14.09.2013 Views

MILIEU EN SOCIALE EFFECTEN RAPPORTAGE - Staatsolie

MILIEU EN SOCIALE EFFECTEN RAPPORTAGE - Staatsolie

MILIEU EN SOCIALE EFFECTEN RAPPORTAGE - Staatsolie

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>MILIEU</strong> <strong>EN</strong> <strong>SOCIALE</strong> EFFECT<strong>EN</strong> <strong>RAPPORTAGE</strong><br />

BETREFF<strong>EN</strong>DE PROEFBORING<strong>EN</strong> <strong>EN</strong> HET TEST<strong>EN</strong> VAN DE<br />

PRODUCTIE IN HET TAMBAREDJO-NOORD GEBIED<br />

Staatolie Maatschappij Suriname N.V.<br />

SAM<strong>EN</strong>VATTING<br />

Noordam Environmental Consultancy mei 2012


D. Noordam Staatolie Maatschappij Suriname N.V.<br />

Noordam Environmental Consultancy PESIA Tambaredjo-noord project<br />

Achtergrond van het project<br />

In de achter ons liggende periode zijn er in 18 proefboringen verricht in het gebied ten<br />

noorden van de grens van het Tambaredjo olieveld, waarbij er in een aantal putten<br />

aardolievoorkomens zijn aangetroffen. Dit gebied wordt aangeduid als het Tambaredjo-noord<br />

gebied. Er is echter meer informatie nodig om de omvang en het volume van deze<br />

voorkomens in kaart te brengen. Er is daarom besloten om een evaluatie ('appraisal')<br />

boorprogramma uit te voeren in het Tambaredjo-noord gebied.<br />

Het programma zal worden uitgevoerd door de <strong>Staatsolie</strong> Maatschappij Suriname NV (hierna<br />

kort aangeduid als ' <strong>Staatsolie</strong>'). De eerste boringen zullen in het vierde kwartaal van 2012<br />

worden uitgevoerd; het project zal worden uitgevoerd als een "natte operaties" waarbij alle<br />

activiteiten worden uitgevoerd in de zwamp, zonder dat er inpolderingen plaatsvinden.<br />

Momenteel wordt er nog van uit gegaan dat de conventionele boortechniek, dus het boren van<br />

verticale putten, zal worden toegepast. Naast de proefboringen zullen er productiemetingen<br />

worden uitgevoerd bij (ten hoogste) twee nog nader vast te stellen boorputten. De ruwe olie<br />

welke door de testbronnen wordt geproduceerd, zal via een flexibele pijpleiding worden<br />

doorgepompt naar de verwerkingsfaciliteiten van TA-58.<br />

De onderstaande studie presenteert de resultaten van de Gelimiteerde Milieu Effecten<br />

Rapportage (hierna aangeduid als MER) voor het Tambaredjo-noord project.<br />

Deze MER is opgesteld om te voldoen aan de richtlijnen van het Nationaal Instituut voor<br />

Milieu en Ontwikkeling in Suriname (NIMOS).<br />

Het doel van deze MER is het identificeren van potentiële milieueffecten die samenhangen<br />

met de benodigde voorbereidingswerkzaamheden, de proefboringen, het meten van de<br />

productie, en de opruimwerkzaamheden bij de ontruiming van het gebied. Daarnaast<br />

presenteert de MER maatregelen welke de milieueffecten zullen voorkomen dan wel<br />

verminderen, of in geval van positieve effecten, maatregelen welke deze positieve effecten<br />

verder versterken. Met de uitvoering en het goedkeuren van het MER-rapport wordt er zorg<br />

voor gedragen dat <strong>Staatsolie</strong> zal voldoen aan haar milieuverplichtingen. Daarnaast garandeert<br />

de aanwezigheid van andere relevante richtlijnen en regelgeving in het rapport ervoor dat het<br />

project zal worden uitgevoerd op een milieuvriendelijke manier waarmee voldaan wordt aan<br />

normen welke zowel nationaal als internationaal aanvaard zijn.<br />

Korte beschrijving van het project<br />

Het Tambaredjo-noord gebied bevindt zich in de Buru zwamp direct ten noorden van het<br />

bestaande Tambaredjo olieveld. Het Tambaredjo-noord projectgebied beslaat 37 vierkante<br />

km. Het gebied is gelegen binnen het bijzonder beheersgebied Noord Saramacca (in plaats<br />

van bijzonder beheersgebied wordt in Suriname vaak de aanduiding Multiple-Use<br />

Management Area of MUMA gebruikt). Het noordelijke deel van het gebied grenst direct aan<br />

het Coppename-monding Natuurreservaat<br />

Het project zal worden uitgevoerd over een periode van 1,5 jaar, maar dit kan mogelijk<br />

uitlopen tot 2-3 jaar als blijkt dat de productietesten meer tijd vereisen.<br />

De proefboringen zullen naar schatting 1 week per put in beslag nemen, waarna de<br />

activiteiten in het gebied verder beperkt zullen zijn tot het testen van de productie,<br />

monitoring, onderhoud en eventuele reparatie van de testbronnen en - faciliteiten.<br />

