14.09.2013 Views

de Reitsetuin - Biodiversiteit in Brabant

de Reitsetuin - Biodiversiteit in Brabant

de Reitsetuin - Biodiversiteit in Brabant

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Biodiversiteit</strong>stu<strong>in</strong><br />

De Corpac Tu<strong>in</strong><br />

Ontworpen door:<br />

C<strong>in</strong>dy Bom<br />

Esmé Remijn<br />

Jolanda Schouten<br />

Marco <strong>de</strong>n Turck<br />

Nicole Wolters<br />

Fontys Lerarenopleid<strong>in</strong>g<br />

Biologie en<br />

Gezondheidszorg &<br />

Welzijn<br />

Tilburg


Voorwoord<br />

In het ka<strong>de</strong>r van duurzaamheid, is <strong>in</strong> opdracht door <strong>de</strong> gemeente Tilburg, voor<br />

<strong>de</strong> <strong>Biodiversiteit</strong>stu<strong>in</strong> van het Corpachuis te Tilburg, dit educatieve lesprogramma<br />

ontwikkeld. Dit lesprogramma is speciaal ontwikkeld voor <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouw van het<br />

voortgezet on<strong>de</strong>rwijs. En is erg aantrekkelijk als gebruiksmateriaal voor <strong>de</strong><br />

mid<strong>de</strong>lbare scholen direct rondom <strong>de</strong> Corpactu<strong>in</strong> of voor <strong>in</strong> <strong>de</strong> buurt gelegen<br />

mid<strong>de</strong>lbare scholen.<br />

<strong>Biodiversiteit</strong> is <strong>de</strong> belangrijkste pijler b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g en totstandkom<strong>in</strong>g<br />

van <strong>de</strong> Corpactu<strong>in</strong>. En er is daarom ook gekozen om <strong>de</strong>ze pijler terug te laten<br />

komen <strong>in</strong> het educatieve lesprogramma. Een van <strong>de</strong> doelen voor het ontwikkelen<br />

van dit lesprogramma is dan ook om ervoor te zorgen dat door het gebruik van<br />

dit lesprogramma, leerl<strong>in</strong>gen meer te laten leren over biodiversiteit en dat<br />

wanneer er op <strong>de</strong>ze manier doorgeleefd wordt, <strong>de</strong> diversiteit steeds m<strong>in</strong><strong>de</strong>r<br />

wordt.<br />

Daarnaast kan <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g bewuster wor<strong>de</strong>n gemaakt van wat biodiversiteit is,<br />

en <strong>in</strong> welke mate <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g zelf <strong>in</strong>vloed kan hebben op <strong>de</strong> biodiversiteit en<br />

welke bijdrage zij hier<strong>in</strong> zelf kunnen geven.<br />

Om zo optimaal mogelijk gebruik te maken van <strong>de</strong> biodiversiteitstu<strong>in</strong>, wordt er <strong>in</strong><br />

het educatieve lesprogramma stilgestaan bij alle biotopen welke aanwezig zijn <strong>in</strong><br />

<strong>de</strong> tu<strong>in</strong>. Er is zelfs per biotoop een lesprogramma geschreven, zodat er van <strong>de</strong><br />

gehele tu<strong>in</strong> gebruik kan wor<strong>de</strong>n gemaakt.<br />

Op voorhand zal <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g kennis moeten verkrijgen over <strong>de</strong> tu<strong>in</strong> en <strong>de</strong><br />

verschillen<strong>de</strong> biotopen die hier te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n zijn. Ook moeten <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen weten<br />

wat biodiversiteit <strong>in</strong>houd en kan er een relatie wor<strong>de</strong>n gelegd met duurzaamheid,<br />

recycl<strong>in</strong>g en bewustword<strong>in</strong>g van het consumentengedrag van <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen.<br />

Nadat <strong>de</strong>ze kennis vergaard is, kan een start wor<strong>de</strong>n gemaakt aan dit educatieve<br />

lesprogramma en zullen <strong>de</strong> praktijkon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len uitgevoerd kunnen wor<strong>de</strong>n.<br />

De betreffen<strong>de</strong> didactische uitgangspunten, mo<strong>de</strong>llen of werkvormen, wor<strong>de</strong>n<br />

na<strong>de</strong>r toegelicht <strong>in</strong> het docenten<strong>de</strong>el van dit educatieve lesprogramma bij ie<strong>de</strong>r<br />

uitgewerkte biotoop.<br />

Veel werkplezier,<br />

Het Fontys FLOT-Team; Marco <strong>de</strong>n Turck, C<strong>in</strong>dy Bom, Jolanda Schouten, Nicole<br />

Wolters en Esmé Remijn.


Inleid<strong>in</strong>g<br />

Insecten bekijken<br />

- Leerl<strong>in</strong>gen<strong>de</strong>el<br />

- Docenthandleid<strong>in</strong>g<br />

- Didactische verantwoord<strong>in</strong>g<br />

Vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs lokken<br />

- Leerl<strong>in</strong>gen<strong>de</strong>el<br />

- Docenthandleid<strong>in</strong>g<br />

- Didactische verantwoord<strong>in</strong>g<br />

Waterbeoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g Poel<br />

- Leerl<strong>in</strong>gen<strong>de</strong>el<br />

- Docenthandleid<strong>in</strong>g<br />

- Didactische verantwoord<strong>in</strong>g<br />

Dotterbloem<br />

- Leerl<strong>in</strong>gen<strong>de</strong>el<br />

- Docenthandleid<strong>in</strong>g<br />

- Didactische verantwoord<strong>in</strong>g<br />

<strong>Biodiversiteit</strong>son<strong>de</strong>rzoek<br />

- Leerl<strong>in</strong>gen<strong>de</strong>el<br />

- Docenthandleid<strong>in</strong>g<br />

St<strong>in</strong>zenplanten en bo<strong>de</strong>mdieren on<strong>de</strong>rzoek<br />

- Leerl<strong>in</strong>gen<strong>de</strong>el<br />

- Docenthandleid<strong>in</strong>g<br />

- Didactische verantwoord<strong>in</strong>g<br />

Slot<br />

Inhoudsopgave


Insecten bekijken<br />

Leerl<strong>in</strong>gen <strong>de</strong>el


Wat zijn <strong>in</strong>secten?<br />

Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> lessen ga je er met dit werkblad achter komen wat<br />

<strong>in</strong>secten zijn, leer je ze herkennen en kan je zelfs een eigen <strong>in</strong>sectenhotel<br />

gaan maken.<br />

Om wat te leren over <strong>in</strong>secten kun je op <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> bladzij<strong>de</strong>n wat<br />

algemene <strong>in</strong>formatie lezen. Met <strong>de</strong>ze <strong>in</strong>formatie kun je <strong>de</strong> vragen van<br />

opdracht 1 die daarop volgen maken.<br />

In opdracht 2 ga je met een zoekkaart werken. Op <strong>de</strong>ze zoekkaart staan<br />

veel <strong>in</strong>secten die je zelf kan tegenkomen. Je gaat op zoek naar <strong>in</strong>secten<br />

bij het <strong>in</strong>sectenhotel die je met je zoekkaart kan benoemen.<br />

De laatste opdracht gaat je helpen om zelf een <strong>in</strong>sectenhotel te maken!<br />

Dit hotel kun je thuis <strong>in</strong> <strong>de</strong> tu<strong>in</strong> of op school hangen, zodat je vaker<br />

<strong>in</strong>secten kan bekijken!<br />

Bij alle opdrachten werk je samen met klasgenoten <strong>in</strong><br />

groepen.<br />

Veel plezier met <strong>de</strong> <strong>in</strong>secten die je gaat v<strong>in</strong><strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> Corpac<br />

tu<strong>in</strong>!<br />

Wat zijn <strong>in</strong>secten en hoe zien ze eruit?<br />

Een wetenschappelijke naam voor <strong>in</strong>secten is "hexapoda". Dat betekent<br />

eigenlijk 6 (hexa) poten (poda). Dit geeft al een beetje aan hoe we<br />

<strong>in</strong>secten kunnen herkennen.<br />

Insecten zijn <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe allemaal gelijk van bouw. Het lichaam is ver<strong>de</strong>eld<br />

<strong>in</strong> 3 <strong>de</strong>len: <strong>de</strong> kop, het borststuk en het achterlijf. Op hun kop hebben ze<br />

een paar antennen of voelsprieten, een paar ogen, en <strong>de</strong> mond<strong>de</strong>len. Het<br />

borststuk heeft drie paar poten en (meestal) twee paar vleugels.<br />

Voor op <strong>de</strong> kop hebben <strong>in</strong>secten twee voelsprieten. Hier<strong>in</strong> bev<strong>in</strong><strong>de</strong>n zich<br />

soms <strong>de</strong> smaakz<strong>in</strong>tuigen, <strong>de</strong> reukorganen en <strong>de</strong> oren. Zogenaam<strong>de</strong><br />

facetogen zijn samengesteld uit soms wel duizen<strong>de</strong>n "afzon<strong>de</strong>rlijke" ogen.<br />

Bijen, vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs en sommige vliegen hebben hun smaakz<strong>in</strong>tuigen op <strong>de</strong><br />

poten zitten.<br />

De z<strong>in</strong>tuigen zijn <strong>de</strong>els zeer hoog ontwikkeld. Enkele <strong>in</strong>secten kunnen<br />

ultrasonisch geluid waarnemen, an<strong>de</strong>re kunnen UV-licht zien (bijen).<br />

Insecten horen thuis <strong>in</strong> <strong>de</strong> groep van <strong>de</strong> geleedpotige dieren. Die<br />

diergroep wordt ook wel "arthropo<strong>de</strong>n" genoemd. Ze heten zo omdat hun<br />

lichaam en le<strong>de</strong>maten uit afzon<strong>de</strong>rlijke segmenten lijken te bestaan.<br />

Behalve <strong>in</strong>secten behoren ook schaaldieren (kreeften, krabben),<br />

duizendpoten, miljoenpoten en sp<strong>in</strong>nen tot <strong>de</strong> geleedpotige dieren.<br />

De kenmerken die we hierboven genoemd hebben on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />

<strong>in</strong>secten van an<strong>de</strong>re geleedpotige dieren. Sp<strong>in</strong>nen bijvoorbeeld hebben<br />

geen vleugels, drie paar poten en een twee<strong>de</strong>lig lichaam. Sp<strong>in</strong>nen zijn dus<br />

geen <strong>in</strong>secten.<br />

B<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> geleedpotige dieren zijn <strong>in</strong>secten verreweg <strong>de</strong> grootste groep.<br />

Heel veel soorten zijn nog niet ont<strong>de</strong>kt, maar men <strong>de</strong>nkt dat er meer dan<br />

1 miljoen soorten <strong>in</strong>secten zijn.


Insecten zijn er <strong>in</strong> alle vormen en maten, rond of langwerpig, kruipend of<br />

vliegend, en van goed gecamoufleerd tot felgekleurd. Er zijn ongeveer<br />

5000 libellen, 20 000 spr<strong>in</strong>khanen, 170 000 vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs, 82 000 wantsen,<br />

120 000 vliegen en 110 000 bijen en wespen. De kevers zijn <strong>de</strong> grootste<br />

groep met m<strong>in</strong>stens 350 000 soorten. Met name van <strong>de</strong> vliegen, <strong>de</strong><br />

vliesvleugeligen en <strong>de</strong> vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> werkelijke soortenaantallen nog<br />

wel eens enorm veel hoger kunnen liggen.<br />

Nuttige <strong>in</strong>secten?<br />

De zoogdierenor<strong>de</strong> Insectivora of <strong>in</strong>secteneters waartoe <strong>de</strong> spitsmuizen<br />

en vleermuizen behoren zou bijvoorbeeld niet bestaan zon<strong>de</strong>r <strong>in</strong>secten.<br />

Ook an<strong>de</strong>re groepen dieren zoals reptielen, amfibieën en <strong>in</strong>secteneten<strong>de</strong><br />

vogels zijn afhankelijk van <strong>in</strong>secten. Ook zijn veel soorten planten van<br />

<strong>in</strong>secten afhankelijk voor <strong>de</strong> bestuiv<strong>in</strong>g, niet alleen bijen maar ook<br />

sommige kevers en vliegen. Ook mensen hebben gemak van <strong>in</strong>secten.<br />

Dankzij <strong>in</strong>secten zijn producten als hon<strong>in</strong>g, zij<strong>de</strong> en bijenwas beschikbaar<br />

en ook spelen <strong>in</strong>secten een rol <strong>in</strong> <strong>de</strong> bestuiv<strong>in</strong>g <strong>in</strong> kassen en <strong>in</strong> <strong>de</strong> natuur.<br />

Zelfs voor <strong>de</strong> bestrijd<strong>in</strong>g van <strong>in</strong>secten wor<strong>de</strong>n an<strong>de</strong>re soorten gebruikt,<br />

zoals sluipwespen die rupsen do<strong>de</strong>n en een aantal lieveheersbeestjes die<br />

bekend staan om hun dieet van bladluizen. In veel lan<strong>de</strong>n zijn <strong>in</strong>secten<br />

zelfs een <strong>de</strong>licatesse, zo wor<strong>de</strong>n veel soorten rupsen en spr<strong>in</strong>khanen<br />

gewaar<strong>de</strong>erd om <strong>de</strong> hoge proteïnewaar<strong>de</strong> en <strong>de</strong> notenachtige smaak.<br />

Hon<strong>in</strong>gbij<br />

Scha<strong>de</strong>lijke <strong>in</strong>secten<br />

Sommige <strong>in</strong>secten zijn echter scha<strong>de</strong>lijk omdat ze pijnlijk kunnen bijten of<br />

steken (goudoogdaas, wesp) of ziekten overbrengen (malariamug,<br />

tseetseevlieg). De meeste scha<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rv<strong>in</strong>dt <strong>de</strong> mens echter van<br />

planteneten<strong>de</strong> <strong>in</strong>secten als luizen, rupsen, thripsen en an<strong>de</strong>re zuigen<strong>de</strong> en<br />

knagen<strong>de</strong> <strong>in</strong>secten die hele oogsten kunnen ruïneren. Vaak zijn <strong>de</strong> larven<br />

of nimfen van <strong>in</strong>secten veel scha<strong>de</strong>lijker omdat ze snel moeten groeien en<br />

daardoor zeer vraatzuchtig zijn. Boktorren zijn een familie van kevers en<br />

meestal onschuldige <strong>in</strong>secten die leven van kle<strong>in</strong>e hoeveelhe<strong>de</strong>n nectar of


stuifmeel, ze zijn voornamelijk bezig met <strong>de</strong> voortplant<strong>in</strong>g. De larven<br />

echter kunnen grote scha<strong>de</strong> toebrengen aan do<strong>de</strong> of leven<strong>de</strong> bomen maar<br />

ook aan allerlei houten objecten als kunstwerken en met name<br />

steunbalken <strong>in</strong> ou<strong>de</strong> gebouwen. Er zijn bepaal<strong>de</strong> <strong>in</strong>secten die soms een<br />

onvoorstelbare scha<strong>de</strong> aan kunnen richten door te zwermen, een<br />

voorbeeld is <strong>de</strong> woestijnspr<strong>in</strong>khaan. De uitbraak van het chikungunyavirus<br />

<strong>in</strong> beg<strong>in</strong> 2006 op on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re Madagaskar en het Franse eiland Réunion<br />

was te danken aan muggen. Hierbij raakten meer dan 150.000 mensen<br />

besmet met <strong>de</strong> pijnlijke <strong>in</strong>fectie waarvan er 77 stierven.


1.<br />

2.<br />

3.<br />

4.<br />

5.<br />

6.<br />

7.<br />

8.<br />

9.<br />

Opdrachten:<br />

lees <strong>de</strong> tekst en vul <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>!<br />

Opdracht 1<br />

De <strong>in</strong>secten zijn <strong>de</strong> meest succesvolle dieren op aar<strong>de</strong>. Waarom?<br />

Omdat er m<strong>in</strong>stens:<br />

…………………………………………………………………………………………….<br />

………………………………………………………………………………………………<br />

Noem m<strong>in</strong>imaal vijf beken<strong>de</strong> <strong>in</strong>secten.<br />

Beken<strong>de</strong> soorten zijn:<br />

- …………………………………<br />

- …………………………………<br />

- …………………………………<br />

- …………………………………<br />

- …………………………………<br />

- …………………………………<br />

Opdracht 2<br />

In <strong>de</strong> <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>g heb je al een beetje kunnen lezen, hoe <strong>in</strong>secten er over het<br />

algemeen uitzien.<br />

Kun je op het plaatje hieron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> juiste namen op <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> plaats <strong>in</strong> het hok<br />

zetten?


Opdracht 3<br />

Als je naar het plaatje bij opdracht 2 kijkt en je leest<br />

nog eens goed wat er geschreven <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>g,<br />

dan kun je <strong>de</strong> vragen hieron<strong>de</strong>r vast wel<br />

beantwoor<strong>de</strong>n.<br />

Uit hoeveel <strong>de</strong>len bestaat het lichaam van een<br />

<strong>in</strong>sect?<br />

Uit …….. <strong>de</strong>len.<br />

Welke <strong>de</strong>len?<br />

Delen:…………………………………………………………………<br />

……………………………………………………………………………<br />

……………………………………………………………………<br />

Hoeveel poten heeft een <strong>in</strong>sect?<br />

Een <strong>in</strong>sect heeft ……….. poten<br />

Zijn sp<strong>in</strong>nen ook <strong>in</strong>secten? Waarom wel? / Waarom niet?<br />

Een sp<strong>in</strong> is wel / geen <strong>in</strong>sect, want<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………….…………………………….<br />

Wat hebben <strong>in</strong>secten ook bijna allemaal?<br />

Insecten hebben bijna allemaal<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………..<br />

Voor op <strong>de</strong> kop hebben <strong>in</strong>secten vaak twee voelsprieten.<br />

Wat kunnen ze daarmee?<br />

Met <strong>de</strong>ze voelsprieten<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Hebben <strong>in</strong>secten <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> ogen als mensen?<br />

Insecten hebben wel/niet <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> ogen als mensen, want:<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Hoe zien die <strong>in</strong>sectenogen er dan uit?<br />

Insectenogen zijn:<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………


Zelf <strong>in</strong>secten zoeken<br />

Je weet nu al wat meer over <strong>in</strong>secten. In <strong>de</strong> „Corpac tu<strong>in</strong>‟ v<strong>in</strong>d je een<br />

<strong>in</strong>sectenhotel. Als je bij dit hotel eens gaat kijken, zul je verschillen<strong>de</strong> <strong>in</strong>secten<br />

tegenkomen.<br />

Om te on<strong>de</strong>rzoeken welke <strong>in</strong>secten je ziet, ga je gebruik maken van het schema<br />

wat hieron<strong>de</strong>r staat. Bekijk je <strong>in</strong>sect goed en beantwoord <strong>de</strong> vragen tot je bij <strong>de</strong><br />

naam van je <strong>in</strong>sect uitkomt.<br />

Zoek m<strong>in</strong>stens 5 <strong>in</strong>secten bij het hotel op en schrijf hieron<strong>de</strong>r op welke <strong>in</strong>secten<br />

je gevon<strong>de</strong>n hebt.<br />

-…………………………..<br />

-…………………………...<br />

-…………………………...<br />

-…………………………...<br />

-…………………………...


Opdracht voor <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> les of voor thuis:<br />

Je hebt <strong>in</strong> <strong>de</strong> Corpac-tu<strong>in</strong> het <strong>in</strong>sectenhotel gezien. Zelf kun je ook een<br />

<strong>in</strong>sectenhotel maken, zodat je thuis of op school ook <strong>in</strong>secten kan bestu<strong>de</strong>ren.<br />

Op <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> pag<strong>in</strong>a‟s zie je werkbla<strong>de</strong>n om verschillen<strong>de</strong> soorten hotels te<br />

maken. Je kan kiezen uit een hotel van riet, hout of van gaas.<br />

Doe creatief en maak er iets moois van!<br />

Ps. Vergeet niet om <strong>de</strong> e<strong>in</strong><strong>de</strong>valuatie op <strong>de</strong> laatste<br />

bladzij<strong>de</strong> <strong>in</strong> te vullen met je groepje!


Een <strong>in</strong>sectenhotel van riet<br />

Benodigdhe<strong>de</strong>n<br />

- stukken riet<br />

- plakbandroller<br />

- 1 elastiekje<br />

- een handje vol plastic rietjes<br />

- boetseerklei<br />

Werkwijze<br />

1. Duw al je uitgekozen rietjes om <strong>de</strong> beurt <strong>in</strong> <strong>de</strong> klei. Zorg ervoor dat er <strong>in</strong><br />

elk rietje een beetje klei blijft zitten. Nu zijn alle on<strong>de</strong>rkanten dicht door<br />

<strong>de</strong> boetseerklei. Insecten hou<strong>de</strong>n van een wand achter<strong>in</strong> hun gangetje.<br />

2. Neem <strong>de</strong> stukken riet en <strong>de</strong> plastic rietjes bij elkaar, zodat <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rkant<br />

gelijk is.<br />

3. Daaromheen doe je een elastiek, zodat het bosje riet bij elkaar gehou<strong>de</strong>n<br />

wordt.<br />

4. Maak je bosje rietjes nu steviger door er plakband omheen te plakken.<br />

TIP! Heb jij iets leuks van thuis meegenomen? Dan kun jij jouw <strong>in</strong>sectenhotel<br />

opvrolijken! Vlecht er bijvoorbeeld een mooi l<strong>in</strong>t doorheen!<br />

VOOR THUIS<br />

Thuis kun je het <strong>in</strong>sectenhotel ergens neerleggen. Het moet er droog zijn. Je<br />

kunt het ook ophangen, als een soort schil<strong>de</strong>rij. Zorg ervoor dat het hotel <strong>in</strong><br />

evenwicht hangt en ergens waar <strong>de</strong> beestjes goed bij kunnen komen.<br />

Bijvoorbeeld dichtbij een <strong>de</strong>ur of een rand van <strong>de</strong> schuur.<br />

Veel plezier met je <strong>in</strong>sectenhotel!


Een <strong>in</strong>sectenhotel van hout<br />

Benodigdhe<strong>de</strong>n:<br />

- een blok hout<br />

- een boormach<strong>in</strong>e<br />

- verschillen<strong>de</strong> maten boortjes<br />

- speciale lijm<br />

Werkwijze:<br />

1. Pak een blok hout<br />

2. Be<strong>de</strong>nk zelf <strong>in</strong> welke kant van het blok <strong>de</strong> gaatjes moeten komen.<br />

3. Boor gaatjes <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze kant (verschillen<strong>de</strong> maten)<br />

4. Zorg ervoor dat <strong>de</strong> gaatjes er niet helemaal doorheen gaan: <strong>in</strong>secten<br />

hou<strong>de</strong>n van een wand achter<strong>in</strong> hun gangetje<br />

TIP! Heb jij iets leuks van thuis meegenomen? Dan kun jij jouw <strong>in</strong>sectenhotel<br />

opvrolijken! Je plakt bijvoorbeeld een mooi beeldje op <strong>de</strong> bovenkant!<br />

VOOR THUIS<br />

Je legt het blok hout met <strong>de</strong> kant waar<strong>in</strong> je gaatjes hebt geboord, <strong>in</strong> het<br />

zonnetje. Insecten hou<strong>de</strong>n van lekker warme plekjes. Ze kiezen <strong>de</strong> <strong>in</strong>gangetjes<br />

die <strong>in</strong> <strong>de</strong> zon liggen! Je kunt het <strong>in</strong>sectenhotel ook een leuk kleurtje geven met<br />

verf!<br />

Veel plezier met je <strong>in</strong>sectenhotel!


