Doe je mee? - Averbode

Doe je mee?
1. Waar hebben heksen zoal een hekel aan? Als je het hele verhaal
gelezen hebt, dan weet je het wel …
.............................................................................................................................................................
.............................................................................................................................................................
.............................................................................................................................................................
2. Uilenpoten, rotte wortelscheuten, slangenvel …
Bedenk nog drie andere ingrediënten voor een toverdrank.
.............................................................................................................................................................
.............................................................................................................................................................
.............................................................................................................................................................
3. Was de tovertaart van Wicka gelukt? Hoe weet je dat?
.............................................................................................................................................................
.............................................................................................................................................................
.............................................................................................................................................................
4. Wicka en de prins beloven plechtig elkaars leven tot een hel te
maken. Wat zouden ze nog allemaal kunnen doen?
.............................................................................................................................................................
.............................................................................................................................................................
.............................................................................................................................................................
29

Speel je mee?
1. Heksen
In dit verhaal zijn heksen altijd met drie.
Hoeveel keer kun je het woord ‘heks’ maken
met letters uit dit rooster?
____ keer
2. De Drie Mottige Madammen
Als je het verhaal aandachtig gelezen hebt, weet je wie bij wat
hoort. Trek pijlen.
Rotwuuf Zo lelijk als de nacht
3. Het mooie heksje en de lelijke prins
Verbind de tegenstellingen met elkaar.
ziek braaf
stout goed
droevig eerlijk
scheef gezond
kwaad blij
vals recht
Zo harig als een bolletje wol
Mandijvie Zo kaal als een ei
Zo droog als een cactus
Krombak Zo week als een mossel
30
E S H
K H H
S E E
H K S
S E K
S E
K H
H K
K E
E S

4. Lievelingsplant
Los de puzzel op en ontdek de lievelingsplant van een heks.
1. Daarop vliegt een heks.
2. Dat heeft een heks op haar neus.
3. Huisdier van iedere heks.
4. Typisch hoofddeksel van een heks.
5. Lievelingsdier van heksen dat wratten op de rug heeft.
6. Harig beest met acht poten.
7. Koken doen heksen in een ___________.
8. Lievelingskleur van heksen.
9. Met dat stuk fruit bedroog een heks Sneeuwwitje.
10. Veel heksen hebben een glazen __________.
8
6
9
4
5
10
2
3
7
5. Op tovertocht
1 ¬
Heksen houden van
____________________.
Wicka moet weer iemand gaan betoveren. Als jij al de letters B
wegtovert, weet je wie het is.
B T B A B N B T E B T B A R B A B N T B U B L A B
Het is ______________________________.
31

Kruiswoordraadsel
• Van links naar rechts
1. Zo iemand wilde Wicka
vinden.
2. do (omg.) – dommerik
3. toets – België (afk.)
4. muzieknoot – schreeuw
5. Wicka is een …
- vraagwoord
6. Daarin werd Wicka
opgesloten.
7. noord-noord-oost (afk.) –
Verenigde Naties (Eng. afk.)
8. niet slim – vervelend
• Naar beneden
1. soort hond
Oplossingen
r
5. Op tovertocht
Tante Tarantula
kruiswoordraadsel
M • • P R I N S
O D • O E N • K
P R O E F • B E
S I • T • G I L
H E K S • H O E
O • R • K A S T
N N O • U N • •
D O M • S A A I
r
2. Met zo veel zijn heksen. –
neen (Eng.)
3. Zo is de neus van een heks.
4. streek
5. scheidsrechter – zoen
6. niet uit – land in Afrika
7. cinema
8. geraamte
1
2
3
4
5
6
7
8
Heksen houden van brandnetel.
1 2 3 4 5 6 7 8
4. Lievelingsplant
1. B E Z E M
2. W R A T
3. K A T
4. P U N T H O E D
5. P A D
6. S P I N
7. K E T E L
8. Z W A R T
9. A P P E L
10. B O L
32
1 Heksen
6 keer
2 De Drie Mottige Madammen
Rotwuuf: zo lelijk als de nacht; zo
droog als een cactus
Mandijvie: zo week als een mossel
Krombak: zo kaal als een ei; zo
harig als een bolletje wol
3 Het mooie heksje en de lelijke
prins
ziek – gezond, stout – braaf,
droevig – blij, scheef – recht,
kwaad – goed, vals – eerlijk