Instructie geven en coachen - IBKI
Instructie geven en coachen - IBKI
Instructie geven en coachen - IBKI
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Waarop wordt<br />
beoordeeld?<br />
WRM‐scorevoorschrift <strong>Instructie</strong> <strong>gev<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> coach<strong>en</strong><br />
Scorevoorschrift bij WRM‐beoordelingsprotocol ‘<strong>Instructie</strong> <strong>gev<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> coach<strong>en</strong>’<br />
Het exam<strong>en</strong> fase 3 ‘Proeve van bekwaamheid’ <strong>en</strong> de ‘praktijkbegeleiding’ toetst of de deelnemer (nog) compet<strong>en</strong>t is<br />
als rijinstructeur, dat wil zegg<strong>en</strong>: bekwaam handelt in e<strong>en</strong> lessituatie. De deelnemer geeft daartoe e<strong>en</strong> praktijkles die<br />
wordt beoordeeld. De beoordelaar legt zijn beoordeling van de praktijkles vast in het beoordelingsprotocol.<br />
De in totaal 34 te beoordel<strong>en</strong> aspect<strong>en</strong> in ti<strong>en</strong> exam<strong>en</strong>rubriek<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> betrekking op:<br />
– INSTRUCTIE GEVEN: compet<strong>en</strong>ties op het gebied van instructie <strong>gev<strong>en</strong></strong><br />
– COACHEN: coachingscompet<strong>en</strong>ties (coach<strong>en</strong> van het leerproces <strong>en</strong> beoordel<strong>en</strong> van rijvordering<strong>en</strong>)<br />
– ALGEMEEN: e<strong>en</strong> aantal algem<strong>en</strong>e k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het gedrag van de deelnemer, zoals tijdsverdeling.<br />
INSTRUCTIE GEVEN (beoordelingsaspect 1 t/m 15) bestaat uit vier exam<strong>en</strong>rubriek<strong>en</strong>:<br />
– Introductie [INLEIDING]<br />
– Uitleg [KERN]<br />
– Aanbied<strong>en</strong> oef<strong>en</strong>situaties [KERN]<br />
– Feedback [AFSLUITING].<br />
COACHEN (beoordelingsaspect 16 t/m 30) bestaat uit vijf exam<strong>en</strong>rubriek<strong>en</strong>:<br />
– Signaler<strong>en</strong> bij rijtak<strong>en</strong>uitvoering<br />
– Ondersteun<strong>en</strong> bij ler<strong>en</strong> van rijtak<strong>en</strong><br />
– Afstemm<strong>en</strong><br />
– Leerhouding<br />
– Interpersoonlijk handel<strong>en</strong>.<br />
ALGEMEEN is de laatste exam<strong>en</strong>rubriek. Hieronder vall<strong>en</strong> de beoordelingsaspect<strong>en</strong> 31 t/m 34: tijdsverdeling, gebruik<br />
van de instructievordering<strong>en</strong>kaart/RIS‐werkboek, gebruik lesplan <strong>en</strong> het voorkom<strong>en</strong> van verwijtbare<br />
verkeersovertreding<strong>en</strong>.<br />
<strong>IBKI</strong> versie 01‐10‐2012DEF 1
Score <strong>en</strong> normering Voor elk van de 34 beoordelingsaspect<strong>en</strong> kan de deelnemer e<strong>en</strong> van de volg<strong>en</strong>de scores krijg<strong>en</strong>:<br />
– als hij/zij het uitvoert op het niveau van contraproductief gedrag (CP): 1 punt<br />
– als hij/zij het uitvoert op het niveau van beginn<strong>en</strong>d productief gedrag (BP): 2 punt<strong>en</strong><br />
– als hij zij het uitvoert op het niveau van productief gedrag (P): 3 punt<strong>en</strong>.<br />
De beoordelaar noteert achter ieder beoordelingsaspect de score 1, 2 of 3 in de desbetreff<strong>en</strong>de kolom. Voor het<br />
vaststell<strong>en</strong> of e<strong>en</strong> deelnemer contraproductief (1), beginn<strong>en</strong>d productief(2) of productief (3) gedrag laat zi<strong>en</strong>,<br />
hanteert de exam<strong>en</strong>beoordelaar de tabel met scorevoorschrift<strong>en</strong>. Als e<strong>en</strong> beoordelingsaspect niet te beoordel<strong>en</strong> is,<br />
vult de beoordelaar n.t.b. in <strong>en</strong> word<strong>en</strong> 2 punt<strong>en</strong> toegek<strong>en</strong>d.<br />
Om e<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de te hal<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> exam<strong>en</strong>rubriek moet de deelnemer het minimaal vereiste aantal (aange<strong>gev<strong>en</strong></strong>)<br />
punt<strong>en</strong> voor die rubriek behal<strong>en</strong>. De minimaal vereiste aantall<strong>en</strong> punt<strong>en</strong> zijn op het protocol tuss<strong>en</strong> haakjes geplaatst.<br />
Bij ’Introductie’ zijn er bijvoorbeeld drie beoordelingsaspect<strong>en</strong>. Het maximale aantal te behal<strong>en</strong> punt<strong>en</strong> is dan 9 (3 x 3<br />
punt<strong>en</strong> voor productief <strong>en</strong> meest gew<strong>en</strong>ste gedrag). Het minimaal vereiste aantal punt<strong>en</strong> is hier 6.<br />
In de kolom ‘Tot.’ wordt de totaalscore per rubriek ge<strong>gev<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> vergelek<strong>en</strong> met het minimaal vereiste aantal punt<strong>en</strong>:<br />
– als de score lager is, noteert de beoordelaar e<strong>en</strong> ‘O’ van onvoldo<strong>en</strong>de in de laatste kolom ‘Eindwaardering’<br />