Een <strong>in</strong>sectenhotel van gaas<br />

Benodigdhe<strong>de</strong>n:<br />

- twee stukken gaas<br />

- ijzerdraad<br />

- nijptang<br />

- 4 ron<strong>de</strong> stokjes<br />

- stukjes mos<br />

- stukjes boomschors<br />

Werkwijze:<br />

1. Pak een stuk gaas.<br />

2. Leg daarop <strong>de</strong> stokjes naast elkaar.<br />

3. knip met <strong>de</strong> nijptang stukjes ijzerdraad af.<br />

4. Maak <strong>de</strong> stokjes vast met het ijzerdraad.<br />

5. Leg <strong>de</strong> boomschors, het riet en <strong>de</strong> stukken mos tussen <strong>de</strong> stokjes.<br />

6. Leg het twee<strong>de</strong> stuk gaas er bovenop.<br />

7. Maakt <strong>de</strong> twee stukken gaas aan <strong>de</strong> bovenkant en on<strong>de</strong>rkant aan elkaar<br />

vast met ijzerdraad.<br />

TIP! Heb jij iets leuks van thuis meegenomen? Dan kun jij jouw <strong>in</strong>sectenhotel<br />

opvrolijken! Vlecht er bijvoorbeeld een mooi l<strong>in</strong>t doorheen!<br />

VOOR THUIS<br />

Je kunt het <strong>in</strong>sectenhotel ergens neerleggen waar het droog is. Je kunt het ook<br />

ophangen als een soort schil<strong>de</strong>rij. Doe dit dan op een plekje waar <strong>in</strong>secten bij<br />

kunnen komen. Bijvoorbeeld aan <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur van <strong>de</strong> schuur.


E<strong>in</strong><strong>de</strong>valuatie<br />

Hoe verliep <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g? Goed/ niet goed? En waarom?<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Waren <strong>de</strong> taken goed ver<strong>de</strong>eld? Allebei evenveel gedaan?<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Wat hebben jullie geleerd van <strong>de</strong>ze opdrachten? en welke von<strong>de</strong>n jullie het<br />

leerzaamste om uit te voeren?<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Zijn jullie tevre<strong>de</strong>n over alle gemaakte opdrachten? waarom wel/ waarom niet?<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Wat zou<strong>de</strong>n jullie <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> keer an<strong>de</strong>rs doen? Waar zijn jullie tegenaan<br />

gelopen?<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………


Docentenhandleid<strong>in</strong>g:<br />

In <strong>de</strong>ze docentenhandleid<strong>in</strong>g v<strong>in</strong>d u kort en bondig <strong>in</strong>formatie over het lespakket<br />

<strong>in</strong>secten bekijken.<br />

Leson<strong>de</strong>rwerp:<br />

Insecten<br />

Lesduur:<br />

2 á 3 lessen<br />

Lesdoelstell<strong>in</strong>gen:<br />

- De leerl<strong>in</strong>g kan uitleggen wat<br />

<strong>in</strong>secten zijn en hoe ze er uit<br />

zien.<br />

- De leerl<strong>in</strong>g kan het verschil<br />

tussen nuttige en scha<strong>de</strong>lijke<br />

<strong>in</strong>secten benoemen en kan een<br />

aantal voorbeel<strong>de</strong>n geven.<br />

- De leerl<strong>in</strong>g kan werken met een<br />

zoekkaart en gevon<strong>de</strong>n <strong>in</strong>secten<br />

<strong>de</strong>term<strong>in</strong>eren.<br />

- De leerl<strong>in</strong>g kan een praktijkopdracht (<strong>in</strong>sectenhotel) maken.<br />

- De leerl<strong>in</strong>g kan samenwerken met een klasgenoot.<br />

Verwachte of aangenomen beg<strong>in</strong>situatie:<br />

- De leerl<strong>in</strong>g weet we<strong>in</strong>ig of niets van <strong>in</strong>secten af, eventueel korte <strong>in</strong>formatie<br />

verkregen uit hun leefomgev<strong>in</strong>g.<br />

Lesschema:<br />

Activiteiten: Activiteit docent:<br />

Les 1 - Introductie<br />

lesbrief<br />

- Bijbehoren<strong>de</strong><br />

opdrachten<br />

maken.<br />

Les 2 Het veldon<strong>de</strong>rzoek<br />

met behulp van <strong>de</strong><br />

zoekkaart<br />

Les 3 Het zelf maken van<br />

een <strong>in</strong>sectenhotel<br />

De docent <strong>in</strong>troduceert <strong>de</strong> lesbrief door uit te leggen<br />

wat <strong>de</strong> opdracht is. Daarna zet <strong>de</strong> docent <strong>de</strong><br />

leerl<strong>in</strong>gen aan het werk, <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen kunnen het<br />

lesmateriaal volgen, ze lezen eerst <strong>de</strong> theorie en<br />

maken daarna <strong>de</strong> bijbehoren<strong>de</strong> vragen.<br />

De leerl<strong>in</strong>gen gaan <strong>in</strong> tweetallen of <strong>in</strong> groepen met<br />

een <strong>in</strong>sectenzoekkaart <strong>de</strong> Corpac tu<strong>in</strong> <strong>in</strong>. De<br />

leerl<strong>in</strong>gen moeten met behulp van <strong>de</strong> zoekkaart<br />

m<strong>in</strong>imaal 5 <strong>in</strong>secten zoeken en <strong>de</strong>term<strong>in</strong>eren.<br />

De leerl<strong>in</strong>gen kunnen met behulp van <strong>de</strong><br />

handleid<strong>in</strong>gen een <strong>in</strong>sectenhotel kiezen om te maken<br />

en dit uitvoeren. Wanneer dit niet op school gedaan<br />

kan wor<strong>de</strong>n, kan dit als thuisopdracht gezien wor<strong>de</strong>n.


Benodigdhe<strong>de</strong>n:<br />

- Pen<br />

- Afhankelijk van het soort <strong>in</strong>sectenhotel wat <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g kiest. Zie<br />

handleid<strong>in</strong>g voor benodig<strong>de</strong> materialen.<br />

Antwoor<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> vragen:<br />

Opdracht 1:<br />

Omdat er m<strong>in</strong>stens 1 miljoen soorten <strong>in</strong>secten zijn.<br />

libellen, spr<strong>in</strong>khanen, wantsen, vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs, vliegen, bijen en wespen<br />

Opdracht 2:<br />

1. Antennes<br />

2. Puntogen<br />

3. Samengestel<strong>de</strong> ogen<br />

4. Voorpoot<br />

5. Borstschild<br />

6. Mid<strong>de</strong>npoot<br />

7. Achterlijf<br />

8. Achterpoot<br />

9. Vleugel<br />

Opdracht 3:<br />

- Uit 3 <strong>de</strong>len<br />

- Kopstuk, borst, achterlijf<br />

- Insecten hebben 3 paar poten<br />

- Een sp<strong>in</strong> is geen <strong>in</strong>sect, want sp<strong>in</strong>nen hebben 4 paar poten<br />

- Insecten hebben bijna allemaal vleugels<br />

- In <strong>de</strong> voelsprieten zitten <strong>de</strong> smaakorganen, <strong>de</strong> reukorganen en <strong>de</strong> oren<br />

- Insecten hebben niet <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> ogen als mensen, want <strong>in</strong>secten hebben<br />

facetogen, samengestel<strong>de</strong> ogen.<br />

- Insectenogen zijn facetogen oftewel samengestel<strong>de</strong> ogen.


Didactische on<strong>de</strong>rbouw<strong>in</strong>g<br />

Deze lesbrief bestaat uit <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len:<br />

1. Algemene <strong>in</strong>formatie over <strong>in</strong>secten met bijbehoren<strong>de</strong> vragen die <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

tekst terug te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n zijn.<br />

2. Een zoekkaart waarmee <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen zelf <strong>in</strong>secten kunnen gaan<br />

<strong>de</strong>term<strong>in</strong>eren.<br />

3. Handleid<strong>in</strong>gen voor het zelf bouwen van een <strong>in</strong>sectenhotel.<br />

4. Een evaluatieformulier wat door <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen kan wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gevuld.<br />

In <strong>de</strong>el 1 wordt <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g <strong>in</strong>geleid <strong>in</strong> <strong>de</strong> wereld van <strong>de</strong> <strong>in</strong>secten. Doel van <strong>de</strong>ze<br />

opdracht is om <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g te tra<strong>in</strong>en <strong>in</strong> het begrijpend lezen. De antwoor<strong>de</strong>n op<br />

<strong>de</strong> vragen zijn terug te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> tekst, waardoor <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g wordt<br />

„gedwongen‟ om <strong>de</strong> tekst goed te lezen.<br />

Deel 2 is een zelfstandige opdracht, waarbij <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g samen met zijn groepje<br />

op zoek gaat naar <strong>in</strong>secten om <strong>de</strong>ze wat beter te bekijken en op naam te<br />

brengen. De leerl<strong>in</strong>g moet hierbij goed kunnen samenwerken en als groepslid<br />

leren om <strong>in</strong>itiatief te nemen. De groepen wor<strong>de</strong>n b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong>ze opdracht vrij<br />

gelaten, dus het is belangrijk dat <strong>de</strong> groepsle<strong>de</strong>n een actieve houd<strong>in</strong>g hebben.<br />

Met <strong>de</strong> handleid<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong>el 3 kunnen <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen zelf aan <strong>de</strong> slag met het<br />

bouwen van hun eigen <strong>in</strong>sectenhotel. Creatief <strong>de</strong>nken en handvaardigheid<br />

wor<strong>de</strong>n met <strong>de</strong>ze oefen<strong>in</strong>g getra<strong>in</strong>d.<br />

Het evaluatieformulier <strong>in</strong> <strong>de</strong>el 4 slaat op <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>gsvormen die<br />

geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong>ze lesbrief aan bod zijn gekomen. Goed kunnen samenwerken<br />

b<strong>in</strong>nen een groep is een eigenschap waar leerl<strong>in</strong>gen hun hele loopbaan nog<br />

profijt van zullen hebben, dus het is belangrijk om hier vroeg mee om te leren<br />

gaan.<br />

Evalueren is een vorm van reflectie waardoor <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g zich bewust moet<br />

wor<strong>de</strong>n van zijn eigen gedrag en dat van an<strong>de</strong>ren b<strong>in</strong>nen zijn groep. Ook<br />

reflecteren is een proces wat <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen nog veel zullen moeten gaan<br />

gebruiken en wat dus z<strong>in</strong>vol is om te oefenen.


Vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs lokken<br />

Leerl<strong>in</strong>gen <strong>de</strong>el


Vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs<br />

In Ne<strong>de</strong>rland leven ongeveer 2000 soorten vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs, maar dat zijn niet allemaal<br />

dagvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs. Een groot <strong>de</strong>el daarvan zijn nachtvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs of micro-vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs (heel<br />

kle<strong>in</strong>e vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rtjes).<br />

Het verschil tussen dag- en nachtvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs lijkt heel simpel: dagvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs vliegen<br />

overdag en nachtvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs 's nachts. Dat klopt voor <strong>de</strong> meeste soorten, maar<br />

er zijn ook nachtvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs die overdag vliegen.<br />

Hoe weet je nu of je een dag- of nachtvl<strong>in</strong><strong>de</strong>r ziet?<br />

Je kunt het zien aan <strong>de</strong> manier waarop ze hun vleugels vouwen en aan het<br />

knopje op hun voelsprieten. Bij dagvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs e<strong>in</strong>digen <strong>de</strong> voelsprieten altijd <strong>in</strong> een<br />

knopje en staan <strong>de</strong> vleugels meestal omhoog als <strong>de</strong> vl<strong>in</strong><strong>de</strong>r <strong>in</strong> rust is, vlak tegen<br />

elkaar aan geklapt. Bij nachtvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs e<strong>in</strong>digen <strong>de</strong> voelsprieten niet <strong>in</strong> een knopje<br />

en liggen <strong>de</strong> vleugels plat over het lijf gevouwen als <strong>de</strong> vl<strong>in</strong><strong>de</strong>r <strong>in</strong> rust is.<br />

Er zijn een paar soorten nachtvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs die overdag vliegen en erg opvallend zijn.<br />

De s<strong>in</strong>t-jansvl<strong>in</strong><strong>de</strong>r is bijvoorbeeld glanzend zwart met hel<strong>de</strong>r ro<strong>de</strong> vlekken, maar<br />

behoort tot <strong>de</strong> nachtvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs. An<strong>de</strong>re soorten nachtvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs die<br />

je overdag veel kunt tegen komen zijn <strong>de</strong> s<strong>in</strong>t-jacobsvl<strong>in</strong><strong>de</strong>r, het<br />

muntvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rtje en <strong>de</strong> gamma-uil.


Opdracht<br />

Je ziet hier 3 plaatjes van vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs. Weet jij of het dag- of nachtvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs<br />

zijn? Als je het weet mag je het er bij schrijven.<br />

Nog meer verschillen<br />

Leven <strong>in</strong> het donker<br />

Om <strong>in</strong> het donker te kunnen leven hebben nachtvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs zich op allerlei manieren<br />

aangepast. ‟s Nachts zijn ogen niet zo nuttig. Nachtvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs kunnen daarom niet<br />

zo goed zien. Maar ze kunnen wel heel goed ruiken. Nachtvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs gebruiken hun<br />

voelsprieten als neus. Met hun voelsprieten kunnen ze voedsel over kilometers<br />

afstand ruiken.<br />

Koud<br />

Dagvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs kunnen lekker <strong>in</strong> het zonnetje gaan zitten als ze het koud krijgen. ‟s<br />

Nachts is er geen zon, dus nachtvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs hebben iets an<strong>de</strong>rs verzonnen tegen <strong>de</strong><br />

kou. Als ze warmer willen wor<strong>de</strong>n om te kunnen vliegen, gaan ze heel snel met<br />

hun vleugels trillen. Daar krijgen ze het warm van. Ze hebben ook een soort<br />

vachtje van dunne haren. Daardoor blijven ze ook beter warm.<br />

Families<br />

Er zijn 54 soorten dagvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs. En er zijn wel 2000 soorten nachtvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs. Om al<br />

die soorten uit elkaar te hou<strong>de</strong>n, zijn ze ver<strong>de</strong>eld <strong>in</strong> families. Vaak kun je aan <strong>de</strong><br />

naam van <strong>de</strong> familie horen hoe <strong>de</strong> vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs of <strong>de</strong> rupsen eruit zien. Bij <strong>de</strong><br />

spanners loopt <strong>de</strong> rups door zich op te spannen en weer uit te rekken. Spanners<br />

hebben namelijk geen buikpoten. De rupsen van <strong>de</strong> beervl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs zijn harig als<br />

een beer. De nachtpauwoog heeft net als <strong>de</strong> dagpauwoog grote vlekken op zijn<br />

vleugels die op ogen lijken. De rupsen van <strong>de</strong> pijlstaart hebben een puntje aan<br />

<strong>de</strong> achterkant.


Opdracht<br />

Vul bij <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> drie z<strong>in</strong>nen op <strong>de</strong> stippellijntjes „dag‟ of „nacht‟ <strong>in</strong>:<br />

1. ................vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs zijn meestal onopvallend gekleurd omdat zij overdag<br />

slecht zichtbaar moeten zijn.<br />

2. ................vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs kunnen beter ruiken dan .................vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs.<br />

3. Er zijn maar 54 soorten ............. vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland en bijna 2000<br />

soorten ................... vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs<br />

4. ................vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs gaan <strong>in</strong> <strong>de</strong> zon zitten en ................vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs gaan met<br />

hun vleugels trillen als ze zich willen<br />

opwarmen.<br />

Dag vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs kijken.<br />

Opdracht:<br />

Je gaat <strong>in</strong> 2 tallen een vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rbloem maken, daarna ga met je zelf gemaakte<br />

bloem vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs lokken <strong>in</strong> <strong>de</strong> vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rtu<strong>in</strong>. Dit leidt tot een on<strong>de</strong>rzoekje, welke<br />

vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs komen er op <strong>de</strong> vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rbloem af?<br />

Het on<strong>de</strong>rzoek werk je uit aan <strong>de</strong> hand van een biologisch verslag. Ver<strong>de</strong>rop <strong>in</strong><br />

dit lespakket lees je aan welke eisen je verslag moet voldoen.<br />

Het is belangrijk dat je voor een on<strong>de</strong>rzoek een on<strong>de</strong>rzoeksvraag opstelt.<br />

Je weet wat je gaat on<strong>de</strong>rzoek dus vul <strong>in</strong>:<br />

Mijn on<strong>de</strong>rzoeksvraag:<br />

……………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………….………………………………………………………………………………………………………………………..<br />

(zie het werkblad vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rbloem maken)<br />

Werkblad Vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rbloem maken.


Je gaat met behulp van dit werkblad<br />

een vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rbloem maken, <strong>in</strong> <strong>de</strong> afbeeld<strong>in</strong>g hierlangs zie je<br />

ongeveer hoe <strong>de</strong>ze eruit komt te zien.<br />

Schematische vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rbloem<br />

Benodigdhe<strong>de</strong>n:<br />

- Stevig karton<br />

- 4 Cuvetjes<br />

- Plastic buis: 1 cm doorsne<strong>de</strong> en 50 cm lang.<br />

Werkwijzen:<br />

- Je tekent een eenvoudig bloem op een vel<br />

gekleurd karton.<br />

Bv. <strong>de</strong> bloem die hier naast staat afgebeeld.<br />

Deze bloem moet ongeveer 25 cm breed zijn<br />

- Knip <strong>de</strong> bloem uit.<br />

- Maak 4 gaatjes <strong>in</strong> <strong>de</strong> bla<strong>de</strong>ren zodat je daar <strong>de</strong><br />

25 cm cuvetjes <strong>in</strong> kunt plaatsen. (Let op: zorg ervoor<br />

dat <strong>de</strong> cuvetjes er strak <strong>in</strong> zitten!)<br />

- Aan <strong>de</strong> cuvetjes zit nog een <strong>de</strong>kseltjes vast, knip <strong>de</strong>ze<br />

er vanaf, want die heb je niet nodig.<br />

- Als laatste maak je een steel voor <strong>de</strong> bloem, <strong>de</strong>ze maak je van een plastic<br />

buis van 50 cm lang.<br />

- Bevestig <strong>de</strong> buis aan <strong>de</strong> bloem door mid<strong>de</strong>l van strookjes karton<br />

Cuvetjes. Deze plak je aan <strong>de</strong> bloem en aan <strong>de</strong> buis vast. (zie <strong>de</strong><br />

afbeeld<strong>in</strong>g hier on<strong>de</strong>r)<br />

plakstrookjes<br />

Als je dit gedaan hebt is je vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rbloem klaar!<br />

Als je <strong>de</strong> vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rbloem gaat testen, moet je <strong>de</strong> cuvetjes vullen met hon<strong>in</strong>gwater.<br />

Hon<strong>in</strong>g water maak je als volgt:<br />

Je mengt <strong>in</strong> een schaaltje, 1 eetlepel honig met 3 eetlepels water. Goed mengen<br />

en dan kun je <strong>de</strong> cuvetjes vullen.<br />

Als je dit gedaan hebt neem je <strong>de</strong> bloem mee naar buiten en steek je hem <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

grond, nu kan het on<strong>de</strong>rzoek beg<strong>in</strong>nen! Let op <strong>de</strong>nk eerst na over je<br />

on<strong>de</strong>rzoeksvraag!! Succes!!


Wanneer kun je vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs<br />

kijken?<br />

Het weer en <strong>de</strong> tijd van het<br />

jaar zijn allebei belangrijk bij<br />

het kiezen van een goe<strong>de</strong> dag<br />

om naar vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs te gaan<br />

kijken.<br />

Het weer<br />

Als je gaat zoeken naar<br />

vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs kun je dat het beste<br />

doen met mooi weer. Met<br />

mooi weer zie je veel meer<br />

vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs dan met koud en nat<br />

weer. Dan is het warm genoeg<br />

voor vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs om te kunnen<br />

vliegen. Het is het beste als er<br />

niet te har<strong>de</strong> w<strong>in</strong>d staat, het<br />

lekker warm is en het<br />

zonnetje een beetje schijnt.<br />

De tijd van het jaar<br />

Afhankelijk van <strong>de</strong> perio<strong>de</strong><br />

waar<strong>in</strong> je vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs gaat kijken,<br />

zijn er verschillen<strong>de</strong> soorten te<br />

zien.<br />

Als het <strong>in</strong> maart alweer wat<br />

warmer wordt, kun je al <strong>de</strong><br />

eerste vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs zien vliegen.<br />

Dit zijn soorten die als vl<strong>in</strong><strong>de</strong>r<br />

hebben overw<strong>in</strong>terd zoals<br />

dagpauwoog, citroenvl<strong>in</strong><strong>de</strong>r,<br />

gehakkel<strong>de</strong> aurelia en kle<strong>in</strong>e<br />

vos. Juni is meestal een<br />

slechte vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rmaand omdat<br />

<strong>de</strong> meeste soorten dan eitje,<br />

rups of pop zijn. In juli en<br />

augustus vliegen er juist heel<br />

veel verschillen<strong>de</strong> soorten. In<br />

september en oktober zijn er<br />

al soorten uitgevlogen maar<br />

op zonnige herfstdagen zijn <strong>de</strong><br />

'laatvliegers' zoals <strong>de</strong> atalanta<br />

vaak <strong>in</strong> grote aantallen te<br />

zien.<br />

Alles bij elkaar heb je <strong>de</strong><br />

grootste kans om veel vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs<br />

te zien <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong>n half mei<br />

tot e<strong>in</strong>d mei en van beg<strong>in</strong> juli<br />

tot half september<br />

Wat moet je meenemen, als je <strong>de</strong><br />

vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rbloem gaat testen?<br />

Potlood en papier<br />

Neem potlood en papier mee als je vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs gaat<br />

kijken. Je kunt dan opschrijven welke vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs je ziet<br />

en hoeveel het er waren. Later kun je dan terugkijken<br />

hoeveel soorten je op een dag gezien hebt! Potlood en<br />

papier is ook makkelijk als je een vl<strong>in</strong><strong>de</strong>r niet kent. Je<br />

kunt alle bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n opschrijven en thuis<br />

opzoeken welke soort het misschien was.<br />

Verrekijker<br />

Ver<strong>de</strong>r kun je, als je die hebt of er ééntje kunt lenen,<br />

een verrekijker meenemen. Vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs die je niet zo goed<br />

kunt zien omdat ze wat ver<strong>de</strong>r weg vliegen, kun je met<br />

een verrekijker soms toch herkennen.<br />

Zoekkaart<br />

Tenslotte is het makkelijk om een zoekkaart om<br />

vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs mee te herkennen mee te nemen als je naar<br />

buiten gaat om vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs te kijken. Op een zoekkaart<br />

staan teken<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs die je buiten het<br />

meeste ziet.<br />

Ver<strong>de</strong>r is het belangrijk dat je tij<strong>de</strong>ns je on<strong>de</strong>rzoek<br />

rustig op een afstandje van je vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rbloem gaat<br />

observeren.<br />

Observeren doe je 30 m<strong>in</strong>uten lang.


