29.09.2013 Views

Samenvatting River Seismic Project. - Staatsolie

Samenvatting River Seismic Project. - Staatsolie

Samenvatting River Seismic Project. - Staatsolie

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

GELIMITEERDE MILIEU EN SOCIALE EFFECTEN ANALYSE VAN<br />

HET RIVIER SEISMISCHE PROJECT IN SURINAME<br />

NEDERLANDSE SAMENVATTING<br />

samengesteld voor<br />

<strong>Staatsolie</strong> Maatschappij Suriname N.V.<br />

door<br />

Noordam Environmental Consultancy<br />

1<br />

8 mei 2012


Staatolie Maatschappij Suriname N.V.<br />

Noordam Environmental Consultancy Nederlandse samenvatting PESIA <strong>River</strong> <strong>Seismic</strong> project<br />

Inleiding en achtergrond<br />

In april 2010 kreeg Noordam Environmental Consultancy (NEC) de opdracht van <strong>Staatsolie</strong><br />

Maatschappij Suriname N.V. (<strong>Staatsolie</strong>), om een Gelimiteerde Milieu en Sociale Effecten<br />

Analyse (in het vervolg zal de Engelse afkorting PESIA worden gebruikt) uit te voeren in<br />

verband met voorgenomen 2D-seismisch onderzoek. Het onderzoeksgebied van dit zogeheten<br />

Rivier seismisch project beslaat een strook langs de kust van de districten Nickerie tot en met<br />

Commewijne, en verder een deel van de rivieren Corantijn, Coppename, Saramacca,<br />

Suriname en Commewijne (Figuur 1). Het deel langs de kust is gelegen binnen een aantal<br />

bijzonder beheersgebieden (MUMA), en daarnaast loopt een van de seismische lijnen nabij<br />

het Coppename-monding Natuur Reservaat (CMNR).<br />

Figuur 1: De geplande seismische lijnen<br />

In het verleden zijn er al seismische onderzoekingen uitgevoerd in Suriname, zowel voor de<br />

kust als op land. Er is echter geen verbinding tussen de gegevens op land met die van de zee.<br />

Het huidige project beoogt om deze koppeling te maken, waarbij er seismische data worden<br />

verzameld om het mogelijk te maken om de aard van de geologische structuren ter plaatse<br />

vast te stellen, om het verloop van gesteentelagen in beeld te kunnen brengen, en om<br />

zodoende olieprospecties te kunnen opsporen.<br />

Deze PESIA is opgesteld om te voldoen aan de richtlijnen van het Nationaal Instituut voor<br />

Milieu en Ontwikkeling in Suriname (NIMOS). Het doel ervan is om potentiële<br />

milieueffecten te identificeren die samenhangen met de uitvoering van het project. Daarnaast<br />

presenteert de PESIA maatregelen welke de milieueffecten zullen voorkomen dan wel<br />

verminderen of, in geval van positieve effecten, maatregelen welke deze positieve effecten<br />

verder versterken. Met de uitvoering en het goedkeuren van het PESIA-rapport wordt er zorg<br />

voor gedragen dat <strong>Staatsolie</strong> zal voldoen aan haar milieuverplichtingen. Daarnaast garandeert<br />

de aanwezigheid van andere relevante richtlijnen en regelgeving in het rapport ervoor dat het<br />

project zal worden uitgevoerd op een milieuvriendelijke manier waarmee voldaan wordt aan<br />

normen welke zowel nationaal als internationaal aanvaard zijn. Relevante nationale en<br />

internationale wetgeving betreffende het project is samengevat in hoofdstuk 2 van de PESIA.<br />

1


Staatolie Maatschappij Suriname N.V.<br />

Noordam Environmental Consultancy Nederlandse samenvatting PESIA <strong>River</strong> <strong>Seismic</strong> project<br />

Het onderzoek aangaande het milieu en de sociale aspecten is uitgevoerd door NEC met<br />

medewerking van een lokaal team van deskundigen.<br />

Beschrijving van het project<br />

Een volledige beschrijving van het voorgestelde project wordt gepresenteerd in hoofdstuk 3<br />

van de PESIA.<br />

Naar verwachting zal er aan het einde van het tweede kwartaal van 2012 een aanvang worden<br />

gemaakt met het geplande seismisch onderzoek; het project zal worden voltooid in het derde<br />

kwartaal van 2012. Verwerking van gegevens zal duren tot het vierde kwartaal van 2012,<br />

maar tijdens deze fase is er geen veldonderzoek meer nodig.<br />

Deel I 1 van het seismisch onderzoek omvat het schieten van 62 seismische lijnen met een<br />

totale lengte van 1252 km.<br />

Bij het seismisch onderzoek op zee en in de rivieren wordt een 'airgun' combinatie met een<br />

totaal volume van 20-40 in 3 gebruikt. Door onder het wateroppervlak samengeperste lucht als<br />

het ware te laten ontploffen, wekt men schokgolven op. De door de gesteentelagen in de<br />

ondergrond teruggekaatste trillingen worden aan het wateroppervlak met uiterst gevoelige<br />

hydrofoons geregistreerd. Deze hydrofoons zijn bevestigd binnenin een lange plastic slang<br />

(de 'streamer') met een diameter van 5 cm, welke achter een schip wordt voortgesleept op een<br />

diepte tussen 50 en 75 cm onder het wateroppervlak. De lengte van deze 'streamer' zal 400 tot<br />

750 meter zijn, afhankelijk van de beschikbare werkruimte. De resultaten van de metingen<br />

worden aan boord vastgelegd, waarna de gegevens met computers tot een seismogram<br />

worden verwerkt. Door de verkregen informatie te interpreteren vormen geologen zich een<br />

beeld van de diepte, dikte en vorm van de gesteentelagen en van hun verloop.<br />

Het seismisch onderzoek wordt vooraf gegaan door een verkenningsmissie, waarbij de<br />

veldomstandigheden in het gebied worden vastgesteld middels het verzamelen van informatie<br />

over de waterdiepte, de golven, stromingen en getijden, en de aanwezigheid en locatie van<br />

mogelijke obstakels. Ook zal worden nagegaan welke andere actoren er zich in het<br />

onderzoeksgebied kunnen bevinden. Op grond van de verkregen informatie zullen de<br />

definitieve lijntrajecten worden vast gesteld, ook rekening houdende met de in de PESIA<br />

voorgestelde mitigatie-maatregelen.<br />

Het seismisch onderzoek omvat vier fasen welke hieronder worden beschreven:<br />