– als de score gelijk of hoger is, noteert de beoordelaar e<strong>en</strong> ‘V’ van voldo<strong>en</strong>de in de kolom ‘Eindwaardering’.<br />
Voor e<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de resultaat moet de deelnemer minimaal 71 punt<strong>en</strong> in totaal hal<strong>en</strong>. Eén exam<strong>en</strong>rubriek mag<br />
onvoldo<strong>en</strong>de zijn, als het minimale aantal punt<strong>en</strong> maar 71 is.<br />
De KERN bij INSTRUCTIE GEVEN (beoordelingsaspect 4 t/m 11) moet altijd voldo<strong>en</strong>de zijn. Als de deelnemer<br />
hiervoor minder punt<strong>en</strong> haalt dan minimaal vereist is (aspect 4 t/m 7 minder dan 8 <strong>en</strong>/of aspect 8 t/m 11 minder<br />
dan 10), heeft hij dus e<strong>en</strong> onvoldo<strong>en</strong>de resultaat.<br />
WRM‐scorevoorschrift <strong>Instructie</strong> <strong>gev<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> coach<strong>en</strong><br />
<strong>IBKI</strong> versie 01‐10‐2012DEF 2
Protocol<br />
WRM exam<strong>en</strong><br />
K<strong>en</strong>nismaking<br />
De beoordelaar controleert de persoonsge<strong>gev<strong>en</strong></strong>s van de deelnemer aan de hand van zijn (juiste) rijbewijs.<br />
De beoordelaar legt de structuur van het exam<strong>en</strong> uit.<br />
De beoordelaar controleert de persoonsge<strong>gev<strong>en</strong></strong>s van de leerling aan de hand van zijn id<strong>en</strong>titeitsbewijs.<br />
De beoordelaar ontvangt e<strong>en</strong> kopie van de gebruikte instructievordering<strong>en</strong>kaart/RIS‐werkboek van de<br />
meegebrachte leerling, die volledig moet zijn ingevuld.<br />
Exam<strong>en</strong>rit<br />
Gedur<strong>en</strong>de het exam<strong>en</strong> zal de beoordelaar observer<strong>en</strong> <strong>en</strong> aantek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>. Na het exam<strong>en</strong> vult de beoordelaar<br />
het protocol in aan de hand van de WAKKER‐methodiek:<br />
Waarnem<strong>en</strong> (observer<strong>en</strong>) tijd<strong>en</strong>s exam<strong>en</strong><br />
Aantek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s exam<strong>en</strong><br />
Kwantificer<strong>en</strong><br />
Kwalificer<strong>en</strong><br />
Evaluer<strong>en</strong> (waarde bepal<strong>en</strong>)<br />
Resultaat noter<strong>en</strong>.<br />
Ingrijp<strong>en</strong> door beoordelaar<br />
De beoordelaar zal alle<strong>en</strong> (mondeling) ingrijp<strong>en</strong> bij verkeersonveilige situaties. De consequ<strong>en</strong>tie van mondeling<br />
ingrijp<strong>en</strong> is:<br />
– gezakt, als verkeersveiligheid in zeer hoge mate in gevaar is gebracht<br />
– niet gezakt, als de verkeersveiligheid nag<strong>en</strong>oeg niet in gevaar is gebracht.<br />
Evaluatiegesprek<br />
In het evaluatiegesprek motiveert de beoordelaar zijn scores van het beoordelingsprotocol.<br />
WRM‐scorevoorschrift <strong>Instructie</strong> <strong>gev<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> coach<strong>en</strong><br />
<strong>IBKI</strong> versie 01‐10‐2012DEF 3
De beoordelaar analyseert de prestaties van de deelnemer.<br />
De beoordelaar deelt zelf de uitslag aan de deelnemer mee.<br />
De beoordelaar motiveert de deelnemer door positieve feedback.<br />
De beoordelaar di<strong>en</strong>t zich te onthoud<strong>en</strong> van opmerking<strong>en</strong>/adviez<strong>en</strong> over opleidingsaspect<strong>en</strong>.<br />
Invull<strong>en</strong> beoordelingsprotocol<br />
De beoordelaar noteert de scores van de deelnemer voor de ge<strong>gev<strong>en</strong></strong> les in het beoordelingprotocol. Dit protocol<br />
moet zijn voorzi<strong>en</strong> van de naam van de deelnemer, de datum <strong>en</strong> de begin‐ <strong>en</strong> eindtijd van het exam<strong>en</strong>, het<br />
lesonderwerp, de naam <strong>en</strong> handtek<strong>en</strong>ing van de beoordelaar <strong>en</strong> de uitslag van het exam<strong>en</strong>. Het originele<br />
beoordelingsprotocol wordt door de beoordelaar bewaard <strong>en</strong> e<strong>en</strong> tweede exemplaar/kopie wordt aan de<br />
exam<strong>en</strong>deelnemer verstrekt.<br />
WRM‐scorevoorschrift <strong>Instructie</strong> <strong>gev<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> coach<strong>en</strong><br />
Noot De stagedeelnemer (alle categorieën, behalve de hiervan vrijgestelde cat. E) moet e<strong>en</strong> leerling één rijles <strong>gev<strong>en</strong></strong> met e<strong>en</strong> totale lestijd van minimaal<br />
50 minut<strong>en</strong> <strong>en</strong> maximaal 80 minut<strong>en</strong>.<br />
Eén praktijkbegeleiding bestaat uit één rijles met e<strong>en</strong> leerling (minimaal 50 minut<strong>en</strong> <strong>en</strong> maximaal 80 minut<strong>en</strong>). Per keer duurt e<strong>en</strong><br />
praktijkbegeleiding maximaal 110 minut<strong>en</strong>, inclusief voorgesprek <strong>en</strong> uitslag <strong>gev<strong>en</strong></strong>.<br />