Het verslag:<br />

Hieron<strong>de</strong>r v<strong>in</strong>d je een korte beschrijv<strong>in</strong>g over wat er allemaal<br />

<strong>in</strong> je verslag aanbod moet komen.<br />

- Titel:<br />

Boven een verslag moet een titel gezet wor<strong>de</strong>n. De titel moet dui<strong>de</strong>lijk maken<br />

waar het verslag over gaat.<br />

- Inleid<strong>in</strong>g:<br />

Om een on<strong>de</strong>rzoek goed te kunnen uitvoeren, moet je soms eerst<br />

achtergrond<strong>in</strong>formatie opzoeken. Die <strong>in</strong>formatie moet je verwerken <strong>in</strong> dit<br />

hoofdstuk. Denk eraan dat je nooit teksten of <strong>de</strong>len van teksten letterlijk over<br />

mag nemen uit een bron. Je moet <strong>de</strong> <strong>in</strong>formatie altijd <strong>in</strong> je eigen<br />

woor<strong>de</strong>n weergeven. Vergeet niet <strong>de</strong> bronnen te noteren.<br />

- On<strong>de</strong>rzoeksvraag:<br />

Waarom doe je <strong>de</strong> het on<strong>de</strong>rzoek? Wat wil je te weten komen?<br />

- Hypothese:<br />

Wat <strong>de</strong>nk je dat het antwoord is op <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksvraag ? Wat verwacht je?<br />

De hypothese moet niet zomaar een gok zijn, je moet dan ook nooit getallen<br />

vermel<strong>de</strong>n. Je moet altijd aangeven waarom je <strong>de</strong>nkt dat dit het antwoord is. Je<br />

maakt dan gebruik van d<strong>in</strong>gen die je al weet, van <strong>de</strong> theorie die je al gehad<br />

hebt.<br />

- Werkwijze:<br />

Benodigdhe<strong>de</strong>n:<br />

Welk materiaal heb je bij <strong>de</strong> proef gebruikt? Zet dit on<strong>de</strong>r elkaar.<br />

Werkwijze:<br />

Hoe heb je <strong>de</strong> proef/ het on<strong>de</strong>rzoek precies gedaan? De werkwijze moet heel<br />

nauwkeurig opgeschreven wor<strong>de</strong>n. Iemand an<strong>de</strong>rs moet het on<strong>de</strong>rzoek na<br />

kunnen doen! Maak, als dat mogelijk is, een afbeeld<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> opstell<strong>in</strong>g en geef<br />

er een toelicht<strong>in</strong>g bij.<br />

- Resultaten<br />

Wat heb je waargenomen? Wat heb je gezien? Wat heb je gemeten?<br />

Bij <strong>de</strong> resultaten horen <strong>de</strong> beschrijv<strong>in</strong>gen van wat je waargenomen hebt.<br />

Als <strong>de</strong> waarnem<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> getallen uitgedrukt wor<strong>de</strong>n, moet je <strong>de</strong>ze <strong>in</strong> een tabel<br />

zetten en van <strong>de</strong> verwerkte gegevens ook een grafiek maken.<br />

- Conclusie<br />

Wat blijkt uit je resultaten, Wat is je conclusie? Schrijf op wat je hebt geleerd uit<br />

<strong>de</strong> resultaten. De conclusie laat je zien wàt je te weten gekomen bent. Je geeft<br />

dus antwoord op <strong>de</strong> vraag die je <strong>in</strong> het doel gesteld hebt.<br />

- Evaluatie<br />

Is alles goed gegaan? Wat is er m<strong>in</strong><strong>de</strong>r goed gegaan?<br />

In dit <strong>de</strong>el schrijf je op wat je achteraf bekeken an<strong>de</strong>rs of beter had kunnen<br />

doen. Je kunt ook suggesties geven voor een verbeterd on<strong>de</strong>rzoek of een<br />

vervolgon<strong>de</strong>rzoek.


Rubric: Beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g on<strong>de</strong>rzoeksverslag.<br />

Namen: ………………………………………………………………………<br />

Klas: ……………………..<br />

Het verslag heeft<br />

een passen<strong>de</strong> titel.<br />

De <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>g geeft<br />

achtergrond<br />

<strong>in</strong>formatie en het is<br />

<strong>in</strong> eigenwoor<strong>de</strong>n<br />

weergegeven.<br />

De on<strong>de</strong>rzoeksvraag<br />

is dui<strong>de</strong>lijk.<br />

De hypothese is<br />

genoemd en<br />

uitgelegd.<br />

De werkwijzen<br />

bestaat uit:<br />

materiaal<br />

(puntsgewijs) en<br />

metho<strong>de</strong> -> kun je<br />

<strong>de</strong> proef uitvoeren<br />

aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong><br />

beschrijv<strong>in</strong>g?<br />

De resultaten zijn<br />

weergeven <strong>in</strong><br />

grafieken of<br />

tabellen<br />

De conclusie geeft<br />

antwoord op <strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rzoeksvraag.<br />

De evaluatie is<br />

dui<strong>de</strong>lijk en bevat<br />

goe<strong>de</strong> suggesties.<br />

De netheid van het<br />

verslag.<br />

Het verslag is<br />

dui<strong>de</strong>lijk en <strong>in</strong> goed<br />

Ne<strong>de</strong>rlands<br />

geschreven.<br />

Niet<br />

aanwezig<br />

(0)<br />

Onvoldoen<strong>de</strong><br />

(1)<br />

Voldoen<strong>de</strong><br />

(2)<br />

Goed<br />

30 / behaald aantal punten<br />

Totaal aantal punten= = …………………<br />

3,0<br />

(3)


Vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rkaart


Nachtvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs lokken<br />

Krijg je er geen genoeg van, dan heb je hier nog een leuke opdracht voor<br />

thuis!!<br />

Wil je een keer nachtvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs zien, dan kun je ze na<br />

zonson<strong>de</strong>rgang proberen te lokken. Dat kan op twee manieren:<br />

met licht of met stroop.<br />

Met licht<br />

Je hebt vast wel eens ‟s avonds bij een lamp wat nachtvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs zien rondvliegen.<br />

Nachtvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs wor<strong>de</strong>n aangetrokken door licht. Dat is heel handig als je ze wilt<br />

bekijken. De beste manier om ze te lokken is door een wit laken vlak achter een<br />

lamp te spannen. De vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs zullen dan rustig op het laken gaan zitten.<br />

Met stroop<br />

Sommige nachtvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs zijn ‟s nacht op zoek naar nectar uit bloemen. Ze komen op<br />

<strong>de</strong> zoete geur van nectar af, ze kunnen immers goed ruiken.<br />

Je kunt die geur namaken met een mengseltje van alcohol en stroop. Elke<br />

nachtvl<strong>in</strong><strong>de</strong>ron<strong>de</strong>rzoeker heeft zijn eigen (vaak geheime) recept. Een beproeft<br />

recept is het volgen<strong>de</strong>: Neem 200 ml suikerstroop, 2 eetlepels suiker en een<br />

scheutje bier of wijn. Je kunt er ook wat ro<strong>de</strong> vruchtensap bij doen. Roer het<br />

goed door elkaar. Het mengsel wordt nog lekker<strong>de</strong>r als je het een dag laat staan,<br />

zodat het gaat gisten. Dit lokvoer smeer je op <strong>de</strong> bast van een boom of<br />

bijvoorbeeld op een paaltje. Hiervoor kun je een kwast of een ou<strong>de</strong> afwasborstel<br />

gebruiken. Als het goed donker is gewor<strong>de</strong>n, ga je met een zaklamp <strong>de</strong><br />

„gestroopte„ bomen langs om te kijken naar <strong>de</strong> nachtvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs.<br />

Basisrecept<br />

Suikerstroop (1 pot)<br />

Extra suiker (2 eetlepels)<br />

Bier, wijn en/of<br />

vruchtenlikeur<br />

Hoe werkt het?<br />

Maak het recept een paar dagen van tevoren. Dan kan <strong>de</strong> alcohol lekker<br />

<strong>in</strong>werken.<br />

Vanaf een uur voor <strong>de</strong> zon on<strong>de</strong>r gaat kun je <strong>de</strong> stroop op bomen smeren.<br />

Smeer het zo hoog dat je het goed kunt zien, en merk <strong>de</strong> boom (bijvoorbeeld<br />

met een punaise) zodat je hem <strong>in</strong> het donker terug kunt v<strong>in</strong><strong>de</strong>n. Het beste zijn<br />

bomen die niet <strong>in</strong> het licht staan en een beetje ruw zijn, bijvoorbeeld eik en<br />

<strong>de</strong>n.<br />

Als het donker is kun je <strong>de</strong> bomen gaan bekijken met een zaklamp. De vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs<br />

dr<strong>in</strong>ken van <strong>de</strong> stroop en wor<strong>de</strong>n een beetje sloom van <strong>de</strong> alcohol, waardoor ze<br />

rustig blijven zitten.<br />

Sommige vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs laten zich naar bene<strong>de</strong>n vallen als ze beschenen wor<strong>de</strong>n. Kijk<br />

dus ook altijd even aan <strong>de</strong> voet van <strong>de</strong> boom!


E<strong>in</strong><strong>de</strong>valuatie<br />

Hoe verliep <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g? Goed/ niet goed? En waarom?<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………..<br />

Waren <strong>de</strong> taken goed ver<strong>de</strong>eld? Allebei evenveel gedaan?<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………..<br />

Wat hebben jullie geleerd van <strong>de</strong>ze opdrachten? en welke von<strong>de</strong>n jullie het<br />

leerzaamste om uit te voeren?<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Zijn jullie tevre<strong>de</strong>n over alle gemaakte opdrachten? waarom wel/ waarom niet?<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………..<br />

Wat zou<strong>de</strong>n jullie <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> keer an<strong>de</strong>rs doen? Waar zijn jullie tegenaan gelopen?<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………..


Docentenhandleid<strong>in</strong>g:<br />

In <strong>de</strong>ze docentenhandleid<strong>in</strong>g v<strong>in</strong>d u kort en<br />

bondig <strong>in</strong>formatie over het lespakket vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs<br />

lokken.<br />

Let op !! Dit lespakket is enkel alleen uit te<br />

voeren wanneer er vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland<br />

aanwezig zijn. Dit is <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van e<strong>in</strong>d<br />

maart tot e<strong>in</strong>d september.<br />

Leson<strong>de</strong>rwerp:<br />

- V<strong>in</strong><strong>de</strong>rs<br />

Lesduur:<br />

- 3 a 4 lessen.<br />

Lesdoelstell<strong>in</strong>gen:<br />

- De leerl<strong>in</strong>g kan aangeven wat het verschil is tussen nacht- en dag vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs.<br />

- De leerl<strong>in</strong>g kan een aantal soorten vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs noemen en uiterlijke kenmerken<br />

benoemen.<br />

- De leerl<strong>in</strong>g kan een biologisch verslag schrijven.<br />

- De leerl<strong>in</strong>g kan een praktisch werkstukje maken.<br />

- De leerl<strong>in</strong>g kan samenwerken met een klasgenoot.<br />

Verwachte of aangenomen beg<strong>in</strong>situatie:<br />

- De leerl<strong>in</strong>g weet we<strong>in</strong>ig of niets van vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs af enkele alleen <strong>in</strong>formatie<br />

verkregen uit hun leefomgev<strong>in</strong>g.<br />

Lesschema:<br />

Activiteiten: Activiteit docent:<br />

Les 1 - Introductie De docent <strong>in</strong>troduceert <strong>de</strong> lesbrief, door uit te leggen<br />

lesbrief wat <strong>de</strong> opdracht is. Daarna zet <strong>de</strong> docent <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen<br />

- Bijbehoren<strong>de</strong> aan het werk, <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen kunnen het lesmateriaal<br />

opdrachten volgen, ze maken eerst <strong>de</strong> vragen en maken daarna <strong>de</strong><br />

maken. vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rbloem.<br />

- Maken<br />

Vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rbloem.<br />

Les 2 Het on<strong>de</strong>rzoek De leerl<strong>in</strong>gen gaan met hun zelf gemaakte vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rbloem<br />

<strong>de</strong> Corpac tu<strong>in</strong> <strong>in</strong>. (bij een grote klas, zou je eventueel<br />

<strong>de</strong> klas <strong>in</strong> groepen kunnen ver<strong>de</strong>len) leerl<strong>in</strong>gen moeten<br />

30 m<strong>in</strong>uten <strong>de</strong> vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rbloem observeren en<br />

waarnem<strong>in</strong>gen noteren. Geef <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen <strong>de</strong> vl<strong>in</strong><strong>de</strong>r<br />

zoekkaart mee. Daarna kunnen ze een start maken met<br />

het uitwerken van het on<strong>de</strong>rzoek.<br />

Les 3 Het uitwerken van Leerl<strong>in</strong>gen kunnen het verslag uitwerken met behulp<br />

het on<strong>de</strong>rzoek. van een computer. Wanneer ze het niet af hebben is dit<br />

huiswerk. Het verslag kan beoor<strong>de</strong>eld wor<strong>de</strong>n, zie <strong>de</strong><br />

rubric. Ver<strong>de</strong>r v<strong>in</strong>d je <strong>in</strong> het leerl<strong>in</strong>gen <strong>de</strong>el ook een lijst<br />

met eisen waaraan het biologische verslag moet<br />

voldoen.


Benodigdhe<strong>de</strong>n:<br />

Voor <strong>de</strong> vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rbloem: (per bloem)<br />

- Stevig karton<br />

- 4 cuvetjes per bloem.<br />

- Plastic buis 1 cm doorsne<strong>de</strong> en 50 cm lang.<br />

- Plak<br />

- Schaar<br />

- Hon<strong>in</strong>g (voor het hon<strong>in</strong>gwater)<br />

Achtergrond <strong>in</strong>formatie:<br />

Vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs behoren b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> klasse <strong>in</strong>secten tot <strong>de</strong> or<strong>de</strong> Lepidoptera. De letterlijke<br />

vertal<strong>in</strong>g daarvan is „schubvleugeligen‟. De vleugels van vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs zijn namelijk be<strong>de</strong>kt<br />

met schubben, die op verschillen<strong>de</strong> manieren licht absorberen. Zo krijgen ze <strong>de</strong> voor<br />

ons zichtbare kleuren en teken<strong>in</strong>g. Vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs of schubvleugeligen (Lepidoptera) zijn een<br />

groep van gevleugel<strong>de</strong> <strong>in</strong>secten.<br />

De or<strong>de</strong> van <strong>de</strong> vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs is na die van <strong>de</strong> kevers <strong>de</strong> grootste on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> dieren: er zijn<br />

ongeveer 160.000 beschreven soorten. Vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs leven <strong>in</strong> uiteenlopen<strong>de</strong> biotopen: van<br />

kou<strong>de</strong> toendra's tot woestijnachtige gebie<strong>de</strong>n. De meeste soorten leven<br />

<strong>in</strong> tropische of subtropische gebie<strong>de</strong>n. An<strong>de</strong>rs dan <strong>de</strong> meeste <strong>in</strong>secten zijn vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs<br />

geliefd bij het grote publiek. Veel volwassen vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs hebben een opvallend uiterlijk en<br />

kunnen bovendien niet steken of bijten. Ze spelen een rol <strong>in</strong> verschillen<strong>de</strong> culturen en<br />

zijn een veel gebruikt on<strong>de</strong>rwerp <strong>in</strong> <strong>de</strong> kunst. Vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs hebben vaak een<br />

karakteristieke flad<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> vlucht en sterk uiteenlopen<strong>de</strong> vleugelkleuren die bij een<br />

aantal soorten als <strong>de</strong>coratief wor<strong>de</strong>n beschouwd. Omdat het lichaam gemakkelijk te<br />

conserveren is en <strong>de</strong> soms bonte kleuren hierbij niet verloren gaan wor<strong>de</strong>n vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs al<br />

s<strong>in</strong>ds lange tijd over <strong>de</strong> gehele wereld verzameld.<br />

De larven van vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs wor<strong>de</strong>n rupsen genoemd. De rupsen van sommige vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs<br />

kunnen door hun vraatzucht grote scha<strong>de</strong> aan gewassen aanrichten. An<strong>de</strong>re soorten<br />

kunnen bij mensen allergische reacties veroorzaken door hun<br />

van brandharen voorziene huid.<br />

Vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs hebben vrijwel alle <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> lichaamsbouw maar kennen een grote variatie <strong>in</strong><br />

<strong>de</strong> vorm en grootte van <strong>de</strong> vleugels, ook <strong>de</strong> vleugelkleuren en -patronen verschillen<br />

vaak per soort. De rupsen kennen eveneens een enorme diversiteit aan vormen en<br />

zijn vaak goed van elkaar te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n. Veel vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs zijn gemakkelijk als zodanig<br />

te herkennen maar er zijn uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen. Zo zijn er ongevleugel<strong>de</strong> soorten en zijn er<br />

soorten die niet beschikken over <strong>de</strong> voor vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs zo kenmerken<strong>de</strong> roltong.<br />

Het verschil tussen dagvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs en nachtvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs<br />

De antennen van een dagvl<strong>in</strong><strong>de</strong>r, zoals dit geelsprietdikkpje (Thymelicus sylvestris),<br />

e<strong>in</strong>digen <strong>in</strong> een knopje.<br />

Er is een manier om dag- en nachtvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs gemakkelijk uit elkaar te hou<strong>de</strong>n: let op <strong>de</strong><br />

antennen van <strong>de</strong> vl<strong>in</strong><strong>de</strong>r. E<strong>in</strong>digen <strong>de</strong> antennen <strong>in</strong> een knopje, dan is het een<br />

dagvl<strong>in</strong><strong>de</strong>r. E<strong>in</strong>digen <strong>de</strong> antennen niet <strong>in</strong> een knopje, maar zijn ze draadvormig of<br />

geveerd, dan is het een nachtvl<strong>in</strong><strong>de</strong>r.<br />

Een uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g op <strong>de</strong>ze regel vormen <strong>de</strong> Zygaena-soorten uit <strong>de</strong> nachtvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rfamilie<br />

van <strong>de</strong> bloeddrupjes (Zygaenidae); <strong>de</strong>ze soorten hebben antennen met een knopje<br />

aan het uite<strong>in</strong><strong>de</strong>.<br />

Levenscyclus<br />

Aan <strong>de</strong> uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijke vl<strong>in</strong><strong>de</strong>r gaan een aantal stadia vooraf. Van eitje naar rups, van<br />

rups naar pop en van pop naar vl<strong>in</strong><strong>de</strong>r.


Eitje<br />

De eitjes wor<strong>de</strong>n afgezet op waardplant, <strong>de</strong> plant die <strong>de</strong> rups prefereert.<br />

Vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rvrouwtjes zijn <strong>in</strong> staat om geschikte waardplanten te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n omdat ze aan het<br />

uite<strong>in</strong><strong>de</strong> van hun pootjes een gevoelig orgaantje hebben waarmee ze suikers<br />

ongeveer 2000 keer sneller kunnen proeven dan een mens.<br />

Een vrouwtje zet soms meer dan hon<strong>de</strong>rd of zelfs duizend eitjes af. De eitjes wor<strong>de</strong>n<br />

vaak afzon<strong>de</strong>rlijk aan <strong>de</strong> plant vastgehecht, maar soms ook <strong>in</strong> groepjes. Er zijn ook<br />

soorten waarvan <strong>de</strong> vrouwtjes <strong>de</strong> eieren rondstrooien boven <strong>de</strong> vegetatie; <strong>de</strong> jonge<br />

rupsjes moeten dan zelf op zoek gaan naar <strong>de</strong> geschikte waardplant<br />

Rups<br />

Als <strong>de</strong> rups uit zijn eitje kruipt wil hij maar één d<strong>in</strong>g: eten. Tij<strong>de</strong>ns zijn ontwikkel<strong>in</strong>g<br />

moet <strong>de</strong> rups enkele malen vervellen omdat <strong>de</strong> huid niet meegroeit. Dit gebeurt<br />

meestal vier of vijf keer.<br />

Rupsen kunnen geduren<strong>de</strong> het hele jaar en op allerlei plaatsen wor<strong>de</strong>n aangetroffen.<br />

Veel vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rsoorten zijn als rups aanwezig tussen april en september. Sommige<br />

soorten kunnen gemakkelijk gevon<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> tu<strong>in</strong>, parken of wegbermen. Veel<br />

tu<strong>in</strong>planten wor<strong>de</strong>n door rupsen als voedsel gebruikt, zoals bijvoorbeeld<br />

kruisbloemigen, liguster en geraniums. Ook <strong>de</strong> hoekjes met „onkruid‟, zoals<br />

brandnetel of haagw<strong>in</strong><strong>de</strong>, zijn geschikt voor rupsen.<br />

Pop<br />

De laatste vervell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> rups is an<strong>de</strong>rs dan alle voorgaan<strong>de</strong> vervell<strong>in</strong>gen: <strong>in</strong> plaats<br />

van een zachte rupsenhuid komt er een stevige pophuid tevoorschijn.<br />

Veel rupsen verlaten vlak voor <strong>de</strong> laatste vervell<strong>in</strong>g <strong>de</strong> waardplant om zich <strong>in</strong> of op <strong>de</strong><br />

grond te verpoppen. Er zijn ook soorten die zichzelf vasthechten aan <strong>de</strong> waardplant;<br />

dit kan op verschillen<strong>de</strong> manieren. Sommige soorten sp<strong>in</strong>nen een zij<strong>de</strong>achtige cocon,<br />

vaak tussen bla<strong>de</strong>ren of achter schors. Er zijn ook soorten die zich b<strong>in</strong>nen <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

waardplant verpoppen.<br />

Hoelang het popstadium duurt hangt af van <strong>de</strong> soort. Bij een groot koolwitje duurt het<br />

ongeveer twee weken.<br />

Vl<strong>in</strong><strong>de</strong>r<br />

Tenslotte barst <strong>de</strong> pop open en kruipt <strong>de</strong> vl<strong>in</strong><strong>de</strong>r naar buiten. De vleugels zijn nat en<br />

opgevouwen en <strong>de</strong> vl<strong>in</strong><strong>de</strong>r kan nog niet vliegen. Vanuit het lijf wordt bloed <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

vleugels gepompt en krijgen <strong>de</strong> vleugels hun uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijke vorm. De vl<strong>in</strong><strong>de</strong>r kan tij<strong>de</strong>ns<br />

dit proces niet vliegen, en is dus erg kwetsbaar! Zodra <strong>de</strong> vleugels opgepompt zijn<br />

kan <strong>de</strong> vl<strong>in</strong><strong>de</strong>r vliegen en op zoek naar voedsel en een partner.<br />

Voor meer <strong>in</strong>formatie kijk op www.vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rnet.nl<br />

Wil je meer doen met het on<strong>de</strong>rwerp vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs??<br />

Neem dan bijvoorbeeld het begrip levenscyclus.<br />

Hieron<strong>de</strong>r v<strong>in</strong>d je een leuk filmpje over <strong>de</strong> levenscyclus van een koolwitje.<br />

http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20030611_koolwitje01


Didactische on<strong>de</strong>rbouw<strong>in</strong>g<br />

De lesbrief heeft als doel een on<strong>de</strong>rzoek doen naar dagvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs en <strong>de</strong><br />

resultaten verwerken <strong>in</strong> een natuurwetenschappelijk verslag.<br />

In <strong>de</strong> biologie is dit een belangrijk facet, maar ook bij an<strong>de</strong>re vakken wor<strong>de</strong>n<br />

er kle<strong>in</strong>e on<strong>de</strong>rzoekjes gedaan. Het natuurwetenschappelijk verslag kan voor<br />

vele on<strong>de</strong>rzoeken een leidraad zijn. Daarom is het belangrijk dat leerl<strong>in</strong>gen van<br />

af het beg<strong>in</strong> af aan hier mee leren werken. In <strong>de</strong>ze lesbrief wordt daardoor het<br />

natuurwetenschappelijk verslag eenvoudig weergegeven. Deze lesbrief is<br />

daardoor een mooie metho<strong>de</strong> om te oefenen met het maken van een<br />

natuurwetenschappelijk verslag.<br />

Er wordt aandacht besteed aan kennis overdracht. Er word <strong>in</strong>formatie gegeven<br />

over dag- en nachtvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs. Deze <strong>in</strong>formatie is vooral bedoeld als achtergrond<br />

<strong>in</strong>formatie bij het on<strong>de</strong>rzoek. Doormid<strong>de</strong>l van <strong>de</strong> vragen kan men controleren<br />

of dat <strong>de</strong> <strong>in</strong>formatie begrepen is.<br />

Deze lesbrief besteed ook aandacht aan het maken van een praktisch<br />

werkstukje.<br />

Het is belangrijk dat leerl<strong>in</strong>gen creatief kunnen <strong>de</strong>nken en praktische<br />

vaardighe<strong>de</strong>n ontwikkelen, daarom maakt <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g zelf zijn “vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rbloem.”<br />

Als laatste een aspect waar leerl<strong>in</strong>gen hun hele leven mee <strong>in</strong> aanrak<strong>in</strong>g komen:<br />

samenwerken. Ook <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze lesbrief wordt hier aandacht aan besteed.<br />

Leerl<strong>in</strong>gen werken <strong>in</strong> tweetallen en zullen samen <strong>de</strong> opdracht tot een goed e<strong>in</strong>d<br />

moeten brengen.<br />

Aan het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van dit project, word er dan ook geëvalueerd op het<br />

samenwerk<strong>in</strong>gsproces. Hiermee leert <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g omgaan met evalueren en<br />

reflecteren. Ook dit is een beg<strong>in</strong> waar men later <strong>in</strong> het leerproces profijt van<br />

heeft.


Waterbeoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g<br />

Poel<br />

Leerl<strong>in</strong>gen <strong>de</strong>el


Inleid<strong>in</strong>g:<br />

Bij dit on<strong>de</strong>rzoek ga je van <strong>de</strong> poel bij het<br />

Corpac huis op verschillen<strong>de</strong> plaatsen<br />

bepalen wat <strong>de</strong> kwaliteit van het water is.<br />

Hierbij wordt gekeken naar:<br />

1. Onbewuste verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen.<br />

Bijv. drijven<strong>de</strong> stoffen zoals, plastic, hout,<br />

en grotere, zweven<strong>de</strong> <strong>de</strong>len.<br />

2. Biologische verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen:<br />

<strong>de</strong> voedselrijkdom van het water (trofiegraad),<br />

<strong>de</strong> vervuil<strong>in</strong>gsgraad (saprobiegraad)<br />

en <strong>de</strong> waterkwaliteit aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> makro fauna (grote diertjes) die er<strong>in</strong><br />

het water voorkomen.<br />

3. Chemische en fysische verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen.<br />

De opgeloste stoffen zoals fosfaat, ammonium nitraat etc. <strong>in</strong> het water.<br />

De stoffen die we op <strong>de</strong> rivieren en an<strong>de</strong>re wateren lozen vormen een probleem als <strong>de</strong><br />

concentraties een bepaal<strong>de</strong> kritische waar<strong>de</strong> overstijgen. Deze kritische waar<strong>de</strong> is<br />

afhankelijk van het soort stof en is vaak niet scherp te trekken. Veel stoffen wor<strong>de</strong>n<br />

door <strong>de</strong> wateren waar ze <strong>in</strong> geloosd wor<strong>de</strong>n dusdanig verdund dat ze geen probleem<br />

meer vormen of ze wor<strong>de</strong>n door natuurlijke afbraak <strong>in</strong> het water omgezet <strong>in</strong><br />

onschuldige stoffen. Er tre<strong>de</strong>n problemen op als bijvoorbeeld zware metalen <strong>in</strong><br />

dusdanige hoeveelhe<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> wateren terechtkomen dat ze giftig wor<strong>de</strong>n voor<br />

organismen die <strong>in</strong> het water leven. Zo ontstaan ook problemen als organische stoffen<br />

<strong>in</strong> grote hoeveelhe<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> wateren terecht komen en het zuurstofgehalte <strong>in</strong> het<br />

water door natuurlijke afbraak (oxidatie) dusdanig daalt dat vissen en microorganismen<br />

sterven.<br />

Welke verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen kun je <strong>in</strong> water aantreffen? We kunnen <strong>de</strong> stoffen<br />

on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>len <strong>in</strong> organische (koolstofbevatten<strong>de</strong>) en anorganische stoffen. In <strong>de</strong><br />

volgen<strong>de</strong> tabel zie je wat voorbeel<strong>de</strong>n van vervuilen<strong>de</strong> stoffen staan.<br />

staan.<br />

Tabel 1. Soorten van verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen.<br />

organische stoffen anorganische stoffen<br />

van natuurlijke oorsprong (bijv. mest) zware metalen (koper, z<strong>in</strong>k, lood enz.)<br />

zepen en wasmid<strong>de</strong>len nitraten en fosfaten uit kunstmest<br />

pestici<strong>de</strong>n (bijv. l<strong>in</strong>daan) chlori<strong>de</strong>n en sulfi<strong>de</strong>n<br />

chloorhou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> oplosmid<strong>de</strong>len (bijv.<br />

tri)<br />

Tegenwoordig is een belangrijke bron van watervervuil<strong>in</strong>g <strong>de</strong> <strong>in</strong>tensieve landbouw die<br />

met overschotten organische mest kampt en ook veel kunstmest gebruikt. Deze<br />

stoffen spoelen met het regenwater <strong>de</strong> wateren <strong>in</strong> en zorgen voor overbemest<strong>in</strong>g van<br />

het water. Ook bepaal<strong>de</strong> pestici<strong>de</strong>n (bijv. l<strong>in</strong>daan) zorgen soms voor problemen.<br />

Ook ligt <strong>de</strong> Corpac tu<strong>in</strong> bij een druk verkeerspunt. Hier komt veel autoverkeer langs<br />

waaruit veel uitlaatgassen komen. Deze slaan met bijvoorbeeld <strong>de</strong> regen neer en<br />

komen dan <strong>in</strong> <strong>de</strong> wateren terecht.


Besprek<strong>in</strong>g ecologie - voedselrelaties<br />

Besprek<strong>in</strong>g ecologie - voedselrelaties<br />

Elke vijver of beek, sloot of poel wordt gekenmerkt door bepaal<strong>de</strong> organismen. Welke<br />

organismen hier voorkomen is on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re afhankelijk van temperatuur, lichtsterkte,<br />

w<strong>in</strong>dsnelheid, waterkwaliteit, etc.. We noemen dit ook wel <strong>de</strong> abiotische factoren. Elk<br />

organisme heeft voor elk van <strong>de</strong>ze abiotische factoren een bepaal<strong>de</strong> voorkeur. Als een<br />

factor (of meer<strong>de</strong>re factoren) te fel afwijkt van <strong>de</strong> voorkeur van een organisme, dan<br />

zal dit organisme hier niet meer kunnen overleven. De tolerantiegrens is<br />

overschre<strong>de</strong>n. Bovendien zijn er bepaal<strong>de</strong> planten en dieren die zich gemakkelijker<br />

kunnen aanpassen dan an<strong>de</strong>re.<br />

Maar ook tussen <strong>de</strong> organismen zelf (tussen verschillen<strong>de</strong> soorten, tussen <strong>in</strong>dividuen<br />

van een zelf<strong>de</strong> soort, tussen leven<strong>de</strong> en do<strong>de</strong> organismen) bestaan bepaal<strong>de</strong> relaties.<br />

Enkele voorbeel<strong>de</strong>n: voedselaanbod, predatoren, concurrentie. Deze factoren wor<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong> biotische factoren genoemd.<br />

Biotische factoren<br />

Aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> 'voedselgewoonten' kan voor elk organisme het voed<strong>in</strong>gsniveau<br />

opgespoord wor<strong>de</strong>n. Met <strong>de</strong>ze gegevens is het mogelijk om <strong>de</strong> relaties tussen <strong>de</strong><br />

gevon<strong>de</strong>n leven<strong>de</strong> organismen te zoeken. Door een voorbeeld te zoeken voor een<br />

herbivoor, carnivoor 1ste or<strong>de</strong>, carnivoor 2<strong>de</strong> or<strong>de</strong> en een <strong>de</strong>tritivoor (leeft van dood<br />

organisch materiaal) kunnen voedselketens opgesteld wor<strong>de</strong>n.<br />

Gaat men nog een stap ver<strong>de</strong>r, verb<strong>in</strong>dt men verschillen<strong>de</strong> voedselketens en betrekt<br />

men ook an<strong>de</strong>re, niet-ge<strong>de</strong>term<strong>in</strong>eer<strong>de</strong> organismen (planten, micro-organismen) <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

besprek<strong>in</strong>g, dan kan men een voedselkr<strong>in</strong>gloop en voedselweb opbouwen, waarbij<br />

geïllustreerd wordt dat:<br />

niet enkel <strong>de</strong> relaties tussen <strong>de</strong> leven<strong>de</strong> organismen aan bod komen, maar dat<br />

ook <strong>de</strong> do<strong>de</strong> biomassa (behoren<strong>de</strong> tot <strong>de</strong> biotische factoren) hierbij een<br />

belangrijke rol speelt;<br />

organismen niet leven ten koste van één soort, maar dat zij meer<strong>de</strong>re soorten<br />

consumeren.<br />

De on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge afhankelijkheid tussen <strong>de</strong> organismen wordt hierbij aangetoond.<br />

Wanneer een bepaal<strong>de</strong> soort uit <strong>de</strong>ze levensgemeenschap verdwijnt, bijvoorbeeld ten<br />

gevolge van verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g, dan zal dit rechtstreeks gevolgen hebben voor <strong>de</strong> nog<br />

resteren<strong>de</strong> organismen. Nadat een voedselweb is opgebouwd, is het misschien<br />

<strong>in</strong>teressant om één of enkele schakels (organismen) te verwij<strong>de</strong>ren en na te gaan wat<br />

<strong>de</strong> gevolgen zijn voor <strong>de</strong> levensgemeenschap.<br />

Een overzicht van enkele trefwoor<strong>de</strong>n<br />

producenten bouwen vanuit zonlicht en m<strong>in</strong>eralen organisch materiaal op<br />

fotosynthetiseren<strong>de</strong> planten<br />

consumenten verbruiken het organisch materiaal<br />

herbivoren of planteneters<br />

carnivoren of vleeseters<br />

omnivoren of alleseters<br />

<strong>de</strong>tritivoren of afvaleters<br />

reducenten breken het niet geconsumeer<strong>de</strong> organisch materiaal af tot m<strong>in</strong>erale<br />

stoffen<br />

bacteriën en schimmels


Om een voedselpirami<strong>de</strong> te maken, moeten het aantal <strong>in</strong>dividuen en <strong>de</strong> biomassa (of<br />

<strong>de</strong> hoeveelheid energie) <strong>in</strong> <strong>de</strong> juiste verhoud<strong>in</strong>gen wor<strong>de</strong>n voorgesteld. Dit wordt<br />

eventueel a.d.h.v. een computermo<strong>de</strong>l ge<strong>de</strong>monstreerd.<br />

Abiotische factoren<br />

De structuurkenmerken van het water, <strong>de</strong> doorzichtigheid, <strong>de</strong> belicht<strong>in</strong>g, <strong>de</strong><br />

stroomsnelheid en <strong>de</strong> temperatuur zijn enkele natuurkundige factoren die het leven <strong>in</strong><br />

het biotoop beïnvloe<strong>de</strong>n. De chemische factoren zijn me<strong>de</strong> bepalend voor <strong>de</strong><br />

soortensamenstell<strong>in</strong>g en soortenrijkdom.<br />

Bepal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> waterkwaliteit<br />

Bijna ie<strong>de</strong>reen kan met het blote oog een waterloop of water bestempelen als niet,<br />

matig of sterk vervuild. Dit is een erg subjectieve wijze. Het is echter belangrijk om te<br />

beschikken over objectieve maatstaven. Een objectieve bepal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> waterkwaliteit<br />

kan gebeuren via chemische analysen, maar kan ook gebaseerd zijn op biologische<br />

studies (planktonon<strong>de</strong>rzoek, studie van ongewervel<strong>de</strong>). Een chemische analyse is<br />

alleen een momentopname en is beperkt tot <strong>de</strong> een watermonster, daar waar een<br />

biologische bepal<strong>in</strong>g ook het (recente) verle<strong>de</strong>n weerspiegelt en een beeld geeft van<br />

het waterig milieu als geheel. Bei<strong>de</strong> metho<strong>de</strong>n dienen elkaar aan te vullen: <strong>de</strong><br />

biologische bepal<strong>in</strong>g geeft een i<strong>de</strong>e over <strong>de</strong> omvang van <strong>de</strong> vervuil<strong>in</strong>g, terwijl een<br />

chemische analyse toelaat <strong>de</strong> aard van <strong>de</strong> vervuil<strong>in</strong>g vast te stellen.<br />

De biologische metho<strong>de</strong> steunt op 2 pr<strong>in</strong>cipes:<br />

naar gelang <strong>de</strong> gevoeligheid voor verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g zullen <strong>de</strong>ze soorten al dan<br />

niet voorkomen <strong>in</strong> zuiver of vervuild water; <strong>de</strong> meest gevoelige soorten zullen<br />

het eerst verdwijnen, terwijl <strong>de</strong> veelzijdige soorten het langst zullen stand<br />

hou<strong>de</strong>n.<br />

het aantal soorten of het totaal aantal systematische eenhe<strong>de</strong>n (totaal S.l.): <strong>in</strong><br />

niet verontre<strong>in</strong>igd water komt een groot aantal soorten voor, ie<strong>de</strong>r met (relatief<br />

we<strong>in</strong>ig <strong>in</strong>dividuen, terwijl <strong>in</strong> vervuild water een kle<strong>in</strong> aantal soorten voorkomt<br />

met zeer veel <strong>in</strong>dividuen per soort.<br />

Het totaal aantal systematische eenhe<strong>de</strong>n komt <strong>in</strong> het beste geval overeen met<br />

het aantal soorten. Determ<strong>in</strong>atie is echter niet altijd nodig of mogelijk (te<br />

moeilijk of te tijdrovend voor leerl<strong>in</strong>gen) tot op soortniveau. Dan volstaat<br />

<strong>de</strong>term<strong>in</strong>atie tot op het niveau van geslacht (genus), familie, ... =<br />

systematische groep. Het totaal aantal systematische eenhe<strong>de</strong>n komt dan<br />

overeen met het totaal aantal van <strong>de</strong>ze systematische groepen.<br />

De organismen die gebruikt wor<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> kwaliteitsbepal<strong>in</strong>g, noemen we<br />

bio<strong>in</strong>dicatoren, <strong>in</strong> dit geval zijn het <strong>de</strong> ongewervel<strong>de</strong> van het zoetwater. Dat <strong>de</strong><br />

biologische kwaliteitsbepal<strong>in</strong>g volgens <strong>de</strong> metho<strong>de</strong> van <strong>de</strong> ongewervel<strong>de</strong>, <strong>de</strong><br />

gestandaardiseer<strong>de</strong> norm is gewor<strong>de</strong>n, is geensz<strong>in</strong>s verbaz<strong>in</strong>gwekkend:


eenvoudige bemonster<strong>in</strong>g.<br />

relatief gemakkelijke herkenn<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>ze organismen.<br />

ongewervel<strong>de</strong> waterdieren zijn i<strong>de</strong>ale <strong>in</strong>dicatoren.<br />

Op veel manieren werken verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen na<strong>de</strong>lig <strong>in</strong> op <strong>de</strong> ecosystemen <strong>in</strong> het<br />

water. Sommige stoffen wor<strong>de</strong>n namelijk <strong>in</strong> zo grote hoeveelhe<strong>de</strong>n aangevoerd, dat<br />

ze bijna niet verwerkt kunnen wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> kr<strong>in</strong>glopen. An<strong>de</strong>re zijn vreemd voor <strong>de</strong><br />

natuur die ze dan vaak niet kan afbreken.<br />

Stoffen die verontre<strong>in</strong>igd werken, wor<strong>de</strong>n naar <strong>de</strong> bron van herkomst <strong>in</strong> <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong><br />

soorten on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>eld:<br />

A. Onbewuste verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen.<br />

Hiertoe behoren drijven<strong>de</strong> stoffen zoals, plastic, hout, en grovere, zweven<strong>de</strong> <strong>de</strong>len.<br />

"troep" zoals ou<strong>de</strong> fietsen, lege flessen, blikjes, tv's.<br />

b. Biologische verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen.<br />

Hiertoe behoren ziekteverwekken<strong>de</strong> virussen en bacteriën. Grote concentraties<br />

organisch afval, afkomstig uit rioler<strong>in</strong>gen, bio-<strong>in</strong>dustrie, melkfabrieken enz. zorgen<br />

vaar ophop<strong>in</strong>gen van bacteriën. Waar veel bacteriën aan het werk zijn, ontstaat<br />

zuurstofgebrek en stank. Het zuurstofgebrek heeft een na<strong>de</strong>lige <strong>in</strong>vloed op planten en<br />

dieren.<br />

c. Chemische en fysische verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen.<br />

Tot <strong>de</strong> chemische verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g rekenen we verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen door anorganische<br />

zouten, afbreekbare organische stoffen, giftige stoffen e.d. Een voorbeeld van een<br />

fysische verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g is <strong>de</strong> verhog<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> temperatuur: van het water.<br />

Wanneer we een uitspraak willen doen over <strong>de</strong> kwaliteit van water dan kunnen we <strong>de</strong><br />

volgen<strong>de</strong> maatstaven gebruiken:<br />

a. De soortenrijkdom<br />

In voedselarme wateren is over het algemeen <strong>de</strong> rijkdom aan soorten groter dan <strong>in</strong><br />

voedselrijk water (waar vaak meer organismen van slechts enkele soort voorkomen).<br />

b. De vervuil<strong>in</strong>gsgraad (Saprobie-graad).<br />

Hierbij gaat het om <strong>de</strong> mate van vervuil<strong>in</strong>g door natuurlijke organische stoffen. De<br />

vervuil<strong>in</strong>g wordt veroorzaakt doordat er meer organische stoffen <strong>in</strong> het water zitten<br />

dan <strong>de</strong> reducenten kunnen afbreken. De samenstell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> soorten is sterk<br />

afhankelijk van <strong>de</strong> vervuil<strong>in</strong>gsgraad.<br />

c. Het zuurstofgehalte van het water.<br />

In een natuurlijke levensgemeenschap behoort over langere tijd een evenwicht te<br />

bestaan tussen productie en consumptie van zuurstof door waterorganismen.<br />

d. De voedselrijkdom (trofiegraad).<br />

Bepaal<strong>de</strong> stoffen <strong>in</strong> het water, met name fosfaten en nitraten, bepalen <strong>de</strong><br />

plantengroei <strong>in</strong> belangrijke mate. Hoge sterk afwisselen<strong>de</strong> gehaltes van <strong>de</strong>ze stoffen<br />

kunnen <strong>de</strong> biologische kr<strong>in</strong>gloop tij<strong>de</strong>lijk of blijvend verstoren, omdat ze vooral <strong>de</strong><br />

algengroei sterk bevor<strong>de</strong>ren (die 's nachts voor zuurstofschaarste zorgen).<br />

e. De aanwezigheid van giftige, natuurvreem<strong>de</strong> stoffen.<br />

Voorbeel<strong>de</strong>n: bestrijd<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len ( <strong>in</strong>sectici<strong>de</strong>n, herbici<strong>de</strong>n).


Inleid<strong>in</strong>g praktisch ge<strong>de</strong>elte:<br />

Je werkt <strong>in</strong> groepjes van 4. Elke groep levert een verslag <strong>in</strong> dat volgens <strong>de</strong><br />

natuurwetenschappelijke <strong>de</strong>nkwijze is gemaakt: vraagstell<strong>in</strong>g -hypothese -werkwijze -<br />

resultaten -conclusie.<br />

Je maakt het verslag op <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> manier.<br />

Je beg<strong>in</strong>t met het schrijven van een:<br />

1. Probleemstell<strong>in</strong>g/Vraagstell<strong>in</strong>g.<br />

Je formuleert kort en krachtig wat je gaat on<strong>de</strong>rzoeken. Een vraagstell<strong>in</strong>g e<strong>in</strong>digt<br />

altijd met een vraagteken.<br />

Denk erom: een lezer weet nog van niets, dus geen <strong>de</strong>tails opnemen <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

vraagstell<strong>in</strong>g, die een lezer nog niets zeggen!!<br />

Hierna vertel je wat je <strong>de</strong>nkt wat uit je on<strong>de</strong>rzoek komt, je:<br />

2. Hypothese.<br />

Hier<strong>in</strong> vertel je dus wat je <strong>de</strong>nkt dat er uit je on<strong>de</strong>rzoek komt. Een hypothese wordt <strong>in</strong><br />

pr<strong>in</strong>cipe niet ver<strong>de</strong>r toegelicht. Pas aan het e<strong>in</strong>d van je on<strong>de</strong>rzoek conclu<strong>de</strong>er je of je<br />

hypothese goed of fout was.<br />

Ook nu: geen <strong>de</strong>tails <strong>in</strong> je hypothese, die <strong>de</strong> lezer niet kent!!<br />

3. Werkwijze.<br />

Een nauwkeurige beschrijv<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> proef die je uit gaat voeren, al dan niet<br />

toegelicht met een teken<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> proefopstell<strong>in</strong>g.<br />

4. Benodigdhe<strong>de</strong>n.<br />

Een lijst met materialen die je gaat gebruiken voor <strong>de</strong> proef.<br />

5. Resultaten.<br />

Je vermeldt nu alleen wat je voor gegevens hebt gekregen en niet wat daar uit af te<br />

lei<strong>de</strong>n valt. Dat komt pas hierna. De resultaten bevatten vaak tabellen en grafieken.<br />

Deze wel toelichten en niet <strong>de</strong>nken dat ze wel gesnapt wor<strong>de</strong>n. Dus zorg met name bij<br />

grafieken voor juiste bijschriften bij <strong>de</strong> assen!!<br />

6. Conclusie.<br />

Welk antwoord geven <strong>de</strong> resultaten op je vraagstell<strong>in</strong>g? Je vergelijkt die met je<br />

hypothese en conclu<strong>de</strong>ert of die goed of fout was.<br />

7. Discussie.<br />

Hier<strong>in</strong> kun je vermel<strong>de</strong>n wat er misschien mis is gegaan of an<strong>de</strong>rs had gemoeten. Een<br />

discussie hoef je niet te schrijven. Dus schrijf hier geen onz<strong>in</strong>nige, niet ter zake<br />

doen<strong>de</strong> opmerk<strong>in</strong>gen neer, an<strong>de</strong>rs kun die maar beter weglaten.<br />

8. Literatuur.<br />

Hier<strong>in</strong> komt een lijstje te staan met bronnen die je hebt geraadpleegd: boeken,<br />

artikelen, <strong>in</strong>ternet (met adres), enz.


Bepal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> waterkwaliteit<br />

Om <strong>de</strong> waterkwaliteit te bepalen wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> bepal<strong>in</strong>gen gedaan:<br />

Proef 1. Algemene bepal<strong>in</strong>gen:<br />

Je neemt een watermonster en let hierbij op kleur, geur, schuim en troebel<strong>in</strong>g,<br />

Biologische bepal<strong>in</strong>gen:<br />

Dit on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el bestaat uit 3 bepal<strong>in</strong>gen:<br />

Proef 2. Bepal<strong>in</strong>g waterkwaliteit met behulp van kle<strong>in</strong>e waterdieren (makrofauna);<br />

dit gebeurt via het systeem van Moller-Pillot. Bij dit systeem wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> organismen<br />

<strong>in</strong>ge<strong>de</strong>eld <strong>in</strong> groepen naar gelang van <strong>de</strong> verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gsgraad waarbij ze het meest<br />

voorkomen.


Proef 1. Algemene bepal<strong>in</strong>gen:<br />

Benodigdhe<strong>de</strong>n:<br />

▪ jampot<br />

Werkwijze:<br />

Je neemt <strong>in</strong> een jampot een monster van het te on<strong>de</strong>rzoeken water en kijkt naar <strong>de</strong><br />

volgen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len:<br />

- geur,<br />

- kleur,<br />

- schuim (geef dit aan met: 1=veel, 2=we<strong>in</strong>ig, 3=geen),<br />

- troebel<strong>in</strong>g (geef dit aan met: l=ondoorzichtig, 2=beetje ondoorzichtig,<br />

3=beetje doorzichtig, 4=hel<strong>de</strong>r).