Nederlandse samenvatting 1


D. Noordam Staatolie Maatschappij Suriname N.V.<br />

Noordam Environmental Consultancy PESIA Tambaredjo-noord project<br />

Constructie:<br />

Tijdens de 1e fase van het project, de constructiefase, wordt het gebied klaar gemaakt voor de<br />

proefboringen. De volgende activiteiten zullen worden ondernomen:<br />

1. Aanleg van waterwegen (trails) voor toegang, en voor de aanvoer van machines,<br />

uitrusting en materialen. Er zal hierbij zo veel als mogelijk gebruik worden gemaakt<br />

van al bestaande waterwegen (zie voorpagina).<br />

2. Het klaarmaken van de terreinen van de boorlocaties (~ 50 x 50 m)<br />

3. De aanleg van dammen voor pijpleidingen en het elektriciteitsnet ten behoeve van het<br />

productietesten.<br />

Alle vervoer van mensen en materialen zal plaatsvinden via de zwamp en voor dat doel<br />

worden er waterwegen (trails) aangelegd. Bij de aanleg van de waterwegen wordt eerst de<br />

vegetatie verwijderd, gevolgd door het verwijderen van de pegasse, zodat er open water<br />

ontstaat waardoor zwampboten (airboats), zwamp rupsvoertuigen (swamp carriers) en de<br />

boorinstallatie zich kunnen voortbewegen.<br />

Het schoonmaken van de boorlocaties bestaat uit het verwijderen van de vegetatie en de<br />

pegasse.<br />

Alle ontbossing- en graafwerkzaamheden worden uitgevoerd met (zwamp)graafmachines.<br />

Ten behoeve van de twee beoogde testbronnen, zullen er smalle N-Z dammen worden<br />

opgeworpen tussen de bronnen en de noordzijde van de Tambaredjo oliepolder. Hierop<br />

worden het elektriciteitsnetwerk en de flexibele pijpleidingen geplaatst. Nadat eerst de<br />

vegetatie is verwijderd, worden de dammen opgeworpen met klei welke is opgegraven vanuit<br />

de naastgelegen zwamp. Hierdoor ontstaan er kanalen langs de dammen. Op regelmatige<br />

afstanden worden er openingen gemaakt in de dammen, zodat er geen opstuwing van<br />

zwampwater zal plaatsvinden.<br />

Operatie (boringen en testen)<br />

Het uitvoeren van boringen kan beginnen zodra er toegang is tot het gebied, en er een zeker<br />

aantal boorlocaties is schoongemaakt. In totaal zullen er in de periode 16-18 1 proefboringen<br />

worden uitgevoerd. Daarop volgend kunnen er nog maximaal 12 extra boringen worden<br />

uitgevoerd, waarvan de locatie bepaald zal worden door de bevindingen van de geplande 16-<br />

18 boringen.<br />

De boringen zullen worden uitgevoerd met een boorinstallatie, welke geschikt is voor<br />

boringen in de kustmoerassen. Er zal gebruik worden gemaakt van een installatie op een<br />

rupsvoertuig met een benodigde waterwegbreedte van 12 m.<br />

De boringen worden uitgevoerd tot een diepte tussen 500 en 650 meter. Tijdens het boren<br />

wordt er een dikke boorvloeistof (ook bekend als "boormodder") langs de binnenkant van de<br />

boorpijp naar beneden gepompt, waarna het weer terugkeert naar het oppervlak via het<br />

boorijzer. De boormodder is bedoeld voor de koeling van de boor, het tegengaan van<br />

destabilisatie van de wanden van het boorgat en het bieden van tegendruk aan<br />

reservoirvloeistoffen, zodat deze vloeistoffen niet in het boorgat terecht komen en blow-out<br />

veroorzaken. Voor de Saramacca Operaties wordt gebruik gemaakt van boormodder welke<br />

1 De twee putten in het Coppename-monding Natuurreservaat zullen niet meer worden geboord. Het wordt nog<br />

bekeken of de putten naar het zuiden worden verplaatst, buiten het natuurreservaat, of dat ze zullen vervallen.<br />

Nederlandse samenvatting 2


D. Noordam Staatolie Maatschappij Suriname N.V.<br />

Noordam Environmental Consultancy PESIA Tambaredjo-noord project<br />

gebaseerd is op water; deze modder bestaat voornamelijk uit water, Drispac (een soort<br />

zetmeel) en klei (bentoniet).<br />

Tijdens het boren komt er boorgruis vrij bestaande uit klei, zand en schelpfragmenten. Het<br />

boorgruis wordt door het moddercirculatiesysteem naar het oppervlak gebracht. Het gruis<br />

wordt gescheiden van de boormodder, zodat de boormodder zo veel mogelijk kan worden<br />

hergebruikt. Bij de huidige booractiviteiten in de zwamp van het Tambaredjo NW olieveld<br />

wordt het boorgruis en de resterende boormodder ter plaatse achtergelaten, omdat er geen<br />

significante nadelige effecten van deze praktijk zijn vastgesteld.<br />

Wanneer er oliezanden worden aangeboord, worden er initiële testen uitgevoerd om de<br />

productiecapaciteit van het boorgat vast te stellen. Als er winbare olievoorkomens worden<br />

vast gesteld, wordt er een bekledingsbuis aangebracht over de gehele lengte van het boorgat,<br />

waarna het boorgat wordt 'gecompleteerd'. Completering is het proces waarbij een boorgat<br />

wordt klaargemaakt om olie of gas te produceren. Tijdens dit proces wordt er een zogeheten<br />

completeringvloeistof gebruikt om te voorkomen dat de boorstang vast gaat zitten als gevolg<br />

van zwelling van de klei. Deze vloeistof, bestaande uit een geconcentreerde zoutoplossing<br />