In de les bij de stagebeoordeling <strong>en</strong> praktijkbeoordeling di<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> nieuw aan te ler<strong>en</strong> lesonderdeel c<strong>en</strong>traal te staan. In het geval van e<strong>en</strong> praktische<br />
begeleiding geldt deze eis alléén indi<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> echte rijbewijsleerling les wordt ge<strong>gev<strong>en</strong></strong>. Dit zorgt ervoor dat de deelnemer zowel zijn instructie‐<br />
als coachingsvaardighed<strong>en</strong> kan ton<strong>en</strong>/waarmak<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s het exam<strong>en</strong>. Om dit te realiser<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t de leerling al e<strong>en</strong> aantal less<strong>en</strong> gevolgd te hebb<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> tev<strong>en</strong>s di<strong>en</strong>t de leerling niet zodanig ver te zijn met zijn rijopleiding dat hij al volledig gereed is om het rijbewijsexam<strong>en</strong> af te legg<strong>en</strong>. De geld<strong>en</strong>de<br />
tijdsduur geeft de deelnemer voldo<strong>en</strong>de geleg<strong>en</strong>heid zijn kunn<strong>en</strong> te ton<strong>en</strong> zonder dat het tijdsaspect hier cruciaal wordt. Hierdoor ontstaat er<br />
tev<strong>en</strong>s voldo<strong>en</strong>de ruimte om behalve het nieuw aan te ler<strong>en</strong> lesonderwerp te behandel<strong>en</strong> ook voldo<strong>en</strong>de aandacht te kunn<strong>en</strong> bested<strong>en</strong> aan de<br />
coachingsaspect<strong>en</strong>. Zie verder voor e<strong>en</strong> gedetailleerde instructie aan deelnemers [ook over de te <strong>gev<strong>en</strong></strong> les] de notities ‘Informatie stage WRM‐<br />
exam<strong>en</strong>’ <strong>en</strong> ‘Informatie over praktijkbegeleiding bijscholing WRM’ op www.ibki.nl.<br />
P.M. Waar de mannelijke vorm van instructeur/leerling staat kan ook de vrouwelijke vorm gelez<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />
<strong>IBKI</strong> versie 01‐10‐2012DEF 4
WRM‐scorevoorschrift <strong>Instructie</strong> <strong>gev<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> coach<strong>en</strong><br />
1. Introductie 1 ─ Meting vorige les <strong>en</strong> controle aanvangsniveau: geeft aan wat er in vorige les(s<strong>en</strong>)/rijtaak is behandeld <strong>en</strong> e<strong>en</strong> relatie heeft met de<br />
geplande les (=vereiste beginsituatie) <strong>en</strong> meet praktisch de feitelijke beginsituatie<br />
Contraproductief gedrag (1) Beginn<strong>en</strong>d productief gedrag (2) Productief gedrag (3)<br />
De instructeur controleert de vorige les niet praktisch.<br />
Hij meet niet de feitelijke beginsituatie in relatie tot de<br />
vereiste beginsituatie als voorbereiding op de geplande<br />
rijles.<br />
Voor de leerling is het niet duidelijk of hij de vorige<br />
lesstof nog beheerst <strong>en</strong> of hij voldoet aan het vereiste<br />
aanvangsniveau.<br />
De instructeur controleert de vorige les onvolledig of<br />
slechts deels praktisch. Hij meet de feitelijke<br />
beginsituatie onvolledig in relatie tot de vereiste<br />
beginsituatie als voorbereiding op de geplande rijles.<br />
Voor de leerling is het niet geheel duidelijk of hij de<br />
vorige lesstof nog volledig beheerst <strong>en</strong> of hij deels of<br />
geheel voldoet aan het vereiste aanvangsniveau.<br />
2. Introductie 2 ─ Lesplan: geeft aan wat er in de les(onderdel<strong>en</strong>) aan de orde komt <strong>en</strong> in welke volgorde<br />
Contraproductief gedrag (1) Beginn<strong>en</strong>d productief gedrag (2) Productief gedrag (3)<br />
De instructeur geeft aan het begin van de les ge<strong>en</strong><br />
informatie over wat er in de les aan de orde komt of geeft<br />
alle<strong>en</strong> het onderwerp aan.<br />
De leerling heeft ge<strong>en</strong> idee van wat wanneer gaat<br />
kom<strong>en</strong> in de les.<br />
De instructeur beschrijft te globaal wat er in de les aan<br />
de orde komt <strong>en</strong> in welke volgorde.<br />
De leerling heeft e<strong>en</strong> globaal idee van wat er in de les<br />
aan de orde komt <strong>en</strong> in welke volgorde.<br />
De instructeur geeft aan wat tijd<strong>en</strong>s de vorige les(s<strong>en</strong>)<br />
/rijtaak is behandeld <strong>en</strong> controleert dit praktisch. Hij meet<br />
de feitelijke beginsituatie in relatie tot de vereiste<br />
beginsituatie als voorbereiding op de geplande rijles.<br />
De instructeur geeft geleg<strong>en</strong>heid tot vrag<strong>en</strong> stell<strong>en</strong>,<br />
over vorige les, deelhandeling<strong>en</strong>, instructiefas<strong>en</strong>,<br />
beheersingsniveaus. De instructeur controleert<br />
zelfwerkzaamheid van de leerling. (Stap 1 RIS).<br />
Voor de leerling is het duidelijk of hij de vorige lesstof<br />