Proef 2. Bepal<strong>in</strong>g waterkwaliteit met behulp van kle<strong>in</strong>e<br />

waterdieren (makrofauna);<br />

Inleid<strong>in</strong>g:<br />

On<strong>de</strong>r macrofauna verstaan we alle ongewervel<strong>de</strong> waterdieren, die met het blote oog<br />

zichtbaar zijn. De macrofauna is vooral <strong>in</strong>dicatief voor saprobie (vervuil<strong>in</strong>g), dat wil<br />

zeggen <strong>de</strong> afbraak <strong>in</strong> het ecosysteem. Deze komt behalve <strong>in</strong> <strong>de</strong> macrofaunalevensgemeenschap,<br />

tot uit<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> organische stof- en zuurstofhuishoud<strong>in</strong>g.<br />

De meeste makrofauna-soorten leven geduren<strong>de</strong> een perio<strong>de</strong> van 3 maan<strong>de</strong>n tot 2-<br />

jaar. Tij<strong>de</strong>ns hun leven staan ze voortdurend bloot aan <strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n <strong>in</strong> het<br />

water, zodat ze <strong>de</strong> toestand <strong>in</strong> het water weergeven van enkele maan<strong>de</strong>n tot enkele<br />

jaren voorafgaan<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> bemonster<strong>in</strong>g.<br />

Een (tij<strong>de</strong>lijke) verslechter<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> waterkwaliteit veroorzaakt sterfte van <strong>de</strong><br />

gevoeligste organismen, terwijl het relatief ger<strong>in</strong>ge aantal aan vervuil<strong>in</strong>g aangepaste<br />

soorten zich sterk kan vermeer<strong>de</strong>ren. De <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>ntele vervuil<strong>in</strong>g blijft lang zichtbaar <strong>in</strong><br />

<strong>de</strong> levensgemeenschap. Opgeloste organische stoffen oefenen op <strong>de</strong> macrofauna<br />

zowel <strong>in</strong>directe als directe <strong>in</strong>vloed uit.<br />

Directe effecten.<br />

1. Organische stoffen dienen als voedsel voor organismen uit <strong>de</strong> Eristalis-groep en <strong>de</strong><br />

chiromusgroep (zie blz. 12)<br />

2. Bij <strong>de</strong> afbraak van organische verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g kunnen actieve stoffen ontstaan zoals<br />

ammoniak, die direct <strong>in</strong>vloed uitoefenen op een aantal macrofauna soorten.<br />

3. Door een overmaat een organische stoffen v<strong>in</strong>dt er verlag<strong>in</strong>g van het<br />

zuurstofgehalte plaats.<br />

Indirecte effecten.<br />

Bij <strong>de</strong> afbraak van organische stoffen komen m<strong>in</strong>eralen vrij. Deze m<strong>in</strong>eralen zijn<br />

voedsel voor hogere waterplanten, mossen en plankton. Hierdoor zullen <strong>de</strong>ze soorten<br />

zich sterk uitbrei<strong>de</strong>n, wat <strong>in</strong>direct weer <strong>in</strong>vloed heeft op <strong>de</strong> macrofauna soorten.<br />

Uitbreid<strong>in</strong>g van hogere planten biedt levenskansen aan diersoorten die eer<strong>de</strong>r<br />

karakteristiek voor stilstaand water zijn. De consequentie is, dat meer dieren en meer<br />

soorten op kunnen tre<strong>de</strong>n: er is meer voedsel voor <strong>de</strong> herbivoren en meer<br />

schuilmogelijkheid voor organismen uit stilstaand water.<br />

Beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> macrofauna.<br />

Voor <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> waterkwaliteit op grond van <strong>de</strong> macrofauna, wordt<br />

gebruik gemaakt van een metho<strong>de</strong>, die afgeleid is van het systeem, dat ontwikkeld is<br />

door Moller-Pillot.<br />

Bij dit systeem wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> organismen <strong>in</strong>ge<strong>de</strong>eld <strong>in</strong> groepen naar gelang van <strong>de</strong><br />

verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gs-graad waarbij ze het meest voorkomen.


Tabel 2. Men on<strong>de</strong>rscheidt <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> 5 groepen van <strong>in</strong>dicatoren:<br />

fnemen<strong>de</strong><br />

organische<br />

verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g<br />

Eristalis-groep (Rattestaartlarven;<br />

larven van steekmuggen (witte<br />

muggelarven). Geen zuurstof<br />

een witte muggelarf<br />

(ware grootte ± 0,5 cm)<br />

De Chrironomus-groep (Ro<strong>de</strong><br />

muggelarven, Tubifex).<br />

We<strong>in</strong>ig soorten. Individuen <strong>in</strong> grote<br />

aantallen.<br />

Ro<strong>de</strong> muggelarf (ware grootte ± 0,5<br />

cm)<br />

De Hirud<strong>in</strong>ea-groep (Veel Bloedzuigers<br />

en waterpissebed<strong>de</strong>n)<br />

Bloedzuiger (ware grootte tussen <strong>de</strong> 1<br />

en <strong>de</strong> 4 cm)<br />

De Gammarus-groep (Veel Vlokreeftjes)<br />

De Calopteryx-groep (Veel haftelarven<br />

en Kokerjuffers )<br />

Larve van een haft (ware grootte ± 1 tot<br />

3 cm)<br />

een rattestaart<br />

(ware grootte ± 1,5 cm)<br />

Tubifex (ware grootte ±<br />

0,5 cm)<br />

Waterpissebed (ware<br />

grootte ± 1,5 cm)<br />

Vlokreeft (ware grote ±<br />

1,5 cm)<br />

larve van een kokerjuffer<br />

(ware grootte tussen <strong>de</strong> 1<br />

en 5 cm)


Ie<strong>de</strong>re groep bestaat uit een aantal soorten, die bij ongeveer <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />

verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gsgraad erg veel voorkomen. Men zal niet al <strong>de</strong>ze soorten bijeen v<strong>in</strong><strong>de</strong>n,<br />

doordat <strong>de</strong> aanwezigheid van een soort o.a. afhankelijk is van jaargetij<strong>de</strong>,<br />

stroomsnelheid en an<strong>de</strong>re factoren. Om <strong>de</strong> waterkwaliteit (K-waar<strong>de</strong>) te bepalen<br />

"Wordt' eerst bepaald welk percentage van <strong>de</strong> organismen - <strong>in</strong> <strong>de</strong> diverse<br />

vervuil<strong>in</strong>gsgroepen voorkomt. Vervolgens wordt het percentage van ie<strong>de</strong>re groep met<br />

een eigen weg<strong>in</strong>gsfactor vermenigvuldigd namelijk:<br />

Tabel 3. Weg<strong>in</strong>gsfactor voor <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> taxonomische groepen.<br />

Groep:<br />

Afkort<strong>in</strong>g Weg<strong>in</strong>gsfactor<br />

De Eristalis-groep (Rattestaartlarven;<br />

larven van steekmuggen (witte<br />

muggelarven)<br />

E 1<br />

De Chrironomus-groep (Ro<strong>de</strong> muggelarven,<br />

Tubifex)<br />

CH 1<br />

De Hirud<strong>in</strong>ea-groep (Veel Bloedzuigers en<br />

waterpissebed<strong>de</strong>n)<br />

H 3<br />

De Gammarus-groep (Veel Vlokreeftjes) G 5<br />

De Calopteryx-groep (Veel haftelarven en<br />

Kokerjuffers)<br />

Cal 5<br />

Bepalen van <strong>de</strong> kwaliteits<strong>in</strong><strong>de</strong>x (k-waar<strong>de</strong>) (1,3,5). Dit gebeurt via <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong><br />

formule.<br />

K(1,3,5) = 1 x (% E + % Ch) + 3 x (% H) + 5 x (% G + % Cal)<br />

Het getal wat hieruit komt (K-waar<strong>de</strong>) vergelijk je met <strong>de</strong> getallen <strong>in</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong><br />

tabel 4. Zo bepaal je <strong>de</strong> kwaliteit van het water.<br />

Tabel 4. Kwaliteitstabel van water.<br />

K(1,3,5)-waar<strong>de</strong> Kwaliteitsaanduid<strong>in</strong>g Kwaliteitsklasse<br />

100 t/m 179 Zeer slecht I<br />

180 t/m 259 Slecht II<br />

260 t/m 339 Matig III<br />

340 t/m 419 Goed IV<br />

420 t/m 500 Zeer goed V<br />

Benodigdhe<strong>de</strong>n:<br />

handzeven, planktonnetten, vijvernet<br />

emmers, liefst met <strong>de</strong>ksel<br />

fotobakken<br />

pipetten<br />

handloepen (10x)<br />

plastic petrischalen<br />

lepels<br />

verzameltabel<br />

zoekkaarten


Werkwijze:<br />

a. Schep met het metalen net wat platenmateriaal van <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>m of <strong>de</strong> oever <strong>in</strong><br />

<strong>de</strong> witte bak<br />

Let op dat veel organisch materiaal meeneemt (plantenresten etc.).<br />

b. On<strong>de</strong>rzoek het water of er dieren <strong>in</strong>zitten zoals tabel 2.<br />

Het is belangrijk voor <strong>de</strong> kwaliteitsbepal<strong>in</strong>g het aantal verschillen<strong>de</strong> soorten<br />

te bepalen die je hebt gevon<strong>de</strong>n. Dus niet het aantal <strong>in</strong>dividuen. Maak gebruik<br />

van <strong>de</strong> zoekkaarten die je van je docent gekregen hebt.<br />

Maak ook gebruik van een microscoop of vergroot glas, om <strong>de</strong> organismen te<br />

kunnen bekijken.<br />

c. noteer nu het aantal soorten dat je gevon<strong>de</strong>n hebt <strong>in</strong> <strong>de</strong> verzameltabel 5.<br />

d. Vul dan <strong>de</strong> kwaliteits<strong>in</strong><strong>de</strong>x (K) formule <strong>in</strong> en bereken <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> met behulp<br />

van <strong>de</strong> formule.<br />

e. Noteer <strong>de</strong> kwaliteitsklasse en <strong>de</strong> kwaliteitsaanduid<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> verzameltabel 6.<br />

Tabel 5. Verzameltabel K-waar<strong>de</strong><br />

Groep Soort dier<br />

De Eristalis-groep (E) Rattestaartlarven<br />

larven van steekmuggen (witte<br />

muggelarven)<br />

De Chrironomus-groep Ro<strong>de</strong> muggelarven<br />

(Ch)<br />

Tubifex<br />

De Hirud<strong>in</strong>ea-groep (H) Bloedzuigers<br />

Waterpissebed<strong>de</strong>n<br />

De Gammarus-groep (G) Vlokreeftjes<br />

De Calopteryx-groep<br />

(Cal)<br />

Haftelarven<br />

Kokerjuffers<br />

Aantal soorten<br />

K(1,3,5) = 1 x (% E……. + % Ch…………) + 3 x (% H……….) + 5 x (% G……….<br />

+ % Cal…….)<br />

Tabel 6. Verzameltabel van <strong>de</strong> biologische proeven.<br />

Proef 1. algemene bepal<strong>in</strong>gen<br />

Geur<br />

Kleur<br />

Schuim<br />

Troebel<strong>in</strong>g<br />

Watermonster<br />

Proef 2. Waterkwaliteitsbepal<strong>in</strong>g<br />

op grond van makrofauna. (Kwaar<strong>de</strong>).<br />

K-waar<strong>de</strong> Aanduid<strong>in</strong>g:


Invulformulier proef 2. Waterkwaliteitsbepal<strong>in</strong>g op grond van makrofauna. (K-waar<strong>de</strong>)<br />

Tabel 7. Verzameltabel K-waar<strong>de</strong><br />

Groep Soort dier<br />

De Eristalis-groep (E) Rattestaartlarven<br />

De Chrironomus-groep<br />

(Ch)<br />

larven van steekmuggen(witte<br />

muggelarven)<br />

Ro<strong>de</strong> muggelarven,<br />

Tubifex<br />

De Hirud<strong>in</strong>ea-groep (H) Bloedzuigers<br />

Waterpissebed<strong>de</strong>n<br />

De Gammarus-groep (G) Vlokreeftjes<br />

De Calopteryx-groep (Cal) Haftelarven<br />

Kokerjuffers<br />

Aantal<br />

soorten<br />

K(1,3,5) = 1 x (% E……. + % Ch…………) + 3 x (% H……….) + 5 x (% G……….<br />

+ % Cal…….)


Figuur 1: Zoekkaart waterorganismen


E<strong>in</strong><strong>de</strong>valuatie<br />

Hoe verliep <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g? Goed/ niet goed? En waarom?<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………..<br />

Waren <strong>de</strong> taken goed ver<strong>de</strong>eld? Allebei evenveel gedaan?<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………..<br />

Wat hebben jullie geleerd van <strong>de</strong>ze opdrachten? en welke von<strong>de</strong>n jullie het<br />

leerzaamste om uit te voeren?<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Zijn jullie tevre<strong>de</strong>n over alle gemaakte opdrachten? waarom wel/ waarom niet?<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………..<br />

Wat zou<strong>de</strong>n jullie <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> keer an<strong>de</strong>rs doen? Waar zijn jullie tegenaan gelopen?<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………..


Docentenhandleid<strong>in</strong>g:<br />

In <strong>de</strong>ze docentenhandleid<strong>in</strong>g v<strong>in</strong>d u kort en bondig <strong>in</strong>formatie over het<br />

lespakket waterbeoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g poel<br />

Let op !! Dit lespakket is enkel uit te voeren <strong>in</strong> tussen <strong>de</strong> maan<strong>de</strong>n maart en<br />

november. De an<strong>de</strong>re maan<strong>de</strong>n zijn <strong>de</strong> waterbewoners verscholen diep <strong>in</strong> het<br />

water.<br />

Leson<strong>de</strong>rwerp:<br />

- Waterbeoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g Poel<br />

Lesduur:<br />

- 1 a 3 lessen.<br />

Lesdoelstell<strong>in</strong>gen:<br />

- De leerl<strong>in</strong>g kan aan <strong>de</strong> hand van een watermonster <strong>de</strong> kleur, geur<br />

troebelligheid en <strong>de</strong> hoeveelheid schuim bepalen.<br />

- De leerl<strong>in</strong>g kan het verschil zien tussen verschillen<strong>de</strong> waterorganismen.<br />

- De leerl<strong>in</strong>g kan een biologisch verslag schrijven.<br />

- De leerl<strong>in</strong>g kan samenwerken met een klasgenoot.<br />

Verwachte of aangenomen beg<strong>in</strong>situatie:<br />

- De leerl<strong>in</strong>g heeft zich wat verdiept <strong>in</strong> <strong>de</strong> poel en <strong>de</strong> leven<strong>de</strong> organisme <strong>in</strong><br />

<strong>de</strong> poel. Dit heeft <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>ge gedaan door <strong>de</strong> teksten uit het leerl<strong>in</strong>gen<br />

<strong>de</strong>el te lezen. De leerl<strong>in</strong>g kan doormid<strong>de</strong>l van <strong>de</strong>ze stof <strong>de</strong> proeven<br />

uitvoeren.<br />

Lesschema:<br />

Activiteiten: Activiteit docent:<br />

Les 1 - Introductie De docent legt uit waar <strong>de</strong>ze lesbrief over gaat. De<br />

lesbrief docent legt het een en an<strong>de</strong>r uit over <strong>de</strong> poel en<br />

- Opdracht <strong>de</strong> diversiteit rondom <strong>de</strong> poel. Ook vertelt hij was<br />

uitleggen er <strong>in</strong> <strong>de</strong> poel kan leven en waar dit op kan dui<strong>de</strong>n.<br />

- Groepjes Hierna legt hij het verband met <strong>de</strong> opdracht.<br />

maken. Als laatste wor<strong>de</strong>n groepjes van ongeveer 3 a 4<br />

personen gemaakt.<br />

Het is <strong>de</strong> bedoel<strong>in</strong>g dat <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen thuis <strong>de</strong><br />

proeven voorberei<strong>de</strong>n.<br />

Les 2 Het on<strong>de</strong>rzoek De leerl<strong>in</strong>gen hebben <strong>de</strong> proeven <strong>in</strong> groepjes<br />

voorbereid. Ze moeten nu echt aan <strong>de</strong> slag. Ze<br />

gaan on<strong>de</strong>r leid<strong>in</strong>g van begelei<strong>de</strong>rs en docent naar<br />

<strong>de</strong> poel om daar ver<strong>de</strong>r te gaan met hun<br />

on<strong>de</strong>rzoek.<br />

Les 3 Het uitwerken van De leerl<strong>in</strong>gen kunnen hun proef <strong>in</strong> <strong>de</strong> les<br />

het on<strong>de</strong>rzoek. uitwerken en afmaken. Wanneer ze vragen<br />

hebben kunnen ze dat <strong>de</strong>ze les vragen. Ze moeten<br />

het verslag <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> les <strong>in</strong>leveren.


Benodigdhe<strong>de</strong>n:<br />

Proef 1<br />

- Jampotje<br />

Proef 2:<br />

- handzeven, planktonnetten, vijvernet<br />

- emmers, liefst met <strong>de</strong>ksel<br />

- Fotobakken<br />

- pipetten<br />

- handloepen (10x)<br />

- plastic petrischalen<br />

- lepels<br />

- verzameltabel<br />

- zoekkaarten<br />

Achtergrond <strong>in</strong>formatie<br />

Bij dit on<strong>de</strong>rzoek ga je van <strong>de</strong> poel bij het Corpac huis op verschillen<strong>de</strong> plaatsen<br />

bepalen wat <strong>de</strong> kwaliteit van het water is. Hierbij wordt gekeken naar:<br />

1. Onbewuste verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen. Bijv. drijven<strong>de</strong> stoffen zoals, plastic, hout, en<br />

grotere, zweven<strong>de</strong> <strong>de</strong>len.<br />

2. Biologische verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen: <strong>de</strong> voedselrijkdom van het water (trofie-graad), <strong>de</strong><br />

vervuil<strong>in</strong>gsgraad (saprobie-graad) en <strong>de</strong> waterkwaliteit aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> makro<br />

fauna (grote diertjes) die er<strong>in</strong> het water voorkomen.<br />

3. Chemische en fysische verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen. De opgeloste stoffen zoals fosfaat,<br />

ammonium nitraat etc. <strong>in</strong> het water.<br />

De stoffen die we op <strong>de</strong> rivieren en an<strong>de</strong>re wateren lozen vormen een probleem als <strong>de</strong><br />

concentraties een bepaal<strong>de</strong> kritische waar<strong>de</strong> overstijgen. Deze kritische waar<strong>de</strong> is<br />

afhankelijk van het soort stof en is vaak niet scherp te trekken. Veel stoffen wor<strong>de</strong>n<br />

door <strong>de</strong> wateren waar ze <strong>in</strong> geloosd wor<strong>de</strong>n dusdanig verdund dat ze geen probleem<br />

meer vormen of ze wor<strong>de</strong>n door natuurlijke afbraak <strong>in</strong> het water omgezet <strong>in</strong><br />

onschuldige stoffen. Er tre<strong>de</strong>n problemen op als bijvoorbeeld zware metalen <strong>in</strong><br />

dusdanige hoeveelhe<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> wateren terechtkomen dat ze giftig wor<strong>de</strong>n voor<br />

organismen die <strong>in</strong> het water leven. Zo ontstaan ook problemen als organische stoffen<br />

<strong>in</strong> grote hoeveelhe<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> wateren terecht komen en het zuurstofgehalte <strong>in</strong> het<br />

water door natuurlijke afbraak (oxidatie) dusdanig daalt dat vissen en microorganismen<br />

sterven.<br />

Welke verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen kun je <strong>in</strong> water aantreffen? We kunnen <strong>de</strong> stoffen<br />

on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>len <strong>in</strong> organische (koolstofbevatten<strong>de</strong>) en anorganische stoffen. In <strong>de</strong><br />

volgen<strong>de</strong> tabel zie je wat voorbeel<strong>de</strong>n van vervuilen<strong>de</strong> stoffen staan.<br />

staan.<br />

Tabel 1. Soorten van verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen.<br />

organische stoffen anorganische stoffen<br />

van natuurlijke oorsprong (bijv. mest) zware metalen (koper, z<strong>in</strong>k, lood enz.)<br />

zepen en wasmid<strong>de</strong>len nitraten en fosfaten uit kunstmest<br />

pestici<strong>de</strong>n (bijv. l<strong>in</strong>daan) chlori<strong>de</strong>n en sulfi<strong>de</strong>n<br />

chloorhou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> oplosmid<strong>de</strong>len (bijv.<br />

tri)<br />

Tegenwoordig is een belangrijke bron van watervervuil<strong>in</strong>g <strong>de</strong> <strong>in</strong>tensieve landbouw die<br />

met overschotten organische mest kampt en ook veel kunstmest gebruikt. Deze<br />

stoffen spoelen met het regenwater <strong>de</strong> wateren <strong>in</strong> en zorgen voor overbemest<strong>in</strong>g van<br />

het water. Ook bepaal<strong>de</strong> pestici<strong>de</strong>n (bijv. l<strong>in</strong>daan) zorgen soms voor problemen.


Ook ligt <strong>de</strong> Corpac tu<strong>in</strong> bij een druk verkeerspunt. Hier komt veel autoverkeer langs<br />

waaruit veel uitlaatgassen komen. Deze slaan met bijvoorbeeld <strong>de</strong> regen neer en<br />

komen dan <strong>in</strong> <strong>de</strong> wateren terecht.<br />

Besprek<strong>in</strong>g ecologie - voedselrelaties<br />

Elke vijver of beek, sloot of poel wordt gekenmerkt door bepaal<strong>de</strong> organismen. Welke<br />

organismen hier voorkomen is on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re afhankelijk van temperatuur, lichtsterkte,<br />

w<strong>in</strong>dsnelheid, waterkwaliteit, etc.. We noemen dit ook wel <strong>de</strong> abiotische factoren. Elk<br />

organisme heeft voor elk van <strong>de</strong>ze abiotische factoren een bepaal<strong>de</strong> voorkeur. Als een<br />

factor (of meer<strong>de</strong>re factoren) te fel afwijkt van <strong>de</strong> voorkeur van een organisme, dan<br />

zal dit organisme hier niet meer kunnen overleven. De tolerantiegrens is<br />

overschre<strong>de</strong>n. Bovendien zijn er bepaal<strong>de</strong> planten en dieren die zich gemakkelijker<br />

kunnen aanpassen dan an<strong>de</strong>re.<br />

Maar ook tussen <strong>de</strong> organismen zelf (tussen verschillen<strong>de</strong> soorten, tussen <strong>in</strong>dividuen<br />

van een zelf<strong>de</strong> soort, tussen leven<strong>de</strong> en do<strong>de</strong> organismen) bestaan bepaal<strong>de</strong> relaties.<br />

Enkele voorbeel<strong>de</strong>n: voedselaanbod, predatoren, concurrentie. Deze factoren wor<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong> biotische factoren genoemd.<br />

Biotische factoren<br />

Aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> 'voedselgewoonten' kan voor elk organisme het voed<strong>in</strong>gsniveau<br />

opgespoord wor<strong>de</strong>n. Met <strong>de</strong>ze gegevens is het mogelijk om <strong>de</strong> relaties tussen <strong>de</strong><br />

gevon<strong>de</strong>n leven<strong>de</strong> organismen te zoeken. Door een voorbeeld te zoeken voor een<br />

herbivoor, carnivoor 1ste or<strong>de</strong>, carnivoor 2<strong>de</strong> or<strong>de</strong> en een <strong>de</strong>tritivoor (leeft van dood<br />

organisch materiaal) kunnen voedselketens opgesteld wor<strong>de</strong>n.<br />

Gaat men nog een stap ver<strong>de</strong>r, verb<strong>in</strong>dt men verschillen<strong>de</strong> voedselketens en betrekt<br />

men ook an<strong>de</strong>re, niet-ge<strong>de</strong>term<strong>in</strong>eer<strong>de</strong> organismen (planten, micro-organismen) <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

besprek<strong>in</strong>g, dan kan men een voedselkr<strong>in</strong>gloop en voedselweb opbouwen, waarbij<br />

geïllustreerd wordt dat:<br />

niet enkel <strong>de</strong> relaties tussen <strong>de</strong> leven<strong>de</strong> organismen aan bod komen, maar dat<br />

ook <strong>de</strong> do<strong>de</strong> biomassa (behoren<strong>de</strong> tot <strong>de</strong> biotische factoren) hierbij een<br />

belangrijke rol speelt;<br />

organismen niet leven ten koste van één soort, maar dat zij meer<strong>de</strong>re soorten<br />

consumeren.<br />

De on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge afhankelijkheid tussen <strong>de</strong> organismen wordt hierbij aangetoond.<br />

Wanneer een bepaal<strong>de</strong> soort uit <strong>de</strong>ze levensgemeenschap verdwijnt, bijvoorbeeld ten<br />

gevolge van verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g, dan zal dit rechtstreeks gevolgen hebben voor <strong>de</strong> nog<br />

resteren<strong>de</strong> organismen. Nadat een voedselweb is opgebouwd, is het misschien<br />

<strong>in</strong>teressant om één of enkele schakels (organismen) te verwij<strong>de</strong>ren en na te gaan wat<br />

<strong>de</strong> gevolgen zijn voor <strong>de</strong> levensgemeenschap.<br />