(pekel) wordt bij de huidige activiteiten van <strong>Staatsolie</strong> in de Calcutta en Tambaredjo NW<br />

olievelden ter plaatse achtergelaten, omdat er geen significante nadelige effecten zijn<br />

geconstateerd als gevolg van deze praktijk.<br />

Deze potentiele oliebronnen worden echter nog niet in productie genomen, maar ze worden in<br />

afwachting van de productie-ontwikkelingsfase tijdelijk afgesloten. Voor deze productieontwikkeling<br />

zal echter een nieuwe MER nodig zijn.<br />

Voor productie optimalisatie en voor reservoir/geologische modellering zullen er echter van<br />

twee putten productiegegevens worden verzameld. Op de twee geselecteerde locaties zullen<br />

test-eenheden worden geplaatst. Tijdens de testperiode wordt er ruwe olie verzameld in de<br />

testtank waaruit monsters worden verzameld voor laboratoriumanalyse.<br />

In deze testputten wordt er een buizenstelsel aangebracht, waarna een kleine elektrische<br />

pomp wordt geplaatst om de ruwe olie op te pompen.<br />

De geproduceerde ruwe olie wordt via een systeem van pijpleidingen vervoerd naar de TA-58<br />

verwerkingsfaciliteiten.<br />

Veld- en broninspectie en onderhoud van productie-installaties zal worden uitgevoerd<br />

gedurende de hele testperiode. Inspecties worden dagelijks uitgevoerd met als doel om<br />

onveilige en potentieel risicovolle situaties te identificeren en om defecten en storingen van<br />

productie-installaties (waaronder olie morsen en lekken) vast te stellen. Eventuele onveilige<br />

en gevaarlijke situaties, en alle defecten en storingen worden onmiddellijk doorgegeven en er<br />

wordt onmiddellijk actie ondernomen.<br />

Onderhoud van de testbronnen wordt volgens schema uitgevoerd door een onderhoudsploeg<br />

met een zwampboot. Het onderhoud omvat smering en vervanging van defecte of versleten<br />

onderdelen.<br />

Tijdens onderhoud van bronnen wordt er een drijvende boom geplaatst in het water rondom<br />

de bron om eventueel gelekte olie tegen te houden. In geval van lekkage wordt de gelekte olie<br />

verwijderd volgens de <strong>Staatsolie</strong> richtlijnen voor het opruimen van gelekte en gemorste olie.<br />

Ontmanteling en ontruiming van het gebied:<br />

Nederlandse samenvatting 3


D. Noordam Staatolie Maatschappij Suriname N.V.<br />

Noordam Environmental Consultancy PESIA Tambaredjo-noord project<br />

In het geval een boorgat beschouwd wordt als een 'droog gat', dat wil zeggen niet in staat om<br />

commerciële hoeveelheden aardolie te produceren, zal het worden afgesloten met cement en<br />

worden verlaten. De testputten worden na de testperiode tijdelijk afgesloten in afwachting<br />

van de productie-ontwikkeling. Als echter blijkt dat ze geen economische hoeveelheden<br />

produceren worden ze afgesloten met cement en verlaten.<br />

Met betrekking tot toekomstig gebruik van het ontruimde gebied zijn er twee mogelijke<br />

scenario's:<br />

1. Het gebied wordt ontruimd en keert terug naar haar natuurlijke staat, met of zonder<br />

ingreep.<br />

2. Er is een nieuwe vorm van landgebruik, wat betekent dat een deel van de<br />

infrastructuur kan worden gehandhaafd om te worden gebruikt door de volgende<br />

ondernemer.<br />

Het laatste is echter onwaarschijnlijk gezien het feit dat gronduitgifte in het gebied niet is<br />

toegestaan. Toch kan er een mogelijkheid zijn voor toeristische, recreatieve of educatieve<br />

doeleinden.<br />

In het geval het gebied wordt ontruimd zullen alle faciliteiten moeten worden verwijderd en<br />

dammen zullen moeten worden opgebroken om er voor te zorgen dat een onbelemmerde<br />

stroming van het zwampwater ook in de toekomst is gegarandeerd.<br />

Alle aangebrachte materialen en het elektriciteitsnet zullen volledig worden afgebroken en<br />

verwijderd en alle afval zal worden verwijderd.<br />

In het geval van toekomstig gebruik kunnen delen van de infrastructuur worden gehandhaafd,<br />

maar daarover kan nu nog geen beslissing worden genomen.<br />

Afgezien van de activiteiten die zijn opgenomen in het ontwerp en de uitvoering van het<br />

project, kunnen er een aantal onvoorziene gebeurtenissen optreden in samenhang met het<br />

project. Deze gebeurtenissen die kunnen worden beschouwd als risico's, moeten worden<br />

beheerd door middel van passende procedures voor noodsituaties in het <strong>Staatsolie</strong><br />

“Emergency Response Plan” of andere regelgeving.<br />

Dergelijke eventualiteiten omvatten:<br />

1. Morsen en lekken van olie uit tanks en leidingen, machines en vaartuigen<br />

2. Vegetatie- en pegassebranden<br />

3. Botsingen<br />

Wet- en regelgeving<br />

Het noordelijke deel van het Tambaredjo-noord gebied grenst aan het Coppename-monding<br />

Natuurreservaat. Door de toetreding tot de Ramsar Conventie kreeg het Coppename-monding<br />

Natuurreservaat de status van een wetland van internationale betekenis (RAMSAR-site).<br />

Hierdoor heeft de regering van Suriname zich internationaal gecommitteerd om het<br />

ecologische karakter van een RAMSAR-site te handhaven door middel van een verstandige<br />

beheersaanpak.<br />

Nederlandse samenvatting 4


D. Noordam Staatolie Maatschappij Suriname N.V.<br />

Noordam Environmental Consultancy PESIA Tambaredjo-noord project<br />

Volgens de Natuurbeschermingswet is er een schriftelijke vergunning nodig van het hoofd<br />

van de Dienst Lands Bosbeheer voor alle menselijke activiteiten in natuurgebieden. Deze wet<br />

biedt geen ruimte voor activiteiten die schade kunnen toebrengen aan het reservaat of voor<br />

zaken die op een andere wijze een negatieve invloed hebben.<br />

Het gehele Tambaredjo-noord gebied is gelegen in de Noord Saramacca MUMA, een gebied<br />

dat hier ook kan worden beschouwd als een bufferzone voor het natuurreservaat.<br />

