strong> echte gelovig<strong>en</strong> is, is het<br />
toch toegestaan, omdat er zich in dit lev<strong>en</strong> veel hypocriet<strong>en</strong> <strong>en</strong> slecht<strong>en</strong> onder<br />
gem<strong>en</strong>gd hebb<strong>en</strong>, de sacram<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die <strong>door</strong> slechte gelovig<strong>en</strong> bedi<strong>en</strong>d zijn te<br />
ont<strong>van</strong>g<strong>en</strong>. Christus zegt immers: 'De Schriftgeleerd<strong>en</strong> <strong>en</strong> Farizeeën zitt<strong>en</strong> op de stoel<br />
<strong>van</strong> Mozes etc.' De sacram<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> het woord zijn werkzaam omdat Christus ze<br />
ingesteld <strong>en</strong> opgedrag<strong>en</strong> heeft, ook al word<strong>en</strong> ze <strong>door</strong> slecht<strong>en</strong> uitgereikt.<br />
Vervloekt word<strong>en</strong> de Donatist<strong>en</strong> 12) <strong>en</strong> vergelijkbare groep<strong>en</strong>, die ontk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> dat het<br />
toegestaan is <strong>van</strong> de sacram<strong>en</strong>tsbedi<strong>en</strong>ing <strong>door</strong> slechte m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> gebruik te mak<strong>en</strong>, <strong>en</strong><br />
die m<strong>en</strong><strong>en</strong> dat die bedi<strong>en</strong>ing niet werkzaam is.<br />
IX. Over de Doop<br />
Over de Doop wordt geleerd, dat die noodzakelijk is voor het heil, <strong>en</strong> dat <strong>door</strong> de<br />
Doop Gods g<strong>en</strong>ade aangebod<strong>en</strong> wordt.<br />
Ook wordt geleerd dat kinder<strong>en</strong> gedoopt moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dat zij <strong>door</strong> die Doop aan<br />
God aangebod<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>door</strong> Hem in g<strong>en</strong>ade ont<strong>van</strong>g<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />
Vervloekt word<strong>en</strong> de Anabaptist<strong>en</strong>, die de kinderdoop verwerp<strong>en</strong>, <strong>en</strong> er<strong>van</strong> overtuigd<br />
zijn dat kinder<strong>en</strong> zonder Doop gered word<strong>en</strong>.<br />
X. Over de maaltijd <strong>van</strong> de Heere<br />
Over de maaltijd <strong>van</strong> de Heere wordt geleerd, dat lichaam <strong>en</strong> bloed <strong>van</strong> Christus<br />
waarlijk aanwezig zijn <strong>en</strong> uitgereikt word<strong>en</strong> aan deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die deelnem<strong>en</strong> aan het<br />
Avondmaal.<br />
Verworp<strong>en</strong> word<strong>en</strong> deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die e<strong>en</strong> andere leer aanhang<strong>en</strong>.<br />
XI. Over de biecht<br />
Over de biecht wordt geleerd, dat de persoonlijke absolutie in de Kerk<strong>en</strong> gehandhaafd<br />
moet word<strong>en</strong>, hoewel het bij de biecht niet noodzakelijk is dat alle overtreding<strong>en</strong><br />
opgesomd word<strong>en</strong>. Dat is immers onmogelijk, zoals de Psalm zegt: 'Wie k<strong>en</strong>t de<br />
overtreding<strong>en</strong>?' (Ps. 19:13).<br />
XII. Over de boete<br />
Over de boete wordt geleerd, dat zij die na de Doop zondig<strong>en</strong> t<strong>en</strong> all<strong>en</strong> tijde vergeving<br />
<strong>van</strong> zond<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong>, als zij zich beker<strong>en</strong>. En er wordt geleerd dat de Kerk aan deg<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
die boetvaardig terugker<strong>en</strong> vergeving moet sch<strong>en</strong>k<strong>en</strong>.<br />
Het wez<strong>en</strong> <strong>van</strong> de boete bestaat uit deze twee del<strong>en</strong>: het <strong>en</strong>e is het berouw of de angst<br />
<strong>van</strong> het geschokte gewet<strong>en</strong>, dat de zonde erk<strong>en</strong>t. Het andere is het geloof, dat <strong>door</strong> het<br />
E<strong>van</strong>gelie of de absolutie geschonk<strong>en</strong> wordt. Dat geloof vertrouwt erop dat <strong>van</strong>wege<br />
Christus de zond<strong>en</strong> vergev<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, <strong>en</strong> het gewet<strong>en</strong> getroost <strong>en</strong> <strong>van</strong> angst<strong>en</strong> bevrijd<br />
wordt. Dan moet<strong>en</strong> de goede werk<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>, die de vrucht <strong>van</strong> de boete zijn.<br />
Vervloekt word<strong>en</strong> de Anabaptist<strong>en</strong>, die ontk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> dat deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die e<strong>en</strong>maal<br />
gerechtvaardigd zijn de Heilige Geest kunn<strong>en</strong> verliez<strong>en</strong>. Ook word<strong>en</strong> deg<strong>en</strong><strong>en</strong>
55<br />
vervloekt die bewer<strong>en</strong>, dat de gerechtvaardigd<strong>en</strong> in dit lev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zodanige<br />
volmaaktheid bereik<strong>en</strong>, dat zij niet kunn<strong>en</strong> zondig<strong>en</strong>.<br />
Tev<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> de Novatian<strong>en</strong>13) vervloekt, die weiger<strong>en</strong> om deg<strong>en</strong><strong>en</strong>, die na de<br />
Doop gezondigd hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> boete do<strong>en</strong>, de absolutie te gev<strong>en</strong>. Ook word<strong>en</strong> dieg<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
verworp<strong>en</strong>, die niet ler<strong>en</strong> dat de vergeving <strong>van</strong> zond<strong>en</strong> <strong>door</strong> het geloof verkreg<strong>en</strong><br />
wordt, maar die ons opdrag<strong>en</strong> de g<strong>en</strong>ade <strong>door</strong> onze g<strong>en</strong>oegdo<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> te verdi<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />
XIII. Over het gebruik <strong>van</strong> de sacram<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
Over het gebruik <strong>van</strong> de sacram<strong>en</strong>t<strong>en</strong> wordt geleerd, dat de sacram<strong>en</strong>t<strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong><br />
ingesteld zijn om e<strong>en</strong> onderling k<strong>en</strong>tek<strong>en</strong> <strong>van</strong> de Christ<strong>en</strong><strong>en</strong> te zijn, maar veeleer om<br />
e<strong>en</strong> getuig<strong>en</strong>is te zijn <strong>van</strong> Gods wil t<strong>en</strong> opzichte <strong>van</strong> ons. Ze zijn bedoeld om in<br />
dieg<strong>en</strong><strong>en</strong>, die ze ont<strong>van</strong>g<strong>en</strong>, geloof op te wekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> te versterk<strong>en</strong>. Daarom moet voor<br />
het ware ont<strong>van</strong>g<strong>en</strong> <strong>van</strong> de sacram<strong>en</strong>t<strong>en</strong> het geloof erbij kom<strong>en</strong>, dat vertrouwt op de<br />
beloft<strong>en</strong>, die <strong>door</strong> de sacram<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aangebod<strong>en</strong> <strong>en</strong> getoond word<strong>en</strong>.<br />
XIV. Over het kerkelijk ambt<br />
Over het kerkelijk ambt wordt geleerd, dat niemand in het op<strong>en</strong>baar in de Kerk mag<br />
ler<strong>en</strong> of de sacram<strong>en</strong>t<strong>en</strong> uit mag reik<strong>en</strong>, t<strong>en</strong>zij hij op de juiste wijze daartoe geroep<strong>en</strong><br />
is.<br />
XV. Over de kerkelijke gebruik<strong>en</strong><br />
Over de kerkelijke gebruik<strong>en</strong> wordt geleerd, dat die gebruik<strong>en</strong> bewaard moet<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong>, die zonder zonde gehandhaafd kunn<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>, <strong>en</strong> die bijdrag<strong>en</strong> tot rust <strong>en</strong><br />
goede orde in de Kerk, zoals bepaalde viering<strong>en</strong>, feest<strong>en</strong> <strong>en</strong> dergelijke ding<strong>en</strong>. Lat<strong>en</strong><br />
de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> bij zulke zak<strong>en</strong> ervoor gewaarschuwd zijn dat zij hun gewet<strong>en</strong> er niet mee<br />
belast<strong>en</strong>, alsof ze noodzakelijk zijn voor het heil. Lat<strong>en</strong> zij er ook voor gewaarschuwd<br />
zijn dat m<strong>en</strong>selijke tradities die ingesteld zijn om God met ons te verzo<strong>en</strong><strong>en</strong>, om de<br />
g<strong>en</strong>ade te verwerv<strong>en</strong>, <strong>en</strong> om g<strong>en</strong>oegdo<strong>en</strong>ing te verschaff<strong>en</strong> voor de zond<strong>en</strong>, teg<strong>en</strong> het<br />
E<strong>van</strong>gelie <strong>en</strong> de geloofsleer ingaan. Daarom zijn geloft<strong>en</strong> <strong>en</strong> regels met betrekking tot<br />
voedsel <strong>en</strong> vast<strong>en</strong>dag<strong>en</strong>, die ingesteld zijn om de g<strong>en</strong>ade te verwerv<strong>en</strong> <strong>en</strong> om<br />
g<strong>en</strong>oegdo<strong>en</strong>ing voor de zond<strong>en</strong> te verschaff<strong>en</strong>, nutteloos <strong>en</strong> in teg<strong>en</strong>spraak met het<br />
E<strong>van</strong>gelie.<br />
XVI. Over burgerlijke zak<strong>en</strong><br />
Over burgerlijke zak<strong>en</strong> wordt geleerd, dat wettelijke burgerlijke ord<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> goede<br />
instelling<strong>en</strong> <strong>van</strong> God zijn, <strong>en</strong> dat het Christ<strong>en</strong><strong>en</strong> toegestaan is e<strong>en</strong> wereldlijk ambt te<br />
bekled<strong>en</strong>, zak<strong>en</strong> naar keizerlijk <strong>en</strong> ander geld<strong>en</strong>d recht te beoordel<strong>en</strong>, naar het recht<br />
doodstraff<strong>en</strong> uit te sprek<strong>en</strong>, naar het recht oorlog te voer<strong>en</strong>, soldaat te zijn, verdrag<strong>en</strong><br />
af te sluit<strong>en</strong>, eig<strong>en</strong>dom te hebb<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> eed te zwer<strong>en</strong> als dat <strong>van</strong> overheidswege wordt<br />
geëist, zich e<strong>en</strong> vrouw te nem<strong>en</strong>, te trouw<strong>en</strong>.<br />
Vervloekt word<strong>en</strong> de Anabaptist<strong>en</strong>, die de Christ<strong>en</strong> deze burgerlijke ambt<strong>en</strong><br />
verbied<strong>en</strong>. Ook word<strong>en</strong> dieg<strong>en</strong><strong>en</strong> vervloekt, die de E<strong>van</strong>gelische volmaaktheid niet<br />
zoek<strong>en</strong> in het ontzag voor God <strong>en</strong> in het geloof, maar in het opgev<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />
burgerlijke ambt<strong>en</strong>, omdat het E<strong>van</strong>gelie de innerlijke rechtvaardigheid leert. Maar het<br />
E<strong>van</strong>gelie vlakt de wereldlijke regering <strong>en</strong> het staatslev<strong>en</strong> niet uit, maar eist dat die,<br />
als instelling<strong>en</strong> <strong>van</strong> God, zo goed mogelijk in stand gehoud<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dat de<br />
daarmee verbond<strong>en</strong> ambt<strong>en</strong> liefdevol uitgeoef<strong>en</strong>d word<strong>en</strong>. Daarom moet<strong>en</strong> Christ<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
het als e<strong>en</strong> noodzaak zi<strong>en</strong> om overhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> wett<strong>en</strong> te gehoorzam<strong>en</strong>, t<strong>en</strong>zij deze
56<br />
bevel<strong>en</strong> te zondig<strong>en</strong>. Dan moet<strong>en</strong> ze God meer gehoorzam<strong>en</strong> dan de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />
(Handeling<strong>en</strong> 5:29).<br />
XVII. Over de wederkomst <strong>van</strong> Christus om te oordel<strong>en</strong><br />
Ook wordt geleerd, dat Christus aan het einde der tijd<strong>en</strong> zal verschijn<strong>en</strong> om te<br />
oordel<strong>en</strong>, <strong>en</strong> alle dod<strong>en</strong> zal opwekk<strong>en</strong>. De gelovig<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitverkor<strong>en</strong><strong>en</strong> zal hij het<br />
eeuwige lev<strong>en</strong> <strong>en</strong> eeuwige vreugde sch<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. De ongelovig<strong>en</strong> <strong>en</strong> de duivels zal hij<br />
verdoem<strong>en</strong>, zij zull<strong>en</strong> zonder einde gepijnigd word<strong>en</strong>.<br />
Vervloekt word<strong>en</strong> de Anabaptist<strong>en</strong>, die m<strong>en</strong><strong>en</strong> dat er e<strong>en</strong> einde aan de toekomstige<br />
straff<strong>en</strong> voor verdoemde m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong> duivels zal zijn.<br />
Vervloekt word<strong>en</strong> ook ander<strong>en</strong>, die de Joodse opvatting verbreid<strong>en</strong> dat vóór de<br />
opstanding <strong>van</strong> de dod<strong>en</strong> de gelovig<strong>en</strong> de wereldheerschappij in hand<strong>en</strong> zull<strong>en</strong><br />
krijg<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de goddeloz<strong>en</strong> overal verdrukt zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />
XVIII. Over de vrije wil<br />
Over de vrije wil wordt geleerd, dat de m<strong>en</strong>selijke wil e<strong>en</strong> zekere vrijheid heeft om<br />
burgerlijke rechtvaardigheid tot stand te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, <strong>en</strong> om e<strong>en</strong> keuze te mak<strong>en</strong> in zak<strong>en</strong><br />
die aan het verstand onderworp<strong>en</strong> zijn. Maar de wil heeft zonder de Heilige Geest niet<br />
de kracht om de geestelijke rechtvaardigheid tot stand te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, omdat de m<strong>en</strong>s <strong>van</strong><br />
nature niet inziet wat uit Gods Geest is. Dat gebeurt in het hart, wanneer de m<strong>en</strong>s <strong>door</strong><br />
het Woord de Heilige Geest ont<strong>van</strong>gt. Augustinus zegt dat met zoveel woord<strong>en</strong> in<br />
boek III <strong>van</strong> de Hypognosticon:<br />
'Wij gev<strong>en</strong> toe dat alle m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vrije wil hebb<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> zeker redelijk oordeel. Maar<br />
daar<strong>door</strong> zijn ze nog niet in staat in zak<strong>en</strong> die op God betrekking hebb<strong>en</strong>, zonder God<br />
iets te beginn<strong>en</strong>, laat staan te volbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Ze zijn slechts in staat te besliss<strong>en</strong> over de<br />
zak<strong>en</strong> <strong>van</strong> het huidige lev<strong>en</strong>, t<strong>en</strong> goede <strong>en</strong> t<strong>en</strong> kwade. Goed noem ik die ding<strong>en</strong>, die uit<br />
e<strong>en</strong> goede gezindheid voortkom<strong>en</strong> zoals: will<strong>en</strong> werk<strong>en</strong> op de akker, will<strong>en</strong> et<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
drink<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> vri<strong>en</strong>d will<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> huis will<strong>en</strong> bouw<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> vrouw will<strong>en</strong><br />
trouw<strong>en</strong>, vee houd<strong>en</strong>, de kunst om de verschill<strong>en</strong>de goede ding<strong>en</strong> te onderscheid<strong>en</strong>.<br />
Kortom, de wil tot alle goede ding<strong>en</strong> die betrekking hebb<strong>en</strong> op het huidige lev<strong>en</strong>. Al<br />
die ding<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> niet bestaan zonder dat God ze bestuurt, ze zijn immers ontstaan <strong>en</strong><br />
bestaan uit Hem <strong>en</strong> <strong>door</strong> Hem. Kwade ding<strong>en</strong> noem ik: e<strong>en</strong> afgod will<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong>, e<strong>en</strong><br />
moord will<strong>en</strong> pleg<strong>en</strong> etc.' 14)<br />
XIX. Over de oorzaak <strong>van</strong> de zonde<br />
Over de oorzaak <strong>van</strong> de zonde wordt geleerd dat, hoewel God de natuur schept <strong>en</strong><br />
bewaart, toch de wil <strong>van</strong> de slecht<strong>en</strong>, zoals de duivel <strong>en</strong> de goddeloz<strong>en</strong>, de oorzaak<br />
<strong>van</strong> de zonde is. Die wil keert zich, zonder Gods hulp, <strong>van</strong> God af, zoals Christus zegt:<br />
'Wanneer hij e<strong>en</strong> leug<strong>en</strong> spreekt, spreekt hij zoals hem eig<strong>en</strong> is.' (Joh. 8:44)<br />
XX. Over het geloof <strong>en</strong> de goede werk<strong>en</strong><br />
T<strong>en</strong> onrechte word<strong>en</strong> de onz<strong>en</strong> er<strong>van</strong> beschuldigd, dat zij goede werk<strong>en</strong> verbied<strong>en</strong>.<br />
Want hun geschrift<strong>en</strong> over de ti<strong>en</strong> gebod<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere vergelijkbare geschrift<strong>en</strong><br />
lever<strong>en</strong> afdo<strong>en</strong>de bewijs dat zij nuttig onderricht gegev<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> over alle beroep<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> ambt<strong>en</strong>. Zij hebb<strong>en</strong> geleerd welke manier<strong>en</strong> <strong>van</strong> lev<strong>en</strong> <strong>en</strong> welke werk<strong>en</strong> God in de<br />
verschill<strong>en</strong>de beroep<strong>en</strong> welgevallig zijn. Over die zak<strong>en</strong> leerd<strong>en</strong> de predikers vroeger<br />
weinig, maar zij drong<strong>en</strong> des te sterker aan op kinderachtige <strong>en</strong> niet noodzakelijke<br />
werk<strong>en</strong>, zoals bepaalde feestdag<strong>en</strong> <strong>en</strong> vast<strong>en</strong>periodes, broederschapp<strong>en</strong> 15),<br />
pelgrimstocht<strong>en</strong>, heilig<strong>en</strong>verering<strong>en</strong>, roz<strong>en</strong>krans<strong>en</strong>, het kloosterlev<strong>en</strong> <strong>en</strong> dergelijke.
57<br />
Onze teg<strong>en</strong>standers, die daar <strong>door</strong> ons op gewez<strong>en</strong> zijn, hebb<strong>en</strong> er afstand <strong>van</strong><br />
g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong> propager<strong>en</strong> deze nutteloze werk<strong>en</strong> niet meer zozeer als vroeger. Zij<br />
beginn<strong>en</strong> ook het geloof te noem<strong>en</strong>, waarover vroeger e<strong>en</strong> verbaz<strong>en</strong>d stilzwijg<strong>en</strong><br />
heerste. Zij ler<strong>en</strong> ons dat wij niet alle<strong>en</strong> <strong>door</strong> werk<strong>en</strong> gerechtvaardigd word<strong>en</strong>, maar<br />
verbind<strong>en</strong> geloof <strong>en</strong> werk<strong>en</strong>, <strong>en</strong> zegg<strong>en</strong> dat wij <strong>door</strong> geloof én werk<strong>en</strong> gerechtvaardigd<br />
word<strong>en</strong>. En die leer is verdraaglijker dan de vroegere, <strong>en</strong> kan meer troost verschaff<strong>en</strong><br />
dan hun oude leer.<br />
Omdat nu de leer over het geloof die in de Kerk het voornaamste moet zijn, zo lang<br />
ongeacht is blijv<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> - want iedere<strong>en</strong> moet toegev<strong>en</strong> dat er in de prek<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
volledig stilzwijg<strong>en</strong> heerste over de rechtvaardiging uit het geloof, alle<strong>en</strong> de leer over<br />
de werk<strong>en</strong> circuleerde in de Kerk - hebb<strong>en</strong> de onz<strong>en</strong> de geme<strong>en</strong>te over het geloof als<br />
volgt onderwez<strong>en</strong>:<br />
(1) T<strong>en</strong> eerste, dat onze werk<strong>en</strong> ons niet met God kunn<strong>en</strong> verzo<strong>en</strong><strong>en</strong> of vergeving <strong>van</strong><br />
zond<strong>en</strong> <strong>en</strong> g<strong>en</strong>ade kunn<strong>en</strong> verdi<strong>en</strong><strong>en</strong>. Die krijg<strong>en</strong> we alle<strong>en</strong> <strong>door</strong> het geloof, <strong>door</strong> erop<br />
te vertrouw<strong>en</strong> dat we <strong>van</strong>wege Christus in g<strong>en</strong>ade aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Want Hij<br />
alle<strong>en</strong> is aangesteld als Middelaar <strong>en</strong> zo<strong>en</strong>offer, waar<strong>door</strong> m<strong>en</strong> met de Vader verzo<strong>en</strong>d<br />
wordt. Daarom wijst dieg<strong>en</strong>e, die erop vertrouwt <strong>door</strong> werk<strong>en</strong> de g<strong>en</strong>ade te verdi<strong>en</strong><strong>en</strong>,<br />
Christus' verdi<strong>en</strong>ste <strong>en</strong> g<strong>en</strong>ade af. Hij zoekt zonder Christus <strong>door</strong> middel <strong>van</strong><br />
m<strong>en</strong>selijke kracht e<strong>en</strong> weg naar God, hoewel Christus over Zichzelf zei: 'Ik b<strong>en</strong> de<br />
weg, de waarheid <strong>en</strong> het lev<strong>en</strong>' (Joh. 14:6).<br />
Deze leer over het geloof wordt overal bij Paulus behandeld: 'Door g<strong>en</strong>ade zijn jullie<br />
gered, <strong>door</strong> het geloof, <strong>en</strong> niet uit werk<strong>en</strong> etc.' (Efeze 2:8).<br />
En laat niemand zichzelf wijsmak<strong>en</strong> dat wij e<strong>en</strong> nieuwe uitleg <strong>van</strong> Paulus gevond<strong>en</strong><br />
hebb<strong>en</strong>, deze opvatting wordt volledig gesteund <strong>door</strong> de Kerkvaders 16). Want<br />
Augustinus verdedigt in veel boek<strong>en</strong> de g<strong>en</strong>ade <strong>en</strong> de rechtvaardigheid uit het geloof<br />
teg<strong>en</strong> de verdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> <strong>van</strong> de werk<strong>en</strong>.<br />
En iets <strong>van</strong> gelijke strekking leert Ambrosius l6) in 'De vocatione g<strong>en</strong>tium'. Zo begint<br />
immers 'De vocatione g<strong>en</strong>tium': 'De verlossing <strong>door</strong> het bloed <strong>van</strong> Christus zou<br />
waardeloos zijn, <strong>en</strong> de voorrang <strong>van</strong> Gods erbarm<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> de m<strong>en</strong>selijke werk<strong>en</strong> zou<br />
vervall<strong>en</strong> als de rechtvaardiging, die <strong>door</strong> de g<strong>en</strong>ade bewerkstelligd wordt, <strong>door</strong><br />
voorafgaande verdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> zou word<strong>en</strong>. Dan zou de g<strong>en</strong>ade ge<strong>en</strong> gesch<strong>en</strong>k<br />
zijn <strong>van</strong> deg<strong>en</strong>e die geeft, maar loon <strong>van</strong> deg<strong>en</strong>e die werkt'.<br />
Hoewel deze leer <strong>door</strong> deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die niet <strong>door</strong> de aanvechting he<strong>en</strong> zijn gegaan, veracht<br />
wordt, ondervind<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> vroom <strong>en</strong> angstig gewet<strong>en</strong> hoeveel troost deze<br />
leer kan br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Want het gewet<strong>en</strong> kan <strong>door</strong> ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel werk tot rust kom<strong>en</strong>, maar<br />
alle<strong>en</strong> <strong>door</strong> het geloof, wanneer het er<strong>van</strong> verzekerd is, dat het <strong>van</strong>wege Christus Gods<br />
behag<strong>en</strong> heeft, zoals Paulus Romein<strong>en</strong> 5 leert: 'Gerechtvaardigd <strong>door</strong> het geloof<br />
hebb<strong>en</strong> wij vrede met God' (Rom. 5:1). Deze hele leer moet teruggevoerd word<strong>en</strong> op<br />
de strijd <strong>van</strong> het hevig verschrikte gewet<strong>en</strong>, <strong>en</strong> kan zonder die strijd niet begrep<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong>. Daarom oordel<strong>en</strong> onervar<strong>en</strong> <strong>en</strong> goddeloze m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> slecht over deze leer. Zij<br />
beeld<strong>en</strong> zich in dat de christelijke rechtvaardigheid niets anders is dan de burgerlijke<br />
of filosofische rechtvaardigheid.<br />
Vroeger werd het gewet<strong>en</strong> gekweld met de leer <strong>van</strong> de werk<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoorde het de troost<br />
uit het E<strong>van</strong>gelie niet. Sommig<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> <strong>door</strong> het gewet<strong>en</strong> in de e<strong>en</strong>zaamheid<br />
gedrev<strong>en</strong>, in de kloosters, in de hoop daar de g<strong>en</strong>ade te verdi<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>door</strong> het<br />
kloosterlev<strong>en</strong>. Ander<strong>en</strong> verzonn<strong>en</strong> andere werk<strong>en</strong> om g<strong>en</strong>ade <strong>en</strong> g<strong>en</strong>oegdo<strong>en</strong>ing voor<br />
de zond<strong>en</strong> te verwerv<strong>en</strong>. Daarom was het hoogstnoodzakelijk deze leer over het<br />
geloof in Christus te verkondig<strong>en</strong> <strong>en</strong> te vernieuw<strong>en</strong>, opdat de troost voor het angstige
58<br />
gewet<strong>en</strong> niet zou ontbrek<strong>en</strong>, maar m<strong>en</strong> zou wet<strong>en</strong>, dat <strong>door</strong> het geloof in Christus<br />
g<strong>en</strong>ade <strong>en</strong> vergeving <strong>van</strong> zond<strong>en</strong> gegrep<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />
De m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> word<strong>en</strong> er ook aan herinnerd, dat dit woord 'geloof' niet alle<strong>en</strong> 'k<strong>en</strong>nis <strong>van</strong><br />
e<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong>' betek<strong>en</strong>t, die k<strong>en</strong>nis hebb<strong>en</strong> de ongelovig<strong>en</strong> <strong>en</strong> de duivel ook. Maar het<br />
duidt e<strong>en</strong> geloof aan, dat niet alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong> voor waar houdt, maar ook op de<br />
werking <strong>van</strong> dat gebeur<strong>en</strong> vertrouwt. Bij dit geloofsartikel over de vergeving <strong>van</strong><br />
zond<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>t dat, dat wij <strong>door</strong> Christus g<strong>en</strong>ade, rechtvaardigheid <strong>en</strong> vergeving <strong>van</strong><br />
zond<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong>. Wie dan weet dat hij <strong>door</strong> Christus e<strong>en</strong> Vader heeft die hem gunstig<br />
gezind is, die k<strong>en</strong>t God waarlijk, weet dat God zorg voor hem draagt, die roept Hem te<br />
hulp, kortom, hij is niet zonder God zoals de heid<strong>en</strong><strong>en</strong>. Want de duivel <strong>en</strong> de<br />
ongelovig<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> niet op dit geloofsartikel, de vergeving <strong>van</strong> zond<strong>en</strong>, vertrouw<strong>en</strong>.<br />
Daarom hat<strong>en</strong> zij God als e<strong>en</strong> vijand, roep<strong>en</strong> Hem niet te hulp, verwacht<strong>en</strong> niets goeds<br />
<strong>van</strong> Hem.<br />
Ook Augustinus leert op deze manier over het begrip 'geloof'. Hij leert dat in de<br />
Heilige Schrift het woord geloof niet gebruikt wordt in de betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> 'k<strong>en</strong>nis', zoals<br />
bij de ongelovig<strong>en</strong>, maar in de betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> 'vertrouw<strong>en</strong>', het vertrouw<strong>en</strong> dat troost<br />
<strong>en</strong> hevig verschrikte ziel<strong>en</strong> opricht.<br />
(2) Verder ler<strong>en</strong> de onz<strong>en</strong>, dat het noodzakelijk is goede werk<strong>en</strong> te do<strong>en</strong>, niet in het<br />
vertrouw<strong>en</strong> daarmee de g<strong>en</strong>ade te verdi<strong>en</strong><strong>en</strong>, maar omdat God het wil. Alle<strong>en</strong> <strong>door</strong> het<br />
geloof word<strong>en</strong> vergeving <strong>van</strong> zonde <strong>en</strong> g<strong>en</strong>ade verkreg<strong>en</strong>. En omdat <strong>door</strong> het geloof<br />
de Heilige Geest ont<strong>van</strong>g<strong>en</strong> wordt, wordt het hart vernieuwd <strong>en</strong> met e<strong>en</strong> nieuwe<br />
g<strong>en</strong>eg<strong>en</strong>heid gevuld, zodat het goede werk<strong>en</strong> kan voortbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.<br />
Zo zei Ambrosius het immers: 'Het geloof is de moeder <strong>van</strong> de goede wil <strong>en</strong> <strong>van</strong> het<br />
rechtvaardig handel<strong>en</strong>'. Want de m<strong>en</strong>selijke kracht<strong>en</strong> zijn zonder de Heilige Geest vol<br />
<strong>van</strong> goddeloze neiging<strong>en</strong>, <strong>en</strong> te zwak om goede werk<strong>en</strong>, naar Gods wil, te do<strong>en</strong>.<br />
Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> zijn ze in de macht <strong>van</strong> de duivel, die de m<strong>en</strong>s tot allerlei zond<strong>en</strong> dwingt;<br />
tot goddeloze opvatting<strong>en</strong>, tot onmisk<strong>en</strong>bare misdad<strong>en</strong>. Dat is te zi<strong>en</strong> aan de filosof<strong>en</strong>,<br />
die zich inspand<strong>en</strong> om eerlijk te lev<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat niet kond<strong>en</strong> bereik<strong>en</strong>, maar besmet<br />
war<strong>en</strong> met allerlei onmisk<strong>en</strong>bare gebrek<strong>en</strong>. Zo is de zwakheid <strong>van</strong> de m<strong>en</strong>s die zonder<br />
geloof <strong>en</strong> zonder de Heilige Geest leeft, <strong>en</strong> zich laat reger<strong>en</strong> <strong>door</strong> m<strong>en</strong>selijke kracht<strong>en</strong>.<br />
Hiermee is duidelijk aangetoond dat deze leer er niet <strong>van</strong> beschuldigd kan word<strong>en</strong>, dat<br />
hij goede werk<strong>en</strong> verbiedt. Maar hij moet juist geprez<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, omdat hij aantoont<br />
hoe goede werk<strong>en</strong> gedaan moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Want zonder geloof kan de m<strong>en</strong>selijke<br />
natuur op ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele wijze de werk<strong>en</strong> <strong>van</strong> het eerste <strong>en</strong> het tweede gebod do<strong>en</strong>.<br />
Zonder geloof roept hij God niet te hulp, verwacht hij niets <strong>van</strong> God, draagt hij het<br />
kruis niet, maar zoekt hij hulp bij m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong> vertrouwt daarop. Zo heers<strong>en</strong> in het hart<br />
alle begeert<strong>en</strong> <strong>en</strong> m<strong>en</strong>selijke inzicht<strong>en</strong>, wanneer er ge<strong>en</strong> geloof <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong> op God<br />
is. En daarom zegt Christus: 'Zonder Mij kunn<strong>en</strong> jullie niets do<strong>en</strong>', Joh. 15. En de<br />
Kerk zingt: “Zonder Uw Naam, is er niets in de m<strong>en</strong>s, niets dat onschadelijk is.” 17)<br />
XXI. Over de heilig<strong>en</strong>verering<br />
Over de heilig<strong>en</strong>verering wordt geleerd, dat het ged<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>van</strong> heilig<strong>en</strong> ertoe kan<br />
di<strong>en</strong><strong>en</strong> hun geloof na te volg<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de goede werk<strong>en</strong> die zij in hun beroep ded<strong>en</strong>. Zo<br />
kon de Keizer het voorbeeld <strong>van</strong> David in oorlogvoering volg<strong>en</strong>, om de Turk<strong>en</strong> uit<br />
zijn vaderland te verdrijv<strong>en</strong>. Want ze war<strong>en</strong> allebei koning.<br />
Maar de Heilige Schrift leert niet dat heilig<strong>en</strong> aangeroep<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, of dat om<br />
hulp <strong>van</strong> heilig<strong>en</strong> gesmeekt moet word<strong>en</strong>, omdat de Heilige Schrift ons alle<strong>en</strong> Christus<br />
als Middelaar, zo<strong>en</strong>offer, Priester <strong>en</strong> Tuss<strong>en</strong>persoon voorhoudt. Hij moet te hulp
59<br />
geroep<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, <strong>en</strong> hij heeft beloofd onze gebed<strong>en</strong> te verhor<strong>en</strong>. Déze verering<br />
beveelt hij zeer aan: hij wil te hulp geroep<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in alle verdriet. 1 Joh. 2: 'Als<br />
iemand zondigt, hebb<strong>en</strong> wij e<strong>en</strong> Voorspraak bij God etc.' (1 Joh. 2:1).<br />
Dit is zo ongeveer onze hele leer, waarin niets te ontdekk<strong>en</strong> valt dat afwijkt<br />
<strong>van</strong> de leer <strong>van</strong> de Heilige Schrift of <strong>van</strong> de katholieke Kerk l8) of <strong>van</strong> de Roomse<br />
kerk, voor zover wij die k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> uit de geschrift<strong>en</strong> <strong>van</strong> de theolog<strong>en</strong>. En aangezi<strong>en</strong> dat<br />
e<strong>en</strong> feit is oordel<strong>en</strong> dieg<strong>en</strong><strong>en</strong>, die eis<strong>en</strong> dat wij als ketters beschouwd word<strong>en</strong>,<br />
onrechtvaardig. Het hele m<strong>en</strong>ingsverschil betreft e<strong>en</strong> klein aantal misbruik<strong>en</strong> die<br />
zonder duidelijke toestemming in de kerk<strong>en</strong> binn<strong>en</strong>geslop<strong>en</strong> zijn. En als daarover <strong>en</strong>ig<br />
verschil <strong>van</strong> m<strong>en</strong>ing zou zijn, dan zoud<strong>en</strong> de bisschopp<strong>en</strong> zo mild moet<strong>en</strong> zijn dat zij<br />
de onz<strong>en</strong> tolerer<strong>en</strong> <strong>van</strong>wege de belijd<strong>en</strong>is, die wij zojuist uite<strong>en</strong>gezet hebb<strong>en</strong>. Want de<br />
kerkelijke voorschrift<strong>en</strong> zijn nooit zo hard dat zij overal dezelfde gebruik<strong>en</strong> eis<strong>en</strong>, <strong>en</strong><br />
de gebruik<strong>en</strong> <strong>van</strong> alle kerk<strong>en</strong> war<strong>en</strong> ook nooit id<strong>en</strong>tiek. Bij ons word<strong>en</strong> overig<strong>en</strong>s<br />
zoveel mogelijk de oude gebruik<strong>en</strong> zorgvuldig bewaard. Het is dan ook e<strong>en</strong> gem<strong>en</strong>e<br />
aantijging dat wij alle ceremoniën, alle oude gewoont<strong>en</strong> in onze kerk<strong>en</strong> afgeschaft<br />
zoud<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Maar de algem<strong>en</strong>e klacht was, dat zich bepaalde misbruik<strong>en</strong> aan de<br />
gangbare gewoont<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> gehecht. Die zijn, omdat ze niet met e<strong>en</strong> goed gewet<strong>en</strong><br />
aanvaard kond<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, in zekere mate verbeterd.<br />
Artikel<strong>en</strong> waarin de afgeschafte misbruik<strong>en</strong> behandeld word<strong>en</strong><br />
Onze kerk<strong>en</strong> wijk<strong>en</strong> in ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel geloofsartikel af <strong>van</strong> de katholieke kerk, ze<br />
verwijderd<strong>en</strong> slechts e<strong>en</strong> aantal misbruik<strong>en</strong> die nieuw zijn <strong>en</strong> die in strijd met de<br />
bedoeling <strong>van</strong> de kerkelijke wett<strong>en</strong> in de loop der tijd<strong>en</strong> abusievelijk zijn ingevoerd.<br />
Daarom vrag<strong>en</strong> we Uwe Keizerlijke Majesteit g<strong>en</strong>adig aan te hor<strong>en</strong>, wat er veranderd<br />
is <strong>en</strong> wat de oorzak<strong>en</strong> daar<strong>van</strong> war<strong>en</strong>, opdat het volk niet gedwong<strong>en</strong> wordt zich aan<br />
die misbruik<strong>en</strong>, teg<strong>en</strong> het gewet<strong>en</strong> in, te houd<strong>en</strong>.<br />
Laat Uwe Keizerlijke Majesteit niet dieg<strong>en</strong><strong>en</strong> gelov<strong>en</strong>, die om de haat teg<strong>en</strong> de onz<strong>en</strong><br />
aan te wakker<strong>en</strong>, verbaz<strong>en</strong>de lasterpraat onder het volk verspreid<strong>en</strong>. Op die manier<br />
raakt<strong>en</strong> goede m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> geïrriteerd, <strong>en</strong> zo gav<strong>en</strong> zij aanleiding tot deze on<strong>en</strong>igheid. En<br />
met hetzelfde kunstje prober<strong>en</strong> ze nu de tweedracht te vergrot<strong>en</strong>. Want Uwe<br />
Keizerlijke Majesteit zal zonder twijfel tot de conclusie kom<strong>en</strong> dat de vorm <strong>van</strong> de<br />
leer <strong>en</strong> <strong>van</strong> de ceremoniën bij ons verdraaglijker is dan zoals vijandige <strong>en</strong> kwaad<br />
will<strong>en</strong>de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> deze beschrijv<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> komt de waarheid niet op het spoor <strong>door</strong> de<br />
gangbare gerucht<strong>en</strong> <strong>en</strong> verdachtmaking<strong>en</strong> <strong>van</strong> onze vijand<strong>en</strong>. Maar het is e<strong>en</strong>voudig in<br />
te zi<strong>en</strong>, dat niets méér kan bijdrag<strong>en</strong> tot het bewar<strong>en</strong> <strong>van</strong> de waardigheid <strong>van</strong> de<br />
ceremoniën <strong>en</strong> tot het bevorder<strong>en</strong> <strong>van</strong> eerbied <strong>en</strong> vroomheid onder het volk dan het op<br />
de juiste wijze vier<strong>en</strong> <strong>van</strong> de ceremoniën in de kerk<strong>en</strong>.<br />
XXII. Over de beide gestalt<strong>en</strong><br />
Aan lek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beide gestalt<strong>en</strong> <strong>van</strong> het sacram<strong>en</strong>t gegev<strong>en</strong> bij de maaltijd des<br />
Heer<strong>en</strong>, omdat deze gewoonte <strong>door</strong> de Heere bevol<strong>en</strong> wordt; Mattheüs 26: 'Drinkt<br />
all<strong>en</strong> hier uit' (Matth. 26:27). Daar schrijft Christus duidelijk voor, dat all<strong>en</strong> uit de<br />
beker moet<strong>en</strong> drink<strong>en</strong>. En laat niemand zichzelf wijsmak<strong>en</strong> dat dit alle<strong>en</strong> betrekking<br />
heeft op de priesters. Paulus noemt de Corinthiërs e<strong>en</strong> voorbeeld waaruit duidelijk<br />
blijkt dat de hele Kerk beide gestalt<strong>en</strong> ontving (1 Cor. 11:20-30). Deze gewoonte bleef<br />
in de Kerk lang in stand, <strong>en</strong> het staat niet vast wanneer of <strong>door</strong> wie dit veranderd is,<br />
ook al noemt de kardinaal <strong>van</strong> Kues, wanneer de verandering goedgekeurd is 19).