Een overzicht van enkele trefwoor<strong>de</strong>n<br />

producenten bouwen vanuit zonlicht en m<strong>in</strong>eralen organisch materiaal op<br />

fotosynthetiseren<strong>de</strong> planten<br />

consumenten verbruiken het organisch materiaal<br />

herbivoren of planteneters<br />

carnivoren of vleeseters<br />

omnivoren of alleseters<br />

<strong>de</strong>tritivoren of afvaleters<br />

reducenten breken het niet geconsumeer<strong>de</strong> organisch materiaal af tot m<strong>in</strong>erale<br />

stoffen<br />

bacteriën en schimmels


Om een voedselpirami<strong>de</strong> te maken, moeten het aantal <strong>in</strong>dividuen en <strong>de</strong> biomassa (of<br />

<strong>de</strong> hoeveelheid energie) <strong>in</strong> <strong>de</strong> juiste verhoud<strong>in</strong>gen wor<strong>de</strong>n voorgesteld. Dit wordt<br />

eventueel a.d.h.v. een computermo<strong>de</strong>l ge<strong>de</strong>monstreerd.<br />

Abiotische factoren<br />

De structuurkenmerken van het water, <strong>de</strong> doorzichtigheid, <strong>de</strong> belicht<strong>in</strong>g, <strong>de</strong><br />

stroomsnelheid en <strong>de</strong> temperatuur zijn enkele natuurkundige factoren die het leven <strong>in</strong><br />

het biotoop beïnvloe<strong>de</strong>n. De chemische factoren zijn me<strong>de</strong> bepalend voor <strong>de</strong><br />

soortensamenstell<strong>in</strong>g en soortenrijkdom.<br />

Bepal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> waterkwaliteit<br />

Bijna ie<strong>de</strong>reen kan met het blote oog een waterloop of water bestempelen als niet,<br />

matig of sterk vervuild. Dit is een erg subjectieve wijze. Het is echter belangrijk om te<br />

beschikken over objectieve maatstaven. Een objectieve bepal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> waterkwaliteit<br />

kan gebeuren via chemische analysen, maar kan ook gebaseerd zijn op biologische<br />

studies (planktonon<strong>de</strong>rzoek, studie van ongewervel<strong>de</strong>). Een chemische analyse is<br />

alleen een momentopname en is beperkt tot <strong>de</strong> een watermonster, daar waar een<br />

biologische bepal<strong>in</strong>g ook het (recente) verle<strong>de</strong>n weerspiegelt en een beeld geeft van<br />

het waterig milieu als geheel. Bei<strong>de</strong> metho<strong>de</strong>n dienen elkaar aan te vullen: <strong>de</strong><br />

biologische bepal<strong>in</strong>g geeft een i<strong>de</strong>e over <strong>de</strong> omvang van <strong>de</strong> vervuil<strong>in</strong>g, terwijl een<br />

chemische analyse toelaat <strong>de</strong> aard van <strong>de</strong> vervuil<strong>in</strong>g vast te stellen.<br />

De biologische metho<strong>de</strong> steunt op 2 pr<strong>in</strong>cipes:<br />

naar gelang <strong>de</strong> gevoeligheid voor verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g zullen <strong>de</strong>ze soorten al dan<br />

niet voorkomen <strong>in</strong> zuiver of vervuild water; <strong>de</strong> meest gevoelige soorten zullen<br />

het eerst verdwijnen, terwijl <strong>de</strong> veelzijdige soorten het langst zullen stand<br />

hou<strong>de</strong>n.<br />

het aantal soorten of het totaal aantal systematische eenhe<strong>de</strong>n (totaal S.l.): <strong>in</strong><br />

niet verontre<strong>in</strong>igd water komt een groot aantal soorten voor, ie<strong>de</strong>r met (relatief<br />

we<strong>in</strong>ig <strong>in</strong>dividuen, terwijl <strong>in</strong> vervuild water een kle<strong>in</strong> aantal soorten voorkomt<br />

met zeer veel <strong>in</strong>dividuen per soort.<br />

Het totaal aantal systematische eenhe<strong>de</strong>n komt <strong>in</strong> het beste geval overeen met<br />

het aantal soorten. Determ<strong>in</strong>atie is echter niet altijd nodig of mogelijk (te<br />

moeilijk of te tijdrovend voor leerl<strong>in</strong>gen) tot op soortniveau. Dan volstaat<br />

<strong>de</strong>term<strong>in</strong>atie tot op het niveau van geslacht (genus), familie, ... =<br />

systematische groep. Het totaal aantal systematische eenhe<strong>de</strong>n komt dan<br />

overeen met het totaal aantal van <strong>de</strong>ze systematische groepen.<br />

De organismen die gebruikt wor<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> kwaliteitsbepal<strong>in</strong>g, noemen we<br />

bio<strong>in</strong>dicatoren, <strong>in</strong> dit geval zijn het <strong>de</strong> ongewervel<strong>de</strong> van het zoetwater. Dat <strong>de</strong>


iologische kwaliteitsbepal<strong>in</strong>g volgens <strong>de</strong> metho<strong>de</strong> van <strong>de</strong> ongewervel<strong>de</strong>, <strong>de</strong><br />

gestandaardiseer<strong>de</strong> norm is gewor<strong>de</strong>n, is geensz<strong>in</strong>s verbaz<strong>in</strong>gwekkend:<br />

eenvoudige bemonster<strong>in</strong>g.<br />

relatief gemakkelijke herkenn<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>ze organismen.<br />

ongewervel<strong>de</strong> waterdieren zijn i<strong>de</strong>ale <strong>in</strong>dicatoren.<br />

Op veel manieren werken verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen na<strong>de</strong>lig <strong>in</strong> op <strong>de</strong> ecosystemen <strong>in</strong> het<br />

water. Sommige stoffen wor<strong>de</strong>n namelijk <strong>in</strong> zo grote hoeveelhe<strong>de</strong>n aangevoerd, dat<br />

ze bijna niet verwerkt kunnen wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> kr<strong>in</strong>glopen. An<strong>de</strong>re zijn vreemd voor <strong>de</strong><br />

natuur die ze dan vaak niet kan afbreken.<br />

Stoffen die verontre<strong>in</strong>igd werken, wor<strong>de</strong>n naar <strong>de</strong> bron van herkomst <strong>in</strong> <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong><br />

soorten on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>eld:<br />

A. Onbewuste verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen.<br />

Hiertoe behoren drijven<strong>de</strong> stoffen zoals, plastic, hout, en grovere, zweven<strong>de</strong> <strong>de</strong>len.<br />

"troep" zoals ou<strong>de</strong> fietsen, lege flessen, blikjes, tv's.<br />

b. Biologische verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen.<br />

Hiertoe behoren ziekteverwekken<strong>de</strong> virussen en bacteriën. Grote concentraties<br />

organisch afval, afkomstig uit rioler<strong>in</strong>gen, bio-<strong>in</strong>dustrie, melkfabrieken enz. zorgen<br />

vaar ophop<strong>in</strong>gen van bacteriën. Waar veel bacteriën aan het werk zijn, ontstaat<br />

zuurstofgebrek en stank. Het zuurstofgebrek heeft een na<strong>de</strong>lige <strong>in</strong>vloed op planten en<br />

dieren.<br />

c. Chemische en fysische verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen.<br />

Tot <strong>de</strong> chemische verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g rekenen we verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen door anorganische<br />

zouten, afbreekbare organische stoffen, giftige stoffen e.d. Een voorbeeld van een<br />

fysische verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g is <strong>de</strong> verhog<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> temperatuur: van het water.<br />

Wanneer we een uitspraak willen doen over <strong>de</strong> kwaliteit van water dan kunnen we <strong>de</strong><br />

volgen<strong>de</strong> maatstaven gebruiken:<br />

a. De soortenrijkdom<br />

In voedselarme wateren is over het algemeen <strong>de</strong> rijkdom aan soorten groter dan <strong>in</strong><br />

voedselrijk water (waar vaak meer organismen van slechts enkele soort voorkomen).<br />

b. De vervuil<strong>in</strong>gsgraad (Saprobie-graad).<br />

Hierbij gaat het om <strong>de</strong> mate van vervuil<strong>in</strong>g door natuurlijke organische stoffen. De<br />

vervuil<strong>in</strong>g wordt veroorzaakt doordat er meer organische stoffen <strong>in</strong> het water zitten<br />

dan <strong>de</strong> reducenten kunnen afbreken. De samenstell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> soorten is sterk<br />

afhankelijk van <strong>de</strong> vervuil<strong>in</strong>gsgraad.<br />

c. Het zuurstofgehalte van het water.<br />

In een natuurlijke levensgemeenschap behoort over langere tijd een evenwicht te<br />

bestaan tussen productie en consumptie van zuurstof door waterorganismen.<br />

d. De voedselrijkdom (trofiegraad).<br />

Bepaal<strong>de</strong> stoffen <strong>in</strong> het water, met name fosfaten en nitraten, bepalen <strong>de</strong><br />

plantengroei <strong>in</strong> belangrijke mate. Hoge sterk afwisselen<strong>de</strong> gehaltes van <strong>de</strong>ze stoffen<br />

kunnen <strong>de</strong> biologische kr<strong>in</strong>gloop tij<strong>de</strong>lijk of blijvend verstoren, omdat ze vooral <strong>de</strong><br />

algengroei sterk bevor<strong>de</strong>ren (die 's nachts voor zuurstofschaarste zorgen).<br />

e. De aanwezigheid van giftige, natuurvreem<strong>de</strong> stoffen.<br />

Voorbeel<strong>de</strong>n: bestrijd<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len ( <strong>in</strong>sectici<strong>de</strong>n, herbici<strong>de</strong>n).


Didactische on<strong>de</strong>rbouw<strong>in</strong>g<br />

In <strong>de</strong>ze lesbrief is het <strong>de</strong> bedoel<strong>in</strong>g dat <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen zich gaan verdiepen <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

kwaliteit van het water, door <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> organismen <strong>in</strong> het water te<br />

on<strong>de</strong>rzoeken.<br />

Het niveau van <strong>de</strong>ze lesbrief is havo. Maar <strong>de</strong>ze lesbrief kan ook aangepast wor<strong>de</strong>n<br />

naar bijvoorbeeld vmbo of vwo.<br />

De leerl<strong>in</strong>gen op het vmbo zou<strong>de</strong>n bijvoorbeeld <strong>de</strong> stof uit het boek alleen kunnen<br />

gebruiken als basis en bij <strong>de</strong> opdrachten. Ook zou<strong>de</strong>n ze bijvoorbeeld <strong>de</strong><br />

bereken<strong>in</strong>gen samen met <strong>de</strong> docent kunnen maken, zodat dit gemakkelijker is voor <strong>de</strong><br />

leerl<strong>in</strong>g. De conclusie die zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen dan zelf kunnen trekken.<br />

Bij het vwo zou <strong>de</strong> stof wat <strong>in</strong>gewikkel<strong>de</strong>r gemaakt kunnen wor<strong>de</strong>n, door <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen<br />

wat meer over <strong>de</strong> organismen op te laten zoeken en dit te laten vermel<strong>de</strong>n <strong>in</strong> het<br />

verslag.<br />

Bij het practicum gaan ze verschillen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len on<strong>de</strong>rzoeken.<br />

Hiernaast is het <strong>de</strong> bedoel<strong>in</strong>g dat <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen niet <strong>in</strong>dividueel werken, maar juist <strong>in</strong><br />

groepjes. Hierdoor leren <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen ook met experimenten buiten <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur samen te<br />

werken. Het is uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk <strong>de</strong> bedoel<strong>in</strong>g dat <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen per groepje een verslag<br />

<strong>in</strong>leveren van hun resultaten van <strong>de</strong> proeven.<br />

Ze maken hiervan een natuurwetenschappelijk verslag.<br />

Wanneer <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen het verslag klaar hebben, moeten ze ook terug kijken op het<br />

samenwerk<strong>in</strong>gsproces. Hiervoor moeten ze een evaluatieformulier <strong>in</strong>vullen.<br />

Hier leren ze van om ook zelf te reflecteren op hun samenwerk<strong>in</strong>g en leerproces maar<br />

ook met elkaar te praten over hoe ze het von<strong>de</strong>n gaan en wat een volgen<strong>de</strong> keer<br />

beter zou kunnen.<br />

In <strong>de</strong>ze lesbrief is ook <strong>in</strong>formatie terug te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n over bijvoorbeeld voedselrelaties,<br />

maar ook factoren die van <strong>in</strong>vloed kunnen zijn op bepaal<strong>de</strong> organismen <strong>in</strong> een<br />

omgev<strong>in</strong>g. Er is voor gekozen om <strong>de</strong>ze <strong>in</strong>formatie aan <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen te geven, zodat ze<br />

een basis hebben, die aan kan sluiten op <strong>de</strong> stof uit het boek. Aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong>ze<br />

stof kunnen <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen hun verslag vorm geven. Door <strong>in</strong> literatuur en op <strong>in</strong>ternet<br />

naar meer <strong>in</strong>formatie te zoeken, kunnen ze <strong>de</strong>ze basis<strong>in</strong>formatie aanvullen om zo tot<br />

een beter resultaat te komen.


Dotterbloem-<br />

graslan<strong>de</strong>n<br />

Leerl<strong>in</strong>gen <strong>de</strong>el


Taakver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g<br />

On<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> opdrachten wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> groepjes van 2 uitgevoerd. Om <strong>de</strong> opdrachten<br />

b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> tijd af te krijgen moet een taakver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g gemaakt wor<strong>de</strong>n:<br />

- ver<strong>de</strong>el <strong>de</strong> taken hieron<strong>de</strong>r over <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> groepsle<strong>de</strong>n<br />

Coörd<strong>in</strong>ator<br />

- <strong>de</strong> coörd<strong>in</strong>ator stuurt zijn an<strong>de</strong>re groepslid aan<br />

- kies als coörd<strong>in</strong>ator iemand die goed kan organiseren<br />

- <strong>de</strong> coörd<strong>in</strong>ator leest <strong>de</strong> <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>g voor en <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>re opdrachten, hierbij<br />

ver<strong>de</strong>eld hij/ zij ook <strong>de</strong> taken<br />

- <strong>de</strong> coörd<strong>in</strong>ator maakt een e<strong>in</strong><strong>de</strong>valuatie en houdt een logboek bij ( zie<br />

„logboek bijhou<strong>de</strong>n‟ )<br />

- <strong>de</strong> coörd<strong>in</strong>ator zorgt ervoor dat <strong>de</strong> juiste materialen wor<strong>de</strong>n meegenomen:<br />

pennen ( 2 ), potlo<strong>de</strong>n ( 2 ), Blanco- papier a3 formaat.<br />

Notulist<br />

- <strong>de</strong> notulist vult <strong>de</strong> werkbla<strong>de</strong>n <strong>in</strong><br />

- kies als notulist iemand die netjes kan schrijven en zorgvuldig is<br />

- <strong>de</strong> notulist is verantwoor<strong>de</strong>lijk voor <strong>de</strong> opdrachten<br />

samenwerken: uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk is ie<strong>de</strong>reen verantwoor<strong>de</strong>lijk voor het verloop van <strong>de</strong>ze<br />

samenwerk<strong>in</strong>g.


Maak na het lezen van <strong>de</strong> <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>g en het ver<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> taken<br />

gezamenlijk <strong>de</strong> vragen ( vraag 1.1 t/m 1.4 )<br />

Opdrachten 1.1 t/m 1.4<br />

Taakver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g<br />

1.1 Wie is b<strong>in</strong>nen het groepje aangesteld als coörd<strong>in</strong>ator?<br />

……………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

1.2 Waarom is juist voor <strong>de</strong>ze persoon gekozen?<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………….<br />

1.3 Wie is aangesteld als notulist?<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………….<br />

1.4 Waarom is juist voor <strong>de</strong>ze persoon gekozen?<br />

……………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Maak gebruik van on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> <strong>in</strong>formatie voor <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> opdracht<br />

De plant behoudt zijn bla<strong>de</strong>ren. De bla<strong>de</strong>ren zijn rond tot bijna niervormig. De plant<br />

wordt 45-60 cm hoog. De favoriete standplaats is langs ran<strong>de</strong>n van sloten, beken,<br />

weilan<strong>de</strong>n en zompige plaatsen. Op <strong>de</strong>ze plaatsen komt <strong>de</strong> plant zowel <strong>in</strong> <strong>de</strong> volle zon<br />

als <strong>in</strong> <strong>de</strong> halfschaduw voor.<br />

De bloeiperio<strong>de</strong> loopt van maart tot april en soms<br />

nog van augustus tot september. De ongeveer 4<br />

cm grote bloemen tellen vijf tot acht gele<br />

kelkbla<strong>de</strong>n, geen kroonbla<strong>de</strong>n en talloze<br />

meeldra<strong>de</strong>n. De on<strong>de</strong>rste bla<strong>de</strong>ren zijn lang<br />

gesteeld. De bloemstengels zijn hol en glad.<br />

De plant heeft een voortdurend vochtige bo<strong>de</strong>m<br />

nodig voor <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> knollen. Varieert<br />

<strong>de</strong> vochtigheidsgraad, dan blijven <strong>de</strong> knollen kle<strong>in</strong>.<br />

De bloemen wor<strong>de</strong>n bestoven door vliegen, kevers en bijen. De rijpe vruchten blijven<br />

drijven, en zo wordt het zaad verplaatst. Vee vermijdt <strong>de</strong> licht giftige plant. Hooi met<br />

een ger<strong>in</strong>ge hoeveelheid bloemen kan voor vee geen kwaad, maar grote<br />

hoeveelhe<strong>de</strong>n lei<strong>de</strong>n tot spijsverter<strong>in</strong>gsstor<strong>in</strong>gen.<br />

Bloem op een naam brengen<br />

De volgen<strong>de</strong> opdrachten helpen je om op zoek te gaan naar <strong>de</strong> bloem waar je<br />

naar op zoek bent.<br />

Beantwoord <strong>de</strong> 6 volgen<strong>de</strong> vragen meteen goed. Voor ie<strong>de</strong>r goed antwoord, krijg je<br />

twee letters van je docent. Zodra je al <strong>de</strong>ze vragen goed hebt beantwoord, krijg je 12<br />

letters van <strong>de</strong> docent. Deze letters puzzel je aan elkaar en zo kom je tot een naam<br />

van een bloem.<br />

Succes!!!


Beantwoord <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> vragen op <strong>de</strong> stippellijn<br />

Vraag 1.<br />

De bloemen hebben <strong>de</strong> kleur…………………………..?<br />

Vraag 2.<br />

<strong>de</strong> plant wordt ….................. cm hoog<br />

Vraag 3.<br />

door welke drie <strong>in</strong>secten wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> bloemen bestoven?<br />

1. ……………………………………<br />

2. ……………………………………<br />

3. ……………………………………<br />

Vraag 4.<br />

Wanneer zijn <strong>de</strong> bloeimaan<strong>de</strong>n van <strong>de</strong>ze plant ……………………………………………………..?<br />

Vraag 5.<br />

Wat is <strong>de</strong> favoriete standplaats van <strong>de</strong>ze plant ………………………………………………………?<br />

Vraag 6.<br />

Grote hoeveelhe<strong>de</strong>n van dit soort bloemen kunnen lei<strong>de</strong>n tot<br />

………………………………………………………?<br />

Leuk om te weten: bouw van een bloem<br />

Bloemen zijn niet allemaal op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> manier opgebouwd. Bloemen zijn opgebouwd<br />

uit een bloemsteel, bloemkelk, bloemkroon, meeldra<strong>de</strong>n en stamper.<br />

Niet alle bloemen zijn opgebouwd zoals <strong>in</strong> <strong>de</strong> afbeeld<strong>in</strong>g hieron<strong>de</strong>r te zien is.<br />

De goudgele bloemen kunnen wel vijf centimeter <strong>in</strong> doorsne<strong>de</strong> zijn. Het zijn niet <strong>de</strong><br />

kroonbla<strong>de</strong>n die geel zijn, maar <strong>de</strong> kelk is fel gekleurd. De veel kle<strong>in</strong>ere kroonblaadjes<br />

maken <strong>de</strong> zoete nectar, die <strong>in</strong>secten moet lokken. Bij mooi weer wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> dotters<br />

dan ook veel door <strong>in</strong>secten bezocht. Na <strong>de</strong> bloei liggen<br />

<strong>de</strong> kokervormige vruchten <strong>in</strong> een krans. In juni splijten<br />

ze tij<strong>de</strong>ns een regenbui open en komen <strong>de</strong> za<strong>de</strong>n vrij,<br />

die dan door het regenwater een e<strong>in</strong>dje wor<strong>de</strong>n<br />

meegenomen. Dotterbloemen wor<strong>de</strong>n niet door vee<br />

gegeten, er zit een bijten<strong>de</strong> scherpe stof <strong>in</strong>. Vroeger<br />

werd sap uit <strong>de</strong> bloemen geperst, dat werd gebruikt om<br />

boter geel te kleuren.<br />

Bloemon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len:<br />

1. bloemsteel<br />

2. bloemkelk (kelkblad)<br />

3. bloemkroon<br />

(kroonblad)<br />

4. meeldraad<br />

5. stamper


Afwijken<strong>de</strong> bouw<br />

Bepaal<strong>de</strong> soorten planten bevatten een stamper, an<strong>de</strong>re plantensoorten bevatten<br />

meer<strong>de</strong>re stampers.<br />

Bij sommige plantensoorten ontbreekt <strong>de</strong> bloemkroon bij an<strong>de</strong>re plantensoorten<br />

ontbreekt <strong>de</strong> bloemkelk.<br />

Maak <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> opdracht ‘ planten- families ‘<br />

Planten- families<br />

Sommige planten behoren tot <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> familie. Net als bij mensen kan je dat zien<br />

doordat ze op elkaar lijken. Bekijk <strong>de</strong> teken<strong>in</strong>gen en zoek welke planten op elkaar<br />

lijken.<br />

Omcirkel het goe<strong>de</strong> antwoord<br />

Berenklauw lijkt op een boterbloem / kruisbloem / schermbloem.<br />

Judaspenn<strong>in</strong>g lijkt op een boterbloem / kruisbloem / schermbloem.<br />

Dotterbloem lijkt op een boterbloem / kruisbloem / schermbloem.<br />

Berenklauw Dotterbloem Judaspenn<strong>in</strong>g


Zorg ervoor dat je bij <strong>de</strong> biotoop ‘ dotterbloemgrasland “ staat. En maak <strong>de</strong><br />

vragen 1 t/m 6<br />

1.Beschrijf <strong>in</strong> het kort hoe dotterbloemgraslan<strong>de</strong>n eruit zien? groot/ kle<strong>in</strong>,<br />

veel bloemen/ we<strong>in</strong>ig bloemen etc.<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

2. Beschrijf hoe <strong>de</strong> bloemen eruit zien? zijn ze groot /kle<strong>in</strong>? Welke kleur<br />

hebben ze?<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

3. Uit hoeveel bloembla<strong>de</strong>ren bestaat <strong>de</strong> dotterbloem?<br />

………………………………………………………………………………………<br />

4. Bestaat <strong>de</strong> dotterbloem uit meeldra<strong>de</strong>n?<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

5. Komen <strong>de</strong>ze bloemen veel of juist niet veel voor <strong>in</strong> dit gebied?<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

6. Groeien <strong>de</strong>ze dotterbloemen alleen of <strong>in</strong> groepjes?<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………


Hieron<strong>de</strong>r zie je een afbeeld<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> dotterbloem. Voor jullie is het nu <strong>de</strong><br />

opdracht om <strong>de</strong> juiste on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len erbij te schrijven.<br />

Vul <strong>de</strong> juiste on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> dotterbloem op <strong>de</strong> voorgedrukte lijn.<br />

Kies uit <strong>de</strong> 9 on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len <strong>de</strong> 5 juiste antwoor<strong>de</strong>n<br />

blad- meeldra<strong>de</strong>n- bloem- stengel- dotterbloemknop- okselknop- wortel- e<strong>in</strong>dknop-<br />

bloembla<strong>de</strong>ren.<br />

1.<br />

2.<br />

3.<br />

4.<br />

5.