Fase 1: Dit is de fase van voorbereiding en mobilisatie van het 2D-seismisch programma. De<br />

vaartuigen worden naar Suriname gebracht, waar ze worden klaargemaakt voor het werk.<br />

Hiervoor zullen er havenfaciliteiten worden gehuurd in of nabij Paramaribo. Voor de<br />

uitvoering van het seismisch onderzoek in verder afgelegen projectgebieden zullen er<br />

daarnaast ook kleinere aanmeerplaatsen worden gehuurd in de buurt van Boskamp, in<br />

1 Deel II omvat een mogelijke uitbreiding van het project naar oost Suriname. Hiervoor zal een aparte PESIA<br />

worden uitgevoerd.<br />

2


Staatolie Maatschappij Suriname N.V.<br />

Noordam Environmental Consultancy Nederlandse samenvatting PESIA <strong>River</strong> <strong>Seismic</strong> project<br />

Coronie en in Nieuw Nickerie. De installatie in Paramaribo en de verplaatsingen naar de<br />

andere aanmeerplaatsen zal in totaal 16 dagen in beslag nemen.<br />

De vloot omvat twee typen seismische vaartuigen en enkele kleinere boten. Voor het werken<br />

in water dieper dan 2 meter zal de "Sea Dragon" worden gebruikt, een vaartuig van 14 bij 4.5<br />

meter met een diepgang van 1.40 m (Figuur 2).<br />

Figuur 2: De "Sea Dragon"<br />

Voor het werken in ondieper water wordt de "ABB Resolution" gebruikt, welk vaartuig kan<br />

werken in een waterdiepte van minimaal 1 meter. Het bestaat uit vier losse secties, welke aan<br />

elkaar worden gemonteerd zodat ze een platbodem van ~10 bij 25 meter vormen; de diepgang<br />

is 30 cm. Het geheel wordt aangedreven door middel van twee boten met elk twee<br />

buitenboordmotoren, één boot aan iedere zijde (Figuur 3). Beide seismische vaartuigen zijn<br />

uitgerust met een compressor en een generator.<br />

Figuur 3: De "ABB Resolution"<br />

3


Staatolie Maatschappij Suriname N.V.<br />

Noordam Environmental Consultancy Nederlandse samenvatting PESIA <strong>River</strong> <strong>Seismic</strong> project<br />

Fase 2: Deze fase begint met het testen van de 'airgun' combinatie ('airgun array') en de<br />

ontvangstapparatuur. Dit zal geschieden op de Surinamerivier bij Paramaribo. Vervolgens<br />

wordt het 2D seismisch onderzoek uitgevoerd. De uitvoering zal in totaal ongeveer 4<br />

maanden duren vanaf het moment van aankomst in Paramaribo. Het seismisch onderzoek zal<br />

alleen overdag worden uitgevoerd. Het seismisch vaartuig zal varen met een snelheid van ~<br />

5.5 km per uur en per dag zal er, afhankelijk van de omstandigheden, 18-30 km seismische<br />

lijn worden opgenomen. Er zal overwegend worden gewerkt met een 'air gun' opstelling van<br />

2 guns van 10 in 3 (totaal 20 in 3 ), maar zonodig zal gebruik worden gemaakt van een<br />

combinatie van 2 'air guns' van 20 in 3 (totaal 40 in 3 ). De 'air guns' worden bevestigd op een<br />

diepte van ten hoogste 75 cm onder het wateroppervlak en de werkdruk zal 2000 psi 2<br />

bedragen. Direct voorafgaand aan het seismisch opnames zullen de waterdieptes van de<br />

seismische lijn worden gemeten door een van de kleine vaartuigen. Daarnaast zal er ook nog<br />

een kleinere boot in de buurt zijn voor algemene assistentie en voor noodgevallen.<br />

Beide seismische vaartuigen zijn voorzien van een toilet. Het toilet op de Sea Dragon is<br />

voorzien van een 'Electra-Scan' systeem dat er voor zorgt dat alle afval wordt verfijnd en<br />

verbrand, waarna er alleen as overblijft. Dit toilet hoeft niet geleegd te worden tijdens het<br />

onderzoek. Het toilet op de ABB Resolution moet dagelijks worden geleegd aan het einde<br />

van de dag. Er wordt geen sanitair afval in het water gedumpt.<br />

Vast afval wordt verzameld in een plastic zak, en aan het einde van de dag in een<br />

afvalcontainer op of nabij de aanmeerplaats achtergelaten voor ophaal door de<br />

vuilnisophaaldienst.<br />

Fase 3: Deze fase omvat de demobilisatie van vaartuigen en apparatuur vanuit Paramaribo.<br />

Deze fase zal 1 tot 3 dagen in beslag nemen.<br />

Fase 4: Tijdens deze fase worden de verzamelde gegevens geëvalueerd. Dat is een<br />

kantoorstudie, welke niet binnen de werkingssfeer van deze PESIA valt.<br />

Het seismisch onderzoek zal worden uitgevoerd door Walker Marine Geophysical Co, een<br />

Amerikaans bedrijf dat gespecialiseerd is in werken in ondiep water. Het bedrijf zal 12<br />

deskundigen inzetten voor de uitvoering van het werk. Deze werknemers zullen worden<br />

ondergebracht in een hotel of appartement in Paramaribo, Nieuwe Nickerie en mogelijk ook<br />

in Boskamp.<br />

Daarnaast zal het bedrijf gebruik maken van de diensten van:<br />

locale chauffeurs<br />

de Maritieme Autoriteit (MAS)<br />

beveiliging door politie of de marine, waar nodig<br />

Ook zal er op de vaartuigen ruimte geboden worden aan een <strong>Staatsolie</strong> vertegenwoordiger en<br />

aan waarnemers.<br />

2 psi= pounds per square inch; 2000 psi komt overeen met 136 atm. druk<br />

4


Staatolie Maatschappij Suriname N.V.<br />

Noordam Environmental Consultancy Nederlandse samenvatting PESIA <strong>River</strong> <strong>Seismic</strong> project<br />