Een van de aanbevelingen in het plan voor geïntegreerd kustbeheer (ICZM) voor Noord<br />

Saramacca is, dat het vereist is om een milieueffectrapportage (MER) uit te voeren voor alle<br />

grootschalige ontwikkelingen in de kwetsbare delen van de MUMA. Speciale MUMA<br />

beheersregels zijn nog niet ontwikkeld.<br />

Hoewel de MER-wetgeving nog niet operationeel is, is opstelling van deze MER geschiedt<br />

op vrijwillig initiatief van <strong>Staatsolie</strong>. De MER voor het project zal worden uitgevoerd<br />

conform de ontwerpwet. Het NIMOS is nauw betrokken geweest bij de opzet en verdere<br />

evaluatie van de MER.<br />

De aanmelding en vergunningsproces<br />

Al in een vroeg stadium van de huidige studie zijn de projectactiviteiten en de<br />

taakomschrijving voor de MER van het Tambaredjo-noord project besproken met het hoofd<br />

van de Dienst Lands Bosbeheer (LBB) en het hoofd van de afdeling Natuurbeheer (NB) van<br />

LBB.<br />

Het Tambaredjo-noord project is volgens de richtlijnen van NIMOS een categorie B project,<br />

zijnde een project waarvan de ernst van de potentiële effecten afhankelijk is van de<br />

gevoeligheid van de locatie en van de schaal en voorspelbaarheid van de effecten (NIMOS<br />

2005, 2009). De omvang van het project is klein, maar de gevoeligheid is mogelijk hoog,<br />

zodat traject 2 gevolgd dient te worden. De milieubeoordeling wordt dan ook uitgevoerd als<br />

gelimiteerde milieueffecten rapportage (Preliminary Environmental and Social Impact<br />

Assessment of PESIA; hierna genoemd MER).<br />

In de scoping fase is aan stakeholders de mogelijkheid geboden om commentaar te leveren of<br />

suggesties te doen over de opzet en aanpak van de MER. Het scoping rapport is in november<br />

2011 goedgekeurd door NIMOS. Het draft MER rapport is op 5 april 2012 ingediend bij<br />

NIMOS voor beoordeling en zal ook worden voorgelegd in een publieke vergadering met<br />

betrokken personen, organisaties en instanties.<br />

Nadat relevante commentaren van alle belanghebbenden zijn verwerkt in het rapport en het<br />

rapport is goedgekeurd, zal NIMOS een vergunning afgeven, waarna het project van start kan<br />

gaan.<br />

Korte beschrijving van het studiegebied<br />

Het fysische milieu<br />

Zoals in het grootste deel van Suriname, waar constant hoge temperaturen en een hoge<br />

luchtvochtigheid heersen, wordt ook het studiegebied gekarakteriseerd door een grote variatie<br />

Nederlandse samenvatting 5


D. Noordam Staatolie Maatschappij Suriname N.V.<br />

Noordam Environmental Consultancy PESIA Tambaredjo-noord project<br />

in neerslag en bewolking. De gemiddelde jaarlijkse temperatuur van de lucht in Paramaribo is<br />

27,3º C, met een dagelijkse schommeling van 7-10 º C en met een jaarlijkse schommeling<br />

van ongeveer 2º C. In het studiegebied bedraagt de gemiddelde jaarlijkse neerslag ongeveer<br />

2.000 mm. Er zijn vier seizoenen, die zijn gebaseerd op neerslag distributie.<br />

Voor wat betreft de luchtkwaliteit is het studiegebied nog steeds grotendeels in haar<br />

natuurlijke staat, omdat er binnen en nabij het gebied nauwelijks bronnen van relevante<br />

emissies naar de lucht aanwezig zijn.<br />

Potentiële luchtverontreiniging bronnen, zoals de <strong>Staatsolie</strong> TA-58 Operatie, voertuigen,<br />

wegen (stof) en rijstvelden (sproeien, branden) zijn allemaal op grote afstand van het<br />

studiegebied, terwijl hun luchtverontreiniging minimaal is en/of incidenteel. Binnen het<br />

geplande gebied zijn er alleen af en toe kleine emissiebronnen, zoals het incidenteel passeren<br />

van een zwampboot in het zuidelijke deel. Maar algemeen kan worden gesteld dat de<br />

luchtkwaliteit van het studiegebied zeer goed is.<br />

Behalve het af en toe passeren van een zwampboot in gebieden nabij Tambaredjo-noord en<br />

reparatiegeluiden aan de zuidzijde van het gebied zijn er geen andere bronnen van lawaai in<br />

of nabij het gebied gemeen. Het geluidsniveau in het projectgebied zal vrijwel nooit een<br />

onaanvaardbaar niveau bereiken. Het geluidsniveau van het gebied wordt nu voornamelijk<br />

bepaald door diergeluiden, waarbij het geluidsniveau zonder dieren ligt op 38-39 dB(A) en<br />

met aanwezigheid van diergeluiden tussen 46 en 53 dB(A).<br />

Het studiegebied is gelegen in de kustvlakte, welke samen met de kustvlakten van Frans<br />