Leuk om te weten…<br />

Zeldzaam is <strong>de</strong> dotterbloem niet, maar kwetsbaar is <strong>de</strong>ze<br />

plant wel. Alleen <strong>in</strong> reservaatgebie<strong>de</strong>n zijn ze nog aan te<br />

treffen. Aan het beg<strong>in</strong> van <strong>de</strong> 20ste eeuw waren <strong>in</strong> ons<br />

land hon<strong>de</strong>rdduizen<strong>de</strong>n hectares schrale, meest vochtige<br />

hooilan<strong>de</strong>n. Het wemel<strong>de</strong> van <strong>de</strong> dotterbloemen. De<br />

plantenliefhebber kent het zogenaam<strong>de</strong><br />

“dotterbloemverbond” en ook <strong>de</strong> naam<br />

“dotterbloemgraslan<strong>de</strong>n” is een begrip.<br />

Het gebrek aan schoon en m<strong>in</strong>eraalrijk kwelwater,<br />

vermest<strong>in</strong>g en verzur<strong>in</strong>g hebben <strong>de</strong> dotterbloem geen<br />

goed gedaan. Vergeleken met zo‟n zestig jaar gele<strong>de</strong>n is<br />

ongeveer 1% van <strong>de</strong> dotterbloemgraslan<strong>de</strong>n over. Deze<br />

terre<strong>in</strong>en zijn vrijwel allemaal <strong>in</strong> beheer bij natuurbescherm<strong>in</strong>gsorganisaties, want <strong>in</strong><br />

ontwater<strong>de</strong> en bemeste weilan<strong>de</strong>n komt <strong>de</strong> plant niet voor.<br />

Tekenopdracht op a3 formaat, nadat jullie bovenstaan<strong>de</strong> tekst gelezen hebben,<br />

gaan jullie een natuurgetrouwe teken<strong>in</strong>g maken van het dotterbloemgrasland.<br />

Verwerk <strong>de</strong> kleuren die je ziet ook <strong>in</strong> <strong>de</strong> teken<strong>in</strong>g.


E<strong>in</strong><strong>de</strong>valuatie<br />

Hoe verliep <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g? Goed/ niet goed? En waarom?<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Waren <strong>de</strong> taken goed ver<strong>de</strong>eld? Allebei evenveel gedaan?<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Wat hebben jullie geleerd van <strong>de</strong>ze opdrachten? en welke von<strong>de</strong>n jullie het<br />

leerzaamste om uit te voeren?<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………..<br />

Zijn jullie tevre<strong>de</strong>n over alle gemaakte opdrachten? waarom wel/ waarom<br />

niet?<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………..<br />

Wat zou<strong>de</strong>n jullie <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> keer an<strong>de</strong>rs doen? Waar zijn jullie tegenaan<br />

gelopen?<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………


Docentenhandleid<strong>in</strong>g:<br />

In <strong>de</strong>ze docentenhandleid<strong>in</strong>g v<strong>in</strong>dt u kort en bondige <strong>in</strong>formatie over het lespakket<br />

Dotterbloemgraslan<strong>de</strong>n.<br />

Let op !! Dit lespakket is enkel alleen uit te voeren van maart tot april en<br />

soms nog van augustus tot september.<br />

Leson<strong>de</strong>rwerp:<br />

- Dotterbloemgraslan<strong>de</strong>n<br />

Lesduur:<br />

- 2 a 3 lessen.<br />

Lesdoelstell<strong>in</strong>gen:<br />

- De leerl<strong>in</strong>g kan iets vertellen over <strong>de</strong> dotterbloemplant<br />

- De leerl<strong>in</strong>g kan <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van een dotterbloem benoemen<br />

- De leerl<strong>in</strong>g kan een natuurgetrouwe teken<strong>in</strong>g maken van een<br />

dotterbloemgrasland<br />

- De leerl<strong>in</strong>g kan samenwerken met een klasgenoot.<br />

- De leerl<strong>in</strong>gen kan reflecteren op zijn of haar proces (d.m.v.<br />

evaluatieformulier)<br />

Verwachte of aangenomen beg<strong>in</strong>situatie:<br />

- De leerl<strong>in</strong>g weet we<strong>in</strong>ig of niets van dotterbloemgraslan<strong>de</strong>n af. Enkel<br />

alleen <strong>in</strong>formatie verkregen uit hun leefomgev<strong>in</strong>g.<br />

Alle opdrachten wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> tweetallen uitgevoerd<br />

Lesschema:<br />

Activiteiten: Activiteit docent:<br />

Les 1 Introductie lesbrief<br />

De docent <strong>in</strong>troduceert <strong>de</strong> lesbrief, door uit<br />

te leggen wat <strong>de</strong> opdracht is. Daarna zet <strong>de</strong><br />

Voorkennis +<br />

docent <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen aan het werk, <strong>de</strong><br />

samenwerk<strong>in</strong>gsopdrachten: leerl<strong>in</strong>gen kunnen het lesmateriaal volgen<br />

Bijhoren<strong>de</strong> opdrachten met <strong>de</strong> bijhoren<strong>de</strong> opdrachten<br />

maken<br />

De leerl<strong>in</strong>gen mogen alle opdrachten op <strong>de</strong><br />

voorgedrukte stippellijnen uitwerken.<br />

Les 2 De bloem en het grasland De leerl<strong>in</strong>gen krijgen tij<strong>de</strong>ns les 2 meer<br />

beter leren kennen d.m.v. opdrachten die te maken krijgen met <strong>de</strong><br />

opdrachten die gerelateerd dotterbloem zelf. Ze moeten <strong>de</strong> juiste<br />

zijn aan <strong>de</strong> dotterbloem on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len benoemen en zelfs een<br />

natuurgetrouwe teken<strong>in</strong>g maken van een<br />

dotterbloemgrasland. Hierbij zullen <strong>de</strong><br />

leerl<strong>in</strong>gen actief bezig zijn met het leren<br />

kennen van <strong>de</strong>ze soort plant.<br />

Les 3 E<strong>in</strong><strong>de</strong>valuatie Door mid<strong>de</strong>l van een evaluatieformulier<br />

evalueren <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen op hun eigen<br />

proces wat betreft <strong>de</strong> biotoop Dotterbloem<br />

en het samenwerken.


Benodigdhe<strong>de</strong>n:<br />

Voor <strong>de</strong> vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rbloem: (per bloem)<br />

- A3 blaadjes<br />

- Potlo<strong>de</strong>n<br />

- Gummen<br />

- pennen<br />

Antwoor<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> opdrachten<br />

Opdrachten 1.1 t/m 1.4<br />

Eigen <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g<br />

Opdracht bloem op een naam geven<br />

1). Geel<br />

2). 45- 60 cm hoog<br />

3). Vliegen, kevers en bijen<br />

4). Maart tot april en soms nog van augustus tot september.<br />

5). Langs ran<strong>de</strong>n van sloten, beken, weilan<strong>de</strong>n en zompige plaatsen.<br />

6). Spijsverter<strong>in</strong>gsstor<strong>in</strong>gen<br />

Planten families opdracht<br />

Berenklauw lijkt op een schermbloem.<br />

Judaspenn<strong>in</strong>g lijkt op een kruisbloem<br />

Dotterbloem lijkt op een boterbloem<br />

Vragen 1t/m 6<br />

Eigen <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g, ligt aan <strong>de</strong> bloemen die <strong>in</strong> <strong>de</strong> graslan<strong>de</strong>n staan.<br />

On<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len opdracht<br />

Bloembla<strong>de</strong>ren<br />

Meeldra<strong>de</strong>n<br />

Stengel<br />

Dotterbloemknop<br />

Blad<br />

Maak een teken<strong>in</strong>g<br />

Eigen <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g<br />

Invullen van e<strong>in</strong><strong>de</strong>valuatie<br />

Wordt <strong>in</strong>dividueel <strong>in</strong>gevuld en <strong>in</strong>geleverd


Didactische on<strong>de</strong>rbouw<strong>in</strong>g<br />

B<strong>in</strong>nen <strong>de</strong>ze lessenreeks zal het on<strong>de</strong>rwerp dotterbloemgraslan<strong>de</strong>n centraal staan.<br />

Hierbij is het <strong>de</strong> bedoel<strong>in</strong>g dat leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> tweetallen on<strong>de</strong>rzoek doen, om er zodanig<br />

achter te komen wat een dotterbloem nu voor een plant is en ook zullen <strong>de</strong><br />

graslan<strong>de</strong>n benoemd wor<strong>de</strong>n. Door mid<strong>de</strong>l van diverse en leerzame opdrachten wordt<br />

er veel aandacht besteed aan kennis overdracht. Ook het samenwerken zal een<br />

belangrijke rol spelen. De opdrachten wor<strong>de</strong>n namelijk <strong>in</strong> tweetallen uitgevoerd. Op<br />

<strong>de</strong>ze manier kunnen ze veel van elkaar leren en elkaar aanvullen waar nodig is.<br />

Voordat <strong>de</strong> opdrachten over <strong>de</strong> dotterbloemgraslan<strong>de</strong>n beg<strong>in</strong>nen, wordt er vooraf nog<br />

een vragenlijst <strong>in</strong>gevuld, betreft <strong>de</strong> taakver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g.<br />

Er wordt <strong>in</strong>formatieve <strong>in</strong>formatie gegeven over <strong>de</strong> dotterbloemgraslan<strong>de</strong>n. Deze<br />

<strong>in</strong>formatie is voornamelijk bedoeld om een basis te creëren, betreft het on<strong>de</strong>rwerp,<br />

maar ook om <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>re opdrachten uit te voeren. Ver<strong>de</strong>r wordt er b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong>ze<br />

lessenreeks aandacht besteed aan verschillen<strong>de</strong> soorten opdrachten zoals;<br />

vragenlijsten <strong>in</strong>vullen, juiste on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> dotterbloem benoemen en een<br />

natuurgetrouwe teken<strong>in</strong>g maken.<br />

Het is belangrijk dat leerl<strong>in</strong>gen creatief kunnen <strong>de</strong>nken en <strong>in</strong>zichtelijk vermogen<br />

ontwikkelen, daarom maken <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen een “natuurgetrouwe teken<strong>in</strong>g.” Dit is <strong>de</strong><br />

laatste opdracht die gekoppeld is aan het thema dotterbloemgraslan<strong>de</strong>n.<br />

Als laatste aspect waar leerl<strong>in</strong>gen hun hele leven mee <strong>in</strong> aanrak<strong>in</strong>g komen:<br />

samenwerken. Ook <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze lessenreeks wordt hier extra aandacht aan besteed.<br />

Leerl<strong>in</strong>gen werken <strong>in</strong> tweetallen en zullen samen <strong>de</strong> opdrachten tot een goed verloop<br />

en een goed e<strong>in</strong>d moeten brengen. Aan het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van dit project, wordt er dan ook<br />

geëvalueerd op het samenwerk<strong>in</strong>gsproces. Hiermee leert <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g omgaan met<br />

evalueren en reflecteren. Ook dit is een beg<strong>in</strong> waar men later <strong>in</strong> het leerproces profijt<br />

van heeft.


<strong>Biodiversiteit</strong>s-<br />

on<strong>de</strong>rzoek<br />

Leerl<strong>in</strong>gen <strong>de</strong>el


Opdracht<br />

Je gaat <strong>de</strong> biodiversiteit van dieren <strong>in</strong> een gebied on<strong>de</strong>rzoeken.<br />

In dit werkblad ga je kijken naar <strong>de</strong> biodiversiteit van dieren <strong>in</strong> <strong>de</strong> Corpactu<strong>in</strong>. In<br />

Tilburg leven veel verschillen<strong>de</strong> dieren. Deze kun je <strong>de</strong>term<strong>in</strong>eren met behulp van<br />

zoekkaarten of <strong>de</strong>term<strong>in</strong>atiegidsen. Determ<strong>in</strong>eren wil zeggen dat je <strong>de</strong> naam van<br />

een dier opzoekt. Eigenlijk bepaal je dus tot welke soort het dier behoort. Behalve<br />

op soort kan een dier ook wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>ge<strong>de</strong>eld <strong>in</strong> rijk, klasse, or<strong>de</strong> en familie. Dit<br />

noemt men or<strong>de</strong>nen. Taxonomie is <strong>de</strong> wetenschap die zich bezighoudt met het<br />

<strong>in</strong><strong>de</strong>len van dieren en planten.<br />

Wat heb je nodig?<br />

- Insectenzuiger<br />

- glazen potje<br />

- kleurpotlo<strong>de</strong>n<br />

- zoekkaart bo<strong>de</strong>mdieren en vogels<br />

- <strong>de</strong>term<strong>in</strong>atiegidsen<br />

Stap 1: Ga op één plek staan en kijk rustig om je heen.<br />

Vraag 1:<br />

Welke dieren zie je?<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………..<br />

Vraag 2:<br />

Op welke an<strong>de</strong>re plekken <strong>de</strong>nk je veel dieren te kunnen v<strong>in</strong><strong>de</strong>n?<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………..<br />

Vraag 3:<br />

Waarom?<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………..<br />

Stap 2: Ga op zoek naar een dier. Dit kan een vogel zijn, maar ook <strong>in</strong>sect of<br />

bo<strong>de</strong>mdier. Vang het zonodig met behulp van het potje of <strong>de</strong> <strong>in</strong>sectenzuiger. Houd<br />

reken<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> punten:<br />

• Wees voorzichtig met het dier.<br />

• Bekijk het dier en bepaal welke soort het is.<br />

• Vraag <strong>de</strong> docent om hulp als je er met behulp van <strong>de</strong> zoekkaarten niet<br />

uitkomt.<br />

• Vul <strong>de</strong> diersoort <strong>in</strong> tabel 1 bij <strong>de</strong> resultaten <strong>in</strong>. Geef ook <strong>de</strong> v<strong>in</strong>dplaats en het<br />

aantal dieren van <strong>de</strong>ze soort op <strong>de</strong>ze plek aan.<br />

• Zet het dier voorzichtig terug op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> plek waar je het gevon<strong>de</strong>n hebt.<br />

• V<strong>in</strong>d m<strong>in</strong>stens 10 verschillen<strong>de</strong> dieren.<br />

• Blijf niet op één plek, maar probeer <strong>in</strong> het hele gebied dieren te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n.


Tabel 1<br />

Diersoort V<strong>in</strong>dplaats Aantal<br />

Stap 3: Je gaat nu een overzichtskaart met legenda van het gebied maken.<br />

Stap 4: Bekijk het werkvel ‘kaart van het gebied’. Vul <strong>de</strong> naam van het gebied en <strong>de</strong><br />

datum <strong>in</strong>. Maak hierna een schematische teken<strong>in</strong>g van het door jou on<strong>de</strong>rzochte<br />

gebied. Houd ruimte over voor een legenda.<br />

Stap 5: Teken een gekleurd rondje op <strong>de</strong> kaart voor elk dier dat je hebt gevon<strong>de</strong>n.<br />

Geef elke diersoort een an<strong>de</strong>re kleur. V<strong>in</strong>d je meer<strong>de</strong>r dieren van <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> soort op<br />

een plaats, dan teken je één rondje.<br />

Stap 6: Maak een legenda bij <strong>de</strong> kaart. Geef hier<strong>in</strong> aan welke kleur voor welke<br />

diersoort staat.<br />

Stap 7:Bekijk <strong>de</strong> overzichtskaart van een klasgenoot. Vul je eigen overzichtskaart en<br />

legenda aan met diersoorten op <strong>de</strong>ze kaart die je zelf niet gevon<strong>de</strong>n hebt.<br />

Stap 8: Maak voor vijf gevon<strong>de</strong>n diersoorten een taxonomische <strong>in</strong><strong>de</strong>l<strong>in</strong>g. Zet je<br />

resultaten <strong>in</strong> tabel 2. Maak gebruik van <strong>de</strong>term<strong>in</strong>atiegidsen en/of <strong>in</strong>ternet. (<strong>de</strong>ze<br />

stap kan je <strong>in</strong> <strong>de</strong> klas maken)


Tabel 2<br />

Soort<br />

Rijk<br />

Stam<br />

Klasse<br />

Or<strong>de</strong><br />

Familie<br />

Geslacht<br />

Dier 1 Dier 2 Dier 3 Dier 4 Dier 5<br />

Stap 9: Bekijk je overzichtskaart en legenda.<br />

Vraag 4:<br />

Hoeveel verschillen<strong>de</strong> diersoorten staan er op je kaart? En hoeveel dieren heb je <strong>in</strong><br />

totaal gevon<strong>de</strong>n?<br />

Aantal diersoorten:……………………… Aantal dieren: ……………………………..<br />

Vraag 5:<br />

Welke van <strong>de</strong>ze twee gegevens zou je gebruiken om iets te zeggen over <strong>de</strong><br />

biodiversiteit?<br />

Ik zou,………………………………………………………………………………………………………………<br />

……………………………………………..…………………………………………………………………………<br />

Gebruiken, omdat ………………………………………………………………………………………………<br />

……………………………………………..…………………………………………………………………………..<br />

Vraag 6:<br />

Hoe schat je met dit gegeven <strong>de</strong> mate van biodiversiteit <strong>in</strong>?<br />

Ik schat <strong>de</strong> biodiversiteit <strong>in</strong> dit gebied HOOG / GEMIDDELD / LAAG <strong>in</strong> omdat,<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………..<br />

Vraag 7:<br />

Is dit een volledig overzicht van <strong>de</strong> biodiversiteit aan dieren <strong>in</strong> dit gebied?<br />

Ja / Nee, omdat<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………..


Stap 10: Bekijk je overzichtskaart en legenda.<br />

Vraag 8:<br />

Op welke plekken <strong>in</strong> het gebied heb je we<strong>in</strong>ig of juist veel diersoorten gevon<strong>de</strong>n?<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………..<br />

Vraag 9:<br />

De verspreid<strong>in</strong>g van dieren over een bepaald gebied wordt beïnvloed door biotische<br />

en a-biotische factoren. Geef een aantal biotische en a-biotische factoren <strong>in</strong> je<br />

gebied die van <strong>in</strong>vloed zijn op <strong>de</strong> verspreid<strong>in</strong>g van dieren. Er zijn twee voorbeel<strong>de</strong>n<br />

gegeven.<br />

Biotische: voedsel, ………………………………………………………………………………………………….<br />

A-biotisch: licht, ………………………………………………………………………………………………………<br />

Vraag 10:<br />

Wanneer zullen er op een plek VEEL dieren voorkomen? Wanneer WEINIG?<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………..<br />

Vraag 11:<br />

Biotische en a-biotische factoren zijn ook van <strong>in</strong>vloed op <strong>de</strong> mate van biodiversiteit.<br />

Welke biotische of a-biotische factoren beperken <strong>de</strong> biodiversiteit <strong>in</strong> het gebied?<br />

Waarom?<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………..<br />

Vraag 12: Welke factoren stimuleren <strong>de</strong> biodiversiteit? Waarom?<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………..<br />

Vraag 13: Wat is het belang van een hoge biodiversiteit?<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………..<br />

Het gebied waar<strong>in</strong> je naar dieren hebt gezocht kan een kle<strong>in</strong>e levensgemeenschap<br />

wor<strong>de</strong>n genoemd. Een levensgemeenschap bestaat uit populaties van verschillen<strong>de</strong><br />

soorten.<br />

Vraag 14:<br />

Wat is een populatie?<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………..


Vraag 15:<br />

Tussen populaties kan competitie (strijd) plaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n. Vaak gaat <strong>de</strong>ze competitie<br />

om het beschikbare voedsel. Tussen welke diersoorten <strong>in</strong> jouw gebied v<strong>in</strong>dt <strong>de</strong>ze<br />

competitie waarschijnlijk plaats?<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………..<br />

Vraag 16:<br />

Ook b<strong>in</strong>nen een populatie kan competitie plaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n. Bij sterke competitie vormen<br />

dieren een territorium. Wat is het voor<strong>de</strong>el van het vormen van een territorium?<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………..<br />

SLOT<br />

Vraag 17:<br />

Ik schat dat er <strong>in</strong> het door mij on<strong>de</strong>rzochte gebied een GROTE/MATIGE/KLEINE<br />

biodiversiteit van dieren is, omdat<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………..<br />

Vraag 18:<br />

Factoren die <strong>de</strong> biodiversiteit beperken <strong>in</strong> het door mij on<strong>de</strong>rzochte gebied zijn:<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………..<br />

Vraag 19:<br />

Factoren die <strong>de</strong> biodiversiteit stimuleren <strong>in</strong> het door mij on<strong>de</strong>rzochte gebied zijn:<br />

Als je dit on<strong>de</strong>rzoek wilt uitbrei<strong>de</strong>n, kan je dit on<strong>de</strong>rzoek ie<strong>de</strong>r jaar doen, en <strong>de</strong><br />

gegevens met elkaar vergelijken. Ook kan je gaan on<strong>de</strong>rzoeken <strong>in</strong> verschillen<strong>de</strong><br />

jaargetij<strong>de</strong>.<br />

Je kan dan bekijken welke dieren er op <strong>de</strong> ene overzichtskaart wel voor en op <strong>de</strong><br />

an<strong>de</strong>re kaart niet voorkomen.<br />

Je kan dan bij jezelf nagaan, hoe dat zou kunnen? Welke oorzaken zijn hiervoor te<br />

be<strong>de</strong>nken?<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………..


Werkvel - Kaart van het gebied<br />

NAAM VAN GEBIED:<br />

DATUM:


E<strong>in</strong><strong>de</strong>valuatie<br />

Hoe verliep <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g? Goed/ niet goed? En waarom?<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Waren <strong>de</strong> taken goed ver<strong>de</strong>eld? Allebei evenveel gedaan?<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Wat hebben jullie geleerd van <strong>de</strong>ze opdrachten? en welke von<strong>de</strong>n jullie<br />

het leerzaamste om uit te voeren?<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Zijn jullie tevre<strong>de</strong>n over alle gemaakte opdrachten? waarom wel/<br />

waarom niet?<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Wat zou<strong>de</strong>n jullie <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> keer an<strong>de</strong>rs doen? Waar zijn jullie<br />

tegenaan gelopen?<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………


Docentenhandleid<strong>in</strong>g:<br />

In <strong>de</strong>ze docentenhandleid<strong>in</strong>g v<strong>in</strong>d u kort en bondig <strong>in</strong>formatie over het<br />

lespakket biodiversiteiton<strong>de</strong>rzoek.<br />

- Leson<strong>de</strong>rwerp: <strong>Biodiversiteit</strong><br />

- Lesduur: 2 lessen.<br />

- Lesdoelstell<strong>in</strong>gen:<br />

- De leerl<strong>in</strong>g kan aangeven hoe zijn omgev<strong>in</strong>g eruit ziet, en <strong>de</strong>ze ook<br />

tekenen met bijbehoren<strong>de</strong> legenda.<br />

- De leerl<strong>in</strong>g kan een aantal verschillen<strong>de</strong> en bij elkaar horen<strong>de</strong><br />

soorten te tellen.<br />

- De leerl<strong>in</strong>g kan aangeven welke factoren een rol kunnen spelen bij<br />

biodiversiteit.<br />

- De leerl<strong>in</strong>g kan taxonomische lijsten maken, van <strong>de</strong> waargenomen<br />

dieren.<br />

- De leerl<strong>in</strong>g kan conclusies trekken uit zijn bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen.<br />

- Verwachte of aangenomen beg<strong>in</strong>situatie:<br />

- De leerl<strong>in</strong>g weet we<strong>in</strong>ig over biodiversiteit, maar heeft wel enige<br />

kennis over <strong>de</strong> benam<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> dieren die ze tegen zullen komen.<br />

- Lesschema:<br />

Activiteiten: Activiteit docent:<br />

Les 1 - Introductie<br />

lesbrief<br />

- Bijbehoren<strong>de</strong><br />

opdrachten<br />

maken t/m stap<br />

7.<br />

Les 2 Taxononielijst maken<br />

en bijbehoren<strong>de</strong><br />

vragen maken t/m<br />

vraag19.<br />

De docent <strong>in</strong>troduceert <strong>de</strong> lesbrief, door uit te<br />

leggen wat <strong>de</strong> opdracht is. Daarna zet <strong>de</strong> docent<br />

<strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen aan het werk <strong>in</strong> <strong>de</strong> Corpactu<strong>in</strong>, <strong>de</strong><br />

leerl<strong>in</strong>gen kunnen het lesmateriaal volgen, ze<br />

maken eerst <strong>de</strong> vragen en maken daarna <strong>de</strong><br />

plattegrond. En vullen <strong>de</strong> soortentabel <strong>in</strong>.<br />

De leerl<strong>in</strong>gen gaan met hun <strong>in</strong>gevul<strong>de</strong> tabellen<br />

en gemaakte plattegron<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> slag. En<br />

maken <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re vragen over o.a. biodiversiteit<br />

en welke factoren hier een rol <strong>in</strong> spelen.