60<br />
Cyprianus laat op e<strong>en</strong> aantal plaats<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> dat het bloed aan het volk uitgereikt<br />
werd. Van hetzelfde getuigt Hieronymus, die zegt: 'De priesters del<strong>en</strong> de eucharistie<br />
uit <strong>en</strong> verdel<strong>en</strong> het bloed <strong>van</strong> Christus onder het volk'. Zelfs Paus Gelasius beveelt dat<br />
er in het sacram<strong>en</strong>t ge<strong>en</strong> scheiding mag zijn. (Distinctio 2, over de consecratie, het<br />
hoofdstuk dat begint met Comperimus) 20)<br />
Alle<strong>en</strong> de gewoonte, die niet zo oud is, d<strong>en</strong>kt er anders over. Het staat echter vast dat<br />
e<strong>en</strong> gewoonte, die teg<strong>en</strong> Gods gebod ingevoerd is, niet goedgekeurd mag word<strong>en</strong>,<br />
zoals de kerkelijke wett<strong>en</strong> bewijz<strong>en</strong>. (Distinctio 8, het hoofdstuk dat begint met<br />
Veritate, <strong>en</strong> wat daarop volgt).<br />
Deze gewoonte gaat ev<strong>en</strong>wel niet alle<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de Heilige Schrift, maar ook teg<strong>en</strong> de<br />
oude kerkelijke wett<strong>en</strong> in <strong>en</strong> is in strijd met het voorbeeld <strong>van</strong> de Kerk gebruik<br />
geword<strong>en</strong>. Daarom had m<strong>en</strong> dieg<strong>en</strong><strong>en</strong>, die het sacram<strong>en</strong>t in beide gestalt<strong>en</strong> w<strong>en</strong>st<strong>en</strong> te<br />
ont<strong>van</strong>g<strong>en</strong>, niet mog<strong>en</strong> dwing<strong>en</strong> het anders te do<strong>en</strong>, in strijd met hun gewet<strong>en</strong>. En<br />
omdat de scheiding tuss<strong>en</strong> de elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>van</strong> het sacram<strong>en</strong>t niet in overe<strong>en</strong>stemming is<br />
met Christus' opdracht, is het bij ons gewoonte de processie, die m<strong>en</strong> tot nu toe pleegt<br />
te houd<strong>en</strong>, te lat<strong>en</strong> vervall<strong>en</strong>. 21)<br />
XXIII. Over het priesterhuwelijk<br />
Er werd algeme<strong>en</strong> geklaagd over het slechte voorbeeld <strong>van</strong> priesters die zich niet aan<br />
het celibaat hield<strong>en</strong>. Daarom, zegt m<strong>en</strong>, heeft Paus Pius verklaard dat er bepaalde<br />
red<strong>en</strong><strong>en</strong> zijn waarom priesters het huwelijk ontzegd is. Maar er zijn veel gewichtiger<br />
red<strong>en</strong><strong>en</strong> om hun het recht om te trouw<strong>en</strong> terug te gev<strong>en</strong>.<br />
Zo schrijft Platina immers. Omdat de priesters bij ons op<strong>en</strong>lijke ergernis will<strong>en</strong><br />
vermijd<strong>en</strong>, tred<strong>en</strong> zij in het huwelijk, <strong>en</strong> ler<strong>en</strong> dat het hun toegestaan is te trouw<strong>en</strong>.<br />
T<strong>en</strong> eerste omdat Paulus zegt: 'E<strong>en</strong> ieder heeft zijn vrouw met het oog op de ontucht'<br />
(1 Cor. 7:2). Idem: 'Het is beter te trouw<strong>en</strong> dan <strong>door</strong> hartstocht verteerd te word<strong>en</strong>' (1<br />
Cor. 7:9). T<strong>en</strong> tweede: Christus zegt: 'Niet all<strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong> deze uitspraak' (Matth.<br />
19:11). Daar leert Hij dat niet alle m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> geschikt zijn voor het celibaat, omdat God<br />
de m<strong>en</strong>s voor de voortplanting schiep, G<strong>en</strong>. 1. En de m<strong>en</strong>s heeft niet het vermog<strong>en</strong>,<br />
zonder e<strong>en</strong> bijzondere gave <strong>en</strong> hulp <strong>van</strong> God, de schepping te verander<strong>en</strong>. Daarom<br />
moet<strong>en</strong> zij die niet geschikt zijn voor het celibaat trouw<strong>en</strong>. Ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele m<strong>en</strong>selijke<br />
wet, ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele gelofte, kan Gods gebod <strong>en</strong> zijn ord<strong>en</strong>ing opheff<strong>en</strong>. Om die red<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
ler<strong>en</strong> de priesters dat het hun toegestaan is in het huwelijk te tred<strong>en</strong>.<br />
Het staat vast dat ook in de oude Kerk de priesters gehuwd war<strong>en</strong>. 22) Paulus zegt<br />
ook, dat iemand die getrouwd is, tot bisschop gekoz<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong>. En in Duitsland<br />
werd<strong>en</strong> de priesters 400 jaar geled<strong>en</strong> voor het eerst met geweld gedwong<strong>en</strong> tot het<br />
celibaat. Zij war<strong>en</strong> daar echter dusdanig teg<strong>en</strong> gekant, dat de aartsbisschop <strong>van</strong> Mainz<br />
23), die <strong>van</strong> plan was het bevel <strong>van</strong> de bisschop <strong>van</strong> Rome over deze zaak op<strong>en</strong>baar te<br />
mak<strong>en</strong>, bijna <strong>door</strong> woed<strong>en</strong>de priesters in e<strong>en</strong> oproer omgebracht werd. De zaak werd<br />
zo onm<strong>en</strong>selijk <strong>door</strong>gevoerd, dat niet alle<strong>en</strong> toekomstige huwelijk<strong>en</strong> verbod<strong>en</strong><br />
werd<strong>en</strong>, maar dat ook al bestaande ontbond<strong>en</strong> moest<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, in strijd met ieder<br />
goddelijk <strong>en</strong> m<strong>en</strong>selijk recht, <strong>en</strong> in strijd met de kerkelijke voorschrift<strong>en</strong>, die niet<br />
alle<strong>en</strong> <strong>door</strong> de paus<strong>en</strong>, maar ook <strong>door</strong> de grote concilies opgesteld zijn.<br />
En nu de m<strong>en</strong>selijke natuur in deze wereld, die op z'n einde loopt, langzamerhand<br />
zwakker wordt, is het nodig voorzorgsmaatregel<strong>en</strong> te treff<strong>en</strong>, opdat er niet meer<br />
misstand<strong>en</strong> binn<strong>en</strong>sluip<strong>en</strong> in Duitsland. God stelde het huwelijk in, opdat het e<strong>en</strong><br />
redmiddel zou zijn teg<strong>en</strong> de m<strong>en</strong>selijke zwakheid. Zelfs de kerkelijke voorschrift<strong>en</strong><br />
m<strong>en</strong><strong>en</strong> dat de oude str<strong>en</strong>gheid in later tijd<strong>en</strong> met het oog op de zwakheid <strong>van</strong> de<br />
m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> verzacht moet word<strong>en</strong>. Het is te hop<strong>en</strong> dat dit ook op dit punt zal gebeur<strong>en</strong>.
61<br />
Het is te voorzi<strong>en</strong> dat er in de toekomst kerk<strong>en</strong> zonder herders zull<strong>en</strong> zijn, als het<br />
huwelijk nog langer verbod<strong>en</strong> blijft.<br />
Aangezi<strong>en</strong> Gods gebod duidelijk is, <strong>en</strong> de gewoonte <strong>van</strong> de oude Kerk bek<strong>en</strong>d is,<br />
aangezi<strong>en</strong> e<strong>en</strong> onzuiver celibaat veel ergernis veroorzaakt - echtbreuk <strong>en</strong> andere<br />
misstapp<strong>en</strong>, die de aandacht <strong>van</strong> e<strong>en</strong> goede overheid verdi<strong>en</strong><strong>en</strong> - is het verwonderlijk<br />
dat nerg<strong>en</strong>s str<strong>en</strong>ger teg<strong>en</strong> opgetred<strong>en</strong> wordt dan teg<strong>en</strong> het trouw<strong>en</strong> <strong>van</strong> priesters. God<br />
heeft gebod<strong>en</strong> het huwelijk te er<strong>en</strong>; de wett<strong>en</strong>, ook bij de heid<strong>en</strong><strong>en</strong>, gev<strong>en</strong> het huwelijk<br />
de hoogste eer. En nu word<strong>en</strong> de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met <strong>en</strong>orme straff<strong>en</strong> belast, vooral de<br />
priesters, in strijd met de kerkelijke voorschrift<strong>en</strong>, om ge<strong>en</strong> andere red<strong>en</strong> dan het<br />
huwelijk. Paulus noemt de leer die het huwelijk verbiedt demonisch, 1 Tim. 4. Dat is<br />
gemakkelijk te begrijp<strong>en</strong>, nu het verbod om te trouw<strong>en</strong> met zulke zware straff<strong>en</strong><br />
verdedigd wordt.<br />
Zoals ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele m<strong>en</strong>selijke wet Gods gebod kon opheff<strong>en</strong>, zo kan ook ge<strong>en</strong> gelofte<br />
Gods gebod opheff<strong>en</strong>. Daarom raadt Cyprianus vrouw<strong>en</strong> die de kuisheidsgelofte niet<br />
kunn<strong>en</strong> houd<strong>en</strong> aan te trouw<strong>en</strong>. Hij zegt het als volgt, in het eerste boek <strong>van</strong> zijn<br />
briev<strong>en</strong>, brief XI: 'Als zij de gelofte niet kunn<strong>en</strong> of will<strong>en</strong> houd<strong>en</strong>, is het beter dat zij<br />
trouw<strong>en</strong> dan dat zij <strong>door</strong> hun lust<strong>en</strong> in het vuur vall<strong>en</strong>. Maar lat<strong>en</strong> zij vooral hun<br />
broeders of zusters ge<strong>en</strong> aanstoot gev<strong>en</strong>'.<br />
T<strong>en</strong>slotte, de kerkelijke voorschrift<strong>en</strong> betracht<strong>en</strong> terughoud<strong>en</strong>dheid jeg<strong>en</strong>s dieg<strong>en</strong><strong>en</strong>,<br />
die vóór de daartoe geschikte leeftijd de gelofte hebb<strong>en</strong> afgelegd, hetge<strong>en</strong> tot nu toe<br />
meestal het geval is.<br />
XXIV. De mis<br />
Onze kerk<strong>en</strong> word<strong>en</strong> er t<strong>en</strong> onrechte <strong>van</strong> beschuldigd, dat zij de mis afschaff<strong>en</strong>. De<br />
mis wordt echter bij ons in ere gehoud<strong>en</strong>, <strong>en</strong> met de grootste eerbied gevierd. Bijna<br />
alle gebruikelijke ceremoniën houd<strong>en</strong> wij in stand, alle<strong>en</strong> word<strong>en</strong> op bepaalde plaats<strong>en</strong><br />
aan de Latijnse gezang<strong>en</strong> Duitse toegevoegd, met het doel het volk te onderwijz<strong>en</strong>.<br />
Want de ceremoniën zijn vooral nodig om dieg<strong>en</strong><strong>en</strong>, die niet op de hoogte zijn, te<br />
ler<strong>en</strong>. Paulus schrijft voor dat in de Kerk e<strong>en</strong> taal gebruikt moet word<strong>en</strong> die het volk<br />
begrijpt. Het volk is eraan gew<strong>en</strong>d geraakt het sacram<strong>en</strong>t gezam<strong>en</strong>lijk te ont<strong>van</strong>g<strong>en</strong>, na<br />
e<strong>en</strong> voorbereiding daarop.<br />
Dit draagt bij tot de eerbied <strong>en</strong> de vrome beleving <strong>van</strong> de op<strong>en</strong>bare ceremoniën. Want<br />
niemand wordt toegelat<strong>en</strong>, als hij niet <strong>van</strong> tevor<strong>en</strong> (in de biecht) onderzocht <strong>en</strong><br />
gehoord is. T<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> <strong>van</strong> het waardige <strong>en</strong> op de juiste wijze ont<strong>van</strong>g<strong>en</strong> <strong>van</strong> het<br />
sacram<strong>en</strong>t wordt de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> voorgehoud<strong>en</strong> hoeveel troost dat e<strong>en</strong> beangstigd gewet<strong>en</strong><br />
br<strong>en</strong>gt, opdat zij ler<strong>en</strong> in God te gelov<strong>en</strong> <strong>en</strong> alle goeds <strong>van</strong> God te verwacht<strong>en</strong> <strong>en</strong> te<br />
vrag<strong>en</strong>. Zo'n viering behaagt God, als het sacram<strong>en</strong>t zo ont<strong>van</strong>g<strong>en</strong> wordt, bevordert<br />
dat het ontzag voor God. Daarom is het duidelijk dat de miss<strong>en</strong> bij onze teg<strong>en</strong>standers<br />
niet met meer eerbied gevierd word<strong>en</strong> dan bij ons. Het staat vast dat er al sinds lange<br />
tijd <strong>door</strong> alle goedgezind<strong>en</strong> op<strong>en</strong>lijk <strong>en</strong> hevig over geklaagd is, dat de mis op<br />
schandelijke wijze ontheiligd wordt, gebruikt om geld te verdi<strong>en</strong><strong>en</strong>. Dat is ge<strong>en</strong><br />
verborg<strong>en</strong> zaak, maar dit misbruik is duidelijk zichtbaar in alle heiligdomm<strong>en</strong>, waar<br />
alle<strong>en</strong> voor de opbr<strong>en</strong>gst of <strong>van</strong>wege e<strong>en</strong> legaat miss<strong>en</strong> opgedrag<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Paulus<br />
spreekt dreig<strong>en</strong>de taal tot deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die op onwaardige wijze omgaan met de<br />
eucharistie, wanneer hij zegt: 'Wie dit brood onwaardig eet of de beker <strong>van</strong> de Heer<br />
onwaardig drinkt, maakt zich schuldig aan het lichaam <strong>en</strong> bloed <strong>van</strong> de Heere' (1 Cor.<br />
11 :27). Daarom word<strong>en</strong> de priesters bij ons gewaarschuwd voor deze zonde <strong>en</strong> zijn er<br />
bij ons ge<strong>en</strong> privaatmiss<strong>en</strong>, omdat er bijna ge<strong>en</strong> privaatmiss<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> andere red<strong>en</strong><br />
dan om het geld gehoud<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Van deze misbruik<strong>en</strong> war<strong>en</strong> de bisschopp<strong>en</strong> wel
62<br />
degelijk op de hoogte, <strong>en</strong> als zij die misbruik<strong>en</strong> op tijd hadd<strong>en</strong> gecorrigeerd was er<br />
nu minder verschil <strong>van</strong> m<strong>en</strong>ing. Zij hebb<strong>en</strong> vroeger de og<strong>en</strong> geslot<strong>en</strong>, <strong>en</strong> zo hebb<strong>en</strong> zij<br />
vele kwalijke zak<strong>en</strong> de Kerk binn<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> sluip<strong>en</strong>. Nu het te laat is beginn<strong>en</strong> zij te<br />
jammer<strong>en</strong> over ramp<strong>en</strong> in de Kerk, terwijl deze onrust nerg<strong>en</strong>s anders uit<br />
voortgekom<strong>en</strong> is dan uit die misbruik<strong>en</strong>, die zo duidelijk war<strong>en</strong> dat ze nauwelijks<br />
meer verdrag<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Er zijn grote m<strong>en</strong>ingsverschill<strong>en</strong> over de mis <strong>en</strong> de<br />
sacram<strong>en</strong>t<strong>en</strong> ontstaan, <strong>en</strong> zo moet misschi<strong>en</strong> de hele wereld boete do<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong><br />
dergelijke langdurige ontheiliging <strong>van</strong> de mis, die zij, die daarin verbetering hadd<strong>en</strong><br />
kunn<strong>en</strong> <strong>en</strong> moet<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, zoveel eeuw<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong>. Want in de ti<strong>en</strong><br />
gebod<strong>en</strong> staat geschrev<strong>en</strong>: 'Wie de Naam <strong>van</strong> God misbruikt zal niet ongestraft<br />
blijv<strong>en</strong>' (Ex. 20:7). En <strong>van</strong>af het begin <strong>van</strong> de wereld schijnt ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele zaak zo tot<br />
e<strong>en</strong> geldkwestie te zijn geword<strong>en</strong> als de mis.<br />
Daar kwam de opvatting bij, die de privaatmiss<strong>en</strong> tot in het oneindige deed to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>,<br />
namelijk dat Christus <strong>door</strong> zijn lijd<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oegdo<strong>en</strong>ing verschaft heeft voor de erfzonde,<br />
<strong>en</strong> de mis heeft ingesteld om als offer te di<strong>en</strong><strong>en</strong> voor de dagelijkse overtreding<strong>en</strong>,<br />
zowel voor doodzond<strong>en</strong> als voor andere zond<strong>en</strong>.<br />
Daaruit kwam de algem<strong>en</strong>e opvatting voort, dat de mis e<strong>en</strong> werk is dat de zond<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />
lev<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> dod<strong>en</strong> uitwist, zonder meer <strong>door</strong> het bedi<strong>en</strong><strong>en</strong> er<strong>van</strong>. 24) Daaruit ontstond<br />
de discussie, of e<strong>en</strong> mis die voor vel<strong>en</strong> gelez<strong>en</strong> werd, ev<strong>en</strong>veel baatte als e<strong>en</strong> voor<br />
iedere<strong>en</strong> afzonderlijk gelez<strong>en</strong> mis. Deze discussie veroorzaakte die oneindige<br />
hoeveelheid miss<strong>en</strong>.<br />
Over die opvatting<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> de onz<strong>en</strong> geleerd, dat ze in strijd zijn met de Heilige<br />
Schrift <strong>en</strong> de heerlijkheid <strong>van</strong> het lijd<strong>en</strong> <strong>van</strong> Christus te kort do<strong>en</strong>.<br />
Want het lijd<strong>en</strong> <strong>van</strong> Christus was niet alle<strong>en</strong> het offer <strong>en</strong> de g<strong>en</strong>oegdo<strong>en</strong>ing voor de<br />
erfschuld, maar ook voor alle andere zond<strong>en</strong>, zoals in Hebreeën geschrev<strong>en</strong> staat: 'Wij<br />
zijn e<strong>en</strong>s <strong>en</strong> voor altijd geheiligd <strong>door</strong> het offer <strong>van</strong> het lichaam <strong>van</strong> Christus' (Heb.<br />
10: 10). En ook: 'Door één offer heeft Hij voor eeuwig deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die geheiligd zijn,<br />
heel gemaakt' (Heb. 10: 14).<br />
De Schrift leert ons ook dat wij teg<strong>en</strong>over God gerechtvaardigd zijn <strong>door</strong> het geloof in<br />
Christus. Als het bedi<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>van</strong> de mis zonder meer de zond<strong>en</strong> <strong>van</strong> lev<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> dod<strong>en</strong><br />
uitwist, wordt de rechtvaardigheid ons deel <strong>door</strong> het houd<strong>en</strong> <strong>van</strong> de mis, niet <strong>door</strong> het<br />
geloof, hetge<strong>en</strong> de Schrift niet toelaat.<br />
Maar Christus beveelt de mis te houd<strong>en</strong>, om hem te ged<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. De mis is ingesteld,<br />
opdat het geloof in h<strong>en</strong>, die het sacram<strong>en</strong>t ont<strong>van</strong>g<strong>en</strong>, weer beseft wat voor weldad<strong>en</strong><br />
het <strong>door</strong> Christus heeft ont<strong>van</strong>g<strong>en</strong>, <strong>en</strong> zo het angstige gewet<strong>en</strong> opricht <strong>en</strong> troost. Want<br />
dit is Christus ged<strong>en</strong>k<strong>en</strong>: zijn weldad<strong>en</strong> ged<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, <strong>en</strong> voel<strong>en</strong> dat die werkelijk aan ons<br />
bewez<strong>en</strong> zijn. Het is immers niet g<strong>en</strong>oeg te ged<strong>en</strong>k<strong>en</strong> wat er gebeurd is, dat kunn<strong>en</strong><br />
ook de Jod<strong>en</strong> <strong>en</strong> de goddeloz<strong>en</strong>. Maar de mis moet gehoud<strong>en</strong> word<strong>en</strong> om het<br />
sacram<strong>en</strong>t uit te reik<strong>en</strong> aan dieg<strong>en</strong><strong>en</strong>, die troost nodig hebb<strong>en</strong>, zoals Ambrosius zegt:<br />
'Omdat ik altijd zondig, moet ik altijd e<strong>en</strong> g<strong>en</strong>eesmiddel ont<strong>van</strong>g<strong>en</strong>'.<br />
Omdat de mis bestaat uit het deelhebb<strong>en</strong> aan het sacram<strong>en</strong>t, houdt m<strong>en</strong> bij ons vast<br />
aan één gezam<strong>en</strong>lijke mis, op de verschill<strong>en</strong>de feestdag<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook op andere dag<strong>en</strong>, als<br />
er m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zijn die het sacram<strong>en</strong>t will<strong>en</strong> ont<strong>van</strong>g<strong>en</strong>. In dat geval wordt het aan<br />
deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die erom vrag<strong>en</strong> uitgereikt. En deze gewoonte is niet nieuw in de Kerk. De<br />
kerkvaders voor Gregorius mak<strong>en</strong> immers ge<strong>en</strong> melding <strong>van</strong> privaatmiss<strong>en</strong>, maar over<br />
de gezam<strong>en</strong>lijke mis sprek<strong>en</strong> zij vaak.<br />
Chrysostomus zegt: 'Dagelijks staat de priester bij het altaar, sommig<strong>en</strong> nodigt hij uit<br />
ter communie, ander<strong>en</strong> weert hij af'. En uit de oude kerkelijke verord<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> blijkt dat<br />
er één de mis celebreerde, <strong>van</strong> wie de overige priesters <strong>en</strong> diak<strong>en</strong><strong>en</strong> het lichaam <strong>van</strong> de
63<br />
Heer ontving<strong>en</strong>. Zo luid<strong>en</strong> immers de woord<strong>en</strong> <strong>van</strong> de bepaling <strong>van</strong> Nicéa: 'Lat<strong>en</strong> de<br />
diak<strong>en</strong><strong>en</strong> naar rangorde na de priesters de Heilige Communie <strong>van</strong> de bisschop of <strong>van</strong><br />
de priester ont<strong>van</strong>g<strong>en</strong>'. En Paulus beveelt over de communie dat m<strong>en</strong> op elkaar moet<br />
wacht<strong>en</strong>, opdat m<strong>en</strong> gezam<strong>en</strong>lijk deelneemt (1 Coll. 11 :33).<br />
Aangezi<strong>en</strong> de mis bij ons gehoud<strong>en</strong> wordt naar het voorbeeld <strong>van</strong> de Kerk, gebaseerd<br />
op de Schrift <strong>en</strong> de kerkvaders, vertrouw<strong>en</strong> wij erop dat m<strong>en</strong> er ge<strong>en</strong> aanmerking<strong>en</strong> op<br />
kan hebb<strong>en</strong>, vooral omdat de ceremoniën voor het grootste deel in stand gehoud<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong>.<br />
Alle<strong>en</strong> het aantal miss<strong>en</strong> wijkt af, maar <strong>van</strong>wege de zeer grote <strong>en</strong> overduidelijke<br />
misbruik<strong>en</strong> zou e<strong>en</strong> hervorming hier zeker op zijn plaats zijn. Want vroeger werd zelfs<br />
in de drukste kerk<strong>en</strong> niet dagelijks de mis gehoud<strong>en</strong>, zoals de Historia Tripartita,<br />
boek 9, bewijst: 'In Alexandrië daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> wordt op wo<strong>en</strong>sdag <strong>en</strong> vrijdag uit de<br />
Heilige Schrift gelez<strong>en</strong> <strong>en</strong> geleerd<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> daarover uitleg, <strong>en</strong> dat alles gebeurt zonder<br />
de plechtige viering <strong>van</strong> het misoffer'. 25)<br />
XXV. Over de Biecht<br />
De Biecht is in onze kerk<strong>en</strong> niet afgeschaft. Want m<strong>en</strong> is gewoon het lichaam <strong>van</strong> de<br />
Heer alle<strong>en</strong> uit te reik<strong>en</strong> aan deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die <strong>van</strong> tevor<strong>en</strong> gebiecht <strong>en</strong> absolutie ont<strong>van</strong>g<strong>en</strong><br />
hebb<strong>en</strong>. En het volk wordt zorgvuldig onderwez<strong>en</strong> over het vertrouw<strong>en</strong> op de<br />
absolutie, waarover in vroeger tijd<strong>en</strong> groot stilzwijg<strong>en</strong> heerste. De m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> wordt<br />
geleerd de absolutie zeer hoog te acht<strong>en</strong>, omdat hier Gods stem <strong>en</strong> Gods bevel klinkt.<br />
De sleutelmacht wordt in ere gehoud<strong>en</strong>, <strong>en</strong> er wordt aan herinnerd hoeveel troost die<br />
e<strong>en</strong> angstig gewet<strong>en</strong> sch<strong>en</strong>kt.<br />
Ook wordt eraan herinnerd dat God geloof vraagt, in die zin dat m<strong>en</strong> op de absolutie<br />
vertrouwt alsof het Gods stem is die uit de hemel klinkt. Dat geloof bereikt <strong>en</strong><br />
ont<strong>van</strong>gt waarlijk de vergeving <strong>van</strong> zond<strong>en</strong>. Vroeger werd<strong>en</strong> de g<strong>en</strong>oegdo<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />
mateloos op de voorgrond gesteld, maar het geloof in Christus, Zijn verdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />
rechtvaardigheid uit het geloof werd<strong>en</strong> niet g<strong>en</strong>oemd. Op dat punt treft onze kerk<strong>en</strong><br />
ge<strong>en</strong> blaam. Want zelfs onze teg<strong>en</strong>standers moet<strong>en</strong> wel erk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> dat de leer over de<br />
boetedo<strong>en</strong>ing bij ons zorgvuldig behandeld <strong>en</strong> naar vor<strong>en</strong> gebracht wordt. Maar over<br />
de Biecht wordt geleerd dat e<strong>en</strong> opsomming <strong>van</strong> overtreding<strong>en</strong> niet noodzakelijk is.<br />
Het gewet<strong>en</strong> hoeft zich er niet mee te belast<strong>en</strong> of alle overtreding<strong>en</strong> opgesomd zijn,<br />
omdat het onmogelijk is alle overtreding<strong>en</strong> te noem<strong>en</strong>, zoals de Psalm bewijst: 'Wie<br />
k<strong>en</strong>t de overtreding<strong>en</strong>?' (Ps. 19:13). En Jeremia: 'Het m<strong>en</strong>selijk hart is slecht <strong>en</strong><br />
on<strong>door</strong>grondelijk' (Jer. 17:9). Als de zond<strong>en</strong> niet vergev<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, t<strong>en</strong>zij ze g<strong>en</strong>oemd<br />
zijn, kan het gewet<strong>en</strong> nooit tot rust kom<strong>en</strong>, omdat m<strong>en</strong> zeer veel zond<strong>en</strong> niet beseft of<br />
zich kan herinner<strong>en</strong>.<br />
De oude theolog<strong>en</strong> getuig<strong>en</strong> er ook <strong>van</strong> dat e<strong>en</strong> dergelijke opsomming niet<br />
noodzakelijk is. Want in de Decret<strong>en</strong> wordt Chrysostomus geciteerd, die zegt: 'Ik zeg<br />
niet, dat je je in de op<strong>en</strong>baarheid moet begev<strong>en</strong> <strong>en</strong> jezelf in het bijzijn <strong>van</strong> ander<strong>en</strong><br />
moet beschuldig<strong>en</strong>. Maar ik wil dat je de profeet gehoorzaamt,. die zegt: "Op<strong>en</strong>baar je<br />
do<strong>en</strong> <strong>en</strong> lat<strong>en</strong> voor God". Belijd dus je zond<strong>en</strong> voor God, de ware Rechter, in het<br />
gebed. Noem je overtreding<strong>en</strong> niet met je tong, maar in je gewet<strong>en</strong>, dat ze zich<br />
herinnert'. En de glosse over de boetedo<strong>en</strong>ing, Distinctio 5, in het hoofdstuk<br />
Consideret geeft toe, dat de biechtpraktijk op m<strong>en</strong>selijk recht gebaseerd is. Maar de<br />
Biecht wordt bij ons in stand gehoud<strong>en</strong>, <strong>van</strong>wege de zeer grote zeg<strong>en</strong> <strong>van</strong> de absolutie,<br />
<strong>en</strong> <strong>van</strong>wege alle verdere hulp die het gewet<strong>en</strong> daaruit ont<strong>van</strong>gt.
XXVI. Over het onderscheid der spijz<strong>en</strong><br />
Het was de overtuiging <strong>van</strong> het volk <strong>en</strong> <strong>van</strong> de lerar<strong>en</strong> in de kerk<strong>en</strong> dat het<br />
onderscheid der spijz<strong>en</strong> <strong>en</strong> vergelijkbaar m<strong>en</strong>selijke tradities nuttige werk<strong>en</strong> zijn,<br />
waarmee g<strong>en</strong>ade <strong>en</strong> g<strong>en</strong>oegdo<strong>en</strong>ing voor zond<strong>en</strong> verdi<strong>en</strong>d kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />
Dat de wereld het zo opvatte blijkt uit het feit dat er dagelijks nieuwe ceremoniën,<br />
nieuwe regels, nieuwe feestdag<strong>en</strong> <strong>en</strong> nieuwe vast<strong>en</strong>dag<strong>en</strong> ingesteld werd<strong>en</strong>. De<br />
geleerde her<strong>en</strong> in hun heiligdomm<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> uitgemaakt dat deze werk<strong>en</strong> noodzakelijk<br />
war<strong>en</strong> om de g<strong>en</strong>ade te verdi<strong>en</strong><strong>en</strong>, <strong>en</strong> zij hebb<strong>en</strong> het gewet<strong>en</strong> angst aangejaagd als<br />
m<strong>en</strong> er iets <strong>van</strong> naliet. Door die overtuiging met betrekking tot de tradities zijn<br />
misstand<strong>en</strong> in de Kerk ontstaan.<br />
1. T<strong>en</strong> eerste is de leer over de g<strong>en</strong>ade <strong>en</strong> de rechtvaardigheid uit het geloof<br />
verduisterd, die de kern <strong>van</strong> het E<strong>van</strong>gelie is, <strong>en</strong> die in de Kerk bov<strong>en</strong> alles uit<br />
moet stek<strong>en</strong> <strong>en</strong> op de voorgrond moet tred<strong>en</strong>. Zo kan Christus' verdi<strong>en</strong>ste op<br />
de juiste wijze erk<strong>en</strong>d word<strong>en</strong> <strong>en</strong> het geloof, dat erop vertrouwt dat de zond<strong>en</strong><br />
<strong>van</strong>wege Christus vergev<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, ver bov<strong>en</strong> de werk<strong>en</strong> <strong>en</strong> bov<strong>en</strong> alle andere<br />
manier<strong>en</strong> om God te di<strong>en</strong><strong>en</strong>, gesteld word<strong>en</strong>. Daarom legt Paulus hier ook de<br />
nadruk op, hij ruimt de wet <strong>en</strong> de m<strong>en</strong>selijke tradities uit de weg, om aan te<br />
ton<strong>en</strong> dat de christelijke rechtvaardigheid iets anders is dan wat voor werk<strong>en</strong><br />
ook. Die rechtvaardigheid is namelijk het geloof, dat erop vertrouwt dat wij<br />
<strong>van</strong>wege Christus in g<strong>en</strong>ade aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Die leer <strong>van</strong> Paulus is bijna<br />
helemaal weggedrukt <strong>door</strong> de tradities, die resulteerd<strong>en</strong> in de opvatting dat de<br />
g<strong>en</strong>ade <strong>en</strong> de rechtvaardigheid <strong>door</strong> onderscheid <strong>van</strong> spijz<strong>en</strong> <strong>en</strong> dergelijke<br />
leefregels verdi<strong>en</strong>d moest<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Bij de boetedo<strong>en</strong>ing werd niet over het<br />
geloof gesprok<strong>en</strong>, maar werd<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> werk<strong>en</strong> ter g<strong>en</strong>oegdo<strong>en</strong>ing opgedrag<strong>en</strong>.<br />
M<strong>en</strong> me<strong>en</strong>de dat de hele boetedo<strong>en</strong>ing daaruit bestond.<br />
2. T<strong>en</strong> tweede: Deze tradities hebb<strong>en</strong> Gods voorschrift<strong>en</strong> verduisterd, omdat m<strong>en</strong><br />
aan de tradities verre de voorkeur gaf bov<strong>en</strong> Gods voorschrift<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> me<strong>en</strong>de<br />
dat het christ<strong>en</strong>-zijn geheel bestond uit het in acht nem<strong>en</strong> <strong>van</strong> bepaalde<br />
feestdag<strong>en</strong>, rituel<strong>en</strong>, vast<strong>en</strong>dag<strong>en</strong>, <strong>en</strong> e<strong>en</strong> bepaalde manier <strong>van</strong> kled<strong>en</strong>. Deze<br />
godsdi<strong>en</strong>stige leefregels war<strong>en</strong> verbond<strong>en</strong> met eervolle titels, want zij stond<strong>en</strong><br />
garant voor e<strong>en</strong> geestelijk <strong>en</strong> volmaakt lev<strong>en</strong>. Ondertuss<strong>en</strong> stond<strong>en</strong> Gods<br />
gebod<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> <strong>van</strong> het dagelijks werk totaal niet in aanzi<strong>en</strong>; bijvoorbeeld<br />
dat de vader des huizes zijn kroost opvoedde, dat de moeder kinder<strong>en</strong> baarde,<br />
dat de vorst het land regeerde. Dat soort ding<strong>en</strong> beschouwde m<strong>en</strong> als<br />
wereldlijke <strong>en</strong> onvolmaakte werk<strong>en</strong>, veel minder waard dan die prachtige<br />
godsdi<strong>en</strong>stige leefregels. Die dwaling brak m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> vroom gewet<strong>en</strong><br />
bijna op; ze treurd<strong>en</strong> erover dat ze e<strong>en</strong> onvolmaakt lev<strong>en</strong> moest<strong>en</strong> lijd<strong>en</strong>, in het<br />
huwelijk, in ambt<strong>en</strong> of in andere burgerlijke functies. En ze bewonderd<strong>en</strong><br />
monnik<strong>en</strong> <strong>en</strong> dergelijk<strong>en</strong>, <strong>en</strong> me<strong>en</strong>d<strong>en</strong> abusievelijk dat de leefregels <strong>van</strong><br />
dieg<strong>en</strong><strong>en</strong> God welgevalliger war<strong>en</strong>.<br />
3. T<strong>en</strong> derde: De tradities hebb<strong>en</strong> grote gevar<strong>en</strong> voor het gewet<strong>en</strong> veroorzaakt,<br />
omdat de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zich onmogelijk aan alle tradities kond<strong>en</strong> houd<strong>en</strong>, <strong>en</strong> toch<br />
<strong>van</strong> m<strong>en</strong>ing war<strong>en</strong> dat die leefregels noodzakelijk war<strong>en</strong> om God te di<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />
Gerson schrijft, dat vel<strong>en</strong> aan vertwijfeling t<strong>en</strong> prooi gevall<strong>en</strong> war<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
<strong>en</strong>kel<strong>en</strong> zelfs zelfmoord pleegd<strong>en</strong>, omdat ze me<strong>en</strong>d<strong>en</strong> dat ze niet aan de eis<strong>en</strong><br />
<strong>van</strong> de tradities kond<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>. Ondertuss<strong>en</strong> hoord<strong>en</strong> ze niets over de troost<br />
<strong>van</strong> de rechtvaardigheid uit het geloof <strong>en</strong> over de g<strong>en</strong>ade.<br />
64
65<br />
Wij zi<strong>en</strong> dat de schrijvers <strong>van</strong> Summa's 26) <strong>en</strong> theolog<strong>en</strong> de tradities<br />
verzamel<strong>en</strong> <strong>en</strong> verzachting 27) <strong>van</strong> de regels zoek<strong>en</strong>, om het gewet<strong>en</strong> op te<br />
beur<strong>en</strong>. Maar zij slag<strong>en</strong> daar niet voldo<strong>en</strong>de in, <strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> het gewet<strong>en</strong><br />
ondertuss<strong>en</strong> nog meer in het nauw. De theologische schol<strong>en</strong> <strong>en</strong> de predikers<br />
war<strong>en</strong> zo druk bezig met het verzamel<strong>en</strong> <strong>van</strong> tradities, dat er ge<strong>en</strong> tijd over was<br />
om de Schrift ter hand te nem<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> nuttige leer te zoek<strong>en</strong> over het geloof,<br />
het kruis, de hoop, de waardigheid <strong>van</strong> wereldlijke zak<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de troost voor het<br />
gewet<strong>en</strong> in zware aanvechting<strong>en</strong>. Daarom hebb<strong>en</strong> Gerson 28) <strong>en</strong> andere<br />
theolog<strong>en</strong> ernstig geklaagd dat zij <strong>door</strong> deze twist<strong>en</strong> over tradities verhinderd<br />
werd<strong>en</strong> om zich met belangrijker onderdel<strong>en</strong> <strong>van</strong> de leer bezig te houd<strong>en</strong>.<br />
Augustinus verbiedt het gewet<strong>en</strong> te belad<strong>en</strong> met dergelijke leefregels, <strong>en</strong> hij<br />
maakt Januarius er wijselijk op att<strong>en</strong>t, ‘dat het in acht nem<strong>en</strong> <strong>van</strong> die leefregels<br />
er niet toe doet’. Zo zegt hij het.<br />
Daarom moet m<strong>en</strong> niet d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat de onz<strong>en</strong> zich zomaar of uit haat jeg<strong>en</strong>s de<br />
bisschopp<strong>en</strong> met deze zaak bezig houd<strong>en</strong>, waar sommig<strong>en</strong> ons t<strong>en</strong> onrechte <strong>van</strong><br />
verd<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. Het was dring<strong>en</strong>d noodzakelijk de kerk<strong>en</strong> op die dwaling<strong>en</strong> te wijz<strong>en</strong>, die<br />
ontstaan war<strong>en</strong> <strong>door</strong> e<strong>en</strong> verkeerde opvatting over de tradities.<br />
Want het E<strong>van</strong>gelie dwingt ertoe de leer over de g<strong>en</strong>ade <strong>en</strong> de rechtvaardigheid uit het<br />
geloof steeds in de Kerk aan de orde te stell<strong>en</strong>. Die leer kan echter niet begrep<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> als de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> m<strong>en</strong><strong>en</strong> dat zij de g<strong>en</strong>ade verdi<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>door</strong> zelf gekoz<strong>en</strong> tradities.<br />
Daarom leerd<strong>en</strong> de onz<strong>en</strong> dat we, <strong>door</strong> ons te houd<strong>en</strong> aan m<strong>en</strong>selijke tradities, de<br />
g<strong>en</strong>ade niet kunn<strong>en</strong> verdi<strong>en</strong><strong>en</strong> of g<strong>en</strong>oegdo<strong>en</strong>ing voor de zond<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> verschaff<strong>en</strong>.<br />
Om die red<strong>en</strong> mag m<strong>en</strong> niet <strong>van</strong> m<strong>en</strong>ing zijn dat dergelijke leefregels noodzakelijk<br />
zijn om God te di<strong>en</strong><strong>en</strong>. Zij voeg<strong>en</strong> er bewijz<strong>en</strong> uit de Schrift aan toe. Christus<br />
verontschuldigt in Mattheüs 15 de apostel<strong>en</strong> die zich niet aan de gebruikelijke regels<br />
hield<strong>en</strong>. Die regels behoord<strong>en</strong> tot de niet ess<strong>en</strong>tiële ding<strong>en</strong> <strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> met<br />
reinigingswett<strong>en</strong>. Hij zegt immers: 'Tevergeefs er<strong>en</strong> zij mij met gebod<strong>en</strong> <strong>van</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>'<br />
(Matth. 15:9). Dus eist hij ge<strong>en</strong> nutteloze eredi<strong>en</strong>st. En ev<strong>en</strong> later voegt hij eraan toe:<br />
'Alles wat <strong>door</strong> de mond naar binn<strong>en</strong> gaat maakt de m<strong>en</strong>s niet onrein' (Matth. 15:11).<br />
Hetzelfde in Rom. 14: 'Het koninkrijk Gods bestaat niet in et<strong>en</strong> of drink<strong>en</strong>' Rom.<br />
14:17). Coll. 2: 'Laat niemand jullie beoordel<strong>en</strong> op grond <strong>van</strong> et<strong>en</strong>, drink<strong>en</strong>,<br />