Guyana en Guyana de rand van het grote Guyana bassin vormt. Het studiegebied is gelegen<br />

in de vlakke en zeer laaggelegen Jong Kustvlakte in een gebied dat gedomineerd wordt door<br />

kleiplaten. Binnen het projectgebied zijn er slechts enkele onderbroken, zeer smalle en<br />

meestal zeer lage ritsen aangetroffen welke voormalige kustlijnen markeren.<br />

Het studiegebied is gelegen in de zone met recente tot zeer recente mariene afzettingen.<br />

Sedimentatie is momenteel actief langs de kust direct ten noorden van het projectgebied en<br />

tijdens de laatste decennia heeft hier overwegend kustaangroei plaatsgevonden.<br />

Het dominante bodemtype is een grijze, half gerijpte tot bijna ongerijpte (slappe) klei; de<br />

bodems zijn bijna zoet tot brak en zout in de ondergrond. In het grootste deel van de zwamp<br />

is er een dikke laag (40-80 cm) pegasse aanwezig, met uitzondering van het mangrovebos<br />

(parwa) waar alleen dunne (


D. Noordam Staatolie Maatschappij Suriname N.V.<br />

Noordam Environmental Consultancy PESIA Tambaredjo-noord project<br />

Voor landbeheers doeleinden is de zogenaamde "rode lijn" getrokken op kaarten, welke lijn<br />

dient als een denkbeeldige waterscheiding tussen het gebied dat naar de oceaan draineert<br />

(noord) en het gebied dat zijn water loost naar de Saramaccarivier (zuid). Door menselijke<br />

activiteiten is deze grens in Noord-Saramacca in feite niet langer van toepassing. Het<br />

studiegebied ligt geheel ten noorden van de "rode lijn".<br />

De stroming van schoon zoet water uit de Buru zwamp naar de brakke kuststrook is van<br />

belang voor de groei en vitaliteit van de mangrovebossen langs de kust.<br />

De gemiddelde waterdiepte in de zwamp varieert tussen 15 en 55 cm in het droge seizoen van<br />

tussen 45 en 90 cm in het regenseizoen, met de lagere waarden in de parwazone en de hogere<br />

in de Typha (Langagrasi) zone.<br />

Het grootste deel van het projectgebied heeft neutraal tot licht zuur water, met een laag<br />

(oligohalinous – vrijwel zoet) tot matig hoog zoutgehalte (mesohalinous- licht brak tot brak).<br />

Normaal is het water lichtbruin en helder, maar als gevolg van het af en toe passeren van een<br />

zwampboot of een zwamp carrier of als gevolg van graafwerkzaamheden, treedt er tijdelijke<br />

vertroebeling van het water in de waterwegen op.<br />

Het biologische milieu<br />

Het studiegebied wordt gekenmerkt door een vegetatiesuccessie welke loopt van een zout<br />

mangrove- naar een zoetwatermilieu. Langs de kust ontwikkelt zich jonge zwarte Mangrove<br />

(parwa) zodra een modderbank is opgeslibd boven het gemiddelde zeeniveau. Ten zuiden<br />

hiervan vindt men volwassen parwa. Als gevolg van de heersende netto aangroei van de kust<br />

van Saramacca heeft er zich een brede gordel van gesloten tot open parwabos ontwikkeld.<br />

Binnen deze gordel hebben zich (buiten het studiegebied) een aantal relatief kleine zoute tot<br />

brakke pannen gevormd. De mangrove in het projectgebied is van het geblokkeerde type, wat<br />

betekent dat er niet langer invloed van zeewater is in deze zone. Maar in het regenseizoen is<br />

er wel een uitstroom van licht brak tot zoet water vanuit deze zone naar het noordelijk<br />

gelegen Parwabos.<br />

Ten zuiden van de parwazone is een kruidachtig brakwaterzwamp (met of zonder verspreid<br />

parwabomen) ontwikkeld. In het studiegebied worden deze zwampen gedomineerd door<br />

Typha (Langagrasi). Als gevolg van gras en pegassebranden, welke zich kunnen voordoen<br />

tijdens de droge seizoenen, wordt de ontwikkeling van houtige planten hier belemmerd.<br />

Nog meer naar het zuiden worden de zwampen zoeter en rijker aan soorten. Geleidelijk zal<br />

zich hier een laag tot hoog zwampbos kunnen ontwikkelen.<br />

Het Tambaredjo-noordgebied wordt gedomineerd door licht brakke Typha (Langagrasi)<br />

zwampen. In het noordelijke deel van het gebied wordt een relatief klein oppervlak met open<br />

tot gesloten parwabos aangetroffen en in het zuiden een smalle strook met zoetwaterzwampen<br />

met een begroeiing van kruiden, struiken en lage bomen.<br />

Er is binnen het projectgebied een ecosysteem met een (potentieel) hoge internationale<br />

conserveringswaarde aanwezig, namelijk het parwabos.<br />

Op nationaal niveau draagt de mangrovevegetatie langs de kust bij aan de vele goederen en<br />

diensten welke de estuariene zone te bieden heeft. Het verwijderen van mangrovebossen<br />

betekent verlies van kosteloze kustbescherming en vermindering van de hoge primaire<br />

productie. Verlies van mangrovebossen vermindert ook de secundaire productie van fauna,<br />

waaronder vis en garnalen in de oceaan.<br />

Nederlandse samenvatting 7


D. Noordam Staatolie Maatschappij Suriname N.V.<br />

Noordam Environmental Consultancy PESIA Tambaredjo-noord project<br />

De modderbanken en de mangrove zone tussen de Coppename en de Suriname rivier zijn<br />

belangrijke voedsel- en broedgebieden voor residentiële kustvogels en de belangrijkste<br />

voedsel- en overwinteringgebieden voor trekvogels uit het noorden. De kust van Saramacca<br />