St<strong>in</strong>zenplanten en<br />

bo<strong>de</strong>mdieren<br />

on<strong>de</strong>rzoek<br />

Leerl<strong>in</strong>gen <strong>de</strong>el


In <strong>de</strong> Corpactu<strong>in</strong> waar jullie allerlei planten en dieren kunnen bekijken, is er ook<br />

een stukje aangelegd, waar voornamelijk st<strong>in</strong>zenplanten groeien.<br />

Wat zijn st<strong>in</strong>zenplanten?<br />

St<strong>in</strong>zenplanten zijn planten die vaak als sierplant<br />

rond <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> 19e eeuw op<br />

landgoe<strong>de</strong>ren, buitenplaatsen, en herenboer<strong>de</strong>rijen<br />

wer<strong>de</strong>n gebruikt. Ze komen oorspronkelijk niet voor<br />

<strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland, enkele komen uit Limburg.<br />

Oorspronkelijk komen <strong>de</strong>ze planten dus uit het<br />

buitenland en zij hebben daar hun „natuurlijke<br />

verspreid<strong>in</strong>gsgebied‟. Het gebied waar <strong>de</strong> planten<br />

voorkomen en dus verspreid zijn. Degene die <strong>in</strong><br />

Ne<strong>de</strong>rland voorkomen, zijn uit het buitenland ooit<br />

eens naar Ne<strong>de</strong>rland gebracht en zijn door <strong>de</strong><br />

mensen zelf geplant. Deze planten hebben het<br />

overleeft en zich verspreid en komen tot vandaag nog voor <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland.<br />

Het woord st<strong>in</strong>zenplant is afgeleid van 'St<strong>in</strong>s', het Friese woord voor Stenen huis.<br />

Een st<strong>in</strong>s beteken<strong>de</strong> vroeger een gebouw van een rijkere; het gewone volk had<br />

geen geld voor steen, en woon<strong>de</strong> <strong>in</strong> houten huizen.<br />

St<strong>in</strong>zenplanten zijn vaak (vroege) voorjaarsbloeiers. De bloeitijd varieert per<br />

soort van januari (Sneeuwklokje) tot juli (Keizerskroon). Het is voor <strong>de</strong>ze<br />

bloemen van belang om, nog voor <strong>de</strong> warmte losbreekt en an<strong>de</strong>re planten en<br />

bomen wakkerschudt, te bloeien. Op een vroege bloei hebben ze zich aangepast<br />

door het voedsel <strong>in</strong> <strong>de</strong> w<strong>in</strong>ter op te slaan <strong>in</strong> een bol, knol of wortelstok. Zo<br />

hebben ze snel voedsel paraat en zijn ze <strong>in</strong> staat om het zonlicht dat nog tussen<br />

<strong>de</strong> kale takken van bomen door schijnt, op te vangen. St<strong>in</strong>zenplanten zijn dan<br />

ook vaak <strong>in</strong> halfopen bos te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n en langs bosran<strong>de</strong>n en <strong>in</strong> wei<strong>de</strong>n op<br />

landgoe<strong>de</strong>ren, op erven van Herenboer<strong>de</strong>rijen en bij kerkhoven etc. De planten<br />

komen van nature voor <strong>in</strong> bossen, maar ook <strong>in</strong> berggebie<strong>de</strong>n, waar ze geen of<br />

bijna geen struiken en bomen om zich heen hebben die het licht wegvangen.<br />

Enkele beken<strong>de</strong> voorbeel<strong>de</strong>n van st<strong>in</strong>zenplanten zijn:<br />

Bosanemoon Sneeuwklokje Wil<strong>de</strong> hyac<strong>in</strong>t<br />

(Anemone nemorosa) (Galanthus nivalis) (Scilla non-scripta)


Waarom zijn <strong>de</strong> st<strong>in</strong>zenplanten naar Ne<strong>de</strong>rland gebracht?<br />

In <strong>de</strong> 17e eeuw - <strong>de</strong> gou<strong>de</strong>n eeuw - was er sprake van economische groei<br />

<strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland. Ook nam <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n toe. Grote <strong>de</strong>len van het<br />

Hollandse landschap wer<strong>de</strong>n opnieuw <strong>in</strong>gericht. Dit gebeur<strong>de</strong> om nieuwe<br />

vormen van <strong>in</strong>dustrie, nijverheid en landbouw mogelijk te maken.<br />

Daarnaast werd ook ruimte gereserveerd waar <strong>de</strong> drukke stadsmens aan<br />

het jachtige stadsleven kon ontsnappen. Ste<strong>de</strong>n wer<strong>de</strong>n namelijk steeds<br />

drukker en viezer, met hun ratelen<strong>de</strong> koetswielen en st<strong>in</strong>ken<strong>de</strong><br />

paar<strong>de</strong>nvijgen en grachten. Men kon ontspann<strong>in</strong>g v<strong>in</strong><strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> rust en<br />

ruimte van het buitenleven en men had hiervoor ook meer te beste<strong>de</strong>n. In<br />

het beg<strong>in</strong> zocht <strong>de</strong> elite vooral <strong>in</strong> zogenoem<strong>de</strong> herenkamers van<br />

boer<strong>de</strong>rijen een rustige plek (een soort chique kamperen bij <strong>de</strong> boer dus),<br />

maar al snel wer<strong>de</strong>n<br />

complete, nieuwe<br />

buitenplaatsen<br />

aangelegd. Dit waren<br />

complexen bestaan<strong>de</strong><br />

uit een huis met een<br />

parkachtig<br />

aangeleg<strong>de</strong> tu<strong>in</strong> en<br />

soms een compleet<br />

agrarisch bedrijf met<br />

bijbehoren<strong>de</strong><br />

lan<strong>de</strong>rijen.<br />

St<strong>in</strong>zenplanten <strong>in</strong> je eigen tu<strong>in</strong>!<br />

Een heleboel soorten zoals sneeuwklokje, narcis en sleutelbloemen, zijn<br />

zeer bekend omdat ze ook te koop zijn bij tu<strong>in</strong>centra en bloemenw<strong>in</strong>kels<br />

als tu<strong>in</strong>plant en <strong>in</strong> veel tu<strong>in</strong>en v<strong>in</strong>d je <strong>de</strong>ze soorten terug. Deze zijn echter<br />

vaak niet <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> als st<strong>in</strong>zenplanten, maar zijn ver<strong>de</strong>r gekruist met<br />

elkaar. Neem bijvoorbeeld <strong>de</strong> narcis. Deze is er <strong>in</strong> Wit met oranje hart,<br />

Geel met een geel hart, lichtgeel met een donker hart, Geel met een<br />

lichter gekleurd hart, enzovoorts.<br />

Waarschijnlijk zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze kruis<strong>in</strong>gen het ook heel goed doen op<br />

st<strong>in</strong>zenplaatsen, <strong>in</strong> loofbossen. Eigenlijk mag je <strong>de</strong> planten die je <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

tu<strong>in</strong>en vaak ziet, toch geen st<strong>in</strong>zenplanten noemen, omdat dit kruis<strong>in</strong>gen<br />

zijn.<br />

Aangezien er niet het gehele jaar door st<strong>in</strong>zenplanten te zien zijn, zullen<br />

we <strong>in</strong> dit biotoop ook bo<strong>de</strong>mdiertjes on<strong>de</strong>rzoek kunnen doen. Hoe we dat<br />

gaan doen zal <strong>in</strong> het volgen<strong>de</strong> <strong>de</strong>el beschreven staan.


Bo<strong>de</strong>mdierenon<strong>de</strong>rzoek<br />

Omdat <strong>de</strong> biotoop met <strong>de</strong> st<strong>in</strong>zenplanten niet<br />

het gehele jaar zal bloeien, kunnen we <strong>de</strong>ze<br />

biotoop ook voor an<strong>de</strong>re doele<strong>in</strong><strong>de</strong>n<br />

gebruiken. We kunnen er o.a. bo<strong>de</strong>m<br />

on<strong>de</strong>rzoek gaan doen. Waarbij we <strong>de</strong><br />

verschillen<strong>de</strong> diertjes die hier voorkomen<br />

kunnen bekijken.<br />

Als je door <strong>de</strong> tu<strong>in</strong> wan<strong>de</strong>lt, loop je eigenlijk<br />

over een heleboel bo<strong>de</strong>mdiertjes. Er leven<br />

namelijk miljoenen beestjes <strong>in</strong> <strong>de</strong> grond. Raar<br />

i<strong>de</strong>e hè? Er zijn grote dieren bij, zoals mollen en slakken. Maar <strong>de</strong> meeste zijn zo<br />

kle<strong>in</strong> dat je ze met het blote oog niet kunt zien.<br />

De bo<strong>de</strong>mdiertjes <strong>in</strong> een tu<strong>in</strong> doen nuttig werk. Ze eten namelijk <strong>de</strong> resten op<br />

van do<strong>de</strong> planten en dieren. Het zijn echte afvaleters. Wormen, spr<strong>in</strong>gstaarten<br />

en miljoenpoten peuzelen bla<strong>de</strong>ren en an<strong>de</strong>r afval op. De resten poepen ze uit.<br />

Die wor<strong>de</strong>n dan weer door kle<strong>in</strong>ere beestjes, bacteriën en schimmels, verteerd.<br />

Zo veran<strong>de</strong>rt het afval <strong>in</strong> humus. Dat ziet eruit als aar<strong>de</strong>. Het is heel goed<br />

plantenvoedsel!<br />

Maar <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mdiertjes doen nog meer. Ze graven namelijk allemaal gangetjes<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> grond. Dat is heel goed voor je planten. Want door die gangetjes komt er<br />

meer lucht <strong>in</strong> <strong>de</strong> grond. En het water kan snel wegstromen als het hard regent.<br />

Laat die beestjes dus maar lekker wriemelen <strong>in</strong> je tu<strong>in</strong>.<br />

Opdracht<br />

Jullie gaan vandaag bo<strong>de</strong>mdierenon<strong>de</strong>rzoek doen, dit kan <strong>in</strong> groepjes van 4 tot 5<br />

personen gedaan wor<strong>de</strong>n. Ie<strong>de</strong>re leerl<strong>in</strong>g bekijkt m<strong>in</strong>imaal één diertje.<br />

Bo<strong>de</strong>mdierenon<strong>de</strong>rzoek houdt <strong>in</strong> dat je kle<strong>in</strong>e diertjes <strong>in</strong> <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>m gaat bekijken<br />

en je daarbij verschillen<strong>de</strong> vragen gaat beantwoor<strong>de</strong>n. In <strong>de</strong> opdracht wordt<br />

beschreven wat je moet doen, en zullen er tussendoor vragen gesteld wor<strong>de</strong>n.<br />

Succes!<br />

Materiaal<br />

- Werkblad met <strong>de</strong> vragen.<br />

- Potlood en gum.<br />

- Lepel.<br />

- Wit bakje.<br />

- Loep.<br />

Stap 1. Zoek met <strong>de</strong> lepel on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> bla<strong>de</strong>ren en <strong>in</strong> <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>m naar diertjes.<br />

Gebruik <strong>de</strong> loep.<br />

Stap 2. Verzamel drie verschillen<strong>de</strong> soorten <strong>in</strong> het witte bakje. Wees voorzichtig<br />

met <strong>de</strong> diertjes, laat ze leven.<br />

Stap 3. Kies één diertje uit je witte bakje dat je beter gaat bekijken.<br />

Vraag 1:<br />

Vond je het diertje op of on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> grond? Ik vond het diertje <strong>de</strong><br />

grond.


Vraag 2:<br />

Wat <strong>de</strong>nk je dat het diertje eet? Ik <strong>de</strong>nk dat het diertje eet.<br />

Vraag 3:<br />

Hoeveel poten heeft het diertje? Het diertje heeft ______________ poten.<br />

Vraag 4:<br />

Welke kleuren heeft het diertje? Het diertje heeft <strong>de</strong><br />

kleuren____________________________________.<br />

Vraag 5:<br />

Wat is <strong>de</strong> naam van het diertje? De naam van het diertje is ___________.<br />

( je kan hierbij een zoekkaart gebruiken, als <strong>de</strong>ze aanwezig is.)<br />

Vraag 6:<br />

Maak een dui<strong>de</strong>lijke teken<strong>in</strong>g van het diertje.<br />

Stap 4: Kies een an<strong>de</strong>r diertje uit je witte bakje dat je beter gaat bekijken.<br />

Gebruik <strong>de</strong> loep.<br />

Vraag 7:<br />

Vond je het diertje op of on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> grond? Ik vond het diertje ______ <strong>de</strong> grond.<br />

Vraag 8:<br />

Wat <strong>de</strong>nk je dat het diertje eet? Ik <strong>de</strong>nk dat het diertje ____________eet.<br />

Vraag 9:<br />

Hoeveel poten heeft het diertje? Het diertje heeft ___________ poten.<br />

Vraag 10:<br />

Welke kleuren heeft het diertje? Het diertje heeft <strong>de</strong> kleuren __________<br />

Vraag 11:<br />

Wat is <strong>de</strong> naam van het diertje? De naam van het diertje is ___________<br />

( je kan hierbij een zoekkaart gebruiken, als <strong>de</strong>ze aanwezig is.)


Vraag 12:<br />

Maak een dui<strong>de</strong>lijke teken<strong>in</strong>g van het diertje.<br />

Stap 5: Je gaat nu het laatste diertje uit je witte bakje bekijken. Gebruik <strong>de</strong> loep.<br />

Vraag 13:<br />

Vond je het diertje op of on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> grond? Ik vond het diertje _______<strong>de</strong> grond.<br />

Vraag 14:<br />

Wat <strong>de</strong>nk je dat het diertje eet? Ik <strong>de</strong>nk dat het diertje __________ eet.<br />

Vraag 15:<br />

Hoeveel poten heeft het diertje? Het diertje heeft ___________ poten.<br />

Vraag 16:<br />

Welke kleuren heeft het diertje?<br />

Het diertje heeft <strong>de</strong> kleuren ___________________________________<br />

Vraag 17:<br />

Wat is <strong>de</strong> naam van het diertje? De naam van het diertje is __________<br />

( je kan hierbij een zoekkaart gebruiken, als <strong>de</strong>ze aanwezig is.)<br />

Vraag 18:<br />

Maak een dui<strong>de</strong>lijke teken<strong>in</strong>g van het diertje.


Laatste stap: Als je klaar bent, zet dan <strong>de</strong> diertjes terug op <strong>de</strong> plek waar je ze<br />

hebt gevon<strong>de</strong>n. Waarom is dit belangrijk?<br />

___________________________________________________________<br />

___________________________________________________________<br />

___________________________________________________________<br />

___________________________________________________________<br />

___________________________________________________________<br />

Enkele diertjes die je tegen kunt komen, zijn te zien op <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> bladzij<strong>de</strong>.


Docentenhandleid<strong>in</strong>g:<br />

In <strong>de</strong>ze docentenhandleid<strong>in</strong>g v<strong>in</strong>d u kort en bondig <strong>in</strong>formatie over het lespakket<br />

st<strong>in</strong>zenbiotoop en biotoop- en bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek. Belangrijke punten die <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze<br />

lesbrief naar voren komen is het leren observeren van bo<strong>de</strong>mdieren, maar ook<br />

weten wat voor functie <strong>de</strong>ze dieren hebben <strong>in</strong> <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>m.<br />

Omdat er <strong>in</strong> <strong>de</strong> Corpactu<strong>in</strong> ook een st<strong>in</strong>zenbiotoop is aangelegd is het belangrijk<br />

om <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen ook <strong>de</strong> nodige achtergrond <strong>in</strong>formatie te geven. En dat is dan<br />

ook terug te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze lesbrief.<br />

Let op !! Dit lespakket is enkel alleen uit te voeren wanneer <strong>de</strong> st<strong>in</strong>zen bloeien en<br />

wanneer het warm genoeg is voor bo<strong>de</strong>mdiertjes om tevoorschijn te komen. Dit<br />

is <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van e<strong>in</strong>d maart tot e<strong>in</strong>d september.<br />

Leson<strong>de</strong>rwerp:<br />

- St<strong>in</strong>zenplanten en bo<strong>de</strong>mdierenon<strong>de</strong>rzoek.<br />

Lesduur:<br />

- 2 a 3 lessen.<br />

Lesdoelstell<strong>in</strong>gen:<br />

- De leerl<strong>in</strong>g kan aangeven wat St<strong>in</strong>zenplanten zijn en wanneer <strong>de</strong>ze<br />

groeien en kunnen omschrijven wat <strong>de</strong> belangrijkste kenmerken zijn.<br />

- De leerl<strong>in</strong>g kan een beschrijven hoe <strong>de</strong> St<strong>in</strong>zenplanten <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland zijn<br />

gekomen.<br />

- De leerl<strong>in</strong>g kan een bo<strong>de</strong>mdiertje observeren, en kan daar respectvol mee<br />

omgaan.<br />

- De leerl<strong>in</strong>g kan een <strong>de</strong> vragen beantwoor<strong>de</strong>n over <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mdiertjes.<br />

- De leerl<strong>in</strong>g kan samenwerken met zijn me<strong>de</strong>leerl<strong>in</strong>gen.<br />

Verwachte of aangenomen beg<strong>in</strong>situatie:<br />

- De leerl<strong>in</strong>g weet van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mdieren die er kunnen<br />

voorkomen.<br />

Lesschema:<br />

Activiteiten: Activiteit docent:<br />

Les 1 - Introductie<br />

lesbrief<br />

De docent <strong>in</strong>troduceert <strong>de</strong> lesbrief, door uit te leggen<br />

wat <strong>de</strong> opdracht is. Er kan verteld wor<strong>de</strong>n, hoe<br />

St<strong>in</strong>zenplanten eruit zien en waar je ze kan v<strong>in</strong><strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

Corpactu<strong>in</strong>.<br />

Ook kan je <strong>de</strong> regels voor het veldwerk, uitlegen. En <strong>de</strong><br />

leerl<strong>in</strong>gen voorberei<strong>de</strong>n op het bo<strong>de</strong>mdierenon<strong>de</strong>rzoek.<br />

Les 2 Het on<strong>de</strong>rzoek De leerl<strong>in</strong>gen gaan met hun groepje naar <strong>de</strong> Corpactu<strong>in</strong><br />

en kunnen <strong>in</strong> <strong>de</strong> biotoop van <strong>de</strong> St<strong>in</strong>zenplanten hun<br />

on<strong>de</strong>rzoekje uitvoeren.<br />

De werkbla<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n direct meegenomen en kunnen<br />

direct <strong>in</strong>gevuld wor<strong>de</strong>n. Het is van belang dat er goed<br />

wordt omgegaan met <strong>de</strong> dieren en dat er goed wordt<br />

samengewerkt.


E<strong>in</strong><strong>de</strong>valuatie<br />

Hoe verliep <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g? Goed/ niet goed? En waarom?<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Waren <strong>de</strong> taken goed ver<strong>de</strong>eld? Allebei evenveel gedaan?<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Wat hebben jullie geleerd van <strong>de</strong>ze opdrachten? en welke von<strong>de</strong>n jullie<br />

het leerzaamste om uit te voeren?<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Zijn jullie tevre<strong>de</strong>n over alle gemaakte opdrachten? waarom wel/<br />

waarom niet?<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Wat zou<strong>de</strong>n jullie <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> keer an<strong>de</strong>rs doen? Waar zijn jullie<br />

tegenaan gelopen?<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………………………


Slot<br />

Deze lessenserie is gemaakt door stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> Fontys lerarenopleid<strong>in</strong>g te<br />

Tilburg. Het projectwerk is een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> cursus duurzaamheid, waardoor<br />

het on<strong>de</strong>rwerp duurzaamheid centraal staat bij <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g van het project.<br />

Het project wat wij als groep gekozen hebben is het ontwikkelen van een<br />

educatief programma voor <strong>de</strong> Corpac Tu<strong>in</strong>. Deze Corpac Tu<strong>in</strong> is een<br />

biodiversiteitstu<strong>in</strong> gelegen rondom het Corpac Huis te Tilburg, 1waarvan <strong>de</strong><br />

aanleg gestart is <strong>in</strong> het najaar van 2010.<br />

De tu<strong>in</strong> is het resultaat van een samenwerk<strong>in</strong>g tussen Het Corpac Huis, ECNC en<br />

<strong>de</strong> prov<strong>in</strong>cie Noord-<strong>Brabant</strong>. Tevens is <strong>de</strong> gemeente Tilburg bij het plan<br />

betrokken, als eigenaar van een groot <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> grond.<br />

Het doel van <strong>de</strong> Corpac Tu<strong>in</strong> is om een aantrekkelijke omgev<strong>in</strong>g te creëren voor<br />

planten, dieren, omwonen<strong>de</strong>n en bezoekers/werknemers van het Corpac Huis.<br />

Om <strong>de</strong> biodiversiteitstu<strong>in</strong> ook een educatief doel te geven, zijn wij gevraagd om<br />

aansluitend lesmateriaal te ontwikkelen waar mid<strong>de</strong>lbare scholen gebruik van<br />

kunnen maken.<br />

Bij het maken van dit lessenserie hebben wij ervoor gekozen om voor elk<br />

afzon<strong>de</strong>rlijk biotoop een specifieke lesbrief te maken. De lesbrieven zijn <strong>de</strong>els<br />

theoretisch en <strong>de</strong>els praktisch, maar <strong>in</strong> zijn geheel bruikbaar ter plaatse <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

Corpac Tu<strong>in</strong>.<br />

Deze lessenserie is bedoeld voor leerl<strong>in</strong>gen uit het 1 e of 2 e jaar op <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>lbare<br />

school en richt zich vooral op het verkrijgen van toepasbare kennis en het<br />

tra<strong>in</strong>en van vaardighe<strong>de</strong>n zoals samenwerken en reflecteren.<br />

Dit project heeft voor ons als stu<strong>de</strong>nten aan <strong>de</strong> lerarenopleid<strong>in</strong>g ook een aantal<br />

doelen met zich meegebracht. Als eerste was ons doel om meer ervar<strong>in</strong>g te<br />

krijgen <strong>in</strong> het ontwikkelen van passend on<strong>de</strong>rwijs bij een bestaand project.<br />

De twee<strong>de</strong> uitdag<strong>in</strong>g was om <strong>in</strong> een groep te werken aan een project voor een<br />

opdrachtgever. Dit vereiste veel plannen, taken ver<strong>de</strong>len, uitwisselen, contacten<br />

on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n, beslissen en evalueren.<br />

Deze lessenserie is het resultaat van onze samenwerk<strong>in</strong>g on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g en met <strong>de</strong><br />

opdrachtgever. We hopen dat <strong>de</strong>ze lessen nog veel leraren en leerl<strong>in</strong>gen kunnen<br />

helpen en vooral veel plezier kunnen brengen!<br />

Stu<strong>de</strong>nten Fontys lerarenopleid<strong>in</strong>g te Tilburg:<br />

Marco <strong>de</strong>n Turck (biologie)<br />

Esmé Remijn (biologie)<br />

Jolanda Schouten (biologie)<br />

C<strong>in</strong>dy Bom (biologie)<br />

Nicole Wolters (gezondheid & welzijn)<br />

Opdrachtgeven<strong>de</strong> organisatie:<br />

Gemeente Tilburg<br />

Contactpersonen:<br />

Nico Corporaal<br />

Jeffrey Raymakers<br />

(Projectme<strong>de</strong>werker Voorlicht<strong>in</strong>g & Educatie IVN<br />

Consulentschap <strong>Brabant</strong>)<br />

Tom Toebes (docent biologie, fontys lerarenopleid<strong>in</strong>g te Tilburg)

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!