sabbatviering of vast<strong>en</strong>dag<strong>en</strong>' (Coll. 2:16).<br />
Handeling<strong>en</strong> 15 zegt Petrus: 'Waarom stell<strong>en</strong> jullie God op de proef <strong>door</strong> e<strong>en</strong> juk op<br />
de hals <strong>van</strong> de discipel<strong>en</strong> te legg<strong>en</strong>, dat noch wij, noch onze vader<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />
drag<strong>en</strong>? Maar <strong>door</strong> de g<strong>en</strong>ade <strong>van</strong> onze Heere Jezus Christus gelov<strong>en</strong> wij behoud<strong>en</strong> te<br />
word<strong>en</strong>, op dezelfde wijze als zij' (Hand. 15:10). Hier verbiedt Petrus het gewet<strong>en</strong> te<br />
belast<strong>en</strong> met allerlei gebruik<strong>en</strong>, hetzij <strong>van</strong> Mozes, hetzij andere.<br />
1 Timotheüs 4 noemt spijsverbod<strong>en</strong> e<strong>en</strong> duivelse leer, want het is in strijd met het<br />
E<strong>van</strong>gelie zulke werk<strong>en</strong> in te voer<strong>en</strong> of ze te do<strong>en</strong>, om daarmee de g<strong>en</strong>ade te<br />
verdi<strong>en</strong><strong>en</strong>, <strong>en</strong> het zo voor te stell<strong>en</strong> alsof er ge<strong>en</strong> christelijke rechtvaardigheid is buit<strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> dergelijke 'eredi<strong>en</strong>st' (1 Tim. 4: 13). Hier verwijt<strong>en</strong> de teg<strong>en</strong>standers de onz<strong>en</strong>, dat<br />
zij de tuchtiging <strong>en</strong> de versterving <strong>van</strong> het vlees verbied<strong>en</strong>, zoals Jovinianus 29).<br />
Maar m<strong>en</strong> zal in de geschrift<strong>en</strong> <strong>van</strong> de onz<strong>en</strong> iets heel anders aantreff<strong>en</strong>. Zij hebb<strong>en</strong><br />
namelijk altijd over het kruis geleerd, dat de christ<strong>en</strong><strong>en</strong> lijd<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> verdrag<strong>en</strong>. Dat<br />
is de ware, ernstige, <strong>en</strong> niet gesimuleerde versterving: <strong>door</strong> allerlei lijd<strong>en</strong> geoef<strong>en</strong>d <strong>en</strong><br />
met Christus gekruisigd word<strong>en</strong>. Daar komt nog bij dat zij ler<strong>en</strong> dat ieder christ<strong>en</strong> zich<br />
<strong>door</strong> lichamelijke discipline of lichamelijke arbeid <strong>en</strong> oef<strong>en</strong>ing zo moet oef<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> in<br />
toom houd<strong>en</strong>, ,dat verzadiging of luiheid hem niet tot zonde prikkel<strong>en</strong>. Maar niet om
66<br />
<strong>door</strong> die oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> zond<strong>en</strong>vergeving te verdi<strong>en</strong><strong>en</strong> of g<strong>en</strong>oegdo<strong>en</strong>ing voor zond<strong>en</strong><br />
te verkrijg<strong>en</strong>. Op die lichamelijke discipline moet altijd aangedrong<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, niet<br />
alle<strong>en</strong> bij weinig<strong>en</strong> <strong>en</strong> op vastgestelde dag<strong>en</strong>, zoals Christus voorschrijft: 'Pas op, dat<br />
jullie hart niet bezwaard wordt <strong>door</strong> e<strong>en</strong> roes' (Lukas 21 :34). Tev<strong>en</strong>s: 'Dit<br />
duivelsgeslacht kan <strong>door</strong> niets uitgedrev<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, t<strong>en</strong>zij <strong>door</strong> vast<strong>en</strong> <strong>en</strong> gebed'<br />
(Markus 9:29). En Paulus zegt: 'Ik tuchtig mijn lichaam <strong>en</strong> houdt het in bedwang' (1<br />
Cor. 9: 27). Daar toont hij duidelijk aan waarom hij zijn lichaam tuchtigt. Niet om<br />
<strong>door</strong> die discipline vergeving <strong>van</strong> zond<strong>en</strong> te verdi<strong>en</strong><strong>en</strong>, maar om e<strong>en</strong> lichaam te<br />
kwek<strong>en</strong> dat bruikbaar <strong>en</strong> geschikt is voor geestelijke zak<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dat de plicht<strong>en</strong> <strong>van</strong> het<br />
dagelijks werk kan vervull<strong>en</strong>. Daarom wordt niet het vast<strong>en</strong> op zich vervloekt, maar<br />
de tradities die het gewet<strong>en</strong> belast<strong>en</strong> <strong>door</strong> bepaalde dag<strong>en</strong> <strong>en</strong> bepaald voedsel voor te<br />
schrijv<strong>en</strong>, alsof dergelijke werk<strong>en</strong> noodzakelijk zijn om God te di<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />
Bij ons word<strong>en</strong> veel tradities in stand gehoud<strong>en</strong>, zoals de volgorde <strong>van</strong> de lezing<strong>en</strong> in<br />
de mis, feestdag<strong>en</strong> etc., die ertoe bijdrag<strong>en</strong> dat de zak<strong>en</strong> in de Kerk ordelijk verlop<strong>en</strong>.<br />
Maar ondertuss<strong>en</strong> wijz<strong>en</strong> wij de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> erop, dat e<strong>en</strong> dergelijke leefwijze niet<br />
rechtvaardig maakt teg<strong>en</strong>over God, <strong>en</strong> dat m<strong>en</strong> er ge<strong>en</strong> zonde in moet zi<strong>en</strong> als<br />
dergelijke zak<strong>en</strong> zonder problem<strong>en</strong> word<strong>en</strong> weggelat<strong>en</strong>. Deze vrijheid t<strong>en</strong> opzichte<br />
<strong>van</strong> m<strong>en</strong>selijke gebruik<strong>en</strong> was de kerkvaders niet onbek<strong>en</strong>d. Want in het Oost<strong>en</strong> werd<br />
Pas<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> andere tijd dan in Rome gevierd. 3O)<br />
To<strong>en</strong> de Romein<strong>en</strong> <strong>van</strong>wege die ongelijkheid het Oost<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> schisma<br />
beschuldigd<strong>en</strong>, werd<strong>en</strong> zij er <strong>door</strong> ander<strong>en</strong> op gewez<strong>en</strong> dat zulke gewoont<strong>en</strong> niet<br />
overal hetzelfde hoev<strong>en</strong> te zijn. Ir<strong>en</strong>aeus zegt: 'E<strong>en</strong> verschil in vast<strong>en</strong> heft de<br />
e<strong>en</strong>stemmigheid in het geloof niet op'. En in Distinctio 12 wijst paus Gregorius erop<br />
dat e<strong>en</strong> dergelijke verscheid<strong>en</strong>heid de e<strong>en</strong>heid <strong>van</strong> de Kerk ge<strong>en</strong> schade doet. In de<br />
Historia Tripartita zijn veel voorbeeld<strong>en</strong> <strong>van</strong> verschill<strong>en</strong>de gewoontes verzameld, <strong>en</strong><br />
staan deze woord<strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong>: 'Het was niet de bedoeling <strong>van</strong> de apostel<strong>en</strong><br />
feestdag<strong>en</strong> vast te stell<strong>en</strong>, maar vroomheid <strong>en</strong> e<strong>en</strong> goede lev<strong>en</strong>swandel te predik<strong>en</strong>'.<br />
XXVII. Over de kloostergeloft<strong>en</strong><br />
M<strong>en</strong> begrijpt beter wat er bij ons over de kloostergeloft<strong>en</strong> geleerd wordt, als m<strong>en</strong> zich<br />
herinnert, in wat voor staat de kloosters verkeerd<strong>en</strong>, hoeveel er dagelijks gebeurde, dat<br />
teg<strong>en</strong> de kerkelijke voorschrift<strong>en</strong> <strong>van</strong> de kloosters inging.<br />
In de tijd <strong>van</strong> Augustinius war<strong>en</strong> het nog vrije geme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>. Later, to<strong>en</strong> de<br />
discipline overal verslapt was, werd<strong>en</strong> er geloft<strong>en</strong> aan toegevoegd om, als het ware<br />
<strong>door</strong> het bed<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> ge<strong>van</strong>g<strong>en</strong>is, de discipline te herstell<strong>en</strong>.<br />
Langzamerhand zijn aan die geloft<strong>en</strong> veel andere regels toegevoegd. In die boei<strong>en</strong> zijn<br />
vel<strong>en</strong>, teg<strong>en</strong> de voorschrift<strong>en</strong> in, voor de daartoe vastgestelde leeftijd geket<strong>en</strong>d. Vel<strong>en</strong><br />
kwam<strong>en</strong> <strong>door</strong> e<strong>en</strong> vergissing in deze lev<strong>en</strong>sstaat terecht, niet omdat zij niet de juiste<br />
leeftijd hadd<strong>en</strong>, maar omdat zij ge<strong>en</strong> goed oordeel over hun eig<strong>en</strong> kracht<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong>.<br />
Deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die zo in e<strong>en</strong> valstrik terechtgekom<strong>en</strong> war<strong>en</strong>, werd<strong>en</strong> gedwong<strong>en</strong> te blijv<strong>en</strong>,<br />
ook al kond<strong>en</strong> zij <strong>door</strong> e<strong>en</strong> milde toepassing <strong>van</strong> de voorschrift<strong>en</strong> bevrijd word<strong>en</strong>. Dit<br />
gebeurt in vrouw<strong>en</strong>kloosters nog meer dan in mann<strong>en</strong>kloosters, hoewel m<strong>en</strong> met het<br />
zwakke geslacht behoedzamer moet omgaan.<br />
Deze str<strong>en</strong>gheid beviel veel goedgezinde m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> vroeger al niet. Zij zag<strong>en</strong> hoe<br />
meisjes <strong>en</strong> opgroei<strong>en</strong>de jong<strong>en</strong>s <strong>van</strong>wege het lev<strong>en</strong>sonderhoud in kloosters<br />
weggestopt werd<strong>en</strong>. Zij zag<strong>en</strong> ook wat voor ongelukk<strong>en</strong> zo'n besluit met zich<br />
meebracht, wat voor ergernis het tot gevolg had, in wat voor valstrik het gewet<strong>en</strong><br />
terechtkwam. Zij betreurd<strong>en</strong> het dat de autoriteit <strong>van</strong> de kerkelijke voorschrift<strong>en</strong> in<br />
deze hoogst gevaarlijke zaak totaal verwaarloosd <strong>en</strong> geminacht werd. Bij deze
67<br />
kwalijke zak<strong>en</strong> voegde zich nog e<strong>en</strong> zo hoge waardering <strong>van</strong> de geloft<strong>en</strong> dat<br />
monnik<strong>en</strong> uit vroeger tijd er ontstemd over geweest zoud<strong>en</strong> zijn, althans de<br />
verstandig<strong>en</strong> onder h<strong>en</strong>. Zij zeid<strong>en</strong> dat de kloostergelofte gelijk is aan de doop, <strong>en</strong><br />
leerd<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong> <strong>door</strong> deze lev<strong>en</strong>swijze vergeving <strong>van</strong> zond<strong>en</strong> <strong>en</strong> rechtvaardiging<br />
teg<strong>en</strong>over God verdi<strong>en</strong>de. Zij ging<strong>en</strong> zelfs nog verder: met het kloosterlev<strong>en</strong> zou niet<br />
alle<strong>en</strong> rechtvaardigheid teg<strong>en</strong>over God verdi<strong>en</strong>d word<strong>en</strong>, maar meer nog, m<strong>en</strong> zou<br />
hiermee niet alle<strong>en</strong> de gebod<strong>en</strong> vervull<strong>en</strong>, maar ook wat het E<strong>van</strong>gelie vraagt.<br />
Zo overtuigd<strong>en</strong> zij de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> er<strong>van</strong> dat de kloostergelofte veel meer waard was dan<br />
de Doop, <strong>en</strong> dat het kloosterlev<strong>en</strong> verdi<strong>en</strong>stelijker was dan het lev<strong>en</strong> <strong>van</strong> regeerders,<br />
geestelijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> ander<strong>en</strong>, die zonder zelf verzonn<strong>en</strong> verplichting<strong>en</strong> in overe<strong>en</strong>stemming<br />
met Gods gebod<strong>en</strong> in hun beroep lev<strong>en</strong>. Zij kunn<strong>en</strong> hier niets <strong>van</strong> ontk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, het staat<br />
immers in hun boek<strong>en</strong>.<br />
Wat gebeurde er vervolg<strong>en</strong>s in de kloosters? Vroeger war<strong>en</strong> het schol<strong>en</strong> waar de<br />
Heilige Schrift <strong>en</strong> andere zak<strong>en</strong>, die nuttig voor de Kerk zijn, onderwez<strong>en</strong> werd<strong>en</strong>, <strong>en</strong><br />
kwam<strong>en</strong> priesters <strong>en</strong> bisschopp<strong>en</strong> daar <strong>van</strong>daan. Nu gaat het anders toe, maar dat is zo<br />
bek<strong>en</strong>d dat het niet verteld hoeft te word<strong>en</strong>. Vroeger kwam<strong>en</strong> ze in het klooster bije<strong>en</strong><br />
om te ler<strong>en</strong>, nu verbeeld<strong>en</strong> ze zich dat het e<strong>en</strong> manier <strong>van</strong> lev<strong>en</strong> is, die ingesteld is om<br />
g<strong>en</strong>ade <strong>en</strong> rechtvaardigheid te verwerv<strong>en</strong>. Ze verkondig<strong>en</strong> zelfs dat het de volmaakte<br />
manier <strong>van</strong> lev<strong>en</strong> is, <strong>en</strong> gev<strong>en</strong> daar verre de voorkeur aan bov<strong>en</strong> alle andere manier<strong>en</strong><br />
<strong>van</strong> lev<strong>en</strong> die God ingesteld heeft.<br />
Wij hebb<strong>en</strong> dit opgesomd zonder <strong>en</strong>ige hatelijke overdrijving, alle<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> beter<br />
begrip <strong>van</strong> de leer <strong>van</strong> de onz<strong>en</strong> in deze zaak.<br />
T<strong>en</strong> eerste: Zij ler<strong>en</strong> over dieg<strong>en</strong><strong>en</strong>, die e<strong>en</strong> huwelijk sluit<strong>en</strong>, dat het all<strong>en</strong> die niet<br />
geschikt zijn voor het celibaat toegestaan is te trouw<strong>en</strong>, omdat geloft<strong>en</strong> de ord<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> gebod<strong>en</strong> <strong>van</strong> God niet op kunn<strong>en</strong> heff<strong>en</strong>. Dit is immers God gebod: 'Met het oog op<br />
hoererij moet ieder zijn eig<strong>en</strong> vrouw hebb<strong>en</strong>' (1 Cor. 7:2). Niet alle<strong>en</strong> het gebod, maar<br />
ook Gods schepping <strong>en</strong> de ord<strong>en</strong>ing daarin dwing<strong>en</strong> dieg<strong>en</strong><strong>en</strong>, die niet <strong>door</strong> e<strong>en</strong><br />
bijzondere gave <strong>van</strong> God uitgezonderd zijn, tot het huwelijk. Zoals er staat: 'Het is niet<br />
goed dat de m<strong>en</strong>s alle<strong>en</strong> is' (G<strong>en</strong>. 2: 18). Daarom zondig<strong>en</strong> deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die Gods gebod<br />
<strong>en</strong> ord<strong>en</strong>ing gehoorzam<strong>en</strong>, niet.<br />
Wat kan m<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> deze opvatting inbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>? M<strong>en</strong> kan de verplichting <strong>van</strong> de gelofte<br />
verheerlijk<strong>en</strong>, zoveel m<strong>en</strong> wil, maar m<strong>en</strong> kan niet bereik<strong>en</strong> dat de gelofte Gods gebod<br />
opheft. De kerkelijke voorschrift<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> dat bij elke gelofte e<strong>en</strong> uitzondering wordt<br />
gemaakt voor het recht <strong>van</strong> e<strong>en</strong> hoger persoon. Hoeveel minder tell<strong>en</strong> die geloft<strong>en</strong> dan<br />
teg<strong>en</strong>over Gods gebod<strong>en</strong>.<br />
Als er ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele mogelijkheid was geweest om de plicht<strong>en</strong>, verbond<strong>en</strong> aan de<br />
gelofte, op te heff<strong>en</strong>, dan hadd<strong>en</strong> de paus<strong>en</strong> nooit disp<strong>en</strong>satie kunn<strong>en</strong> verl<strong>en</strong><strong>en</strong>. Want<br />
ge<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s mag e<strong>en</strong> verplichting, die tot het goddelijk recht behoort, ongedaan mak<strong>en</strong>.<br />
Maar de paus<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, zeer verstandig, geoordeeld dat bij deze verplichting<br />
mildheid betracht moet word<strong>en</strong>. Daarom wordt dikwijls melding gemaakt <strong>van</strong><br />
disp<strong>en</strong>saties. Bek<strong>en</strong>d is immers het verhaal <strong>van</strong> de koning <strong>van</strong> Aragon, die uit het<br />
klooster teruggeroep<strong>en</strong> werd, <strong>en</strong> er zijn ook voorbeeld<strong>en</strong> uit onze tijd.<br />
Vervolg<strong>en</strong>s, waarom legg<strong>en</strong> onze teg<strong>en</strong>standers de nadruk op de verplichting <strong>en</strong> de<br />
consequ<strong>en</strong>ties <strong>van</strong> de gelofte, wanneer ze ondertuss<strong>en</strong> zwijg<strong>en</strong> over de voorwaard<strong>en</strong><br />
<strong>van</strong> de gelofte, namelijk dat deze betrekking moet hebb<strong>en</strong> op iets dat mogelijk is, <strong>en</strong><br />
vrijwillig moet zijn, uit eig<strong>en</strong> motivatie <strong>en</strong> overweging<strong>en</strong>. Het is toch bek<strong>en</strong>d hoe<br />
weinig de m<strong>en</strong>s in staat is tot eeuwigdur<strong>en</strong>de kuisheid. En hoe weinig <strong>en</strong> do<strong>en</strong> de<br />
gelofte uit eig<strong>en</strong> motivatie <strong>en</strong> overweging<strong>en</strong>.
68<br />
Jonge meisjes <strong>en</strong> opgroei<strong>en</strong>de jong<strong>en</strong>s word<strong>en</strong>, voor ze erover kunn<strong>en</strong> oordel<strong>en</strong>,<br />
overgehaald <strong>en</strong> soms zelfs gedwong<strong>en</strong> de gelofte af te legg<strong>en</strong>. Daarom is het niet<br />
billijk zo str<strong>en</strong>g over de verplichting <strong>van</strong> de gelofte te sprek<strong>en</strong>, want iedere<strong>en</strong> moet<br />
toegev<strong>en</strong> dat het teg<strong>en</strong> de aard <strong>van</strong> de gelofte ingaat, dat deze niet uit eig<strong>en</strong> motivatie<br />
<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> overweging<strong>en</strong> afgelegd wordt. Zeer veel kerkelijke voorschrift<strong>en</strong> verklar<strong>en</strong><br />
beloft<strong>en</strong> vóór het 15e jaar gedaan ongeldig, omdat m<strong>en</strong> op die leeftijd niet in staat is te<br />
oordel<strong>en</strong> hoe m<strong>en</strong> zijn hele lev<strong>en</strong> wil <strong>door</strong>br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> ander voorschrift, dat nog<br />
meer rek<strong>en</strong>ing houdt met de m<strong>en</strong>selijke zwakheid, voegt daar e<strong>en</strong> paar jaar aan toe, <strong>en</strong><br />
verbiedt e<strong>en</strong> gelofte te do<strong>en</strong> voor het 18e jaar. Welk voorschrift moet<strong>en</strong> we volg<strong>en</strong>? In<br />
ieder geval heeft het grootste deel red<strong>en</strong> om de kloosters te verlat<strong>en</strong>, omdat zeer vel<strong>en</strong><br />
voor deze leeftijd de gelofte afgelegd hebb<strong>en</strong>.<br />
T<strong>en</strong>slotte, ook al zou er sprake zijn <strong>van</strong> e<strong>en</strong> afkeur<strong>en</strong>swaardige sch<strong>en</strong>ding <strong>van</strong> e<strong>en</strong><br />
gelofte, dan zou daar nog niet direct uit volg<strong>en</strong>, dat het huwelijk <strong>van</strong> de betreff<strong>en</strong>de<br />
person<strong>en</strong> ontbond<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong>. Want Augustinus zegt dat het niet ontbond<strong>en</strong> moet<br />
word<strong>en</strong> (Causa 27, Quaestio I, het hoofdstuk Nuptiarum) <strong>en</strong> zijn uitspraak is<br />
gezaghebb<strong>en</strong>d, ook al hebb<strong>en</strong> ander<strong>en</strong> na hem anders geoordeeld.<br />
Hoewel Gods gebod over het huwelijk zeer vel<strong>en</strong> bevrijdt <strong>van</strong> hun geloft<strong>en</strong>, voer<strong>en</strong> de<br />
onz<strong>en</strong> nog e<strong>en</strong> ander argum<strong>en</strong>t aan waarom de geloft<strong>en</strong> ongeldig zijn. Alle manier om<br />
God te di<strong>en</strong><strong>en</strong>, die <strong>door</strong> de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zonder bevel <strong>van</strong> God ingevoerd <strong>en</strong> bedacht zijn<br />
om rechtvaardigheid <strong>en</strong> g<strong>en</strong>ade te verwerv<strong>en</strong>, zijn goddeloos, zoals Christus zegt:<br />
'Tevergeefs er<strong>en</strong> zij mij met gebod<strong>en</strong> <strong>van</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>' (Matth. 15:9). En Paulus leert<br />
overal dat de rechtvaardigheid niet gezocht moet word<strong>en</strong> in onze leefregels <strong>en</strong><br />
voorschrift<strong>en</strong> om God te di<strong>en</strong><strong>en</strong>, die <strong>door</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> bedacht zijn. Maar hij leert dat de<br />
rechtvaardigheid dieg<strong>en</strong><strong>en</strong> t<strong>en</strong> deel valt, die gelov<strong>en</strong> dat zij <strong>van</strong>wege Christus <strong>door</strong><br />
God in g<strong>en</strong>ade geaccepteerd word<strong>en</strong>.<br />
Het is bek<strong>en</strong>d dat de monnik<strong>en</strong> geleerd hebb<strong>en</strong> dat de verzonn<strong>en</strong> godsdi<strong>en</strong>stige<br />
voorschrift<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oegdo<strong>en</strong>ing verschaff<strong>en</strong> voor de zonde, <strong>en</strong> dat m<strong>en</strong> daarmee g<strong>en</strong>ade<br />
<strong>en</strong> rechtvaardigheid verdi<strong>en</strong>t. Wat is dat anders dan afbreuk do<strong>en</strong> aan Christus' eer, <strong>en</strong><br />
de rechtvaardigheid <strong>door</strong> het geloof verdonkereman<strong>en</strong> <strong>en</strong> ontk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>? Daaruit volgt<br />
dat de gebruikelijke geloft<strong>en</strong> goddeloze poging<strong>en</strong> zijn om God te di<strong>en</strong><strong>en</strong>, <strong>en</strong> daarom<br />
zijn ze ongeldig. Want e<strong>en</strong> goddeloze gelofte, teg<strong>en</strong> Gods gebod in gedaan, heeft ge<strong>en</strong><br />
waarde, <strong>en</strong> e<strong>en</strong> gelofte mag nooit tot iets zondigs verplicht<strong>en</strong>, zoals de kerkelijke<br />
voorschrift<strong>en</strong> luid<strong>en</strong>. Paulus zegt: 'Jullie zijn los <strong>van</strong> Christus, als jullie <strong>door</strong> de wet<br />
gerechtigheid verwacht<strong>en</strong>; buit<strong>en</strong> de g<strong>en</strong>ade staan jullie' (Gal. 5:4). Deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die <strong>door</strong><br />
geloft<strong>en</strong> rechtvaardigheid verwacht<strong>en</strong> zijn dus los <strong>van</strong> Christus, <strong>en</strong> staan buit<strong>en</strong> de<br />
g<strong>en</strong>ade. Want zij die de rechtvaardiging verbind<strong>en</strong> aan geloft<strong>en</strong>, verbind<strong>en</strong> aan hun<br />
eig<strong>en</strong> werk<strong>en</strong> datg<strong>en</strong>e wat alle<strong>en</strong> Gods eer toekomt.<br />
M<strong>en</strong> kan ook niet ontk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> dat de monnik<strong>en</strong> geleerd hebb<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong> zich <strong>door</strong><br />
geloft<strong>en</strong> <strong>en</strong> leefregels kan rechtvaardig<strong>en</strong> <strong>en</strong> vergeving <strong>van</strong> zond<strong>en</strong> kan verdi<strong>en</strong><strong>en</strong>. Zij<br />
hebb<strong>en</strong> er zelfs nog iets dwazers aan toegevoegd: zij beroem<strong>en</strong> zich erop dat zij hun<br />
werk<strong>en</strong> aan ander<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> toedel<strong>en</strong>. Als iemand uit haat zou will<strong>en</strong> overdrijv<strong>en</strong> zou<br />
hij hier heel wat stof kunn<strong>en</strong> verzamel<strong>en</strong>. Zak<strong>en</strong> waar de monnik<strong>en</strong> zich nu zelf ook<br />
voor scham<strong>en</strong>! Daar komt nog bij dat zij de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> er<strong>van</strong> overtuigd<strong>en</strong> dat de<br />
verzonn<strong>en</strong> godsdi<strong>en</strong>stige voorschrift<strong>en</strong> e<strong>en</strong> volmaakt christelijk lev<strong>en</strong> inhield<strong>en</strong>.<br />
Betek<strong>en</strong>t dat niet de rechtvaardiging toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> aan de werk<strong>en</strong>? Het is ge<strong>en</strong> gering<br />
schandaal in de Kerk, wanneer m<strong>en</strong> het volk e<strong>en</strong> bepaalde, <strong>door</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> verzonn<strong>en</strong><br />
lev<strong>en</strong>swijze zonder gebod <strong>van</strong> God voorschrijft, <strong>en</strong> leert dat e<strong>en</strong> dergelijke<br />
lev<strong>en</strong>swijze de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> rechtvaardigt. Want de rechtvaardigheid <strong>door</strong> het geloof, die in<br />
de Kerk vóór alles verkondigd moet word<strong>en</strong>, wordt verdonkeremaand wanneer die
69<br />
wonderbaarlijke, <strong>en</strong>gelachtige godsdi<strong>en</strong>stige voorschrift<strong>en</strong>, het simuler<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />
armoede <strong>en</strong> nederigheid, <strong>en</strong> het celibaat de og<strong>en</strong> <strong>van</strong> de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> verblind<strong>en</strong>. Voorts<br />
word<strong>en</strong> de gebod<strong>en</strong> <strong>van</strong> God <strong>en</strong> de ware godsdi<strong>en</strong>st verduisterd, wanneer de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />
hor<strong>en</strong> dat alle<strong>en</strong> monnik<strong>en</strong> in staat zijn volmaakt te lev<strong>en</strong>.<br />
Want de christelijke volmaaktheid is God werkelijk vrez<strong>en</strong>, <strong>en</strong> tegelijk e<strong>en</strong> groot<br />
geloof hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> er <strong>van</strong>wege Christus op vertrouw<strong>en</strong> dat we e<strong>en</strong> g<strong>en</strong>adige God<br />
hebb<strong>en</strong>, deze God om hulp vrag<strong>en</strong>, <strong>en</strong> die hulp zeker verwacht<strong>en</strong> in alle zak<strong>en</strong><br />
waarvoor we in ons beroep verantwoordelijk zijn, ondertuss<strong>en</strong> naar buit<strong>en</strong> toe ijverig<br />
goede werk<strong>en</strong> do<strong>en</strong> <strong>en</strong> ons beroep goed uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong>. Daarin ligt de werkelijke<br />
volmaaktheid <strong>en</strong> de ware Godsverering, niet in het celibaat of in het bedel<strong>en</strong> <strong>en</strong> het<br />
kleed <strong>van</strong> de armoede. Maar het volk neemt veel verderfelijke opvatting<strong>en</strong> over <strong>door</strong><br />
die valse lofzang<strong>en</strong> op het kloosterlev<strong>en</strong>.<br />
M<strong>en</strong> hoort het celibaat mateloos prijz<strong>en</strong>, daarom leeft m<strong>en</strong> met bezwaard gewet<strong>en</strong> in<br />
het huwelijk. M<strong>en</strong> hoort dat alle<strong>en</strong> de bedelaars volmaakt zijn, daarom behoudt m<strong>en</strong><br />
met bezwaard gewet<strong>en</strong> zijn bezitting<strong>en</strong>, <strong>en</strong> gaat m<strong>en</strong> er met bezwaard gewet<strong>en</strong> mee<br />
om. M<strong>en</strong> hoort dat het e<strong>en</strong> E<strong>van</strong>gelische aanbeveling is ge<strong>en</strong> wraak te nem<strong>en</strong>. Daarom<br />
aarzel<strong>en</strong> sommig<strong>en</strong> in hun privé-lev<strong>en</strong> niet om zich te wrek<strong>en</strong>. Zij hor<strong>en</strong> immers dat<br />
het afzi<strong>en</strong> <strong>van</strong> wraak slechts e<strong>en</strong> aanbeveling is, ge<strong>en</strong> gebod.<br />
Ander<strong>en</strong> daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> dwal<strong>en</strong> nog meer, zij m<strong>en</strong><strong>en</strong> dat alle burgerlijke ambt<strong>en</strong> <strong>en</strong> tak<strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> christ<strong>en</strong> onwaardig zijn, <strong>en</strong> in teg<strong>en</strong>spraak zijn met wat het E<strong>van</strong>gelie aanbeveelt.<br />
M<strong>en</strong> leest over m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die het huwelijk <strong>en</strong> het staatsbestuur liet<strong>en</strong> voor wat het was,<br />
<strong>en</strong> zich in kloosters verborg<strong>en</strong>. Dit noemd<strong>en</strong> ze: de wereld ontvlucht<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> heilige<br />
manier <strong>van</strong> lev<strong>en</strong> zoek<strong>en</strong>. Zij zag<strong>en</strong> niet in dat God gedi<strong>en</strong>d moet word<strong>en</strong> naar die<br />
gebod<strong>en</strong>, die Hij zelf opgedrag<strong>en</strong> heeft, <strong>en</strong> niet naar de gebod<strong>en</strong> die m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />
verzonn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> goede <strong>en</strong> volmaakte manier <strong>van</strong> lev<strong>en</strong> is die, waarbij m<strong>en</strong><br />
Gods gebod eerbiedigt. Het is noodzakelijk de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> dat duidelijk te mak<strong>en</strong>.<br />
Al vóór onze tijd keurde Gerson de dwaling <strong>van</strong> de monnik<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />
volmaaktheid af, <strong>en</strong> hij verklaart dat de gedachte dat het monnik<strong>en</strong>lev<strong>en</strong> de volmaakte<br />
lev<strong>en</strong>sstaat zou zijn, to<strong>en</strong> e<strong>en</strong> nieuwigheid was. Er klev<strong>en</strong> zoveel goddeloze<br />
opvatting<strong>en</strong> aan de kloostergeloft<strong>en</strong>: ze zoud<strong>en</strong> rechtvaardig mak<strong>en</strong>, ze zoud<strong>en</strong> de<br />
christelijke volmaaktheid betek<strong>en</strong><strong>en</strong>, de monnik<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> zich aan de gebod<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
aanbeveling<strong>en</strong> <strong>van</strong> het E<strong>van</strong>gelie houd<strong>en</strong>, zij zoud<strong>en</strong> overtollige goede werk<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />
do<strong>en</strong>. Al deze ding<strong>en</strong> zijn verkeerd <strong>en</strong> onzinnig, <strong>en</strong> mak<strong>en</strong> dat de geloft<strong>en</strong> niet geld<strong>en</strong>.<br />
XXVIII. Over de kerkelijke macht<br />
Vroeger hebb<strong>en</strong> er grote discussies plaatsgevond<strong>en</strong> over de macht <strong>van</strong> de bisschopp<strong>en</strong>,<br />
waarbij vel<strong>en</strong> de kerkelijke macht <strong>en</strong> de macht <strong>van</strong> het zwaard verm<strong>en</strong>gd<strong>en</strong>, met alle<br />
nadelige gevolg<strong>en</strong> <strong>van</strong> di<strong>en</strong>. Uit die verm<strong>en</strong>ging zijn grote oorlog<strong>en</strong> <strong>en</strong> onlust<strong>en</strong><br />
voortgekom<strong>en</strong>. Want de bisschopp<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, steun<strong>en</strong>d op hun kerkelijke macht, de<br />
'macht der sleutel<strong>en</strong>' , niet alle<strong>en</strong> nieuwe manier<strong>en</strong> <strong>van</strong> Godsverering ingevoerd, <strong>en</strong> het<br />
gewet<strong>en</strong> bezwaard <strong>door</strong> uitzondering<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> voor bepaalde gevall<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>door</strong><br />
gewelddadige excommunicatie. Maar zij probeerd<strong>en</strong> ook de wereldlijke macht te<br />
verl<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> de keizer zijn Rijk te ontnem<strong>en</strong>.<br />
Deze fout<strong>en</strong> zijn allang geled<strong>en</strong> afgekeurd <strong>door</strong> vrome <strong>en</strong> geleerde mann<strong>en</strong> in de<br />
Kerk. Daarom wist<strong>en</strong> de onz<strong>en</strong> zich gedwong<strong>en</strong>, terwille <strong>van</strong> het juiste, het gewet<strong>en</strong><br />
bevrijd<strong>en</strong>de onderricht, het verschil tuss<strong>en</strong> kerkelijke macht <strong>en</strong> de macht <strong>van</strong> het<br />
zwaard aan te ton<strong>en</strong>. Zij leerd<strong>en</strong> dat beid<strong>en</strong> omwille <strong>van</strong> Gods gebod<strong>en</strong> geëerbiedigd<br />
<strong>en</strong> in ere gehoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als de beste gav<strong>en</strong> Gods op aarde. Zij zijn <strong>van</strong><br />
m<strong>en</strong>ing dat de sleutelmacht, dat is de macht <strong>van</strong> de bisschopp<strong>en</strong>, volg<strong>en</strong>s het
70<br />
E<strong>van</strong>gelie de macht of de opdracht <strong>van</strong> God is om het E<strong>van</strong>gelie te verkondig<strong>en</strong>,<br />
zond<strong>en</strong> wel of niet te vergev<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de sacram<strong>en</strong>t<strong>en</strong> uit te del<strong>en</strong>. Want met deze<br />
opdracht zond Christus de apostel<strong>en</strong> uit: 'Zoals de Vader mij gezond<strong>en</strong> heeft, zo z<strong>en</strong>d<br />
ik jullie. Ont<strong>van</strong>gt de Heilige Geest: wie jullie de zond<strong>en</strong> vergev<strong>en</strong>, die zijn ze<br />
vergev<strong>en</strong>; wie jullie ze toerek<strong>en</strong><strong>en</strong>, die zijn ze toegerek<strong>en</strong>d' (Joh. 20:23). En Markus<br />
16: 'Gaat he<strong>en</strong>, verkondigt het E<strong>van</strong>gelie aan alle schepsel<strong>en</strong>' (Markus 16:15).<br />
Deze macht wordt alle<strong>en</strong> uitgeoef<strong>en</strong>d <strong>door</strong> het E<strong>van</strong>gelie te ler<strong>en</strong> <strong>en</strong> te verkondig<strong>en</strong>,<br />
<strong>en</strong> <strong>door</strong> de sacram<strong>en</strong>t<strong>en</strong> uit te del<strong>en</strong>, aan vel<strong>en</strong> of aan weinig<strong>en</strong>, overe<strong>en</strong>komstig de<br />
roeping (tot het ambt). Want daarmee word<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> lichamelijke zak<strong>en</strong>, maar eeuwige,<br />
zoals de Heilige Geest <strong>en</strong> het eeuwige lev<strong>en</strong>, geschonk<strong>en</strong>. Daaraan kan m<strong>en</strong> alle<strong>en</strong><br />
deel hebb<strong>en</strong> <strong>door</strong> de di<strong>en</strong>st <strong>van</strong> het Woord <strong>en</strong> de sacram<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, zoals Paulus zegt: 'Het<br />
E<strong>van</strong>gelie is e<strong>en</strong> kracht <strong>van</strong> God tot behoud voor e<strong>en</strong> ieder die gelooft' (Rom. 1:16).<br />
En Psalm 118: 'Uw belofte maakt mij lev<strong>en</strong>d' (Ps. 119:50).<br />
Omdat de kerkelijke macht eeuwige zak<strong>en</strong> sch<strong>en</strong>kt, <strong>en</strong> slechts uitgeoef<strong>en</strong>d wordt <strong>door</strong><br />
de di<strong>en</strong>st <strong>van</strong> het Woord, verhindert deze het politieke bestuur niet, net zo min als de<br />
zangkunst dat doet. In de politiek gaat het om andere zak<strong>en</strong> dan in het E<strong>van</strong>gelie. De<br />
overheid beschermt niet de ziel, maar het lichaam <strong>en</strong> aardse zak<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> duidelijk<br />
onrecht, <strong>en</strong> regeert de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met het zwaard <strong>en</strong> met lichamelijke straff<strong>en</strong>. Het<br />
E<strong>van</strong>gelie beschermt de ziel teg<strong>en</strong> goddeloze opvatting<strong>en</strong>, teg<strong>en</strong> de duivel <strong>en</strong> de<br />
eeuwige dood.<br />
Daarom moet<strong>en</strong> de kerkelijke <strong>en</strong> de wereldlijke macht niet verm<strong>en</strong>gd word<strong>en</strong>. De<br />
kerkelijke macht heeft de opdracht het E<strong>van</strong>gelie te predik<strong>en</strong> <strong>en</strong> de sacram<strong>en</strong>t<strong>en</strong> uit te<br />
del<strong>en</strong>. Deze macht di<strong>en</strong>t zich niet op e<strong>en</strong> vreemde taak te stort<strong>en</strong>, mag ge<strong>en</strong><br />
wereldlijke macht verdel<strong>en</strong>, mag ge<strong>en</strong> wett<strong>en</strong> <strong>van</strong> de overheid afschaff<strong>en</strong>, noch de<br />
daaraan verschuldigde gehoorzaamheid opheff<strong>en</strong>. Deze macht di<strong>en</strong>t ge<strong>en</strong> oordeel te<br />
verhinder<strong>en</strong> over burgerlijke regeling<strong>en</strong> of contract<strong>en</strong>, <strong>en</strong> mag de overheid ge<strong>en</strong><br />
voorschrift<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> voor de inrichting <strong>van</strong> de staat. Christus zegt immers: 'Mijn rijk is<br />
niet <strong>van</strong> deze wereld' (Joh. 18:36). Ook: 'Wie heeft Mij tot rechter of scheidsman<br />
tuss<strong>en</strong> jullie aangesteld?' (Lukas 12: 14). En Paulus zegt in Phil. 3: 'Wij zijn burgers<br />
<strong>van</strong> e<strong>en</strong> rijk in de hemel<strong>en</strong>' (Phil. 3:20). 2 Cor. 10: 'Maar de wap<strong>en</strong>s <strong>van</strong> onze<br />
veldtocht zijn niet vleselijk, maar krachtig voor God tot het slecht<strong>en</strong> <strong>van</strong> bolwerk<strong>en</strong><br />
etc.' (2 Cor. 10:4). Op deze manier onderscheid<strong>en</strong> de onz<strong>en</strong> de tak<strong>en</strong> <strong>van</strong> beide<br />
macht<strong>en</strong> <strong>en</strong> zij bevel<strong>en</strong> beid<strong>en</strong> te eerbiedig<strong>en</strong> <strong>en</strong> te erk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, dat beid<strong>en</strong> e<strong>en</strong> gesch<strong>en</strong>k<br />
<strong>en</strong> e<strong>en</strong> weldaad <strong>van</strong> God zijn.<br />
Voor zover de bisschopp<strong>en</strong> de macht <strong>van</strong> het zwaard hebb<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> zij die niet als<br />
bisschopp<strong>en</strong>, in opdracht <strong>van</strong> het E<strong>van</strong>gelie, maar op grond <strong>van</strong> m<strong>en</strong>selijk recht,<br />
gegev<strong>en</strong> <strong>door</strong> koning<strong>en</strong> <strong>en</strong> keizers tot het burgerlijk beheer <strong>van</strong> hun bezitting<strong>en</strong>. Dat is<br />
