de Reitsetuin - Biodiversiteit in Brabant
de Reitsetuin - Biodiversiteit in Brabant
de Reitsetuin - Biodiversiteit in Brabant
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Biodiversiteit</strong>stu<strong>in</strong><br />
De Corpac Tu<strong>in</strong><br />
Ontworpen door:<br />
C<strong>in</strong>dy Bom<br />
Esmé Remijn<br />
Jolanda Schouten<br />
Marco <strong>de</strong>n Turck<br />
Nicole Wolters<br />
Fontys Lerarenopleid<strong>in</strong>g<br />
Biologie en<br />
Gezondheidszorg &<br />
Welzijn<br />
Tilburg
Voorwoord<br />
In het ka<strong>de</strong>r van duurzaamheid, is <strong>in</strong> opdracht door <strong>de</strong> gemeente Tilburg, voor<br />
<strong>de</strong> <strong>Biodiversiteit</strong>stu<strong>in</strong> van het Corpachuis te Tilburg, dit educatieve lesprogramma<br />
ontwikkeld. Dit lesprogramma is speciaal ontwikkeld voor <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouw van het<br />
voortgezet on<strong>de</strong>rwijs. En is erg aantrekkelijk als gebruiksmateriaal voor <strong>de</strong><br />
mid<strong>de</strong>lbare scholen direct rondom <strong>de</strong> Corpactu<strong>in</strong> of voor <strong>in</strong> <strong>de</strong> buurt gelegen<br />
mid<strong>de</strong>lbare scholen.<br />
<strong>Biodiversiteit</strong> is <strong>de</strong> belangrijkste pijler b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g en totstandkom<strong>in</strong>g<br />
van <strong>de</strong> Corpactu<strong>in</strong>. En er is daarom ook gekozen om <strong>de</strong>ze pijler terug te laten<br />
komen <strong>in</strong> het educatieve lesprogramma. Een van <strong>de</strong> doelen voor het ontwikkelen<br />
van dit lesprogramma is dan ook om ervoor te zorgen dat door het gebruik van<br />
dit lesprogramma, leerl<strong>in</strong>gen meer te laten leren over biodiversiteit en dat<br />
wanneer er op <strong>de</strong>ze manier doorgeleefd wordt, <strong>de</strong> diversiteit steeds m<strong>in</strong><strong>de</strong>r<br />
wordt.<br />
Daarnaast kan <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g bewuster wor<strong>de</strong>n gemaakt van wat biodiversiteit is,<br />
en <strong>in</strong> welke mate <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g zelf <strong>in</strong>vloed kan hebben op <strong>de</strong> biodiversiteit en<br />
welke bijdrage zij hier<strong>in</strong> zelf kunnen geven.<br />
Om zo optimaal mogelijk gebruik te maken van <strong>de</strong> biodiversiteitstu<strong>in</strong>, wordt er <strong>in</strong><br />
het educatieve lesprogramma stilgestaan bij alle biotopen welke aanwezig zijn <strong>in</strong><br />
<strong>de</strong> tu<strong>in</strong>. Er is zelfs per biotoop een lesprogramma geschreven, zodat er van <strong>de</strong><br />
gehele tu<strong>in</strong> gebruik kan wor<strong>de</strong>n gemaakt.<br />
Op voorhand zal <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g kennis moeten verkrijgen over <strong>de</strong> tu<strong>in</strong> en <strong>de</strong><br />
verschillen<strong>de</strong> biotopen die hier te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n zijn. Ook moeten <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen weten<br />
wat biodiversiteit <strong>in</strong>houd en kan er een relatie wor<strong>de</strong>n gelegd met duurzaamheid,<br />
recycl<strong>in</strong>g en bewustword<strong>in</strong>g van het consumentengedrag van <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen.<br />
Nadat <strong>de</strong>ze kennis vergaard is, kan een start wor<strong>de</strong>n gemaakt aan dit educatieve<br />
lesprogramma en zullen <strong>de</strong> praktijkon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len uitgevoerd kunnen wor<strong>de</strong>n.<br />
De betreffen<strong>de</strong> didactische uitgangspunten, mo<strong>de</strong>llen of werkvormen, wor<strong>de</strong>n<br />
na<strong>de</strong>r toegelicht <strong>in</strong> het docenten<strong>de</strong>el van dit educatieve lesprogramma bij ie<strong>de</strong>r<br />
uitgewerkte biotoop.<br />
Veel werkplezier,<br />
Het Fontys FLOT-Team; Marco <strong>de</strong>n Turck, C<strong>in</strong>dy Bom, Jolanda Schouten, Nicole<br />
Wolters en Esmé Remijn.
Inleid<strong>in</strong>g<br />
Insecten bekijken<br />
- Leerl<strong>in</strong>gen<strong>de</strong>el<br />
- Docenthandleid<strong>in</strong>g<br />
- Didactische verantwoord<strong>in</strong>g<br />
Vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs lokken<br />
- Leerl<strong>in</strong>gen<strong>de</strong>el<br />
- Docenthandleid<strong>in</strong>g<br />
- Didactische verantwoord<strong>in</strong>g<br />
Waterbeoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g Poel<br />
- Leerl<strong>in</strong>gen<strong>de</strong>el<br />
- Docenthandleid<strong>in</strong>g<br />
- Didactische verantwoord<strong>in</strong>g<br />
Dotterbloem<br />
- Leerl<strong>in</strong>gen<strong>de</strong>el<br />
- Docenthandleid<strong>in</strong>g<br />
- Didactische verantwoord<strong>in</strong>g<br />
<strong>Biodiversiteit</strong>son<strong>de</strong>rzoek<br />
- Leerl<strong>in</strong>gen<strong>de</strong>el<br />
- Docenthandleid<strong>in</strong>g<br />
St<strong>in</strong>zenplanten en bo<strong>de</strong>mdieren on<strong>de</strong>rzoek<br />
- Leerl<strong>in</strong>gen<strong>de</strong>el<br />
- Docenthandleid<strong>in</strong>g<br />
- Didactische verantwoord<strong>in</strong>g<br />
Slot<br />
Inhoudsopgave
Insecten bekijken<br />
Leerl<strong>in</strong>gen <strong>de</strong>el
Wat zijn <strong>in</strong>secten?<br />
Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> lessen ga je er met dit werkblad achter komen wat<br />
<strong>in</strong>secten zijn, leer je ze herkennen en kan je zelfs een eigen <strong>in</strong>sectenhotel<br />
gaan maken.<br />
Om wat te leren over <strong>in</strong>secten kun je op <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> bladzij<strong>de</strong>n wat<br />
algemene <strong>in</strong>formatie lezen. Met <strong>de</strong>ze <strong>in</strong>formatie kun je <strong>de</strong> vragen van<br />
opdracht 1 die daarop volgen maken.<br />
In opdracht 2 ga je met een zoekkaart werken. Op <strong>de</strong>ze zoekkaart staan<br />
veel <strong>in</strong>secten die je zelf kan tegenkomen. Je gaat op zoek naar <strong>in</strong>secten<br />
bij het <strong>in</strong>sectenhotel die je met je zoekkaart kan benoemen.<br />
De laatste opdracht gaat je helpen om zelf een <strong>in</strong>sectenhotel te maken!<br />
Dit hotel kun je thuis <strong>in</strong> <strong>de</strong> tu<strong>in</strong> of op school hangen, zodat je vaker<br />
<strong>in</strong>secten kan bekijken!<br />
Bij alle opdrachten werk je samen met klasgenoten <strong>in</strong><br />
groepen.<br />
Veel plezier met <strong>de</strong> <strong>in</strong>secten die je gaat v<strong>in</strong><strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> Corpac<br />
tu<strong>in</strong>!<br />
Wat zijn <strong>in</strong>secten en hoe zien ze eruit?<br />
Een wetenschappelijke naam voor <strong>in</strong>secten is "hexapoda". Dat betekent<br />
eigenlijk 6 (hexa) poten (poda). Dit geeft al een beetje aan hoe we<br />
<strong>in</strong>secten kunnen herkennen.<br />
Insecten zijn <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe allemaal gelijk van bouw. Het lichaam is ver<strong>de</strong>eld<br />
<strong>in</strong> 3 <strong>de</strong>len: <strong>de</strong> kop, het borststuk en het achterlijf. Op hun kop hebben ze<br />
een paar antennen of voelsprieten, een paar ogen, en <strong>de</strong> mond<strong>de</strong>len. Het<br />
borststuk heeft drie paar poten en (meestal) twee paar vleugels.<br />
Voor op <strong>de</strong> kop hebben <strong>in</strong>secten twee voelsprieten. Hier<strong>in</strong> bev<strong>in</strong><strong>de</strong>n zich<br />
soms <strong>de</strong> smaakz<strong>in</strong>tuigen, <strong>de</strong> reukorganen en <strong>de</strong> oren. Zogenaam<strong>de</strong><br />
facetogen zijn samengesteld uit soms wel duizen<strong>de</strong>n "afzon<strong>de</strong>rlijke" ogen.<br />
Bijen, vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs en sommige vliegen hebben hun smaakz<strong>in</strong>tuigen op <strong>de</strong><br />
poten zitten.<br />
De z<strong>in</strong>tuigen zijn <strong>de</strong>els zeer hoog ontwikkeld. Enkele <strong>in</strong>secten kunnen<br />
ultrasonisch geluid waarnemen, an<strong>de</strong>re kunnen UV-licht zien (bijen).<br />
Insecten horen thuis <strong>in</strong> <strong>de</strong> groep van <strong>de</strong> geleedpotige dieren. Die<br />
diergroep wordt ook wel "arthropo<strong>de</strong>n" genoemd. Ze heten zo omdat hun<br />
lichaam en le<strong>de</strong>maten uit afzon<strong>de</strong>rlijke segmenten lijken te bestaan.<br />
Behalve <strong>in</strong>secten behoren ook schaaldieren (kreeften, krabben),<br />
duizendpoten, miljoenpoten en sp<strong>in</strong>nen tot <strong>de</strong> geleedpotige dieren.<br />
De kenmerken die we hierboven genoemd hebben on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />
<strong>in</strong>secten van an<strong>de</strong>re geleedpotige dieren. Sp<strong>in</strong>nen bijvoorbeeld hebben<br />
geen vleugels, drie paar poten en een twee<strong>de</strong>lig lichaam. Sp<strong>in</strong>nen zijn dus<br />
geen <strong>in</strong>secten.<br />
B<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> geleedpotige dieren zijn <strong>in</strong>secten verreweg <strong>de</strong> grootste groep.<br />
Heel veel soorten zijn nog niet ont<strong>de</strong>kt, maar men <strong>de</strong>nkt dat er meer dan<br />
1 miljoen soorten <strong>in</strong>secten zijn.
Insecten zijn er <strong>in</strong> alle vormen en maten, rond of langwerpig, kruipend of<br />
vliegend, en van goed gecamoufleerd tot felgekleurd. Er zijn ongeveer<br />
5000 libellen, 20 000 spr<strong>in</strong>khanen, 170 000 vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs, 82 000 wantsen,<br />
120 000 vliegen en 110 000 bijen en wespen. De kevers zijn <strong>de</strong> grootste<br />
groep met m<strong>in</strong>stens 350 000 soorten. Met name van <strong>de</strong> vliegen, <strong>de</strong><br />
vliesvleugeligen en <strong>de</strong> vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> werkelijke soortenaantallen nog<br />
wel eens enorm veel hoger kunnen liggen.<br />
Nuttige <strong>in</strong>secten?<br />
De zoogdierenor<strong>de</strong> Insectivora of <strong>in</strong>secteneters waartoe <strong>de</strong> spitsmuizen<br />
en vleermuizen behoren zou bijvoorbeeld niet bestaan zon<strong>de</strong>r <strong>in</strong>secten.<br />
Ook an<strong>de</strong>re groepen dieren zoals reptielen, amfibieën en <strong>in</strong>secteneten<strong>de</strong><br />
vogels zijn afhankelijk van <strong>in</strong>secten. Ook zijn veel soorten planten van<br />
<strong>in</strong>secten afhankelijk voor <strong>de</strong> bestuiv<strong>in</strong>g, niet alleen bijen maar ook<br />
sommige kevers en vliegen. Ook mensen hebben gemak van <strong>in</strong>secten.<br />
Dankzij <strong>in</strong>secten zijn producten als hon<strong>in</strong>g, zij<strong>de</strong> en bijenwas beschikbaar<br />
en ook spelen <strong>in</strong>secten een rol <strong>in</strong> <strong>de</strong> bestuiv<strong>in</strong>g <strong>in</strong> kassen en <strong>in</strong> <strong>de</strong> natuur.<br />
Zelfs voor <strong>de</strong> bestrijd<strong>in</strong>g van <strong>in</strong>secten wor<strong>de</strong>n an<strong>de</strong>re soorten gebruikt,<br />
zoals sluipwespen die rupsen do<strong>de</strong>n en een aantal lieveheersbeestjes die<br />
bekend staan om hun dieet van bladluizen. In veel lan<strong>de</strong>n zijn <strong>in</strong>secten<br />
zelfs een <strong>de</strong>licatesse, zo wor<strong>de</strong>n veel soorten rupsen en spr<strong>in</strong>khanen<br />
gewaar<strong>de</strong>erd om <strong>de</strong> hoge proteïnewaar<strong>de</strong> en <strong>de</strong> notenachtige smaak.<br />
Hon<strong>in</strong>gbij<br />
Scha<strong>de</strong>lijke <strong>in</strong>secten<br />
Sommige <strong>in</strong>secten zijn echter scha<strong>de</strong>lijk omdat ze pijnlijk kunnen bijten of<br />
steken (goudoogdaas, wesp) of ziekten overbrengen (malariamug,<br />
tseetseevlieg). De meeste scha<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rv<strong>in</strong>dt <strong>de</strong> mens echter van<br />
planteneten<strong>de</strong> <strong>in</strong>secten als luizen, rupsen, thripsen en an<strong>de</strong>re zuigen<strong>de</strong> en<br />
knagen<strong>de</strong> <strong>in</strong>secten die hele oogsten kunnen ruïneren. Vaak zijn <strong>de</strong> larven<br />
of nimfen van <strong>in</strong>secten veel scha<strong>de</strong>lijker omdat ze snel moeten groeien en<br />
daardoor zeer vraatzuchtig zijn. Boktorren zijn een familie van kevers en<br />
meestal onschuldige <strong>in</strong>secten die leven van kle<strong>in</strong>e hoeveelhe<strong>de</strong>n nectar of
stuifmeel, ze zijn voornamelijk bezig met <strong>de</strong> voortplant<strong>in</strong>g. De larven<br />
echter kunnen grote scha<strong>de</strong> toebrengen aan do<strong>de</strong> of leven<strong>de</strong> bomen maar<br />
ook aan allerlei houten objecten als kunstwerken en met name<br />
steunbalken <strong>in</strong> ou<strong>de</strong> gebouwen. Er zijn bepaal<strong>de</strong> <strong>in</strong>secten die soms een<br />
onvoorstelbare scha<strong>de</strong> aan kunnen richten door te zwermen, een<br />
voorbeeld is <strong>de</strong> woestijnspr<strong>in</strong>khaan. De uitbraak van het chikungunyavirus<br />
<strong>in</strong> beg<strong>in</strong> 2006 op on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re Madagaskar en het Franse eiland Réunion<br />
was te danken aan muggen. Hierbij raakten meer dan 150.000 mensen<br />
besmet met <strong>de</strong> pijnlijke <strong>in</strong>fectie waarvan er 77 stierven.
1.<br />
2.<br />
3.<br />
4.<br />
5.<br />
6.<br />
7.<br />
8.<br />
9.<br />
Opdrachten:<br />
lees <strong>de</strong> tekst en vul <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>!<br />
Opdracht 1<br />
De <strong>in</strong>secten zijn <strong>de</strong> meest succesvolle dieren op aar<strong>de</strong>. Waarom?<br />
Omdat er m<strong>in</strong>stens:<br />
…………………………………………………………………………………………….<br />
………………………………………………………………………………………………<br />
Noem m<strong>in</strong>imaal vijf beken<strong>de</strong> <strong>in</strong>secten.<br />
Beken<strong>de</strong> soorten zijn:<br />
- …………………………………<br />
- …………………………………<br />
- …………………………………<br />
- …………………………………<br />
- …………………………………<br />
- …………………………………<br />
Opdracht 2<br />
In <strong>de</strong> <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>g heb je al een beetje kunnen lezen, hoe <strong>in</strong>secten er over het<br />
algemeen uitzien.<br />
Kun je op het plaatje hieron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> juiste namen op <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> plaats <strong>in</strong> het hok<br />
zetten?
Opdracht 3<br />
Als je naar het plaatje bij opdracht 2 kijkt en je leest<br />
nog eens goed wat er geschreven <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>g,<br />
dan kun je <strong>de</strong> vragen hieron<strong>de</strong>r vast wel<br />
beantwoor<strong>de</strong>n.<br />
Uit hoeveel <strong>de</strong>len bestaat het lichaam van een<br />
<strong>in</strong>sect?<br />
Uit …….. <strong>de</strong>len.<br />
Welke <strong>de</strong>len?<br />
Delen:…………………………………………………………………<br />
……………………………………………………………………………<br />
……………………………………………………………………<br />
Hoeveel poten heeft een <strong>in</strong>sect?<br />
Een <strong>in</strong>sect heeft ……….. poten<br />
Zijn sp<strong>in</strong>nen ook <strong>in</strong>secten? Waarom wel? / Waarom niet?<br />
Een sp<strong>in</strong> is wel / geen <strong>in</strong>sect, want<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
………………………………………………………………………………………….…………………………….<br />
Wat hebben <strong>in</strong>secten ook bijna allemaal?<br />
Insecten hebben bijna allemaal<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
………………………………………………………………………………………………………………………..<br />
Voor op <strong>de</strong> kop hebben <strong>in</strong>secten vaak twee voelsprieten.<br />
Wat kunnen ze daarmee?<br />
Met <strong>de</strong>ze voelsprieten<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
Hebben <strong>in</strong>secten <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> ogen als mensen?<br />
Insecten hebben wel/niet <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> ogen als mensen, want:<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
Hoe zien die <strong>in</strong>sectenogen er dan uit?<br />
Insectenogen zijn:<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………
Zelf <strong>in</strong>secten zoeken<br />
Je weet nu al wat meer over <strong>in</strong>secten. In <strong>de</strong> „Corpac tu<strong>in</strong>‟ v<strong>in</strong>d je een<br />
<strong>in</strong>sectenhotel. Als je bij dit hotel eens gaat kijken, zul je verschillen<strong>de</strong> <strong>in</strong>secten<br />
tegenkomen.<br />
Om te on<strong>de</strong>rzoeken welke <strong>in</strong>secten je ziet, ga je gebruik maken van het schema<br />
wat hieron<strong>de</strong>r staat. Bekijk je <strong>in</strong>sect goed en beantwoord <strong>de</strong> vragen tot je bij <strong>de</strong><br />
naam van je <strong>in</strong>sect uitkomt.<br />
Zoek m<strong>in</strong>stens 5 <strong>in</strong>secten bij het hotel op en schrijf hieron<strong>de</strong>r op welke <strong>in</strong>secten<br />
je gevon<strong>de</strong>n hebt.<br />
-…………………………..<br />
-…………………………...<br />
-…………………………...<br />
-…………………………...<br />
-…………………………...
Opdracht voor <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> les of voor thuis:<br />
Je hebt <strong>in</strong> <strong>de</strong> Corpac-tu<strong>in</strong> het <strong>in</strong>sectenhotel gezien. Zelf kun je ook een<br />
<strong>in</strong>sectenhotel maken, zodat je thuis of op school ook <strong>in</strong>secten kan bestu<strong>de</strong>ren.<br />
Op <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> pag<strong>in</strong>a‟s zie je werkbla<strong>de</strong>n om verschillen<strong>de</strong> soorten hotels te<br />
maken. Je kan kiezen uit een hotel van riet, hout of van gaas.<br />
Doe creatief en maak er iets moois van!<br />
Ps. Vergeet niet om <strong>de</strong> e<strong>in</strong><strong>de</strong>valuatie op <strong>de</strong> laatste<br />
bladzij<strong>de</strong> <strong>in</strong> te vullen met je groepje!
Een <strong>in</strong>sectenhotel van riet<br />
Benodigdhe<strong>de</strong>n<br />
- stukken riet<br />
- plakbandroller<br />
- 1 elastiekje<br />
- een handje vol plastic rietjes<br />
- boetseerklei<br />
Werkwijze<br />
1. Duw al je uitgekozen rietjes om <strong>de</strong> beurt <strong>in</strong> <strong>de</strong> klei. Zorg ervoor dat er <strong>in</strong><br />
elk rietje een beetje klei blijft zitten. Nu zijn alle on<strong>de</strong>rkanten dicht door<br />
<strong>de</strong> boetseerklei. Insecten hou<strong>de</strong>n van een wand achter<strong>in</strong> hun gangetje.<br />
2. Neem <strong>de</strong> stukken riet en <strong>de</strong> plastic rietjes bij elkaar, zodat <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rkant<br />
gelijk is.<br />
3. Daaromheen doe je een elastiek, zodat het bosje riet bij elkaar gehou<strong>de</strong>n<br />
wordt.<br />
4. Maak je bosje rietjes nu steviger door er plakband omheen te plakken.<br />
TIP! Heb jij iets leuks van thuis meegenomen? Dan kun jij jouw <strong>in</strong>sectenhotel<br />
opvrolijken! Vlecht er bijvoorbeeld een mooi l<strong>in</strong>t doorheen!<br />
VOOR THUIS<br />
Thuis kun je het <strong>in</strong>sectenhotel ergens neerleggen. Het moet er droog zijn. Je<br />
kunt het ook ophangen, als een soort schil<strong>de</strong>rij. Zorg ervoor dat het hotel <strong>in</strong><br />
evenwicht hangt en ergens waar <strong>de</strong> beestjes goed bij kunnen komen.<br />
Bijvoorbeeld dichtbij een <strong>de</strong>ur of een rand van <strong>de</strong> schuur.<br />
Veel plezier met je <strong>in</strong>sectenhotel!
Een <strong>in</strong>sectenhotel van hout<br />
Benodigdhe<strong>de</strong>n:<br />
- een blok hout<br />
- een boormach<strong>in</strong>e<br />
- verschillen<strong>de</strong> maten boortjes<br />
- speciale lijm<br />
Werkwijze:<br />
1. Pak een blok hout<br />
2. Be<strong>de</strong>nk zelf <strong>in</strong> welke kant van het blok <strong>de</strong> gaatjes moeten komen.<br />
3. Boor gaatjes <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze kant (verschillen<strong>de</strong> maten)<br />
4. Zorg ervoor dat <strong>de</strong> gaatjes er niet helemaal doorheen gaan: <strong>in</strong>secten<br />
hou<strong>de</strong>n van een wand achter<strong>in</strong> hun gangetje<br />
TIP! Heb jij iets leuks van thuis meegenomen? Dan kun jij jouw <strong>in</strong>sectenhotel<br />
opvrolijken! Je plakt bijvoorbeeld een mooi beeldje op <strong>de</strong> bovenkant!<br />
VOOR THUIS<br />
Je legt het blok hout met <strong>de</strong> kant waar<strong>in</strong> je gaatjes hebt geboord, <strong>in</strong> het<br />
zonnetje. Insecten hou<strong>de</strong>n van lekker warme plekjes. Ze kiezen <strong>de</strong> <strong>in</strong>gangetjes<br />
die <strong>in</strong> <strong>de</strong> zon liggen! Je kunt het <strong>in</strong>sectenhotel ook een leuk kleurtje geven met<br />
verf!<br />
Veel plezier met je <strong>in</strong>sectenhotel!