biedt plaats aan 7 vogelsoorten van internationaal belang.<br />

Bijna elk jaar zijn er broedkolonies van de rode ibis en van reigersoorten aanwezig in de<br />

jonge parwabegroeiing langs de kust van Saramacca. Het broedseizoen begint tussen maart<br />

en april en eindigt tussen augustus en september.<br />

De overvloed aan zeeleven voor de Surinaamse kust is direct gerelateerd aan de omvang van<br />

de lokale mangroven. Tot 90% van de mariene soorten vis en garnalen wordt gedurende een<br />

of meer periodes van hun levenscyclus gevonden in en nabij mangrove gebieden. Hoge<br />

productie van schaal- en schelpdieren wordt gevonden in de zone direct langs de kust waar de<br />

kleinschalige visserij wordt beoefend: in de ondiepe zee, de riviermondingen, getijdenkreken,<br />

pannen en brakwaterzwampen. In Suriname voorzien deze ecosystemen de lokale markt met<br />

vis en garnalen. Maar ook de grootschalige industriële diepzeevisserij profiteert van de<br />

kraamkamerfunctie van deze ecosystemen.<br />

De ecosystemen van het kustgebied van Suriname, met hun overvloed aan vogels en het<br />

leven van vissen, dragen bij tot de stijging van het lokale en internationale toerisme en de<br />

openluchtrecreatie. Daarnaast trekken de kustgebieden internationale en lokale onderzoekers<br />

en studenten aan.<br />

De nationale, regionale en internationale betekenis van het kustgebied ten noorden van het<br />

Tambaredjo-noord gebied kan worden samengevat als volgt:<br />

tussen 1955 en 1966 had het gebied de status van een lokale "Bird Sanctuary".<br />

in 1966 wordt hetzelfde gebied een nationaal natuurreservaat (Coppename-monding<br />

Natuurreservaat);<br />

in 1989 ontving het de regionale status van "Western Hemispheric Reserve" binnen<br />

het Shorebird Reserve Network voor het westelijk halfrond (WHSRN). Als zodanig is<br />

het gebied gekoppeld aan twee beschermde gebieden in de Baai van Fundy in Canada;<br />

in 1985 werd het gebied uitgeroepen tot een Ramsar Wetland van internationale<br />

betekenis;<br />

in 2002 werd het gebied onderdeel van het bijzonder beheersgebied Noord-Saramacca<br />

(MUMA).<br />

Het projectgebied valt buiten de bovenbeschreven zone. De mangrovebossen in het<br />

noordelijke gebied van het projectgebied zijn van het geblokkeerde type, welk type in veel<br />

mindere mate bijdraagt aan de hierboven vermelde goederen en diensten. Maar het<br />

Tambaredjo-noordgebied is wel gelegen binnen de bufferzone welke afwatert op de<br />

belangrijke noordelijke kuststrook binnen het Coppename-monding Natuurreservaat.<br />

Binnen het projectgebied domineren zwampvissen en het vogelleven vertoont niet de<br />

rijkdom, zoals die in de meer noordelijk gelegen kuststrook wordt aangetroffen. Er zijn geen<br />

unieke, zeldzame, bedreigde, kwetsbare of bio-geografisch belangrijke vis- of vogelsoorten<br />

aangetroffen bij de baseline studies, met uitzondering van een overvliegend valkje (niet op de<br />

grond waargenomen).<br />

Het sociaaleconomische milieu<br />

Nederlandse samenvatting 8


D. Noordam Staatolie Maatschappij Suriname N.V.<br />

Noordam Environmental Consultancy PESIA Tambaredjo-noord project<br />

De enige bewoonde gebieden op de rechteroever van de Beneden Saramaccarivier zijn<br />

gelegen langs de Gangaram Pandayweg. De bevolking hier leeft op grote afstand (minimaal 9<br />

km) van het Tambaredjo-noord gebied.<br />

Met uitzondering van de activiteiten van <strong>Staatsolie</strong> is er geen andere menselijke<br />

aanwezigheid binnen het projectgebied.<br />

Alle landbouwgrond is gelegen in de zuidelijke helft van het Buru zwamp, waar de natte<br />

rijstteelt het dominante gewas is. In het verleden hebben de boeren enkele malen problemen<br />

ondervonden van de activiteiten van <strong>Staatsolie</strong> in de zwamp, maar alle problemen zijn toen<br />

opgelost en er hebben zich nu al geruime tijd geen problemen voorgedaan. De<br />

landbouwgebieden liggen ver van het projectgebied en zullen directe noch indirecte invloed<br />

ondervinden van de geplande activiteiten.<br />

Het beheer van beschermde gebieden (natuurreservaten en MUMA's) met natuurlijke<br />

bescherming en/of productiefuncties kan worden beschouwd als de enige vorm van<br />

landgebruik in het studiegebied.<br />

Er zijn twee zogeheten "visgaten" aanwezig, één ten oosten en één ten westen van het<br />

projectgebied, respectievelijk het Durgakanaal en het Soekhakanaal. Deze kanalen zijn<br />

aangesloten op de noordelijke rand van de rijstpolders in het zuiden, en ze worden gebruikt<br />

voor de irrigatie watervoorziening voor de rijstproductie. Deze kanalen worden ook gebruikt<br />

om vis te vangen in het droge seizoen.<br />

De delen grenzend aan het projectgebied worden echter niet gebruikt voor genoemde<br />

functies. Het is niet toegestaan om water te onttrekken uit de zwamp ten noorden van de<br />