e<strong>en</strong> andere functie dan de di<strong>en</strong>st <strong>van</strong> het E<strong>van</strong>gelie. Wanneer daarom naar de<br />
jurisdictie <strong>van</strong> de bisschopp<strong>en</strong> gevraagd wordt, moet onderscheid gemaakt word<strong>en</strong><br />
tuss<strong>en</strong> het burgerlijk bestuur <strong>en</strong> de kerkelijke jurisdictie. Volg<strong>en</strong>s het E<strong>van</strong>gelie, of,<br />
zoals m<strong>en</strong> zegt, naar goddelijk recht, komt deze jurisdictie de bisschopp<strong>en</strong> toe, als<br />
dieg<strong>en</strong><strong>en</strong> aan wie de di<strong>en</strong>st <strong>van</strong> Woord <strong>en</strong> sacram<strong>en</strong>t toevertrouwd is. Zij hebb<strong>en</strong> de<br />
macht om zond<strong>en</strong> te vergev<strong>en</strong>, leer die afwijkt <strong>van</strong> het E<strong>van</strong>gelie te verwerp<strong>en</strong>,<br />
goddeloz<strong>en</strong>, <strong>van</strong> wie de goddeloosheid bek<strong>en</strong>d is, <strong>van</strong> de kerkelijke geme<strong>en</strong>schap uit<br />
te sluit<strong>en</strong>, niet op grond <strong>van</strong> m<strong>en</strong>selijk gezag, maar op gezag <strong>van</strong> het Woord. In deze<br />
zak<strong>en</strong> zijn de kerk<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oodzaakt op grond <strong>van</strong> goddelijk recht de bisschopp<strong>en</strong><br />
gehoorzaamheid te bewijz<strong>en</strong>, volg<strong>en</strong>s de uitspraak: 'Wie jullie hoort, hoort Mij' (Lukas<br />
10:16). Maar wanneer zij iets ler<strong>en</strong> of vaststell<strong>en</strong> dat in strijd is met het E<strong>van</strong>gelie,<br />
hebb<strong>en</strong> de kerk<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bevel <strong>van</strong> God, dat h<strong>en</strong> verbiedt te gehoorzam<strong>en</strong>. Mt. 7:'Hoedt
71<br />
jullie voor valse profet<strong>en</strong>' (Matth. 7: 15). Gal. 1: 'Als e<strong>en</strong> <strong>en</strong>gel uit de hemel jullie<br />
e<strong>en</strong> ander E<strong>van</strong>gelie zou verkondig<strong>en</strong>, hij zij vervloekt' (Gal. 1:8). 2 Cor. 13: 'Wij<br />
vermog<strong>en</strong> niets teg<strong>en</strong> de waarheid, maar wel voor de waarheid' (2 Cor 13:8). En ook:<br />
‘De macht is ons gegev<strong>en</strong> om te bouw<strong>en</strong>, niet om te verwoest<strong>en</strong>' (2 Cor 13:19). Zo<br />
schrijv<strong>en</strong> ook de kerkelijke wett<strong>en</strong> voor. (Causa 11, Quaestio VII, de hoofdstukk<strong>en</strong><br />
Sacerdotes <strong>en</strong> Oves). En Augustinus zegt in zijn brief teg<strong>en</strong> Petilianus: 'M<strong>en</strong> hoeft het<br />
niet e<strong>en</strong>s te zijn met de katholiek<strong>en</strong>, wanneer zij zich erg<strong>en</strong>s in bisschopp<strong>en</strong> vergiss<strong>en</strong><br />
of iets ler<strong>en</strong> dat in strijd is met de canonieke Schrift<strong>en</strong>' .<br />
Voor zover de bisschopp<strong>en</strong> e<strong>en</strong> andere macht of jurisdictie hebb<strong>en</strong> om bepaalde zak<strong>en</strong><br />
te berecht<strong>en</strong>, bijvoorbeeld huwelijkszak<strong>en</strong> of de heffing <strong>van</strong> de ti<strong>en</strong>d<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> zij die<br />
macht op grond <strong>van</strong> m<strong>en</strong>selijk recht. En waar ge<strong>en</strong> bisschopp<strong>en</strong> meer zijn, zijn de<br />
vorst<strong>en</strong> ertoe verplicht, desnoods teg<strong>en</strong> wil <strong>en</strong> dank, over hun onderdan<strong>en</strong> recht te<br />
sprek<strong>en</strong>, om de op<strong>en</strong>bare vrede in stand te houd<strong>en</strong>.<br />
Daarnaast wordt erover gediscussieerd, of bisschopp<strong>en</strong> <strong>en</strong> priesters het recht hebb<strong>en</strong><br />
ceremoniën in te voer<strong>en</strong> in de Kerk, <strong>en</strong> wett<strong>en</strong> over voedsel, feest<strong>en</strong>, de rangorde <strong>van</strong><br />
geestelijk<strong>en</strong> etc. op te stell<strong>en</strong>. Deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die dit recht toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> aan de bisschopp<strong>en</strong><br />
voer<strong>en</strong> als bewijs deze tekst aan: 'Ik heb jullie nog veel te zegg<strong>en</strong>, maar jullie kunn<strong>en</strong><br />
het thans niet drag<strong>en</strong>; doch wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, zal Hij u de weg<br />
wijz<strong>en</strong> tot de volle waarheid' (Joh. 6: 12, 13). Zij hal<strong>en</strong> ook het voorbeeld <strong>van</strong> de<br />
apostel<strong>en</strong> erbij, die gebod<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> zich te onthoud<strong>en</strong> <strong>van</strong> 'het verstikte <strong>en</strong> het bloed'<br />
(Hand. 15:20, 29). M<strong>en</strong> wijst ook op de sabbat, die veranderd is in de dag des Her<strong>en</strong>,<br />
wat schijnbaar in strijd is met de ti<strong>en</strong> gebod<strong>en</strong>. Met ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel argum<strong>en</strong>t wordt meer<br />
geschermd dan met die wijziging <strong>van</strong> de sabbat. M<strong>en</strong> beweert dat de Kerk e<strong>en</strong> zo<br />
grote macht heeft, dat ze zelfs één <strong>van</strong> de ti<strong>en</strong> gebod<strong>en</strong> kan opheff<strong>en</strong>.<br />
Maar in deze strijdvraag ler<strong>en</strong> de onz<strong>en</strong> dat de bisschopp<strong>en</strong> niet de macht hebb<strong>en</strong> om<br />
iets vast te stell<strong>en</strong> dat in strijd met het E<strong>van</strong>gelie is, zoals bov<strong>en</strong> aangetoond is. Dat<br />
ler<strong>en</strong> ook de kerkelijke wett<strong>en</strong>, Distinctio 9 in zijn geheel.<br />
Verder gaat het teg<strong>en</strong> de Schrift, in voorschrift<strong>en</strong> vast te stell<strong>en</strong> <strong>en</strong> te verklar<strong>en</strong> dat<br />
m<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oegdo<strong>en</strong>ing voor de zond<strong>en</strong> verschaft of rechtvaardiging verdi<strong>en</strong>t, <strong>door</strong> zich<br />
daaraan te houd<strong>en</strong>. Want de eer <strong>van</strong> Christus' verdi<strong>en</strong>ste wordt tekort gedaan, wanneer<br />
we m<strong>en</strong><strong>en</strong> dat we <strong>door</strong> dergelijke verplichting<strong>en</strong> gerechtvaardigd word<strong>en</strong>. Het staat<br />
echter vast, dat op grond <strong>van</strong> deze opvatting de voorschrift<strong>en</strong> tot in het oneindige zijn<br />
toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dat ondertuss<strong>en</strong> de leer over het geloof <strong>en</strong> de rechtvaardiging <strong>door</strong> het<br />
geloof onderdrukt zijn. All<strong>en</strong>gs werd<strong>en</strong> er feestdag<strong>en</strong> vastgesteld, vast<strong>en</strong> bepaald,<br />
nieuwe ceremoniën <strong>en</strong> nieuwe ord<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> ingesteld, omdat zij die deze zak<strong>en</strong><br />
invoerd<strong>en</strong> daarmee de g<strong>en</strong>ade dacht<strong>en</strong> te verdi<strong>en</strong><strong>en</strong>. Zo groeid<strong>en</strong> eertijds de<br />
bepaling<strong>en</strong> over de boete, <strong>en</strong> daar<strong>van</strong> zi<strong>en</strong> we nu nog de spor<strong>en</strong> in al die werk<strong>en</strong> tot<br />
g<strong>en</strong>oegdo<strong>en</strong>ing.<br />
Zij die deze voorschrift<strong>en</strong> invoer<strong>en</strong> gaan daarmee ook teg<strong>en</strong> Gods gebod in, wanneer<br />
zij e<strong>en</strong> verband legg<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> zonde <strong>en</strong> voedsel, het houd<strong>en</strong> <strong>van</strong> bepaalde dag<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
dergelijke zak<strong>en</strong>. Zij belast<strong>en</strong> de Kerk met e<strong>en</strong> wettische slavernij, alsof er onder<br />
christ<strong>en</strong><strong>en</strong>, ter verkrijging <strong>van</strong> de rechtvaardigheid, e<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>swijze nodig is,<br />
vergelijkbaar met de Levitische, e<strong>en</strong> di<strong>en</strong>st waar<strong>van</strong> God dan het beheer zou hebb<strong>en</strong><br />
opgedrag<strong>en</strong> aan de apostel<strong>en</strong> <strong>en</strong> de bisschopp<strong>en</strong>.<br />
Zo vindt m<strong>en</strong> dat bij sommige theolog<strong>en</strong>, <strong>en</strong> het schijnt dat ook de paus<strong>en</strong>, <strong>door</strong> zich<br />
te spiegel<strong>en</strong> aan het voorbeeld <strong>van</strong> de wet <strong>van</strong> Mozes, voor e<strong>en</strong> deel in deze val<br />
gelop<strong>en</strong> zijn. Daar kom<strong>en</strong> die ding<strong>en</strong> <strong>van</strong>daan die de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zo zwaar belast<strong>en</strong>: dat<br />
het e<strong>en</strong> doodzonde is, ook wanneer niemand er aanstoot aan neemt, op feestdag<strong>en</strong><br />
handarbeid te verricht<strong>en</strong>; dat bepaald voedsel het gewet<strong>en</strong> bezoedelt; dat vast<strong>en</strong>, niet
72<br />
gewoon, maar als boetedo<strong>en</strong>ing, e<strong>en</strong> werk is dat God behaagt; dat het e<strong>en</strong><br />
doodzonde is de gebed<strong>en</strong> op de vaste tijd<strong>en</strong> te verzuim<strong>en</strong>; dat zonde in geval <strong>van</strong><br />
casus reservati alle<strong>en</strong> <strong>door</strong> deg<strong>en</strong>e die die reservatie heeft vastgesteld kan word<strong>en</strong><br />
vergev<strong>en</strong> - <strong>en</strong> dat, terwijl het hier niet om schuld, maar om e<strong>en</strong> kerkelijke straf gaat,<br />
zoals de kerkelijke bepaling<strong>en</strong> zelf zegg<strong>en</strong>!<br />
Waar hal<strong>en</strong> de bisschopp<strong>en</strong> het recht <strong>van</strong>daan de Kerk dergelijke voorschrift<strong>en</strong> op te<br />
legg<strong>en</strong> <strong>en</strong> het gewet<strong>en</strong> in het nauw te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, wanneer Petrus zijn discipel<strong>en</strong> verbiedt<br />
e<strong>en</strong> juk op te legg<strong>en</strong>, <strong>en</strong> Paulus zegt dat de macht hun gegev<strong>en</strong> is om te bouw<strong>en</strong>, niet<br />
om te verwoest<strong>en</strong>? Waarom vermeerder<strong>en</strong> ze dan de zond<strong>en</strong> met zulke voorschrift<strong>en</strong>?<br />
Toch zijn er duidelijke bewijz<strong>en</strong>, dat het verbod<strong>en</strong> is verplichting<strong>en</strong> op te legg<strong>en</strong> om<br />
God te behag<strong>en</strong> of te stell<strong>en</strong> dat ze noodzakelijk zijn voor het heil.<br />
Paulus zegt Col. 2: 'Laat niemand jullie oordel<strong>en</strong> op grond <strong>van</strong> et<strong>en</strong>, drink<strong>en</strong>,<br />
feestdag<strong>en</strong>, nieuwe maan of sabbat' (Col. 2: 16). En ook: 'Als jullie met Christus<br />
afgestorv<strong>en</strong> zijn aan de wereldgeest<strong>en</strong>, waarom lat<strong>en</strong> jullie je dan, alsof jullie nog in<br />
de wereld lev<strong>en</strong>, gebod<strong>en</strong> oplegg<strong>en</strong>: raak niet aan, smaak niet, roer niet aan; dat alles<br />
zijn ding<strong>en</strong>, die <strong>door</strong> het gebruik verlor<strong>en</strong> gaan; het zijn gebod<strong>en</strong> <strong>en</strong> lering<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />
m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, die e<strong>en</strong> schijn <strong>van</strong> wijsheid hebb<strong>en</strong>' (Col. 2:20-23). En Titus 1: 'Le<strong>en</strong> niet het<br />
oor aan Joodse verdichtsels <strong>en</strong> gebod<strong>en</strong> <strong>van</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, die zich <strong>van</strong> de waarheid afker<strong>en</strong>'<br />
(Tit. 1:14). Christus zegt Mattheüs 15 over dieg<strong>en</strong><strong>en</strong>, die voorschrift<strong>en</strong> uitvaardig<strong>en</strong>:<br />
'Laat h<strong>en</strong> gaan: blind<strong>en</strong> zijn zij, die blind<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>'. Hij keurt dergelijke regels af: 'Elke<br />
plant, die mijn hemelse Vader niet geplant heeft, zal uitgeroeid word<strong>en</strong>' (Matth. 15:<br />
13, 14).<br />
Als de bisschopp<strong>en</strong> het recht hebb<strong>en</strong> het gewet<strong>en</strong> met dergelijke voorschrift<strong>en</strong> te<br />
belast<strong>en</strong>, waarom verbiedt de Schrift dan zo vaak die voorschrift<strong>en</strong> op te stell<strong>en</strong>?<br />
Waarom noemt de Schrift ze leerstelling<strong>en</strong> <strong>van</strong> demon<strong>en</strong>? Heeft de Heilige Geest er<br />
dan tevergeefs voor gewaarschuwd?<br />
De conclusie moet dus zijn: Omdat voorschrift<strong>en</strong>, die als noodzakelijk beschouwd<br />
word<strong>en</strong> om de rechtvaardigheid te verwerv<strong>en</strong>, in strijd zijn met het E<strong>van</strong>gelie, mog<strong>en</strong><br />
bisschopp<strong>en</strong> zulke bepaling<strong>en</strong> niet invoer<strong>en</strong> of tot noodzakelijke ding<strong>en</strong> verklar<strong>en</strong>. De<br />
leer <strong>van</strong> de christelijke vrijheid moet in de Kerk behoud<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>, omdat voor de<br />
rechtvaardiging niet nodig is e<strong>en</strong> slaaf <strong>van</strong> de wet te zijn, zoals in Galat<strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong><br />
staat: 'Laat jullie niet weer e<strong>en</strong> slav<strong>en</strong>juk oplegg<strong>en</strong>' (Gal. 5:1). De kern <strong>van</strong> het<br />
E<strong>van</strong>gelie moet behoud<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>, namelijk dat de g<strong>en</strong>ade voortkomt uit het geloof in<br />
Christus <strong>en</strong> niet uit bepaalde voorschrift<strong>en</strong> of <strong>door</strong> allerlei bepaling<strong>en</strong> die m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />
vastgesteld hebb<strong>en</strong>.<br />
Hoe moet m<strong>en</strong> dan d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> over de zondag <strong>en</strong> dergelijke gebruik<strong>en</strong> in de Kerk?<br />
Daarop antwoord<strong>en</strong> de onz<strong>en</strong>, dat het bisschopp<strong>en</strong> of priesters toegestaan is regeling<strong>en</strong><br />
te ontwerp<strong>en</strong>, die ervoor zorg<strong>en</strong> dat het in de Kerk ordelijk toegaat, maar niet om<br />
daarmee g<strong>en</strong>oegdo<strong>en</strong>ing te verschaff<strong>en</strong> voor de zond<strong>en</strong> of om het gewet<strong>en</strong> ermee te<br />
belast<strong>en</strong>, <strong>door</strong> ze als e<strong>en</strong> noodzakelijke <strong>en</strong> verplichte manier <strong>van</strong> Godsverering te<br />
beschouw<strong>en</strong>. Zo schrijft Paulus voor, dat de vrouw<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s bije<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> haar<br />
hoofd moet<strong>en</strong> bedekk<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dat er in de Kerk in goede orde naar de uitleggers<br />
geluisterd moet word<strong>en</strong>. De geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> behor<strong>en</strong>, met het oog op de liefde <strong>en</strong> de rust,<br />
dergelijke voorschrift<strong>en</strong> op te volg<strong>en</strong> <strong>en</strong> zo in acht te nem<strong>en</strong>, dat m<strong>en</strong> elkaar ge<strong>en</strong><br />
aanstoot geeft, maar dat alles in de Kerk ordelijk <strong>en</strong> zonder onrust verloopt. In ge<strong>en</strong><br />
geval mag de m<strong>en</strong>ing post vatt<strong>en</strong> dat ze nodig zijn voor het heil, want dat zou weer<br />
e<strong>en</strong> gewet<strong>en</strong>sbelasting oplever<strong>en</strong>. Het is ook ge<strong>en</strong> zonde ze te overtred<strong>en</strong>, als dat<br />
verder ge<strong>en</strong> aanstoot geeft.
73<br />
Zo is het dus gesteld met het vier<strong>en</strong> <strong>van</strong> de zondag, <strong>van</strong> Pas<strong>en</strong>, Pinkster<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
dergelijke feest<strong>en</strong> <strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong>. Want wie m<strong>en</strong><strong>en</strong> dat <strong>door</strong> de autoriteit <strong>van</strong> de Kerk<br />
het vier<strong>en</strong> <strong>van</strong> de zondag in plaats <strong>van</strong> de sabbat als e<strong>en</strong> noodzakelijke plicht is<br />
ingevoerd, vergiss<strong>en</strong> zich. De Schrift heeft de sabbat afgeschaft, niet de Kerk. Want<br />
na de op<strong>en</strong>baring <strong>van</strong> het E<strong>van</strong>gelie kunn<strong>en</strong> alle ceremoniën <strong>van</strong> Mozes opgehev<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong>. Maar omdat het toch nodig is dat er e<strong>en</strong> bepaalde dag vastgesteld wordt,<br />
zodat het volk weet wanneer het sam<strong>en</strong> moet kom<strong>en</strong>, heeft de Kerk daartoe de zondag<br />
aangewez<strong>en</strong>. Die dag is ook om die red<strong>en</strong> uitgekoz<strong>en</strong>, dat de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> e<strong>en</strong> voorbeeld<br />
<strong>van</strong> christelijke vrijheid zoud<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>, dat het houd<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />
sabbat of <strong>van</strong> e<strong>en</strong> andere dag niet noodzakelijk is.<br />
Er zijn onmogelijke discussies gevoerd over verandering <strong>van</strong> de wet, over ceremoniën<br />
<strong>van</strong> de nieuwe wet, over de wijziging <strong>van</strong> de sabbat. Al die discussies zijn ontstaan uit<br />
de verkeerde overtuiging, dat er in de Kerk e<strong>en</strong> geheel <strong>van</strong> godsdi<strong>en</strong>stige regels moet<br />
zijn, vergelijkbaar met de Levitische, <strong>en</strong> dat Christus de apostel<strong>en</strong> <strong>en</strong> bisschopp<strong>en</strong><br />
opgedrag<strong>en</strong> heeft nieuwe ceremoniën in te voer<strong>en</strong>, die noodzakelijk zijn voor het heil.<br />
Deze dwaling<strong>en</strong> zijn binn<strong>en</strong>geslop<strong>en</strong> in de Kerk, omdat de rechtvaardigheid <strong>door</strong> het<br />
geloof niet duidelijk geleerd werd.<br />
Sommig<strong>en</strong> bewer<strong>en</strong> dat het houd<strong>en</strong> <strong>van</strong> de zondag weliswaar niet geheel, maar toch<br />
wel bijna e<strong>en</strong> goddelijke verplichting is; zij schrijv<strong>en</strong> voor, hoeveel m<strong>en</strong> op feestdag<strong>en</strong><br />
mag werk<strong>en</strong>. Wat zijn zulke discussies anders dan e<strong>en</strong> valstrik voor het gewet<strong>en</strong>? Hoe<br />
ze ook prober<strong>en</strong> de voorschrift<strong>en</strong> te verzacht<strong>en</strong>, m<strong>en</strong> komt er niet op de werkelijke<br />
goede manier uit, zolang de opvatting blijft dat de voorschrift<strong>en</strong> heilsnoodzakelijk<br />
zijn. En die opvatting blijft, als m<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> inzicht heeft in de rechtvaardigheid uit het<br />
geloof <strong>en</strong> in de christelijke vrijheid. De apostel<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> bevol<strong>en</strong> zich te onthoud<strong>en</strong><br />
<strong>van</strong> bloed etc.<br />
Wie houdt zich daar nu nog aan? En toch zondigt m<strong>en</strong> niet, als m<strong>en</strong> zich er niet aan<br />
houdt, omdat de apostel<strong>en</strong> zelf het gewet<strong>en</strong> niet met e<strong>en</strong> dergelijke slavernij wild<strong>en</strong><br />
belast<strong>en</strong>, maar, om ergernis te vermijd<strong>en</strong>, in e<strong>en</strong> bepaalde tijd e<strong>en</strong> verbod<br />
uitvaardig<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> moet bij dit bevel de eeuwig blijv<strong>en</strong>de wil <strong>van</strong> het E<strong>van</strong>gelie in het<br />
oog houd<strong>en</strong>. Er zijn bijna ge<strong>en</strong> kerkelijke voorschrift<strong>en</strong>, waar m<strong>en</strong> zich heel<br />
nauwgezet aan houdt, <strong>en</strong> dagelijks rak<strong>en</strong> vele voorschrift<strong>en</strong> in onbruik, ook bij<br />
dieg<strong>en</strong><strong>en</strong> die de tradities verdedig<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> kan het gewet<strong>en</strong> niet help<strong>en</strong>, waar het<br />
relativer<strong>en</strong>de inzicht ontbreekt, dat deze voorschrift<strong>en</strong> niet noodzakelijk zijn, <strong>en</strong> dat<br />
het gewet<strong>en</strong> zich niet bezwaard hoeft te voel<strong>en</strong> als zulke m<strong>en</strong>selijke gebruik<strong>en</strong><br />
verander<strong>en</strong>.<br />
De bisschopp<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> zich gemakkelijk <strong>van</strong> de gehoorzaamheid die hun toekomt,<br />
kunn<strong>en</strong> verzeker<strong>en</strong>, als zij ge<strong>en</strong> tradities verplicht stell<strong>en</strong> waar m<strong>en</strong> zich niet met e<strong>en</strong><br />
goed gewet<strong>en</strong> aan kan houd<strong>en</strong>. Nu eis<strong>en</strong> ze het celibaat <strong>en</strong> accepter<strong>en</strong> niemand, die<br />
niet zweert dat hij de zuivere leer <strong>van</strong> het E<strong>van</strong>gelie niet predikt. Onze geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
verlang<strong>en</strong> niet dat de bisschopp<strong>en</strong> de e<strong>en</strong>heid herstell<strong>en</strong> <strong>door</strong> afstand te do<strong>en</strong> <strong>van</strong> hun<br />
erepositie, hoewel goede herders dat eig<strong>en</strong>lijk zoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> do<strong>en</strong>. Zij vrag<strong>en</strong> slechts<br />
om afschaffing <strong>van</strong> onredelijke plicht<strong>en</strong>, die nieuw zijn <strong>en</strong> die in strijd met de<br />
gewoonte <strong>van</strong> de Kerk in z'n geheel zijn ingevoerd.<br />
Misschi<strong>en</strong> war<strong>en</strong> er in het begin aannemelijke oorzak<strong>en</strong> voor die gebruik<strong>en</strong>, maar die<br />
war<strong>en</strong> in latere tijd<strong>en</strong> niet meer rele<strong>van</strong>t. Het blijkt echter dat e<strong>en</strong> aantal gebruik<strong>en</strong><br />
<strong>door</strong> vergissing<strong>en</strong> ingevoerd is. Daarom zou de mildheid <strong>van</strong> de bisschopp<strong>en</strong> ervoor<br />
moet<strong>en</strong> zorg<strong>en</strong> dat die plicht<strong>en</strong> verzacht word<strong>en</strong>, want e<strong>en</strong> dergelijke verandering<br />
br<strong>en</strong>gt de e<strong>en</strong>heid <strong>van</strong> de Kerk niet aan het wankel<strong>en</strong>. Maar als m<strong>en</strong> het niet gedaan<br />
kan krijg<strong>en</strong> dat ze die verplichting<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> vall<strong>en</strong>, waar m<strong>en</strong> niet zonder zonde aan kan
74<br />
voldo<strong>en</strong>, dan moet<strong>en</strong> we ons aan de apostolische regel houd<strong>en</strong>, die voorschrijft dat<br />
we God meer moet<strong>en</strong> gehoorzam<strong>en</strong> dan m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>. Petrus verbiedt de bisschopp<strong>en</strong> met<br />
dwang te heers<strong>en</strong> in de kerk (l Pt. 5:2). Het gaat er niet om dat de bisschopp<strong>en</strong> afstand<br />
do<strong>en</strong> <strong>van</strong> hun heerschappij, maar wij vrag<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> dit <strong>en</strong>e: dat zij toelat<strong>en</strong> dat het<br />
E<strong>van</strong>gelie zuiver gepredikt wordt, <strong>en</strong> dat zij e<strong>en</strong> aantal verplichting<strong>en</strong> afschaff<strong>en</strong>, waar<br />
m<strong>en</strong> zich niet zonder zonde aan kan houd<strong>en</strong>. Als zij dat niet do<strong>en</strong>, zull<strong>en</strong> zij zelf<br />
moet<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> hoe ze voor God verantwoord<strong>en</strong> dat hun hardnekkigheid e<strong>en</strong> red<strong>en</strong> tot<br />
kerkscheuring vormt.<br />
Wij hebb<strong>en</strong> de voornaamste artikel<strong>en</strong> behandeld, waarover gestred<strong>en</strong> wordt.<br />
Hoewel er nog veel meer misbruik<strong>en</strong> aan de orde hadd<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>, zijn, om<br />
breedsprakigheid te voorkom<strong>en</strong>, alle<strong>en</strong> de belangrijkste punt<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong>.<br />
Er war<strong>en</strong> ernstige klacht<strong>en</strong> over de aflat<strong>en</strong>, de bedevaart<strong>en</strong>, <strong>en</strong> het misbruik<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />
excommunicatie. Veel geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> led<strong>en</strong> dikwijls onder aflaatpredikers. Er war<strong>en</strong><br />
eindeloze twist<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> pastoors <strong>en</strong> monnik<strong>en</strong> over hun recht<strong>en</strong> in de geme<strong>en</strong>te, over<br />
het biechthor<strong>en</strong>, over begraf<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> <strong>en</strong> onnoemelijk veel andere zak<strong>en</strong>. Aan dergelijke<br />
zak<strong>en</strong> zijn wij voorbijgegaan, zodat de zak<strong>en</strong> waar het werkelijk om gaat na e<strong>en</strong> korte<br />
uite<strong>en</strong>zetting gemakkelijk begrep<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Daarbij werd niets gezegd of<br />
opgesomd om iemand te beledig<strong>en</strong>. Alle<strong>en</strong> die ding<strong>en</strong> zijn g<strong>en</strong>oemd, waar<strong>van</strong> wij<br />
me<strong>en</strong>d<strong>en</strong> dat ze gezegd moest<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, opdat m<strong>en</strong> zou begrijp<strong>en</strong> dat er bij ons in<br />
leer <strong>en</strong> ceremoniën niets is opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat in strijd is met de Schrift of met de<br />
katholieke kerk.<br />
Want het is duidelijk dat wij er zeer nauwgezet voor gezorgd hebb<strong>en</strong> dat er ge<strong>en</strong><br />
nieuwe <strong>en</strong> goddeloze leerstelling<strong>en</strong> in onze geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> binn<strong>en</strong>drong<strong>en</strong>.<br />
De hierbov<strong>en</strong> behandelde artikel<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> wij will<strong>en</strong> aanbied<strong>en</strong>, overe<strong>en</strong>komstig het<br />
bevel <strong>van</strong> Uwe Keizerlijke Majesteit.<br />
Hierin wordt onze belijd<strong>en</strong>is uite<strong>en</strong>gezet, <strong>en</strong> kan m<strong>en</strong> zich op de hoogte stell<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />
hoofdzak<strong>en</strong> <strong>van</strong> de leer <strong>van</strong> deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die bij ons predik<strong>en</strong>.<br />
Mocht m<strong>en</strong> iets in deze belijd<strong>en</strong>is miss<strong>en</strong>, dan zijn wij bereid, zo God het wil,<br />
daarover verdere uitleg te gev<strong>en</strong>, in overe<strong>en</strong>stemming met de Heilige Schrift.<br />
Aan Uwe Keizerlijke Majesteit, in trouw<strong>en</strong> onderworp<strong>en</strong>heid,<br />
Johannes, Hertog <strong>van</strong> Saks<strong>en</strong>,<br />
Keurvorst Georg Markgraaf <strong>van</strong> Brand<strong>en</strong>burg<br />
Ernst, met eig<strong>en</strong>handige ondertek<strong>en</strong>ing<br />
Philip, Landgraaf <strong>van</strong> Hess<strong>en</strong><br />
Johan Frederik, Hertog <strong>van</strong> Saks<strong>en</strong><br />
Frans, Hertog <strong>van</strong> Lun<strong>en</strong>burg<br />
Wolfgang, Vorst <strong>van</strong> Anhalt<br />
Burgemeester <strong>en</strong> stadsbestuur <strong>van</strong> Neur<strong>en</strong>berg<br />
Stadsbestuur <strong>van</strong> Reutling<strong>en</strong>
Voetnot<strong>en</strong>:<br />
1. Eén <strong>van</strong> de drie oecum<strong>en</strong>ische geloofsbelijd<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>: het Nica<strong>en</strong>o-<br />
Constantinopolitanum, tot stand gekom<strong>en</strong> op de concilies te Nicea (325) <strong>en</strong> te<br />
Constantinopel (381).<br />
2. Secte <strong>van</strong> Perzische oorsprong, die twee god<strong>en</strong> onderscheidde, namelijk de god <strong>van</strong><br />
het licht <strong>en</strong> <strong>van</strong> de duisternis, <strong>van</strong> goed <strong>en</strong> kwaad.<br />
3. Aanhangers <strong>van</strong> de leer <strong>van</strong> Val<strong>en</strong>tinus (Egypte, 2e eeuw). De Val<strong>en</strong>tinian<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> gerek<strong>en</strong>d tot de Gnostiek. Deze stroming leert dat er één goddelijk wez<strong>en</strong> is,<br />
waaruit trapsgewijs alles voortvloeit: eerst de hogere macht<strong>en</strong> (waaronder Christus, de<br />
<strong>en</strong>gel<strong>en</strong>, de Heilige Geest), dan de lagere.<br />
4. Aanhangers <strong>van</strong> Arius (gestorv<strong>en</strong> 336), die leerde dat alle<strong>en</strong> God ongebor<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
ongeschap<strong>en</strong> is. Jezus is niet gelijk aan God, maar het hoogste <strong>en</strong> eerste schepsel.<br />
5. Eunomius (Alexandrië, 4e eeuw), aanhanger <strong>van</strong> Arius.<br />
6. De Islam k<strong>en</strong>t ge<strong>en</strong> Drieë<strong>en</strong>heid.<br />
7. Volg<strong>en</strong>s Paulus <strong>van</strong> Samosata (bisschop in Antiochië, c.260) was Christus e<strong>en</strong><br />
m<strong>en</strong>s, die <strong>door</strong> zijn wil <strong>en</strong> liefde <strong>door</strong> God als zoon aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> werd.<br />
8. Teg<strong>en</strong> de anti-trinitarische geestdrijvers.<br />
9. De monnik Pelagius (einde 4e, begin 5e eeuw) leerde dat de m<strong>en</strong>s <strong>van</strong> nature in<br />
staat is om het goede te do<strong>en</strong> <strong>en</strong> zonder zonde te lev<strong>en</strong>.<br />
10. Hiermee word<strong>en</strong> de Scholastici bedoeld, zoals Thomas <strong>van</strong> Aquino, Duns Scotus<br />
<strong>en</strong> Gabriël Biel. Zij m<strong>en</strong><strong>en</strong> dat de erfzonde de wil om het goede te do<strong>en</strong> niet heeft<br />
aangetast.<br />
11. De Augsburgse Confessie spreekt hier over het toerek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>van</strong> het geloof als<br />
'gerechtigheid, die voor God geldt'. De Scholastici sprak<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> over het 'niettoerek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
<strong>van</strong> de zonde <strong>van</strong> de m<strong>en</strong>s'.<br />
12. De Donatist<strong>en</strong> war<strong>en</strong> e<strong>en</strong> groep in de kerk <strong>van</strong> Noord-Afrika in het begin <strong>van</strong> de<br />
4e eeuw die aan bisschopp<strong>en</strong> het ambt ontzegde, omdat zij zich onwaardig gedrag<strong>en</strong><br />
hadd<strong>en</strong> in de tijd <strong>van</strong> de vervolging onder keizer Diocletianus. Sacram<strong>en</strong>tsbedi<strong>en</strong>ing<br />
<strong>door</strong> deze bisschopp<strong>en</strong> hield<strong>en</strong> zij voor ongeldig <strong>en</strong> waardeloos. Voor Luther zijn<br />
Woord <strong>en</strong> Sacram<strong>en</strong>t niet afhankelijk <strong>van</strong> m<strong>en</strong>selijke heiligheid, maar <strong>van</strong> Gods<br />
handel<strong>en</strong>.<br />
13. In de 3e eeuw was er strijd over de vraag of m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die na de Doop zware zond<strong>en</strong><br />
begaan hadd<strong>en</strong> weer in de kerkelijke geme<strong>en</strong>schap opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> mocht<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />
Hierbij ging het vooral om afvallig<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s christ<strong>en</strong>vervolging<strong>en</strong>. Novatianus <strong>en</strong> zijn<br />
volgeling<strong>en</strong> weigerd<strong>en</strong> deze m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> weer op te nem<strong>en</strong>.<br />
14. Augustinus (354-430, bisschop <strong>van</strong> Hippo, Noord-Afrika) was de belangrijkste<br />
theoloog <strong>van</strong> de vroege Kerk. In de Middeleeuw<strong>en</strong> was zijn bijnaam 'Doctor gratiae',<br />
leraar <strong>van</strong> de g<strong>en</strong>ade.<br />
15. Ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> <strong>van</strong> lek<strong>en</strong> voor bepaalde vroomheidsoef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>en</strong> kerkelijke<br />
arbeid.<br />
16. De grote theolog<strong>en</strong> <strong>van</strong> de eerste eeuw<strong>en</strong> word<strong>en</strong> 'Kerkvaders' g<strong>en</strong>oemd.<br />
Ambrosius (ca. 340-397) was bisschop in Milaan <strong>en</strong> wordt tot die groep gerek<strong>en</strong>d. Dat<br />
geldt ook voor Cyprianus (3e eeuw), Hiëronymus (4e/5e eeuw), Chrysostomus (4e<br />
eeuw) <strong>en</strong> Ir<strong>en</strong>aeus (2e eeuw), die verderop geciteerd zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />
17. Uit het Pinksterlied 'V<strong>en</strong>i, sancte spiritus' (omstreeks 1200). Vergelijk het<br />
Liedboek, gezang 238:3,11.<br />
75
76<br />
18. Katholieke kerk duidt hier niet e<strong>en</strong> bepaald kerkg<strong>en</strong>ootschap aan, maar betek<strong>en</strong>t:<br />
de kerk in z'n geheel. Met de Roomse kerk wordt de beleidslijn uit Rome bedoeld.<br />
19. Dat lek<strong>en</strong> de kelk onthoud<strong>en</strong> werd is in het West<strong>en</strong> <strong>van</strong>af de 13e eeuw gewoonte<br />
geword<strong>en</strong>. Nicolaas <strong>van</strong> Kues schrijft in 1514 dat daartoe beslot<strong>en</strong> werd op het 4e<br />
Lateraans Concilie (1215).<br />
20. Kort na 1140 schreef Gratianus (12e eeuw) zijn 'Concordantia discordantium<br />
canonum', gewoonlijk 'Decretum Gratiani' g<strong>en</strong>oemd. Verderop in de Confessio wordt<br />
dit werk met 'De Decret<strong>en</strong>' aangeduid. In het Decretum Gratiani wordt e<strong>en</strong><br />
sam<strong>en</strong>vatting <strong>van</strong> het geld<strong>en</strong>de kerkelijke recht gegev<strong>en</strong>. Er word<strong>en</strong> veel theolog<strong>en</strong> in<br />
geciteerd. Het Decretum is onderverdeeld in: onderdel<strong>en</strong> (Distinctio), hoofdstukk<strong>en</strong><br />
(Caput) <strong>en</strong> punt<strong>en</strong> (Quaestio).<br />
21. Hier wordt de processie op Sacram<strong>en</strong>tsdag (donderdag na Trinitatis) bedoeld. Op<br />
deze feestdag, die in de 13e eeuw ingevoerd werd, hield m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> processie waarbij<br />
m<strong>en</strong> de geconsecreerde hostie ronddroeg.<br />
22. Het celibaat voor priesters was tot het begin <strong>van</strong> de 12e eeuw niet verplicht. Wel<br />
werd er in de daaraan voorafgaande eeuw<strong>en</strong>, onder invloed <strong>van</strong> het monnik<strong>en</strong>wez<strong>en</strong>,<br />
steeds meer op aangedrong<strong>en</strong> dat priesters zich aan het celibaat zoud<strong>en</strong> houd<strong>en</strong>. In<br />
Duitsland was in de 12de eeuw het grootste deel <strong>van</strong> de priesters gehuwd.<br />
23. Siegfried <strong>van</strong> Mainz op de Synod<strong>en</strong> te Erfurt <strong>en</strong> Mainz (1075).<br />
24. Dit is e<strong>en</strong> vertaling <strong>van</strong> het latijnse: ex opere operato. Daarmee wordt aangeduid<br />
dat het voor de mis alle<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong>d is of deze op de juiste wijze, dat wil zegg<strong>en</strong><br />
volg<strong>en</strong>s de geld<strong>en</strong>de voorschrift<strong>en</strong>, gehoud<strong>en</strong> wordt. Is dat het geval, dan is de mis<br />
inderdaad e<strong>en</strong> offer voor de zond<strong>en</strong>, ongeacht het geloof <strong>van</strong> deg<strong>en</strong>e die daaraan<br />
deelneemt.<br />
25. De Historia Tripartita is e<strong>en</strong> kerkgeschied<strong>en</strong>is, in de 6e eeuw in opdracht <strong>van</strong><br />
Cassiodorus geschrev<strong>en</strong>.<br />
26. Summa: de naam die m<strong>en</strong> in de Middeleeuw<strong>en</strong> gaf aan e<strong>en</strong> systematische<br />
uite<strong>en</strong>zetting <strong>van</strong> de geloofsleer. De bek<strong>en</strong>dste is die <strong>van</strong> Thomas <strong>van</strong> Aquino.<br />
27. Dit is e<strong>en</strong> vertaling <strong>van</strong> e<strong>en</strong> Latijns werkwoord, dat weer teruggaat op het Griekse<br />
woord 'epieikeia'. Dat betek<strong>en</strong>t, dat m<strong>en</strong> niet moet rek<strong>en</strong><strong>en</strong> naar de str<strong>en</strong>ge letter <strong>van</strong><br />
de wet, maar naar de bedoeling <strong>van</strong> die wet.<br />
28. Johannes Gerson (1363-1429), die aan het hoofd <strong>van</strong> de universiteit <strong>van</strong> Parijs<br />
stond, streed voor hervorming<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de Kerk.<br />
29. Jovinianus (<strong>van</strong>af ca. 385 in Rome) was e<strong>en</strong> asceet die de verdi<strong>en</strong>stelijkheidsleer<br />
<strong>van</strong> de monnik<strong>en</strong> bestreed.<br />
30. In Klein-Azië werd Pas<strong>en</strong> gevierd op de datum <strong>van</strong> het Joodse Paasfeest (de dag<br />
na de eerste Nieuwe Maan na de voorjaars-dag-<strong>en</strong>-nacht-ev<strong>en</strong>ing). In Rome vierde<br />
m<strong>en</strong> het Paasfeest op de daaropvolg<strong>en</strong>de zondag.