Een <strong>in</strong>sectenhotel van gaas<br />
Benodigdhe<strong>de</strong>n:<br />
- twee stukken gaas<br />
- ijzerdraad<br />
- nijptang<br />
- 4 ron<strong>de</strong> stokjes<br />
- stukjes mos<br />
- stukjes boomschors<br />
Werkwijze:<br />
1. Pak een stuk gaas.<br />
2. Leg daarop <strong>de</strong> stokjes naast elkaar.<br />
3. knip met <strong>de</strong> nijptang stukjes ijzerdraad af.<br />
4. Maak <strong>de</strong> stokjes vast met het ijzerdraad.<br />
5. Leg <strong>de</strong> boomschors, het riet en <strong>de</strong> stukken mos tussen <strong>de</strong> stokjes.<br />
6. Leg het twee<strong>de</strong> stuk gaas er bovenop.<br />
7. Maakt <strong>de</strong> twee stukken gaas aan <strong>de</strong> bovenkant en on<strong>de</strong>rkant aan elkaar<br />
vast met ijzerdraad.<br />
TIP! Heb jij iets leuks van thuis meegenomen? Dan kun jij jouw <strong>in</strong>sectenhotel<br />
opvrolijken! Vlecht er bijvoorbeeld een mooi l<strong>in</strong>t doorheen!<br />
VOOR THUIS<br />
Je kunt het <strong>in</strong>sectenhotel ergens neerleggen waar het droog is. Je kunt het ook<br />
ophangen als een soort schil<strong>de</strong>rij. Doe dit dan op een plekje waar <strong>in</strong>secten bij<br />
kunnen komen. Bijvoorbeeld aan <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur van <strong>de</strong> schuur.
E<strong>in</strong><strong>de</strong>valuatie<br />
Hoe verliep <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g? Goed/ niet goed? En waarom?<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
Waren <strong>de</strong> taken goed ver<strong>de</strong>eld? Allebei evenveel gedaan?<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
Wat hebben jullie geleerd van <strong>de</strong>ze opdrachten? en welke von<strong>de</strong>n jullie het<br />
leerzaamste om uit te voeren?<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
Zijn jullie tevre<strong>de</strong>n over alle gemaakte opdrachten? waarom wel/ waarom niet?<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
Wat zou<strong>de</strong>n jullie <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> keer an<strong>de</strong>rs doen? Waar zijn jullie tegenaan<br />
gelopen?<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………
Docentenhandleid<strong>in</strong>g:<br />
In <strong>de</strong>ze docentenhandleid<strong>in</strong>g v<strong>in</strong>d u kort en bondig <strong>in</strong>formatie over het lespakket<br />
<strong>in</strong>secten bekijken.<br />
Leson<strong>de</strong>rwerp:<br />
Insecten<br />
Lesduur:<br />
2 á 3 lessen<br />
Lesdoelstell<strong>in</strong>gen:<br />
- De leerl<strong>in</strong>g kan uitleggen wat<br />
<strong>in</strong>secten zijn en hoe ze er uit<br />
zien.<br />
- De leerl<strong>in</strong>g kan het verschil<br />
tussen nuttige en scha<strong>de</strong>lijke<br />
<strong>in</strong>secten benoemen en kan een<br />
aantal voorbeel<strong>de</strong>n geven.<br />
- De leerl<strong>in</strong>g kan werken met een<br />
zoekkaart en gevon<strong>de</strong>n <strong>in</strong>secten<br />
<strong>de</strong>term<strong>in</strong>eren.<br />
- De leerl<strong>in</strong>g kan een praktijkopdracht (<strong>in</strong>sectenhotel) maken.<br />
- De leerl<strong>in</strong>g kan samenwerken met een klasgenoot.<br />
Verwachte of aangenomen beg<strong>in</strong>situatie:<br />
- De leerl<strong>in</strong>g weet we<strong>in</strong>ig of niets van <strong>in</strong>secten af, eventueel korte <strong>in</strong>formatie<br />
verkregen uit hun leefomgev<strong>in</strong>g.<br />
Lesschema:<br />
Activiteiten: Activiteit docent:<br />
Les 1 - Introductie<br />
lesbrief<br />
- Bijbehoren<strong>de</strong><br />
opdrachten<br />
maken.<br />
Les 2 Het veldon<strong>de</strong>rzoek<br />
met behulp van <strong>de</strong><br />
zoekkaart<br />
Les 3 Het zelf maken van<br />
een <strong>in</strong>sectenhotel<br />
De docent <strong>in</strong>troduceert <strong>de</strong> lesbrief door uit te leggen<br />
wat <strong>de</strong> opdracht is. Daarna zet <strong>de</strong> docent <strong>de</strong><br />
leerl<strong>in</strong>gen aan het werk, <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen kunnen het<br />
lesmateriaal volgen, ze lezen eerst <strong>de</strong> theorie en<br />
maken daarna <strong>de</strong> bijbehoren<strong>de</strong> vragen.<br />
De leerl<strong>in</strong>gen gaan <strong>in</strong> tweetallen of <strong>in</strong> groepen met<br />
een <strong>in</strong>sectenzoekkaart <strong>de</strong> Corpac tu<strong>in</strong> <strong>in</strong>. De<br />
leerl<strong>in</strong>gen moeten met behulp van <strong>de</strong> zoekkaart<br />
m<strong>in</strong>imaal 5 <strong>in</strong>secten zoeken en <strong>de</strong>term<strong>in</strong>eren.<br />
De leerl<strong>in</strong>gen kunnen met behulp van <strong>de</strong><br />
handleid<strong>in</strong>gen een <strong>in</strong>sectenhotel kiezen om te maken<br />
en dit uitvoeren. Wanneer dit niet op school gedaan<br />
kan wor<strong>de</strong>n, kan dit als thuisopdracht gezien wor<strong>de</strong>n.
Benodigdhe<strong>de</strong>n:<br />
- Pen<br />
- Afhankelijk van het soort <strong>in</strong>sectenhotel wat <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g kiest. Zie<br />
handleid<strong>in</strong>g voor benodig<strong>de</strong> materialen.<br />
Antwoor<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> vragen:<br />
Opdracht 1:<br />
Omdat er m<strong>in</strong>stens 1 miljoen soorten <strong>in</strong>secten zijn.<br />
libellen, spr<strong>in</strong>khanen, wantsen, vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs, vliegen, bijen en wespen<br />
Opdracht 2:<br />
1. Antennes<br />
2. Puntogen<br />
3. Samengestel<strong>de</strong> ogen<br />
4. Voorpoot<br />
5. Borstschild<br />
6. Mid<strong>de</strong>npoot<br />
7. Achterlijf<br />
8. Achterpoot<br />
9. Vleugel<br />
Opdracht 3:<br />
- Uit 3 <strong>de</strong>len<br />
- Kopstuk, borst, achterlijf<br />
- Insecten hebben 3 paar poten<br />
- Een sp<strong>in</strong> is geen <strong>in</strong>sect, want sp<strong>in</strong>nen hebben 4 paar poten<br />
- Insecten hebben bijna allemaal vleugels<br />
- In <strong>de</strong> voelsprieten zitten <strong>de</strong> smaakorganen, <strong>de</strong> reukorganen en <strong>de</strong> oren<br />
- Insecten hebben niet <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> ogen als mensen, want <strong>in</strong>secten hebben<br />
facetogen, samengestel<strong>de</strong> ogen.<br />
- Insectenogen zijn facetogen oftewel samengestel<strong>de</strong> ogen.
Didactische on<strong>de</strong>rbouw<strong>in</strong>g<br />
Deze lesbrief bestaat uit <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len:<br />
1. Algemene <strong>in</strong>formatie over <strong>in</strong>secten met bijbehoren<strong>de</strong> vragen die <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
tekst terug te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n zijn.<br />
2. Een zoekkaart waarmee <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen zelf <strong>in</strong>secten kunnen gaan<br />
<strong>de</strong>term<strong>in</strong>eren.<br />
3. Handleid<strong>in</strong>gen voor het zelf bouwen van een <strong>in</strong>sectenhotel.<br />
4. Een evaluatieformulier wat door <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen kan wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gevuld.<br />
In <strong>de</strong>el 1 wordt <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g <strong>in</strong>geleid <strong>in</strong> <strong>de</strong> wereld van <strong>de</strong> <strong>in</strong>secten. Doel van <strong>de</strong>ze<br />
opdracht is om <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g te tra<strong>in</strong>en <strong>in</strong> het begrijpend lezen. De antwoor<strong>de</strong>n op<br />
<strong>de</strong> vragen zijn terug te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> tekst, waardoor <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g wordt<br />
„gedwongen‟ om <strong>de</strong> tekst goed te lezen.<br />
Deel 2 is een zelfstandige opdracht, waarbij <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g samen met zijn groepje<br />
op zoek gaat naar <strong>in</strong>secten om <strong>de</strong>ze wat beter te bekijken en op naam te<br />
brengen. De leerl<strong>in</strong>g moet hierbij goed kunnen samenwerken en als groepslid<br />
leren om <strong>in</strong>itiatief te nemen. De groepen wor<strong>de</strong>n b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong>ze opdracht vrij<br />
gelaten, dus het is belangrijk dat <strong>de</strong> groepsle<strong>de</strong>n een actieve houd<strong>in</strong>g hebben.<br />
Met <strong>de</strong> handleid<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong>el 3 kunnen <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen zelf aan <strong>de</strong> slag met het<br />
bouwen van hun eigen <strong>in</strong>sectenhotel. Creatief <strong>de</strong>nken en handvaardigheid<br />
wor<strong>de</strong>n met <strong>de</strong>ze oefen<strong>in</strong>g getra<strong>in</strong>d.<br />
Het evaluatieformulier <strong>in</strong> <strong>de</strong>el 4 slaat op <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>gsvormen die<br />
geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong>ze lesbrief aan bod zijn gekomen. Goed kunnen samenwerken<br />
b<strong>in</strong>nen een groep is een eigenschap waar leerl<strong>in</strong>gen hun hele loopbaan nog<br />
profijt van zullen hebben, dus het is belangrijk om hier vroeg mee om te leren<br />
gaan.<br />
Evalueren is een vorm van reflectie waardoor <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g zich bewust moet<br />
wor<strong>de</strong>n van zijn eigen gedrag en dat van an<strong>de</strong>ren b<strong>in</strong>nen zijn groep. Ook<br />
reflecteren is een proces wat <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen nog veel zullen moeten gaan<br />
gebruiken en wat dus z<strong>in</strong>vol is om te oefenen.
Vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs lokken<br />
Leerl<strong>in</strong>gen <strong>de</strong>el
Vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs<br />
In Ne<strong>de</strong>rland leven ongeveer 2000 soorten vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs, maar dat zijn niet allemaal<br />
dagvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs. Een groot <strong>de</strong>el daarvan zijn nachtvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs of micro-vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs (heel<br />
kle<strong>in</strong>e vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rtjes).<br />
Het verschil tussen dag- en nachtvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs lijkt heel simpel: dagvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs vliegen<br />
overdag en nachtvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs 's nachts. Dat klopt voor <strong>de</strong> meeste soorten, maar<br />
er zijn ook nachtvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs die overdag vliegen.<br />
Hoe weet je nu of je een dag- of nachtvl<strong>in</strong><strong>de</strong>r ziet?<br />
Je kunt het zien aan <strong>de</strong> manier waarop ze hun vleugels vouwen en aan het<br />
knopje op hun voelsprieten. Bij dagvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs e<strong>in</strong>digen <strong>de</strong> voelsprieten altijd <strong>in</strong> een<br />
knopje en staan <strong>de</strong> vleugels meestal omhoog als <strong>de</strong> vl<strong>in</strong><strong>de</strong>r <strong>in</strong> rust is, vlak tegen<br />
elkaar aan geklapt. Bij nachtvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs e<strong>in</strong>digen <strong>de</strong> voelsprieten niet <strong>in</strong> een knopje<br />
en liggen <strong>de</strong> vleugels plat over het lijf gevouwen als <strong>de</strong> vl<strong>in</strong><strong>de</strong>r <strong>in</strong> rust is.<br />
Er zijn een paar soorten nachtvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs die overdag vliegen en erg opvallend zijn.<br />
De s<strong>in</strong>t-jansvl<strong>in</strong><strong>de</strong>r is bijvoorbeeld glanzend zwart met hel<strong>de</strong>r ro<strong>de</strong> vlekken, maar<br />
behoort tot <strong>de</strong> nachtvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs. An<strong>de</strong>re soorten nachtvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs die<br />
je overdag veel kunt tegen komen zijn <strong>de</strong> s<strong>in</strong>t-jacobsvl<strong>in</strong><strong>de</strong>r, het<br />
muntvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rtje en <strong>de</strong> gamma-uil.
Opdracht<br />
Je ziet hier 3 plaatjes van vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs. Weet jij of het dag- of nachtvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs<br />
zijn? Als je het weet mag je het er bij schrijven.<br />
Nog meer verschillen<br />
Leven <strong>in</strong> het donker<br />
Om <strong>in</strong> het donker te kunnen leven hebben nachtvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs zich op allerlei manieren<br />
aangepast. ‟s Nachts zijn ogen niet zo nuttig. Nachtvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs kunnen daarom niet<br />
zo goed zien. Maar ze kunnen wel heel goed ruiken. Nachtvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs gebruiken hun<br />
voelsprieten als neus. Met hun voelsprieten kunnen ze voedsel over kilometers<br />
afstand ruiken.<br />
Koud<br />
Dagvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs kunnen lekker <strong>in</strong> het zonnetje gaan zitten als ze het koud krijgen. ‟s<br />
Nachts is er geen zon, dus nachtvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs hebben iets an<strong>de</strong>rs verzonnen tegen <strong>de</strong><br />
kou. Als ze warmer willen wor<strong>de</strong>n om te kunnen vliegen, gaan ze heel snel met<br />
hun vleugels trillen. Daar krijgen ze het warm van. Ze hebben ook een soort<br />
vachtje van dunne haren. Daardoor blijven ze ook beter warm.<br />
Families<br />
Er zijn 54 soorten dagvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs. En er zijn wel 2000 soorten nachtvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs. Om al<br />
die soorten uit elkaar te hou<strong>de</strong>n, zijn ze ver<strong>de</strong>eld <strong>in</strong> families. Vaak kun je aan <strong>de</strong><br />
naam van <strong>de</strong> familie horen hoe <strong>de</strong> vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs of <strong>de</strong> rupsen eruit zien. Bij <strong>de</strong><br />
spanners loopt <strong>de</strong> rups door zich op te spannen en weer uit te rekken. Spanners<br />
hebben namelijk geen buikpoten. De rupsen van <strong>de</strong> beervl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs zijn harig als<br />
een beer. De nachtpauwoog heeft net als <strong>de</strong> dagpauwoog grote vlekken op zijn<br />
vleugels die op ogen lijken. De rupsen van <strong>de</strong> pijlstaart hebben een puntje aan<br />
<strong>de</strong> achterkant.
Opdracht<br />
Vul bij <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> drie z<strong>in</strong>nen op <strong>de</strong> stippellijntjes „dag‟ of „nacht‟ <strong>in</strong>:<br />
1. ................vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs zijn meestal onopvallend gekleurd omdat zij overdag<br />
slecht zichtbaar moeten zijn.<br />
2. ................vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs kunnen beter ruiken dan .................vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs.<br />
3. Er zijn maar 54 soorten ............. vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland en bijna 2000<br />
soorten ................... vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs<br />
4. ................vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs gaan <strong>in</strong> <strong>de</strong> zon zitten en ................vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs gaan met<br />
hun vleugels trillen als ze zich willen<br />
opwarmen.<br />
Dag vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs kijken.<br />
Opdracht:<br />
Je gaat <strong>in</strong> 2 tallen een vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rbloem maken, daarna ga met je zelf gemaakte<br />
bloem vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs lokken <strong>in</strong> <strong>de</strong> vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rtu<strong>in</strong>. Dit leidt tot een on<strong>de</strong>rzoekje, welke<br />
vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs komen er op <strong>de</strong> vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rbloem af?<br />
Het on<strong>de</strong>rzoek werk je uit aan <strong>de</strong> hand van een biologisch verslag. Ver<strong>de</strong>rop <strong>in</strong><br />
dit lespakket lees je aan welke eisen je verslag moet voldoen.<br />
Het is belangrijk dat je voor een on<strong>de</strong>rzoek een on<strong>de</strong>rzoeksvraag opstelt.<br />
Je weet wat je gaat on<strong>de</strong>rzoek dus vul <strong>in</strong>:<br />
Mijn on<strong>de</strong>rzoeksvraag:<br />
……………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
………….………………………………………………………………………………………………………………………..<br />
(zie het werkblad vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rbloem maken)<br />
Werkblad Vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rbloem maken.
Je gaat met behulp van dit werkblad<br />
een vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rbloem maken, <strong>in</strong> <strong>de</strong> afbeeld<strong>in</strong>g hierlangs zie je<br />
ongeveer hoe <strong>de</strong>ze eruit komt te zien.<br />
Schematische vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rbloem<br />
Benodigdhe<strong>de</strong>n:<br />
- Stevig karton<br />
- 4 Cuvetjes<br />
- Plastic buis: 1 cm doorsne<strong>de</strong> en 50 cm lang.<br />
Werkwijzen:<br />
- Je tekent een eenvoudig bloem op een vel<br />
gekleurd karton.<br />
Bv. <strong>de</strong> bloem die hier naast staat afgebeeld.<br />
Deze bloem moet ongeveer 25 cm breed zijn<br />
- Knip <strong>de</strong> bloem uit.<br />
- Maak 4 gaatjes <strong>in</strong> <strong>de</strong> bla<strong>de</strong>ren zodat je daar <strong>de</strong><br />
25 cm cuvetjes <strong>in</strong> kunt plaatsen. (Let op: zorg ervoor<br />
dat <strong>de</strong> cuvetjes er strak <strong>in</strong> zitten!)<br />
- Aan <strong>de</strong> cuvetjes zit nog een <strong>de</strong>kseltjes vast, knip <strong>de</strong>ze<br />
er vanaf, want die heb je niet nodig.<br />
- Als laatste maak je een steel voor <strong>de</strong> bloem, <strong>de</strong>ze maak je van een plastic<br />
buis van 50 cm lang.<br />
- Bevestig <strong>de</strong> buis aan <strong>de</strong> bloem door mid<strong>de</strong>l van strookjes karton<br />
Cuvetjes. Deze plak je aan <strong>de</strong> bloem en aan <strong>de</strong> buis vast. (zie <strong>de</strong><br />
afbeeld<strong>in</strong>g hier on<strong>de</strong>r)<br />
plakstrookjes<br />
Als je dit gedaan hebt is je vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rbloem klaar!<br />
Als je <strong>de</strong> vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rbloem gaat testen, moet je <strong>de</strong> cuvetjes vullen met hon<strong>in</strong>gwater.<br />
Hon<strong>in</strong>g water maak je als volgt:<br />
Je mengt <strong>in</strong> een schaaltje, 1 eetlepel honig met 3 eetlepels water. Goed mengen<br />
en dan kun je <strong>de</strong> cuvetjes vullen.<br />
Als je dit gedaan hebt neem je <strong>de</strong> bloem mee naar buiten en steek je hem <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
grond, nu kan het on<strong>de</strong>rzoek beg<strong>in</strong>nen! Let op <strong>de</strong>nk eerst na over je<br />
on<strong>de</strong>rzoeksvraag!! Succes!!
Wanneer kun je vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs<br />
kijken?<br />
Het weer en <strong>de</strong> tijd van het<br />
jaar zijn allebei belangrijk bij<br />
het kiezen van een goe<strong>de</strong> dag<br />
om naar vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs te gaan<br />
kijken.<br />
Het weer<br />
Als je gaat zoeken naar<br />
vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs kun je dat het beste<br />
doen met mooi weer. Met<br />
mooi weer zie je veel meer<br />
vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs dan met koud en nat<br />
weer. Dan is het warm genoeg<br />
voor vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs om te kunnen<br />
vliegen. Het is het beste als er<br />
niet te har<strong>de</strong> w<strong>in</strong>d staat, het<br />
lekker warm is en het<br />
zonnetje een beetje schijnt.<br />
De tijd van het jaar<br />
Afhankelijk van <strong>de</strong> perio<strong>de</strong><br />
waar<strong>in</strong> je vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs gaat kijken,<br />
zijn er verschillen<strong>de</strong> soorten te<br />
zien.<br />
Als het <strong>in</strong> maart alweer wat<br />
warmer wordt, kun je al <strong>de</strong><br />
eerste vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs zien vliegen.<br />
Dit zijn soorten die als vl<strong>in</strong><strong>de</strong>r<br />
hebben overw<strong>in</strong>terd zoals<br />
dagpauwoog, citroenvl<strong>in</strong><strong>de</strong>r,<br />
gehakkel<strong>de</strong> aurelia en kle<strong>in</strong>e<br />
vos. Juni is meestal een<br />
slechte vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rmaand omdat<br />
<strong>de</strong> meeste soorten dan eitje,<br />
rups of pop zijn. In juli en<br />
augustus vliegen er juist heel<br />
veel verschillen<strong>de</strong> soorten. In<br />
september en oktober zijn er<br />
al soorten uitgevlogen maar<br />
op zonnige herfstdagen zijn <strong>de</strong><br />
'laatvliegers' zoals <strong>de</strong> atalanta<br />
vaak <strong>in</strong> grote aantallen te<br />
zien.<br />
Alles bij elkaar heb je <strong>de</strong><br />
grootste kans om veel vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs<br />
te zien <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong>n half mei<br />
tot e<strong>in</strong>d mei en van beg<strong>in</strong> juli<br />
tot half september<br />
Wat moet je meenemen, als je <strong>de</strong><br />
vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rbloem gaat testen?<br />
Potlood en papier<br />
Neem potlood en papier mee als je vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs gaat<br />
kijken. Je kunt dan opschrijven welke vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs je ziet<br />
en hoeveel het er waren. Later kun je dan terugkijken<br />
hoeveel soorten je op een dag gezien hebt! Potlood en<br />
papier is ook makkelijk als je een vl<strong>in</strong><strong>de</strong>r niet kent. Je<br />
kunt alle bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n opschrijven en thuis<br />
opzoeken welke soort het misschien was.<br />
Verrekijker<br />
Ver<strong>de</strong>r kun je, als je die hebt of er ééntje kunt lenen,<br />
een verrekijker meenemen. Vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs die je niet zo goed<br />
kunt zien omdat ze wat ver<strong>de</strong>r weg vliegen, kun je met<br />
een verrekijker soms toch herkennen.<br />
Zoekkaart<br />
Tenslotte is het makkelijk om een zoekkaart om<br />
vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs mee te herkennen mee te nemen als je naar<br />
buiten gaat om vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs te kijken. Op een zoekkaart<br />
staan teken<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs die je buiten het<br />
meeste ziet.<br />
Ver<strong>de</strong>r is het belangrijk dat je tij<strong>de</strong>ns je on<strong>de</strong>rzoek<br />
rustig op een afstandje van je vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rbloem gaat<br />
observeren.<br />
Observeren doe je 30 m<strong>in</strong>uten lang.