Beschrijving van het milieu<br />

De omvang en aard van de studies om het milieu te beschrijven zijn vastgelegd in het<br />

programma van eisen dat is goedgekeurd door NIMOS. Het studiegebied voor de<br />

baselinestudie omvat de riviergedeelten waar seismische lijnen zullen worden opgenomen en<br />

hun oevers. Daarnaast het zeegebied met seismische lijnen, tot 1 km ten noorden van de<br />

meest noordelijke lijn en het gebied tussen de seismische lijn en de oever (Figuur 5-1). Naast<br />

de beschrijving van de fysische en biologische aspecten van de wateren van de betreffende<br />

rivieren en het zeegebied, omvat de studie ook het land dat direct hieraan grenst. Dit deel van<br />

de studie is uitgevoerd op basis van een breed scala aan gegevens uit bestaande rapporten en<br />

andere bronnen. De sociale studie zich heeft gericht op alle watergebruikers, met name de<br />

scheepvaart, vissers, veermensen en touroperators, en deze is mede uitgevoerd door middel<br />

van een enquête van vissers en interviews met relevante overheidsinstanties, particuliere<br />

ondernemingen, individuele stakeholders en NGO's.<br />

De gedetailleerde baselinebeschrijving wordt gepresenteerd in hoofdstuk 5 van de PESIA.<br />

In april 2011 en in februari 2012 zijn er bijeenkomsten geweest met vertegenwoordigers van<br />

potentieel belanghebbende of belangstellende partijen.<br />

Het fysische milieu<br />

Het klimaat wordt gekenmerkt door vier seizoenen met variabele hoeveelheden neerslag. In<br />

het kader van dit project, wordt alleen de windsnelheid en -richting van belang geacht, omdat<br />

bovengronds geluid en luchtverontreiniging kan worden 'overgedragen' door de heersende<br />

wind. De windsnelheid boven zee is groter dan die boven land, maar er zijn slechts weinig<br />

metingen uitgevoerd. Op het station Lichtschip zijn in de periode 1961-67 gedurende het hele<br />

jaar gemiddelde windsnelheden van tussen de 2,5 tot 4,1 m/s waargenomen. Recente<br />

metingen langs de kust wijzen uit dat de windsterkte gedurende een groot deel van de dag<br />

boven deze waarden ligt, met waarden die variëren tussen 3,5 en 8,5 m/s. De dominante<br />

windrichtingen wisselen tussen noordoost en oostnoordoost, met andere woorden<br />

voornamelijk landwaarts gericht, waardoor geluid naar de kust kan worden overgedragen.<br />

Boven land ligt de gemiddelde windsterkte overdag rond de 2 m/s met uitschieters naar 5-8<br />

m/s en heel soms hoger. Gedurende de nacht is het vaak windstil.<br />

In de kustwateren van Suriname worden drie zones onderscheiden op basis van waterdiepte,<br />

gesuspendeerd materiaal, helderheid van het water, en de aanwezigheid van plankton biota.<br />

De grenzen zijn duidelijk zichtbaar vanuit de lucht, maar de werkelijke ligging van de zones<br />

verschilt van plaats tot plaats en ook in de tijd. Variaties in het slibaanbod, golven en<br />

stroming, windrichting en -snelheid en zoetwateraanvoer hebben allemaal invloed op de<br />

grenzen van de drie zones.<br />

Het projectgebied langs de kust valt binnen de binnenzone of bruinwaterzone, welke slib<br />

bevat afkomstig van de Amazonerivier. De lichtinval is minder dan 0,1 m. De zone is gelegen<br />

tussen de 30 m dieptelijn en de kustlijn.<br />

5


Staatolie Maatschappij Suriname N.V.<br />

Noordam Environmental Consultancy Nederlandse samenvatting PESIA <strong>River</strong> <strong>Seismic</strong> project<br />

De kust van Suriname is geclassificeerd als een modderkust vanwege de immense<br />

hoeveelheden kleihoudende modder (peliet) welke voorkomen langs wat 's werelds langste<br />

ononderbroken modderkust is. De bron van de peliet, met inbegrip van fijn zand, ligt in het<br />

Amazonegebied. Er wordt geschat dat er voor de Surinaamse kust jaarlijks ongeveer 150 x10 6<br />

ton materiaal langstrekt in de vorm van gesuspendeerde deeltjes, terwijl daarnaast ook nog<br />

eens 100 x 10 6 ton passeert in de vorm van modderbanken. Het is een dynamische kust met<br />

een afwisseling van aanwas en erosie welke gekoppeld is aan de beweging van een aantal<br />

modderbanken welke continu naar het westen migreren, gedreven door stromingen en golven.<br />

De modderbanken worden onderling gescheiden door dieper water (troggen) zodat de kust<br />

afwisselend wordt blootgesteld aan erosie - tijdens aanwezigheid van troggen - en<br />

bescherming (aanwas)- wanneer er een modderbank aanwezig is. De gemiddelde<br />

modderbank-trog lengte is 45 km en het duurt ongeveer 30 jaar voor een dergelijk systeem<br />

om langs te trekken op een bepaald punt van de kust, zodat modderbanken bewegen met een<br />

gemiddelde snelheid van 1,5 km/jaar.<br />

Op zee is het gemiddelde getijdenverschil 1,8 meter met een verschil van 2,8 meter bij<br />

springtij en van 1,0 meter bij doodtij.<br />

De belangrijkste stroming wordt gevormd door de Guyana Golfstroom (GG), die van oost<br />

naar west langs de kustlijn stroomt. De Guyana Golfstroom is de voortzetting van de<br />

Zuidatlantische Golfstroom, en ze wordt voortgedreven door de passaatwinden. In oost<br />

Suriname varieert de snelheid van de GC van 1,1 m/s gedurende het ruwe seizoen (april-mei),<br />

tot 0,75 m/s tijdens het kalme seizoen (september-oktober). De snelheid neemt naar het<br />

westen af (respectievelijk 0,5 en 0,3 m/s in west Suriname).<br />

De waterkwaliteit langs de kust wordt voor een belangrijk deel bepaald door de afvoer van de<br />

Amazone en het gedrag van de Noord Brazilië Golfstroom (NBC), welke variaties vertonen<br />

over de seizoenen. De afvoer van lokale rivieren speelt een veel minder grote rol. De invloed<br />

van het water van de Amazonerivier is het grootst in de periode januari-juni met als gevolg<br />

dat water met een relatief laag zoutgehalte, een relatief hoge voedselrijkdom en een hoog<br />

slibgehalte langs de kust van Suriname stroomt. In de rest van het jaar is de invloed (veel)<br />

geringer, omdat het Amazonewater dan wordt afgebogen naar de noordelijke Atlantische<br />

Oceaan.<br />

De rivieren van het projectgebied hebben in vergelijking met de Amazonerivier een zeer<br />

geringe afvoer. De jaarlijkse afvoer van de grootste Surinaamse rivier, de Corantijn, bedraagt<br />

gemiddeld 1.740 kubieke meter per seconde, wat slechts 1% is van die van de Amazone.<br />