"rode lijn" zodat ze officieel niet gebruikt zouden mogen worden voor de voorziening van<br />

irrigatiewater.<br />

Er zijn geen archeologische vindplaatsen of plaatsen van bijzonder historisch belang bekend<br />

binnen het studiegebied en deze worden hier ook niet verwacht.<br />

Samenvatting van de belangrijkste effecten<br />

Een overzicht van alle effecten, waaronder die van geringe betekenis, is gepresenteerd in het<br />

hoofdrapport. De grote en matige effecten en hun preventie- en mitigatiemaatregelen zijn<br />

opgenomen in onderstaande tabellen.<br />

Nederlandse samenvatting 9


D. Noordam Staatolie Maatschappij Suriname N.V.<br />

Noordam Environmental Consultancy PESIA Tambaredjo-noord project<br />

Samenvatting van de potentieel grote (major) impacts<br />

COMPO-<br />

N<strong>EN</strong>T<br />

OMSCHRIJVING PREV<strong>EN</strong>TIE <strong>EN</strong> MITIGATIE MAATREGEL<strong>EN</strong><br />

Geluid Geluidsimpacts op broed- Plan alle werkzaamheden van zuid naar noord zodat eventueel aanwezige vogels nabij het<br />

kolonies<br />

projectgebied aan het lawaai kunnen wennen, of de gelegenheid hebben om te vertrekken naar<br />

een rustiger deel van het Coppename-monding natuurreservaat (CMNR).<br />

Selecteer geluidsarme machines, ook voor de boorinstallatie.<br />

Stel een geluidsbufferzone (GBZ) in (zie voorpagina) en plaats borden langs alle Z-N<br />

waterwegen ter plaatse van de grens van het CMNR) en op 1 km ten zuiden ervan om de locatie<br />

van het CMNR en de GBZ te markeren.<br />

Indien mogelijk: Plan constructie- en booractiviteiten in de GBZ in de oktober- midden maart<br />

periode wanneer de aanwezigheid van broedkolonies onwaarschijnlijk is. Indien niet haalbaar:<br />

zie hieronder.<br />

GBZ: indien mogelijk: gebruik in gevoelige gebieden boten met buitenboordmotor (Gator-tail)<br />

in plaats van zwampboten (airboats).<br />

GBZ: bij gebruik van zwampboten: vaar met een matige snelheid (2500 RPM) om het<br />

geluidsniveau te verminderen.<br />

GBZ: indien er toch werkzaamheden zijn gepland binnen het broedseizoen (mei tot en met<br />

september) dan zal er eerst een luchtverkenning moeten worden uitgevoerd om de locatie van<br />

eventuele broedkolonies binnen 1 km van het projectgebied vast te stellen. Deze verkenning zal<br />

elk jaar in mei moeten worden uitgevoerd, vanaf het moment dat dit gedeelte van het gebied<br />

wordt ontwikkeld.<br />

In geval er broedkolonies aanwezig zijn binnen 1 km van de grens van het projectgebied,<br />

kunnen er tijdens de broedperiode geen ontwikkelingsactiviteiten worden uitgevoerd in deze<br />

zone, terwijl onderhoud en monitoring van bestaande oliebronnen zal moeten worden<br />

uitgevoerd met boten met een laag geluidsniveau.<br />

GBZ: tijdens het broedseizoen wordt het aantal trips beperkt tot het minimum.<br />

Vegetatie Verlies van mangrovebos Beperk het oppervlak van verstoring tot het minimum door geoptimaliseerde planning:<br />

(parwa)<br />

o Plan aanvullende boorlocaties zo veel als mogelijk in open zwamp.<br />

o Leg nieuwe waterwegen zo veel als mogelijk aan in open zwamp, zelfs als dit betekent<br />

dat de route langer wordt.<br />

RESIDUAL<br />

IMPACT<br />

verwaarloosbaar<br />

Nederlandse samenvatting 10<br />

matig


D. Noordam Staatolie Maatschappij Suriname N.V.<br />

Noordam Environmental Consultancy PESIA Tambaredjo-noord project<br />

Natuurbehoud<br />

Vegetatie veranderingen<br />

als gevolg van<br />

veranderingen in de<br />

hydrologie<br />

Schade aan ecosystemen<br />

en aan projectinstallaties<br />

als gevolg van branden<br />

Verstoring van of schade<br />

aan het Coppenamemonding<br />

Natuur Reservaat<br />

Constructiefase<br />

Zorg er voor dat de opgeworpen dammen voldoende openingen (cuts) hebben. De huidige<br />

praktijk in de Calcutta en Tambaredjo NW olievelden lijkt adequaat te zijn en kan dus worden<br />

gehandhaafd. De huidige praktijk houdt in dat er op elke 500-1000 meter dam een 1 meter<br />

brede opening wordt gemaakt, terwijl er daarnaast een aantal grotere openingen (tot 70 meter)<br />

zijn op plaatsen waar waterwegen kruisen.<br />

Uitvoeringsfase<br />

Controleer of het systeem goed werkt. Dit kan worden gedaan door middel van het meten van<br />

het zwampwaterniveau aan beide zijden van dammen. In geval de waterstroming wordt<br />

belemmerd zal moeten worden nagegaan of de openingen niet geblokkeerd zijn. Afhankelijk<br />

van de mate van opstuwing kan het nodig zijn om extra openingen in de dammen te maken.<br />

Meer frequente controle zal moeten worden uitgevoerd in regenperioden wanneer de<br />

waterstroming het grootst is. Bij voorkeur moet de controle worden geautomatiseerd.<br />

Ontruimingsfase<br />

Verwijder de dammen of maak er grote gaten in, tenzij het duidelijk is dat het beheer van het<br />

gebied wordt overgedragen aan een andere partij die gebruik gaat maken van de dammen<br />