Het verslag:<br />
Hieron<strong>de</strong>r v<strong>in</strong>d je een korte beschrijv<strong>in</strong>g over wat er allemaal<br />
<strong>in</strong> je verslag aanbod moet komen.<br />
- Titel:<br />
Boven een verslag moet een titel gezet wor<strong>de</strong>n. De titel moet dui<strong>de</strong>lijk maken<br />
waar het verslag over gaat.<br />
- Inleid<strong>in</strong>g:<br />
Om een on<strong>de</strong>rzoek goed te kunnen uitvoeren, moet je soms eerst<br />
achtergrond<strong>in</strong>formatie opzoeken. Die <strong>in</strong>formatie moet je verwerken <strong>in</strong> dit<br />
hoofdstuk. Denk eraan dat je nooit teksten of <strong>de</strong>len van teksten letterlijk over<br />
mag nemen uit een bron. Je moet <strong>de</strong> <strong>in</strong>formatie altijd <strong>in</strong> je eigen<br />
woor<strong>de</strong>n weergeven. Vergeet niet <strong>de</strong> bronnen te noteren.<br />
- On<strong>de</strong>rzoeksvraag:<br />
Waarom doe je <strong>de</strong> het on<strong>de</strong>rzoek? Wat wil je te weten komen?<br />
- Hypothese:<br />
Wat <strong>de</strong>nk je dat het antwoord is op <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksvraag ? Wat verwacht je?<br />
De hypothese moet niet zomaar een gok zijn, je moet dan ook nooit getallen<br />
vermel<strong>de</strong>n. Je moet altijd aangeven waarom je <strong>de</strong>nkt dat dit het antwoord is. Je<br />
maakt dan gebruik van d<strong>in</strong>gen die je al weet, van <strong>de</strong> theorie die je al gehad<br />
hebt.<br />
- Werkwijze:<br />
Benodigdhe<strong>de</strong>n:<br />
Welk materiaal heb je bij <strong>de</strong> proef gebruikt? Zet dit on<strong>de</strong>r elkaar.<br />
Werkwijze:<br />
Hoe heb je <strong>de</strong> proef/ het on<strong>de</strong>rzoek precies gedaan? De werkwijze moet heel<br />
nauwkeurig opgeschreven wor<strong>de</strong>n. Iemand an<strong>de</strong>rs moet het on<strong>de</strong>rzoek na<br />
kunnen doen! Maak, als dat mogelijk is, een afbeeld<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> opstell<strong>in</strong>g en geef<br />
er een toelicht<strong>in</strong>g bij.<br />
- Resultaten<br />
Wat heb je waargenomen? Wat heb je gezien? Wat heb je gemeten?<br />
Bij <strong>de</strong> resultaten horen <strong>de</strong> beschrijv<strong>in</strong>gen van wat je waargenomen hebt.<br />
Als <strong>de</strong> waarnem<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> getallen uitgedrukt wor<strong>de</strong>n, moet je <strong>de</strong>ze <strong>in</strong> een tabel<br />
zetten en van <strong>de</strong> verwerkte gegevens ook een grafiek maken.<br />
- Conclusie<br />
Wat blijkt uit je resultaten, Wat is je conclusie? Schrijf op wat je hebt geleerd uit<br />
<strong>de</strong> resultaten. De conclusie laat je zien wàt je te weten gekomen bent. Je geeft<br />
dus antwoord op <strong>de</strong> vraag die je <strong>in</strong> het doel gesteld hebt.<br />
- Evaluatie<br />
Is alles goed gegaan? Wat is er m<strong>in</strong><strong>de</strong>r goed gegaan?<br />
In dit <strong>de</strong>el schrijf je op wat je achteraf bekeken an<strong>de</strong>rs of beter had kunnen<br />
doen. Je kunt ook suggesties geven voor een verbeterd on<strong>de</strong>rzoek of een<br />
vervolgon<strong>de</strong>rzoek.
Rubric: Beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g on<strong>de</strong>rzoeksverslag.<br />
Namen: ………………………………………………………………………<br />
Klas: ……………………..<br />
Het verslag heeft<br />
een passen<strong>de</strong> titel.<br />
De <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>g geeft<br />
achtergrond<br />
<strong>in</strong>formatie en het is<br />
<strong>in</strong> eigenwoor<strong>de</strong>n<br />
weergegeven.<br />
De on<strong>de</strong>rzoeksvraag<br />
is dui<strong>de</strong>lijk.<br />
De hypothese is<br />
genoemd en<br />
uitgelegd.<br />
De werkwijzen<br />
bestaat uit:<br />
materiaal<br />
(puntsgewijs) en<br />
metho<strong>de</strong> -> kun je<br />
<strong>de</strong> proef uitvoeren<br />
aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong><br />
beschrijv<strong>in</strong>g?<br />
De resultaten zijn<br />
weergeven <strong>in</strong><br />
grafieken of<br />
tabellen<br />
De conclusie geeft<br />
antwoord op <strong>de</strong><br />
on<strong>de</strong>rzoeksvraag.<br />
De evaluatie is<br />
dui<strong>de</strong>lijk en bevat<br />
goe<strong>de</strong> suggesties.<br />
De netheid van het<br />
verslag.<br />
Het verslag is<br />
dui<strong>de</strong>lijk en <strong>in</strong> goed<br />
Ne<strong>de</strong>rlands<br />
geschreven.<br />
Niet<br />
aanwezig<br />
(0)<br />
Onvoldoen<strong>de</strong><br />
(1)<br />
Voldoen<strong>de</strong><br />
(2)<br />
Goed<br />
30 / behaald aantal punten<br />
Totaal aantal punten= = …………………<br />
3,0<br />
(3)
Vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rkaart
Nachtvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs lokken<br />
Krijg je er geen genoeg van, dan heb je hier nog een leuke opdracht voor<br />
thuis!!<br />
Wil je een keer nachtvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs zien, dan kun je ze na<br />
zonson<strong>de</strong>rgang proberen te lokken. Dat kan op twee manieren:<br />
met licht of met stroop.<br />
Met licht<br />
Je hebt vast wel eens ‟s avonds bij een lamp wat nachtvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs zien rondvliegen.<br />
Nachtvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs wor<strong>de</strong>n aangetrokken door licht. Dat is heel handig als je ze wilt<br />
bekijken. De beste manier om ze te lokken is door een wit laken vlak achter een<br />
lamp te spannen. De vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs zullen dan rustig op het laken gaan zitten.<br />
Met stroop<br />
Sommige nachtvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs zijn ‟s nacht op zoek naar nectar uit bloemen. Ze komen op<br />
<strong>de</strong> zoete geur van nectar af, ze kunnen immers goed ruiken.<br />
Je kunt die geur namaken met een mengseltje van alcohol en stroop. Elke<br />
nachtvl<strong>in</strong><strong>de</strong>ron<strong>de</strong>rzoeker heeft zijn eigen (vaak geheime) recept. Een beproeft<br />
recept is het volgen<strong>de</strong>: Neem 200 ml suikerstroop, 2 eetlepels suiker en een<br />
scheutje bier of wijn. Je kunt er ook wat ro<strong>de</strong> vruchtensap bij doen. Roer het<br />
goed door elkaar. Het mengsel wordt nog lekker<strong>de</strong>r als je het een dag laat staan,<br />
zodat het gaat gisten. Dit lokvoer smeer je op <strong>de</strong> bast van een boom of<br />
bijvoorbeeld op een paaltje. Hiervoor kun je een kwast of een ou<strong>de</strong> afwasborstel<br />
gebruiken. Als het goed donker is gewor<strong>de</strong>n, ga je met een zaklamp <strong>de</strong><br />
„gestroopte„ bomen langs om te kijken naar <strong>de</strong> nachtvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs.<br />
Basisrecept<br />
Suikerstroop (1 pot)<br />
Extra suiker (2 eetlepels)<br />
Bier, wijn en/of<br />
vruchtenlikeur<br />
Hoe werkt het?<br />
Maak het recept een paar dagen van tevoren. Dan kan <strong>de</strong> alcohol lekker<br />
<strong>in</strong>werken.<br />
Vanaf een uur voor <strong>de</strong> zon on<strong>de</strong>r gaat kun je <strong>de</strong> stroop op bomen smeren.<br />
Smeer het zo hoog dat je het goed kunt zien, en merk <strong>de</strong> boom (bijvoorbeeld<br />
met een punaise) zodat je hem <strong>in</strong> het donker terug kunt v<strong>in</strong><strong>de</strong>n. Het beste zijn<br />
bomen die niet <strong>in</strong> het licht staan en een beetje ruw zijn, bijvoorbeeld eik en<br />
<strong>de</strong>n.<br />
Als het donker is kun je <strong>de</strong> bomen gaan bekijken met een zaklamp. De vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs<br />
dr<strong>in</strong>ken van <strong>de</strong> stroop en wor<strong>de</strong>n een beetje sloom van <strong>de</strong> alcohol, waardoor ze<br />
rustig blijven zitten.<br />
Sommige vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs laten zich naar bene<strong>de</strong>n vallen als ze beschenen wor<strong>de</strong>n. Kijk<br />
dus ook altijd even aan <strong>de</strong> voet van <strong>de</strong> boom!
E<strong>in</strong><strong>de</strong>valuatie<br />
Hoe verliep <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g? Goed/ niet goed? En waarom?<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
………………………………………………………………………………………………………………………………..<br />
Waren <strong>de</strong> taken goed ver<strong>de</strong>eld? Allebei evenveel gedaan?<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
………………………………………………………………………………………………………………………………..<br />
Wat hebben jullie geleerd van <strong>de</strong>ze opdrachten? en welke von<strong>de</strong>n jullie het<br />
leerzaamste om uit te voeren?<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
Zijn jullie tevre<strong>de</strong>n over alle gemaakte opdrachten? waarom wel/ waarom niet?<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
………………………………………………………………………………………………………………………………..<br />
Wat zou<strong>de</strong>n jullie <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> keer an<strong>de</strong>rs doen? Waar zijn jullie tegenaan gelopen?<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
………………………………………………………………………………………………………………………………..
Docentenhandleid<strong>in</strong>g:<br />
In <strong>de</strong>ze docentenhandleid<strong>in</strong>g v<strong>in</strong>d u kort en<br />
bondig <strong>in</strong>formatie over het lespakket vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs<br />
lokken.<br />
Let op !! Dit lespakket is enkel alleen uit te<br />
voeren wanneer er vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland<br />
aanwezig zijn. Dit is <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van e<strong>in</strong>d<br />
maart tot e<strong>in</strong>d september.<br />
Leson<strong>de</strong>rwerp:<br />
- V<strong>in</strong><strong>de</strong>rs<br />
Lesduur:<br />
- 3 a 4 lessen.<br />
Lesdoelstell<strong>in</strong>gen:<br />
- De leerl<strong>in</strong>g kan aangeven wat het verschil is tussen nacht- en dag vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs.<br />
- De leerl<strong>in</strong>g kan een aantal soorten vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs noemen en uiterlijke kenmerken<br />
benoemen.<br />
- De leerl<strong>in</strong>g kan een biologisch verslag schrijven.<br />
- De leerl<strong>in</strong>g kan een praktisch werkstukje maken.<br />
- De leerl<strong>in</strong>g kan samenwerken met een klasgenoot.<br />
Verwachte of aangenomen beg<strong>in</strong>situatie:<br />
- De leerl<strong>in</strong>g weet we<strong>in</strong>ig of niets van vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs af enkele alleen <strong>in</strong>formatie<br />
verkregen uit hun leefomgev<strong>in</strong>g.<br />
Lesschema:<br />
Activiteiten: Activiteit docent:<br />
Les 1 - Introductie De docent <strong>in</strong>troduceert <strong>de</strong> lesbrief, door uit te leggen<br />
lesbrief wat <strong>de</strong> opdracht is. Daarna zet <strong>de</strong> docent <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen<br />
- Bijbehoren<strong>de</strong> aan het werk, <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen kunnen het lesmateriaal<br />
opdrachten volgen, ze maken eerst <strong>de</strong> vragen en maken daarna <strong>de</strong><br />
maken. vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rbloem.<br />
- Maken<br />
Vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rbloem.<br />
Les 2 Het on<strong>de</strong>rzoek De leerl<strong>in</strong>gen gaan met hun zelf gemaakte vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rbloem<br />
<strong>de</strong> Corpac tu<strong>in</strong> <strong>in</strong>. (bij een grote klas, zou je eventueel<br />
<strong>de</strong> klas <strong>in</strong> groepen kunnen ver<strong>de</strong>len) leerl<strong>in</strong>gen moeten<br />
30 m<strong>in</strong>uten <strong>de</strong> vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rbloem observeren en<br />
waarnem<strong>in</strong>gen noteren. Geef <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen <strong>de</strong> vl<strong>in</strong><strong>de</strong>r<br />
zoekkaart mee. Daarna kunnen ze een start maken met<br />
het uitwerken van het on<strong>de</strong>rzoek.<br />
Les 3 Het uitwerken van Leerl<strong>in</strong>gen kunnen het verslag uitwerken met behulp<br />
het on<strong>de</strong>rzoek. van een computer. Wanneer ze het niet af hebben is dit<br />
huiswerk. Het verslag kan beoor<strong>de</strong>eld wor<strong>de</strong>n, zie <strong>de</strong><br />
rubric. Ver<strong>de</strong>r v<strong>in</strong>d je <strong>in</strong> het leerl<strong>in</strong>gen <strong>de</strong>el ook een lijst<br />
met eisen waaraan het biologische verslag moet<br />
voldoen.
Benodigdhe<strong>de</strong>n:<br />
Voor <strong>de</strong> vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rbloem: (per bloem)<br />
- Stevig karton<br />
- 4 cuvetjes per bloem.<br />
- Plastic buis 1 cm doorsne<strong>de</strong> en 50 cm lang.<br />
- Plak<br />
- Schaar<br />
- Hon<strong>in</strong>g (voor het hon<strong>in</strong>gwater)<br />
Achtergrond <strong>in</strong>formatie:<br />
Vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs behoren b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> klasse <strong>in</strong>secten tot <strong>de</strong> or<strong>de</strong> Lepidoptera. De letterlijke<br />
vertal<strong>in</strong>g daarvan is „schubvleugeligen‟. De vleugels van vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs zijn namelijk be<strong>de</strong>kt<br />
met schubben, die op verschillen<strong>de</strong> manieren licht absorberen. Zo krijgen ze <strong>de</strong> voor<br />
ons zichtbare kleuren en teken<strong>in</strong>g. Vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs of schubvleugeligen (Lepidoptera) zijn een<br />
groep van gevleugel<strong>de</strong> <strong>in</strong>secten.<br />
De or<strong>de</strong> van <strong>de</strong> vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs is na die van <strong>de</strong> kevers <strong>de</strong> grootste on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> dieren: er zijn<br />
ongeveer 160.000 beschreven soorten. Vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs leven <strong>in</strong> uiteenlopen<strong>de</strong> biotopen: van<br />
kou<strong>de</strong> toendra's tot woestijnachtige gebie<strong>de</strong>n. De meeste soorten leven<br />
<strong>in</strong> tropische of subtropische gebie<strong>de</strong>n. An<strong>de</strong>rs dan <strong>de</strong> meeste <strong>in</strong>secten zijn vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs<br />
geliefd bij het grote publiek. Veel volwassen vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs hebben een opvallend uiterlijk en<br />
kunnen bovendien niet steken of bijten. Ze spelen een rol <strong>in</strong> verschillen<strong>de</strong> culturen en<br />
zijn een veel gebruikt on<strong>de</strong>rwerp <strong>in</strong> <strong>de</strong> kunst. Vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs hebben vaak een<br />
karakteristieke flad<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> vlucht en sterk uiteenlopen<strong>de</strong> vleugelkleuren die bij een<br />
aantal soorten als <strong>de</strong>coratief wor<strong>de</strong>n beschouwd. Omdat het lichaam gemakkelijk te<br />
conserveren is en <strong>de</strong> soms bonte kleuren hierbij niet verloren gaan wor<strong>de</strong>n vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs al<br />
s<strong>in</strong>ds lange tijd over <strong>de</strong> gehele wereld verzameld.<br />
De larven van vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs wor<strong>de</strong>n rupsen genoemd. De rupsen van sommige vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs<br />
kunnen door hun vraatzucht grote scha<strong>de</strong> aan gewassen aanrichten. An<strong>de</strong>re soorten<br />
kunnen bij mensen allergische reacties veroorzaken door hun<br />
van brandharen voorziene huid.<br />
Vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs hebben vrijwel alle <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> lichaamsbouw maar kennen een grote variatie <strong>in</strong><br />
<strong>de</strong> vorm en grootte van <strong>de</strong> vleugels, ook <strong>de</strong> vleugelkleuren en -patronen verschillen<br />
vaak per soort. De rupsen kennen eveneens een enorme diversiteit aan vormen en<br />
zijn vaak goed van elkaar te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n. Veel vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs zijn gemakkelijk als zodanig<br />
te herkennen maar er zijn uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen. Zo zijn er ongevleugel<strong>de</strong> soorten en zijn er<br />
soorten die niet beschikken over <strong>de</strong> voor vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs zo kenmerken<strong>de</strong> roltong.<br />
Het verschil tussen dagvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs en nachtvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs<br />
De antennen van een dagvl<strong>in</strong><strong>de</strong>r, zoals dit geelsprietdikkpje (Thymelicus sylvestris),<br />
e<strong>in</strong>digen <strong>in</strong> een knopje.<br />
Er is een manier om dag- en nachtvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs gemakkelijk uit elkaar te hou<strong>de</strong>n: let op <strong>de</strong><br />
antennen van <strong>de</strong> vl<strong>in</strong><strong>de</strong>r. E<strong>in</strong>digen <strong>de</strong> antennen <strong>in</strong> een knopje, dan is het een<br />
dagvl<strong>in</strong><strong>de</strong>r. E<strong>in</strong>digen <strong>de</strong> antennen niet <strong>in</strong> een knopje, maar zijn ze draadvormig of<br />
geveerd, dan is het een nachtvl<strong>in</strong><strong>de</strong>r.<br />
Een uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g op <strong>de</strong>ze regel vormen <strong>de</strong> Zygaena-soorten uit <strong>de</strong> nachtvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rfamilie<br />
van <strong>de</strong> bloeddrupjes (Zygaenidae); <strong>de</strong>ze soorten hebben antennen met een knopje<br />
aan het uite<strong>in</strong><strong>de</strong>.<br />
Levenscyclus<br />
Aan <strong>de</strong> uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijke vl<strong>in</strong><strong>de</strong>r gaan een aantal stadia vooraf. Van eitje naar rups, van<br />
rups naar pop en van pop naar vl<strong>in</strong><strong>de</strong>r.
Eitje<br />
De eitjes wor<strong>de</strong>n afgezet op waardplant, <strong>de</strong> plant die <strong>de</strong> rups prefereert.<br />
Vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rvrouwtjes zijn <strong>in</strong> staat om geschikte waardplanten te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n omdat ze aan het<br />
uite<strong>in</strong><strong>de</strong> van hun pootjes een gevoelig orgaantje hebben waarmee ze suikers<br />
ongeveer 2000 keer sneller kunnen proeven dan een mens.<br />
Een vrouwtje zet soms meer dan hon<strong>de</strong>rd of zelfs duizend eitjes af. De eitjes wor<strong>de</strong>n<br />
vaak afzon<strong>de</strong>rlijk aan <strong>de</strong> plant vastgehecht, maar soms ook <strong>in</strong> groepjes. Er zijn ook<br />
soorten waarvan <strong>de</strong> vrouwtjes <strong>de</strong> eieren rondstrooien boven <strong>de</strong> vegetatie; <strong>de</strong> jonge<br />
rupsjes moeten dan zelf op zoek gaan naar <strong>de</strong> geschikte waardplant<br />
Rups<br />
Als <strong>de</strong> rups uit zijn eitje kruipt wil hij maar één d<strong>in</strong>g: eten. Tij<strong>de</strong>ns zijn ontwikkel<strong>in</strong>g<br />
moet <strong>de</strong> rups enkele malen vervellen omdat <strong>de</strong> huid niet meegroeit. Dit gebeurt<br />
meestal vier of vijf keer.<br />
Rupsen kunnen geduren<strong>de</strong> het hele jaar en op allerlei plaatsen wor<strong>de</strong>n aangetroffen.<br />
Veel vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rsoorten zijn als rups aanwezig tussen april en september. Sommige<br />
soorten kunnen gemakkelijk gevon<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> tu<strong>in</strong>, parken of wegbermen. Veel<br />
tu<strong>in</strong>planten wor<strong>de</strong>n door rupsen als voedsel gebruikt, zoals bijvoorbeeld<br />
kruisbloemigen, liguster en geraniums. Ook <strong>de</strong> hoekjes met „onkruid‟, zoals<br />
brandnetel of haagw<strong>in</strong><strong>de</strong>, zijn geschikt voor rupsen.<br />
Pop<br />
De laatste vervell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> rups is an<strong>de</strong>rs dan alle voorgaan<strong>de</strong> vervell<strong>in</strong>gen: <strong>in</strong> plaats<br />
van een zachte rupsenhuid komt er een stevige pophuid tevoorschijn.<br />
Veel rupsen verlaten vlak voor <strong>de</strong> laatste vervell<strong>in</strong>g <strong>de</strong> waardplant om zich <strong>in</strong> of op <strong>de</strong><br />
grond te verpoppen. Er zijn ook soorten die zichzelf vasthechten aan <strong>de</strong> waardplant;<br />
dit kan op verschillen<strong>de</strong> manieren. Sommige soorten sp<strong>in</strong>nen een zij<strong>de</strong>achtige cocon,<br />
vaak tussen bla<strong>de</strong>ren of achter schors. Er zijn ook soorten die zich b<strong>in</strong>nen <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
waardplant verpoppen.<br />
Hoelang het popstadium duurt hangt af van <strong>de</strong> soort. Bij een groot koolwitje duurt het<br />
ongeveer twee weken.<br />
Vl<strong>in</strong><strong>de</strong>r<br />
Tenslotte barst <strong>de</strong> pop open en kruipt <strong>de</strong> vl<strong>in</strong><strong>de</strong>r naar buiten. De vleugels zijn nat en<br />
opgevouwen en <strong>de</strong> vl<strong>in</strong><strong>de</strong>r kan nog niet vliegen. Vanuit het lijf wordt bloed <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
vleugels gepompt en krijgen <strong>de</strong> vleugels hun uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijke vorm. De vl<strong>in</strong><strong>de</strong>r kan tij<strong>de</strong>ns<br />
dit proces niet vliegen, en is dus erg kwetsbaar! Zodra <strong>de</strong> vleugels opgepompt zijn<br />
kan <strong>de</strong> vl<strong>in</strong><strong>de</strong>r vliegen en op zoek naar voedsel en een partner.<br />
Voor meer <strong>in</strong>formatie kijk op www.vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rnet.nl<br />
Wil je meer doen met het on<strong>de</strong>rwerp vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs??<br />
Neem dan bijvoorbeeld het begrip levenscyclus.<br />
Hieron<strong>de</strong>r v<strong>in</strong>d je een leuk filmpje over <strong>de</strong> levenscyclus van een koolwitje.<br />
http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20030611_koolwitje01
Didactische on<strong>de</strong>rbouw<strong>in</strong>g<br />
De lesbrief heeft als doel een on<strong>de</strong>rzoek doen naar dagvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs en <strong>de</strong><br />
resultaten verwerken <strong>in</strong> een natuurwetenschappelijk verslag.<br />
In <strong>de</strong> biologie is dit een belangrijk facet, maar ook bij an<strong>de</strong>re vakken wor<strong>de</strong>n<br />
er kle<strong>in</strong>e on<strong>de</strong>rzoekjes gedaan. Het natuurwetenschappelijk verslag kan voor<br />
vele on<strong>de</strong>rzoeken een leidraad zijn. Daarom is het belangrijk dat leerl<strong>in</strong>gen van<br />
af het beg<strong>in</strong> af aan hier mee leren werken. In <strong>de</strong>ze lesbrief wordt daardoor het<br />
natuurwetenschappelijk verslag eenvoudig weergegeven. Deze lesbrief is<br />
daardoor een mooie metho<strong>de</strong> om te oefenen met het maken van een<br />
natuurwetenschappelijk verslag.<br />
Er wordt aandacht besteed aan kennis overdracht. Er word <strong>in</strong>formatie gegeven<br />
over dag- en nachtvl<strong>in</strong><strong>de</strong>rs. Deze <strong>in</strong>formatie is vooral bedoeld als achtergrond<br />
<strong>in</strong>formatie bij het on<strong>de</strong>rzoek. Doormid<strong>de</strong>l van <strong>de</strong> vragen kan men controleren<br />
of dat <strong>de</strong> <strong>in</strong>formatie begrepen is.<br />
Deze lesbrief besteed ook aandacht aan het maken van een praktisch<br />
werkstukje.<br />
Het is belangrijk dat leerl<strong>in</strong>gen creatief kunnen <strong>de</strong>nken en praktische<br />
vaardighe<strong>de</strong>n ontwikkelen, daarom maakt <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g zelf zijn “vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rbloem.”<br />
Als laatste een aspect waar leerl<strong>in</strong>gen hun hele leven mee <strong>in</strong> aanrak<strong>in</strong>g komen:<br />
samenwerken. Ook <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze lesbrief wordt hier aandacht aan besteed.<br />
Leerl<strong>in</strong>gen werken <strong>in</strong> tweetallen en zullen samen <strong>de</strong> opdracht tot een goed e<strong>in</strong>d<br />
moeten brengen.<br />
Aan het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van dit project, word er dan ook geëvalueerd op het<br />
samenwerk<strong>in</strong>gsproces. Hiermee leert <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g omgaan met evalueren en<br />
reflecteren. Ook dit is een beg<strong>in</strong> waar men later <strong>in</strong> het leerproces profijt van<br />
heeft.
Waterbeoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g<br />
Poel<br />
Leerl<strong>in</strong>gen <strong>de</strong>el
Inleid<strong>in</strong>g:<br />
Bij dit on<strong>de</strong>rzoek ga je van <strong>de</strong> poel bij het<br />
Corpac huis op verschillen<strong>de</strong> plaatsen<br />
bepalen wat <strong>de</strong> kwaliteit van het water is.<br />
Hierbij wordt gekeken naar:<br />
1. Onbewuste verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen.<br />
Bijv. drijven<strong>de</strong> stoffen zoals, plastic, hout,<br />
en grotere, zweven<strong>de</strong> <strong>de</strong>len.<br />
2. Biologische verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen:<br />
<strong>de</strong> voedselrijkdom van het water (trofiegraad),<br />
<strong>de</strong> vervuil<strong>in</strong>gsgraad (saprobiegraad)<br />
en <strong>de</strong> waterkwaliteit aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> makro fauna (grote diertjes) die er<strong>in</strong><br />
het water voorkomen.<br />
3. Chemische en fysische verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen.<br />
De opgeloste stoffen zoals fosfaat, ammonium nitraat etc. <strong>in</strong> het water.<br />
De stoffen die we op <strong>de</strong> rivieren en an<strong>de</strong>re wateren lozen vormen een probleem als <strong>de</strong><br />
concentraties een bepaal<strong>de</strong> kritische waar<strong>de</strong> overstijgen. Deze kritische waar<strong>de</strong> is<br />
afhankelijk van het soort stof en is vaak niet scherp te trekken. Veel stoffen wor<strong>de</strong>n<br />
door <strong>de</strong> wateren waar ze <strong>in</strong> geloosd wor<strong>de</strong>n dusdanig verdund dat ze geen probleem<br />
meer vormen of ze wor<strong>de</strong>n door natuurlijke afbraak <strong>in</strong> het water omgezet <strong>in</strong><br />
onschuldige stoffen. Er tre<strong>de</strong>n problemen op als bijvoorbeeld zware metalen <strong>in</strong><br />
dusdanige hoeveelhe<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> wateren terechtkomen dat ze giftig wor<strong>de</strong>n voor<br />
organismen die <strong>in</strong> het water leven. Zo ontstaan ook problemen als organische stoffen<br />
<strong>in</strong> grote hoeveelhe<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> wateren terecht komen en het zuurstofgehalte <strong>in</strong> het<br />
water door natuurlijke afbraak (oxidatie) dusdanig daalt dat vissen en microorganismen<br />
sterven.<br />
Welke verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen kun je <strong>in</strong> water aantreffen? We kunnen <strong>de</strong> stoffen<br />
on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>len <strong>in</strong> organische (koolstofbevatten<strong>de</strong>) en anorganische stoffen. In <strong>de</strong><br />
volgen<strong>de</strong> tabel zie je wat voorbeel<strong>de</strong>n van vervuilen<strong>de</strong> stoffen staan.<br />
staan.<br />
Tabel 1. Soorten van verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen.<br />
organische stoffen anorganische stoffen<br />
van natuurlijke oorsprong (bijv. mest) zware metalen (koper, z<strong>in</strong>k, lood enz.)<br />
zepen en wasmid<strong>de</strong>len nitraten en fosfaten uit kunstmest<br />
pestici<strong>de</strong>n (bijv. l<strong>in</strong>daan) chlori<strong>de</strong>n en sulfi<strong>de</strong>n<br />
chloorhou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> oplosmid<strong>de</strong>len (bijv.<br />
tri)<br />
Tegenwoordig is een belangrijke bron van watervervuil<strong>in</strong>g <strong>de</strong> <strong>in</strong>tensieve landbouw die<br />
met overschotten organische mest kampt en ook veel kunstmest gebruikt. Deze<br />
stoffen spoelen met het regenwater <strong>de</strong> wateren <strong>in</strong> en zorgen voor overbemest<strong>in</strong>g van<br />
het water. Ook bepaal<strong>de</strong> pestici<strong>de</strong>n (bijv. l<strong>in</strong>daan) zorgen soms voor problemen.<br />
Ook ligt <strong>de</strong> Corpac tu<strong>in</strong> bij een druk verkeerspunt. Hier komt veel autoverkeer langs<br />
waaruit veel uitlaatgassen komen. Deze slaan met bijvoorbeeld <strong>de</strong> regen neer en<br />
komen dan <strong>in</strong> <strong>de</strong> wateren terecht.
Besprek<strong>in</strong>g ecologie - voedselrelaties<br />
Besprek<strong>in</strong>g ecologie - voedselrelaties<br />
Elke vijver of beek, sloot of poel wordt gekenmerkt door bepaal<strong>de</strong> organismen. Welke<br />
organismen hier voorkomen is on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re afhankelijk van temperatuur, lichtsterkte,<br />
w<strong>in</strong>dsnelheid, waterkwaliteit, etc.. We noemen dit ook wel <strong>de</strong> abiotische factoren. Elk<br />
organisme heeft voor elk van <strong>de</strong>ze abiotische factoren een bepaal<strong>de</strong> voorkeur. Als een<br />
factor (of meer<strong>de</strong>re factoren) te fel afwijkt van <strong>de</strong> voorkeur van een organisme, dan<br />
zal dit organisme hier niet meer kunnen overleven. De tolerantiegrens is<br />
overschre<strong>de</strong>n. Bovendien zijn er bepaal<strong>de</strong> planten en dieren die zich gemakkelijker<br />
kunnen aanpassen dan an<strong>de</strong>re.<br />
Maar ook tussen <strong>de</strong> organismen zelf (tussen verschillen<strong>de</strong> soorten, tussen <strong>in</strong>dividuen<br />
van een zelf<strong>de</strong> soort, tussen leven<strong>de</strong> en do<strong>de</strong> organismen) bestaan bepaal<strong>de</strong> relaties.<br />
Enkele voorbeel<strong>de</strong>n: voedselaanbod, predatoren, concurrentie. Deze factoren wor<strong>de</strong>n<br />
<strong>de</strong> biotische factoren genoemd.<br />
Biotische factoren<br />
Aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> 'voedselgewoonten' kan voor elk organisme het voed<strong>in</strong>gsniveau<br />
opgespoord wor<strong>de</strong>n. Met <strong>de</strong>ze gegevens is het mogelijk om <strong>de</strong> relaties tussen <strong>de</strong><br />
gevon<strong>de</strong>n leven<strong>de</strong> organismen te zoeken. Door een voorbeeld te zoeken voor een<br />
herbivoor, carnivoor 1ste or<strong>de</strong>, carnivoor 2<strong>de</strong> or<strong>de</strong> en een <strong>de</strong>tritivoor (leeft van dood<br />
organisch materiaal) kunnen voedselketens opgesteld wor<strong>de</strong>n.<br />
Gaat men nog een stap ver<strong>de</strong>r, verb<strong>in</strong>dt men verschillen<strong>de</strong> voedselketens en betrekt<br />
men ook an<strong>de</strong>re, niet-ge<strong>de</strong>term<strong>in</strong>eer<strong>de</strong> organismen (planten, micro-organismen) <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
besprek<strong>in</strong>g, dan kan men een voedselkr<strong>in</strong>gloop en voedselweb opbouwen, waarbij<br />
geïllustreerd wordt dat:<br />
niet enkel <strong>de</strong> relaties tussen <strong>de</strong> leven<strong>de</strong> organismen aan bod komen, maar dat<br />
ook <strong>de</strong> do<strong>de</strong> biomassa (behoren<strong>de</strong> tot <strong>de</strong> biotische factoren) hierbij een<br />
belangrijke rol speelt;<br />
organismen niet leven ten koste van één soort, maar dat zij meer<strong>de</strong>re soorten<br />
consumeren.<br />
De on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge afhankelijkheid tussen <strong>de</strong> organismen wordt hierbij aangetoond.<br />
Wanneer een bepaal<strong>de</strong> soort uit <strong>de</strong>ze levensgemeenschap verdwijnt, bijvoorbeeld ten<br />
gevolge van verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g, dan zal dit rechtstreeks gevolgen hebben voor <strong>de</strong> nog<br />
resteren<strong>de</strong> organismen. Nadat een voedselweb is opgebouwd, is het misschien<br />
<strong>in</strong>teressant om één of enkele schakels (organismen) te verwij<strong>de</strong>ren en na te gaan wat<br />
<strong>de</strong> gevolgen zijn voor <strong>de</strong> levensgemeenschap.<br />
Een overzicht van enkele trefwoor<strong>de</strong>n<br />
producenten bouwen vanuit zonlicht en m<strong>in</strong>eralen organisch materiaal op<br />
fotosynthetiseren<strong>de</strong> planten<br />
consumenten verbruiken het organisch materiaal<br />
herbivoren of planteneters<br />
carnivoren of vleeseters<br />
omnivoren of alleseters<br />
<strong>de</strong>tritivoren of afvaleters<br />
reducenten breken het niet geconsumeer<strong>de</strong> organisch materiaal af tot m<strong>in</strong>erale<br />
stoffen<br />
bacteriën en schimmels
Om een voedselpirami<strong>de</strong> te maken, moeten het aantal <strong>in</strong>dividuen en <strong>de</strong> biomassa (of<br />
<strong>de</strong> hoeveelheid energie) <strong>in</strong> <strong>de</strong> juiste verhoud<strong>in</strong>gen wor<strong>de</strong>n voorgesteld. Dit wordt<br />
eventueel a.d.h.v. een computermo<strong>de</strong>l ge<strong>de</strong>monstreerd.<br />
Abiotische factoren<br />
De structuurkenmerken van het water, <strong>de</strong> doorzichtigheid, <strong>de</strong> belicht<strong>in</strong>g, <strong>de</strong><br />
stroomsnelheid en <strong>de</strong> temperatuur zijn enkele natuurkundige factoren die het leven <strong>in</strong><br />
het biotoop beïnvloe<strong>de</strong>n. De chemische factoren zijn me<strong>de</strong> bepalend voor <strong>de</strong><br />
soortensamenstell<strong>in</strong>g en soortenrijkdom.<br />
Bepal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> waterkwaliteit<br />
Bijna ie<strong>de</strong>reen kan met het blote oog een waterloop of water bestempelen als niet,<br />
matig of sterk vervuild. Dit is een erg subjectieve wijze. Het is echter belangrijk om te<br />
beschikken over objectieve maatstaven. Een objectieve bepal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> waterkwaliteit<br />
kan gebeuren via chemische analysen, maar kan ook gebaseerd zijn op biologische<br />
studies (planktonon<strong>de</strong>rzoek, studie van ongewervel<strong>de</strong>). Een chemische analyse is<br />
alleen een momentopname en is beperkt tot <strong>de</strong> een watermonster, daar waar een<br />
biologische bepal<strong>in</strong>g ook het (recente) verle<strong>de</strong>n weerspiegelt en een beeld geeft van<br />
het waterig milieu als geheel. Bei<strong>de</strong> metho<strong>de</strong>n dienen elkaar aan te vullen: <strong>de</strong><br />
biologische bepal<strong>in</strong>g geeft een i<strong>de</strong>e over <strong>de</strong> omvang van <strong>de</strong> vervuil<strong>in</strong>g, terwijl een<br />
chemische analyse toelaat <strong>de</strong> aard van <strong>de</strong> vervuil<strong>in</strong>g vast te stellen.<br />
De biologische metho<strong>de</strong> steunt op 2 pr<strong>in</strong>cipes:<br />
naar gelang <strong>de</strong> gevoeligheid voor verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g zullen <strong>de</strong>ze soorten al dan<br />
niet voorkomen <strong>in</strong> zuiver of vervuild water; <strong>de</strong> meest gevoelige soorten zullen<br />
het eerst verdwijnen, terwijl <strong>de</strong> veelzijdige soorten het langst zullen stand<br />
hou<strong>de</strong>n.<br />
het aantal soorten of het totaal aantal systematische eenhe<strong>de</strong>n (totaal S.l.): <strong>in</strong><br />
niet verontre<strong>in</strong>igd water komt een groot aantal soorten voor, ie<strong>de</strong>r met (relatief<br />
we<strong>in</strong>ig <strong>in</strong>dividuen, terwijl <strong>in</strong> vervuild water een kle<strong>in</strong> aantal soorten voorkomt<br />
met zeer veel <strong>in</strong>dividuen per soort.<br />
Het totaal aantal systematische eenhe<strong>de</strong>n komt <strong>in</strong> het beste geval overeen met<br />
het aantal soorten. Determ<strong>in</strong>atie is echter niet altijd nodig of mogelijk (te<br />
moeilijk of te tijdrovend voor leerl<strong>in</strong>gen) tot op soortniveau. Dan volstaat<br />
<strong>de</strong>term<strong>in</strong>atie tot op het niveau van geslacht (genus), familie, ... =<br />
systematische groep. Het totaal aantal systematische eenhe<strong>de</strong>n komt dan<br />
overeen met het totaal aantal van <strong>de</strong>ze systematische groepen.<br />
De organismen die gebruikt wor<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> kwaliteitsbepal<strong>in</strong>g, noemen we<br />
bio<strong>in</strong>dicatoren, <strong>in</strong> dit geval zijn het <strong>de</strong> ongewervel<strong>de</strong> van het zoetwater. Dat <strong>de</strong><br />
biologische kwaliteitsbepal<strong>in</strong>g volgens <strong>de</strong> metho<strong>de</strong> van <strong>de</strong> ongewervel<strong>de</strong>, <strong>de</strong><br />
gestandaardiseer<strong>de</strong> norm is gewor<strong>de</strong>n, is geensz<strong>in</strong>s verbaz<strong>in</strong>gwekkend:
eenvoudige bemonster<strong>in</strong>g.<br />
relatief gemakkelijke herkenn<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>ze organismen.<br />
ongewervel<strong>de</strong> waterdieren zijn i<strong>de</strong>ale <strong>in</strong>dicatoren.<br />
Op veel manieren werken verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen na<strong>de</strong>lig <strong>in</strong> op <strong>de</strong> ecosystemen <strong>in</strong> het<br />
water. Sommige stoffen wor<strong>de</strong>n namelijk <strong>in</strong> zo grote hoeveelhe<strong>de</strong>n aangevoerd, dat<br />
ze bijna niet verwerkt kunnen wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> kr<strong>in</strong>glopen. An<strong>de</strong>re zijn vreemd voor <strong>de</strong><br />
natuur die ze dan vaak niet kan afbreken.<br />
Stoffen die verontre<strong>in</strong>igd werken, wor<strong>de</strong>n naar <strong>de</strong> bron van herkomst <strong>in</strong> <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong><br />
soorten on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>eld:<br />
A. Onbewuste verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen.<br />
Hiertoe behoren drijven<strong>de</strong> stoffen zoals, plastic, hout, en grovere, zweven<strong>de</strong> <strong>de</strong>len.<br />
"troep" zoals ou<strong>de</strong> fietsen, lege flessen, blikjes, tv's.<br />
b. Biologische verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen.<br />
Hiertoe behoren ziekteverwekken<strong>de</strong> virussen en bacteriën. Grote concentraties<br />
organisch afval, afkomstig uit rioler<strong>in</strong>gen, bio-<strong>in</strong>dustrie, melkfabrieken enz. zorgen<br />
vaar ophop<strong>in</strong>gen van bacteriën. Waar veel bacteriën aan het werk zijn, ontstaat<br />
zuurstofgebrek en stank. Het zuurstofgebrek heeft een na<strong>de</strong>lige <strong>in</strong>vloed op planten en<br />
dieren.<br />
c. Chemische en fysische verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen.<br />
Tot <strong>de</strong> chemische verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g rekenen we verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen door anorganische<br />
zouten, afbreekbare organische stoffen, giftige stoffen e.d. Een voorbeeld van een<br />
fysische verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g is <strong>de</strong> verhog<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> temperatuur: van het water.<br />
Wanneer we een uitspraak willen doen over <strong>de</strong> kwaliteit van water dan kunnen we <strong>de</strong><br />
volgen<strong>de</strong> maatstaven gebruiken:<br />
a. De soortenrijkdom<br />
In voedselarme wateren is over het algemeen <strong>de</strong> rijkdom aan soorten groter dan <strong>in</strong><br />
voedselrijk water (waar vaak meer organismen van slechts enkele soort voorkomen).<br />
b. De vervuil<strong>in</strong>gsgraad (Saprobie-graad).<br />
Hierbij gaat het om <strong>de</strong> mate van vervuil<strong>in</strong>g door natuurlijke organische stoffen. De<br />
vervuil<strong>in</strong>g wordt veroorzaakt doordat er meer organische stoffen <strong>in</strong> het water zitten<br />
dan <strong>de</strong> reducenten kunnen afbreken. De samenstell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> soorten is sterk<br />
afhankelijk van <strong>de</strong> vervuil<strong>in</strong>gsgraad.<br />
c. Het zuurstofgehalte van het water.<br />
In een natuurlijke levensgemeenschap behoort over langere tijd een evenwicht te<br />
bestaan tussen productie en consumptie van zuurstof door waterorganismen.<br />
d. De voedselrijkdom (trofiegraad).<br />
Bepaal<strong>de</strong> stoffen <strong>in</strong> het water, met name fosfaten en nitraten, bepalen <strong>de</strong><br />
plantengroei <strong>in</strong> belangrijke mate. Hoge sterk afwisselen<strong>de</strong> gehaltes van <strong>de</strong>ze stoffen<br />
kunnen <strong>de</strong> biologische kr<strong>in</strong>gloop tij<strong>de</strong>lijk of blijvend verstoren, omdat ze vooral <strong>de</strong><br />
algengroei sterk bevor<strong>de</strong>ren (die 's nachts voor zuurstofschaarste zorgen).<br />
e. De aanwezigheid van giftige, natuurvreem<strong>de</strong> stoffen.<br />
Voorbeel<strong>de</strong>n: bestrijd<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len ( <strong>in</strong>sectici<strong>de</strong>n, herbici<strong>de</strong>n).
Inleid<strong>in</strong>g praktisch ge<strong>de</strong>elte:<br />
Je werkt <strong>in</strong> groepjes van 4. Elke groep levert een verslag <strong>in</strong> dat volgens <strong>de</strong><br />
natuurwetenschappelijke <strong>de</strong>nkwijze is gemaakt: vraagstell<strong>in</strong>g -hypothese -werkwijze -<br />
resultaten -conclusie.<br />
Je maakt het verslag op <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> manier.<br />
Je beg<strong>in</strong>t met het schrijven van een:<br />
1. Probleemstell<strong>in</strong>g/Vraagstell<strong>in</strong>g.<br />
Je formuleert kort en krachtig wat je gaat on<strong>de</strong>rzoeken. Een vraagstell<strong>in</strong>g e<strong>in</strong>digt<br />
altijd met een vraagteken.<br />
Denk erom: een lezer weet nog van niets, dus geen <strong>de</strong>tails opnemen <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
vraagstell<strong>in</strong>g, die een lezer nog niets zeggen!!<br />
Hierna vertel je wat je <strong>de</strong>nkt wat uit je on<strong>de</strong>rzoek komt, je:<br />
2. Hypothese.<br />
Hier<strong>in</strong> vertel je dus wat je <strong>de</strong>nkt dat er uit je on<strong>de</strong>rzoek komt. Een hypothese wordt <strong>in</strong><br />
pr<strong>in</strong>cipe niet ver<strong>de</strong>r toegelicht. Pas aan het e<strong>in</strong>d van je on<strong>de</strong>rzoek conclu<strong>de</strong>er je of je<br />
hypothese goed of fout was.<br />
Ook nu: geen <strong>de</strong>tails <strong>in</strong> je hypothese, die <strong>de</strong> lezer niet kent!!<br />
3. Werkwijze.<br />
Een nauwkeurige beschrijv<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> proef die je uit gaat voeren, al dan niet<br />
toegelicht met een teken<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> proefopstell<strong>in</strong>g.<br />
4. Benodigdhe<strong>de</strong>n.<br />
Een lijst met materialen die je gaat gebruiken voor <strong>de</strong> proef.<br />
5. Resultaten.<br />
Je vermeldt nu alleen wat je voor gegevens hebt gekregen en niet wat daar uit af te<br />
lei<strong>de</strong>n valt. Dat komt pas hierna. De resultaten bevatten vaak tabellen en grafieken.<br />
Deze wel toelichten en niet <strong>de</strong>nken dat ze wel gesnapt wor<strong>de</strong>n. Dus zorg met name bij<br />
grafieken voor juiste bijschriften bij <strong>de</strong> assen!!<br />
6. Conclusie.<br />
Welk antwoord geven <strong>de</strong> resultaten op je vraagstell<strong>in</strong>g? Je vergelijkt die met je<br />
hypothese en conclu<strong>de</strong>ert of die goed of fout was.<br />
7. Discussie.<br />
Hier<strong>in</strong> kun je vermel<strong>de</strong>n wat er misschien mis is gegaan of an<strong>de</strong>rs had gemoeten. Een<br />
discussie hoef je niet te schrijven. Dus schrijf hier geen onz<strong>in</strong>nige, niet ter zake<br />
doen<strong>de</strong> opmerk<strong>in</strong>gen neer, an<strong>de</strong>rs kun die maar beter weglaten.<br />
8. Literatuur.<br />
Hier<strong>in</strong> komt een lijstje te staan met bronnen die je hebt geraadpleegd: boeken,<br />
artikelen, <strong>in</strong>ternet (met adres), enz.
Bepal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> waterkwaliteit<br />
Om <strong>de</strong> waterkwaliteit te bepalen wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> bepal<strong>in</strong>gen gedaan:<br />
Proef 1. Algemene bepal<strong>in</strong>gen:<br />
Je neemt een watermonster en let hierbij op kleur, geur, schuim en troebel<strong>in</strong>g,<br />
Biologische bepal<strong>in</strong>gen:<br />
Dit on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el bestaat uit 3 bepal<strong>in</strong>gen:<br />
Proef 2. Bepal<strong>in</strong>g waterkwaliteit met behulp van kle<strong>in</strong>e waterdieren (makrofauna);<br />
dit gebeurt via het systeem van Moller-Pillot. Bij dit systeem wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> organismen<br />
<strong>in</strong>ge<strong>de</strong>eld <strong>in</strong> groepen naar gelang van <strong>de</strong> verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gsgraad waarbij ze het meest<br />
voorkomen.
Proef 1. Algemene bepal<strong>in</strong>gen:<br />
Benodigdhe<strong>de</strong>n:<br />
▪ jampot<br />
Werkwijze:<br />
Je neemt <strong>in</strong> een jampot een monster van het te on<strong>de</strong>rzoeken water en kijkt naar <strong>de</strong><br />
volgen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len:<br />
- geur,<br />
- kleur,<br />
- schuim (geef dit aan met: 1=veel, 2=we<strong>in</strong>ig, 3=geen),<br />
- troebel<strong>in</strong>g (geef dit aan met: l=ondoorzichtig, 2=beetje ondoorzichtig,<br />
3=beetje doorzichtig, 4=hel<strong>de</strong>r).