Alle rivieren stromen naar het noorden, maar de kleinere rivieren, zoals de Nickerie,<br />

Saramacca en Commewijne, zijn door de sterke aanvoer van sediment naar het westen<br />

afgebogen waardoor ze niet uitmonden in zee uit, maar in de estuariummonding van grotere<br />

rivieren. Alle rivieren hebben hun hoogste afvoer in de periode mei tot juli en hun laagste<br />

afvoer in de periode oktober tot december (januari). Het afvoerbeeld van de beneden<br />

Surinamerivier wijkt af van die van de andere rivieren, omdat de afvoer gereguleerd is bij<br />

Afobaka, waar er een stuwdam is gebouwd. De afvoer van deze rivier is bij benadering<br />

gedurende het gehele jaar even groot (300-340 kubieke meter per seconde).<br />

6


Staatolie Maatschappij Suriname N.V.<br />

Noordam Environmental Consultancy Nederlandse samenvatting PESIA <strong>River</strong> <strong>Seismic</strong> project<br />

Binnen het projectgebied hebben alle rivieren getijdeninvloed. Twee maal per dag dringt het<br />

vloedwater de rivieren binnen, waarbij de stroomsnelheid in de monding een<br />

maximumwaarde van 1,8 meter/seconde kan bereiken. De hoeveelheid water die gemiddeld<br />

per getijdencyclus de rivier in en uit gaat bedraagt 300 miljoen kubieke meter voor de<br />

Corantijn en 40 miljoen kubieke meter voor de Commewijne, terwijl de overige<br />

projectrivieren daartussen liggen.<br />

De meeste rivieren zijn tamelijk ondiep in de monding met dieptes tussen 3,0 and 6,6 meter.<br />

Stroomopwaarts worden de rivieren echter dieper, waarbij ze dieptes tussen 17 en meer dan<br />

30 meter bereiken. De getijdenwerking heeft brede, trechtervormige mondingen uitgeschuurd<br />

met een breedte van 8 kilometer voor de Corantijn en 3 kilometer voor de Surinamerivier. De<br />

kleinere rivieren, inclusief de Coppename worden stroomopwaarts snel smaller, met voor de<br />

Saramacca een breedte van slecht 140 meter op het meest stroomopwaartse punt van het<br />

project. Voor de andere kleine rivieren is de breedte op dat punt 300 meter (Commewijne) en<br />

ongeveer 900 meter (Coppename en Suriname).<br />

In de estuariummondingen van de rivieren wordt de waterkwaliteit grotendeels bepaald door<br />

de getijden, waarmee zout water en slib de rivieren binnenkomt. De invloed is variabel,<br />

afhankelijk van getijdenkarakteristieken en de rivierafvoer. Op grond hiervan zijn twee<br />

rivierzones onderscheiden binnen het projectgebied:<br />

1. de estuariummonding met overwegend zout tot licht brak, en troebel water<br />

2. de benedenrivieren met meestal zoet water<br />

De grens tussen deze twee riviergedeelten is enigszins arbitrair vast gesteld aan de hand van<br />

de rivieroeverbegroeiing (zie later).<br />

Op grond van beschikbare literatuurgegevens wordt geconcludeerd dat het water van de<br />

Surinamerivier enigszins verontreinigd is door lozing van verontreinigd water van<br />

huishoudens en bedrijven in en rond Paramaribo. De beschikbare cijfers duiden echter op een<br />

relatief geringe verontreiniging, wat wordt toegeschreven aan de sterke doorspoeling van de<br />

rivier als gevolg van de eb- en vloedbeweging.<br />

De overige rivieren van het projectgebied zijn vrijwel schoon omdat de lozingen van<br />

verontreinigd afvalwater, zowel qua volume als qua mate van verontreiniging, in de regel<br />

gering zijn; het aantal bewoners in de vanggebieden is laag en hun potentieel<br />

verontreinigende activiteiten zijn beperkt.<br />

Het projectgebied is gelegen in de Jonge Kustvlakte en in het kustnabije deel van het<br />

Continentaal Plat. De Jonge Kustvlakte bestaat uit uitgebreide, vlakke en laaggelegen<br />

formaties van zware mariene klei welke meestal bedekt is met een laag veen (plaatselijk<br />

bekend als "pegasse"). In het getijdengebied met jonge mangrovebossen wordt geen pegasse<br />

aangetroffen. De kleiplaten hebben een zeer lage ligging (1 ± 0.5 m boven gemiddeld<br />

zeeniveau). Als gevolg van overtollige neerslag en zeer trage afvoer van water staan de<br />

zwampen gedurende de regentijd onder water, en vaak ook gedurende een groot deel van de<br />

droge tijd. Bij hoge zwampwaterstanden stroomt het water vanuit de noordelijke zwampen<br />

naar de zee.<br />

7


Staatolie Maatschappij Suriname N.V.<br />

Noordam Environmental Consultancy Nederlandse samenvatting PESIA <strong>River</strong> <strong>Seismic</strong> project<br />

De kleiplaten worden plaatselijk afgewisseld door ongeveer oost-west lopende ritsen<br />

(voormalige stranden). De ritsen vormen langwerpige, meestal smalle lichamen bestaande uit<br />

zand, maar plaatselijk worden ook mengsels van zand met schelpen (en soms ook pure<br />

schelpen) aangetroffen als ritsmateriaal. In het projectgebied vindt men ten oosten van de<br />

monding van de Surinamerivier plaatselijk een aantal stranden langs de oceaan, bestaande uit<br />

zand en lokaal ook schelpgruis. De stranden zijn belangrijk als legstranden voor<br />

zeeschildpadden.<br />

Het biologische milieu<br />

Binnen het projectgebied zijn een aantal leefgebieden onderscheiden:<br />

1. de bruinwaterzone van het continentaal plat, inclusief modderbanken en stranden<br />

2. de estuariummondingen van de rivieren met sterke getijdenwerking, zout tot brak<br />

water en een hoog slibgehalte<br />

3. de estuariene zwampzone langs de kust met mangrovebossen, pannen en lage zout- en<br />

brakwatervegetatie<br />

4. de benedenrivieren met voornamelijk zoet water.<br />

5. rivieroevers<br />

De eigenschappen van de aquatische leefgebieden zijn hierboven beschreven.<br />

Het studiegebied met terrestrische ecosystemen beslaat een 2 km brede strook langs de kust.<br />