7. OVER DE ONTWERPEN EN VOORREDE VAN DE<br />
CONFESSIO AUGUSTANA 7<br />
INLEIDING<br />
De oorspronkelijke handschrift<strong>en</strong> in het Duits <strong>en</strong> het Latijn <strong>van</strong> de Augsburgse<br />
Geloofsbelijd<strong>en</strong>is zijn verlor<strong>en</strong>, althans onvindbaar. Wel bestaan er afschrift<strong>en</strong> uit de<br />
archiev<strong>en</strong> der ondertek<strong>en</strong>aars afkomstig <strong>en</strong> ook uit keizerlijk <strong>en</strong> Katholiek bezit, zoals<br />
<strong>van</strong> de medewerkers aan de Weerlegging (Confutatio) <strong>en</strong> <strong>van</strong> ander<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> kan er<br />
over <strong>van</strong> m<strong>en</strong>ing verschill<strong>en</strong>, welke de meest letterlijke betrouwbaarheid bezitt<strong>en</strong>.<br />
Het oorspronkelijk <strong>van</strong> de Latijnse tekst is waarschijnlijk tot 1569 in het keizerlijk<br />
archief te Brussel bewaard. Koning Philips beval to<strong>en</strong> aan Alva het mede te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong><br />
naar Spanje om het boze stuk daar te vernietig<strong>en</strong>, ev<strong>en</strong>als alle bereikbare afschrift<strong>en</strong>.<br />
Hij sche<strong>en</strong> niet te wet<strong>en</strong>, dat de Augustana reeds lang gedrukt was. Presid<strong>en</strong>t Viglius<br />
<strong>van</strong> Zwichem <strong>van</strong> de Geheime <strong>en</strong> Grote Raad maakte het Alva moeilijk om aan dit<br />
bevel te voldo<strong>en</strong> omdat hij de zaak <strong>van</strong> de andere kant bekeek. Door dit stuk kond<strong>en</strong><br />
ketters later nog altijd <strong>van</strong> hun verkeerdheid overtuigd word<strong>en</strong>. Philips echter<br />
herhaalde zijn bevel <strong>en</strong> dit moet het einde <strong>van</strong> het Latijnse origineel geweest zijn. Van<br />
het Duitse origineel weet m<strong>en</strong> sedert de voorlezing op de Rijksdag, 25 juni 1530, in<br />
het geheel niets meer.<br />
Keizer Karel V w<strong>en</strong>ste, dat e<strong>en</strong> ieder aan hem zijn overtuiging schriftelijk, in beide<br />
tal<strong>en</strong>, zou voorlegg<strong>en</strong>. De totstandkoming <strong>van</strong> de belijd<strong>en</strong>is der Lutheran<strong>en</strong> is e<strong>en</strong><br />
tamelijk ingewikkelde geschied<strong>en</strong>is, waar<strong>van</strong> hier maar <strong>en</strong>kele punt<strong>en</strong> in het licht gesteld<br />
behoev<strong>en</strong> te word<strong>en</strong>. In het begin is er slechts aan e<strong>en</strong> Saksische belijd<strong>en</strong>is<br />
gedacht, die e<strong>en</strong> beroep op de keizer persoonlijk zou do<strong>en</strong>. Dit bleek onvoldo<strong>en</strong>de te<br />
zull<strong>en</strong> zijn voor de grote <strong>en</strong> gewichtige vergadering, die de Rijksdag zou word<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s onvoldo<strong>en</strong>de als verdediging teg<strong>en</strong> de aanval <strong>van</strong> Johann Eck, die 404<br />
ketterse stelling<strong>en</strong> <strong>van</strong> de hervormd<strong>en</strong> bije<strong>en</strong>gebracht had.<br />
Melanchthon noemde het nieuwe ontwerp, waarin met de vroeger opgestelde<br />
Schwabacher, Marburger <strong>en</strong> Torgauer artikel<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing is gehoud<strong>en</strong>, 'e<strong>en</strong> apologie,<br />
ofschoon het eerder e<strong>en</strong> <strong>confessie</strong> is'; aldus in zijn begeleid<strong>en</strong>de brief aan Luther <strong>van</strong><br />
11 mei 1530.<br />
Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> kreeg zij de bestemming voor de E<strong>van</strong>gelisch<strong>en</strong> in het algeme<strong>en</strong> te geld<strong>en</strong>.<br />
Na nog al wat moeite zou ook de landgraaf <strong>van</strong> Hess<strong>en</strong>, die m<strong>en</strong> eer als Zwingliaan<br />
dan als Lutheraan zou kunn<strong>en</strong> beschouw<strong>en</strong>, haar mede ondertek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Half juni war<strong>en</strong><br />
de t<strong>en</strong> opzichte <strong>van</strong> elkander tamelijk onafhankelijke Latijnse <strong>en</strong> Duitse tekst<strong>en</strong><br />
ongeveer gereed.<br />
Deze wordingsgeschied<strong>en</strong>is heeft meegebracht, dat er ook heel wat met de voorred<strong>en</strong><br />
of opdracht<strong>en</strong> is gebeurd. De keizer trad in het begin te Augsburg zo onredelijk op, dat<br />
hij aan de Protestant<strong>en</strong> verbood te prek<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>van</strong> h<strong>en</strong> eiste, dat ze aan de<br />
Sacram<strong>en</strong>tsprocessie deel zoud<strong>en</strong> nem<strong>en</strong>. Dit moest hij wel intrekk<strong>en</strong>, maar het tek<strong>en</strong>t<br />
de situatie, waarop ook <strong>door</strong> ander<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zeer verderfelijke invloed bij de keizer was<br />
uitgeoef<strong>en</strong>d. De opdracht, die Melanchthon ontworp<strong>en</strong> had <strong>en</strong> waarin het conflict op<br />
e<strong>en</strong> beperkte manier werd voorgesteld om de oplossing te vergemakkelijk<strong>en</strong>, moest<br />
wijk<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> andere. Deze werd <strong>door</strong> de Saksische kanselier dr. Gregor Brück<br />
7 Deze hoofdstukk<strong>en</strong> over de Ontwerp<strong>en</strong> <strong>van</strong> de Augustana <strong>en</strong> de voorrede <strong>van</strong> Melanchton, alsook de<br />
belijd<strong>en</strong>is <strong>van</strong> Zwingli zijn overg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> uit: PROTESTANTSE PLEIDOOIEN, deel I, <strong>door</strong> Prof.<br />
Dr. J.N. Bakhuiz<strong>en</strong> <strong>van</strong> d<strong>en</strong> Brink<br />
77
78<br />
opgesteld <strong>en</strong> had e<strong>en</strong> zeker rechtskarakter; zij beriep zich op de beschrijvingsbrief<br />
voor deze Rijksdag, op het besluit <strong>van</strong> Spiers, 1526, <strong>en</strong> herhaalde het beroep <strong>van</strong> de<br />
Protestant<strong>en</strong> op de tweede Rijksdag te Spiers op e<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> concilie. Brück heeft<br />
e<strong>en</strong> grote rol gespeeld in de totstandkoming <strong>van</strong> de Belijd<strong>en</strong>is in haar algeme<strong>en</strong><br />
karakter.<br />
Om nu e<strong>en</strong> goede indruk te verkrijg<strong>en</strong> <strong>van</strong> de mogelijkhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> w<strong>en</strong>selijkhed<strong>en</strong>, die<br />
de E<strong>van</strong>gelisch<strong>en</strong> hierbij bezighield<strong>en</strong>, gev<strong>en</strong> wij naast deze officiële praefatie <strong>van</strong> de<br />
hand <strong>van</strong> Brück - oorspronkelijk Duits <strong>en</strong> <strong>door</strong> Justus Jonas in het Latijn vertaald -<br />
ook twee <strong>van</strong> de ontwerp<strong>en</strong> <strong>van</strong> Melanchthon.<br />
Het oordeel <strong>van</strong> Luther over het gehele werk <strong>van</strong> zijn vri<strong>en</strong>d aan de Confessie is<br />
bek<strong>en</strong>d, namelijk dat Luther zelf niet zo zachtzinnig te werk had kunn<strong>en</strong> gaan. M<strong>en</strong><br />
zal zi<strong>en</strong>, dat het desondanks toch heel duidelijk is in de ontwerp<strong>en</strong>, welk e<strong>en</strong> beslist<br />
standpunt Melanchthon in zake de aflat<strong>en</strong>, de rechtvaardiging, de kerkelijke<br />
misbruik<strong>en</strong> <strong>en</strong> de weerlegging <strong>van</strong> de onwaardige bestrijding, die m<strong>en</strong> tot nu toe had<br />
ondervond<strong>en</strong>, aan de keizer wilde voorlegg<strong>en</strong>. Ontzag hij de keizer persoonlijk zoveel<br />
mogelijk, dit doet aan de zakelijke inhoud <strong>van</strong> zijn gehele Confessie niets af, waarin<br />
ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel reformatorisch gezichtspunt prijs gegev<strong>en</strong> is. Melanchthon had vooral e<strong>en</strong><br />
andere tactiek <strong>en</strong> e<strong>en</strong> andere wijze <strong>van</strong> zegg<strong>en</strong> dan Luther. Overig<strong>en</strong>s gaat het niet<br />
aan, hier di<strong>en</strong>s oordeel te tracht<strong>en</strong> te corriger<strong>en</strong>.<br />
In de eerste ontwerp-voorrede, waarschijnlijk op de Coburg <strong>door</strong> Melanchthon<br />
geschrev<strong>en</strong>, (zie onder) spreekt hij de keizer met de vrijmoedigheid <strong>van</strong> de prediker<br />
aan: de keizer moet zich <strong>door</strong> Gods Woord lat<strong>en</strong> gezegg<strong>en</strong> in zijn taak, die zich ook<br />
tot de zorg over de Kerk uitstrekt. De keizer heeft voorgegev<strong>en</strong> herstel <strong>van</strong> de e<strong>en</strong>heid<br />
te will<strong>en</strong>: dat zal alle<strong>en</strong> op de grondslag <strong>van</strong> de Schrift kunn<strong>en</strong>. Gezag k<strong>en</strong>t<br />
Melanchthon niet aan m<strong>en</strong>selijke overlevering<strong>en</strong> toe, nog minder aan het <strong>door</strong> de boze<br />
steeds uitgestrooide zaad; hier<strong>van</strong> geeft hij e<strong>en</strong> aantal historische voorbeeld<strong>en</strong>. Dan<br />
komt hij op het euvel <strong>van</strong> de eig<strong>en</strong> tijd, de aflaatkramerij, vooral <strong>door</strong> led<strong>en</strong> <strong>van</strong> ord<strong>en</strong>,<br />
waarvoor hij als synoniem schisma's gebruikt. Hij laat duidelijk blijk<strong>en</strong>, dat dit ge<strong>en</strong><br />
zaak is <strong>van</strong> uiterlijke aard, het gaat steeds om de leer zowel als om ceremoniën.<br />
Melanchthon vestigt er dan de aandacht op, dat die misbruik<strong>en</strong> uite<strong>en</strong>zetting<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />
zuivere leer uitgelokt hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat deze op haar beurt voortdur<strong>en</strong>d verdere<br />
misbruik<strong>en</strong> do<strong>en</strong> verdwijn<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> zeer positieve gang <strong>van</strong> zak<strong>en</strong> dus, de beste apologie<br />
voor de Hervorming in Saks<strong>en</strong>, die d<strong>en</strong>kbaar is. Zij heeft dan ook de instemming <strong>van</strong><br />
weld<strong>en</strong>k<strong>en</strong>de <strong>en</strong> geleerde lied<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> <strong>en</strong> het zou onverantwoordelijk zijn<br />
geweest om niet aldus voor Gods waarheid uit te kom<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel uit m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>vrees of om<br />
ergerniss<strong>en</strong> te vermijd<strong>en</strong>. Hij bestrijdt het beklag <strong>van</strong> de teg<strong>en</strong>partij, dat nu alle goede<br />
orde <strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> in verval zijn geraakt <strong>en</strong> biedt daarom de Belijd<strong>en</strong>is aan de keizer<br />
aan, die op grond <strong>van</strong> de inhoud daar<strong>van</strong> zal kunn<strong>en</strong> oordel<strong>en</strong>, wat hier<strong>van</strong> waar is.<br />
Aldus geeft dit ontwerp e<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>dig beeld <strong>van</strong> hetge<strong>en</strong> er in de Hervorming in<br />
Saks<strong>en</strong> gebeurd was <strong>en</strong> <strong>van</strong> wat Melanchthon nog hoopte.<br />
Het tweede ontwerp, e<strong>en</strong> fragm<strong>en</strong>t slechts, maar in Melanchthons eig<strong>en</strong> handschrift te<br />
Weimar bewaard, 9zie de tekst onder) komt op hetzelfde neer. Ev<strong>en</strong>als het eerste wijst<br />
het met kracht op het tekort, welbek<strong>en</strong>d, aan de nodige prediking in zovele parochies,<br />
waar<strong>door</strong> er maar al te veel geleg<strong>en</strong>heid tot insluipsels bestond, ver b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> de<br />
betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> het werkelijke E<strong>van</strong>gelie. En dan komt Melanchthon voor Luther <strong>en</strong><br />
zijn werk op. To<strong>en</strong> deze het euvel <strong>van</strong> de aflaatkramerij begon aan te pakk<strong>en</strong>, is zijn<br />
rechtmatige kritiek niet aanvaard, maar begon m<strong>en</strong> hem te bestrijd<strong>en</strong>, <strong>en</strong> daaruit is dan
79<br />
noodzakelijkerwijs Luthers fundam<strong>en</strong>tele prediking over de E<strong>van</strong>gelische g<strong>en</strong>ade<br />
voortgekom<strong>en</strong>. Hierbij wijst Melanchthon er op, dat Luther wel degelijk voorgangers<br />
heeft gehad <strong>en</strong> dat er nog erger ding<strong>en</strong>, <strong>van</strong> praktische zowel als <strong>van</strong> dogmatische<br />
aard, gevolgd zoud<strong>en</strong> zijn indi<strong>en</strong> Luther er niet teg<strong>en</strong> ingegaan was. Hiermede breekt<br />
dit fragm<strong>en</strong>t af.<br />
De definitieve opdracht of voorrede, (zie de tekst onder) is e<strong>en</strong> <strong>door</strong> <strong>en</strong> <strong>door</strong> ambtelijk<br />
<strong>en</strong> zelfs e<strong>en</strong> politiek stuk. M<strong>en</strong> zal zich <strong>door</strong> de kanselarij-zinn<strong>en</strong> he<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> lez<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> dan ontdekt m<strong>en</strong>, dat het motief <strong>van</strong> de e<strong>en</strong>heid, of de her<strong>en</strong>iging, als m<strong>en</strong> dit<br />
woord niet al te modern interpreteert, <strong>van</strong> de strijd<strong>en</strong>de groep<strong>en</strong> er in op de voorgrond<br />
staat. De opsteller blijkt deze mogelijk te acht<strong>en</strong>, maar langs de weg <strong>van</strong> het steeds in<br />
overweging zijnde, vrije concilie. Daar<strong>van</strong> wordt nog alles verwacht. Het pleidooi<br />
voor het luister<strong>en</strong> naar de bezwar<strong>en</strong>, die de keizer <strong>van</strong>af de Rijksdag te Worms in de<br />
bek<strong>en</strong>de gravamina <strong>van</strong> de Duitse natie, politiek zowel als kerkelijk, t<strong>en</strong> zeerste op het<br />
hart gebond<strong>en</strong> war<strong>en</strong>, zou echter, ook ondanks dit zo objectief <strong>en</strong> ambtelijk<br />
aandring<strong>en</strong>, onverhoord blijv<strong>en</strong>. De hoofdindruk, die deze praefatie bij de aanbieding<br />
<strong>van</strong> de Geloofsbelijd<strong>en</strong>is <strong>van</strong> Augsburg, zoals haar historische naam geword<strong>en</strong> is,<br />
maakt, is dat er nog niets onherstelbaars is geschied in de og<strong>en</strong> der Protestant<strong>en</strong>.<br />
Bron: k<strong>en</strong>ntnisschrift<strong>en</strong> der E<strong>van</strong>gelisch-Lutherisch<strong>en</strong> Kirche im Ged<strong>en</strong>k jahr der<br />
Augsburgisch<strong>en</strong> Konfession, 1930, Gütting<strong>en</strong>.
8. MELANCHTHONS VOORREDE VOOR DE SAKSISCHE<br />
GELOOFSBELIJDENIS<br />
Ontwerp I 1530<br />
Daar uwe keizerlijke Majesteit, ons aller g<strong>en</strong>adigste Heer, in uwer Majesteits laatste<br />
beschrijvingsbrief tot deze voorg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e Rijksdag, zich teg<strong>en</strong>over<br />
keurvorst<strong>en</strong>, vorst<strong>en</strong> <strong>en</strong> alle andere St<strong>en</strong>d<strong>en</strong> des rijks g<strong>en</strong>adig bereid verklaard hebt,<br />
wat de Christelijke religie aangaat, e<strong>en</strong> ieders overtuiging, opinie <strong>en</strong> m<strong>en</strong>ing<br />
persoonlijk in liefde <strong>en</strong> in goedheid aan te hor<strong>en</strong>, zo moge uwe Majesteit g<strong>en</strong>adig dit<br />
eerbiedig bericht aanhor<strong>en</strong> <strong>en</strong> vernem<strong>en</strong>, dat over de leer <strong>en</strong> de kerkelijke gebruik<strong>en</strong><br />
handelt, die in de land<strong>en</strong> <strong>en</strong> gebied<strong>en</strong> <strong>van</strong> de keurvorst <strong>van</strong> Saks<strong>en</strong> gevierd <strong>en</strong><br />
gehoud<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, <strong>en</strong> hoe deze ding<strong>en</strong> in het algeme<strong>en</strong> geleg<strong>en</strong> zijn, waarop de<br />
grondslag <strong>van</strong> g<strong>en</strong>oemde leer <strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> rust.<br />
Want aldus hebb<strong>en</strong> oudtijds de vroegere Romeinse keizers, zoals Constantijn,<br />
Theodosius, Karel de Grote, H<strong>en</strong>drik II in overe<strong>en</strong>komstige zak<strong>en</strong>, de religie <strong>en</strong> het<br />
Christelijk geloof aangaande, ook gedaan <strong>en</strong> strijd <strong>en</strong> verzo<strong>en</strong>ing, naar behoefte,<br />
steeds g<strong>en</strong>adig aangehoord om in zo hoge belang<strong>en</strong>, die ziel <strong>en</strong> gewet<strong>en</strong> rak<strong>en</strong>, niet<br />
teg<strong>en</strong> God in te handel<strong>en</strong>.<br />
Zo vermaant ook de Heilige Geest in Psalm 2 de koning, vorst<strong>en</strong>, pot<strong>en</strong>tat<strong>en</strong> <strong>en</strong> her<strong>en</strong><br />
op aarde <strong>en</strong> verwijst h<strong>en</strong> all<strong>en</strong> naar Christus, de hoogste, <strong>en</strong>ige Koning, om het<br />
E<strong>van</strong>gelie te hor<strong>en</strong> <strong>en</strong> zij hebb<strong>en</strong> die vermaning, die op de jongste dag in het licht zal<br />
staan, <strong>van</strong> harte met ernst te aanvaard<strong>en</strong>. Want aldus spreekt de Psalm: Nu dan, gij<br />
koning<strong>en</strong>, weest verstandig, laat u gezegg<strong>en</strong> gij her<strong>en</strong> <strong>en</strong> richters der aarde, dat gij de<br />
Christus hoort, het E<strong>van</strong>gelie (Psalm 2 : 10), <strong>en</strong>z. Ev<strong>en</strong>zo zegt Psalm 47: De vorst<strong>en</strong><br />
der volk<strong>en</strong> zijn vergaderd tot e<strong>en</strong> volk voor de God <strong>van</strong> Abraham, wanneer de<br />
beschermers der aarde zich tot God voeg<strong>en</strong>. Zo maakt de profeet duidelijk, dat eerst<br />
dan de rechte ere Gods, de rechte, hoge, ware godsdi<strong>en</strong>st opgebouwd <strong>en</strong> gehandhaafd<br />
wordt, wanneer koning <strong>en</strong> vorst<strong>en</strong> godvrez<strong>en</strong>d zijn <strong>en</strong> zij de rechte, zuivere<br />
Christelijke leer in de Kerk in stand houd<strong>en</strong>. Daarom word<strong>en</strong> zij ook beschermers<br />
g<strong>en</strong>oemd, omdat God hun heeft opgedrag<strong>en</strong> de vrom<strong>en</strong> <strong>en</strong> godvrez<strong>en</strong>d<strong>en</strong> in trouwe<br />
schutse <strong>en</strong> bescherming te nem<strong>en</strong>.<br />
Aangezi<strong>en</strong> nu uwe keizerlijke Majesteit onder alle Romeinse keizers, die er ooit<br />
geweest zijn, e<strong>en</strong> <strong>van</strong> de machtigste is <strong>en</strong> <strong>van</strong> hoogadellijke, keizerlijke deugd,<br />
loffelijke faam <strong>en</strong> naam, niet minder roemrucht dan Constantijn, Theodosius, Karel,<br />
H<strong>en</strong>drik II, zo zal uwe Majesteit er zeer loffelijk, Christelijk <strong>en</strong> keizerlijk aan do<strong>en</strong>,<br />
indi<strong>en</strong> zij in zulke zak<strong>en</strong> <strong>van</strong> de Christelijke religie volg<strong>en</strong>s de keizerlijke<br />
beschrijvingsbrief in liefde <strong>en</strong> goedheid e<strong>en</strong> dergelijke e<strong>en</strong>heid tot stand tracht te<br />
br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.<br />
Opdat alles wat de religie betreft overe<strong>en</strong>komstig de goddelijke Schrift <strong>en</strong> de waarheid<br />
der Christelijke religie uit haar geput <strong>en</strong> onderzocht worde, niet uit m<strong>en</strong>selijke<br />
instelling<strong>en</strong>, tradities, gebruik<strong>en</strong> of gewoont<strong>en</strong>, die hun plaats in wereldlijke zak<strong>en</strong>,<br />
het tijdelijke goed <strong>en</strong> dergelijke aangaande hebb<strong>en</strong>, mog<strong>en</strong> zij toch in zak<strong>en</strong> des<br />
geloofs niet overweg<strong>en</strong> of geld<strong>en</strong>, zoals het woord <strong>van</strong> Augustinus <strong>en</strong> Gregorius<br />
duidelijk mak<strong>en</strong>, die in het Decretum, distinctio VIII in het hoofdstuk 'Veritate<br />
manifestata' <strong>en</strong> hoofdstuk 'Si consuetudinem' aangehaald zijn 3). 8<br />
8 3) Distinctio VIII, c. 4, 5, Decreti I p., ed. Friedberg, I, 14. Augustinus, de baptismo contra Donatistas, III, CSEL 51, 503.<br />
Gregorius VII, Jaffé, Regesta pontif. Rorn. 3977.<br />
4) Tertullianus, de virginibus velandis, I 1.<br />
80
81<br />
Zij betuigd<strong>en</strong> daar, dat in zulke zak<strong>en</strong> <strong>van</strong> geloof, wanneer de waarheid geop<strong>en</strong>baard<br />
wordt, alle gewoont<strong>en</strong>, die in strijd daarmede gehandhaafd zijn, moet<strong>en</strong><br />
wijk<strong>en</strong>, hoe oud ze ook zijn <strong>en</strong> hoe langdurig ze ook reeds stand gehoud<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>.<br />
Gregorius bevestigt dat met het woord uit Johannes 14 : 6, waar Hij zegt: Ik b<strong>en</strong> de<br />
weg, de waarheid <strong>en</strong> het lev<strong>en</strong>; Hij spreekt niet (zegt Gregorius): Ik b<strong>en</strong> de gewoonte,<br />
maar Ik b<strong>en</strong> de waarheid 4). Dat tijdelijke misbruik<strong>en</strong>, in strijd met de Schrift, toch<br />
ook vóór de tijd<strong>en</strong> <strong>van</strong> g<strong>en</strong>oemde vaders in de Kerk wortel geschot<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, ton<strong>en</strong><br />
hun aangehaalde woord<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oegzaam <strong>en</strong> duidelijk aan. Want als ze - om als e<strong>en</strong><br />
gewoonte <strong>en</strong> overgeleverd recht te kunn<strong>en</strong> geld<strong>en</strong> - niet ingeworteld war<strong>en</strong>, zoud<strong>en</strong> zij<br />
er niet teg<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> disputer<strong>en</strong> of ze met zulke <strong>en</strong> nog meer woord<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />
kunn<strong>en</strong> bestrijd<strong>en</strong>. En omdat nu zo spoedig na het begin der Kerk de vijand <strong>van</strong> de<br />
waarheid niet gerust, maar zulk zaad <strong>van</strong> misbruik mede uitgestrooid heeft, zoals het<br />
woord <strong>van</strong> g<strong>en</strong>oemde vaders <strong>en</strong> in het bijzonder <strong>van</strong> de heilige, voortreffelijke,<br />
geleerde bisschop <strong>en</strong> martelaar Cyprianus 5), dat Gregorius te gemelder plaatse<br />
daartoe ook aanvoert, bewijst, hoeveel te meer is er dan acht op te gev<strong>en</strong>, dat hij 6)<br />
zulk boos zaad <strong>van</strong> misbruik<strong>en</strong> nu, in deze laatste, gevaarlijke tijd<strong>en</strong>, wanneer<br />
zelfzuchtige lied<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> opstaan, zoals de heilige apostel Paulus zelf duidelijk<br />
voorzegde, onder zovele <strong>en</strong> velerlei ord<strong>en</strong>, sect<strong>en</strong> <strong>en</strong> schisma's, niet zal nalat<strong>en</strong> noch<br />
er mede ophoud<strong>en</strong>. Maar ook Sint Bernhard heeft in zijn tijd reeds, to<strong>en</strong> hij de Kerk<br />
met haar gedoe <strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> aanzag, daarover geklaagd <strong>en</strong> hij waarschuwde <strong>en</strong> is er<br />
bezorgd over, dat uit die misbruik<strong>en</strong> t<strong>en</strong>slotte niets anders dan de gruwel, waar<strong>van</strong><br />
Christus gesprok<strong>en</strong> heeft 7), zou voortkom<strong>en</strong>.<br />
Zo gebiedt ook paus Innoc<strong>en</strong>tius III de prelat<strong>en</strong>, dat zij niet de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, die in de<br />
Kerk<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>, met velerlei verzinsels <strong>en</strong> verdichting<strong>en</strong> of valse lering<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> lat<strong>en</strong><br />
bedrieg<strong>en</strong>, zoals op tal <strong>van</strong> plaats<strong>en</strong> om g<strong>en</strong>ot of voordeel placht te geschied<strong>en</strong> 8. zegt<br />
hij. Uit dit getuig<strong>en</strong>is <strong>van</strong> paus Innoc<strong>en</strong>tius valt g<strong>en</strong>oegzaam af te leid<strong>en</strong>, met wat voor<br />
bedrog <strong>en</strong> valse lering<strong>en</strong> ook in die tijd de duivel reeds is omgegaan <strong>en</strong> niet<br />
geschroomd heeft ze in de eredi<strong>en</strong>st <strong>en</strong> de leer in te voer<strong>en</strong>.<br />
Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> weet uwe keizerlijke Majesteit zich wel g<strong>en</strong>adig te herinner<strong>en</strong>, hoe, <strong>en</strong> hoe<br />
velerhand<strong>en</strong> misbruik<strong>en</strong> op uwer Majesteits eerste Rijksdag, te Worms gehoud<strong>en</strong>, met<br />
uwer Majesteits g<strong>en</strong>adig verlof bije<strong>en</strong>gebracht <strong>en</strong> ingedi<strong>en</strong>d zijn 8).<br />
Ook heeft paus Adriaan VI daarna <strong>door</strong> e<strong>en</strong> legaat op de vorige Rijksdag, te<br />
Neur<strong>en</strong>berg, melding lat<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> <strong>van</strong> dergelijke misbruik<strong>en</strong>, met de bereidverklaring<br />
om ze met hulp <strong>van</strong> de Almachtige te verander<strong>en</strong> <strong>en</strong> te beter<strong>en</strong>9).<br />
Dit wordt tot onderdanigste herinnering aan de keizerlijke Majesteit daarom<br />
medegedeeld, opdat uwe Majesteit zich <strong>door</strong> niemand late beprat<strong>en</strong> of beweg<strong>en</strong> -<br />
gelijk zij zonder twijfel ook niet zal do<strong>en</strong> - alsof er ge<strong>en</strong> misbruik<strong>en</strong> in leer <strong>en</strong><br />
ceremoniën, in strijd met God <strong>en</strong> de Schrift<strong>en</strong>, aanwezig zoud<strong>en</strong> zijn.10 9<br />
5) Juister: bisschop Libosus op het concilie <strong>van</strong> Carthago in 256, Opera Cypriani, Hartel, CSM., III 1,<br />
448.<br />
6) nl. de vijand <strong>van</strong> de waarheid. Vgl. Zwingli's woord<strong>en</strong>, b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong>.<br />
9 7) Bernhard <strong>van</strong> Clairvaux, de consideraitione ad Eug<strong>en</strong>ium papam, I 10, III 2, 8, zie de Nederlandse<br />
vertaling <strong>van</strong> M. C. Slotemaker de Bruine in de serie Klassiek<strong>en</strong> der Kerk, onder de titel Bezinning,<br />
Amsterdam 1951, blz. 37, 75 <strong>en</strong> 76. Vgl. ook Bernhard, In Canticum s. 33, 15 <strong>en</strong> 16. MPL 182, 740 v.,<br />
762; <strong>en</strong> 183, 958 v. Matth. 24 : 15.<br />
8) Het IIIe Lateraanse concilie <strong>van</strong> 1215 is bedoeld, canon 10, Mansi XII, 998. Decr. Grieg. IX I, 31,<br />
15.<br />
9) De gravamina der Duitse Natie, Deutsche Reichstagsakt<strong>en</strong>, Jüngere Reihe II, S. 661-718. Mirbt n.<br />
418, bekort.<br />
10) Instructie <strong>van</strong> paus Adriaan VI voor de legaat Chieregati op de rijksdag te Neur<strong>en</strong>berg 1522,<br />
Deutsche Reichstagsakt<strong>en</strong> III, S. 397 v. Mirbt n. 420, bekort; hierin o.a.: git moet zegg<strong>en</strong> dat Wij eerlijk
82<br />
En ofschoon dergelijke misbruik<strong>en</strong> <strong>van</strong> de <strong>en</strong>e op de andere keizerlijke Majesteit<br />
thans gemakkelijk met name zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangetoond <strong>en</strong> verhaald, komt<br />
het ons toch goed voor dit na te lat<strong>en</strong>, omdat de keizerlijke Majesteit hierna stuk voor<br />
stuk zal zi<strong>en</strong> <strong>en</strong> vernem<strong>en</strong> wat in de land<strong>en</strong> <strong>van</strong> de keurvorst <strong>van</strong> Saks<strong>en</strong> geleerd <strong>en</strong><br />
gepredikt <strong>en</strong> hoe er met de ceremoniën <strong>en</strong> sacram<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gedaan wordt. Hieruit zal uwe<br />
keizerlijke Majesteit <strong>en</strong> m<strong>en</strong>ige<strong>en</strong>, die met deze twist te mak<strong>en</strong> krijgt, licht kunn<strong>en</strong><br />
opmak<strong>en</strong>, wat daarteg<strong>en</strong>over de misbruik<strong>en</strong> geweest zijn, die daar<strong>door</strong> gevall<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
afgeschaft zijn.<br />
Maar opdat de keizerlijke Majesteit over de herkomst der leer, die in de land<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />
keurvorst <strong>van</strong> Saks<strong>en</strong> geleerd wordt <strong>en</strong> over de afschaffing der ceremonie-misbruik<strong>en</strong>,<br />
die zichzelf noodzakelijk heeft gemaakt, k<strong>en</strong>nis moge krijg<strong>en</strong>, zij aan e<strong>en</strong> ieder,<br />
inzonderheid in de Duitse natie, bek<strong>en</strong>d, dat m<strong>en</strong> op bijna alle plaats<strong>en</strong> weinig over de<br />
hoofdzak<strong>en</strong> <strong>van</strong> het Christelijk geloof gepredikt <strong>en</strong> geleerd, maar aan het volk veel<br />
schadelijke <strong>en</strong> onnodige lering<strong>en</strong> in plaats <strong>van</strong> Gods Woord voorgehoud<strong>en</strong> heeft. En<br />
vooral over aflat<strong>en</strong>, waarover telk<strong>en</strong>s weer quaestierders, die daarmee belast zijn, zo<br />
goddeloos <strong>en</strong> ongepast tot het volk hebb<strong>en</strong> gesprok<strong>en</strong>, dat daar<strong>door</strong> oorzaak is<br />
gegev<strong>en</strong> om over deze <strong>en</strong> dergelijke valse lering<strong>en</strong>, die tot misleiding <strong>van</strong> het volk<br />
dreigd<strong>en</strong> wortel te zull<strong>en</strong> schiet<strong>en</strong>, te sprek<strong>en</strong> <strong>en</strong> te disputer<strong>en</strong>.<br />
Want onder andere schandelijke voorw<strong>en</strong>dsels durfd<strong>en</strong> sommig<strong>en</strong> op<strong>en</strong>lijk op de<br />
kansel te zegg<strong>en</strong> <strong>en</strong> uit te roep<strong>en</strong>: wanneer het geld in de schaal viel, voer de ziel, voor<br />
wie dit geld er in geworp<strong>en</strong> was, direct t<strong>en</strong> hemel. Daarom was het op zijn plaats de<br />
m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> over zulke ding<strong>en</strong> Christelijk te onderwijz<strong>en</strong>, want wanneer m<strong>en</strong> daarop nog<br />
langer, tot misleiding <strong>van</strong> het e<strong>en</strong>voudige volk, stilgezweg<strong>en</strong> had, zou dergelijke<br />
godslastering, <strong>en</strong> daarmee ook de ware Christelijke religie in verachting hebb<strong>en</strong><br />
moet<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>, indi<strong>en</strong> God niet uit g<strong>en</strong>ade <strong>en</strong> barmhartigheid daarteg<strong>en</strong>over e<strong>en</strong><br />
best<strong>en</strong>dige <strong>en</strong> oprechte, ware leer gegev<strong>en</strong> had. To<strong>en</strong> zich dan <strong>en</strong>ig<strong>en</strong> uit de drang <strong>van</strong><br />
hun gewet<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> zulk e<strong>en</strong> onbehoorlijk predik<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitkram<strong>en</strong> <strong>van</strong> aflat<strong>en</strong> verzett<strong>en</strong>,<br />
zijn de teg<strong>en</strong>standers <strong>en</strong> hun aanhangers, die dergelijke ongegronde <strong>en</strong> lasterlijke leer,<br />
die zij over de aflat<strong>en</strong>, als bov<strong>en</strong> vermeld, gedrev<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong>, wild<strong>en</strong> verdedig<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
vóórvecht<strong>en</strong>, zoals ieder in het rijk weet, op het hardst met schrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> schreeuw<strong>en</strong><br />
<strong>van</strong> de kansels ingegaan <strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> de brutaliteit gehad bij hun vroegere<br />
onbeschaamde mededeling<strong>en</strong> nog meer ongegronde ding<strong>en</strong> vol te houd<strong>en</strong>, zodat m<strong>en</strong><br />
aan onze kant alle red<strong>en</strong> had de beproefde Christelijke lering<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> dergelijke valse<br />
leer in het licht te stell<strong>en</strong> <strong>en</strong> het volk met verwijzing naar de goddelijke heilige Schrift<br />
daarteg<strong>en</strong>over te onderricht<strong>en</strong>, hoe m<strong>en</strong> g<strong>en</strong>ade <strong>en</strong> vergeving <strong>van</strong> zond<strong>en</strong> verkrijg<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> de gewet<strong>en</strong>s <strong>door</strong> het geloof aan Christus troost<strong>en</strong> moet - hetge<strong>en</strong> alle Christ<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
nodig hebb<strong>en</strong> te wet<strong>en</strong>. Daaruit moest wel volg<strong>en</strong>, omdat m<strong>en</strong> daar<strong>door</strong> gedwong<strong>en</strong> is<br />
geword<strong>en</strong> grondig ever hun ongepaste leer te sprek<strong>en</strong>, dat <strong>door</strong> het aanton<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />
goed gefundeerde waarheid het <strong>en</strong>e misbruik na het andere viel <strong>en</strong>, wanneer er e<strong>en</strong> op<br />
goede grond<strong>en</strong> was afgeschaft, e<strong>en</strong> tweede <strong>en</strong> e<strong>en</strong> derde, dat daarop berustte, ook<br />
moest vall<strong>en</strong>, zoals het met e<strong>en</strong> bouwwerk gaat wanneer de grond, waarop het gezet<br />
is, week is <strong>en</strong> niet vast. De prelat<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> de bedoelde ongepaste prek<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
geschrift<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> lop<strong>en</strong> <strong>en</strong>, zoals wel behoord had, niet ingezi<strong>en</strong>, dat de zaak <strong>door</strong> die<br />
bek<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, dat God deze vervolging Zijner Kerk toelaat ons de zond<strong>en</strong> der m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, voornamelijk <strong>van</strong> de<br />
priesters <strong>en</strong> de prelat<strong>en</strong> <strong>van</strong> de Kerk ... Wij wet<strong>en</strong>, dat op deze heilige Stoel reeds e<strong>en</strong> aantal jar<strong>en</strong> lang<br />
vele verwerpelijke ding<strong>en</strong> bestaan hebb<strong>en</strong>, misbruik<strong>en</strong> in geestelijke zak<strong>en</strong>, excess<strong>en</strong> in opdracht<strong>en</strong>,<br />
kortom, dat alles in zijn teg<strong>en</strong>deel is verkeerd ... Gij zult belov<strong>en</strong> dat, wat Ons betreft, Wij alle moeite<br />
zull<strong>en</strong> aanw<strong>en</strong>d<strong>en</strong>, dat het eerst dit Hof (curia), <strong>van</strong>waar wellicht heel dit kwaad is uitgegaan, hervormd<br />
worde.
83<br />
schrijverij zover gedrev<strong>en</strong> is, dat vele redelijke <strong>en</strong> geleerde lied<strong>en</strong>, die de geschrift<strong>en</strong><br />
<strong>van</strong> beide kant<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>over elkaar hebb<strong>en</strong> gewog<strong>en</strong> <strong>en</strong> bekek<strong>en</strong>, aan onze partij <strong>en</strong><br />
onze leer hun instemming hebb<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> <strong>en</strong> deze voor Christelijk <strong>en</strong> goed hebb<strong>en</strong><br />
gehoud<strong>en</strong> <strong>en</strong> geoordeeld. Namelijk dat aan onze kant, over het stuk, hoe m<strong>en</strong> g<strong>en</strong>ade<br />
<strong>en</strong> vergeving <strong>van</strong> zond<strong>en</strong> moet verkrijg<strong>en</strong>, op de juiste wijze wordt geleerd <strong>en</strong> dat de<br />
voorw<strong>en</strong>dsels <strong>van</strong> de teg<strong>en</strong>standers ongegrond <strong>en</strong> onjuist zijn, ja in strijd met de<br />
duidelijke, goddelijke Schrift verdicht zijn.<br />
Zo kan ook uwe keizerlijke Majesteit g<strong>en</strong>adig bed<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, dat het aan deg<strong>en</strong><strong>en</strong>, aan wie<br />
God de g<strong>en</strong>ade <strong>van</strong> het goede begrip <strong>van</strong> de goddelijke Schrift heeft verle<strong>en</strong>d, niet<br />
paste daar maar voortdur<strong>en</strong>d over te zwijg<strong>en</strong> <strong>en</strong> het Christelijke volk met dergelijke<br />
verdichte <strong>en</strong> ergerlijke lering<strong>en</strong> voortdur<strong>en</strong>d te lat<strong>en</strong> misleid<strong>en</strong> <strong>en</strong> het getuig<strong>en</strong>is der<br />
erk<strong>en</strong>de waarheid te verberg<strong>en</strong> <strong>en</strong> achter te houd<strong>en</strong>. Want zoals de heilige<br />
Chrysostomus zegt, wi<strong>en</strong>s woord in het Decretum II c.11,9.3, c.86 Nolite ti<strong>en</strong>ere<br />
wordt weergegev<strong>en</strong>, mag niemand uit m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>vrees nalat<strong>en</strong> vrijmoedig voor de<br />
waarheid uit te kom<strong>en</strong>. Want niet alle<strong>en</strong> is deg<strong>en</strong>e, die in plaats <strong>van</strong> waarheid leug<strong>en</strong><br />
spreekt e<strong>en</strong> valse getuige, maar ook deg<strong>en</strong>e, die niet vrijmoedig voor de waarheid<br />
uitkomt of haar niet verdedigt is e<strong>en</strong> valse getuige. Dit wordt bevestigd <strong>door</strong> het<br />
woord <strong>van</strong> de heilige Paulus tot de Romein<strong>en</strong>: met het hart gelov<strong>en</strong> wij tot<br />
gerechtigheid <strong>en</strong> met de mond belijd<strong>en</strong> wij tot behoud<strong>en</strong>is. Daartoe is dan ook ge<strong>en</strong><br />
ergernis te ontzi<strong>en</strong> of te vrez<strong>en</strong>, dat daarom de waarheid niet teg<strong>en</strong>over de op<strong>en</strong>lijke<br />
onwaarheid aan d<strong>en</strong> dag gebracht zou word<strong>en</strong>. Want het is uwe keizerlijke Majesteit<br />
bek<strong>en</strong>d, dat het nuttiger is in zak<strong>en</strong> des geloofs ergernis te lat<strong>en</strong> ontstaan <strong>en</strong> groei<strong>en</strong>,<br />
dan dat uit vrees voor ergernis de waarheid verzweg<strong>en</strong> <strong>en</strong> onderdrukt zou blijv<strong>en</strong>.<br />
Daar nu echter ook de teg<strong>en</strong>partij aan deze leer <strong>en</strong> haar predikers gaarne wilde<br />
aanwrijv<strong>en</strong>, dat alle goede orde, ceremoniën <strong>en</strong> godzalige, nuttige kerkelijke<br />
gebruik<strong>en</strong> daar<strong>door</strong> ondermijnd <strong>en</strong> vernietigd <strong>en</strong> ook, zoals zij zonder grond durv<strong>en</strong> te<br />
zegg<strong>en</strong>, goede werk<strong>en</strong> verbod<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, zal uwe keizerlijke Majesteit uit de<br />
hierna volg<strong>en</strong>de bericht<strong>en</strong> <strong>en</strong> artikel<strong>en</strong> <strong>van</strong> de bedoelde leer bespeur<strong>en</strong>, hoe het<br />
werkelijk met de kerkelijke gebruik<strong>en</strong>, ceremoniën <strong>en</strong> anderszins in de land<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />
keurvorst <strong>van</strong> Saks<strong>en</strong> gesteld is, ook wat daar algeme<strong>en</strong> geleerd wordt; <strong>en</strong> of<br />
rechtschap<strong>en</strong> Christelijke werk<strong>en</strong> <strong>en</strong> ord<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere godzalige ding<strong>en</strong><br />
vernietigd, weggeworp<strong>en</strong> <strong>en</strong> ondermijnd word<strong>en</strong> of niet, <strong>en</strong> dat dergelijke<br />
beschuldiging<strong>en</strong> e<strong>en</strong> onnodige <strong>en</strong> ongegronde, onware aanklacht zijn, want deze leer<br />
bedoelt dit ge<strong>en</strong>szins.<br />
MELANCHTHONS ONTWERP II<br />
Fragm<strong>en</strong>t 1530<br />
M<strong>en</strong>ige<strong>en</strong> weet, dat er lange tijd veel groot <strong>en</strong> schadelijk misbruik in de Kerk op het<br />
gebied <strong>van</strong> de Christelijke leer <strong>en</strong> andere geestelijke ding<strong>en</strong> bestaan heeft. Daarover<br />
hebb<strong>en</strong> vele hooggeplaatste <strong>en</strong> voortreffelijke lied<strong>en</strong>, vóór deze tijd, zeer geklaagd,<br />
zoals uwe keizerlijke Majesteit zich g<strong>en</strong>adig zal wet<strong>en</strong> te herinner<strong>en</strong>, dat te Worms op<br />
uwer Majesteits Rijksdag veel <strong>van</strong> zulke misbruik<strong>en</strong> bije<strong>en</strong>gebracht <strong>en</strong> bij uwe<br />
Majesteit <strong>door</strong> de St<strong>en</strong>d<strong>en</strong> ingedi<strong>en</strong>d zijn.<br />
Ev<strong>en</strong>zo heeft later paus Adriaan VI <strong>door</strong> e<strong>en</strong> legaat voor de Rijksst<strong>en</strong>d<strong>en</strong> te<br />
Neur<strong>en</strong>berg daar melding <strong>van</strong> lat<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> h<strong>en</strong> er mee getroost, deze misbruik<strong>en</strong><br />
zoveel mogelijk te zull<strong>en</strong> verander<strong>en</strong> <strong>en</strong> beter<strong>en</strong>.