Proef 2. Bepal<strong>in</strong>g waterkwaliteit met behulp van kle<strong>in</strong>e<br />
waterdieren (makrofauna);<br />
Inleid<strong>in</strong>g:<br />
On<strong>de</strong>r macrofauna verstaan we alle ongewervel<strong>de</strong> waterdieren, die met het blote oog<br />
zichtbaar zijn. De macrofauna is vooral <strong>in</strong>dicatief voor saprobie (vervuil<strong>in</strong>g), dat wil<br />
zeggen <strong>de</strong> afbraak <strong>in</strong> het ecosysteem. Deze komt behalve <strong>in</strong> <strong>de</strong> macrofaunalevensgemeenschap,<br />
tot uit<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> organische stof- en zuurstofhuishoud<strong>in</strong>g.<br />
De meeste makrofauna-soorten leven geduren<strong>de</strong> een perio<strong>de</strong> van 3 maan<strong>de</strong>n tot 2-<br />
jaar. Tij<strong>de</strong>ns hun leven staan ze voortdurend bloot aan <strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n <strong>in</strong> het<br />
water, zodat ze <strong>de</strong> toestand <strong>in</strong> het water weergeven van enkele maan<strong>de</strong>n tot enkele<br />
jaren voorafgaan<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> bemonster<strong>in</strong>g.<br />
Een (tij<strong>de</strong>lijke) verslechter<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> waterkwaliteit veroorzaakt sterfte van <strong>de</strong><br />
gevoeligste organismen, terwijl het relatief ger<strong>in</strong>ge aantal aan vervuil<strong>in</strong>g aangepaste<br />
soorten zich sterk kan vermeer<strong>de</strong>ren. De <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>ntele vervuil<strong>in</strong>g blijft lang zichtbaar <strong>in</strong><br />
<strong>de</strong> levensgemeenschap. Opgeloste organische stoffen oefenen op <strong>de</strong> macrofauna<br />
zowel <strong>in</strong>directe als directe <strong>in</strong>vloed uit.<br />
Directe effecten.<br />
1. Organische stoffen dienen als voedsel voor organismen uit <strong>de</strong> Eristalis-groep en <strong>de</strong><br />
chiromusgroep (zie blz. 12)<br />
2. Bij <strong>de</strong> afbraak van organische verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g kunnen actieve stoffen ontstaan zoals<br />
ammoniak, die direct <strong>in</strong>vloed uitoefenen op een aantal macrofauna soorten.<br />
3. Door een overmaat een organische stoffen v<strong>in</strong>dt er verlag<strong>in</strong>g van het<br />
zuurstofgehalte plaats.<br />
Indirecte effecten.<br />
Bij <strong>de</strong> afbraak van organische stoffen komen m<strong>in</strong>eralen vrij. Deze m<strong>in</strong>eralen zijn<br />
voedsel voor hogere waterplanten, mossen en plankton. Hierdoor zullen <strong>de</strong>ze soorten<br />
zich sterk uitbrei<strong>de</strong>n, wat <strong>in</strong>direct weer <strong>in</strong>vloed heeft op <strong>de</strong> macrofauna soorten.<br />
Uitbreid<strong>in</strong>g van hogere planten biedt levenskansen aan diersoorten die eer<strong>de</strong>r<br />
karakteristiek voor stilstaand water zijn. De consequentie is, dat meer dieren en meer<br />
soorten op kunnen tre<strong>de</strong>n: er is meer voedsel voor <strong>de</strong> herbivoren en meer<br />
schuilmogelijkheid voor organismen uit stilstaand water.<br />
Beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> macrofauna.<br />
Voor <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> waterkwaliteit op grond van <strong>de</strong> macrofauna, wordt<br />
gebruik gemaakt van een metho<strong>de</strong>, die afgeleid is van het systeem, dat ontwikkeld is<br />
door Moller-Pillot.<br />
Bij dit systeem wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> organismen <strong>in</strong>ge<strong>de</strong>eld <strong>in</strong> groepen naar gelang van <strong>de</strong><br />
verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gs-graad waarbij ze het meest voorkomen.
Tabel 2. Men on<strong>de</strong>rscheidt <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> 5 groepen van <strong>in</strong>dicatoren:<br />
fnemen<strong>de</strong><br />
organische<br />
verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g<br />
Eristalis-groep (Rattestaartlarven;<br />
larven van steekmuggen (witte<br />
muggelarven). Geen zuurstof<br />
een witte muggelarf<br />
(ware grootte ± 0,5 cm)<br />
De Chrironomus-groep (Ro<strong>de</strong><br />
muggelarven, Tubifex).<br />
We<strong>in</strong>ig soorten. Individuen <strong>in</strong> grote<br />
aantallen.<br />
Ro<strong>de</strong> muggelarf (ware grootte ± 0,5<br />
cm)<br />
De Hirud<strong>in</strong>ea-groep (Veel Bloedzuigers<br />
en waterpissebed<strong>de</strong>n)<br />
Bloedzuiger (ware grootte tussen <strong>de</strong> 1<br />
en <strong>de</strong> 4 cm)<br />
De Gammarus-groep (Veel Vlokreeftjes)<br />
De Calopteryx-groep (Veel haftelarven<br />
en Kokerjuffers )<br />
Larve van een haft (ware grootte ± 1 tot<br />
3 cm)<br />
een rattestaart<br />
(ware grootte ± 1,5 cm)<br />
Tubifex (ware grootte ±<br />
0,5 cm)<br />
Waterpissebed (ware<br />
grootte ± 1,5 cm)<br />
Vlokreeft (ware grote ±<br />
1,5 cm)<br />
larve van een kokerjuffer<br />
(ware grootte tussen <strong>de</strong> 1<br />
en 5 cm)
Ie<strong>de</strong>re groep bestaat uit een aantal soorten, die bij ongeveer <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />
verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gsgraad erg veel voorkomen. Men zal niet al <strong>de</strong>ze soorten bijeen v<strong>in</strong><strong>de</strong>n,<br />
doordat <strong>de</strong> aanwezigheid van een soort o.a. afhankelijk is van jaargetij<strong>de</strong>,<br />
stroomsnelheid en an<strong>de</strong>re factoren. Om <strong>de</strong> waterkwaliteit (K-waar<strong>de</strong>) te bepalen<br />
"Wordt' eerst bepaald welk percentage van <strong>de</strong> organismen - <strong>in</strong> <strong>de</strong> diverse<br />
vervuil<strong>in</strong>gsgroepen voorkomt. Vervolgens wordt het percentage van ie<strong>de</strong>re groep met<br />
een eigen weg<strong>in</strong>gsfactor vermenigvuldigd namelijk:<br />
Tabel 3. Weg<strong>in</strong>gsfactor voor <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> taxonomische groepen.<br />
Groep:<br />
Afkort<strong>in</strong>g Weg<strong>in</strong>gsfactor<br />
De Eristalis-groep (Rattestaartlarven;<br />
larven van steekmuggen (witte<br />
muggelarven)<br />
E 1<br />
De Chrironomus-groep (Ro<strong>de</strong> muggelarven,<br />
Tubifex)<br />
CH 1<br />
De Hirud<strong>in</strong>ea-groep (Veel Bloedzuigers en<br />
waterpissebed<strong>de</strong>n)<br />
H 3<br />
De Gammarus-groep (Veel Vlokreeftjes) G 5<br />
De Calopteryx-groep (Veel haftelarven en<br />
Kokerjuffers)<br />
Cal 5<br />
Bepalen van <strong>de</strong> kwaliteits<strong>in</strong><strong>de</strong>x (k-waar<strong>de</strong>) (1,3,5). Dit gebeurt via <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong><br />
formule.<br />
K(1,3,5) = 1 x (% E + % Ch) + 3 x (% H) + 5 x (% G + % Cal)<br />
Het getal wat hieruit komt (K-waar<strong>de</strong>) vergelijk je met <strong>de</strong> getallen <strong>in</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong><br />
tabel 4. Zo bepaal je <strong>de</strong> kwaliteit van het water.<br />
Tabel 4. Kwaliteitstabel van water.<br />
K(1,3,5)-waar<strong>de</strong> Kwaliteitsaanduid<strong>in</strong>g Kwaliteitsklasse<br />
100 t/m 179 Zeer slecht I<br />
180 t/m 259 Slecht II<br />
260 t/m 339 Matig III<br />
340 t/m 419 Goed IV<br />
420 t/m 500 Zeer goed V<br />
Benodigdhe<strong>de</strong>n:<br />
handzeven, planktonnetten, vijvernet<br />
emmers, liefst met <strong>de</strong>ksel<br />
fotobakken<br />
pipetten<br />
handloepen (10x)<br />
plastic petrischalen<br />
lepels<br />
verzameltabel<br />
zoekkaarten
Werkwijze:<br />
a. Schep met het metalen net wat platenmateriaal van <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>m of <strong>de</strong> oever <strong>in</strong><br />
<strong>de</strong> witte bak<br />
Let op dat veel organisch materiaal meeneemt (plantenresten etc.).<br />
b. On<strong>de</strong>rzoek het water of er dieren <strong>in</strong>zitten zoals tabel 2.<br />
Het is belangrijk voor <strong>de</strong> kwaliteitsbepal<strong>in</strong>g het aantal verschillen<strong>de</strong> soorten<br />
te bepalen die je hebt gevon<strong>de</strong>n. Dus niet het aantal <strong>in</strong>dividuen. Maak gebruik<br />
van <strong>de</strong> zoekkaarten die je van je docent gekregen hebt.<br />
Maak ook gebruik van een microscoop of vergroot glas, om <strong>de</strong> organismen te<br />
kunnen bekijken.<br />
c. noteer nu het aantal soorten dat je gevon<strong>de</strong>n hebt <strong>in</strong> <strong>de</strong> verzameltabel 5.<br />
d. Vul dan <strong>de</strong> kwaliteits<strong>in</strong><strong>de</strong>x (K) formule <strong>in</strong> en bereken <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> met behulp<br />
van <strong>de</strong> formule.<br />
e. Noteer <strong>de</strong> kwaliteitsklasse en <strong>de</strong> kwaliteitsaanduid<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> verzameltabel 6.<br />
Tabel 5. Verzameltabel K-waar<strong>de</strong><br />
Groep Soort dier<br />
De Eristalis-groep (E) Rattestaartlarven<br />
larven van steekmuggen (witte<br />
muggelarven)<br />
De Chrironomus-groep Ro<strong>de</strong> muggelarven<br />
(Ch)<br />
Tubifex<br />
De Hirud<strong>in</strong>ea-groep (H) Bloedzuigers<br />
Waterpissebed<strong>de</strong>n<br />
De Gammarus-groep (G) Vlokreeftjes<br />
De Calopteryx-groep<br />
(Cal)<br />
Haftelarven<br />
Kokerjuffers<br />
Aantal soorten<br />
K(1,3,5) = 1 x (% E……. + % Ch…………) + 3 x (% H……….) + 5 x (% G……….<br />
+ % Cal…….)<br />
Tabel 6. Verzameltabel van <strong>de</strong> biologische proeven.<br />
Proef 1. algemene bepal<strong>in</strong>gen<br />
Geur<br />
Kleur<br />
Schuim<br />
Troebel<strong>in</strong>g<br />
Watermonster<br />
Proef 2. Waterkwaliteitsbepal<strong>in</strong>g<br />
op grond van makrofauna. (Kwaar<strong>de</strong>).<br />
K-waar<strong>de</strong> Aanduid<strong>in</strong>g:
Invulformulier proef 2. Waterkwaliteitsbepal<strong>in</strong>g op grond van makrofauna. (K-waar<strong>de</strong>)<br />
Tabel 7. Verzameltabel K-waar<strong>de</strong><br />
Groep Soort dier<br />
De Eristalis-groep (E) Rattestaartlarven<br />
De Chrironomus-groep<br />
(Ch)<br />
larven van steekmuggen(witte<br />
muggelarven)<br />
Ro<strong>de</strong> muggelarven,<br />
Tubifex<br />
De Hirud<strong>in</strong>ea-groep (H) Bloedzuigers<br />
Waterpissebed<strong>de</strong>n<br />
De Gammarus-groep (G) Vlokreeftjes<br />
De Calopteryx-groep (Cal) Haftelarven<br />
Kokerjuffers<br />
Aantal<br />
soorten<br />
K(1,3,5) = 1 x (% E……. + % Ch…………) + 3 x (% H……….) + 5 x (% G……….<br />
+ % Cal…….)
Figuur 1: Zoekkaart waterorganismen
E<strong>in</strong><strong>de</strong>valuatie<br />
Hoe verliep <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g? Goed/ niet goed? En waarom?<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
………………………………………………………………………………………………………………………………..<br />
Waren <strong>de</strong> taken goed ver<strong>de</strong>eld? Allebei evenveel gedaan?<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
………………………………………………………………………………………………………………………………..<br />
Wat hebben jullie geleerd van <strong>de</strong>ze opdrachten? en welke von<strong>de</strong>n jullie het<br />
leerzaamste om uit te voeren?<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
Zijn jullie tevre<strong>de</strong>n over alle gemaakte opdrachten? waarom wel/ waarom niet?<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
………………………………………………………………………………………………………………………………..<br />
Wat zou<strong>de</strong>n jullie <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> keer an<strong>de</strong>rs doen? Waar zijn jullie tegenaan gelopen?<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
………………………………………………………………………………………………………………………………..
Docentenhandleid<strong>in</strong>g:<br />
In <strong>de</strong>ze docentenhandleid<strong>in</strong>g v<strong>in</strong>d u kort en bondig <strong>in</strong>formatie over het<br />
lespakket waterbeoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g poel<br />
Let op !! Dit lespakket is enkel uit te voeren <strong>in</strong> tussen <strong>de</strong> maan<strong>de</strong>n maart en<br />
november. De an<strong>de</strong>re maan<strong>de</strong>n zijn <strong>de</strong> waterbewoners verscholen diep <strong>in</strong> het<br />
water.<br />
Leson<strong>de</strong>rwerp:<br />
- Waterbeoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g Poel<br />
Lesduur:<br />
- 1 a 3 lessen.<br />
Lesdoelstell<strong>in</strong>gen:<br />
- De leerl<strong>in</strong>g kan aan <strong>de</strong> hand van een watermonster <strong>de</strong> kleur, geur<br />
troebelligheid en <strong>de</strong> hoeveelheid schuim bepalen.<br />
- De leerl<strong>in</strong>g kan het verschil zien tussen verschillen<strong>de</strong> waterorganismen.<br />
- De leerl<strong>in</strong>g kan een biologisch verslag schrijven.<br />
- De leerl<strong>in</strong>g kan samenwerken met een klasgenoot.<br />
Verwachte of aangenomen beg<strong>in</strong>situatie:<br />
- De leerl<strong>in</strong>g heeft zich wat verdiept <strong>in</strong> <strong>de</strong> poel en <strong>de</strong> leven<strong>de</strong> organisme <strong>in</strong><br />
<strong>de</strong> poel. Dit heeft <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>ge gedaan door <strong>de</strong> teksten uit het leerl<strong>in</strong>gen<br />
<strong>de</strong>el te lezen. De leerl<strong>in</strong>g kan doormid<strong>de</strong>l van <strong>de</strong>ze stof <strong>de</strong> proeven<br />
uitvoeren.<br />
Lesschema:<br />
Activiteiten: Activiteit docent:<br />
Les 1 - Introductie De docent legt uit waar <strong>de</strong>ze lesbrief over gaat. De<br />
lesbrief docent legt het een en an<strong>de</strong>r uit over <strong>de</strong> poel en<br />
- Opdracht <strong>de</strong> diversiteit rondom <strong>de</strong> poel. Ook vertelt hij was<br />
uitleggen er <strong>in</strong> <strong>de</strong> poel kan leven en waar dit op kan dui<strong>de</strong>n.<br />
- Groepjes Hierna legt hij het verband met <strong>de</strong> opdracht.<br />
maken. Als laatste wor<strong>de</strong>n groepjes van ongeveer 3 a 4<br />
personen gemaakt.<br />
Het is <strong>de</strong> bedoel<strong>in</strong>g dat <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen thuis <strong>de</strong><br />
proeven voorberei<strong>de</strong>n.<br />
Les 2 Het on<strong>de</strong>rzoek De leerl<strong>in</strong>gen hebben <strong>de</strong> proeven <strong>in</strong> groepjes<br />
voorbereid. Ze moeten nu echt aan <strong>de</strong> slag. Ze<br />
gaan on<strong>de</strong>r leid<strong>in</strong>g van begelei<strong>de</strong>rs en docent naar<br />
<strong>de</strong> poel om daar ver<strong>de</strong>r te gaan met hun<br />
on<strong>de</strong>rzoek.<br />
Les 3 Het uitwerken van De leerl<strong>in</strong>gen kunnen hun proef <strong>in</strong> <strong>de</strong> les<br />
het on<strong>de</strong>rzoek. uitwerken en afmaken. Wanneer ze vragen<br />
hebben kunnen ze dat <strong>de</strong>ze les vragen. Ze moeten<br />
het verslag <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> les <strong>in</strong>leveren.
Benodigdhe<strong>de</strong>n:<br />
Proef 1<br />
- Jampotje<br />
Proef 2:<br />
- handzeven, planktonnetten, vijvernet<br />
- emmers, liefst met <strong>de</strong>ksel<br />
- Fotobakken<br />
- pipetten<br />
- handloepen (10x)<br />
- plastic petrischalen<br />
- lepels<br />
- verzameltabel<br />
- zoekkaarten<br />
Achtergrond <strong>in</strong>formatie<br />
Bij dit on<strong>de</strong>rzoek ga je van <strong>de</strong> poel bij het Corpac huis op verschillen<strong>de</strong> plaatsen<br />
bepalen wat <strong>de</strong> kwaliteit van het water is. Hierbij wordt gekeken naar:<br />
1. Onbewuste verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen. Bijv. drijven<strong>de</strong> stoffen zoals, plastic, hout, en<br />
grotere, zweven<strong>de</strong> <strong>de</strong>len.<br />
2. Biologische verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen: <strong>de</strong> voedselrijkdom van het water (trofie-graad), <strong>de</strong><br />
vervuil<strong>in</strong>gsgraad (saprobie-graad) en <strong>de</strong> waterkwaliteit aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> makro<br />
fauna (grote diertjes) die er<strong>in</strong> het water voorkomen.<br />
3. Chemische en fysische verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen. De opgeloste stoffen zoals fosfaat,<br />
ammonium nitraat etc. <strong>in</strong> het water.<br />
De stoffen die we op <strong>de</strong> rivieren en an<strong>de</strong>re wateren lozen vormen een probleem als <strong>de</strong><br />
concentraties een bepaal<strong>de</strong> kritische waar<strong>de</strong> overstijgen. Deze kritische waar<strong>de</strong> is<br />
afhankelijk van het soort stof en is vaak niet scherp te trekken. Veel stoffen wor<strong>de</strong>n<br />
door <strong>de</strong> wateren waar ze <strong>in</strong> geloosd wor<strong>de</strong>n dusdanig verdund dat ze geen probleem<br />
meer vormen of ze wor<strong>de</strong>n door natuurlijke afbraak <strong>in</strong> het water omgezet <strong>in</strong><br />
onschuldige stoffen. Er tre<strong>de</strong>n problemen op als bijvoorbeeld zware metalen <strong>in</strong><br />
dusdanige hoeveelhe<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> wateren terechtkomen dat ze giftig wor<strong>de</strong>n voor<br />
organismen die <strong>in</strong> het water leven. Zo ontstaan ook problemen als organische stoffen<br />
<strong>in</strong> grote hoeveelhe<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> wateren terecht komen en het zuurstofgehalte <strong>in</strong> het<br />
water door natuurlijke afbraak (oxidatie) dusdanig daalt dat vissen en microorganismen<br />
sterven.<br />
Welke verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen kun je <strong>in</strong> water aantreffen? We kunnen <strong>de</strong> stoffen<br />
on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>len <strong>in</strong> organische (koolstofbevatten<strong>de</strong>) en anorganische stoffen. In <strong>de</strong><br />
volgen<strong>de</strong> tabel zie je wat voorbeel<strong>de</strong>n van vervuilen<strong>de</strong> stoffen staan.<br />
staan.<br />
Tabel 1. Soorten van verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen.<br />
organische stoffen anorganische stoffen<br />
van natuurlijke oorsprong (bijv. mest) zware metalen (koper, z<strong>in</strong>k, lood enz.)<br />
zepen en wasmid<strong>de</strong>len nitraten en fosfaten uit kunstmest<br />
pestici<strong>de</strong>n (bijv. l<strong>in</strong>daan) chlori<strong>de</strong>n en sulfi<strong>de</strong>n<br />
chloorhou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> oplosmid<strong>de</strong>len (bijv.<br />
tri)<br />
Tegenwoordig is een belangrijke bron van watervervuil<strong>in</strong>g <strong>de</strong> <strong>in</strong>tensieve landbouw die<br />
met overschotten organische mest kampt en ook veel kunstmest gebruikt. Deze<br />
stoffen spoelen met het regenwater <strong>de</strong> wateren <strong>in</strong> en zorgen voor overbemest<strong>in</strong>g van<br />
het water. Ook bepaal<strong>de</strong> pestici<strong>de</strong>n (bijv. l<strong>in</strong>daan) zorgen soms voor problemen.