(bijvoorbeeld de ontwikkeling van het toerisme)<br />

verwaarloosbaar<br />

Ontwikkel een brandbestrijdingsplan en maak het operationeel<br />

verwaarloos-<br />

Stel procedures en maatregelen voor brandtoezicht vast en pas deze toe<br />

baar<br />

Presenteer een programma aan <strong>Staatsolie</strong> personeel en aannemers om ze bewust te maken van<br />

de gevaren van gras- en pegassebranden in het Tambaredjo-noord gebied.<br />

Organiseer een vergadering met betrokkenen (lokale boeren, maar ook jagers en vissers die in<br />

het gebied komen) om ze te wijzen op de gevaren van gras- en pegassebranden voor het<br />

<strong>Staatsolie</strong> personeel en voor machines en materialen; herhaal deze bijeenkomst in het geval er<br />

een extreem droge periode optreedt<br />

Voer brandpatrouilles uit in extreem droge perioden<br />

Zie alle hierboven voorgestelde maatregelen verwaarloosbaar<br />

Nederlandse samenvatting 11


D. Noordam Staatolie Maatschappij Suriname N.V.<br />

Noordam Environmental Consultancy PESIA Tambaredjo-noord project<br />

Samenvatting van de potentieel matige (moderate) impacts<br />

COMPO-<br />

N<strong>EN</strong>T<br />

OMSCHRIJVING PREV<strong>EN</strong>TIE <strong>EN</strong> MITIGATIE MAATREGEL<strong>EN</strong>/ STIMULERINGSMAATREGEL<strong>EN</strong><br />

Vegetatie Verlies van laag tot hoog<br />

ritsbos, ook als habitat<br />

Fauna Afname van dierenleven<br />

door verstoring en verlies<br />

van habitat, aanvaringen<br />

en toename van jacht en<br />

visvangst<br />

NEGATIEVE IMPACTS<br />

Plan geen grote waterwegen of andere infrastructurele werken op of nabij een rits (voor locatie<br />

zie voorpagina); houdt een minimale afstand van 50 meter aan<br />

In geval van zuid-noord dammen (haaks op de ritsen): plan deze zoveel mogelijk in de<br />

bestaande open plekken tussen de ritsen<br />

Pas de Calcutta Waterweg regels ook toe voor het Tambaredjo-noord gebied.<br />

Verbied de toegang tot niet-operationele gebieden binnen het gebied voor niet geautoriseerd<br />

personeel.<br />

voer een strenge controle uit bij de ingangen<br />

voer regelmatig willekeurige patrouilles uit binnen de concessie<br />

als onderdeel van de ontruiming van het gebied:<br />

o verwijder of blokkeer alle toegangswegen, dammen, kanalen en waterwegen, of<br />

o draag alle infrastructuur en faciliteiten over aan een verantwoordelijke partij welke een<br />

duurzame vorm van landgebruik voor het gebied wil ontwikkelen, zoals de oprichting<br />

van een educatiecentrum of (eco) toerisme- of recreatiefaciliteiten; de overdracht dient<br />

te geschieden in nauw overleg met de relevante autoriteiten, zoals de afdeling<br />

Natuurbehoud van LBB<br />

Verzorg een programma ter bevordering van het milieubewustzijn en milieueducatie voor<br />

<strong>Staatsolie</strong> medewerkers, met de nadruk op het belang van het minimaliseren van schade aan het<br />

milieu.<br />

RESIDUAL<br />

IMPACT<br />

verwaarloosbaar<br />

Nederlandse samenvatting 12<br />

klein


D. Noordam Staatolie Maatschappij Suriname N.V.<br />

Noordam Environmental Consultancy PESIA Tambaredjo-noord project<br />

Uit de bovenstaande tabellen komt naar voren dat er bij toepassing van de voorgestelde<br />

maatregelen voornamelijk kleine en verwaarloosbare effecten zullen overblijven.<br />

Naast genoemde significante impacts zullen er een groot aantal kleine (minor) impacts zijn.<br />

Het gaat hier om impacts van geringe grootte, over een klein gebied en/of voor een korte<br />

duur.<br />

Voor enkele van deze impacts worden preventieve en mitigerende maatregelen aanbevolen.<br />

Er zijn geen blijvende impacts voorzien voor het gebied. Het parwabos zal niet meer<br />

terugkeren omdat het betreffende deel van de parwa zone behoort tot het geblokkeerde type,<br />

wat betekent dat het in een successiestadium is naar een brakwaterzwamp. Dit proces zal<br />

normaal doorgaan tijdens het project, maar versneld worden op plaatsen waar het parwabos<br />

wordt verwijderd. De effecten op de overwegend lage vegetatie zullen na de ontruiming van<br />

het gebied snel verdwijnen, vanwege de snelle regeneratie van de open zwampen en de<br />

zwampen met struiken en kleine boompjes.<br />

Milieubeheersplan<br />

Op grond van de voorzien impacts zal er een Milieubeheersplan (Environmental Management<br />

Plan of EMP) worden opgesteld waarin alle bovengenoemde preventie- en<br />

beheersmaatregelen zijn opgenomen. Daarnaast bevat het EMP ook maatregelen voor kleine<br />

impacts, waarmee wordt beoogd om te komen tot een verdere verbetering van het<br />

milieubeheer.<br />

Als onderdeel van het EMP wordt er ook een voorstel gepresenteerd voor monitoring. Het<br />

monitoring programma geeft een overzicht van de vereisten voor monitoring naast de al<br />

bestaande <strong>Staatsolie</strong> monitoring activiteiten en inspecties.<br />

Nederlandse samenvatting 13

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!