84<br />
Onder andere misbruik<strong>en</strong> is het voornaamste geweest, dat m<strong>en</strong> in bijna alle schol<strong>en</strong>,<br />
kloosters <strong>en</strong> kerk<strong>en</strong> weinig <strong>van</strong> de hoofdzak<strong>en</strong> <strong>van</strong> het Christelijk geloof heeft<br />
gepredikt <strong>en</strong> geleerd, maar het volk heel wat schadelijke leer heeft voorgehoud<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />
valse godsdi<strong>en</strong>st, waar<strong>door</strong> de gewet<strong>en</strong>s t<strong>en</strong> hoogste <strong>en</strong> zeer bezwaard zijn geword<strong>en</strong>,<br />
<strong>en</strong> m<strong>en</strong>selijke instelling<strong>en</strong>, ord<strong>en</strong>, di<strong>en</strong>st <strong>van</strong> heilig<strong>en</strong>, bedevaart<strong>en</strong>, aflat<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere<br />
onnodige <strong>en</strong> ondeugdelijke ding<strong>en</strong> meer plaats ging<strong>en</strong> innem<strong>en</strong> tot verderf der ziel<strong>en</strong>,<br />
dan wat het E<strong>van</strong>gelie leert om de gewet<strong>en</strong>s te troost<strong>en</strong>. Daarbij werd<strong>en</strong> dagelijks<br />
nieuwe misbruik<strong>en</strong> om derwille <strong>van</strong> het g<strong>en</strong>ot, nieuwe stichting<strong>en</strong>, nieuwe misbruik<strong>en</strong><br />
in de Mis, nieuwe heilig<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere ding<strong>en</strong> uitgedacht, <strong>en</strong> oef<strong>en</strong>d<strong>en</strong> de monnik<strong>en</strong><br />
zulk e<strong>en</strong> tirannie uit, dat niet alle<strong>en</strong> geringe lied<strong>en</strong>, maar ook bisschopp<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere<br />
prelat<strong>en</strong> er het zwijg<strong>en</strong> toe moest<strong>en</strong> do<strong>en</strong>, waar<strong>door</strong> in de eerste plaats die grote afkeer<br />
bij vel<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de monnik<strong>en</strong> is opgekom<strong>en</strong>.<br />
Want m<strong>en</strong> weet, hoe de zaak met de aflat<strong>en</strong> zich in het begin toegedrag<strong>en</strong> heeft, die<br />
aanleiding gaf om over allerlei misbruik<strong>en</strong> te sprek<strong>en</strong>. Want waar m<strong>en</strong> zulke<br />
onchristelijke ding<strong>en</strong> leert: als het geld in de schaal viel, voer t<strong>en</strong> hemel de ziel, <strong>en</strong><br />
vele andere onbehoorlijke praatjes, niet alle<strong>en</strong> in strijd met Gods Woord, maar ook<br />
met het pauselijk recht, was het op zijn plaats, dat geestelijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> predikers de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />
daarover onderhield<strong>en</strong>; want ook als daar ge<strong>en</strong> verder Christelijk onderricht over<br />
gegev<strong>en</strong> ware, zoud<strong>en</strong> zulke op<strong>en</strong>lijke leug<strong>en</strong>s toch hebb<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> vall<strong>en</strong>. En de ware<br />
Christelijke religie zou in verachting gekom<strong>en</strong> zijn als niet God de rechte <strong>en</strong><br />
standvastige leer daarteg<strong>en</strong>over geschonk<strong>en</strong> had.<br />
To<strong>en</strong> nu Luther dit ondeugdelijke verkondig<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitschrijv<strong>en</strong> <strong>van</strong> aflat<strong>en</strong>, zoals hij<br />
zich verplicht wist, met e<strong>en</strong> korte Latijnse preek (95 Stelling<strong>en</strong> <strong>van</strong> 31 okt. 1517) op<br />
zijn plaats gezet had <strong>en</strong> daarbij de macht <strong>van</strong> de paus in ieder opzicht t<strong>en</strong> zeerste had<br />
ontzi<strong>en</strong>, zijn de teg<strong>en</strong>standers hem zo krachtig aangevall<strong>en</strong> met Latijnse <strong>en</strong> Duitse<br />
smaadschrift<strong>en</strong>, dat hij g<strong>en</strong>oodzaakt is geweest de grond <strong>en</strong> red<strong>en</strong> <strong>van</strong> zijn overtuiging<br />
duidelijk te mak<strong>en</strong>. 10<br />
Hij heeft daarbij zo vele grote <strong>en</strong> belangrijke ding<strong>en</strong> gezegd over hoe m<strong>en</strong> de<br />
gewet<strong>en</strong>s <strong>door</strong> het geloof in Christus moet troost<strong>en</strong>, dat vele geleerde <strong>en</strong> redelijke<br />
lied<strong>en</strong> zijn leer voor Christelijk <strong>en</strong> onmisbaar bevond<strong>en</strong> <strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, terwijl<br />
tevor<strong>en</strong> veel valse <strong>en</strong> onware leer over dit punt: hoe m<strong>en</strong> g<strong>en</strong>ade <strong>en</strong> vergeving <strong>van</strong><br />
zonde verkrijg<strong>en</strong> moet, verkondigd <strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong> was. Terwijl toch dit stuk in de<br />
Christ<strong>en</strong>heid de voornaamste prediking <strong>en</strong> leer <strong>van</strong> de g<strong>en</strong>ade <strong>van</strong> Christus behoort te<br />
zijn. Daarom heeft dan ook Luther om te beginn<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> andere misbruik<strong>en</strong><br />
aangeroerd, maar alle<strong>en</strong> deze hoofdzaak op de voorgrond gesteld, die alle Christ<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
in de voornaamste plaats moet<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>. Maar de teg<strong>en</strong>standers hebb<strong>en</strong> niet<br />
opgehoud<strong>en</strong> voor <strong>en</strong> na teg<strong>en</strong> Luther met dagvaarding<strong>en</strong>, 11 excommunicaties 12 <strong>en</strong><br />
onbehoorlijke geschrift<strong>en</strong> te strijd<strong>en</strong> <strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> veel meer misbruik<strong>en</strong> gaande gemaakt<br />
<strong>en</strong> <strong>door</strong> hun eig<strong>en</strong> onhandig optred<strong>en</strong> zich zelf zulk e<strong>en</strong> afval bezorgd, dat er op vele<br />
plaats<strong>en</strong> verandering is gevolgd; waarbij Luther er op uit geweest is om misplaatste<br />
leer <strong>en</strong> overbodige verandering op 't heftigst teg<strong>en</strong> te gaan.<br />
Want ook vóór Luther hebb<strong>en</strong> verscheid<strong>en</strong>e ander<strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> het lev<strong>en</strong> der<br />
geestelijk<strong>en</strong>, maar ook vele dogma's bestred<strong>en</strong>, waaruit veel groot ong<strong>en</strong>oeg<strong>en</strong><br />
voortgekom<strong>en</strong> zou zijn, indi<strong>en</strong> Luther dit niet was teg<strong>en</strong>gegaan.<br />
10<br />
E<strong>en</strong> beroemd geword<strong>en</strong> preek <strong>van</strong> Luther 'over aflaat <strong>en</strong> g<strong>en</strong>ade', <strong>en</strong> zijn 'Resolutiones over de kracht <strong>van</strong> de<br />
aflat<strong>en</strong>', 1518.<br />
11<br />
Dagvaarding om binn<strong>en</strong> 60 dag<strong>en</strong> naar Rome ter verantwoording te kom<strong>en</strong>; <strong>door</strong> Luther te Witt<strong>en</strong>berg<br />
ont<strong>van</strong>g<strong>en</strong> op 7 augustus 1518.<br />
12<br />
De bul 'Exsurge Domine' <strong>van</strong> 15 juni 1520 dreigde, de bul 'Decet pontificem Romanum' <strong>van</strong> 3 januari 1521 sprak<br />
de excommunicatie uit.
9. DE VIER-STEDENBELIJDENIS<br />
INLEIDING<br />
In zijn op<strong>en</strong>ingsrede voor de Rijksdag te Augsburg op 20 juni 1530 vroeg keizer Karel<br />
V aan alle partij<strong>en</strong> hun geloofsovertuiging duidelijk op schrift te stell<strong>en</strong>. Daartoe was<br />
de Lutherse Confessie <strong>door</strong> Melanchthon sam<strong>en</strong>gesteld, die later alle<strong>en</strong> als de<br />
Augsburgse Confessie bek<strong>en</strong>d zou staan.<br />
H. Zwingli heeft zijn 'Fidei expositio' ingezond<strong>en</strong> (zie b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong>).<br />
Er is nog e<strong>en</strong> derde Belijd<strong>en</strong>is geweest, ingezond<strong>en</strong> nam<strong>en</strong>s de vier sted<strong>en</strong><br />
Straatsburg, Constanz, Memming<strong>en</strong> <strong>en</strong> Lindau. Ze heet de Confessio Tetrapolitana, de<br />
Vier-Sted<strong>en</strong>belijd<strong>en</strong>is.<br />
Aangezi<strong>en</strong> de Lutheran<strong>en</strong>, ook Melanchthon, niet tot mede-ondertek<strong>en</strong>ing <strong>van</strong> hun<br />
Confessie toeliet<strong>en</strong> deg<strong>en</strong><strong>en</strong>, die in de Avondmaalsleer <strong>van</strong> h<strong>en</strong> naar Zwingliaanse<br />
trant verschild<strong>en</strong>, zag<strong>en</strong> de verteg<strong>en</strong>woordigers <strong>van</strong> Straatsburg, Sturm <strong>en</strong> Pfarrer, in,<br />
dat er hunnerzijds iets zou moet<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong>. Zij verzocht<strong>en</strong>, dat de theolog<strong>en</strong> Bucer<br />
<strong>en</strong> Capito ook naar Augsburg gezond<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>en</strong> dit is geschied. To<strong>en</strong> nu<br />
zelfs de landgraaf <strong>van</strong> Hess<strong>en</strong>, Zwingli's vri<strong>en</strong>d, de Lutherse Confessie ondertek<strong>en</strong>de,<br />
zag Bucer zich met Capito g<strong>en</strong>oodzaakt - trouw<strong>en</strong>s op w<strong>en</strong>s <strong>van</strong> de raad <strong>van</strong> Straatsburg<br />
- e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> Belijd<strong>en</strong>is te ontwerp<strong>en</strong>. Begeerd had m<strong>en</strong> dit niet; veel liever had<br />
m<strong>en</strong> de on<strong>en</strong>igheid in de avondmaalsopvatting niet aldus op de Rijksdag will<strong>en</strong><br />
docum<strong>en</strong>ter<strong>en</strong>. Maar dit kon nu niet meer vermed<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. De terminologie in deze<br />
Belijd<strong>en</strong>is gebruikt, lag dan ook zo dicht mogelijk bij die <strong>van</strong> de Lutheran<strong>en</strong> <strong>en</strong> het<br />
gehele stuk verklaarde zichzelf als bijna overbodig, omdat de keizer <strong>door</strong> de andere<br />
Confessie reeds voldo<strong>en</strong>de ingelicht was.<br />
Op 2 juli 1530 verklaard<strong>en</strong> Constanz, Memming<strong>en</strong> <strong>en</strong> Lindau, mits het<br />
Avondmaalsartikel, dat oorspronkelijk inderdaad zeer uitvoerig was, bekort werd, zich<br />
bereid tot mede-ondertek<strong>en</strong>ing. Verteg<strong>en</strong>woordigers <strong>van</strong> de Vier Sted<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> het<br />
geschrift op 8 juli aan de keizer mog<strong>en</strong> aanbied<strong>en</strong>. Zij moest<strong>en</strong> die gehele morg<strong>en</strong><br />
antichambrer<strong>en</strong> <strong>en</strong> kond<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de dag terugkom<strong>en</strong>. To<strong>en</strong> bleek de keizer op<br />
jacht te zijn gegaan <strong>en</strong> bleef hun niets over, dan het aan de kanselier - <strong>en</strong> wel de in<br />
1521 verdrev<strong>en</strong> bisschop <strong>van</strong> Constanz! - ter hand te stell<strong>en</strong>.<br />
Op 8 juli kwam juist ook Zwingli's 'Verantwoording des Geloofs' te Augsburg aan. De<br />
Vier Sted<strong>en</strong> liet<strong>en</strong> zich echter niet als strikte Zwinglian<strong>en</strong> in de hoek drukk<strong>en</strong>, te<br />
minder, nu bleek, dat de keizer de 'sacram<strong>en</strong>tariërs' all<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> zoveel mogelijk <strong>door</strong><br />
de Lutheran<strong>en</strong> wilde lat<strong>en</strong> verlooch<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> bestrijd<strong>en</strong>. Deze toeleg is de keizer niet<br />
gelukt: daarvoor was de teg<strong>en</strong>stelling tuss<strong>en</strong> de Lutheran<strong>en</strong> <strong>en</strong> hem reeds te groot.<br />
De Vier-Sted<strong>en</strong>belijd<strong>en</strong>is is op de Rijksdag niet voorgelez<strong>en</strong>, waarop de praefatie bij<br />
de uitgave <strong>van</strong> 1531, (zie onze tekst onder) met verontwaardiging wijst. Wel is ze<br />
weerlegd, in e<strong>en</strong> <strong>door</strong> Johann Eck, Faber, Cochlaeils e.a. ontworp<strong>en</strong> Confutatio.<br />
Slechts <strong>door</strong> handigheid verwierv<strong>en</strong> de gezant<strong>en</strong> der sted<strong>en</strong> hier e<strong>en</strong> afschrift <strong>van</strong>, het<br />
werd hun niet verstrekt. Op 25 oktober werd deze Weerlegging, die met name de<br />
biblicistische argum<strong>en</strong>tatie, waarmee de Belijd<strong>en</strong>is aan<strong>van</strong>gt, tracht te ontz<strong>en</strong>uw<strong>en</strong>, in<br />
hun teg<strong>en</strong>woordigheid voorgelez<strong>en</strong>. Bij monde <strong>van</strong> Sturm hield<strong>en</strong> de sted<strong>en</strong>, met alle<br />
respect voor de keizer, hun standpunt onverwrikt vol, wat haar in het keizerlijk Besluit<br />
(Abschied) <strong>van</strong> de Rijksdag, <strong>van</strong> 19 november 1530, de op<strong>en</strong>lijke teg<strong>en</strong>stand kostte<br />
<strong>van</strong> Karel V, 'als Rooms Christelijk keizer, opperste voogd <strong>en</strong> beschermer <strong>van</strong> de<br />
heilige Christelijke Kerk <strong>van</strong> ambtswege'.<br />
85
86<br />
Met verwerping <strong>van</strong> de opvatting<strong>en</strong> in dit Besluit, slot<strong>en</strong> de Vier Sted<strong>en</strong> zich in het<br />
begin <strong>van</strong> het jaar 1531 bij het Schmalkaldisch Verbond aan. Daar<strong>door</strong> kwam hun<br />
'Confessio Tetrapolitana' eerst naast de 'Confessio Augustana' te staan, maar werd zij<br />
op d<strong>en</strong> duur geheel verdrong<strong>en</strong>.<br />
In augustus 1531 is de Vier-Sted<strong>en</strong>belijd<strong>en</strong>is te Straatsburg in druk versch<strong>en</strong><strong>en</strong>, met<br />
de tekst: Indi<strong>en</strong> iemand Di<strong>en</strong>s wil gehoorzam<strong>en</strong> wil, zal hij <strong>van</strong> deze leer erk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> of<br />
zij uit God is, dan of Ik <strong>van</strong> Mijzelf spreek (Joh. 7 : 17), als motief. Zij is vergezeld<br />
<strong>van</strong> e<strong>en</strong> apologie, 'Schriftliche Beschirmung und Verthedigung', <strong>door</strong> Bucer teg<strong>en</strong> de<br />
Confutatio opgesteld, <strong>en</strong> wordt voorafgegaan <strong>door</strong> de opdracht aan de keizer, die m<strong>en</strong><br />
hier in vertaling lez<strong>en</strong> kan.<br />
De op de Rijksdag ondervond<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>van</strong> alle recht <strong>en</strong> redelijkheid ontdane minachting<br />
heeft de geërgerde toon <strong>van</strong> deze voorrede uitgelokt. Zij bepleit formeel het goed<br />
recht, <strong>en</strong> materieel de rechtmatigheid <strong>van</strong> de inhoud der Tetrapolitana <strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> de<br />
opportuniteit <strong>van</strong> deze publicatie. Zij legt ook weer nadruk op de loyaliteit <strong>van</strong> de<br />
sted<strong>en</strong>. Als e<strong>en</strong> historisch docum<strong>en</strong>t <strong>van</strong> grote illustratieve waarde voor het gehele<br />
reformatieproces rondom de Rijksdag <strong>van</strong> 1530 verdi<strong>en</strong>t dit inleid<strong>en</strong>de pleidooi hier<br />
zijn plaats.<br />
J. Ficker, Die Originale des Vierstädtebek<strong>en</strong>ntnisses 1530, Geschichtliche Studi<strong>en</strong> A. Hauck,<br />
Leipzig 1916, blz. 240-251.<br />
DE VIER-STEDENBELIJDENIS 1530<br />
Opdracht aan de keizer<br />
De magistrat<strong>en</strong> <strong>van</strong> de sted<strong>en</strong> Straatsburg, Constanz, Memming<strong>en</strong> <strong>en</strong> Lindau bidd<strong>en</strong><br />
all<strong>en</strong>, die in Christus onze Verlosser gelov<strong>en</strong>, de wasdom <strong>van</strong> de Heilige Geest toe <strong>en</strong><br />
bied<strong>en</strong> hun di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> aan.<br />
Uw geheiligde keizerlijke Majesteit heeft op de Rijksdag t<strong>en</strong> vorig<strong>en</strong> jare te Augsburg<br />
gehoud<strong>en</strong> onmiddellijk bij de op<strong>en</strong>ing daar<strong>van</strong>, aan de keurvorst<strong>en</strong> <strong>en</strong> de overige<br />
vorst<strong>en</strong> <strong>en</strong> St<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>van</strong> het heilige Roomse rijk onder andere do<strong>en</strong> uite<strong>en</strong>zett<strong>en</strong>, dat<br />
het tot haar eerste w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> behoorde e<strong>en</strong> oplossing <strong>en</strong> weg te zoek<strong>en</strong> om dat ernstige<br />
<strong>en</strong> schadelijk geschil over de godsdi<strong>en</strong>st, dat Duitsland reeds e<strong>en</strong> aantal jar<strong>en</strong> in onrust<br />
heeft gebracht, te slecht<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> vaste e<strong>en</strong>dracht te herstell<strong>en</strong>; <strong>en</strong> dat zij daarom<br />
verzoekt <strong>en</strong> ernstig eist, dat de keurvorst<strong>en</strong> <strong>en</strong> de overige aanzi<strong>en</strong>lijk<strong>en</strong> <strong>van</strong> het<br />
keizerrijk <strong>en</strong> de St<strong>en</strong>d<strong>en</strong> over deze twist<strong>en</strong> <strong>en</strong> dit maar al te ernstige geschil, <strong>en</strong> over<br />
hetge<strong>en</strong> de clerici m<strong>en</strong><strong>en</strong> dat <strong>door</strong> de wereldlijk<strong>en</strong>, of de wereldlijk<strong>en</strong> m<strong>en</strong><strong>en</strong> dat <strong>door</strong><br />
de clerici, of beid<strong>en</strong> <strong>door</strong> ander<strong>en</strong> <strong>van</strong> hun eig<strong>en</strong> stand, verkeerd gedaan wordt, all<strong>en</strong><br />
afzonderlijk hun oordeel <strong>en</strong> wat zij gelov<strong>en</strong>, dat er g<strong>en</strong>eesmiddel<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zijn,<br />
voor zoveel zij daarin haar 13 belang of dat <strong>van</strong> het gem<strong>en</strong>ebest zi<strong>en</strong>, in het Latijn <strong>en</strong> in<br />
het Duits opstell<strong>en</strong> <strong>en</strong> haar aanbied<strong>en</strong>, met di<strong>en</strong> verstande, dat zij niet op zozeer hun<br />
eig<strong>en</strong> belang<strong>en</strong> als op de publieke zull<strong>en</strong> lett<strong>en</strong>; <strong>en</strong> dat zij hierop vooral zull<strong>en</strong> lett<strong>en</strong>,<br />
dat na grondige beschouwing, k<strong>en</strong>nisname <strong>en</strong> overweging <strong>van</strong> de oorzak<strong>en</strong> <strong>en</strong> het<br />
wez<strong>en</strong> <strong>van</strong> dit gehele geschil <strong>en</strong> deze scheuring, alles gemakkelijk bevredigd <strong>en</strong><br />
hersteld kan word<strong>en</strong>, <strong>en</strong> e<strong>en</strong> manier <strong>van</strong> lev<strong>en</strong> hernieuwd worde, die waarlijk<br />
e<strong>en</strong>drachtig <strong>en</strong> daarom Christus waardig is.<br />
Aan dit zo ernstig <strong>en</strong> dring<strong>en</strong>d verzoek hebb<strong>en</strong> de onz<strong>en</strong>, die wij als gezant<strong>en</strong> naar die<br />
Rijksdag gezond<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong>, will<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>, zoals het behoort <strong>en</strong> daarom de<br />
13 nl. <strong>van</strong> de keizerlijke Majesteit
87<br />
hoofdpunt<strong>en</strong> <strong>van</strong> die ding<strong>en</strong>, die bij ons als de leerstelling<strong>en</strong> <strong>van</strong> Christus, steun<strong>en</strong>d<br />
op de heilige E<strong>van</strong>geliën <strong>en</strong> de overige heilige Schrift<strong>en</strong>, reeds lang pleg<strong>en</strong> geleerd <strong>en</strong><br />
aan het godsdi<strong>en</strong>stige volk in de Kerk<strong>en</strong> onderwez<strong>en</strong> te word<strong>en</strong>, <strong>door</strong> <strong>en</strong>ig<strong>en</strong> <strong>van</strong> onze<br />
predikers, die wij aan h<strong>en</strong> toegevoegd hadd<strong>en</strong>, in het Latijn <strong>en</strong> in het Duits, in e<strong>en</strong><br />
korte sam<strong>en</strong>vatting op de wijze <strong>van</strong> e<strong>en</strong> <strong>confessie</strong>, zo goed als het in der haast <strong>en</strong> in de<br />
korte daarvoor toegestane tijd mogelijk was, do<strong>en</strong> opstell<strong>en</strong>; <strong>en</strong> zij hebb<strong>en</strong> dat terstond<br />
aan zijn keizerlijke Majesteit, zoals deze bevol<strong>en</strong> had, aangebod<strong>en</strong>. Op die manier<br />
hebb<strong>en</strong> zij <strong>van</strong> het geloof <strong>en</strong> <strong>van</strong> de eredi<strong>en</strong>st, die wij aanhang<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>van</strong> de ding<strong>en</strong>, die<br />
bij ons naar het voorschrift <strong>van</strong> het E<strong>van</strong>gelie hervormd zijn, in onze naam aan haar<br />
getracht rek<strong>en</strong>schap te gev<strong>en</strong> <strong>en</strong> tegelijk getuig<strong>en</strong>is af te legg<strong>en</strong> <strong>van</strong> onze toewijding<br />
aan haar.<br />
Terwijl er echter na de aanbieding <strong>van</strong> deze Confessie gedur<strong>en</strong>de <strong>en</strong>ige maand<strong>en</strong><br />
verder niets over deze zaak met onze gezant<strong>en</strong> onderhandeld was <strong>en</strong> dit in strijd met<br />
de hoop, zowel om de brief, waarmee zijne keizerlijke Majesteit de Rijksdag bije<strong>en</strong><br />
geroep<strong>en</strong> heeft, als vooral op grond <strong>van</strong> de w<strong>en</strong>s, die wij zo-ev<strong>en</strong> in herinnering<br />
hebb<strong>en</strong> gebracht, is aan het begin <strong>van</strong> de Rijksdag aan onze gezant<strong>en</strong>, in<br />
teg<strong>en</strong>woordigheid <strong>van</strong> zijne keizerlijke Majesteit, de keurvorst<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere vorst<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
de St<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>van</strong> het heilige keizerrijk, <strong>en</strong> terwijl er nog allerlei ander<strong>en</strong> war<strong>en</strong><br />
toegelat<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> Confutatio voorgelez<strong>en</strong>, die zekere doctor<strong>en</strong>, die met de titel <strong>van</strong><br />
theolog<strong>en</strong> pronk<strong>en</strong>, gezwor<strong>en</strong> di<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> <strong>van</strong> de teg<strong>en</strong>partij, hadd<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gesteld.<br />
Onze Confessie was nog niet voorgelez<strong>en</strong> <strong>en</strong> heeft ge<strong>en</strong> og<strong>en</strong>blik de aandacht gehad.<br />
Vervolg<strong>en</strong>s hebb<strong>en</strong> ze verreweg het meeste, dat wij beled<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, omgedraaid <strong>en</strong><br />
met slecht bije<strong>en</strong>gebrachte Schrifttekst<strong>en</strong> <strong>en</strong> onbetek<strong>en</strong><strong>en</strong>de weerlegging<strong>en</strong> bestred<strong>en</strong>.<br />
En op deze grond<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> zij geme<strong>en</strong>d zijne keizerlijke Majesteit teg<strong>en</strong> ons op te<br />
mog<strong>en</strong> zett<strong>en</strong> <strong>en</strong> ons bij alle weld<strong>en</strong>k<strong>en</strong>de godsdi<strong>en</strong>stige m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> gehaat <strong>en</strong> verfoeilijk<br />
te mak<strong>en</strong>.<br />
Om derhalve niet <strong>door</strong> te zwijg<strong>en</strong> geloof aan e<strong>en</strong> dergelijke goddeloze beschuldiging<br />
<strong>en</strong> hun woeste lastering<strong>en</strong> te do<strong>en</strong> ontstaan <strong>en</strong> opdat niet iemand zou d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, dat wij<br />
de waarheid <strong>van</strong> Christus, die wij belijd<strong>en</strong>, prijsgev<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> wij beslot<strong>en</strong> deze onze<br />
Confessie te publicer<strong>en</strong> met toevoeging <strong>van</strong> de Apologie, die wij kortgeled<strong>en</strong> onze<br />
geestelijk<strong>en</strong> opgedrag<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> gereed te mak<strong>en</strong>. Want het was plicht de<br />
heilbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>de leer <strong>van</strong> Christus, ons <strong>door</strong> de zo bijzondere goedheid Gods bek<strong>en</strong>d<br />
gemaakt, niet aan zo grote godslastering over te lat<strong>en</strong> <strong>en</strong> te verdrag<strong>en</strong>, dat wij <strong>door</strong> zo<br />
afschuwelijke maar ev<strong>en</strong> valse beschuldiging<strong>en</strong> gebrandmerkt, tot e<strong>en</strong> publieke<br />
aanstoot werd<strong>en</strong> gemaakt.<br />
Die confutatores [weerleggers] steld<strong>en</strong>, hun hele Confutatio <strong>door</strong>, de meest directe<br />
leerstelling<strong>en</strong> <strong>van</strong> Christus als goddeloosheid <strong>en</strong> ketterij aan de kaak, <strong>en</strong><br />
beschuldigd<strong>en</strong> ons <strong>van</strong> scheurmakerij in de allerheiligste katholieke Kerk <strong>en</strong> afvallers<br />
<strong>van</strong> het ware geloof <strong>en</strong> <strong>van</strong> de di<strong>en</strong>st <strong>van</strong> Christus, tot allerlei aller-verderfelijkste <strong>en</strong><br />
ontstell<strong>en</strong>de dwaling<strong>en</strong> <strong>en</strong> sect<strong>en</strong>, t<strong>en</strong>slotte ook <strong>van</strong> trouwbreuk teg<strong>en</strong>over de keizer,<br />
grove <strong>en</strong> brutale weigering <strong>van</strong> de verschuldigde gehoorzaamheid <strong>en</strong> belasterd<strong>en</strong> ons<br />
ook nog op alle mogelijke andere manier.<br />
Opdat gij, die de naam <strong>van</strong> Christ<strong>en</strong><strong>en</strong> draagt, kunt ler<strong>en</strong> hoe er niet de minste schijn<br />
<strong>van</strong> waarheid in die lastering<strong>en</strong> steekt, bidd<strong>en</strong> wij u, bij de glorie <strong>van</strong> Jezus Christus,<br />
om wie het ons in deze ding<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> maar te do<strong>en</strong> is, deze onze Confessie <strong>en</strong> de<br />
Apologie daar<strong>van</strong>, waarin met strikte nauwkeurigheid de woord<strong>en</strong> <strong>en</strong> argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />
de weerleggers aangehaald zijn, te lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> alles nauwkeurig te vergelijk<strong>en</strong> met de<br />
Schrift<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de grond<strong>en</strong> <strong>van</strong> ons <strong>en</strong> <strong>van</strong> die weerleggers teg<strong>en</strong>over elkaar te will<strong>en</strong> afweg<strong>en</strong>.<br />
Indi<strong>en</strong> gij u hiertoe laat verbidd<strong>en</strong>, zijn wij er zeker <strong>van</strong>, dat gij zult inzi<strong>en</strong>, dat
88<br />
wij de onbetwijfelde gebod<strong>en</strong> <strong>van</strong> Christus volg<strong>en</strong> <strong>en</strong> overe<strong>en</strong>komstig Zijn wil met<br />
de hoogste <strong>en</strong> ware toewijding, die reeds g<strong>en</strong>oemd is, naar zijne keizerlijke Majesteit<br />
luister<strong>en</strong>, gelijk wij stellig niet alle<strong>en</strong> aan deze onze zeer g<strong>en</strong>adige keizer, die wij na<br />
God als de hoogste gebieder op aarde er<strong>en</strong>, in alles gehoorzam<strong>en</strong>, maar ook aan alle<br />
vorst<strong>en</strong> <strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> alle Christ<strong>en</strong><strong>en</strong> ons <strong>van</strong> harte di<strong>en</strong>stvaardig <strong>en</strong> verplicht<br />
will<strong>en</strong> beton<strong>en</strong>.<br />
T<strong>en</strong> laatste zal God dit, hoeveel wolk<strong>en</strong> <strong>van</strong> laster de kinder<strong>en</strong> der duisternis ook<br />
uitstort<strong>en</strong>, wel aan de hele wereld duidelijk lat<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, zoals Hij altijd doet, <strong>en</strong><br />
ev<strong>en</strong>als Zijn waarheid, zo zal Hij ook onze onschuld aan het licht br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.<br />
Hiertoe hebb<strong>en</strong> wij hun <strong>door</strong> deze uitgave <strong>van</strong> onze Confessie <strong>en</strong> de Apologie <strong>van</strong><br />
di<strong>en</strong>st will<strong>en</strong> zijn, maar wij hebb<strong>en</strong> niemand op onvri<strong>en</strong>delijke wijze will<strong>en</strong> aanvall<strong>en</strong>,<br />
laat staan met scheldwoord<strong>en</strong> bezoedel<strong>en</strong>, hoezeer wij zelf <strong>door</strong> de weerleggers met<br />
ontzett<strong>en</strong>de lastering<strong>en</strong> <strong>en</strong> scheldpartij<strong>en</strong> beschimpt <strong>en</strong> mishandeld zijn. Bed<strong>en</strong>k<strong>en</strong>d<br />
immers Wi<strong>en</strong>s zaak wij behartig<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> wij er zorg voor gedrag<strong>en</strong>, dat onze<br />
Apologie zo weinig scherp mogelijk zou zijn. Want <strong>door</strong> de waarheid, niet <strong>door</strong><br />
scheldwoord<strong>en</strong> komt in deze ding<strong>en</strong> de overwinning tot stand. Daarom ligt het ook op<br />
onze weg <strong>van</strong> de hoop, die in ons is, verantwoording af te legg<strong>en</strong> met<br />
zachtmoedigheid, zoals Petrus geleerd heeft (I Petrus 3 : 15).<br />
Indi<strong>en</strong> deze uitgave aan iemand misplaatst voorkomt, dan verzoek<strong>en</strong> wij hem zijn<br />
oordeel zo lang op te schort<strong>en</strong> tot hij, na lezing <strong>van</strong> onze Apologie, begrep<strong>en</strong> heeft op<br />
welke wijze niet wij - dit kon hoe dan ook verdrag<strong>en</strong> word<strong>en</strong> - maar de onaantastbare<br />
leerstelling<strong>en</strong> <strong>van</strong> Christus aangevall<strong>en</strong> <strong>en</strong> behandeld zijn. Wij wet<strong>en</strong> zeker, dat er<br />
niemand is, wie de religie ter harte gaat <strong>en</strong> bij wie de Geest <strong>van</strong> Christus woont, die<br />
als hij heeft ingezi<strong>en</strong> op wat voor manier zij teg<strong>en</strong> de waarheid geraasd hebb<strong>en</strong>, niet<br />
verklaard zou hebb<strong>en</strong>, dat wij de majesteit Gods te kort gedaan hadd<strong>en</strong>, indi<strong>en</strong> wij<br />
teg<strong>en</strong>over e<strong>en</strong> zo grote <strong>en</strong> zo vreselijke beschuldiging hadd<strong>en</strong> gezweg<strong>en</strong>. Christus, de<br />
waarheid zelf <strong>en</strong> onze vrede, geve dat wij in Hem, nadat alle dwaling<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
goddeloosheid is verslag<strong>en</strong>, <strong>en</strong> wij Zijn ware di<strong>en</strong>st hebb<strong>en</strong> omhelsd, er als één uit te<br />
voorschijn kom<strong>en</strong>, om in voortdur<strong>en</strong>de <strong>en</strong> gelukkige onderlinge vrede te lev<strong>en</strong>.<br />
A<br />
M E<br />
N<br />
Vertaald naar de praefatio in: Confessio Religionis Christianae, Sacratissimo<br />
Imperatori Carolo V. Caesari Augusto in Comitijs Augustae. Anno M.D.XXX. per<br />
Legatos Ciuitatum Arg<strong>en</strong>torati, Constantiae, Memmingae, et Lindauiae exhibita, uitg.<br />
d. Georg Ulrich Andlanus, Straatsburg, september 1530 (Bibl. Thys., Leid<strong>en</strong>).<br />
De tekst der Vier-Sted<strong>en</strong>belijd<strong>en</strong>is, zonder de opdracht, is te vind<strong>en</strong> in E. F Karl<br />
Muller, Die Bek<strong>en</strong>ntnisschrift<strong>en</strong> der reformiert<strong>en</strong> Kirche, Leipzig 1903, blz. 55-78.
10. ZWINGLI AAN KEIZER KAREL V<br />
INLEIDING<br />
Het was de officiële w<strong>en</strong>s <strong>van</strong> keizer Karel V, dat op de Rijksdag te Augsburg, 1530,<br />
all<strong>en</strong> bij hem e<strong>en</strong> verantwoording <strong>van</strong> hun geloof, in het Latijn <strong>en</strong> het Duits, zoud<strong>en</strong><br />
indi<strong>en</strong><strong>en</strong>. De bericht<strong>en</strong>, die Zwingli over de stemming, die te Augsburg heerste <strong>en</strong><br />
over de kans<strong>en</strong> voor de E<strong>van</strong>gelisch<strong>en</strong> <strong>van</strong> Jakob Sturm, de stadsmeester <strong>van</strong><br />
Straatsburg, <strong>en</strong> langs andere weg<strong>en</strong> ontving, war<strong>en</strong> verre <strong>van</strong> opwekk<strong>en</strong>d. Sturm, die<br />
reeds tijdig te Augsburg aanwezig was, verwachtte niet, dat de Straatsburgse,<br />
Zuidduitse <strong>en</strong> de Zwitserse opvatting<strong>en</strong> bij de Lutheran<strong>en</strong> ook maar e<strong>en</strong> schijn <strong>van</strong> e<strong>en</strong><br />
betere kans hadd<strong>en</strong> dan bij de Katholiek<strong>en</strong>; <strong>en</strong> zijn inzicht was juist. Ofschoon hij nog<br />
wel <strong>en</strong>ige mildheid bij de keizer persoonlijk aanwezig achtte, begreep hij anderzijds<br />
heel goed, dat het herstel <strong>van</strong> de positie der Kerk hem toch bov<strong>en</strong> alles zou gaan. To<strong>en</strong><br />
voorts bleek, dat het onmogelijk zou zijn om e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijke Belijd<strong>en</strong>is tot<br />
stand te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, waarin de g<strong>en</strong>oemde gebied<strong>en</strong> <strong>en</strong> sted<strong>en</strong> zich zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />
ver<strong>en</strong>ig<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat de Lutheran<strong>en</strong> in elk geval hun Confessie zoud<strong>en</strong> indi<strong>en</strong><strong>en</strong>, spoorde<br />
Sturm in e<strong>en</strong> brief <strong>van</strong> 20 juni 1530 Zwingli aan om e<strong>en</strong> verantwoording <strong>van</strong> het<br />
geloof <strong>van</strong> de 'onz<strong>en</strong>' op te stell<strong>en</strong>: wie weet of God niet langs deze weg de keizer op<br />
de hoogte wil br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>van</strong> de verkeerde handeling<strong>en</strong> <strong>van</strong> de Roomse paus <strong>en</strong> de<br />
zijn<strong>en</strong>'.<br />
Hij zond aan Zwingli tev<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> <strong>van</strong> de grootste strijdgeschrift<strong>en</strong> <strong>van</strong> Johannes Eck<br />
toe, waarin deze 404 ketterij<strong>en</strong> uit de boek<strong>en</strong>, <strong>van</strong> Luther <strong>en</strong> Zwingli bije<strong>en</strong>gebracht<br />
had als stelling<strong>en</strong> om daarover te Augsburg te disputer<strong>en</strong>! Eck was reeds e<strong>en</strong> oude<br />
teg<strong>en</strong>stander <strong>van</strong> Zwingli, sedert 1524 <strong>en</strong> met name sedert het Zwitserse dispuut te<br />
Bad<strong>en</strong>, 1526, waarna Eck zijn boek over Het offer der Mis (1527) had uitgegev<strong>en</strong>.<br />
Ook Luther's Schwabacher Artikel<strong>en</strong> deed Sturm aan Zwingli toekom<strong>en</strong>, waarin de<br />
teg<strong>en</strong>stelling tot de Zwitsers onverbloemd uitkwam. Het war<strong>en</strong> de dag<strong>en</strong>, waarin de<br />
Vier-Sted<strong>en</strong>belijd<strong>en</strong>is <strong>door</strong> Bucer <strong>en</strong> Capito ontworp<strong>en</strong> werd.<br />
In zeer korte tijd heeft Zwingli zijn 'Fidei ratio', ‘Verantwoording of rek<strong>en</strong>schap des<br />
Geloofs’ opgesteld. Zij werd in haar geheel aan de keizer gericht, <strong>en</strong> is als zodanig<br />
tev<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> apologie <strong>en</strong> e<strong>en</strong> pleidooi, hetge<strong>en</strong> in het bijzonder in de korte inleid<strong>en</strong>de <strong>en</strong><br />
in de uitvoeriger slotwoord<strong>en</strong> tot uitdrukking komt. Zwingli beroept zich daarin op de<br />
gehele Rijksdag, waartoe ditmaal de eedg<strong>en</strong>ootschap niet uitg<strong>en</strong>odigd was <strong>en</strong> waar<br />
alle<strong>en</strong> de vijf Katholieke gebied<strong>en</strong>, Uri, Schwyz, Unterland<strong>en</strong>, Zug <strong>en</strong> Luzern zich<br />
toch, hadd<strong>en</strong> do<strong>en</strong> verteg<strong>en</strong>woordig<strong>en</strong>.<br />
Deze verantwoording is <strong>van</strong> grote betek<strong>en</strong>is voor de k<strong>en</strong>nis <strong>van</strong> Zwingli's theologie.<br />
Zij is e<strong>en</strong> persoonlijk belijd<strong>en</strong>isgeschrift zoals hijzelf in de inleiding zegt, in de eerste<br />
persoon <strong>en</strong>kelvoud opgesteld, waarover hij niemand geraadpleegd heeft <strong>en</strong> dat ook<br />
niet op e<strong>en</strong> beslissing <strong>van</strong> het volk wil vooruitlop<strong>en</strong>. Intuss<strong>en</strong> was er volstrekt ge<strong>en</strong><br />
distantie tuss<strong>en</strong> Zwingli's overtuiging <strong>en</strong> die <strong>van</strong> zijn volk.<br />
Voor de Nederlandse lezer is in het bijzonder <strong>van</strong> belang hetge<strong>en</strong> Zwingli over de<br />
Kerk <strong>en</strong> over de sacram<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zegt. Zijn theologie heeft e<strong>en</strong> diepgaande <strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>de<br />
invloed op het Nederlandse Protestantisme geoef<strong>en</strong>d. Zij sloot bij de aangebor<strong>en</strong><br />
d<strong>en</strong>kwijze vooral <strong>van</strong> de Noord-Nederlandse Christ<strong>en</strong><strong>en</strong> aan; het Calvinisme heeft dit<br />
d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> veel meer e<strong>en</strong> verstandelijke vorm gegev<strong>en</strong>. Het Zwinglianisme staat in bepaalde<br />
opzicht<strong>en</strong> dichter bij de Bijbel, het Calvinisme br<strong>en</strong>gt e<strong>en</strong> meer <strong>door</strong>gewerkte<br />
systematisering tot stand. Dit betek<strong>en</strong>t niet, dat Zwingli t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>en</strong>ig<br />
89
90<br />
fundam<strong>en</strong>teel dogma omtr<strong>en</strong>t God, de Drieë<strong>en</strong>heid, de verzo<strong>en</strong>ing of zelfs de praedestinatie<br />
in de grond anders leert dan Calvijn of Luther; wel hanteert hij de Bijbelse<br />
gegev<strong>en</strong>s daarin op e<strong>en</strong> andere manier. Hij slaat hier - <strong>en</strong> elders - e<strong>en</strong> <strong>en</strong>igszins<br />
docer<strong>en</strong>de toon aan. In het artikel over de Kerk komt hij zodo<strong>en</strong>de tot vere<strong>en</strong>voudigde<br />
<strong>en</strong> duidelijke onderscheiding<strong>en</strong>, die op oudere probleem. stelling<strong>en</strong> berust<strong>en</strong>, maar in<br />
de problematiek <strong>van</strong> de 16de eeuw e<strong>en</strong> nieuwe functie gekreg<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> in de strijd<br />
met de Kerk <strong>van</strong> Rome. Zwingli toont zich in alle opzicht<strong>en</strong> minder traditioneel dan<br />
Luther. Met Luther ver<strong>en</strong>igt hem één zeer belangrijk punt: de autarkie, de<br />
g<strong>en</strong>oegzaamheid <strong>van</strong> het geloof.<br />
Zwingli's leer over de sacram<strong>en</strong>t<strong>en</strong> vindt m<strong>en</strong> hier uitvoerig. Zij zijn voor hem<br />
symbol<strong>en</strong>; zonder dat m<strong>en</strong> Zwingli spiritualist zou mog<strong>en</strong> noem<strong>en</strong>, voert hij de<br />
stelling, dat de Geest ge<strong>en</strong> geleider nodig heeft maar zelf alles meebr<strong>en</strong>gt, tot de<br />
uiterste gr<strong>en</strong>s. Over het verschil met Luther behoeft hier niet gesprok<strong>en</strong> te word<strong>en</strong>.<br />
Veel interessanter is het om vast te stell<strong>en</strong>, dat zelfs Calvijn bij Zwingli vergelek<strong>en</strong><br />
traditioneel schijnt. Dit was Calvijn in werkelijkheid toch niet. Maar Zwingli staat op<br />
dit punt nu e<strong>en</strong>maal anders dan alle andere reformator<strong>en</strong>, daar<strong>door</strong> lijkt het zo.<br />
Inzake de Wederdoperij stond hij voorts <strong>door</strong> <strong>en</strong> <strong>door</strong> afwijz<strong>en</strong>d. Het gaan tot aan<br />
zekere gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>t bij de reformator nog geheel iets anders dan die te<br />
overschrijd<strong>en</strong>.<br />
De beide artikel<strong>en</strong> die hier volg<strong>en</strong>, zijn voor ons de meest belangwekk<strong>en</strong>de <strong>en</strong> gev<strong>en</strong><br />
aan de keizer, resp. de Rijksdag <strong>en</strong> de teg<strong>en</strong>standers op op<strong>en</strong>hartige wijze e<strong>en</strong> inzicht<br />
in Zwingli's leer. Hij geeft zijn gehele argum<strong>en</strong>tatie erbij, ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s zonder<br />
terughouding, maar hij weet teg<strong>en</strong> wie hij spreekt <strong>en</strong> doet dit met bescheid<strong>en</strong>heid. Aan<br />
zijn overtuigdheid <strong>en</strong> zekerheid doet zulks - m<strong>en</strong> zie het slot, waarin de meest felle<br />
critiek op de wantoestand<strong>en</strong> niet ontbreekt - weer niets af.<br />
De hier niet weergegev<strong>en</strong> artikel<strong>en</strong> of hoofdstukk<strong>en</strong> handel<strong>en</strong> over: God, de<br />
voorzi<strong>en</strong>igheid, de verzo<strong>en</strong>ing, de erfzonde, de kinder<strong>en</strong> der gelovig<strong>en</strong>; na de<br />
ecclesiologie <strong>en</strong> de sacram<strong>en</strong>tsleer volg<strong>en</strong>: het Avondmaal - zeer uitvoerig -, de<br />
kerkelijke ceremoniën, de profetie - d.i. de prediking -, de overheid <strong>en</strong> het vagevuur,<br />
in totaal twaalf artikel<strong>en</strong>.<br />
De Fidei ratio, 3 juli voltooid, werd <strong>door</strong> e<strong>en</strong> stadsbode <strong>van</strong> Zürich naar Augsburg<br />
gebracht <strong>en</strong> daar reeds op 8 juli 1530 bij de vice-kanselier <strong>van</strong> het rijk ingeleverd met<br />
bestemming voor de keizer zelf. Ook in dit geval, zoals in bijna alle andere <strong>van</strong> overe<strong>en</strong>komstige<br />
aard, is niet geblek<strong>en</strong>, dat de geadresseerde haar gelez<strong>en</strong> heeft.<br />
Ander<strong>en</strong> echter zeker wel, want de Verantwoording is direct te Zürich, bij Zwingli's<br />
uitgever Froschauer, gedrukt <strong>en</strong> deze druk heeft te Augsburg gecirculeerd.<br />
Melanchthon kreeg e<strong>en</strong> exemplaar in hand<strong>en</strong> <strong>en</strong> reageerde erop in de trant <strong>van</strong>: liever<br />
paaps dan Zwingliaan. Luther drukte zich later nog grover uit, geërgerd vooral <strong>door</strong><br />
Zwingli's beschuldiging <strong>van</strong> traditionalisme <strong>en</strong> di<strong>en</strong>s kritiek op het bisschopsambt, dat<br />
in de Duitse Kerk gewijzigd gehandhaafd bleef.<br />
De eig<strong>en</strong>lijke Rooms Katholieke kritiek kwam <strong>van</strong> Eck, die e<strong>en</strong> Repulsio articulorum<br />
Zwingli, ‘Afwijzing <strong>van</strong> Zwingli's artikel<strong>en</strong>’, schreef. Hieruit blijkt e<strong>en</strong> volkom<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
zelfs ontstell<strong>en</strong>d vooroordeel <strong>en</strong> wanbegrip. Eck, die te Augsburg met Melanchthon<br />
had geredetwist <strong>en</strong> e<strong>en</strong> <strong>van</strong> de auteurs der Roomse Confutatio <strong>van</strong> de Confessie<br />
Augustana was, zei <strong>van</strong> Zwingli, ‘dat hij ge<strong>en</strong> Christ<strong>en</strong> meer was, eer e<strong>en</strong> Turk,<br />
Tataar, Hun, e<strong>en</strong> Nebukadnezar, Antiochus of Heliodorus <strong>en</strong> beweerde, dat te Zürich<br />
alles geprofaneerd was’. En dit zei hij <strong>van</strong> e<strong>en</strong> gebied <strong>en</strong> e<strong>en</strong> stad waar de 'bibliocratie'<br />
heerste! Krasser onwet<strong>en</strong>dheid <strong>en</strong> vuriger vijandigheid is <strong>van</strong> Katholieke zijde uit de
91<br />
p<strong>en</strong> <strong>en</strong> het brein <strong>van</strong> e<strong>en</strong> humanistisch gevormd theoloog nauwelijks gevloeid.<br />
Zwingli heeft hierop nog geantwoord in e<strong>en</strong> uitvoerige brief aan de vorst<strong>en</strong> op de<br />
Rijksdag, waar<strong>door</strong> de problem<strong>en</strong> echter niet dichter tot e<strong>en</strong> oplossing zijn gebracht.<br />
Uit deze polemiek blijkt wel, hoezeer de gescheurde Kerk <strong>van</strong> to<strong>en</strong> gedi<strong>en</strong>d zou zijn<br />
geweest <strong>door</strong> e<strong>en</strong> zelfstandig oordel<strong>en</strong>de, <strong>van</strong> de gevormde partij<strong>en</strong> onafhankelijke<br />
scheidsrechter. Hierop richt<strong>en</strong> zich alle pleidooi<strong>en</strong>. Zij tracht<strong>en</strong> het odium ecclesiasticum,<br />
de haat <strong>en</strong> vijandigheid der kerkelijke zelfhandhaving te bov<strong>en</strong> te kom<strong>en</strong>,<br />
<strong>door</strong> de E<strong>van</strong>gelische argum<strong>en</strong>tatie geheel op<strong>en</strong> te legg<strong>en</strong> <strong>en</strong> gev<strong>en</strong> daarbij elke<br />
kritiek, die ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s in het E<strong>van</strong>gelie haar uitgangspunt neemt, op moedige wijze haar<br />
kans. Zij kond<strong>en</strong> dit do<strong>en</strong> omdat zij zeker <strong>van</strong> hun zaak war<strong>en</strong>. De keizer zag hier<br />
echter ge<strong>en</strong> roeping, ondanks zijn officiële w<strong>en</strong>s, waar<strong>van</strong> in het begin sprake was.<br />
Deze kans is dan ook in dit geval, gelijk in het algeme<strong>en</strong> <strong>door</strong> de Rijksdag te<br />
Augsburg, grof verspeeld. Ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel argum<strong>en</strong>t <strong>van</strong> E<strong>van</strong>gelische zijde is tot zijn<br />
recht gekom<strong>en</strong>, laat staan weerlegd. Zo moest<strong>en</strong> de E<strong>van</strong>gelisch<strong>en</strong> <strong>en</strong> de oude Kerk<br />
wel steeds verder uite<strong>en</strong> gerak<strong>en</strong>.<br />
Wij herhal<strong>en</strong>, dat Zwingli voor zichzelf sprak, niet in opdracht <strong>van</strong> Zürich of de<br />
overige hervormde kantons. Wanneer hij deze dan toch op de eerste bladzijde reeds<br />
noemt, <strong>en</strong> wel met de omschrijving: de sted<strong>en</strong> <strong>van</strong> het Christelijk burgrecht, d.i. eedg<strong>en</strong>ootschap,<br />
moet m<strong>en</strong> het persoonlijke karakter <strong>van</strong> zijn Verantwoording ook weer<br />
niet te nauw nem<strong>en</strong>. De reformator was niet <strong>en</strong>kel meer e<strong>en</strong> particulier persoon, maar<br />
de verpersoonlijking geword<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> grote volksbeweging.<br />
Bron:<br />
O. Farner, Huldrych Zwingli, IV, Zrich 1960.<br />
W. Gussmann, D. Johann Ecks vierhundert Artikel zum Reichstag von<br />
Augsburg 1530, Qúell<strong>en</strong> und Forschung<strong>en</strong> zur Geschichte des Augsburgisch<strong>en</strong><br />
Glaub<strong>en</strong>sbek<strong>en</strong>ntnisses, 2. Bd., Kassel 1930.