Gevoelige ecosystemen die werden geïdentificeerd langs de kust zijn modderbanken,<br />

mangroves, lagunes (lokale naam: pannen) en zandstranden.<br />

Modderbanken beslaan een strook (200 - 1000 m breed) langs delen van kust waar ze<br />

voorkomen. De modderbanken worden gevormd door zachte, grijze en zoute modder en ze<br />

zijn alleen zichtbaar bij laag tij.<br />

De mangrovebossen langs de kust worden gedomineerd door jonge tot volwassen Parwa<br />

(Avicennia germinans), en ze vormen een zone van 1 - 6 km breed. Langs enkele delen van<br />

de Surinaamse modderkust ontbreken de mangroven en hier wordt een lage begroeiing van<br />

zouttolerante planten aangetroffen. De stranden zijn onbegroeid of hebben een lage, open<br />

kruidenbegroeiing.<br />

Het mangrove-ecosysteem en de aangrenzende modderbanken vormen een belangrijke<br />

'kraamkamer' voor vroege stadia van zeevis en macro-invertebraten (bijv. garnalen) en het<br />

gebied is dus van belang voor een duurzame zeevisserij. Sommigen soorten verblijven<br />

permanent in deze leefgebieden, terwijl andere vissoorten en schaaldieren tijdelijk in de<br />

mangroves verblijven om te voeden, om zich te beschermen tegen vijanden, of om er een deel<br />

van hun levenscyclus door te brengen.<br />

In combinatie met de modderbanken bieden de mangroves voorwaarden om een deel van de<br />

ontwikkelingscyclus van garnalen, postlarven en jonge vis, en de volwassen stadia van<br />

krabben, zeker te stellen.<br />

De begroeiing langs de estuaria bestaat voornamelijk uit Mangro (Rhizophora mangle).<br />

Verder stroomopwaarts treft men een gemengd droogland- of drasbos, met aan de rivierzijde<br />

vaak een lage semi-aquatische begroeiing.<br />

8


Staatolie Maatschappij Suriname N.V.<br />

Noordam Environmental Consultancy Nederlandse samenvatting PESIA <strong>River</strong> <strong>Seismic</strong> project<br />

De visfauna van het continentaal plat voor de Surinaamse kust omvat 16 soorten haaien, 14<br />

soorten roggen en 347 soorten beenvissen. Enkele van deze vissen trekken ook naar<br />

zoetwatergebieden om kuit te schieten (bijvoorbeeld sommige ansjovissoorten) of voor<br />

voedsel (bijvoorbeeld trapoen).<br />

Een volledige lijst van mariene vissoorten is opgenomen in het afzonderlijke<br />

specialistenrapport van Mol (2011). Slechts op een klein deel van de zeevis wordt gevist en er<br />

is maar een relatief klein aantal commerciële mariene soorten.<br />

Het merendeel van de haaien en roggen die naar verwachting aanwezig zijn in de Surinaamse<br />

kustwateren zijn genoteerd op de Rode Lijst van IUCN. Daarnaast staan er bijna 20<br />

beenvissen op deze lijst, waarbij voor de Granmorgoe wordt aangegeven dat deze soort<br />

kritisch bedreigd is. Volgens lokale deskundigen komt deze vissoort in Suriname echter nog<br />

in gezonde populaties voor (Mol; Debidien). Een overzicht van bedreigde vissen,<br />

schildpadden en zoogdieren uit de mariene en estuariene zone van Suriname is opgenomen<br />

als bijlage A-2 van de PESIA.<br />

Naast vis, zijn de estuaria en de bruinwaterzone langs de kust ook rijk aan garnalen en<br />

krabben.<br />

Suriname heeft 377 zoetwatervissoorten met een hoog percentage (ruim 21%) endemische<br />

soorten, maar het overgrote deel van deze endemische soorten worden stroomopwaarts van<br />

de eerste stroomversnellingen aangetroffen. Volgens Mol (persoonlijke mededeling) komt<br />

geen van de vissoorten in de benedenrivieren voor op de Rode Lijst van IUCN.<br />

In bijlage A-3 van de PESIA wordt een overzicht gegeven van alle commercieel belangrijke<br />

vissen, garnalen, krabben en inktvissen van Suriname.<br />

Op basis van bestaande informatie kan worden geconcludeerd dat er in de oceaan voor de<br />

kust van Suriname tenminste 25 soorten walvissen en dolfijnen voorkomen. Maar de Profosu<br />

(Guyana rivierdolfijn, kustdolfijn, Sotalia guianensis) is waarschijnlijk de enige soort die<br />

continu (permanent) aanwezig is in het gebied. Echter is deze soort blijkbaar grotendeels<br />

beperkt tot de riviermondingen, waar de soort zijn voedsel vindt en waar ze jongeren ter<br />

wereld brengt. De Profosu wordt het meest frequent gezien in het estuarium van de<br />

Suriname/Commewijne. Het is ook de soort met de meest beperkte verspreiding van alle<br />

walvisachtigen (Cetacea) van Suriname, waardoor het belang van bescherming groot is.<br />

Andere zoogdieren welke kunnen voorkomen in de wateren van het projectgebied zijn de<br />

Manatee (Zeekoe), de Reuzenotter en de Zwampotter (Watradagu). De Zeekoe komt voor in<br />

de zoetwater laaglandrivieren en soms in de estuaria, maar niet langs de oceaankust. De<br />

Zeekoe kan dus worden aangetroffen in de riviergedeelten van het projectgebied. Op de Rode<br />

Lijst van IUCN is de Manatee geclassificeerd als kwetsbaar.<br />

Het is zeer onwaarschijnlijk dat de otters zullen worden aangetroffen in het projectgebied,<br />

omdat de Reuzenotter zich meestal in de stroomopwaartse delen van de laaglandrivieren<br />

bevind, terwijl de Zwampotter voorkomt in kreken en niet in de rivieren.<br />

De vijf soorten zeeschildpadden, waarvan bekend is dat ze eieren leggen langs de kust van<br />

9


Staatolie Maatschappij Suriname N.V.<br />

Noordam Environmental Consultancy Nederlandse samenvatting PESIA <strong>River</strong> <strong>Seismic</strong> project<br />

Suriname, zijn internationaal en lokaal beschermde soorten. Ze worden van februari tot<br />

augustus aangetroffen in de kustwateren van Suriname. De legstranden zijn gelegen in Oost-<br />