Ook ligt <strong>de</strong> Corpac tu<strong>in</strong> bij een druk verkeerspunt. Hier komt veel autoverkeer langs<br />
waaruit veel uitlaatgassen komen. Deze slaan met bijvoorbeeld <strong>de</strong> regen neer en<br />
komen dan <strong>in</strong> <strong>de</strong> wateren terecht.<br />
Besprek<strong>in</strong>g ecologie - voedselrelaties<br />
Elke vijver of beek, sloot of poel wordt gekenmerkt door bepaal<strong>de</strong> organismen. Welke<br />
organismen hier voorkomen is on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re afhankelijk van temperatuur, lichtsterkte,<br />
w<strong>in</strong>dsnelheid, waterkwaliteit, etc.. We noemen dit ook wel <strong>de</strong> abiotische factoren. Elk<br />
organisme heeft voor elk van <strong>de</strong>ze abiotische factoren een bepaal<strong>de</strong> voorkeur. Als een<br />
factor (of meer<strong>de</strong>re factoren) te fel afwijkt van <strong>de</strong> voorkeur van een organisme, dan<br />
zal dit organisme hier niet meer kunnen overleven. De tolerantiegrens is<br />
overschre<strong>de</strong>n. Bovendien zijn er bepaal<strong>de</strong> planten en dieren die zich gemakkelijker<br />
kunnen aanpassen dan an<strong>de</strong>re.<br />
Maar ook tussen <strong>de</strong> organismen zelf (tussen verschillen<strong>de</strong> soorten, tussen <strong>in</strong>dividuen<br />
van een zelf<strong>de</strong> soort, tussen leven<strong>de</strong> en do<strong>de</strong> organismen) bestaan bepaal<strong>de</strong> relaties.<br />
Enkele voorbeel<strong>de</strong>n: voedselaanbod, predatoren, concurrentie. Deze factoren wor<strong>de</strong>n<br />
<strong>de</strong> biotische factoren genoemd.<br />
Biotische factoren<br />
Aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> 'voedselgewoonten' kan voor elk organisme het voed<strong>in</strong>gsniveau<br />
opgespoord wor<strong>de</strong>n. Met <strong>de</strong>ze gegevens is het mogelijk om <strong>de</strong> relaties tussen <strong>de</strong><br />
gevon<strong>de</strong>n leven<strong>de</strong> organismen te zoeken. Door een voorbeeld te zoeken voor een<br />
herbivoor, carnivoor 1ste or<strong>de</strong>, carnivoor 2<strong>de</strong> or<strong>de</strong> en een <strong>de</strong>tritivoor (leeft van dood<br />
organisch materiaal) kunnen voedselketens opgesteld wor<strong>de</strong>n.<br />
Gaat men nog een stap ver<strong>de</strong>r, verb<strong>in</strong>dt men verschillen<strong>de</strong> voedselketens en betrekt<br />
men ook an<strong>de</strong>re, niet-ge<strong>de</strong>term<strong>in</strong>eer<strong>de</strong> organismen (planten, micro-organismen) <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
besprek<strong>in</strong>g, dan kan men een voedselkr<strong>in</strong>gloop en voedselweb opbouwen, waarbij<br />
geïllustreerd wordt dat:<br />
niet enkel <strong>de</strong> relaties tussen <strong>de</strong> leven<strong>de</strong> organismen aan bod komen, maar dat<br />
ook <strong>de</strong> do<strong>de</strong> biomassa (behoren<strong>de</strong> tot <strong>de</strong> biotische factoren) hierbij een<br />
belangrijke rol speelt;<br />
organismen niet leven ten koste van één soort, maar dat zij meer<strong>de</strong>re soorten<br />
consumeren.<br />
De on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge afhankelijkheid tussen <strong>de</strong> organismen wordt hierbij aangetoond.<br />
Wanneer een bepaal<strong>de</strong> soort uit <strong>de</strong>ze levensgemeenschap verdwijnt, bijvoorbeeld ten<br />
gevolge van verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g, dan zal dit rechtstreeks gevolgen hebben voor <strong>de</strong> nog<br />
resteren<strong>de</strong> organismen. Nadat een voedselweb is opgebouwd, is het misschien<br />
<strong>in</strong>teressant om één of enkele schakels (organismen) te verwij<strong>de</strong>ren en na te gaan wat<br />
<strong>de</strong> gevolgen zijn voor <strong>de</strong> levensgemeenschap.<br />
Een overzicht van enkele trefwoor<strong>de</strong>n<br />
producenten bouwen vanuit zonlicht en m<strong>in</strong>eralen organisch materiaal op<br />
fotosynthetiseren<strong>de</strong> planten<br />
consumenten verbruiken het organisch materiaal<br />
herbivoren of planteneters<br />
carnivoren of vleeseters<br />
omnivoren of alleseters<br />
<strong>de</strong>tritivoren of afvaleters<br />
reducenten breken het niet geconsumeer<strong>de</strong> organisch materiaal af tot m<strong>in</strong>erale<br />
stoffen<br />
bacteriën en schimmels
Om een voedselpirami<strong>de</strong> te maken, moeten het aantal <strong>in</strong>dividuen en <strong>de</strong> biomassa (of<br />
<strong>de</strong> hoeveelheid energie) <strong>in</strong> <strong>de</strong> juiste verhoud<strong>in</strong>gen wor<strong>de</strong>n voorgesteld. Dit wordt<br />
eventueel a.d.h.v. een computermo<strong>de</strong>l ge<strong>de</strong>monstreerd.<br />
Abiotische factoren<br />
De structuurkenmerken van het water, <strong>de</strong> doorzichtigheid, <strong>de</strong> belicht<strong>in</strong>g, <strong>de</strong><br />
stroomsnelheid en <strong>de</strong> temperatuur zijn enkele natuurkundige factoren die het leven <strong>in</strong><br />
het biotoop beïnvloe<strong>de</strong>n. De chemische factoren zijn me<strong>de</strong> bepalend voor <strong>de</strong><br />
soortensamenstell<strong>in</strong>g en soortenrijkdom.<br />
Bepal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> waterkwaliteit<br />
Bijna ie<strong>de</strong>reen kan met het blote oog een waterloop of water bestempelen als niet,<br />
matig of sterk vervuild. Dit is een erg subjectieve wijze. Het is echter belangrijk om te<br />
beschikken over objectieve maatstaven. Een objectieve bepal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> waterkwaliteit<br />
kan gebeuren via chemische analysen, maar kan ook gebaseerd zijn op biologische<br />
studies (planktonon<strong>de</strong>rzoek, studie van ongewervel<strong>de</strong>). Een chemische analyse is<br />
alleen een momentopname en is beperkt tot <strong>de</strong> een watermonster, daar waar een<br />
biologische bepal<strong>in</strong>g ook het (recente) verle<strong>de</strong>n weerspiegelt en een beeld geeft van<br />
het waterig milieu als geheel. Bei<strong>de</strong> metho<strong>de</strong>n dienen elkaar aan te vullen: <strong>de</strong><br />
biologische bepal<strong>in</strong>g geeft een i<strong>de</strong>e over <strong>de</strong> omvang van <strong>de</strong> vervuil<strong>in</strong>g, terwijl een<br />
chemische analyse toelaat <strong>de</strong> aard van <strong>de</strong> vervuil<strong>in</strong>g vast te stellen.<br />
De biologische metho<strong>de</strong> steunt op 2 pr<strong>in</strong>cipes:<br />
naar gelang <strong>de</strong> gevoeligheid voor verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g zullen <strong>de</strong>ze soorten al dan<br />
niet voorkomen <strong>in</strong> zuiver of vervuild water; <strong>de</strong> meest gevoelige soorten zullen<br />
het eerst verdwijnen, terwijl <strong>de</strong> veelzijdige soorten het langst zullen stand<br />
hou<strong>de</strong>n.<br />
het aantal soorten of het totaal aantal systematische eenhe<strong>de</strong>n (totaal S.l.): <strong>in</strong><br />
niet verontre<strong>in</strong>igd water komt een groot aantal soorten voor, ie<strong>de</strong>r met (relatief<br />
we<strong>in</strong>ig <strong>in</strong>dividuen, terwijl <strong>in</strong> vervuild water een kle<strong>in</strong> aantal soorten voorkomt<br />
met zeer veel <strong>in</strong>dividuen per soort.<br />
Het totaal aantal systematische eenhe<strong>de</strong>n komt <strong>in</strong> het beste geval overeen met<br />
het aantal soorten. Determ<strong>in</strong>atie is echter niet altijd nodig of mogelijk (te<br />
moeilijk of te tijdrovend voor leerl<strong>in</strong>gen) tot op soortniveau. Dan volstaat<br />
<strong>de</strong>term<strong>in</strong>atie tot op het niveau van geslacht (genus), familie, ... =<br />
systematische groep. Het totaal aantal systematische eenhe<strong>de</strong>n komt dan<br />
overeen met het totaal aantal van <strong>de</strong>ze systematische groepen.<br />
De organismen die gebruikt wor<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> kwaliteitsbepal<strong>in</strong>g, noemen we<br />
bio<strong>in</strong>dicatoren, <strong>in</strong> dit geval zijn het <strong>de</strong> ongewervel<strong>de</strong> van het zoetwater. Dat <strong>de</strong>
iologische kwaliteitsbepal<strong>in</strong>g volgens <strong>de</strong> metho<strong>de</strong> van <strong>de</strong> ongewervel<strong>de</strong>, <strong>de</strong><br />
gestandaardiseer<strong>de</strong> norm is gewor<strong>de</strong>n, is geensz<strong>in</strong>s verbaz<strong>in</strong>gwekkend:<br />
eenvoudige bemonster<strong>in</strong>g.<br />
relatief gemakkelijke herkenn<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>ze organismen.<br />
ongewervel<strong>de</strong> waterdieren zijn i<strong>de</strong>ale <strong>in</strong>dicatoren.<br />
Op veel manieren werken verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen na<strong>de</strong>lig <strong>in</strong> op <strong>de</strong> ecosystemen <strong>in</strong> het<br />
water. Sommige stoffen wor<strong>de</strong>n namelijk <strong>in</strong> zo grote hoeveelhe<strong>de</strong>n aangevoerd, dat<br />
ze bijna niet verwerkt kunnen wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> kr<strong>in</strong>glopen. An<strong>de</strong>re zijn vreemd voor <strong>de</strong><br />
natuur die ze dan vaak niet kan afbreken.<br />
Stoffen die verontre<strong>in</strong>igd werken, wor<strong>de</strong>n naar <strong>de</strong> bron van herkomst <strong>in</strong> <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong><br />
soorten on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>eld:<br />
A. Onbewuste verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen.<br />
Hiertoe behoren drijven<strong>de</strong> stoffen zoals, plastic, hout, en grovere, zweven<strong>de</strong> <strong>de</strong>len.<br />
"troep" zoals ou<strong>de</strong> fietsen, lege flessen, blikjes, tv's.<br />
b. Biologische verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen.<br />
Hiertoe behoren ziekteverwekken<strong>de</strong> virussen en bacteriën. Grote concentraties<br />
organisch afval, afkomstig uit rioler<strong>in</strong>gen, bio-<strong>in</strong>dustrie, melkfabrieken enz. zorgen<br />
vaar ophop<strong>in</strong>gen van bacteriën. Waar veel bacteriën aan het werk zijn, ontstaat<br />
zuurstofgebrek en stank. Het zuurstofgebrek heeft een na<strong>de</strong>lige <strong>in</strong>vloed op planten en<br />
dieren.<br />
c. Chemische en fysische verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen.<br />
Tot <strong>de</strong> chemische verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g rekenen we verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen door anorganische<br />
zouten, afbreekbare organische stoffen, giftige stoffen e.d. Een voorbeeld van een<br />
fysische verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g is <strong>de</strong> verhog<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> temperatuur: van het water.<br />
Wanneer we een uitspraak willen doen over <strong>de</strong> kwaliteit van water dan kunnen we <strong>de</strong><br />
volgen<strong>de</strong> maatstaven gebruiken:<br />
a. De soortenrijkdom<br />
In voedselarme wateren is over het algemeen <strong>de</strong> rijkdom aan soorten groter dan <strong>in</strong><br />
voedselrijk water (waar vaak meer organismen van slechts enkele soort voorkomen).<br />
b. De vervuil<strong>in</strong>gsgraad (Saprobie-graad).<br />
Hierbij gaat het om <strong>de</strong> mate van vervuil<strong>in</strong>g door natuurlijke organische stoffen. De<br />
vervuil<strong>in</strong>g wordt veroorzaakt doordat er meer organische stoffen <strong>in</strong> het water zitten<br />
dan <strong>de</strong> reducenten kunnen afbreken. De samenstell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> soorten is sterk<br />
afhankelijk van <strong>de</strong> vervuil<strong>in</strong>gsgraad.<br />
c. Het zuurstofgehalte van het water.<br />
In een natuurlijke levensgemeenschap behoort over langere tijd een evenwicht te<br />
bestaan tussen productie en consumptie van zuurstof door waterorganismen.<br />
d. De voedselrijkdom (trofiegraad).<br />
Bepaal<strong>de</strong> stoffen <strong>in</strong> het water, met name fosfaten en nitraten, bepalen <strong>de</strong><br />
plantengroei <strong>in</strong> belangrijke mate. Hoge sterk afwisselen<strong>de</strong> gehaltes van <strong>de</strong>ze stoffen<br />
kunnen <strong>de</strong> biologische kr<strong>in</strong>gloop tij<strong>de</strong>lijk of blijvend verstoren, omdat ze vooral <strong>de</strong><br />
algengroei sterk bevor<strong>de</strong>ren (die 's nachts voor zuurstofschaarste zorgen).<br />
e. De aanwezigheid van giftige, natuurvreem<strong>de</strong> stoffen.<br />
Voorbeel<strong>de</strong>n: bestrijd<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len ( <strong>in</strong>sectici<strong>de</strong>n, herbici<strong>de</strong>n).
Didactische on<strong>de</strong>rbouw<strong>in</strong>g<br />
In <strong>de</strong>ze lesbrief is het <strong>de</strong> bedoel<strong>in</strong>g dat <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen zich gaan verdiepen <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
kwaliteit van het water, door <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> organismen <strong>in</strong> het water te<br />
on<strong>de</strong>rzoeken.<br />
Het niveau van <strong>de</strong>ze lesbrief is havo. Maar <strong>de</strong>ze lesbrief kan ook aangepast wor<strong>de</strong>n<br />
naar bijvoorbeeld vmbo of vwo.<br />
De leerl<strong>in</strong>gen op het vmbo zou<strong>de</strong>n bijvoorbeeld <strong>de</strong> stof uit het boek alleen kunnen<br />
gebruiken als basis en bij <strong>de</strong> opdrachten. Ook zou<strong>de</strong>n ze bijvoorbeeld <strong>de</strong><br />
bereken<strong>in</strong>gen samen met <strong>de</strong> docent kunnen maken, zodat dit gemakkelijker is voor <strong>de</strong><br />
leerl<strong>in</strong>g. De conclusie die zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen dan zelf kunnen trekken.<br />
Bij het vwo zou <strong>de</strong> stof wat <strong>in</strong>gewikkel<strong>de</strong>r gemaakt kunnen wor<strong>de</strong>n, door <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen<br />
wat meer over <strong>de</strong> organismen op te laten zoeken en dit te laten vermel<strong>de</strong>n <strong>in</strong> het<br />
verslag.<br />
Bij het practicum gaan ze verschillen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len on<strong>de</strong>rzoeken.<br />
Hiernaast is het <strong>de</strong> bedoel<strong>in</strong>g dat <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen niet <strong>in</strong>dividueel werken, maar juist <strong>in</strong><br />
groepjes. Hierdoor leren <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen ook met experimenten buiten <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur samen te<br />
werken. Het is uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk <strong>de</strong> bedoel<strong>in</strong>g dat <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen per groepje een verslag<br />
<strong>in</strong>leveren van hun resultaten van <strong>de</strong> proeven.<br />
Ze maken hiervan een natuurwetenschappelijk verslag.<br />
Wanneer <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen het verslag klaar hebben, moeten ze ook terug kijken op het<br />
samenwerk<strong>in</strong>gsproces. Hiervoor moeten ze een evaluatieformulier <strong>in</strong>vullen.<br />
Hier leren ze van om ook zelf te reflecteren op hun samenwerk<strong>in</strong>g en leerproces maar<br />
ook met elkaar te praten over hoe ze het von<strong>de</strong>n gaan en wat een volgen<strong>de</strong> keer<br />
beter zou kunnen.<br />
In <strong>de</strong>ze lesbrief is ook <strong>in</strong>formatie terug te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n over bijvoorbeeld voedselrelaties,<br />
maar ook factoren die van <strong>in</strong>vloed kunnen zijn op bepaal<strong>de</strong> organismen <strong>in</strong> een<br />
omgev<strong>in</strong>g. Er is voor gekozen om <strong>de</strong>ze <strong>in</strong>formatie aan <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen te geven, zodat ze<br />
een basis hebben, die aan kan sluiten op <strong>de</strong> stof uit het boek. Aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong>ze<br />
stof kunnen <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen hun verslag vorm geven. Door <strong>in</strong> literatuur en op <strong>in</strong>ternet<br />
naar meer <strong>in</strong>formatie te zoeken, kunnen ze <strong>de</strong>ze basis<strong>in</strong>formatie aanvullen om zo tot<br />
een beter resultaat te komen.
Dotterbloem-<br />
graslan<strong>de</strong>n<br />
Leerl<strong>in</strong>gen <strong>de</strong>el
Taakver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g<br />
On<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> opdrachten wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> groepjes van 2 uitgevoerd. Om <strong>de</strong> opdrachten<br />
b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> tijd af te krijgen moet een taakver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g gemaakt wor<strong>de</strong>n:<br />
- ver<strong>de</strong>el <strong>de</strong> taken hieron<strong>de</strong>r over <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> groepsle<strong>de</strong>n<br />
Coörd<strong>in</strong>ator<br />
- <strong>de</strong> coörd<strong>in</strong>ator stuurt zijn an<strong>de</strong>re groepslid aan<br />
- kies als coörd<strong>in</strong>ator iemand die goed kan organiseren<br />
- <strong>de</strong> coörd<strong>in</strong>ator leest <strong>de</strong> <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>g voor en <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>re opdrachten, hierbij<br />
ver<strong>de</strong>eld hij/ zij ook <strong>de</strong> taken<br />
- <strong>de</strong> coörd<strong>in</strong>ator maakt een e<strong>in</strong><strong>de</strong>valuatie en houdt een logboek bij ( zie<br />
„logboek bijhou<strong>de</strong>n‟ )<br />
- <strong>de</strong> coörd<strong>in</strong>ator zorgt ervoor dat <strong>de</strong> juiste materialen wor<strong>de</strong>n meegenomen:<br />
pennen ( 2 ), potlo<strong>de</strong>n ( 2 ), Blanco- papier a3 formaat.<br />
Notulist<br />
- <strong>de</strong> notulist vult <strong>de</strong> werkbla<strong>de</strong>n <strong>in</strong><br />
- kies als notulist iemand die netjes kan schrijven en zorgvuldig is<br />
- <strong>de</strong> notulist is verantwoor<strong>de</strong>lijk voor <strong>de</strong> opdrachten<br />
samenwerken: uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk is ie<strong>de</strong>reen verantwoor<strong>de</strong>lijk voor het verloop van <strong>de</strong>ze<br />
samenwerk<strong>in</strong>g.
Maak na het lezen van <strong>de</strong> <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>g en het ver<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> taken<br />
gezamenlijk <strong>de</strong> vragen ( vraag 1.1 t/m 1.4 )<br />
Opdrachten 1.1 t/m 1.4<br />
Taakver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g<br />
1.1 Wie is b<strong>in</strong>nen het groepje aangesteld als coörd<strong>in</strong>ator?<br />
……………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
1.2 Waarom is juist voor <strong>de</strong>ze persoon gekozen?<br />
………………………………………………………………………………………………………………………………………….<br />
1.3 Wie is aangesteld als notulist?<br />
………………………………………………………………………………………………………………………………………….<br />
1.4 Waarom is juist voor <strong>de</strong>ze persoon gekozen?<br />
……………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
Maak gebruik van on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> <strong>in</strong>formatie voor <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> opdracht<br />
De plant behoudt zijn bla<strong>de</strong>ren. De bla<strong>de</strong>ren zijn rond tot bijna niervormig. De plant<br />
wordt 45-60 cm hoog. De favoriete standplaats is langs ran<strong>de</strong>n van sloten, beken,<br />
weilan<strong>de</strong>n en zompige plaatsen. Op <strong>de</strong>ze plaatsen komt <strong>de</strong> plant zowel <strong>in</strong> <strong>de</strong> volle zon<br />
als <strong>in</strong> <strong>de</strong> halfschaduw voor.<br />
De bloeiperio<strong>de</strong> loopt van maart tot april en soms<br />
nog van augustus tot september. De ongeveer 4<br />
cm grote bloemen tellen vijf tot acht gele<br />
kelkbla<strong>de</strong>n, geen kroonbla<strong>de</strong>n en talloze<br />
meeldra<strong>de</strong>n. De on<strong>de</strong>rste bla<strong>de</strong>ren zijn lang<br />
gesteeld. De bloemstengels zijn hol en glad.<br />
De plant heeft een voortdurend vochtige bo<strong>de</strong>m<br />
nodig voor <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> knollen. Varieert<br />
<strong>de</strong> vochtigheidsgraad, dan blijven <strong>de</strong> knollen kle<strong>in</strong>.<br />
De bloemen wor<strong>de</strong>n bestoven door vliegen, kevers en bijen. De rijpe vruchten blijven<br />
drijven, en zo wordt het zaad verplaatst. Vee vermijdt <strong>de</strong> licht giftige plant. Hooi met<br />
een ger<strong>in</strong>ge hoeveelheid bloemen kan voor vee geen kwaad, maar grote<br />
hoeveelhe<strong>de</strong>n lei<strong>de</strong>n tot spijsverter<strong>in</strong>gsstor<strong>in</strong>gen.<br />
Bloem op een naam brengen<br />
De volgen<strong>de</strong> opdrachten helpen je om op zoek te gaan naar <strong>de</strong> bloem waar je<br />
naar op zoek bent.<br />
Beantwoord <strong>de</strong> 6 volgen<strong>de</strong> vragen meteen goed. Voor ie<strong>de</strong>r goed antwoord, krijg je<br />
twee letters van je docent. Zodra je al <strong>de</strong>ze vragen goed hebt beantwoord, krijg je 12<br />
letters van <strong>de</strong> docent. Deze letters puzzel je aan elkaar en zo kom je tot een naam<br />
van een bloem.<br />
Succes!!!
Beantwoord <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> vragen op <strong>de</strong> stippellijn<br />
Vraag 1.<br />
De bloemen hebben <strong>de</strong> kleur…………………………..?<br />
Vraag 2.<br />
<strong>de</strong> plant wordt ….................. cm hoog<br />
Vraag 3.<br />
door welke drie <strong>in</strong>secten wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> bloemen bestoven?<br />
1. ……………………………………<br />
2. ……………………………………<br />
3. ……………………………………<br />
Vraag 4.<br />
Wanneer zijn <strong>de</strong> bloeimaan<strong>de</strong>n van <strong>de</strong>ze plant ……………………………………………………..?<br />
Vraag 5.<br />
Wat is <strong>de</strong> favoriete standplaats van <strong>de</strong>ze plant ………………………………………………………?<br />
Vraag 6.<br />
Grote hoeveelhe<strong>de</strong>n van dit soort bloemen kunnen lei<strong>de</strong>n tot<br />
………………………………………………………?<br />
Leuk om te weten: bouw van een bloem<br />
Bloemen zijn niet allemaal op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> manier opgebouwd. Bloemen zijn opgebouwd<br />
uit een bloemsteel, bloemkelk, bloemkroon, meeldra<strong>de</strong>n en stamper.<br />
Niet alle bloemen zijn opgebouwd zoals <strong>in</strong> <strong>de</strong> afbeeld<strong>in</strong>g hieron<strong>de</strong>r te zien is.<br />
De goudgele bloemen kunnen wel vijf centimeter <strong>in</strong> doorsne<strong>de</strong> zijn. Het zijn niet <strong>de</strong><br />
kroonbla<strong>de</strong>n die geel zijn, maar <strong>de</strong> kelk is fel gekleurd. De veel kle<strong>in</strong>ere kroonblaadjes<br />
maken <strong>de</strong> zoete nectar, die <strong>in</strong>secten moet lokken. Bij mooi weer wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> dotters<br />
dan ook veel door <strong>in</strong>secten bezocht. Na <strong>de</strong> bloei liggen<br />
<strong>de</strong> kokervormige vruchten <strong>in</strong> een krans. In juni splijten<br />
ze tij<strong>de</strong>ns een regenbui open en komen <strong>de</strong> za<strong>de</strong>n vrij,<br />
die dan door het regenwater een e<strong>in</strong>dje wor<strong>de</strong>n<br />
meegenomen. Dotterbloemen wor<strong>de</strong>n niet door vee<br />
gegeten, er zit een bijten<strong>de</strong> scherpe stof <strong>in</strong>. Vroeger<br />
werd sap uit <strong>de</strong> bloemen geperst, dat werd gebruikt om<br />
boter geel te kleuren.<br />
Bloemon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len:<br />
1. bloemsteel<br />
2. bloemkelk (kelkblad)<br />
3. bloemkroon<br />
(kroonblad)<br />
4. meeldraad<br />
5. stamper
Afwijken<strong>de</strong> bouw<br />
Bepaal<strong>de</strong> soorten planten bevatten een stamper, an<strong>de</strong>re plantensoorten bevatten<br />
meer<strong>de</strong>re stampers.<br />
Bij sommige plantensoorten ontbreekt <strong>de</strong> bloemkroon bij an<strong>de</strong>re plantensoorten<br />
ontbreekt <strong>de</strong> bloemkelk.<br />
Maak <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> opdracht ‘ planten- families ‘<br />
Planten- families<br />
Sommige planten behoren tot <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> familie. Net als bij mensen kan je dat zien<br />
doordat ze op elkaar lijken. Bekijk <strong>de</strong> teken<strong>in</strong>gen en zoek welke planten op elkaar<br />
lijken.<br />
Omcirkel het goe<strong>de</strong> antwoord<br />
Berenklauw lijkt op een boterbloem / kruisbloem / schermbloem.<br />
Judaspenn<strong>in</strong>g lijkt op een boterbloem / kruisbloem / schermbloem.<br />
Dotterbloem lijkt op een boterbloem / kruisbloem / schermbloem.<br />
Berenklauw Dotterbloem Judaspenn<strong>in</strong>g
Zorg ervoor dat je bij <strong>de</strong> biotoop ‘ dotterbloemgrasland “ staat. En maak <strong>de</strong><br />
vragen 1 t/m 6<br />
1.Beschrijf <strong>in</strong> het kort hoe dotterbloemgraslan<strong>de</strong>n eruit zien? groot/ kle<strong>in</strong>,<br />
veel bloemen/ we<strong>in</strong>ig bloemen etc.<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
2. Beschrijf hoe <strong>de</strong> bloemen eruit zien? zijn ze groot /kle<strong>in</strong>? Welke kleur<br />
hebben ze?<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
3. Uit hoeveel bloembla<strong>de</strong>ren bestaat <strong>de</strong> dotterbloem?<br />
………………………………………………………………………………………<br />
4. Bestaat <strong>de</strong> dotterbloem uit meeldra<strong>de</strong>n?<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
5. Komen <strong>de</strong>ze bloemen veel of juist niet veel voor <strong>in</strong> dit gebied?<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
6. Groeien <strong>de</strong>ze dotterbloemen alleen of <strong>in</strong> groepjes?<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………
Hieron<strong>de</strong>r zie je een afbeeld<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> dotterbloem. Voor jullie is het nu <strong>de</strong><br />
opdracht om <strong>de</strong> juiste on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len erbij te schrijven.<br />
Vul <strong>de</strong> juiste on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> dotterbloem op <strong>de</strong> voorgedrukte lijn.<br />
Kies uit <strong>de</strong> 9 on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len <strong>de</strong> 5 juiste antwoor<strong>de</strong>n<br />
blad- meeldra<strong>de</strong>n- bloem- stengel- dotterbloemknop- okselknop- wortel- e<strong>in</strong>dknop-<br />
bloembla<strong>de</strong>ren.<br />
1.<br />
2.<br />
3.<br />
4.<br />
5.