11. VOORREDE VOOR DE FIDEI RATIO<br />
Verantwoording des geloofs <strong>van</strong> Huldrych Zwingli voor Karel, Rooms keizer,<br />
die de Duitse Rijksdag te Augsburg houdt. 1530<br />
Met spanning wachtt<strong>en</strong> wij, die in de sted<strong>en</strong> <strong>van</strong> het Christelijk burgrecht het<br />
E<strong>van</strong>gelie predik<strong>en</strong>, af wanneer ook <strong>van</strong> ons, Karel, gij heilige keizer der<br />
gerechtigheid, rek<strong>en</strong>schap <strong>van</strong> het geloof, dat wij bezitt<strong>en</strong> <strong>en</strong> belijd<strong>en</strong>, gevraagd zou<br />
word<strong>en</strong>. Terwijl wij daarop verdacht zijn, bereikt ons, meer bij geruchte dan <strong>door</strong> e<strong>en</strong><br />
betrouwbaar bericht, de tijding, dat zeer vel<strong>en</strong> thans e<strong>en</strong> volledige sam<strong>en</strong>vatting <strong>van</strong><br />
hun religie <strong>en</strong> <strong>van</strong> hun geloof gereedgemaakt hebb<strong>en</strong> om aan u voor te legg<strong>en</strong>. Het<br />
mes is ons dus op de keel gezet. Want <strong>en</strong>erzijds zijn de liefde tot de waarheid <strong>en</strong> de<br />
zorg voor de op<strong>en</strong>bare vrede voor ons e<strong>en</strong> red<strong>en</strong> om hetge<strong>en</strong> wij ander<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> do<strong>en</strong>, te<br />
eer ook zelf te ondernem<strong>en</strong>; maar aan de andere kant schrikt ons de korte tijd, die<br />
daarvoor nog ter beschikking staat, af, omdat weg<strong>en</strong>s de haast, die u hebt - daar<strong>van</strong><br />
spreekt nl. het gerucht ook - alles te snel <strong>en</strong> om zo te zegg<strong>en</strong> oppervlakkig gedaan<br />
moet word<strong>en</strong>.<br />
Voorts omdat wij, die als boodschappers <strong>van</strong> het Woord Gods in de sted<strong>en</strong> <strong>en</strong> op het<br />
land <strong>van</strong> het g<strong>en</strong>oemde burgrecht arbeid<strong>en</strong>, te ver <strong>van</strong> elkander <strong>en</strong> te verstrooid zijn<br />
om in zo korte tijd bije<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> om hetge<strong>en</strong> het best aan uwe Hoogheid<br />
geschrev<strong>en</strong> zou moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, te besprek<strong>en</strong>.<br />
Maar to<strong>en</strong> ik de belijd<strong>en</strong>is <strong>van</strong> de ander<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook de weerlegging daar<strong>van</strong> <strong>door</strong> hun<br />
teg<strong>en</strong>standers zag, die toch zeker gereed gemaakt war<strong>en</strong> vóór er nog iets <strong>van</strong> h<strong>en</strong><br />
gevraagd was, me<strong>en</strong>de ik dat het <strong>van</strong> belang was wanneer ik alle<strong>en</strong> de verantwoording<br />
<strong>van</strong> mijn geloof, zonder vooruit te lop<strong>en</strong> op het oordeel <strong>van</strong> mijn volk, aflegde. Want<br />
wanneer ooit erg<strong>en</strong>s gold dat m<strong>en</strong> zich langzaam moet haast<strong>en</strong>, dan moest ik mij nu<br />
zoveel mogelijk haast<strong>en</strong> om niet uit sufheid achteraan te kom<strong>en</strong> <strong>en</strong> om ge<strong>en</strong> gevaar te<br />
lop<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> bed<strong>en</strong>kelijk zwijg<strong>en</strong> of hoogmoedige veronachtzaming verdacht te<br />
word<strong>en</strong>.<br />
Ik bied u dus, o keizer, bij deze de sam<strong>en</strong>vatting <strong>van</strong> mijn geloof aan met di<strong>en</strong><br />
verstande, dat ik tegelijk verklaar, niet slechts het oordeel over deze artikel<strong>en</strong> maar<br />
over alles wat ik ooit geschrev<strong>en</strong> heb of met Gods goedheid nog schrijv<strong>en</strong> zal, niet aan<br />
één alle<strong>en</strong> of aan <strong>en</strong>kele weinig<strong>en</strong>, maar aan de gezam<strong>en</strong>lijke Kerk <strong>van</strong> Christus toe te<br />
vertrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> over te lat<strong>en</strong>, bijaldi<strong>en</strong> zij op last <strong>en</strong> ingeving <strong>van</strong> Gods Woord <strong>en</strong><br />
Geest uitspraak doet.<br />
Na de behandeling <strong>van</strong> vijf geloofsartikel<strong>en</strong> - zie de inleiding - volgt:<br />
T<strong>en</strong> zesde d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> wij over de Kerk aldus.<br />
Het woord Kerk wordt in de Schrift op verschill<strong>en</strong>de manier<strong>en</strong> gebruikt.<br />
T<strong>en</strong> eerste voor de <strong>door</strong> God tot het eeuwige lev<strong>en</strong> bestemde verkor<strong>en</strong><strong>en</strong>. Deze Kerk<br />
bedoelt Paulus als hij zegt, dat zij vlek noch rimpel heeft. Zij is alle<strong>en</strong> bij God bek<strong>en</strong>d,<br />
want Hij alle<strong>en</strong> k<strong>en</strong>t, naar het woord <strong>van</strong> Salomo, de hart<strong>en</strong> der m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>kinder<strong>en</strong>.<br />
Niettemin wet<strong>en</strong> de lidmat<strong>en</strong> <strong>van</strong> deze Kerk zichzelf verkor<strong>en</strong> <strong>en</strong> lidmat<strong>en</strong> <strong>van</strong> deze<br />
eerste Kerk omdat zij gelovig zijn; <strong>van</strong> de andere led<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> zij het niet. Want zo<br />
staat in het boek Handeling<strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong>: <strong>en</strong> zovel<strong>en</strong> als bestemd war<strong>en</strong> tot het<br />
eeuwige lev<strong>en</strong>, kwam<strong>en</strong> tot het geloof, (13:48). Dus wie gelooft, is tot het eeuwige<br />
92
93<br />
lev<strong>en</strong> bestemd. Maar alle<strong>en</strong> de gelovige kan wet<strong>en</strong>, wie waarlijk gelov<strong>en</strong>. Hij is er<br />
reeds nu zeker <strong>van</strong> e<strong>en</strong> uitverkor<strong>en</strong>e <strong>van</strong> God te zijn, want hij bezit als onderpand de<br />
Geest, naar het woord <strong>van</strong> de aposte; aan God gewijd <strong>en</strong> voor Hem verzegeld, weet hij<br />
zich waarlijk vrij <strong>en</strong> e<strong>en</strong> zoon des huiz<strong>en</strong> te zijn <strong>en</strong> niet meer slaaf. Want deze Geest<br />
misleidt niemand. Wanneer Hij ons telk<strong>en</strong>s weer zegt, dat God onze Vader is, <strong>en</strong> wij<br />
Hem welverzekerd <strong>en</strong> onbevreesd Vader noem<strong>en</strong>, in de zekerheid, dat wij de<br />
eeuwigheid beërv<strong>en</strong> zull<strong>en</strong>, dan is de Geest <strong>van</strong> de Zoon Gods stellig in onze hart<strong>en</strong><br />
uitgegot<strong>en</strong>. Wie zo zeker <strong>en</strong> wèlverzekerd is, is daarom zonder twijfel verkor<strong>en</strong>; want<br />
wie gelov<strong>en</strong>, zijn tot het eeuwige lev<strong>en</strong> bestemd. Wanneer er echter vel<strong>en</strong> verkor<strong>en</strong><br />
zijn, die nog ge<strong>en</strong> geloof bezitt<strong>en</strong>, war<strong>en</strong> dan de Moeder Gods, Johannes, Paulus,<br />
zolang zij nog zeer kleine kinder<strong>en</strong> war<strong>en</strong>, soms niet verkor<strong>en</strong> - <strong>en</strong> wel <strong>van</strong> vóór de<br />
schepping der wereld? Maar zelf wist<strong>en</strong> zij het niet, noch op grond <strong>van</strong> hun geloof<br />
noch op grond <strong>van</strong> e<strong>en</strong> op<strong>en</strong>baring. War<strong>en</strong> Mattheüs, Zacheüs, de moord<strong>en</strong>aar aan het<br />
kruis <strong>en</strong> Maria Magdal<strong>en</strong>a niet vóór de grondlegging der wereld verkor<strong>en</strong>? Toch<br />
wist<strong>en</strong> zij het niet, totdat zij <strong>door</strong> de Geest verlicht <strong>en</strong> <strong>door</strong> de Vader tot Christus<br />
getrokk<strong>en</strong> war<strong>en</strong>. Hieruit volgt dus, dat deze eerste Kerk slechts bij God bek<strong>en</strong>d is <strong>en</strong><br />
dat alle<strong>en</strong> de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> vast <strong>en</strong> onaangevocht<strong>en</strong> geloof <strong>van</strong> zichzelf wet<strong>en</strong><br />
lidmat<strong>en</strong> <strong>van</strong> deze Kerk te zijn.<br />
Vervolg<strong>en</strong>s wordt het woord Kerk in het algeme<strong>en</strong> voor all<strong>en</strong> gebruikt, die met de<br />
naam <strong>van</strong> Christus aangeduid werd<strong>en</strong>, dat is die Christus belijd<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>van</strong> wie e<strong>en</strong><br />
groot deel Christus voor de og<strong>en</strong> der m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>door</strong> belijd<strong>en</strong>is of <strong>door</strong> de deelname aan<br />
de sacram<strong>en</strong>t<strong>en</strong> erk<strong>en</strong>t, maar in hun hart desalniettemin hetzij voor Hem terugdeinst of<br />
Hem niet k<strong>en</strong>t. Tot deze Kerk behor<strong>en</strong> naar onze overtuiging all<strong>en</strong>, die voor de naam<br />
<strong>van</strong> Christus naar buit<strong>en</strong> uitkom<strong>en</strong>. Zo behoord<strong>en</strong> Judas Iskarioth tot de Kerk <strong>van</strong><br />
Christus <strong>en</strong> all<strong>en</strong>, die zich weer <strong>van</strong> Christus hebb<strong>en</strong> afgekeerd. De apostel<strong>en</strong> hield<strong>en</strong><br />
Judas immers ev<strong>en</strong>goed voor e<strong>en</strong> lid <strong>van</strong> de Kerk als Petrus <strong>en</strong> Paulus, hoewel hij het<br />
volstrekt niet was. Christus wist echter wie de Zijn<strong>en</strong> <strong>en</strong> wie <strong>van</strong> de duivel war<strong>en</strong>.<br />
Deze Kerk is dus waarneembaar, ook al komt zij in deze wereld niet bije<strong>en</strong>; het zijn<br />
all<strong>en</strong>, die voor Christus uitkom<strong>en</strong>, al bevind<strong>en</strong> zich vele verworp<strong>en</strong><strong>en</strong> onder h<strong>en</strong>.<br />
Christus heeft haar <strong>door</strong> die lieflijke allegorie <strong>van</strong> de ti<strong>en</strong> maagd<strong>en</strong>, <strong>van</strong> wie e<strong>en</strong> deel<br />
wijs <strong>en</strong> het andere deel dwaas was, voorgesteld. Deze Kerk wordt ook dikwijls de<br />
verkor<strong>en</strong>e g<strong>en</strong>oemd, ofschoon zij niet als de eerste zonder vlek is, maar zij wordt in<br />
gelijke zin verkor<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd als zij naar m<strong>en</strong>selijk oordeel op grond <strong>van</strong> de naar buit<strong>en</strong><br />
waarneembare belijd<strong>en</strong>is Kerk Gods is. Want wij houd<strong>en</strong> h<strong>en</strong> voor gelovig <strong>en</strong><br />
verkor<strong>en</strong> die zichzelf tot Christus rek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Zo schreef Petrus dan ook: aan de<br />
verkor<strong>en</strong><strong>en</strong> in Pontus, <strong>en</strong>z., waarbij hij met de uitdrukking 'verkor<strong>en</strong><strong>en</strong>' all<strong>en</strong> bedoelt,<br />
die tot de Kerk<strong>en</strong> behoord<strong>en</strong>, waaraan hij schrijft, niet alle<strong>en</strong> de uitdrukkelijk <strong>door</strong> de<br />
Heere verkor<strong>en</strong><strong>en</strong>, want dez<strong>en</strong> war<strong>en</strong> aan Petrus niet bek<strong>en</strong>d <strong>en</strong> dus kon hij aan h<strong>en</strong><br />
ook niet schrijv<strong>en</strong>.<br />
T<strong>en</strong>slotte wordt het woord Kerk voor elke afzonderlijke geme<strong>en</strong>te (Kilchlaëre) <strong>van</strong><br />
deze algem<strong>en</strong>e <strong>en</strong> zichtbare Kerk gebruikt, zoals de Kerk te Rome, te Augsburg, te<br />
Lyon. Er zijn ook nog wel andere betek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> <strong>van</strong> het woord Kerk, maar het heeft<br />
ge<strong>en</strong> nut die nu op te noem<strong>en</strong>.<br />
Ik geloof derhalve, dat er één Kerk is <strong>van</strong> deg<strong>en</strong><strong>en</strong>, die dezelfde Geest bezitt<strong>en</strong>, <strong>door</strong><br />
welke zij zekerheid ont<strong>van</strong>g<strong>en</strong> ware zon<strong>en</strong> <strong>van</strong> het Huis Gods te zijn. Dat is de eerste<br />
Kerk. Ik geloof, dat deze Kerk in de waarheid niet dwaalt, wel te verstaan in de<br />
voornaamste grondslag<strong>en</strong> <strong>van</strong> het geloof, waar alles om draait. Ik geloof ook dat de<br />
algem<strong>en</strong>e, zichtbare Kerk één is, indi<strong>en</strong> zij de ware belijd<strong>en</strong>is, waarover reeds<br />
gesprok<strong>en</strong> is, vasthoudt. Ik geloof ook, dat tot deze Kerk all<strong>en</strong> behor<strong>en</strong>, die naar het
94<br />
gebod <strong>en</strong> de belofte <strong>van</strong> Gods Woord belijd<strong>en</strong> tot haar te behor<strong>en</strong>. Ik geloof, dat de<br />
kinder<strong>en</strong> <strong>van</strong> Izak, Jakob, Juda <strong>en</strong> all<strong>en</strong>, die uit het zaad <strong>van</strong> Abraham stamm<strong>en</strong>, ook<br />
de kinder<strong>en</strong>, wier ouders in de allereerste tijd<strong>en</strong> <strong>van</strong> de Kerk op grond <strong>van</strong> de<br />
prediking der apostel<strong>en</strong> voor Christus gekoz<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, tot deze Kerk behor<strong>en</strong>.<br />
Wanneer immers Izak <strong>en</strong> de andere aartsvaders er niet toe behoord hadd<strong>en</strong>, zoud<strong>en</strong> zij<br />
het k<strong>en</strong>tek<strong>en</strong> <strong>van</strong> de Kerk niet ont<strong>van</strong>g<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Wanneer dus zij tot de Kerk<br />
behoord<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> ook de zeer kleine kinder<strong>en</strong> in de vroegste Kerk tot haar behoord.<br />
Daarom geloof <strong>en</strong> weet ik, dat zij <strong>door</strong> het sacram<strong>en</strong>t <strong>van</strong> de doop betek<strong>en</strong>d zijn. Want<br />
ook kinder<strong>en</strong> belijd<strong>en</strong> wanneer zij <strong>door</strong> hun ouders tot de Kerk gebracht word<strong>en</strong>, of<br />
liever wanneer de belofte h<strong>en</strong> br<strong>en</strong>gt; deze is voor onze kinder<strong>en</strong> niet kleiner, maar<br />
nog veel ruimer <strong>en</strong> rijker geword<strong>en</strong> dan ze voor de Hebreeuwse kinder<strong>en</strong> was.<br />
Dat is dan ook de grond voor de doop <strong>en</strong> voor het br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>van</strong> de kinder<strong>en</strong> tot de<br />
Kerk, teg<strong>en</strong> welke alle wap<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> list<strong>en</strong> <strong>van</strong> de Wederdopers (letterlijk:<br />
doopverwoesters) niets vermog<strong>en</strong>. In elk geval moet<strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> de gelovig<strong>en</strong> maar<br />
ook de belijd<strong>en</strong>d<strong>en</strong>, die volg<strong>en</strong>s de beloft<strong>en</strong> <strong>van</strong> Gods Woord tot de Kerk behor<strong>en</strong>,<br />
gedoopt word<strong>en</strong>. Anders zou immers ook ge<strong>en</strong> apostel ooit iemand dop<strong>en</strong> omdat ge<strong>en</strong><br />
apostel over het geloof <strong>van</strong> <strong>en</strong>ig m<strong>en</strong>s, die belijdt <strong>en</strong> zichzelf tot de Kerk rek<strong>en</strong>t,<br />
zekerheid bezit. In ieder geval zijn Simon de tov<strong>en</strong>aar, Ananias, ook Judas <strong>en</strong> wie<br />
all<strong>en</strong> nog meer, gedoopt omdat zij beled<strong>en</strong>, terwijl zij toch ge<strong>en</strong> geloof hadd<strong>en</strong>. In<br />
onderscheid <strong>van</strong> h<strong>en</strong> werd Izak als kind besned<strong>en</strong> terwijl hij nog ge<strong>en</strong> belijd<strong>en</strong>is had<br />
afgelegd <strong>en</strong> ook nog niet geloofde; veeleer legde de belofte de belijd<strong>en</strong>is in zijn plaats<br />
af. Omdat zich nu echter onze kinder<strong>en</strong> in dezelfde situatie als de Hebreeuwse<br />
bevind<strong>en</strong>, treedt ook de belofte <strong>van</strong> onze Kerk voor h<strong>en</strong> in de plaats <strong>en</strong> belijdt. In<br />
waarheid vergt daarom de doop ev<strong>en</strong>als de besnijd<strong>en</strong>is - wij sprek<strong>en</strong> <strong>van</strong> het<br />
sacram<strong>en</strong>t <strong>van</strong> de doop - slechts één <strong>van</strong> beide: hetzij de belijd<strong>en</strong>is, d.w.z. de<br />
verklaring tot Christus te behor<strong>en</strong>, hetzij het verbond, d.w.z. de belofte. Dit alles zal<br />
nog wel duidelijker word<strong>en</strong> uit hetge<strong>en</strong> volgt.<br />
T<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>de. Ik geloof, ja ik weet, dat alle sacram<strong>en</strong>t<strong>en</strong> er zo verre <strong>van</strong> zijn de g<strong>en</strong>ade<br />
te verl<strong>en</strong><strong>en</strong>, dat zij die zelfs niet aanbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> of uitdel<strong>en</strong>. Het zou kunn<strong>en</strong>, almachtigste<br />
keizer, dat ik u hierin al te kras schijn, maar mijn m<strong>en</strong>ing is goed gefundeerd. Want<br />
gelijk de g<strong>en</strong>ade <strong>van</strong> de goddelijke Geest komt of geschonk<strong>en</strong> wordt (ik spreek Latijn,<br />
wanneer ik 'g<strong>en</strong>ade' (gratia) voor vergeving, kwijtschelding <strong>en</strong> vrije gunst gebruik)<br />
komt deze gave slechts aan de Geest toe. De Geest nu heeft noch e<strong>en</strong> leider noch e<strong>en</strong><br />
vervoermiddel nodig, want Hij is zelf de kracht <strong>en</strong> drager, die alles aanbr<strong>en</strong>gt, Hij<br />
behoeft niet gebracht te word<strong>en</strong>. Wij lez<strong>en</strong> ook nooit in de heilige Schrift, dat iets<br />
zichtbaars, zoals de sacram<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, met zekerheid de Geest meebr<strong>en</strong>gt; integ<strong>en</strong>deel,<br />
indi<strong>en</strong> ooit iets zichtbaars met de Geest medegebracht is, dan was de Geest de drager<br />
<strong>en</strong> niet dat zichtbare. Zo kwam<strong>en</strong>, to<strong>en</strong> e<strong>en</strong> sterke wind opstak, tegelijk <strong>door</strong> de kracht<br />
<strong>van</strong> de wind de vurige tong<strong>en</strong> mee, maar niet de wind <strong>door</strong> de kracht der tong<strong>en</strong>). Zo<br />
bracht de wind kwakkels mee <strong>en</strong> voerde sprinkhan<strong>en</strong> weg, maar ge<strong>en</strong> kwakkels of<br />
sprinkhan<strong>en</strong> war<strong>en</strong> ooit zo snel, dat zij de wind kond<strong>en</strong> meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Ev<strong>en</strong>zo, to<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
wind, sterk g<strong>en</strong>oeg om zelfs berg<strong>en</strong> op te heff<strong>en</strong>, Elia voorbijging, werd de Heer toch<br />
niet <strong>door</strong> die wind meegedrag<strong>en</strong>. Enzovoort.<br />
Kortom, de wind waait waarhe<strong>en</strong> hij wil, dit wil zegg<strong>en</strong> waait zoals zijn aard is; <strong>en</strong> gij<br />
hoort zijn geluid, maar gij weet niet, <strong>van</strong>waar hij komt of waar hij he<strong>en</strong>gaat. Zo is e<strong>en</strong><br />
ieder, die uit de Geest gebor<strong>en</strong> wordt, dat wil zegg<strong>en</strong> hij wordt onzichtbaar <strong>en</strong> niet<br />
waarneembaar verlicht <strong>en</strong> aangetrokk<strong>en</strong>. De waarheid heeft dit gesprok<strong>en</strong>. De g<strong>en</strong>ade<br />
<strong>van</strong> de Geest wordt dus niet <strong>door</strong> dit onderdompel<strong>en</strong>, niet <strong>door</strong> dit drink<strong>en</strong>, niet <strong>door</strong>
95<br />
die zalving bemiddeld. Want indi<strong>en</strong> dit zo was, zou m<strong>en</strong> ook wet<strong>en</strong> hoe, waar,<br />
waar<strong>door</strong> <strong>en</strong> waarhe<strong>en</strong> de Geest gebracht werd. Zijn namelijk de teg<strong>en</strong>woordigheid <strong>en</strong><br />
de werking <strong>van</strong> de g<strong>en</strong>ade aan de sacram<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gebond<strong>en</strong>, dan werk<strong>en</strong> zij daar waarhe<strong>en</strong><br />
zij gebracht word<strong>en</strong>. Waar m<strong>en</strong> ze niet gebruikt, verslapt alles in betek<strong>en</strong>is.<br />
Er bestaat ook ge<strong>en</strong> grond voor, als de theolog<strong>en</strong> voorw<strong>en</strong>d<strong>en</strong>, dat m<strong>en</strong> <strong>van</strong> tevor<strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> zekere voorbereiding <strong>van</strong> de stof of <strong>van</strong> de ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> het sacram<strong>en</strong>t moet<br />
eis<strong>en</strong>, hetge<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>t, dat de g<strong>en</strong>ade <strong>van</strong> de doop of <strong>van</strong> het Avondmaal naar hun<br />
zegg<strong>en</strong> slechts gegev<strong>en</strong> wordt aan deg<strong>en</strong>e, die er voor toegerust is. Wie namelijk<br />
volg<strong>en</strong>s hun m<strong>en</strong>ing de g<strong>en</strong>ade <strong>door</strong> de sacram<strong>en</strong>t<strong>en</strong> ont<strong>van</strong>gt, rust of zichzelf<br />
daarvoor toe of wordt <strong>door</strong> de Geest voorbereid. Rust hij zichzelf toe, dan zijn wij dus<br />
in staat uit eig<strong>en</strong> kracht<strong>en</strong> [tot ons heil] iets bij te drag<strong>en</strong> <strong>en</strong> heeft de vóórkom<strong>en</strong>de<br />
g<strong>en</strong>ade ge<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>is. Wordt iemand <strong>door</strong> de Geest tot het ont<strong>van</strong>g<strong>en</strong> <strong>van</strong> de g<strong>en</strong>ade<br />
voorbereid, dan vraag ik of dat ook <strong>door</strong> het sacram<strong>en</strong>t als geleider of buit<strong>en</strong> het<br />
sacram<strong>en</strong>t om geschiedt. Indi<strong>en</strong> <strong>door</strong> tuss<strong>en</strong>komst <strong>van</strong> het sacram<strong>en</strong>t, dan wordt dus<br />
de m<strong>en</strong>s <strong>door</strong> het sacram<strong>en</strong>t op het sacram<strong>en</strong>t voorbereid, <strong>en</strong> zo zou het dan tot in het<br />
oneindige <strong>door</strong> moet<strong>en</strong> gaan, want steeds wordt het sacram<strong>en</strong>t ter voorbereiding op<br />
het sacram<strong>en</strong>t vereist. Word<strong>en</strong> wij echter zonder sacram<strong>en</strong>t op het ont<strong>van</strong>g<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />
sacram<strong>en</strong>tele g<strong>en</strong>ade voorbereid, dan is de Geest, in Zijn goedheid, reeds vóór het<br />
sacram<strong>en</strong>t aanwezig <strong>en</strong> zo valt ons de g<strong>en</strong>ade dan ook t<strong>en</strong> deel vóór het sacram<strong>en</strong>t<br />
uitgereikt wordt. De sacram<strong>en</strong>t<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, gelijk hieruit volgt, geschonk<strong>en</strong>, tot e<strong>en</strong><br />
op<strong>en</strong>lijk getuig<strong>en</strong>is <strong>van</strong> de g<strong>en</strong>ade, die aan e<strong>en</strong> ieder <strong>van</strong> te vor<strong>en</strong> persoonlijk t<strong>en</strong> deel<br />
valt. Dit erk<strong>en</strong> ik in de vraag betreff<strong>en</strong>de de sacram<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gaarne <strong>en</strong> gewillig.<br />
Zo wordt in teg<strong>en</strong>woordigheid <strong>van</strong> de geme<strong>en</strong>te de doop verle<strong>en</strong>d aan hem, die vóór<br />
het ont<strong>van</strong>g<strong>en</strong> hetzij Christus' di<strong>en</strong>st beled<strong>en</strong> heeft, hetzij het woord der belofte bezit,<br />
waar<strong>door</strong> m<strong>en</strong> weet, dat hij tot de Kerk behoort. Daarom vrag<strong>en</strong> wij bij de doop <strong>van</strong><br />
e<strong>en</strong> volwass<strong>en</strong>e, of hij gelooft. Eerst indi<strong>en</strong> hij: 'Ja', antwoordt, ont<strong>van</strong>gt hij de doop.<br />
Het geloof was dus vóór het ont<strong>van</strong>g<strong>en</strong> <strong>van</strong> de doop reeds aanwezig. Het geloof wordt<br />
di<strong>en</strong>t<strong>en</strong>gevolge niet <strong>door</strong> de doop verle<strong>en</strong>d. Wanneer echter e<strong>en</strong> kind t<strong>en</strong> doop<br />
gebracht wordt, stelt m<strong>en</strong> de vraag, of de ouders het t<strong>en</strong> doop will<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. En eerst<br />
wanneer zij voor de getuig<strong>en</strong> geantwoord hebb<strong>en</strong>, dat zij het w<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, wordt het kind<br />
gedoopt. Ook in dit geval is Gods belofte, dat Hij onze kinder<strong>en</strong>, ev<strong>en</strong>als die <strong>van</strong> de<br />
lidmat<strong>en</strong>, tot de Kerk rek<strong>en</strong>t, voorop gegaan. Want wanneer de lidmat<strong>en</strong> <strong>van</strong> de Kerk<br />
hun kind t<strong>en</strong> doop br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, wordt het gedoopt op grond <strong>van</strong> de regel, dat het<br />
kracht<strong>en</strong>s de goddelijke belofte tot de led<strong>en</strong> <strong>van</strong> de Kerk gerek<strong>en</strong>d wordt, omdat het<br />
<strong>van</strong> Christ<strong>en</strong>ouders stamt. De Kerk neemt derhalve <strong>door</strong> de doop dieg<strong>en</strong>e op, die te<br />
vor<strong>en</strong> <strong>door</strong> de g<strong>en</strong>ade aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> is. De doop br<strong>en</strong>gt dus de g<strong>en</strong>ade niet aan, maar de<br />
Kerk getuigt, dat aan de dopeling de g<strong>en</strong>ade t<strong>en</strong> deel gevall<strong>en</strong> is.<br />
Ik geloof daarom, o keizer, dat het sacram<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> tek<strong>en</strong> <strong>van</strong> de heilige zaak, dat is: <strong>van</strong><br />
-de t<strong>en</strong> deel gevall<strong>en</strong> g<strong>en</strong>ade is. Ik geloof, dat het e<strong>en</strong> zichtbare gestalte of vorm, dat<br />
is: e<strong>en</strong> zichtbare afbeelding <strong>van</strong> de onzichtbare g<strong>en</strong>ade is, die gelijk <strong>van</strong> zelf spreekt,<br />
als e<strong>en</strong> gave Gods is verle<strong>en</strong>d <strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>; deze afbeelding bezit intuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zekere<br />
overe<strong>en</strong>komst 65) met hetge<strong>en</strong> <strong>door</strong> de Geest gewekt is. Ik geloof, dat het sacram<strong>en</strong>t<br />
e<strong>en</strong> op<strong>en</strong>lijk k<strong>en</strong>tek<strong>en</strong> is. Zoals bijvoorbeeld wanneer het lichaam bij onze doop <strong>door</strong><br />
het aller-zuiverste elem<strong>en</strong>t 66) afgewass<strong>en</strong> wordt; dat betek<strong>en</strong>t dan, dat wij <strong>door</strong> de<br />
g<strong>en</strong>ade <strong>van</strong> Gods goedheid in het geheel <strong>van</strong> de Kerk <strong>en</strong> <strong>van</strong> het volk Gods zijn<br />
opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, waarin m<strong>en</strong> rein <strong>en</strong> zuiver lev<strong>en</strong> moet. Zo legt Paulus in Romein<strong>en</strong> 6 dit<br />
geheim<strong>en</strong>is uit. Wie de doop ont<strong>van</strong>gt, getuigt dus, dat hij behoort tot de Kerk Gods,<br />
die haar Heere in zuiverheid <strong>van</strong> geloof <strong>en</strong> rechtschap<strong>en</strong>heid <strong>van</strong> lev<strong>en</strong> vereert. En<br />
daarom behor<strong>en</strong> de sacram<strong>en</strong>t<strong>en</strong> - het Woord komt namelijk bij het elem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> zo
96<br />
ontstaat het sacram<strong>en</strong>t - vromelijk vereerd, dat wil zegg<strong>en</strong> hooggehoud<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
eerbiedig behandeld te word<strong>en</strong>. Zij kunn<strong>en</strong> weliswaar de g<strong>en</strong>ade niet schepp<strong>en</strong>, maar<br />
ze verbind<strong>en</strong> ons wel op zichtbare wijze met de Kerk waarin wij reeds <strong>van</strong> tevor<strong>en</strong><br />
opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> zijn; daarop moet m<strong>en</strong> met de diepste eerbied lett<strong>en</strong> omdat dit tegelijk met<br />
de woord<strong>en</strong> <strong>van</strong> de goddelijke belofte bij de bedi<strong>en</strong>ing [<strong>van</strong> de sacram<strong>en</strong>t<strong>en</strong>]<br />
verkondigd <strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d gemaakt wordt.<br />
Wanneer zij anders over de elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, bijvoorbeeld dat het uitw<strong>en</strong>dig<br />
toegepaste inw<strong>en</strong>dig reinigt, dan heeft het Jod<strong>en</strong>dom weer zijn intrede gedaan, dat<br />
geloofde dat de zond<strong>en</strong> <strong>door</strong> verschill<strong>en</strong>de zalving<strong>en</strong>, wijding<strong>en</strong>, sch<strong>en</strong>king<strong>en</strong>, offers<br />
<strong>en</strong> spijsverbod<strong>en</strong> verzo<strong>en</strong>d werd<strong>en</strong> <strong>en</strong> de g<strong>en</strong>ade om zo te zegg<strong>en</strong> gekocht <strong>en</strong><br />
verworv<strong>en</strong>. Dit hebb<strong>en</strong> echter de profet<strong>en</strong>, <strong>en</strong> in het bijzonder Jesaja <strong>en</strong> Jeremia,<br />
steeds hardnekkig bestred<strong>en</strong> <strong>door</strong> daar teg<strong>en</strong>over te ler<strong>en</strong>, dat de beloft<strong>en</strong> <strong>en</strong> weldad<strong>en</strong><br />
<strong>door</strong> Gods vrije goedheid gegev<strong>en</strong> zijn <strong>en</strong> niet met het oog op verdi<strong>en</strong>ste <strong>en</strong> uiterlijke<br />
ceremoniën.<br />
Ik geloof ook, dat de Wederdopers volkom<strong>en</strong> dwal<strong>en</strong> zolang zij de doop <strong>van</strong> de<br />
kinder<strong>en</strong> der gelovig<strong>en</strong> afwijz<strong>en</strong>; <strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> op dit punt, maar ook in vele andere<br />
ding<strong>en</strong>, waarvoor het hier echter niet de plaats is om daarop in te gaan. Juist om de<br />
dwaasheid <strong>en</strong> de boosheid <strong>van</strong> dez<strong>en</strong> te voorkom<strong>en</strong>, heb ik als eerste niet zonder<br />
gevaar in het vertrouw<strong>en</strong> op Gods hulp geleerd <strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong>, zodat thans <strong>door</strong> Zijn<br />
goedheid dit verderf bij ons afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> is. Zoverre is het <strong>van</strong> mij om ook maar iets<br />
<strong>van</strong> deze oproerige partij over te nem<strong>en</strong>, te ler<strong>en</strong> of te verdedig<strong>en</strong>.<br />
Nadat Zwingli uitvoerig zijn bek<strong>en</strong>de, on-sacram<strong>en</strong>tele leer over het Avondmaal,<br />
het grote geschilpunt tuss<strong>en</strong> hem <strong>en</strong> Luther, uite<strong>en</strong>gezet <strong>en</strong> met Bijbel <strong>en</strong> kerkvaders<br />
geargum<strong>en</strong>teerd heeft, volg<strong>en</strong> nog <strong>en</strong>ige kortere hoofd stukk<strong>en</strong> over de kerkelijke gebruik<strong>en</strong>,<br />
die hij afwijst, over het heilige <strong>en</strong> noodzakelijke ambt <strong>van</strong> de profet<strong>en</strong>, over de overheid<br />
(Rom. 13) <strong>en</strong> over de leer <strong>van</strong> het vagevuur, die hij verwerpt. Daarna richt hij deze<br />
slotwoord<strong>en</strong> tot de keizer:<br />
Dit alles geloof ik vast, leer <strong>en</strong> verdedig ik, zoals ik het heb do<strong>en</strong> voorafgaan, niet met<br />
mijn eig<strong>en</strong>, maar met uitsprak<strong>en</strong> <strong>van</strong> het goddelijk Woord <strong>en</strong> ik beloof dit naar Gods<br />
wil te do<strong>en</strong> zolang de Geest deze mijn ledemat<strong>en</strong> regeert. T<strong>en</strong>zij iemand anders op<br />
grond <strong>van</strong> e<strong>en</strong> juist begrip <strong>van</strong> de lering<strong>en</strong> der waarlijk heilige Schrift ev<strong>en</strong>zo op<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong>voudig, als wij in het voorafgaande, het teg<strong>en</strong>deel aantoont <strong>en</strong> bewijst. Het is ons<br />
namelijk ev<strong>en</strong> aang<strong>en</strong>aam <strong>en</strong> welkom als billijk <strong>en</strong> rechtmatig, ons eig<strong>en</strong> oordeel te<br />
onderwerp<strong>en</strong> aan de heilige Schrift <strong>en</strong> de Kerk, die uit de Geest naar de maatstaf <strong>van</strong><br />
de Schrift oordeelt. Wij hadd<strong>en</strong> alles ook uitvoeriger <strong>en</strong> uitgebreider uite<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />
zett<strong>en</strong>; maar omdat daartoe de geleg<strong>en</strong>heid ontbrak, steld<strong>en</strong> wij ons hiermee tevred<strong>en</strong>.<br />
Wij gelov<strong>en</strong>, dat het zo is, dat m<strong>en</strong> er weliswaar iets op kan aanmerk<strong>en</strong> - wat<br />
teg<strong>en</strong>woordig in het algeme<strong>en</strong> immers heel gemakkelijk is- maar niemand kan het<br />
do<strong>en</strong> wankel<strong>en</strong>! Mocht iemand dit toch prober<strong>en</strong>, dan zal hij het niet ongestraft do<strong>en</strong>.<br />
Dan zull<strong>en</strong> wij de ons nog rester<strong>en</strong>de wap<strong>en</strong><strong>en</strong> onverschrokk<strong>en</strong> trekk<strong>en</strong>! Mog<strong>en</strong> de<br />
bewijz<strong>en</strong> intuss<strong>en</strong> thans voldo<strong>en</strong>de zijn.<br />
Daarom, lieve keizer <strong>en</strong> u, andere vorst<strong>en</strong>, machthebbers, edel<strong>en</strong> <strong>en</strong> u, gezant<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
hoofd<strong>en</strong> <strong>van</strong> de stat<strong>en</strong>, bid ik met aandrang <strong>door</strong> Jezus Christus, onze Heere <strong>en</strong><br />
Broeder, <strong>door</strong> Zijn goedheid <strong>en</strong> gerechtigheid, <strong>door</strong> Zijn oordeel, waarnaar Hij all<strong>en</strong><br />
naar verdi<strong>en</strong>ste zal vergeld<strong>en</strong>, aan wie ge<strong>en</strong> raad verborg<strong>en</strong> blijft, die de voornem<strong>en</strong>s<br />
<strong>van</strong> goddeloos beraadslag<strong>en</strong>de <strong>en</strong> reger<strong>en</strong>d.; vorst<strong>en</strong> vernietigt, die de nederig<strong>en</strong><br />
verheft <strong>en</strong> de hoogmoedig<strong>en</strong> vernedert, om de geringheid <strong>van</strong> de vermaner niet á
97<br />
priori te veracht<strong>en</strong>. Dikwijls hebb<strong>en</strong> ook e<strong>en</strong>voudige lied<strong>en</strong> juist gesprok<strong>en</strong>, <strong>en</strong><br />
verkoos de waarheid zich tot haar verbreiding de zwakk<strong>en</strong> <strong>en</strong> de geringst<strong>en</strong>.<br />
Ik bid u vervolg<strong>en</strong>s te bed<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, dat ook gij m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zijt, die zich kunn<strong>en</strong> vergiss<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
<strong>door</strong> ander<strong>en</strong> misleid word<strong>en</strong>, want ieder m<strong>en</strong>s is leug<strong>en</strong>achtig; <strong>en</strong> wanneer hem <strong>door</strong><br />
de Geest <strong>van</strong> God niet anders geleerd wordt dan wat hijzelf weet of begeert, is er <strong>van</strong><br />
hem niets te hop<strong>en</strong> dan dat hij zichzelf met zijn kunst<strong>en</strong> <strong>en</strong> strek<strong>en</strong> t<strong>en</strong> val br<strong>en</strong>gt.<br />
Want Jeremia heeft maar al te zeer naar waarheid gezegd: “Zie, het Woord des Her<strong>en</strong><br />
hebb<strong>en</strong> zij verworp<strong>en</strong>; wat voor wijsheid zou hun dan nog overblijv<strong>en</strong>?”<br />
Omdat gijzelf voorganger in de gerechtigheid zijt, moet gij daarom de wil Gods wel<br />
heel bijzonder <strong>door</strong>zi<strong>en</strong>! Waar anders kan m<strong>en</strong> die vind<strong>en</strong> dan uit Zijn eig<strong>en</strong> woord<strong>en</strong>?<br />
Schrikt daarom niet terug voor de inzicht<strong>en</strong> <strong>van</strong> h<strong>en</strong>, die op het Woord Gods steun<strong>en</strong>.<br />
Wij zi<strong>en</strong> het immers bijna overal gebeur<strong>en</strong>, dat Gods Woord te meer straalt <strong>en</strong> de<br />
leug<strong>en</strong> verdrev<strong>en</strong> wordt, naarmate de teg<strong>en</strong>standers zich er meer teg<strong>en</strong> verzett<strong>en</strong>.<br />
Wanneer er nu lied<strong>en</strong> zijn, die ons bij u sterk <strong>van</strong> onwet<strong>en</strong>dheid <strong>en</strong>, voor zover God<br />
het toelaat, ook <strong>van</strong> boosheid tracht<strong>en</strong> te beschuldig<strong>en</strong> - hetge<strong>en</strong> mij niet ontgaat -<br />
overweeg dan bij uzelf ook nog het volg<strong>en</strong>de:<br />
T<strong>en</strong> eerste, of wij, die het hier uite<strong>en</strong>gezette begrip <strong>van</strong> het E<strong>van</strong>gelie <strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />
dankzegging (Avondmaal) voorstaan, ons lev<strong>en</strong> ooit zo geleid hebb<strong>en</strong>, dat e<strong>en</strong> redelijk<br />
m<strong>en</strong>s er aan heeft kunn<strong>en</strong> twijfel<strong>en</strong> of wij werkelijk tot de rechtschap<strong>en</strong><strong>en</strong> behor<strong>en</strong>.<br />
T<strong>en</strong> tweede, of wij <strong>van</strong> kindsbe<strong>en</strong> af zo <strong>van</strong> geestelijke begaafdheid <strong>en</strong><br />
wet<strong>en</strong>schappelijke ontwikkeling verlat<strong>en</strong> war<strong>en</strong>, dat er bij ons in het geheel ge<strong>en</strong> hoop<br />
op k<strong>en</strong>nis <strong>van</strong> zak<strong>en</strong> bestaat? Wij snoev<strong>en</strong> stellig op ge<strong>en</strong> <strong>van</strong> beide, daar ook Paulus<br />
<strong>door</strong> Gods g<strong>en</strong>ade was wat hij was. Wanneer ons lev<strong>en</strong> in het algeme<strong>en</strong> tamelijk<br />
opgewekt is geweest, is het desondanks nooit tot zedeloosheid of schaamteloosheid<br />
afgezakt, noch omgekeerd tot wreedheid, hovaardij of eig<strong>en</strong>zinnigheid ontaard, zodat<br />
de bedoeling<strong>en</strong> <strong>van</strong> onze teg<strong>en</strong>standers, <strong>door</strong> het getuig<strong>en</strong>is <strong>van</strong> ons lev<strong>en</strong><br />
overdonderd, reeds herhaaldelijk tot de aftocht zijn gedwong<strong>en</strong>. Ofschoon onze k<strong>en</strong>nis<br />
<strong>van</strong> zak<strong>en</strong> grondiger is dan dat onze vijand<strong>en</strong> haar kunn<strong>en</strong> verdrag<strong>en</strong> of gewet<strong>en</strong>loos<br />
minacht<strong>en</strong>, is ze toch veel geringer dan onze aanhangers in hun goedheid m<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />
Wel hebb<strong>en</strong> wij ons, om het nagestreefde doel te bereik<strong>en</strong>, sedert <strong>en</strong>ige jar<strong>en</strong> in<br />
goddelijke <strong>en</strong> m<strong>en</strong>selijke k<strong>en</strong>nis geoef<strong>en</strong>d, opdat onze leer niet zonder goede<br />
grondslag zou zijn.<br />
M<strong>en</strong> moge ons nu intuss<strong>en</strong> veroorlov<strong>en</strong> de zo vrijgevig aan onze geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
geschonk<strong>en</strong> g<strong>en</strong>ade <strong>en</strong> mildheid <strong>van</strong> God te prijz<strong>en</strong>! Inderdaad hebb<strong>en</strong> de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>,<br />
die <strong>door</strong> ons God de Heer hor<strong>en</strong>, het Woord des Heer<strong>en</strong> zo aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, dat onwaarheid<br />
<strong>en</strong> ongeloof bedwong<strong>en</strong>, hovaardigheid <strong>en</strong> weeldezucht gebrok<strong>en</strong> word<strong>en</strong>,<br />
schanddad<strong>en</strong> <strong>en</strong> twist zich uit de voet<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>. Als dit niet Werkelijke vrucht<strong>en</strong> zijn<br />
<strong>van</strong> goddelijke inspiratie, welke zijn dit dan wel?<br />
Bed<strong>en</strong>k toch, geliefde keizer <strong>en</strong> gij, vorst<strong>en</strong> <strong>en</strong> edel<strong>en</strong> all<strong>en</strong>, wat voor goede vrucht<strong>en</strong><br />
de voorspiegeling <strong>van</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>leer ons geproduceerd heeft! Gelijk de betaalde Miss<strong>en</strong><br />
de begeerte <strong>en</strong> onbeschaamdheid bij vorst<strong>en</strong> <strong>en</strong> volk bevorderd hebb<strong>en</strong>, zo hebb<strong>en</strong> zij<br />
ook de losbandigheid <strong>van</strong> de paus<strong>en</strong> <strong>en</strong> de zwelgerij <strong>van</strong> de mispap<strong>en</strong> meegebracht <strong>en</strong><br />
do<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>. Kortom, welke boosheid hebb<strong>en</strong> zij niet do<strong>en</strong> ontbrand<strong>en</strong>? Wie zal de<br />
rijkdomm<strong>en</strong>, opgehoopt <strong>door</strong> de Mis, vernietig<strong>en</strong>, als m<strong>en</strong> de toevoer niet stopt <strong>en</strong><br />
afsluit?<br />
God, die meer goedertier<strong>en</strong> is dan gij all<strong>en</strong>, die wij gaarne de liefst<strong>en</strong> noem<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook<br />
werkelijk als zodanig beschouw<strong>en</strong>, binde u op het hart om deze <strong>en</strong> alle dwaling<strong>en</strong> in<br />
de Kerk bij de wortel aan te tast<strong>en</strong>; <strong>en</strong> dat Rome met al zijn puin, waarmee het de<br />
Christ<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> vóór alles Duitsland belad<strong>en</strong> heeft, losgelat<strong>en</strong> <strong>en</strong> prijsgegev<strong>en</strong> worde.