Suriname, met als meest westelijke locatie Braamspunt in de monding van de Surinamerivier.<br />

De legactiviteiten zouden door het seismisch onderzoek kunnen worden beïnvloed.<br />

De estuariene zone van Suriname wordt gekenmerkt door een grote rijkdom aan vogels,<br />

zowel voor wat betreft aantal soorten als totale aantallen. Deze zone van Suriname vormt het<br />

leefgebied voor 187 soorten. De droogvallende modderbanken bieden een voedselgebied<br />

voor meer dan één miljoen vogels, waaronder Noord-Amerikaanse kustvogels, en lokale<br />

reigers en rode ibissen. In de jonge Parwa treft men de broedkolonies aan van reigers en de<br />

rode ibis. Verder wordt de jonge Parwa gebruikt als rustplaats tijdens hoogwater en voor de<br />

nachtelijke rust.<br />

Binnen de kuststrook van de monding van de Orinoco tot de monding van de Amazone, biedt<br />

de Surinaamse kust de belangrijkste voedselplaatsen en broedplaatsen voor lokale kustvogels,<br />

en de belangrijkste voedselplaatsen voor Noord-Amerikaanse trekvogels. De Surinaamse<br />

estuariene zone is daarom van internationaal belang voor 118 kustvogels.<br />

In de leefgebieden langs de oceaan en de rivieren treft men ook een aantal terrestrische<br />

zoogdieren. Voor de estuariene zone kunnen genoemd worden: 7 soorten buideldieren, 13<br />

soorten vleermuizen, vier apensoorten, 4 soorten tandelozen (Edentates, zoals miereneters,<br />

luiaards, gordeldieren), 8 soorten roofdieren (inclusief de Jaguar), 4 soorten hoefdieren<br />

(herten) en 12 soorten knaagdieren. Langs de rivieren zal de diversiteit nog iets groter zijn,<br />

met name in de onverstoorde delen. Deze dieren en hun leefgebieden zijn niet in detail<br />

beschreven, omdat het niet verwachtbaar is ze enig effect zullen ondervinden van het project.<br />

De sociaal-economische omgeving<br />

Het grootste deel van het project wordt uitgevoerd langs onbewoonde gebieden. Langs de<br />

oceaankust treft men alleen in de omgeving van Totness enige bewoning, maar deze is op<br />

enige afstand van de kustlijn. Aaneengesloten woon- en/of werkgebieden direct langs de<br />

rivier treft men voornamelijk langs de Surinamerivier, een klein deel van de<br />

Commewijnerivier, en langs de Guyanese oever van de Corantijnrivier. Nederzettingen treft<br />

men langs de Coppenamerivier met het vissersdorp Boskamp en de inheemse plaatsen<br />

Batavia en Kalebaskreek. Voor het overige zijn de rivieroevers grotendeels onbewoond, met<br />

slechts plaatselijk menselijke aanwezigheid, dan wel aanwezigheid op enige afstand van de<br />

rivier. In de bossen op de rivieroevers wordt vaak gejaagd, waarbij de jagers gebruik maken<br />

van boottransport.<br />

De wateren van het projectgebied worden bevist.<br />

In de diepere (vanaf 18.3 meter diep) delen van het zeegebied vindt industriële visserij plaats,<br />

waarbij gevist wordt met trawlnetten en met lijnen.<br />

Maar het projectgebied is vooral het domein van de bevolkingsvisserij. Langs de kust<br />

kunnen de SK (Surinaamse Kustvaart) en SKB (SK Bangamary) vissers met een vergunning<br />

vissen in waterdiepten tussen de 0 - 16.6 m. Typische vismethoden die worden gebruikt door<br />

10


Staatolie Maatschappij Suriname N.V.<br />

Noordam Environmental Consultancy Nederlandse samenvatting PESIA <strong>River</strong> <strong>Seismic</strong> project<br />

deze vissers zijn onder andere: lijnvisserij en drijfnet- en banknetvisserij. Typische<br />

vissersvaartuigen die worden gebruikt zijn: zijtrawlers, open en gesloten type Guyana boten<br />

en korjalen. Er zal mogelijk gedurende het gehele jaar visserijactiviteit zijn, omdat er geen<br />

beperkende maatregelen gelden. Vanwege het vrijwel ontbreken van controle en<br />

rechtshandhaving op zee, zouden er ook vissers zonder vergunning kunnen worden<br />

aangetroffen, evenals vissers met vergunning die vissen buiten de zone van hun vergunning.<br />

In de rivierestuaria en de benedenrivieren wordt gevist met een vergunning voor de<br />

Binnenvaartvisserij (BV). De binnenvaartvissers gebruiken verschillende technieken, zoals<br />

fuiknetten, jagi-jagi, drijfnetten, cirkelnetten. De eerste twee technieken worden toegepast in<br />

de riviermonding, waarbij gebruik wordt gemaakt van vaste visstellingen. Visstellingen zijn<br />

aangetroffen in de monding van de Suriname/Commewijnerivier, de Coppenamerivier en de<br />

Corantijnrivier. Bij rustig water begeven de BV vissers zich ook wel in de ondiepe<br />

kustwateren.<br />

In alle rivieren kan men daarnaast ook sportvissers aantreffen, die vissen met een hengel of<br />

een sleepnet. Deze vissers hebben een sportvisserij vergunning nodig.<br />

Inheemse vissers hebben geen visvergunning nodig, omdat vissen beschouwd wordt als een<br />

manier om in hun traditionele levensonderhoud te voorzien.<br />

Naast de visserij zijn de wateren van het projectgebied belangrijk voor allerlei andere vormen<br />

van scheepvaart.<br />

Zeeschepen maken gebruik van de havens van Paramaribo, Paranam en Nieuw Nickerie,<br />

waarbij de eerstgenoemde haven verreweg het meeste scheepvaartverkeer verwerkt. De<br />

Surinamerivier is dan ook de drukst bevaren rivier in Suriname. De bestemmingen van het<br />

zeevaartverkeer zijn Europa, Guyana en Trinidad/USA. Ten noorden van Suriname loopt de<br />

scheepvaartroute tussen Brazilië en Trinidad.<br />

De binnenvaart omvat allerlei soorten vaartuigen. De beroepsvaart maakt gebruik van<br />

vrachtschepen voor het transport van bauxiet (Moengo-Paranam), grondstoffen voor de<br />

bouwsector (zand, grind, hout) en aardolieproducten. Ook voor deze schepen is de<br />