nog volledig beheerst <strong>en</strong> dat hij moet voldo<strong>en</strong> aan het<br />
vereiste aanvangsniveau.<br />
De instructeur beschrijft de structuur (zijn aanpak) van<br />
wat er in de les aan de orde komt <strong>en</strong> in welke volgorde.<br />
De leerling weet precies hoe de instructeur de les gaat<br />
aanpakk<strong>en</strong>. Kortom, hij weet wat hem te wacht<strong>en</strong> staat.<br />
<strong>IBKI</strong> versie 01‐10‐2012DEF 5
WRM‐scorevoorschrift <strong>Instructie</strong> <strong>gev<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> coach<strong>en</strong><br />
3. Introductie 3 ─ Doelstelling <strong>en</strong> motivatie van de les: beschrijft de ess<strong>en</strong>tie van wat de leerling gaat ler<strong>en</strong> <strong>en</strong> motiveert de noodzaak van de nieuw te<br />
ler<strong>en</strong> rijtaak<br />
Contraproductief gedrag (1) Beginn<strong>en</strong>d productief gedrag (2) Productief gedrag (3)<br />
De instructeur maakt op ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele wijze duidelijk wat<br />
de leerling aan het einde van de les aan vaardighed<strong>en</strong><br />
moet kunn<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong> <strong>en</strong> waarom de nieuwe rijtaak zo<br />
belangrijk is voor het autorijd<strong>en</strong>.<br />
Hij formuleert ge<strong>en</strong> lesdoelstelling of leerdoel<strong>en</strong>.<br />
De leerling ondergaat wat er kom<strong>en</strong> gaat. Voor hem is<br />
niet duidelijk waarom deze les belangrijk is voor het<br />
autorijd<strong>en</strong>. Hij weet niet wat hij gaat ler<strong>en</strong>.<br />
De instructeur geeft te summier aan wat de leerling<br />
aan het einde van de les aan vaardighed<strong>en</strong> moet<br />
kunn<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong> <strong>en</strong> het belang van deze les voor het<br />
autorijd<strong>en</strong>.<br />
De leerling heeft e<strong>en</strong> vaag begrip van het doel <strong>en</strong> de<br />
betek<strong>en</strong>is van deze les voor het autorijd<strong>en</strong>. Hij k<strong>en</strong>t de<br />
algem<strong>en</strong>e doelstelling van de les <strong>en</strong> hij weet in<br />
hoofdlijn<strong>en</strong> wat hij gaat ler<strong>en</strong>.<br />
4. Uitleg 1 ─ Aansluiting voorgaande lesonderwerp<strong>en</strong>: sluit in zijn uitleg aan bij voorgaande lesonderwerp<strong>en</strong><br />
Contraproductief gedrag (1) Beginn<strong>en</strong>d productief gedrag (2) Productief gedrag (3)<br />
De instructeur legt ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele inhoudelijke relatie met<br />
wat er bij voorgaande lesonderwerp<strong>en</strong>/rijtak<strong>en</strong> aan de<br />
orde is geweest/is geleerd.<br />
De leerling geeft er blijk van ge<strong>en</strong> idee te hebb<strong>en</strong> van<br />
de relatie van dit lesonderdeel met voorgaande<br />
lesonderwerp<strong>en</strong>/rijtak<strong>en</strong> <strong>en</strong> voor hem is onduidelijk hoe<br />
de nieuwe rijtaak aansluit bij wat hij bij voorgaande<br />
lesonderwerp<strong>en</strong>/rijtak<strong>en</strong> heeft geleerd. Voor de leerling is<br />
onduidelijk in welke fase van de rijopleiding hij zit.<br />
De instructeur verwijst in algem<strong>en</strong>e zin naar wat er bij<br />
voorgaande lesonderwerp<strong>en</strong>/rijtak<strong>en</strong> aan de orde is<br />
geweest/is geleerd. Hij geeft aan waar het nieuwe<br />
lesonderdeel over gaat, maar mist kans<strong>en</strong> om e<strong>en</strong><br />
relatie te legg<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> wat de leerling in het huidige<br />
lesonderdeel gaat ler<strong>en</strong> <strong>en</strong> wat de leerling al kan.<br />
De leerling weet globaal met welke fase van de<br />
rijopleiding hij bezig is, maar voor hem is het mogelijk<br />
niet volledig duidelijk wat dit lesonderdeel met<br />
voorgaande lesonderwerp<strong>en</strong>/rijtak<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> heeft.<br />
De instructeur geeft e<strong>en</strong> nauwkeurige beschrijving van<br />
de leertaak die in deze les c<strong>en</strong>traal staan <strong>en</strong> motiveert<br />
duidelijk het belang van elk lesonderdeel voor het<br />
autorijd<strong>en</strong>. (Stap 2 RIS: motivatie).<br />
De leerling weet precies wat hij aan het einde van de<br />
les aan vaardighed<strong>en</strong> moet kunn<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
waarom deze les belangrijk is voor het autorijd<strong>en</strong>. Hij<br />
weet wat de exacte leerdoel<strong>en</strong> zijn.<br />
De instructeur gaat sam<strong>en</strong> met de leerling na wat er<br />
bij voorgaande lesonderwerp<strong>en</strong>/rijtak<strong>en</strong> aan de orde is<br />
geweest <strong>en</strong> maakt daarbij gebruik van de<br />
instructievordering<strong>en</strong>kaart/lesprogramma/logboek. Hij<br />
gaat na welk niveau de leerling bij voorgaande<br />
lesonderwerp<strong>en</strong>/rijtak<strong>en</strong> heeft bereikt <strong>en</strong> sluit daarop<br />