Leuk om te weten…<br />
Zeldzaam is <strong>de</strong> dotterbloem niet, maar kwetsbaar is <strong>de</strong>ze<br />
plant wel. Alleen <strong>in</strong> reservaatgebie<strong>de</strong>n zijn ze nog aan te<br />
treffen. Aan het beg<strong>in</strong> van <strong>de</strong> 20ste eeuw waren <strong>in</strong> ons<br />
land hon<strong>de</strong>rdduizen<strong>de</strong>n hectares schrale, meest vochtige<br />
hooilan<strong>de</strong>n. Het wemel<strong>de</strong> van <strong>de</strong> dotterbloemen. De<br />
plantenliefhebber kent het zogenaam<strong>de</strong><br />
“dotterbloemverbond” en ook <strong>de</strong> naam<br />
“dotterbloemgraslan<strong>de</strong>n” is een begrip.<br />
Het gebrek aan schoon en m<strong>in</strong>eraalrijk kwelwater,<br />
vermest<strong>in</strong>g en verzur<strong>in</strong>g hebben <strong>de</strong> dotterbloem geen<br />
goed gedaan. Vergeleken met zo‟n zestig jaar gele<strong>de</strong>n is<br />
ongeveer 1% van <strong>de</strong> dotterbloemgraslan<strong>de</strong>n over. Deze<br />
terre<strong>in</strong>en zijn vrijwel allemaal <strong>in</strong> beheer bij natuurbescherm<strong>in</strong>gsorganisaties, want <strong>in</strong><br />
ontwater<strong>de</strong> en bemeste weilan<strong>de</strong>n komt <strong>de</strong> plant niet voor.<br />
Tekenopdracht op a3 formaat, nadat jullie bovenstaan<strong>de</strong> tekst gelezen hebben,<br />
gaan jullie een natuurgetrouwe teken<strong>in</strong>g maken van het dotterbloemgrasland.<br />
Verwerk <strong>de</strong> kleuren die je ziet ook <strong>in</strong> <strong>de</strong> teken<strong>in</strong>g.
E<strong>in</strong><strong>de</strong>valuatie<br />
Hoe verliep <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g? Goed/ niet goed? En waarom?<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
Waren <strong>de</strong> taken goed ver<strong>de</strong>eld? Allebei evenveel gedaan?<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
Wat hebben jullie geleerd van <strong>de</strong>ze opdrachten? en welke von<strong>de</strong>n jullie het<br />
leerzaamste om uit te voeren?<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
………………………………………………………………………………………………………………………………..<br />
Zijn jullie tevre<strong>de</strong>n over alle gemaakte opdrachten? waarom wel/ waarom<br />
niet?<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
………………………………………………………………………………………………………………………………..<br />
Wat zou<strong>de</strong>n jullie <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> keer an<strong>de</strong>rs doen? Waar zijn jullie tegenaan<br />
gelopen?<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………
Docentenhandleid<strong>in</strong>g:<br />
In <strong>de</strong>ze docentenhandleid<strong>in</strong>g v<strong>in</strong>dt u kort en bondige <strong>in</strong>formatie over het lespakket<br />
Dotterbloemgraslan<strong>de</strong>n.<br />
Let op !! Dit lespakket is enkel alleen uit te voeren van maart tot april en<br />
soms nog van augustus tot september.<br />
Leson<strong>de</strong>rwerp:<br />
- Dotterbloemgraslan<strong>de</strong>n<br />
Lesduur:<br />
- 2 a 3 lessen.<br />
Lesdoelstell<strong>in</strong>gen:<br />
- De leerl<strong>in</strong>g kan iets vertellen over <strong>de</strong> dotterbloemplant<br />
- De leerl<strong>in</strong>g kan <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van een dotterbloem benoemen<br />
- De leerl<strong>in</strong>g kan een natuurgetrouwe teken<strong>in</strong>g maken van een<br />
dotterbloemgrasland<br />
- De leerl<strong>in</strong>g kan samenwerken met een klasgenoot.<br />
- De leerl<strong>in</strong>gen kan reflecteren op zijn of haar proces (d.m.v.<br />
evaluatieformulier)<br />
Verwachte of aangenomen beg<strong>in</strong>situatie:<br />
- De leerl<strong>in</strong>g weet we<strong>in</strong>ig of niets van dotterbloemgraslan<strong>de</strong>n af. Enkel<br />
alleen <strong>in</strong>formatie verkregen uit hun leefomgev<strong>in</strong>g.<br />
Alle opdrachten wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> tweetallen uitgevoerd<br />
Lesschema:<br />
Activiteiten: Activiteit docent:<br />
Les 1 Introductie lesbrief<br />
De docent <strong>in</strong>troduceert <strong>de</strong> lesbrief, door uit<br />
te leggen wat <strong>de</strong> opdracht is. Daarna zet <strong>de</strong><br />
Voorkennis +<br />
docent <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen aan het werk, <strong>de</strong><br />
samenwerk<strong>in</strong>gsopdrachten: leerl<strong>in</strong>gen kunnen het lesmateriaal volgen<br />
Bijhoren<strong>de</strong> opdrachten met <strong>de</strong> bijhoren<strong>de</strong> opdrachten<br />
maken<br />
De leerl<strong>in</strong>gen mogen alle opdrachten op <strong>de</strong><br />
voorgedrukte stippellijnen uitwerken.<br />
Les 2 De bloem en het grasland De leerl<strong>in</strong>gen krijgen tij<strong>de</strong>ns les 2 meer<br />
beter leren kennen d.m.v. opdrachten die te maken krijgen met <strong>de</strong><br />
opdrachten die gerelateerd dotterbloem zelf. Ze moeten <strong>de</strong> juiste<br />
zijn aan <strong>de</strong> dotterbloem on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len benoemen en zelfs een<br />
natuurgetrouwe teken<strong>in</strong>g maken van een<br />
dotterbloemgrasland. Hierbij zullen <strong>de</strong><br />
leerl<strong>in</strong>gen actief bezig zijn met het leren<br />
kennen van <strong>de</strong>ze soort plant.<br />
Les 3 E<strong>in</strong><strong>de</strong>valuatie Door mid<strong>de</strong>l van een evaluatieformulier<br />
evalueren <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen op hun eigen<br />
proces wat betreft <strong>de</strong> biotoop Dotterbloem<br />
en het samenwerken.
Benodigdhe<strong>de</strong>n:<br />
Voor <strong>de</strong> vl<strong>in</strong><strong>de</strong>rbloem: (per bloem)<br />
- A3 blaadjes<br />
- Potlo<strong>de</strong>n<br />
- Gummen<br />
- pennen<br />
Antwoor<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> opdrachten<br />
Opdrachten 1.1 t/m 1.4<br />
Eigen <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g<br />
Opdracht bloem op een naam geven<br />
1). Geel<br />
2). 45- 60 cm hoog<br />
3). Vliegen, kevers en bijen<br />
4). Maart tot april en soms nog van augustus tot september.<br />
5). Langs ran<strong>de</strong>n van sloten, beken, weilan<strong>de</strong>n en zompige plaatsen.<br />
6). Spijsverter<strong>in</strong>gsstor<strong>in</strong>gen<br />
Planten families opdracht<br />
Berenklauw lijkt op een schermbloem.<br />
Judaspenn<strong>in</strong>g lijkt op een kruisbloem<br />
Dotterbloem lijkt op een boterbloem<br />
Vragen 1t/m 6<br />
Eigen <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g, ligt aan <strong>de</strong> bloemen die <strong>in</strong> <strong>de</strong> graslan<strong>de</strong>n staan.<br />
On<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len opdracht<br />
Bloembla<strong>de</strong>ren<br />
Meeldra<strong>de</strong>n<br />
Stengel<br />
Dotterbloemknop<br />
Blad<br />
Maak een teken<strong>in</strong>g<br />
Eigen <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g<br />
Invullen van e<strong>in</strong><strong>de</strong>valuatie<br />
Wordt <strong>in</strong>dividueel <strong>in</strong>gevuld en <strong>in</strong>geleverd
Didactische on<strong>de</strong>rbouw<strong>in</strong>g<br />
B<strong>in</strong>nen <strong>de</strong>ze lessenreeks zal het on<strong>de</strong>rwerp dotterbloemgraslan<strong>de</strong>n centraal staan.<br />
Hierbij is het <strong>de</strong> bedoel<strong>in</strong>g dat leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> tweetallen on<strong>de</strong>rzoek doen, om er zodanig<br />
achter te komen wat een dotterbloem nu voor een plant is en ook zullen <strong>de</strong><br />
graslan<strong>de</strong>n benoemd wor<strong>de</strong>n. Door mid<strong>de</strong>l van diverse en leerzame opdrachten wordt<br />
er veel aandacht besteed aan kennis overdracht. Ook het samenwerken zal een<br />
belangrijke rol spelen. De opdrachten wor<strong>de</strong>n namelijk <strong>in</strong> tweetallen uitgevoerd. Op<br />
<strong>de</strong>ze manier kunnen ze veel van elkaar leren en elkaar aanvullen waar nodig is.<br />
Voordat <strong>de</strong> opdrachten over <strong>de</strong> dotterbloemgraslan<strong>de</strong>n beg<strong>in</strong>nen, wordt er vooraf nog<br />
een vragenlijst <strong>in</strong>gevuld, betreft <strong>de</strong> taakver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g.<br />
Er wordt <strong>in</strong>formatieve <strong>in</strong>formatie gegeven over <strong>de</strong> dotterbloemgraslan<strong>de</strong>n. Deze<br />
<strong>in</strong>formatie is voornamelijk bedoeld om een basis te creëren, betreft het on<strong>de</strong>rwerp,<br />
maar ook om <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>re opdrachten uit te voeren. Ver<strong>de</strong>r wordt er b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong>ze<br />
lessenreeks aandacht besteed aan verschillen<strong>de</strong> soorten opdrachten zoals;<br />
vragenlijsten <strong>in</strong>vullen, juiste on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> dotterbloem benoemen en een<br />
natuurgetrouwe teken<strong>in</strong>g maken.<br />
Het is belangrijk dat leerl<strong>in</strong>gen creatief kunnen <strong>de</strong>nken en <strong>in</strong>zichtelijk vermogen<br />
ontwikkelen, daarom maken <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen een “natuurgetrouwe teken<strong>in</strong>g.” Dit is <strong>de</strong><br />
laatste opdracht die gekoppeld is aan het thema dotterbloemgraslan<strong>de</strong>n.<br />
Als laatste aspect waar leerl<strong>in</strong>gen hun hele leven mee <strong>in</strong> aanrak<strong>in</strong>g komen:<br />
samenwerken. Ook <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze lessenreeks wordt hier extra aandacht aan besteed.<br />
Leerl<strong>in</strong>gen werken <strong>in</strong> tweetallen en zullen samen <strong>de</strong> opdrachten tot een goed verloop<br />
en een goed e<strong>in</strong>d moeten brengen. Aan het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van dit project, wordt er dan ook<br />
geëvalueerd op het samenwerk<strong>in</strong>gsproces. Hiermee leert <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g omgaan met<br />
evalueren en reflecteren. Ook dit is een beg<strong>in</strong> waar men later <strong>in</strong> het leerproces profijt<br />
van heeft.
<strong>Biodiversiteit</strong>s-<br />
on<strong>de</strong>rzoek<br />
Leerl<strong>in</strong>gen <strong>de</strong>el
Opdracht<br />
Je gaat <strong>de</strong> biodiversiteit van dieren <strong>in</strong> een gebied on<strong>de</strong>rzoeken.<br />
In dit werkblad ga je kijken naar <strong>de</strong> biodiversiteit van dieren <strong>in</strong> <strong>de</strong> Corpactu<strong>in</strong>. In<br />
Tilburg leven veel verschillen<strong>de</strong> dieren. Deze kun je <strong>de</strong>term<strong>in</strong>eren met behulp van<br />
zoekkaarten of <strong>de</strong>term<strong>in</strong>atiegidsen. Determ<strong>in</strong>eren wil zeggen dat je <strong>de</strong> naam van<br />
een dier opzoekt. Eigenlijk bepaal je dus tot welke soort het dier behoort. Behalve<br />
op soort kan een dier ook wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>ge<strong>de</strong>eld <strong>in</strong> rijk, klasse, or<strong>de</strong> en familie. Dit<br />
noemt men or<strong>de</strong>nen. Taxonomie is <strong>de</strong> wetenschap die zich bezighoudt met het<br />
<strong>in</strong><strong>de</strong>len van dieren en planten.<br />
Wat heb je nodig?<br />
- Insectenzuiger<br />
- glazen potje<br />
- kleurpotlo<strong>de</strong>n<br />
- zoekkaart bo<strong>de</strong>mdieren en vogels<br />
- <strong>de</strong>term<strong>in</strong>atiegidsen<br />
Stap 1: Ga op één plek staan en kijk rustig om je heen.<br />
Vraag 1:<br />
Welke dieren zie je?<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
………………………………………………………………………………………………………………………………..<br />
Vraag 2:<br />
Op welke an<strong>de</strong>re plekken <strong>de</strong>nk je veel dieren te kunnen v<strong>in</strong><strong>de</strong>n?<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
………………………………………………………………………………………………………………………………..<br />
Vraag 3:<br />
Waarom?<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
………………………………………………………………………………………………………………………………..<br />
Stap 2: Ga op zoek naar een dier. Dit kan een vogel zijn, maar ook <strong>in</strong>sect of<br />
bo<strong>de</strong>mdier. Vang het zonodig met behulp van het potje of <strong>de</strong> <strong>in</strong>sectenzuiger. Houd<br />
reken<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> punten:<br />
• Wees voorzichtig met het dier.<br />
• Bekijk het dier en bepaal welke soort het is.<br />
• Vraag <strong>de</strong> docent om hulp als je er met behulp van <strong>de</strong> zoekkaarten niet<br />
uitkomt.<br />
• Vul <strong>de</strong> diersoort <strong>in</strong> tabel 1 bij <strong>de</strong> resultaten <strong>in</strong>. Geef ook <strong>de</strong> v<strong>in</strong>dplaats en het<br />
aantal dieren van <strong>de</strong>ze soort op <strong>de</strong>ze plek aan.<br />
• Zet het dier voorzichtig terug op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> plek waar je het gevon<strong>de</strong>n hebt.<br />
• V<strong>in</strong>d m<strong>in</strong>stens 10 verschillen<strong>de</strong> dieren.<br />
• Blijf niet op één plek, maar probeer <strong>in</strong> het hele gebied dieren te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n.
Tabel 1<br />
Diersoort V<strong>in</strong>dplaats Aantal<br />
Stap 3: Je gaat nu een overzichtskaart met legenda van het gebied maken.<br />
Stap 4: Bekijk het werkvel ‘kaart van het gebied’. Vul <strong>de</strong> naam van het gebied en <strong>de</strong><br />
datum <strong>in</strong>. Maak hierna een schematische teken<strong>in</strong>g van het door jou on<strong>de</strong>rzochte<br />
gebied. Houd ruimte over voor een legenda.<br />
Stap 5: Teken een gekleurd rondje op <strong>de</strong> kaart voor elk dier dat je hebt gevon<strong>de</strong>n.<br />
Geef elke diersoort een an<strong>de</strong>re kleur. V<strong>in</strong>d je meer<strong>de</strong>r dieren van <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> soort op<br />
een plaats, dan teken je één rondje.<br />
Stap 6: Maak een legenda bij <strong>de</strong> kaart. Geef hier<strong>in</strong> aan welke kleur voor welke<br />
diersoort staat.<br />
Stap 7:Bekijk <strong>de</strong> overzichtskaart van een klasgenoot. Vul je eigen overzichtskaart en<br />
legenda aan met diersoorten op <strong>de</strong>ze kaart die je zelf niet gevon<strong>de</strong>n hebt.<br />
Stap 8: Maak voor vijf gevon<strong>de</strong>n diersoorten een taxonomische <strong>in</strong><strong>de</strong>l<strong>in</strong>g. Zet je<br />
resultaten <strong>in</strong> tabel 2. Maak gebruik van <strong>de</strong>term<strong>in</strong>atiegidsen en/of <strong>in</strong>ternet. (<strong>de</strong>ze<br />
stap kan je <strong>in</strong> <strong>de</strong> klas maken)
Tabel 2<br />
Soort<br />
Rijk<br />
Stam<br />
Klasse<br />
Or<strong>de</strong><br />
Familie<br />
Geslacht<br />
Dier 1 Dier 2 Dier 3 Dier 4 Dier 5<br />
Stap 9: Bekijk je overzichtskaart en legenda.<br />
Vraag 4:<br />
Hoeveel verschillen<strong>de</strong> diersoorten staan er op je kaart? En hoeveel dieren heb je <strong>in</strong><br />
totaal gevon<strong>de</strong>n?<br />
Aantal diersoorten:……………………… Aantal dieren: ……………………………..<br />
Vraag 5:<br />
Welke van <strong>de</strong>ze twee gegevens zou je gebruiken om iets te zeggen over <strong>de</strong><br />
biodiversiteit?<br />
Ik zou,………………………………………………………………………………………………………………<br />
……………………………………………..…………………………………………………………………………<br />
Gebruiken, omdat ………………………………………………………………………………………………<br />
……………………………………………..…………………………………………………………………………..<br />
Vraag 6:<br />
Hoe schat je met dit gegeven <strong>de</strong> mate van biodiversiteit <strong>in</strong>?<br />
Ik schat <strong>de</strong> biodiversiteit <strong>in</strong> dit gebied HOOG / GEMIDDELD / LAAG <strong>in</strong> omdat,<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
………………………………………………………………………………………………………………………………..<br />
Vraag 7:<br />
Is dit een volledig overzicht van <strong>de</strong> biodiversiteit aan dieren <strong>in</strong> dit gebied?<br />
Ja / Nee, omdat<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
………………………………………………………………………………………………………………………………..
Stap 10: Bekijk je overzichtskaart en legenda.<br />
Vraag 8:<br />
Op welke plekken <strong>in</strong> het gebied heb je we<strong>in</strong>ig of juist veel diersoorten gevon<strong>de</strong>n?<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
………………………………………………………………………………………………………………………………..<br />
Vraag 9:<br />
De verspreid<strong>in</strong>g van dieren over een bepaald gebied wordt beïnvloed door biotische<br />
en a-biotische factoren. Geef een aantal biotische en a-biotische factoren <strong>in</strong> je<br />
gebied die van <strong>in</strong>vloed zijn op <strong>de</strong> verspreid<strong>in</strong>g van dieren. Er zijn twee voorbeel<strong>de</strong>n<br />
gegeven.<br />
Biotische: voedsel, ………………………………………………………………………………………………….<br />
A-biotisch: licht, ………………………………………………………………………………………………………<br />
Vraag 10:<br />
Wanneer zullen er op een plek VEEL dieren voorkomen? Wanneer WEINIG?<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
………………………………………………………………………………………………………………………………..<br />
Vraag 11:<br />
Biotische en a-biotische factoren zijn ook van <strong>in</strong>vloed op <strong>de</strong> mate van biodiversiteit.<br />
Welke biotische of a-biotische factoren beperken <strong>de</strong> biodiversiteit <strong>in</strong> het gebied?<br />
Waarom?<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
………………………………………………………………………………………………………………………………..<br />
Vraag 12: Welke factoren stimuleren <strong>de</strong> biodiversiteit? Waarom?<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
………………………………………………………………………………………………………………………………..<br />
Vraag 13: Wat is het belang van een hoge biodiversiteit?<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
………………………………………………………………………………………………………………………………..<br />
Het gebied waar<strong>in</strong> je naar dieren hebt gezocht kan een kle<strong>in</strong>e levensgemeenschap<br />
wor<strong>de</strong>n genoemd. Een levensgemeenschap bestaat uit populaties van verschillen<strong>de</strong><br />
soorten.<br />
Vraag 14:<br />
Wat is een populatie?<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
………………………………………………………………………………………………………………………………..
Vraag 15:<br />
Tussen populaties kan competitie (strijd) plaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n. Vaak gaat <strong>de</strong>ze competitie<br />
om het beschikbare voedsel. Tussen welke diersoorten <strong>in</strong> jouw gebied v<strong>in</strong>dt <strong>de</strong>ze<br />
competitie waarschijnlijk plaats?<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
………………………………………………………………………………………………………………………………..<br />
Vraag 16:<br />
Ook b<strong>in</strong>nen een populatie kan competitie plaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n. Bij sterke competitie vormen<br />
dieren een territorium. Wat is het voor<strong>de</strong>el van het vormen van een territorium?<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
………………………………………………………………………………………………………………………………..<br />
SLOT<br />
Vraag 17:<br />
Ik schat dat er <strong>in</strong> het door mij on<strong>de</strong>rzochte gebied een GROTE/MATIGE/KLEINE<br />
biodiversiteit van dieren is, omdat<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
………………………………………………………………………………………………………………………………..<br />
Vraag 18:<br />
Factoren die <strong>de</strong> biodiversiteit beperken <strong>in</strong> het door mij on<strong>de</strong>rzochte gebied zijn:<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
………………………………………………………………………………………………………………………………..<br />
Vraag 19:<br />
Factoren die <strong>de</strong> biodiversiteit stimuleren <strong>in</strong> het door mij on<strong>de</strong>rzochte gebied zijn:<br />
Als je dit on<strong>de</strong>rzoek wilt uitbrei<strong>de</strong>n, kan je dit on<strong>de</strong>rzoek ie<strong>de</strong>r jaar doen, en <strong>de</strong><br />
gegevens met elkaar vergelijken. Ook kan je gaan on<strong>de</strong>rzoeken <strong>in</strong> verschillen<strong>de</strong><br />
jaargetij<strong>de</strong>.<br />
Je kan dan bekijken welke dieren er op <strong>de</strong> ene overzichtskaart wel voor en op <strong>de</strong><br />
an<strong>de</strong>re kaart niet voorkomen.<br />
Je kan dan bij jezelf nagaan, hoe dat zou kunnen? Welke oorzaken zijn hiervoor te<br />
be<strong>de</strong>nken?<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
………………………………………………………………………………………………………………………………..
Werkvel - Kaart van het gebied<br />
NAAM VAN GEBIED:<br />
DATUM:
E<strong>in</strong><strong>de</strong>valuatie<br />
Hoe verliep <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g? Goed/ niet goed? En waarom?<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
Waren <strong>de</strong> taken goed ver<strong>de</strong>eld? Allebei evenveel gedaan?<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
Wat hebben jullie geleerd van <strong>de</strong>ze opdrachten? en welke von<strong>de</strong>n jullie<br />
het leerzaamste om uit te voeren?<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
Zijn jullie tevre<strong>de</strong>n over alle gemaakte opdrachten? waarom wel/<br />
waarom niet?<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
Wat zou<strong>de</strong>n jullie <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> keer an<strong>de</strong>rs doen? Waar zijn jullie<br />
tegenaan gelopen?<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………
Docentenhandleid<strong>in</strong>g:<br />
In <strong>de</strong>ze docentenhandleid<strong>in</strong>g v<strong>in</strong>d u kort en bondig <strong>in</strong>formatie over het<br />
lespakket biodiversiteiton<strong>de</strong>rzoek.<br />
- Leson<strong>de</strong>rwerp: <strong>Biodiversiteit</strong><br />
- Lesduur: 2 lessen.<br />
- Lesdoelstell<strong>in</strong>gen:<br />
- De leerl<strong>in</strong>g kan aangeven hoe zijn omgev<strong>in</strong>g eruit ziet, en <strong>de</strong>ze ook<br />
tekenen met bijbehoren<strong>de</strong> legenda.<br />
- De leerl<strong>in</strong>g kan een aantal verschillen<strong>de</strong> en bij elkaar horen<strong>de</strong><br />
soorten te tellen.<br />
- De leerl<strong>in</strong>g kan aangeven welke factoren een rol kunnen spelen bij<br />
biodiversiteit.<br />
- De leerl<strong>in</strong>g kan taxonomische lijsten maken, van <strong>de</strong> waargenomen<br />
dieren.<br />
- De leerl<strong>in</strong>g kan conclusies trekken uit zijn bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen.<br />
- Verwachte of aangenomen beg<strong>in</strong>situatie:<br />
- De leerl<strong>in</strong>g weet we<strong>in</strong>ig over biodiversiteit, maar heeft wel enige<br />
kennis over <strong>de</strong> benam<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> dieren die ze tegen zullen komen.<br />
- Lesschema:<br />
Activiteiten: Activiteit docent:<br />
Les 1 - Introductie<br />
lesbrief<br />
- Bijbehoren<strong>de</strong><br />
opdrachten<br />
maken t/m stap<br />
7.<br />
Les 2 Taxononielijst maken<br />
en bijbehoren<strong>de</strong><br />
vragen maken t/m<br />
vraag19.<br />
De docent <strong>in</strong>troduceert <strong>de</strong> lesbrief, door uit te<br />
leggen wat <strong>de</strong> opdracht is. Daarna zet <strong>de</strong> docent<br />
<strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen aan het werk <strong>in</strong> <strong>de</strong> Corpactu<strong>in</strong>, <strong>de</strong><br />
leerl<strong>in</strong>gen kunnen het lesmateriaal volgen, ze<br />
maken eerst <strong>de</strong> vragen en maken daarna <strong>de</strong><br />
plattegrond. En vullen <strong>de</strong> soortentabel <strong>in</strong>.<br />
De leerl<strong>in</strong>gen gaan met hun <strong>in</strong>gevul<strong>de</strong> tabellen<br />
en gemaakte plattegron<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> slag. En<br />
maken <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re vragen over o.a. biodiversiteit<br />
en welke factoren hier een rol <strong>in</strong> spelen.