Surinamerivier de drukst bevaren waterweg, maar binnenvaartvrachtverkeer komt op alle<br />

rivieren voor.<br />

Pleziervaartuigen, inclusief tourboten, kunnen eveneens op alle rivieren worden aangetroffen,<br />

maar opnieuw is de Surinamerivier de drukst bevaren waterweg. Vaste bestemmingen van<br />

toerboten zijn de dolfijngebieden in de monding van de Suriname(- en Commewijne)rivier en<br />

de plantages langs de Commewijnerivier en Jodensavanne aan de midden Surinamerivier.<br />

Op alle rivieren zijn er reguliere veerdiensten en charters naar afgelegen gemeenschappen<br />

voor het transport van personen en vracht. Over het algemeen worden korjalen gebruikt, maar<br />

voor de veerverbinding naar Guyana wordt gebruik gemaakt van een autoveer. Ook de<br />

rivierboten zijn motorschepen. Dagelijks zijn er verder schooltransporten voor het vervoer<br />

van scholieren en leerkrachten.<br />

De onbewoonde delen langs de kust worden alleen zo nu en dan bezocht door ecotoeristen,<br />

jagers en vissers (inclusief stropers). Deze groepen maken in de regel gebruik van<br />

boottransport. Door toeristen bezochte locaties langs de kust zijn de schildpadstranden en<br />

vogelgebieden van Commewijne, en de vogelgebieden van Saramacca (Coppename-monding<br />

Natuurreservaat.<br />

11


Staatolie Maatschappij Suriname N.V.<br />

Noordam Environmental Consultancy Nederlandse samenvatting PESIA <strong>River</strong> <strong>Seismic</strong> project<br />

Evaluatie van de effecten op het biofysische en sociale milieu<br />

Potentiële milieueffecten zijn ingedeeld in termen van significantie en beoordeeld als:<br />

verwaarloosbaar effect, klein, matig en hoog. De effecten met matige tot hoge (significante)<br />

beoordeling zijn opgelost door middel van beheersmaatregelen.<br />

12


Staatolie Maatschappij Suriname N.V.<br />

Noordam Environmental Consultancy Nederlandse samenvatting PESIA <strong>River</strong> <strong>Seismic</strong> project<br />

<strong>Samenvatting</strong> van de potentiële impacts<br />

COMPO-<br />

NENT<br />

OMSCHRIJVING PREVENTIE EN MITIGATIE MAATREGELEN<br />

Geluid Geluidsimpact op<br />

broedkolonies langs<br />

de kust [GROTE<br />

IMPACT]<br />

Geluidsimpact op<br />

waterleven [GROTE<br />

IMPACT]<br />

Gebruik geluidsarme machines.<br />

Zorg ervoor dat alle machines in een goed onderhouden staat zijn; in het bijzonder de uitlaatpijpen.<br />

Meet de geluidsniveaus van de machines voorafgaande aan het seismisch onderzoek.<br />

Hou een afstand aan van minstens 1000 meter tussen de seismische lijnen en de begroeide kustlijn.<br />

Als bij meting blijkt dat het geluidsniveau op een afstand van 10 meter hoger is dan 90 dB, dan moet<br />

de minimumafstand tot de kustlijn worden vergroot (bv, indien het 95 dB is dan wordt het 2000 meter)<br />

Algemeen<br />

Ervaren visuele waarnemers moeten 30 minuten voor het opstarten een gebied van 500 meter rond het<br />

onderzoeksschip onderzoeken op de aanwezigheid van dierlijk leven in het water. Het opstarten van de<br />

'airguns' kan pas beginnen als er gedurende 20 minuten geen leven is waargenomen binnen de 500m<br />

zone.<br />

Gebruik een stapsgewijze opstart, waarbij de druk in de airguns in stappen van 500 psi over een<br />

periode van 20 minuten wordt opgevoerd naar 2000 psi.<br />

Gedurende de seismische opnames moeten visuele waarnemingen worden uitgevoerd; de airguns<br />

moeten worden stop gezet wanneer er binnen 100 meter een dier wordt waargenomen dat zich in de<br />

richting van het onderzoeksschip beweegt<br />

Als de tijd welke nodig is om van de ene lijn naar de andere te gaan langer is dan 40 minuten, dan<br />

moeten de airguns worden stop gezet. Voor het opnieuw starten moet de 500 meter zone rond het schip<br />

worden onderzocht en de geleidelijke opstart worden toegepast<br />

De airguns moeten worden stopgezet als de weersgesteldheid een goede visuele waarneming<br />

onmogelijk maakt<br />

Zeeschildpadden<br />

Voer in de periode 1 maart-31 juli, het schildpaddenseizoen, geen seismisch onderzoek uit langs de<br />

Commewijnekust<br />

Kom tijdens de seismische opname niet binnen 500 meter van de zandstranden<br />

13<br />

RESIDU-<br />

AIRE<br />

IMPACT<br />

verwaarloosbaar<br />

klein


Staatolie Maatschappij Suriname N.V.<br />

Noordam Environmental Consultancy Nederlandse samenvatting PESIA <strong>River</strong> <strong>Seismic</strong> project<br />

Natuurbeheer <br />

Sociaaleconomisch<br />

Verstoring van of<br />

schade aan het<br />

Coppename-monding<br />

Natuurreservaat<br />

[GROTE IMPACT]<br />

Schade aan vistuig<br />

[MATIGE IMPACT]<br />

Rivierdolfijnen<br />

Start de opname van seismische lijnen in rivieren bij eb vanaf de riviermonding en werk<br />

stroomopwaarts. Bij eb is het waarschijnlijk dat de dolfijnen zich op zee bevinden. Toch moet men er<br />

zich voor de start van het werk van verzekeren dat er zich geen dolfijnen stroomopwaarts van het<br />

onderzoeksschip bevinden.<br />

Doe geen doorlopende opnamen van seismische lijnen die vanuit zee de rivieren ingaan (COR-3, COP-<br />

3 en SUR-5), maar onderbreek deze lijnen bij de riviermonding, zodat voorkomen wordt dat dolfijnen<br />

vanuit de oceaan ongewild steeds verder de rivier in moeten vluchten.<br />

Voer het seismische onderzoek van de oceaangedeelten van bovengenoemde lijnen bij vloed en de<br />

riviergedeelten bij eb, rekening houdende met eerder genoemde maatregelen.<br />

Zeekoeien<br />

Voer het seismisch onderzoek in nauwe riviergedeelten (


Staatolie Maatschappij Suriname N.V.<br />

Noordam Environmental Consultancy Nederlandse samenvatting PESIA <strong>River</strong> <strong>Seismic</strong> project<br />