aan.<br />
Voor de leerling is duidelijk wat dit lesonderdeel/rijtaak<br />
te mak<strong>en</strong> heeft met voorgaande lesonderwerp<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
welke nieuwe onderdel<strong>en</strong> hij nog moet ler<strong>en</strong> voor het<br />
nieuwe lesonderdeel/rijtaak. De leerling weet precies in<br />
welke fase van de rijopleiding hij zit.<br />
<strong>IBKI</strong> versie 01‐10‐2012DEF 6
5. Uitleg 2 ─ Inhoud: geeft uitleg over de deelhandeling<strong>en</strong> van de rijtaak conform de Rijprocedure<br />
Contraproductief gedrag (1) Beginn<strong>en</strong>d productief gedrag (2) Productief gedrag (3)<br />
De instructeur geeft e<strong>en</strong> onvolledige beschrijving van<br />
de nieuwe rijtaak. Hij laat zonder uitleg de leerling<br />
beginn<strong>en</strong> met rijd<strong>en</strong>. Hij geeft informatie die strijdig is<br />
met de inhoud van de Rijprocedure.<br />
De leerling is onvolledig <strong>en</strong> onjuist geïnformeerd over de<br />
nieuwe rijtaak. Dat leidt bij hem tot verwarring over de<br />
uitvoering van de nieuwe rijtaak. ‘Wat moet ik nou<br />
precies do<strong>en</strong>?’<br />
De instructeur geeft e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e beschrijving van de<br />
nieuwe rijtaak. Hij geeft uitleg conform de inhoud van<br />
de Rijprocedure.<br />
De leerling geeft er blijk van soms nog informatie over<br />
de nieuwe rijtaak te miss<strong>en</strong>. Dat kan leid<strong>en</strong> tot<br />
onduidelijkheid over wat de instructeur van hem<br />
verwacht. ‘Ik geloof dat ik begrep<strong>en</strong> heb wat ik moet<br />
gaan do<strong>en</strong>.’<br />
WRM‐scorevoorschrift <strong>Instructie</strong> <strong>gev<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> coach<strong>en</strong><br />
De instructeur geeft e<strong>en</strong> heldere <strong>en</strong> exacte<br />
beschrijving van de nieuwe rijtaak. Zijn uitleg is conform<br />
de inhoud van de Rijprocedure.<br />
De leerling heeft e<strong>en</strong> volledig beeld van de nieuwe<br />
rijtaak zoals die conform de Rijprocedure uitgevoerd<br />
moet word<strong>en</strong>. ‘Dus dat is wat ik nu moet gaan do<strong>en</strong>.’<br />
6. Uitleg 3 ─ Deelhandeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> foutgedraging<strong>en</strong>, deelhandeling<strong>en</strong>: beschrijft hoe de concrete deelstapp<strong>en</strong> uitgevoerd moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
Contraproductief gedrag (1) Beginn<strong>en</strong>d productief gedrag (2) Productief gedrag (3)<br />
De instructeur geeft niet of nauwelijks aan wat de<br />
concrete deelstapp<strong>en</strong> zijn van de nieuwe rijtaak. Hij is<br />
onduidelijk over de volgorde waarin <strong>en</strong> de manier<br />
waarop de deelhandeling<strong>en</strong> uitgevoerd moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
of hij sch<strong>en</strong>kt in het geheel ge<strong>en</strong> aandacht aan de<br />
verschill<strong>en</strong>de deelstapp<strong>en</strong>.<br />
De leerling is onvolledig geïnformeerd over de concrete<br />
uitvoering van de nieuwe rijtaak. De leerling begint aan<br />
de nieuwe rijtaak zonder te wet<strong>en</strong> wat hij precies moet<br />
do<strong>en</strong> <strong>en</strong> in welke volgorde. Dat leidt zichtbaar tot<br />
verwarring <strong>en</strong> onzekerheid bij de leerling.<br />
De instructeur geeft e<strong>en</strong> beschrijving van de<br />
deelhandeling<strong>en</strong> van de nieuwe rijtaak <strong>en</strong> in welke<br />
volgorde ze uitgevoerd moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. De instructeur<br />
is summier <strong>en</strong> soms onvolledig in zijn beschrijving.<br />
Soms slaat hij concrete deelstapp<strong>en</strong> over of licht hij de<br />
uitvoering stapp<strong>en</strong> niet volledig toe.<br />
De leerling mist ess<strong>en</strong>tiële informatie over sommige<br />
concrete deelstapp<strong>en</strong>. Hij weet soms niet wat er van<br />
hem verwacht wordt <strong>en</strong> in welke volgorde de<br />
deelstapp<strong>en</strong> uitgevoerd moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Dat maakt dat<br />
de leerling soms twijfelt over wat hij precies moet do<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> in welke volgorde.<br />
De instructeur beschrijft stap-voor-stap <strong>en</strong> volledig de<br />
concrete onderdel<strong>en</strong> van de nieuwe rijtaak. Hij geeft<br />
aan hoe <strong>en</strong> in welke volgorde de deelstapp<strong>en</strong><br />
uitgevoerd moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. (Afhankelijk van sturing<br />
naar niveauverhoging <strong>en</strong> sturing naar zelfstandigheid).<br />
De leerling is volledig geïnformeerd over de wijze<br />
waarop hij de rijtaak moet uitvoer<strong>en</strong>. Hij geeft er blijk<br />
van precies te wet<strong>en</strong> wat hij moet do<strong>en</strong> <strong>en</strong> in welke<br />