98<br />
En dat gij de kracht<strong>en</strong>, die gij tot nu toe teg<strong>en</strong> de zuiverheid <strong>van</strong> het E<strong>van</strong>gelie hebt<br />
ingezet, nu teg<strong>en</strong> het misdadig strev<strong>en</strong> der goddeloze pauselijk<strong>en</strong> keert, opdat onze<br />
<strong>door</strong> uw nalatigheid verdrev<strong>en</strong> gerechtigheid <strong>en</strong> <strong>door</strong> verdichte <strong>en</strong> verblind<strong>en</strong>de<br />
kleur<strong>en</strong> verduisterde onschuld opnieuw erk<strong>en</strong>d word<strong>en</strong>.<br />
Er is nu g<strong>en</strong>oeg gewoed. Of is soms het ongerechtige commander<strong>en</strong>, veroordel<strong>en</strong>, ja,<br />
moord<strong>en</strong>, dod<strong>en</strong>, rov<strong>en</strong>, bann<strong>en</strong> niet gruwelijk <strong>en</strong> verschrikkelijk? Nu m<strong>en</strong> op deze<br />
manier ge<strong>en</strong> succes gehad heeft, zal m<strong>en</strong> het zeker op e<strong>en</strong> andere moet<strong>en</strong> prober<strong>en</strong>.<br />
Doch als ons strev<strong>en</strong> <strong>van</strong> de Heer is, strijdt dan niet teg<strong>en</strong> God! Indi<strong>en</strong> <strong>van</strong> elders, dan<br />
zal het <strong>door</strong> zijn eig<strong>en</strong> onbezonn<strong>en</strong>heid wel ine<strong>en</strong>stort<strong>en</strong>. Laat derhalve Gods Woord<br />
zich vrij verbreid<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitspruit<strong>en</strong>, gij m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>kinder<strong>en</strong>, wie gij ook zijt <strong>en</strong> die immers<br />
het gras niet kunt verbied<strong>en</strong> te groei<strong>en</strong>! Gij ziet, hoe deze reikelijk <strong>door</strong> de hemelse<br />
reg<strong>en</strong> bevochtigd wordt <strong>en</strong> hoe m<strong>en</strong> het <strong>door</strong> ge<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>hitte kan do<strong>en</strong> verdorr<strong>en</strong>.<br />
Overweegt niet wat gij zelf het meest begeert, maar wat de wereld <strong>van</strong> het E<strong>van</strong>gelie<br />
verlangt! Neemt dit voor lief aan, wat het ook is, <strong>en</strong> toont <strong>door</strong> uw optred<strong>en</strong>, dat gij<br />
kinder<strong>en</strong> Gods zijt.<br />
Zürich, 3 juli 1530.
12. VOORREDE VOOR DE FIDEL EXPOSITIO<br />
AAN DE CHRISTELIJKE KONING<br />
Korte <strong>en</strong> klare uite<strong>en</strong>zetting <strong>van</strong> het <strong>door</strong> Huldrych Zwingli gepredikte geloof.<br />
1531<br />
Voorrede<br />
Onder alles wat deze opstandige eeuw voortbr<strong>en</strong>gt, is er niets met zoveel succes<br />
opgetred<strong>en</strong> als de rampzalige leug<strong>en</strong>, o aller-godsdi<strong>en</strong>stigste koning! Hetzij omdat de<br />
auteur <strong>van</strong> het kwaad, de boze, voortdur<strong>en</strong>d poogt op het zaaiveld het beste zaad te<br />
verstikk<strong>en</strong>, hetzij <strong>door</strong>dat de goddelijke bouwer <strong>van</strong> de ziel<strong>en</strong> <strong>door</strong> laster <strong>en</strong> ongeloof<br />
juist moed <strong>en</strong> ongeloof aanwakkert <strong>en</strong> bevordert; ev<strong>en</strong>als de Spartan<strong>en</strong> de volledige<br />
verwoesting <strong>van</strong> e<strong>en</strong> t<strong>en</strong> koste <strong>van</strong> veel zweet eis bloed veroverde stad placht<strong>en</strong> te<br />
verbied<strong>en</strong> om aldus e<strong>en</strong> geleg<strong>en</strong>heid over te houd<strong>en</strong> voor hun soldat<strong>en</strong> om zich in de<br />
strijd <strong>van</strong> man teg<strong>en</strong> man te blijv<strong>en</strong> oef<strong>en</strong><strong>en</strong>, zo laat God de Heer ook toe, dat wij op<br />
e<strong>en</strong> onverwachte wijze bedreigd <strong>en</strong> verontrust word<strong>en</strong>, opdat wij ons beproefd tot Zijn<br />
di<strong>en</strong>st ton<strong>en</strong>. Hoe zal trouw<strong>en</strong>s iemand ooit sterk <strong>en</strong> gedisciplineerd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
dan te midd<strong>en</strong> <strong>van</strong> de onrust der gevar<strong>en</strong> <strong>en</strong> bij rijkelijke geleg<strong>en</strong>heid tot brasserij?<br />
Ev<strong>en</strong>zo wordt de waarheid, die thans begonn<strong>en</strong> is het hoofd op te stek<strong>en</strong>, t<strong>en</strong> gevolge<br />
<strong>van</strong> de leug<strong>en</strong> steeds helderder <strong>en</strong> toont zij zich verhev<strong>en</strong>er! Leug<strong>en</strong>s tast<strong>en</strong> haar <strong>van</strong><br />
alle kant<strong>en</strong> aan <strong>en</strong> spuw<strong>en</strong> alle mogelijke gif teg<strong>en</strong> haar uit; daar<strong>door</strong> wordt zij<br />
gedwong<strong>en</strong> ze af te schudd<strong>en</strong>, de gifstral<strong>en</strong> af te wiss<strong>en</strong> <strong>en</strong> haar led<strong>en</strong> te beveilig<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
zo wordt niet alle<strong>en</strong> het bedrog <strong>van</strong> de leug<strong>en</strong>s maar ook het liefelijk aanschijn <strong>van</strong> de<br />
waarheid meer <strong>en</strong> meer ontdekt <strong>en</strong> komt dit aan het licht. Maar ik moet mijn<br />
voorwoord besluit<strong>en</strong>.<br />
De vrees bekruipt mij, dat uw G<strong>en</strong>ade <strong>door</strong> de meer dan onware leug<strong>en</strong>achtige<br />
inblazing<strong>en</strong> <strong>van</strong> zekere verraders wordt lastiggevall<strong>en</strong>. Ik weet weliswaar, dat zij niet<br />
<strong>van</strong> haar stuk gebracht kan word<strong>en</strong>. Hoe oneerlijker zij zijn, bij des te meer person<strong>en</strong><br />
nem<strong>en</strong> zij de waarheid niet slechts weg, maar belaster<strong>en</strong> zij haar ook nog. Zij klag<strong>en</strong><br />
ons aan onder het voorw<strong>en</strong>dsel, dat wij de religie met voet<strong>en</strong> tred<strong>en</strong> <strong>en</strong> het<br />
onaantastbaar ambt <strong>en</strong> de waardigheid <strong>van</strong> koning<strong>en</strong> <strong>en</strong> overhed<strong>en</strong> minacht<strong>en</strong>. In<br />
welke mate hun gehele optred<strong>en</strong> met de waarheid overe<strong>en</strong>stemt, moge uw<br />
gerechtigheid, zo smeek ik, beoordel<strong>en</strong> zodra zij <strong>van</strong> de grondslag<strong>en</strong> <strong>van</strong> ons geloof,<br />
de wett<strong>en</strong> <strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> <strong>van</strong> onze kerk<strong>en</strong> <strong>en</strong> de eerbied, waarmede wij teg<strong>en</strong>over de<br />
vorst<strong>en</strong> staan, k<strong>en</strong>nis g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> heeft. Wij zett<strong>en</strong> ze zo duidelijk mogelijk uite<strong>en</strong>.<br />
Niets ligt meer voor de hand, dan dat e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s rek<strong>en</strong>schap <strong>van</strong> zijn geloof aflegt.<br />
Want wanneer het geloof, zoals de apostel het beschrijft, die kracht, vastigheid <strong>en</strong><br />
zekerheid <strong>van</strong> de ziel is, waarmede zij onwrikbaar op de onzichtbare God vertrouwt,<br />
wie kan dan zo dwaas <strong>en</strong> zo traag zijn, dat hij ge<strong>en</strong> kans ziet uite<strong>en</strong> te zett<strong>en</strong> of hij<br />
erg<strong>en</strong>s op vertrouwt of niet? Vooral wanneer het geloof het kind <strong>van</strong> de waarheid is;<br />
want e<strong>en</strong> ieder vertrouwt op hetge<strong>en</strong> hij als het volstrekt ware heeft ler<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. En<br />
omdat alle<strong>en</strong> God waarachtig is, waarom zou iemand dit vertrouw<strong>en</strong> dan niet met<br />
weinig woord<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> omschrijv<strong>en</strong>, wanneer hij <strong>door</strong> eig<strong>en</strong> ervaring <strong>en</strong> inzicht tot<br />
dit vertrouw<strong>en</strong> is gekom<strong>en</strong>?<br />
99
100<br />
Het zesde onderdeel handelt kort over de Kerk<br />
'Wij gelov<strong>en</strong> ook, dat er één heilige, katholieke, dat is algem<strong>en</strong>e Christelijke Kerk is',<br />
dat zij echter Of zichtbaar Of onzichtbaar is. Onzichtbaar is volg<strong>en</strong>s de leer <strong>van</strong><br />
Paulus de Kerk, die <strong>van</strong> de hemel nederdaalt, dat wil zegg<strong>en</strong>, die God erk<strong>en</strong>t <strong>en</strong><br />
omhelst dank zij haar verlichting <strong>door</strong> de Heilige Geest. Tot deze Kerk behor<strong>en</strong> all<strong>en</strong><br />
die gelov<strong>en</strong>, waar ook ter wereld. Met onzichtbaar wordt niet bedoeld, dat de<br />
gelovig<strong>en</strong> onzichtbaar zoud<strong>en</strong> zijn, maar dat voor de og<strong>en</strong> der m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> verborg<strong>en</strong> blijft<br />
wie gelov<strong>en</strong>. De gelovig<strong>en</strong> zijn slechts aan God <strong>en</strong> aan zichzelf bek<strong>en</strong>d.<br />
De zichtbare Kerk is echter niet de Roomse paus met de andere dragers <strong>van</strong> de<br />
bisschopshoed, maar deg<strong>en</strong><strong>en</strong>, die overal ter wereld Christus belijd<strong>en</strong>. Onder h<strong>en</strong> zijn<br />
er, die t<strong>en</strong> onrechte Christ<strong>en</strong><strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd word<strong>en</strong>, omdat zij innerlijk ge<strong>en</strong> geloof<br />
bezitt<strong>en</strong>. Er zijn er derhalve in de zichtbare Kerk, die ge<strong>en</strong> led<strong>en</strong> <strong>van</strong> de uitverkor<strong>en</strong>e<br />
<strong>en</strong> zichtbare zijn. Er zijn er derhalve die zich aan het Avondmaal het oordeel et<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
drink<strong>en</strong>, <strong>en</strong> toch als zodanig aan alle broeders onbek<strong>en</strong>d zijn.<br />
Omdat de zichtbare Kerk di<strong>en</strong>t<strong>en</strong>gevolge vele weerbarstig<strong>en</strong> <strong>en</strong> vijandig gezind<strong>en</strong><br />
bevat die, ev<strong>en</strong>min als zij e<strong>en</strong> geloof hebb<strong>en</strong>, zich er ook niets <strong>van</strong> aantrekk<strong>en</strong> als ze<br />
honderdmaal uit de Kerk gestot<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, heeft zij de overheid nodig, hetzij de vorst,<br />
hetzij de best<strong>en</strong> die deg<strong>en</strong><strong>en</strong>, die op onbeschaamde wijze zondig<strong>en</strong>, bestraft. Zij draagt<br />
het zwaard immers niet tevergeefs. Omdat er in de Kerk herders zijn - onder wie m<strong>en</strong><br />
ook vorst<strong>en</strong> verstaan kan, zoals m<strong>en</strong> bij Jeremia kan zi<strong>en</strong> (23:4) - zou e<strong>en</strong> Kerk zonder<br />
overheid zeker gebrekkig <strong>en</strong> verminkt zijn. Zo ver is het <strong>van</strong> ons, zeer gelovige<br />
koning, de overheid te verzwakk<strong>en</strong> of haar afschaffing te verdedig<strong>en</strong>, zoals sommig<strong>en</strong><br />
ons aanwrijv<strong>en</strong>, dat wij zelfs haar noodzakelijkheid tot volmaking <strong>van</strong> het lichaam, dat<br />
de Kerk is, ler<strong>en</strong>. Hoor in korte woord<strong>en</strong>, op welke manier wij over de overheid ler<strong>en</strong>.<br />
De overheid<br />
De Griek<strong>en</strong> erk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> drie soort<strong>en</strong> overheid met drie ontaarding<strong>en</strong> daar<strong>van</strong>: de<br />
monarchie - in het Latijn koningschap - waar <strong>en</strong>ig <strong>en</strong> alle<strong>en</strong> één persoon de staatszak<strong>en</strong><br />
in geloof <strong>en</strong> rechtvaardigheid leidt. De teg<strong>en</strong>stelling <strong>en</strong> ontaarding daar<strong>van</strong> is de<br />
tirannie - in het Latijn met e<strong>en</strong> minder pass<strong>en</strong>d woord: geweld of gewelddadigheid;<br />
m<strong>en</strong> gebruikt bijna altijd het aan de Griek<strong>en</strong> ontle<strong>en</strong>de woord 'tyrannis' omdat er ge<strong>en</strong><br />
betere uitdrukking ter beschikking staat. Zij is er werkelijk, wanneer de vroomheid<br />
wordt veracht, de gerechtigheid met voet<strong>en</strong> getred<strong>en</strong> <strong>en</strong> alles met geweld ''overgezet<br />
wordt <strong>en</strong> deg<strong>en</strong>e, die aan het hoofd staat, zich alles veroorloofd wat hem belieft.<br />
Vervolg<strong>en</strong>s k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> zij de aristocratie – (in Zürich de Kleine Raad) in het Latijn de<br />
regering <strong>door</strong> de best<strong>en</strong> - waarin de allerbest<strong>en</strong> de staat bestur<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de<br />
rechtvaardigheid <strong>en</strong> vroomheid onder het volk hoog houd<strong>en</strong>. Maar wanneer zij<br />
ontaardt, gaat zij over in oligarchie - in het Latijn zeer juist: de macht <strong>van</strong> weinig<strong>en</strong> -<br />
waarin te midd<strong>en</strong> <strong>van</strong> de best<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele weinig<strong>en</strong> opstaan <strong>en</strong> zich verheff<strong>en</strong> om de<br />
macht aan zich te trekk<strong>en</strong>, waarbij zij niet het op<strong>en</strong>bare, maar hun persoonlijk belang<br />
op het oog hebb<strong>en</strong>, de op<strong>en</strong>bare zaak onderdrukk<strong>en</strong> <strong>en</strong> deze tot de hunne mak<strong>en</strong>.<br />
Eindelijk k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> zij de democratie - in het Latijn vertaalt m<strong>en</strong> die weliswaar met<br />
republiek, maar dit woord is veelomvatt<strong>en</strong>der dan democratie - waarbij zich de staat,<br />
dat wil zegg<strong>en</strong> de regering, zoals m<strong>en</strong> weet, in hand<strong>en</strong> <strong>van</strong> het algeme<strong>en</strong> of <strong>van</strong> het<br />
gehele volk bevindt, in zoverre alle overheidsbestuur, ereambt<strong>en</strong> <strong>en</strong> ambtsplicht<strong>en</strong> in<br />
de macht <strong>van</strong> het volk staan. Wanneer zij ontaardt, noem<strong>en</strong> de Griek<strong>en</strong> haar<br />
sam<strong>en</strong>scholing of opstand, dat wil zegg<strong>en</strong> oproer, sam<strong>en</strong>zwering <strong>en</strong> onrust, waarbij<br />
niemand zich aan regels stoort, veeleer zijn eig<strong>en</strong> onbeschaamdheid <strong>en</strong> begeerlijkheid<br />
gehoorzaamt in plaats <strong>van</strong> de staatsmacht; op deze maakt e<strong>en</strong> ieder voor zich<br />
aanspraak omdat hij immers e<strong>en</strong> deel <strong>en</strong> lid <strong>van</strong> het gehele volk is. Vandaar de
101<br />
teugelloze sam<strong>en</strong>zwering<strong>en</strong> <strong>en</strong> partijschapp<strong>en</strong>, waaruit moord, plundering<strong>en</strong>,<br />
ongerechtighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> alle verdere kwaad <strong>van</strong> verraad <strong>en</strong> oproer kom<strong>en</strong>.<br />
Deze onderscheiding<strong>en</strong> <strong>van</strong> de Griek<strong>en</strong> terzake <strong>van</strong> de overheid erk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> wij <strong>en</strong><br />
voeg<strong>en</strong> er het volg<strong>en</strong>de aan toe. Wanneer erg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> koning of vorst regeert, ler<strong>en</strong> wij,<br />
dat m<strong>en</strong> hem moet acht<strong>en</strong> <strong>en</strong> er<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s het gebod <strong>van</strong> Christus: geeft de keizer het<br />
zijne <strong>en</strong> Gode het Zijne.<br />
Onder 'keizer' verstaan wij dan elke overheid, waaraan de regering erfelijk of <strong>door</strong><br />
verkiezing <strong>en</strong> gewoonte toevertrouwd of overgeleverd is. Wordt nu de koning e<strong>en</strong><br />
tiran, dan tracht<strong>en</strong> wij zijn aanmatiging binn<strong>en</strong> de perk<strong>en</strong> terug te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
bestraff<strong>en</strong> haar tijdig <strong>en</strong> ontijdig. Want zo spreekt de Heere tot Jeremia: zie, Ik heb u<br />
over volk<strong>en</strong> <strong>en</strong> koninkrijk<strong>en</strong> gesteld, <strong>en</strong>z.. Luistert hij naar deg<strong>en</strong>e, die hem<br />
terechtwijst, dan hebb<strong>en</strong> wij voor het gehele rijk <strong>en</strong> het vaderland e<strong>en</strong> vader<br />
gewonn<strong>en</strong>; oef<strong>en</strong>t hij daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> zijn geweld nog hoogmoediger uit, dan ler<strong>en</strong> wij,<br />
dat m<strong>en</strong> hem ook wanneer hij voortdur<strong>en</strong>d goddeloos handelt, moet gehoorzam<strong>en</strong>,<br />
totdat de Heer hem uit zijn regeringspositie verwijdert, of <strong>door</strong> Zijn raad duidelijk<br />
maakt hoe deg<strong>en</strong><strong>en</strong>, wier zaak dit is, hem <strong>van</strong> zijn functie kunn<strong>en</strong> ontheff<strong>en</strong> <strong>en</strong> op zijn<br />
plaats terugdring<strong>en</strong>. Ev<strong>en</strong>zo zijn wij op onze hoede <strong>en</strong> wak<strong>en</strong> er voor, of de<br />
aristocratie in oligarchie, of de democratie in opstand dreigt te ontaard<strong>en</strong>.<br />
Wij hebb<strong>en</strong> immers de voorbeeld<strong>en</strong> in de Schrift, waaruit wij zelf ler<strong>en</strong> wat wij aldus<br />
voorschrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> eis<strong>en</strong>. Samuel verdroeg Saul totdat de Heer hem zijn koninkrijk <strong>en</strong><br />
lev<strong>en</strong> ontnam. David kwam <strong>door</strong> de terechtwijzing <strong>van</strong> Nathan tot beter inzicht 42) <strong>en</strong><br />
bleef onder veel aanvechting aan de heerschappij. Achab werd tegelijk met zijn vrouw<br />
<strong>van</strong> het lev<strong>en</strong> beroofd, omdat hij ondanks de tuchtiging <strong>door</strong> Elia zijn goddeloosheid<br />
niet wilde lat<strong>en</strong> var<strong>en</strong>. Johannes bestrafte Herodes onverschrokk<strong>en</strong> omdat deze zich<br />
ge<strong>en</strong>szins voor zijn bloedschande schaamde. Intuss<strong>en</strong> zou het te ver voer<strong>en</strong> alle voorbeeld<strong>en</strong><br />
uit de Schrift aan te hal<strong>en</strong>. Geleerde <strong>en</strong> vrome m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong> wel wat wij<br />
op grond <strong>van</strong> deze bronn<strong>en</strong> bedoel<strong>en</strong> te zegg<strong>en</strong>.<br />
Sam<strong>en</strong>vatting: in de Kerk <strong>van</strong> Christus zijn de overheid <strong>en</strong> het profetisch ambt<br />
(predikambt) beide ev<strong>en</strong> noodzakelijk, mits slechts het tweede voorrang krijgt. Want<br />
gelijk de m<strong>en</strong>s slechts uit ziel <strong>en</strong> lichaam beide bestaan kan, ofschoon het lichaam het<br />
geringste <strong>en</strong> minder achtbare deel is, zo kan ook de Kerk niet zonder overheid bestaan,<br />
ofschoon de overheid de grovere <strong>en</strong> verder <strong>van</strong> het geestelijke af staande zak<strong>en</strong> te<br />
bezorg<strong>en</strong> <strong>en</strong> te regel<strong>en</strong> heeft.<br />
Wanneer dus de beide grote licht<strong>en</strong> <strong>van</strong> onze religie, Jeremia <strong>en</strong> Paulus, verlang<strong>en</strong>, dat<br />
m<strong>en</strong> de Heere bidt voor de overheid, opdat zij e<strong>en</strong> Gode waardig lev<strong>en</strong> mogelijk<br />
make, hoeveel te meer moet<strong>en</strong> dan all<strong>en</strong> in de verschill<strong>en</strong>de land<strong>en</strong> <strong>en</strong> volker<strong>en</strong> alles<br />
op zich nem<strong>en</strong> <strong>en</strong> do<strong>en</strong> opdat de rust in Christelijke zin gehandhaafd wordt? Wij ler<strong>en</strong><br />
daarom dat belasting<strong>en</strong>, toll<strong>en</strong>, cijnz<strong>en</strong>, ti<strong>en</strong>d<strong>en</strong>, in bewaring gegev<strong>en</strong> goed, l<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> alle verplichting<strong>en</strong> <strong>van</strong> welke aard ook, betaald moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat steeds in al<br />
deze ding<strong>en</strong> de op<strong>en</strong>bare wett<strong>en</strong> gehoorzaamd moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />
Na de hoofdstukk<strong>en</strong> over: geloof <strong>en</strong> werk<strong>en</strong>, het eeuwige lev<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong>, bijna<br />
overbodige, afwijzing <strong>van</strong> de Wederdopers, volg<strong>en</strong> de slotwoord<strong>en</strong> tot de<br />
koning:<br />
Wij verkondig<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> jota, die wij niet uit de Schrift geleerd hebb<strong>en</strong>. Wij do<strong>en</strong> ook<br />
ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele bewering, waarvoor wij niet de eerste leraars der Kerk, profet<strong>en</strong>,<br />
apostel<strong>en</strong>, bisschopp<strong>en</strong>, e<strong>van</strong>gelist<strong>en</strong>, uitleggers - doch slechts de vroege, die nog het<br />
zuiverst uit de bron putt<strong>en</strong> - als getuig<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Wie onze boek<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
onderzocht hebb<strong>en</strong>, zull<strong>en</strong> dat erk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>.
102<br />
Daarom roep ik u op, allerheiligste koning - wat let mij om de aller-christelijkste<br />
ook de allerheiligste te noem<strong>en</strong>? - de wederopstaande <strong>en</strong> terugker<strong>en</strong>de Christus met<br />
ere te ont<strong>van</strong>g<strong>en</strong>. Want ik zie, dat <strong>door</strong> Gods voorzi<strong>en</strong>igheid de koning<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />
Frankrijk aller-christelijkst g<strong>en</strong>oemd zijn, omdat de vernieuwing <strong>van</strong> het E<strong>van</strong>gelie<br />
<strong>van</strong> de Zoon Gods onder de regering <strong>van</strong> u plaats zou hebb<strong>en</strong>, die all<strong>en</strong>, vri<strong>en</strong>d of<br />
vijand, als <strong>van</strong> nature welgezind prijz<strong>en</strong>. Want e<strong>en</strong> Christelijk vorst behoort <strong>van</strong> nature<br />
goed <strong>en</strong> vri<strong>en</strong>delijk te zijn, rechtvaardig <strong>en</strong> kundig in zijn oordel<strong>en</strong>, <strong>en</strong> geestelijk zeer<br />
verstandig <strong>en</strong> vastbeslot<strong>en</strong>. Met deze gav<strong>en</strong> heeft, zoals ik zei, de Voorzi<strong>en</strong>igheid u<br />
verrijkt, opdat gij in deze eeuw zou schitter<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarin zelf haar weer zou ontstek<strong>en</strong>.<br />
Welnu, kom dan nu voor d<strong>en</strong> dag met deze heerlijke deugd<strong>en</strong>, grijp schild <strong>en</strong> speer <strong>en</strong><br />
waag e<strong>en</strong> aanval teg<strong>en</strong> het ongeloof zelf, met uw grote <strong>en</strong> onverschrokk<strong>en</strong> moed <strong>en</strong><br />
met uw lichaam, dat aan iedere<strong>en</strong> <strong>door</strong> zijn fijnheid opvalt; opdat de andere koning<strong>en</strong><br />
uw voorbeeld volg<strong>en</strong> <strong>en</strong> de Antichrist verdrijv<strong>en</strong> wanneer zij u, de aller-christelijkste,<br />
als eerste de eer <strong>van</strong> Christus zi<strong>en</strong> verdedig<strong>en</strong>. Laat de heilzame leer in uw rijk zuiver<br />
verkondigd word<strong>en</strong>. Uw land munt uit <strong>door</strong> vele wijze <strong>en</strong> geleerde mann<strong>en</strong>, <strong>door</strong><br />
middel<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> volk, dat tot de religie g<strong>en</strong>eigd is. Daar<strong>door</strong> zult gij niet duld<strong>en</strong>, dat<br />
de ziel<strong>en</strong>, die God <strong>en</strong> u zeer hoog acht<strong>en</strong>, <strong>door</strong> bijgeloof word<strong>en</strong> misleid.<br />
Wat de lasteraars valselijk uitschreeuw<strong>en</strong> om de waarheid te bestrijd<strong>en</strong>, daarvoor<br />
behoeft m<strong>en</strong> in het geheel niet te vrez<strong>en</strong>. Heilige <strong>en</strong> rechtvaardige oorlog<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> niet<br />
alle<strong>en</strong> de uw<strong>en</strong>, maar ook de geallieerde, buit<strong>en</strong>landse volker<strong>en</strong> voer<strong>en</strong>. Zij zull<strong>en</strong><br />
zonder aarzel<strong>en</strong> de eed aflegg<strong>en</strong>, niet alle<strong>en</strong> het volk, maar ook de profet<strong>en</strong>, terwijl de<br />
pausgezind<strong>en</strong> die tot nu toe geweigerd hebb<strong>en</strong>. Ook zull<strong>en</strong> de profet<strong>en</strong> belasting<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
cijnz<strong>en</strong> betal<strong>en</strong>, zó ver is het <strong>van</strong> h<strong>en</strong>, te ler<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong> deze niet behoeft af te gev<strong>en</strong>.<br />
Zij lat<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ieders recht<strong>en</strong> onaangetast. Wanneer zich verkeerdhed<strong>en</strong> voordo<strong>en</strong>,<br />
zull<strong>en</strong> zij die echter aan de dag br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, maar zonder opstand om tijdelijke ding<strong>en</strong> te<br />
veroorzak<strong>en</strong>. In deze soort zak<strong>en</strong> erk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> zij de wettige rechter, ofschoon zij ook<br />
hem berisp<strong>en</strong> <strong>en</strong> de mantel uitveg<strong>en</strong> wanneer hij faalt.<br />
Geloof mij, geloof mij, grootmoedige held, niets <strong>van</strong> al het kwaad, dat de pauselijk<strong>en</strong><br />
dreig<strong>en</strong>, zal gebeur<strong>en</strong>. Want de Heere beschermt Zijn Kerk. Kon u toch maar e<strong>en</strong>s met<br />
eig<strong>en</strong> og<strong>en</strong> de staat <strong>van</strong> bepaalde vorst<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>, die in Duitsland het E<strong>van</strong>gelie<br />
aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, maar ook de rechtschap<strong>en</strong>heid, de opgewektheid <strong>en</strong> de<br />
vastberad<strong>en</strong>heid <strong>van</strong> de sted<strong>en</strong>. Op grond <strong>van</strong> de vrucht<strong>en</strong> zult gij dan zegg<strong>en</strong>: ik<br />
twijfel niet, dat hetge<strong>en</strong> gebeurd is <strong>van</strong> God komt.<br />
Overweeg alles met uw geloof <strong>en</strong> in uw wijsheid <strong>en</strong> vergeef ons de vrijmoedigheid,<br />
waarmee wij uwe Majesteit op zo boerse wijze stor<strong>en</strong>. Maar de zaak heeft het zo<br />
geëist.<br />
Zürich<br />
Uwer Majesteit zeer di<strong>en</strong>stwillige<br />
Huldrych Zwingli.<br />
Bron:<br />
Huldrici Zwinglii Opera, cur. M. Schulero et Io. Schuithessio, vol. IV, Turici 1841,<br />
blz. 42-78.<br />
Blanke - Farner - Pfister, Zwingli, Hauptschrift<strong>en</strong>, III, Zwingli, der Theologe,<br />
Zürich 1960, blz. 295-354.