Verlies van inkomen<br />

van vissers and<br />

booteigenaren<br />

[MATIGE IMPACT]<br />

Verlies van inkomen<br />

van touroperators en<br />

de toerisme-industrie<br />

[MATIGE IMPACT]<br />

Aanvaringen [GROTE<br />

IMPACT]<br />

Gebruik een standaard voor de vereiste afstand tussen seismische apparatuur en vistuig, zodat<br />

bijvoorbeeld problemen met vaste visstellingen (jagi-jagi en fuik) vermeden worden.<br />

Verken de seismische lijnen nauwkeurig voorafgaande aan of tijdens het onderzoek.<br />

Maak duidelijk op welke wijze men een klacht zou kunnen indienen.<br />

Ontwikkel een compensatieprogramma voor het geval er toch schade ontstaat<br />

Hou bij de planning rekening met de tijdstippen van activiteiten van vissers. Maak hiervoor contact met<br />

de Visserijdienst en vraag hen naar de locatie van gevoelige gebieden en naar de tijdstippen waarop de<br />

verstoring het minst zal zijn.<br />

Ga na hoe <strong>Staatsolie</strong> het onderzoek naar de impact van seismisch onderzoek op belangrijke Surinaamse<br />

marien en estuariene waterleven zou kunnen ondersteunen.<br />

Zie ook bovenstaande maatregelen voor schade aan vistuig.<br />

Zie beheersmaatregelen voor waterleven.<br />

Zorg voor een communicatiestructuur waarmee overleg gepleegd kan worden met de toerismeindustrie<br />

en de touroperators<br />

Stem de tijdstippen van het onderzoek zo goed mogelijk af op de tijdstippen van de tours in de<br />

desbetreffende gebieden<br />

Maak duidelijk op welke wijze men een klacht zou kunnen indienen.<br />

Ontwikkel een compensatieprogramma voor het geval er toch verliezen optreden bij touroperators<br />

Zorg voor een communicatiestructuur waarmee overleg gepleegd kan worden met alle vormen van<br />

scheepvaartverkeer<br />

Werk samen met bootsmannen, lokale autoriteiten en andere leidende personen in de gemeenschap, om<br />

de mensen die gebruik maken van watertransport op de hoogte te brengen van de komende activiteiten,<br />

zodat zij hiermee rekening kunnen houden. Doe dit tenminste een week voorafgaande aan het<br />

onderzoek ter plaatse.<br />

Raadpleeg de MAS voor de locatie van scheepswrakken.<br />

Raadpleeg de MAS om te meest gunstige tijdstippen voor het onderzoek vast te stellen, rekening<br />

houdende met het zeegaande scheepsverkeer en andere grote transporten<br />

Plaats posters op steigers en andere landingsplaatsen om diverse watergebruikers te informeren over<br />

het seismische onderzoek en de tijdstippen ervan. Het gaat hier om grote en kleine havens,<br />

aanlegplaatsen van vrachtboten, vislandingen, aanlegsteigers voor veerboten (inclusief schoolboten) en<br />

touroperators en plezierbootjes.<br />

Maak gebruik van de nationale media (radio, TV en kranten) om de watergebruikers te informeren over<br />

het komende seismische onderzoek.<br />

15<br />

verwaarloosbaar <br />

verwaarloosbaar <br />

verwaarloosbaar


Staatolie Maatschappij Suriname N.V.<br />

Noordam Environmental Consultancy Nederlandse samenvatting PESIA <strong>River</strong> <strong>Seismic</strong> project<br />

Piraterij [GROTE<br />

IMPACT]<br />

Cumulatieve impact<br />

van het seismisch<br />

onderzoek in Block IV<br />

[GROTE IMAPCT]<br />

Voor de Corantijnrivier dienen ook de desbetreffende autoriteiten in Guyana voorzien te worden van de<br />

nodige informatie.<br />

Werk nauw samen met de waterpolitie en de marine om beschermingsmaatregelen te ontwikkelen,<br />

zodat de veiligheid van de bemanning en het schip zijn gegarandeerd.<br />

Airguns mogen niet worden afgeschoten als de respectievelijke onderzoeksvaartuigen minder dan 30<br />

km van elkaar zijn<br />

Er zal overleg moeten worden gevoerd tussen de twee seismische bedrijven om afspraken te maken,<br />

zodat binnen de 30 kilometer zone de bedrijven nooit tegelijkertijd aan het schieten zijn.<br />

16<br />

verwaarloosbaar <br />

verwaarloosbaar


Staatolie Maatschappij Suriname N.V.<br />

Noordam Environmental Consultancy Nederlandse samenvatting PESIA <strong>River</strong> <strong>Seismic</strong> project<br />

Uit de bovenstaande tabellen komt naar voren dat er bij toepassing van de voorgestelde<br />

maatregelen alleen kleine en verwaarloosbare effecten zullen overblijven.<br />

Naast genoemde significante impacts zullen er een groot aantal kleine (minor) impacts zijn.<br />

Het gaat hier om impacts van geringe intensiteit, over een klein gebied en/of voor een korte<br />

duur.<br />

Voor enkele van deze impacts worden in de PESIA preventieve en mitigerende maatregelen<br />

aanbevolen.<br />

Er zijn geen blijvende impacts voorzien voor het projectgebied.<br />

Milieubeheersplan<br />

Op grond van de voorziene impacts zal er een Milieubeheersplan (Environmental<br />

Management Plan of EMP) worden opgesteld waarin alle bovengenoemde preventie- en<br />

beheersmaatregelen zijn opgenomen. Daarnaast bevat het EMP ook maatregelen voor kleine<br />

impacts, waarmee wordt beoogd om te komen tot een verdere verbetering van het<br />

milieubeheer.<br />

Als onderdeel van het EMP wordt er ook een voorstel gepresenteerd voor monitoring. Het<br />

monitoring programma geeft een overzicht van de vereisten voor monitoring naast de al<br />

bestaande <strong>Staatsolie</strong> monitoring activiteiten en inspecties.<br />

Naast het milieubeheersplan is er een communicatieplan samengesteld waarin voor de<br />

verschillende groepen stakeholders is vastgesteld op welke wijze het voorgenomen seismisch<br />

onderzoek onder hun aandacht zal worden gebracht, welke media zullen worden gebruikt en<br />

op welk moment.<br />

17

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!