volgorde. Dat geeft de leerling houvast.<br />
<strong>IBKI</strong> versie 01‐10‐2012DEF 7
WRM‐scorevoorschrift <strong>Instructie</strong> <strong>gev<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> coach<strong>en</strong><br />
Uitleg 3 ─ Deelhandeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> foutgedraging<strong>en</strong>, foutgedraging<strong>en</strong>: geeft aan waar bij de uitvoering van de rijtaak fout<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ontstaan <strong>en</strong> wat<br />
de mogelijke gevolg<strong>en</strong> zijn<br />
Contraproductief gedrag (1) Beginn<strong>en</strong>d productief gedrag (2) Productief gedrag (3)<br />
De instructeur verzuimt aan te <strong>gev<strong>en</strong></strong> wat belangrijke<br />
kritieke punt<strong>en</strong> zijn bij de uitvoering van de rijtaak. Hij<br />
geeft niet aan welke gevolg<strong>en</strong> fout<strong>en</strong> op deze kritieke<br />
punt<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>.<br />
De leerling weet niet op welke punt<strong>en</strong> hij bij de<br />
uitvoering van de rijtaak speciaal moet lett<strong>en</strong>. Het kan<br />
zijn dat hij bij de uitvoering voor verrassing<strong>en</strong> komt te<br />
staan.<br />
7. Uitleg 4 ─ Demo: geeft e<strong>en</strong> demo conform de Rijprocedure<br />
Voor de leerling is niet duidelijk wat de rijtaak inhoudt<br />
<strong>en</strong> op welke wijze deze conform de Rijprocedure moet<br />
word<strong>en</strong> uitgevoerd. Ook is het is voor de leerling niet<br />
duidelijk aan welke norm hij moet voldo<strong>en</strong>.<br />
De instructeur stipt kritieke punt<strong>en</strong> aan die e<strong>en</strong> rol<br />
spel<strong>en</strong> bij de uitvoering van de rijtaak. Hij geeft aan<br />
welke gevolg<strong>en</strong> fout<strong>en</strong> op deze kritieke punt<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />
hebb<strong>en</strong>. De instructeur is echter onvolledig in zijn<br />
beschrijving <strong>en</strong> slaat soms ess<strong>en</strong>tiële kritieke punt<strong>en</strong><br />
over.<br />
De leerling is maar gedeeltelijk geïnformeerd over de<br />
kritieke punt<strong>en</strong> bij de uitvoering van de rijtaak. Hij is<br />
soms niet voorbereid op moeilijke situaties die kunn<strong>en</strong><br />
optred<strong>en</strong>.<br />
De instructeur geeft e<strong>en</strong> duidelijke <strong>en</strong> volledige<br />
beschrijving van de kritieke punt<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong><br />
bij de uitvoering van de rijtaak. Hij beschrijft welke<br />
gevolg<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tuele fout<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoe de<br />
leerling daarmee om moet gaan.<br />
De leerling k<strong>en</strong>t alle kritieke punt<strong>en</strong> bij de uitvoering<br />
van de rijtaak <strong>en</strong> weet waar hij speciaal aandacht aan<br />
moet bested<strong>en</strong>. Hij laat zi<strong>en</strong> dat hij voorbereid is op<br />
moeilijke situaties die kunn<strong>en</strong> optred<strong>en</strong>.<br />
Contraproductief gedrag (1) Beginn<strong>en</strong>d productief gedrag (2) Productief gedrag (3)<br />
De instructeur geeft ge<strong>en</strong> demo of e<strong>en</strong> foutieve demo. De instructeur geeft e<strong>en</strong> demo die niet geheel conform De instructeur geeft e<strong>en</strong> demo conform de Rijproce-<br />
de Rijprocedure is.<br />
dure na uitleg van de rijtaak, de deelhandeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />
foutgedraging<strong>en</strong> (de instructeur heeft zelf de vrijheid,<br />
afhankelijk van het instructieonderdeel, 1 of 2 demo’s -<br />
in stapp<strong>en</strong> én vloei<strong>en</strong>d - te <strong>gev<strong>en</strong></strong>). (Stap 2 RIS: demo)<br />
Hierdoor is het voor de leerling niet geheel duidelijk wat<br />
de rijtaak inhoudt <strong>en</strong> op welke wijze deze conform de<br />
Rijprocedure moet uitgevoerd word<strong>en</strong>. Het is de leerling<br />
onduidelijk aan welke norm hij moet voldo<strong>en</strong>.<br />
Voor de leerling is het duidelijk wat de rijtaak inhoudt <strong>en</strong><br />
op welke wijze deze conform de Rijprocedure moet<br />
word<strong>en</strong> uitgevoerd. Het is de leerling duidelijk aan welke<br />
norm hij moet voldo<strong>en</strong>.<br />
<strong>IBKI</strong> versie 01‐10‐2012DEF 8
8. Aanbied<strong>en</strong> 1 ─ Plaats van uitvoering: kiest e<strong>en</strong> geschikte plaats voor het oef<strong>en</strong><strong>en</strong> van de rijtaak<br />
Contraproductief gedrag (1) Beginn<strong>en</strong>d productief gedrag (2) Productief gedrag (3)<br />
De instructeur kiest e<strong>en</strong> plaats die niet geschikt is voor<br />
het oef<strong>en</strong><strong>en</strong> van de rijtaak. De plaats past niet bij de<br />
specifieke taak die de leerling moet oef<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> er is<br />