St<strong>in</strong>zenplanten en<br />
bo<strong>de</strong>mdieren<br />
on<strong>de</strong>rzoek<br />
Leerl<strong>in</strong>gen <strong>de</strong>el
In <strong>de</strong> Corpactu<strong>in</strong> waar jullie allerlei planten en dieren kunnen bekijken, is er ook<br />
een stukje aangelegd, waar voornamelijk st<strong>in</strong>zenplanten groeien.<br />
Wat zijn st<strong>in</strong>zenplanten?<br />
St<strong>in</strong>zenplanten zijn planten die vaak als sierplant<br />
rond <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> 19e eeuw op<br />
landgoe<strong>de</strong>ren, buitenplaatsen, en herenboer<strong>de</strong>rijen<br />
wer<strong>de</strong>n gebruikt. Ze komen oorspronkelijk niet voor<br />
<strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland, enkele komen uit Limburg.<br />
Oorspronkelijk komen <strong>de</strong>ze planten dus uit het<br />
buitenland en zij hebben daar hun „natuurlijke<br />
verspreid<strong>in</strong>gsgebied‟. Het gebied waar <strong>de</strong> planten<br />
voorkomen en dus verspreid zijn. Degene die <strong>in</strong><br />
Ne<strong>de</strong>rland voorkomen, zijn uit het buitenland ooit<br />
eens naar Ne<strong>de</strong>rland gebracht en zijn door <strong>de</strong><br />
mensen zelf geplant. Deze planten hebben het<br />
overleeft en zich verspreid en komen tot vandaag nog voor <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland.<br />
Het woord st<strong>in</strong>zenplant is afgeleid van 'St<strong>in</strong>s', het Friese woord voor Stenen huis.<br />
Een st<strong>in</strong>s beteken<strong>de</strong> vroeger een gebouw van een rijkere; het gewone volk had<br />
geen geld voor steen, en woon<strong>de</strong> <strong>in</strong> houten huizen.<br />
St<strong>in</strong>zenplanten zijn vaak (vroege) voorjaarsbloeiers. De bloeitijd varieert per<br />
soort van januari (Sneeuwklokje) tot juli (Keizerskroon). Het is voor <strong>de</strong>ze<br />
bloemen van belang om, nog voor <strong>de</strong> warmte losbreekt en an<strong>de</strong>re planten en<br />
bomen wakkerschudt, te bloeien. Op een vroege bloei hebben ze zich aangepast<br />
door het voedsel <strong>in</strong> <strong>de</strong> w<strong>in</strong>ter op te slaan <strong>in</strong> een bol, knol of wortelstok. Zo<br />
hebben ze snel voedsel paraat en zijn ze <strong>in</strong> staat om het zonlicht dat nog tussen<br />
<strong>de</strong> kale takken van bomen door schijnt, op te vangen. St<strong>in</strong>zenplanten zijn dan<br />
ook vaak <strong>in</strong> halfopen bos te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n en langs bosran<strong>de</strong>n en <strong>in</strong> wei<strong>de</strong>n op<br />
landgoe<strong>de</strong>ren, op erven van Herenboer<strong>de</strong>rijen en bij kerkhoven etc. De planten<br />
komen van nature voor <strong>in</strong> bossen, maar ook <strong>in</strong> berggebie<strong>de</strong>n, waar ze geen of<br />
bijna geen struiken en bomen om zich heen hebben die het licht wegvangen.<br />
Enkele beken<strong>de</strong> voorbeel<strong>de</strong>n van st<strong>in</strong>zenplanten zijn:<br />
Bosanemoon Sneeuwklokje Wil<strong>de</strong> hyac<strong>in</strong>t<br />
(Anemone nemorosa) (Galanthus nivalis) (Scilla non-scripta)
Waarom zijn <strong>de</strong> st<strong>in</strong>zenplanten naar Ne<strong>de</strong>rland gebracht?<br />
In <strong>de</strong> 17e eeuw - <strong>de</strong> gou<strong>de</strong>n eeuw - was er sprake van economische groei<br />
<strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland. Ook nam <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n toe. Grote <strong>de</strong>len van het<br />
Hollandse landschap wer<strong>de</strong>n opnieuw <strong>in</strong>gericht. Dit gebeur<strong>de</strong> om nieuwe<br />
vormen van <strong>in</strong>dustrie, nijverheid en landbouw mogelijk te maken.<br />
Daarnaast werd ook ruimte gereserveerd waar <strong>de</strong> drukke stadsmens aan<br />
het jachtige stadsleven kon ontsnappen. Ste<strong>de</strong>n wer<strong>de</strong>n namelijk steeds<br />
drukker en viezer, met hun ratelen<strong>de</strong> koetswielen en st<strong>in</strong>ken<strong>de</strong><br />
paar<strong>de</strong>nvijgen en grachten. Men kon ontspann<strong>in</strong>g v<strong>in</strong><strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> rust en<br />
ruimte van het buitenleven en men had hiervoor ook meer te beste<strong>de</strong>n. In<br />
het beg<strong>in</strong> zocht <strong>de</strong> elite vooral <strong>in</strong> zogenoem<strong>de</strong> herenkamers van<br />
boer<strong>de</strong>rijen een rustige plek (een soort chique kamperen bij <strong>de</strong> boer dus),<br />
maar al snel wer<strong>de</strong>n<br />
complete, nieuwe<br />
buitenplaatsen<br />
aangelegd. Dit waren<br />
complexen bestaan<strong>de</strong><br />
uit een huis met een<br />
parkachtig<br />
aangeleg<strong>de</strong> tu<strong>in</strong> en<br />
soms een compleet<br />
agrarisch bedrijf met<br />
bijbehoren<strong>de</strong><br />
lan<strong>de</strong>rijen.<br />
St<strong>in</strong>zenplanten <strong>in</strong> je eigen tu<strong>in</strong>!<br />
Een heleboel soorten zoals sneeuwklokje, narcis en sleutelbloemen, zijn<br />
zeer bekend omdat ze ook te koop zijn bij tu<strong>in</strong>centra en bloemenw<strong>in</strong>kels<br />
als tu<strong>in</strong>plant en <strong>in</strong> veel tu<strong>in</strong>en v<strong>in</strong>d je <strong>de</strong>ze soorten terug. Deze zijn echter<br />
vaak niet <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> als st<strong>in</strong>zenplanten, maar zijn ver<strong>de</strong>r gekruist met<br />
elkaar. Neem bijvoorbeeld <strong>de</strong> narcis. Deze is er <strong>in</strong> Wit met oranje hart,<br />
Geel met een geel hart, lichtgeel met een donker hart, Geel met een<br />
lichter gekleurd hart, enzovoorts.<br />
Waarschijnlijk zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze kruis<strong>in</strong>gen het ook heel goed doen op<br />
st<strong>in</strong>zenplaatsen, <strong>in</strong> loofbossen. Eigenlijk mag je <strong>de</strong> planten die je <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
tu<strong>in</strong>en vaak ziet, toch geen st<strong>in</strong>zenplanten noemen, omdat dit kruis<strong>in</strong>gen<br />
zijn.<br />
Aangezien er niet het gehele jaar door st<strong>in</strong>zenplanten te zien zijn, zullen<br />
we <strong>in</strong> dit biotoop ook bo<strong>de</strong>mdiertjes on<strong>de</strong>rzoek kunnen doen. Hoe we dat<br />
gaan doen zal <strong>in</strong> het volgen<strong>de</strong> <strong>de</strong>el beschreven staan.
Bo<strong>de</strong>mdierenon<strong>de</strong>rzoek<br />
Omdat <strong>de</strong> biotoop met <strong>de</strong> st<strong>in</strong>zenplanten niet<br />
het gehele jaar zal bloeien, kunnen we <strong>de</strong>ze<br />
biotoop ook voor an<strong>de</strong>re doele<strong>in</strong><strong>de</strong>n<br />
gebruiken. We kunnen er o.a. bo<strong>de</strong>m<br />
on<strong>de</strong>rzoek gaan doen. Waarbij we <strong>de</strong><br />
verschillen<strong>de</strong> diertjes die hier voorkomen<br />
kunnen bekijken.<br />
Als je door <strong>de</strong> tu<strong>in</strong> wan<strong>de</strong>lt, loop je eigenlijk<br />
over een heleboel bo<strong>de</strong>mdiertjes. Er leven<br />
namelijk miljoenen beestjes <strong>in</strong> <strong>de</strong> grond. Raar<br />
i<strong>de</strong>e hè? Er zijn grote dieren bij, zoals mollen en slakken. Maar <strong>de</strong> meeste zijn zo<br />
kle<strong>in</strong> dat je ze met het blote oog niet kunt zien.<br />
De bo<strong>de</strong>mdiertjes <strong>in</strong> een tu<strong>in</strong> doen nuttig werk. Ze eten namelijk <strong>de</strong> resten op<br />
van do<strong>de</strong> planten en dieren. Het zijn echte afvaleters. Wormen, spr<strong>in</strong>gstaarten<br />
en miljoenpoten peuzelen bla<strong>de</strong>ren en an<strong>de</strong>r afval op. De resten poepen ze uit.<br />
Die wor<strong>de</strong>n dan weer door kle<strong>in</strong>ere beestjes, bacteriën en schimmels, verteerd.<br />
Zo veran<strong>de</strong>rt het afval <strong>in</strong> humus. Dat ziet eruit als aar<strong>de</strong>. Het is heel goed<br />
plantenvoedsel!<br />
Maar <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mdiertjes doen nog meer. Ze graven namelijk allemaal gangetjes<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> grond. Dat is heel goed voor je planten. Want door die gangetjes komt er<br />
meer lucht <strong>in</strong> <strong>de</strong> grond. En het water kan snel wegstromen als het hard regent.<br />
Laat die beestjes dus maar lekker wriemelen <strong>in</strong> je tu<strong>in</strong>.<br />
Opdracht<br />
Jullie gaan vandaag bo<strong>de</strong>mdierenon<strong>de</strong>rzoek doen, dit kan <strong>in</strong> groepjes van 4 tot 5<br />
personen gedaan wor<strong>de</strong>n. Ie<strong>de</strong>re leerl<strong>in</strong>g bekijkt m<strong>in</strong>imaal één diertje.<br />
Bo<strong>de</strong>mdierenon<strong>de</strong>rzoek houdt <strong>in</strong> dat je kle<strong>in</strong>e diertjes <strong>in</strong> <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>m gaat bekijken<br />
en je daarbij verschillen<strong>de</strong> vragen gaat beantwoor<strong>de</strong>n. In <strong>de</strong> opdracht wordt<br />
beschreven wat je moet doen, en zullen er tussendoor vragen gesteld wor<strong>de</strong>n.<br />
Succes!<br />
Materiaal<br />
- Werkblad met <strong>de</strong> vragen.<br />
- Potlood en gum.<br />
- Lepel.<br />
- Wit bakje.<br />
- Loep.<br />
Stap 1. Zoek met <strong>de</strong> lepel on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> bla<strong>de</strong>ren en <strong>in</strong> <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>m naar diertjes.<br />
Gebruik <strong>de</strong> loep.<br />
Stap 2. Verzamel drie verschillen<strong>de</strong> soorten <strong>in</strong> het witte bakje. Wees voorzichtig<br />
met <strong>de</strong> diertjes, laat ze leven.<br />
Stap 3. Kies één diertje uit je witte bakje dat je beter gaat bekijken.<br />
Vraag 1:<br />
Vond je het diertje op of on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> grond? Ik vond het diertje <strong>de</strong><br />
grond.
Vraag 2:<br />
Wat <strong>de</strong>nk je dat het diertje eet? Ik <strong>de</strong>nk dat het diertje eet.<br />
Vraag 3:<br />
Hoeveel poten heeft het diertje? Het diertje heeft ______________ poten.<br />
Vraag 4:<br />
Welke kleuren heeft het diertje? Het diertje heeft <strong>de</strong><br />
kleuren____________________________________.<br />
Vraag 5:<br />
Wat is <strong>de</strong> naam van het diertje? De naam van het diertje is ___________.<br />
( je kan hierbij een zoekkaart gebruiken, als <strong>de</strong>ze aanwezig is.)<br />
Vraag 6:<br />
Maak een dui<strong>de</strong>lijke teken<strong>in</strong>g van het diertje.<br />
Stap 4: Kies een an<strong>de</strong>r diertje uit je witte bakje dat je beter gaat bekijken.<br />
Gebruik <strong>de</strong> loep.<br />
Vraag 7:<br />
Vond je het diertje op of on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> grond? Ik vond het diertje ______ <strong>de</strong> grond.<br />
Vraag 8:<br />
Wat <strong>de</strong>nk je dat het diertje eet? Ik <strong>de</strong>nk dat het diertje ____________eet.<br />
Vraag 9:<br />
Hoeveel poten heeft het diertje? Het diertje heeft ___________ poten.<br />
Vraag 10:<br />
Welke kleuren heeft het diertje? Het diertje heeft <strong>de</strong> kleuren __________<br />
Vraag 11:<br />
Wat is <strong>de</strong> naam van het diertje? De naam van het diertje is ___________<br />
( je kan hierbij een zoekkaart gebruiken, als <strong>de</strong>ze aanwezig is.)
Vraag 12:<br />
Maak een dui<strong>de</strong>lijke teken<strong>in</strong>g van het diertje.<br />
Stap 5: Je gaat nu het laatste diertje uit je witte bakje bekijken. Gebruik <strong>de</strong> loep.<br />
Vraag 13:<br />
Vond je het diertje op of on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> grond? Ik vond het diertje _______<strong>de</strong> grond.<br />
Vraag 14:<br />
Wat <strong>de</strong>nk je dat het diertje eet? Ik <strong>de</strong>nk dat het diertje __________ eet.<br />
Vraag 15:<br />
Hoeveel poten heeft het diertje? Het diertje heeft ___________ poten.<br />
Vraag 16:<br />
Welke kleuren heeft het diertje?<br />
Het diertje heeft <strong>de</strong> kleuren ___________________________________<br />
Vraag 17:<br />
Wat is <strong>de</strong> naam van het diertje? De naam van het diertje is __________<br />
( je kan hierbij een zoekkaart gebruiken, als <strong>de</strong>ze aanwezig is.)<br />
Vraag 18:<br />
Maak een dui<strong>de</strong>lijke teken<strong>in</strong>g van het diertje.
Laatste stap: Als je klaar bent, zet dan <strong>de</strong> diertjes terug op <strong>de</strong> plek waar je ze<br />
hebt gevon<strong>de</strong>n. Waarom is dit belangrijk?<br />
___________________________________________________________<br />
___________________________________________________________<br />
___________________________________________________________<br />
___________________________________________________________<br />
___________________________________________________________<br />
Enkele diertjes die je tegen kunt komen, zijn te zien op <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> bladzij<strong>de</strong>.
Docentenhandleid<strong>in</strong>g:<br />
In <strong>de</strong>ze docentenhandleid<strong>in</strong>g v<strong>in</strong>d u kort en bondig <strong>in</strong>formatie over het lespakket<br />
st<strong>in</strong>zenbiotoop en biotoop- en bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek. Belangrijke punten die <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze<br />
lesbrief naar voren komen is het leren observeren van bo<strong>de</strong>mdieren, maar ook<br />
weten wat voor functie <strong>de</strong>ze dieren hebben <strong>in</strong> <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>m.<br />
Omdat er <strong>in</strong> <strong>de</strong> Corpactu<strong>in</strong> ook een st<strong>in</strong>zenbiotoop is aangelegd is het belangrijk<br />
om <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen ook <strong>de</strong> nodige achtergrond <strong>in</strong>formatie te geven. En dat is dan<br />
ook terug te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze lesbrief.<br />
Let op !! Dit lespakket is enkel alleen uit te voeren wanneer <strong>de</strong> st<strong>in</strong>zen bloeien en<br />
wanneer het warm genoeg is voor bo<strong>de</strong>mdiertjes om tevoorschijn te komen. Dit<br />
is <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van e<strong>in</strong>d maart tot e<strong>in</strong>d september.<br />
Leson<strong>de</strong>rwerp:<br />
- St<strong>in</strong>zenplanten en bo<strong>de</strong>mdierenon<strong>de</strong>rzoek.<br />
Lesduur:<br />
- 2 a 3 lessen.<br />
Lesdoelstell<strong>in</strong>gen:<br />
- De leerl<strong>in</strong>g kan aangeven wat St<strong>in</strong>zenplanten zijn en wanneer <strong>de</strong>ze<br />
groeien en kunnen omschrijven wat <strong>de</strong> belangrijkste kenmerken zijn.<br />
- De leerl<strong>in</strong>g kan een beschrijven hoe <strong>de</strong> St<strong>in</strong>zenplanten <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland zijn<br />
gekomen.<br />
- De leerl<strong>in</strong>g kan een bo<strong>de</strong>mdiertje observeren, en kan daar respectvol mee<br />
omgaan.<br />
- De leerl<strong>in</strong>g kan een <strong>de</strong> vragen beantwoor<strong>de</strong>n over <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mdiertjes.<br />
- De leerl<strong>in</strong>g kan samenwerken met zijn me<strong>de</strong>leerl<strong>in</strong>gen.<br />
Verwachte of aangenomen beg<strong>in</strong>situatie:<br />
- De leerl<strong>in</strong>g weet van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mdieren die er kunnen<br />
voorkomen.<br />
Lesschema:<br />
Activiteiten: Activiteit docent:<br />
Les 1 - Introductie<br />
lesbrief<br />
De docent <strong>in</strong>troduceert <strong>de</strong> lesbrief, door uit te leggen<br />
wat <strong>de</strong> opdracht is. Er kan verteld wor<strong>de</strong>n, hoe<br />
St<strong>in</strong>zenplanten eruit zien en waar je ze kan v<strong>in</strong><strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
Corpactu<strong>in</strong>.<br />
Ook kan je <strong>de</strong> regels voor het veldwerk, uitlegen. En <strong>de</strong><br />
leerl<strong>in</strong>gen voorberei<strong>de</strong>n op het bo<strong>de</strong>mdierenon<strong>de</strong>rzoek.<br />
Les 2 Het on<strong>de</strong>rzoek De leerl<strong>in</strong>gen gaan met hun groepje naar <strong>de</strong> Corpactu<strong>in</strong><br />
en kunnen <strong>in</strong> <strong>de</strong> biotoop van <strong>de</strong> St<strong>in</strong>zenplanten hun<br />
on<strong>de</strong>rzoekje uitvoeren.<br />
De werkbla<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n direct meegenomen en kunnen<br />
direct <strong>in</strong>gevuld wor<strong>de</strong>n. Het is van belang dat er goed<br />
wordt omgegaan met <strong>de</strong> dieren en dat er goed wordt<br />
samengewerkt.
E<strong>in</strong><strong>de</strong>valuatie<br />
Hoe verliep <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g? Goed/ niet goed? En waarom?<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
Waren <strong>de</strong> taken goed ver<strong>de</strong>eld? Allebei evenveel gedaan?<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
Wat hebben jullie geleerd van <strong>de</strong>ze opdrachten? en welke von<strong>de</strong>n jullie<br />
het leerzaamste om uit te voeren?<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
Zijn jullie tevre<strong>de</strong>n over alle gemaakte opdrachten? waarom wel/<br />
waarom niet?<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
Wat zou<strong>de</strong>n jullie <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> keer an<strong>de</strong>rs doen? Waar zijn jullie<br />
tegenaan gelopen?<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………………………
Slot<br />
Deze lessenserie is gemaakt door stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> Fontys lerarenopleid<strong>in</strong>g te<br />
Tilburg. Het projectwerk is een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> cursus duurzaamheid, waardoor<br />
het on<strong>de</strong>rwerp duurzaamheid centraal staat bij <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g van het project.<br />
Het project wat wij als groep gekozen hebben is het ontwikkelen van een<br />
educatief programma voor <strong>de</strong> Corpac Tu<strong>in</strong>. Deze Corpac Tu<strong>in</strong> is een<br />
biodiversiteitstu<strong>in</strong> gelegen rondom het Corpac Huis te Tilburg, 1waarvan <strong>de</strong><br />
aanleg gestart is <strong>in</strong> het najaar van 2010.<br />
De tu<strong>in</strong> is het resultaat van een samenwerk<strong>in</strong>g tussen Het Corpac Huis, ECNC en<br />
<strong>de</strong> prov<strong>in</strong>cie Noord-<strong>Brabant</strong>. Tevens is <strong>de</strong> gemeente Tilburg bij het plan<br />
betrokken, als eigenaar van een groot <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> grond.<br />
Het doel van <strong>de</strong> Corpac Tu<strong>in</strong> is om een aantrekkelijke omgev<strong>in</strong>g te creëren voor<br />
planten, dieren, omwonen<strong>de</strong>n en bezoekers/werknemers van het Corpac Huis.<br />
Om <strong>de</strong> biodiversiteitstu<strong>in</strong> ook een educatief doel te geven, zijn wij gevraagd om<br />
aansluitend lesmateriaal te ontwikkelen waar mid<strong>de</strong>lbare scholen gebruik van<br />
kunnen maken.<br />
Bij het maken van dit lessenserie hebben wij ervoor gekozen om voor elk<br />
afzon<strong>de</strong>rlijk biotoop een specifieke lesbrief te maken. De lesbrieven zijn <strong>de</strong>els<br />
theoretisch en <strong>de</strong>els praktisch, maar <strong>in</strong> zijn geheel bruikbaar ter plaatse <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
Corpac Tu<strong>in</strong>.<br />
Deze lessenserie is bedoeld voor leerl<strong>in</strong>gen uit het 1 e of 2 e jaar op <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>lbare<br />
school en richt zich vooral op het verkrijgen van toepasbare kennis en het<br />
tra<strong>in</strong>en van vaardighe<strong>de</strong>n zoals samenwerken en reflecteren.<br />
Dit project heeft voor ons als stu<strong>de</strong>nten aan <strong>de</strong> lerarenopleid<strong>in</strong>g ook een aantal<br />
doelen met zich meegebracht. Als eerste was ons doel om meer ervar<strong>in</strong>g te<br />
krijgen <strong>in</strong> het ontwikkelen van passend on<strong>de</strong>rwijs bij een bestaand project.<br />
De twee<strong>de</strong> uitdag<strong>in</strong>g was om <strong>in</strong> een groep te werken aan een project voor een<br />
opdrachtgever. Dit vereiste veel plannen, taken ver<strong>de</strong>len, uitwisselen, contacten<br />
on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n, beslissen en evalueren.<br />
Deze lessenserie is het resultaat van onze samenwerk<strong>in</strong>g on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g en met <strong>de</strong><br />
opdrachtgever. We hopen dat <strong>de</strong>ze lessen nog veel leraren en leerl<strong>in</strong>gen kunnen<br />
helpen en vooral veel plezier kunnen brengen!<br />
Stu<strong>de</strong>nten Fontys lerarenopleid<strong>in</strong>g te Tilburg:<br />
Marco <strong>de</strong>n Turck (biologie)<br />
Esmé Remijn (biologie)<br />
Jolanda Schouten (biologie)<br />
C<strong>in</strong>dy Bom (biologie)<br />
Nicole Wolters (gezondheid & welzijn)<br />
Opdrachtgeven<strong>de</strong> organisatie:<br />
Gemeente Tilburg<br />
Contactpersonen:<br />
Nico Corporaal<br />
Jeffrey Raymakers<br />
(Projectme<strong>de</strong>werker Voorlicht<strong>in</strong>g & Educatie IVN<br />
Consulentschap <strong>Brabant</strong>)<br />
Tom Toebes (docent biologie, fontys lerarenopleid<strong>in</strong>g te Tilburg)