Altaren in de kerken van 1463 tot 1640 - Canon van Oirschot
Altaren in de kerken van 1463 tot 1640 - Canon van Oirschot
Altaren in de kerken van 1463 tot 1640 - Canon van Oirschot
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
o.a. 6 ½ lopen rogge aan <strong>de</strong> rector <strong>van</strong> het Hoogaltaar. In 1542 werd<br />
<strong>de</strong>ze akker doorverkocht aan Jan, zoon wijlen Jans <strong>van</strong> <strong>de</strong>n Scoet.<br />
In 1532 verkocht Joffrouw Mechteld <strong>van</strong> <strong>de</strong>r Daesdonck, wed. <strong>van</strong><br />
Saerle Cleijnael een an<strong>de</strong>r stuk land met <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> naam, nu ca. 3 ½<br />
lopen zaad groot, aan Henrick Adriaen Vos. Als we <strong>de</strong> grootte (6<br />
lopenzaad t.o. 3 ½ lopenzaad) en <strong>de</strong> lasten <strong>van</strong> bei<strong>de</strong> percelen vergelijken,<br />
blijkt dat die niet evenredig omgeslagen zijn. Henrick Adriaen<br />
Vos moest voortaan 5 ½ lopen rogge betalen aan het altaar.<br />
Over dit bezit was <strong>in</strong> 1603 onenigheid ontstaan tussen <strong>de</strong> erfgenamen<br />
<strong>van</strong> wijlen Henrick <strong>van</strong> Cuijck en diens vrouw Peterken, dochter<br />
<strong>van</strong> bovengenoem<strong>de</strong> Henrick Adriaen Vos, verwekt bij een zekere<br />
Trijntken Oost en Gijsbert Gijsbert <strong>van</strong> Doren senior als man <strong>van</strong><br />
Juetken weduwe <strong>van</strong> Jan Adriaen Crommenzoon <strong>van</strong>wege bepaal<strong>de</strong><br />
roeren<strong>de</strong> en vaste goe<strong>de</strong>ren die door Trijntken <strong>in</strong> haar testament aan<br />
<strong>de</strong>ze Jan Scrommenzoon en Juetken waren vermaakt. Echter, Trijn<br />
Oosten had geen bevoegdheid <strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren, waar<strong>van</strong> zij alleen het<br />
recht <strong>van</strong> vruchtgebruik had, weg te schenken en aan een vreem<strong>de</strong> te<br />
vermaken. Dus moest Gijsbert <strong>van</strong> Doren afstand doen <strong>van</strong> <strong>de</strong> akker,<br />
genoemd <strong>de</strong> Pelenbraeck. Die kwam nu <strong>in</strong> han<strong>de</strong>n <strong>van</strong> Peter<br />
Joordaens Peters als gemachtig<strong>de</strong> <strong>van</strong> zijn va<strong>de</strong>r en zus Marijke en<br />
Everard <strong>van</strong> Amelroij als gemachtig<strong>de</strong> voor zijn familiele<strong>de</strong>n en<br />
voor Jan Nathael Vos.<br />
Joordaan Peter Joordaens en zijn wettige zoon Peter namens <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re<br />
k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren, door Joordaan verwekt bij Marijke dochter wijlen<br />
Dirk <strong>van</strong> Cuijk, verkochten circa 1608 <strong>de</strong> helft <strong>van</strong> een stuk akkerland<br />
wat zij enerzijds had<strong>de</strong>n verkregen door het overlij<strong>de</strong>n <strong>van</strong> Henrik<br />
<strong>van</strong> Cuijk, en ook doordat Gijsbrecht <strong>van</strong> Doren als man <strong>van</strong> Jutken<br />
op 5 februari j.l. daar<strong>van</strong> afstand had gedaan. De Peelenbraak<br />
aan <strong>de</strong> Heuvel, nog steeds ca. 3 ½ lopenzaad groot, werd verkocht<br />
aan Adriaan Peters <strong>van</strong> Os, per a.s. oogsttijd, ‘stoppelbloot te aanvaar<strong>de</strong>n,<br />
vrij en onbelast’. De koper moest wel jaarlijks <strong>de</strong> helft <strong>van</strong><br />
5 ½ lopen rogge betalen aan <strong>de</strong> rector <strong>van</strong> het hoge altaar.<br />
Bij een ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g, ook <strong>in</strong> 1528, <strong>van</strong> het bezit <strong>van</strong> wijlen Peter Daniels<br />
en zijn vrouw Mechteld, dochter <strong>van</strong> wijlen Jan Vervlueten tus-<br />
______________________________________________________________