ge<strong>en</strong> sprake van voldo<strong>en</strong>de veilige omstandighed<strong>en</strong>.<br />
De fysieke omstandighed<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> het de leerling<br />
onmogelijk de opgedrag<strong>en</strong> rijtaak goed uit te voer<strong>en</strong>. Hij<br />
krijgt ge<strong>en</strong> reële kans om de nieuwe rijtaak daadwerkelijk<br />
te oef<strong>en</strong><strong>en</strong>. De omstandighed<strong>en</strong> zijn te gevaarlijk (te<br />
weinig ruimte <strong>en</strong> tijd om te handel<strong>en</strong>, fout<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong><br />
e.d.)<br />
De instructeur kiest e<strong>en</strong> plaats die qua fysieke<br />
gesteldheid <strong>en</strong> qua veiligheid niet optimaal is voor het<br />
oef<strong>en</strong><strong>en</strong> van de rijtaak.<br />
De fysieke omstandighed<strong>en</strong> belemmer<strong>en</strong> de leerling<br />
soms bij de uitvoering van de hem opgedrag<strong>en</strong> rijtaak.<br />
In <strong>en</strong>kele gevall<strong>en</strong> krijgt hij niet de ruimte om de<br />
nieuwe rijtaak daadwerkelijk te oef<strong>en</strong><strong>en</strong>. De<br />
omstandighed<strong>en</strong> zijn in e<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel geval gevaarlijk (te<br />
weinig ruimte <strong>en</strong> tijd om te handel<strong>en</strong>, fout<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong><br />
e.d.)<br />
9. Aanbied<strong>en</strong> 2 ─ <strong>Instructie</strong>fase: Kiest de instructiefase die bij de leerling, de deelhandeling <strong>en</strong> de locatie past<br />
Contraproductief gedrag (1) Beginn<strong>en</strong>d productief gedrag (2) Productief gedrag (3)<br />
De instructeur maakt ge<strong>en</strong> bewuste keuze tuss<strong>en</strong> de<br />
beheersingsniveaus.<br />
De leerling krijgt hierdoor niet de juiste<br />
beheersingsniveaus aangebod<strong>en</strong>, waardoor het<br />
leerproces niet op de juiste wijze verloopt.<br />
De instructeur maakt niet geheel e<strong>en</strong> bewuste keuze<br />
tuss<strong>en</strong> de beheersingsniveaus.<br />
De leerling krijgt hierdoor niet altijd de juiste<br />
beheersingsniveaus aangebod<strong>en</strong>, waardoor het<br />
leerproces niet geheel juist verloopt.<br />
WRM‐scorevoorschrift <strong>Instructie</strong> <strong>gev<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> coach<strong>en</strong><br />
De instructeur kiest e<strong>en</strong> plaats waarbij de leerling de<br />
hem opgedrag<strong>en</strong> taak naar behor<strong>en</strong> <strong>en</strong> onder veilige<br />
omstandighed<strong>en</strong> kan uitvoer<strong>en</strong>.<br />
De fysieke omstandighed<strong>en</strong> pass<strong>en</strong> bij de rijtaak die de<br />
leerling moet uitvoer<strong>en</strong>. Hij krijgt alle ruimte om de<br />
nieuwe rijtaak daadwerkelijk te oef<strong>en</strong><strong>en</strong>. De<br />
omstandighed<strong>en</strong> zijn zo dat hij zo min mogelijk gevaar<br />
loopt (ruimte <strong>en</strong> tijd om te handel<strong>en</strong>, fout<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong><br />
e.d.).<br />
De instructeur maakt e<strong>en</strong> bewuste keuze tuss<strong>en</strong><br />
beheersingsniveau: aanler<strong>en</strong> van vaardighed<strong>en</strong><br />
- Doe Met Mij Mee (DMMM) (Stap 3 RIS) <strong>en</strong><br />
beheersingsniveau: eig<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> van vaardighed<strong>en</strong><br />
- Doe Op Aanwijzing<br />
(DOA) (Stap 4 RIS)<br />
- Doe Op Minder Aanwijzing (Vrijwel zonder hulp)<br />
(DOMA) (Stap 5 RIS)<br />
- Doe Zonder Aanwijzing (Zelfstandig uitvoer<strong>en</strong>)<br />
(DZA) (Stap 6 RIS).<br />
Hierdoor ervaart de leerling dat de aangebod<strong>en</strong> rijtaak<br />
aansluit bij zijn ervaring <strong>en</strong> zijn leerbehoefte, waardoor<br />
de motivatie <strong>en</strong> dus ook leerprestatie word<strong>en</strong> versterkt.<br />
<strong>IBKI</strong> versie 01‐10‐2012DEF 9
Aanbied<strong>en</strong> 2 ─ Moeilijkheidsgraad: kiest oef<strong>en</strong>situaties die de leerling aankan <strong>en</strong> de leerling stimuler<strong>en</strong><br />
Contraproductief gedrag (1) Beginn<strong>en</strong>d productief gedrag (2) Productief gedrag (3)<br />
De instructeur kiest oef<strong>en</strong>situaties die niet aansluit<strong>en</strong> bij<br />
het niveau van de leerling. De taakomstandighed<strong>en</strong> zijn<br />
te moeilijk of juist te gemakkelijk voor de leerling <strong>en</strong><br />
pass<strong>en</strong> niet bij de fase van de opleiding waarin de<br />
leerling zich bevindt.<br />
De oef<strong>en</strong>situaties stimuler<strong>en</strong> de leerling onvoldo<strong>en</strong>de<br />
om te ler<strong>en</strong>. Oef<strong>en</strong>situaties waarin de leerling steeds<br />
overvraagd/ overlad<strong>en</strong> wordt, leid<strong>en</strong> ertoe dat hij niet<br />
weet wat te do<strong>en</strong>, hij raakt gefrustreerd, zit met zweet in<br />
de hand<strong>en</strong>.<br />
Oef<strong>en</strong>situaties die te gemakkelijk zijn, leid<strong>en</strong> ertoe dat er<br />
bij de leerling verveling/nonchalance ontstaat <strong>en</strong> dat zijn<br />
aandacht verslapt door gebrek aan uitdaging.<br />
<strong>IBKI</strong> versie 01‐10‐2012DEF<br />
De instructeur kiest in het algeme<strong>en</strong> oef<strong>en</strong>situaties<br />
die aansluit<strong>en</strong> bij het niveau van de leerling <strong>en</strong> pass<strong>en</strong><br />
bij de fase van de rijopleiding van de leerling. Maar in<br />
sommige gevall<strong>en</strong> zijn de taakomstandighed<strong>en</strong> te<br />
moeilijk of juist te gemakkelijk voor de leerling.<br />
De oef<strong>en</strong>situaties zijn voor de leerling soms te<br />
moeilijk of soms te gemakkelijk. De oef<strong>en</strong>situaties<br />
vrag<strong>en</strong> soms net te veel aandacht, waardoor de<br />
leerling wordt overvraagd. De oef<strong>en</strong>situaties zijn soms<br />
zo gekoz<strong>en</strong>, dat de leerling ze niet aankan (te hoge<br />
eis<strong>en</strong> t.a.v. handelingssnelheid, besluitvaardigheid).<br />
De leerling wordt daardoor niet steeds optimaal<br />
gestimuleerd.<br />
WRM‐scorevoorschrift <strong>Instructie</strong> <strong>gev<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> coach<strong>en</strong><br />
De instructeur kiest oef<strong>en</strong>situaties die aansluit<strong>en</strong> bij het<br />
niveau van de leerling <strong>en</strong> pass<strong>en</strong> bij de fase van de<br />
rijopleiding van de leerling. Hij verfijnt de oef<strong>en</strong>situaties<br />
<strong>en</strong> past deze toe in complexe verkeersopgav<strong>en</strong>.<br />
(Gewijzigde situaties: Stap 7 RIS)<br />
(Wissel<strong>en</strong>de omstandighed<strong>en</strong>: Stap 8 RIS)<br />
De oef<strong>en</strong>situaties zijn niet te moeilijk of te gemakkelijk <strong>en</strong><br />
prikkel<strong>en</strong> de leerling tot verder ler<strong>en</strong>. De oef<strong>en</strong>situaties<br />
vrag<strong>en</strong> aandacht van de leerling zonder dat hij wordt<br />
overvraagd. De oef<strong>en</strong>situaties zijn zo gekoz<strong>en</strong> dat de<br />
leerling ze nog net aankan (qua drukte, qua<br />
handelingssnelheid). De leerling wordt daardoor steeds<br />
optimaal gestimuleerd om nieuwe vaardighed<strong>en</strong> aan te<br />
ler<strong>en</strong>.<br />
10
10. Aanbied<strong>en</strong> 3 ─ Int<strong>en</strong>siteit: geeft de leerling geleg<strong>en</strong>heid om te oef<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
Contraproductief gedrag (1) Beginn<strong>en</strong>d productief gedrag (2) Productief gedrag (3)<br />
De instructeur geeft de leerling onvoldo<strong>en</strong>de<br />
oef<strong>en</strong>mogelijkheid om de nieuwe rijtaak onder de knie te<br />
krijg<strong>en</strong>. Hij geeft de leerling ge<strong>en</strong> ruimte om te oef<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
tot (bijna) foutloze uitvoering. Als e<strong>en</strong> rijtaak e<strong>en</strong>malig<br />
goed is uitgevoerd, gaat de instructeur over naar het<br />
aanler<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> nieuwe taak. Als de leerling e<strong>en</strong> rijtaak<br />
nog niet goed onder de knie heeft, gaat de instructeur<br />
toch over naar het aanler<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> nieuwe taak.<br />
Het leerproces bij de leerling is nog niet afgerond. Hij<br />
geeft er ge<strong>en</strong> blijk van succes te ervar<strong>en</strong>.<br />
<strong>IBKI</strong> versie 01‐10‐2012DEF<br />
De instructeur laat de leerling e<strong>en</strong> rijtaak diverse<br />
mal<strong>en</strong> oef<strong>en</strong><strong>en</strong>. Hij laat de leerling echter niet steeds<br />
oef<strong>en</strong><strong>en</strong> tot (bijna) foutloze uitvoering (uitvoering is<br />
nog niet vloei<strong>en</strong>d, te langzaam <strong>en</strong> voor de<br />
deelstapp<strong>en</strong> is nog bewuste aandacht nodig).<br />
De leerling heeft niet zo lang kunn<strong>en</strong> oef<strong>en</strong><strong>en</strong> dat hij<br />
de taak foutloos beheerst. Mogelijk twijfelt hij nog of hij<br />
de geleerde rijtaak onder de knie heeft.<br />
WRM‐scorevoorschrift <strong>Instructie</strong> <strong>gev<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> coach<strong>en</strong><br />
De instructeur laat de leerling de rijtaak int<strong>en</strong>sief<br />
oef<strong>en</strong><strong>en</strong>. Hij kiest ervoor de leerling zoveel mogelijk<br />
situaties te lat<strong>en</strong> oef<strong>en</strong><strong>en</strong> in plaats van te prat<strong>en</strong> over<br />
mogelijke situaties. Hij laat de leerling oef<strong>en</strong><strong>en</strong> tot (bijna)<br />
foutloze uitvoering (uitvoering is vlot <strong>en</strong> vloei<strong>en</strong>d).<br />
Hij laat de oef<strong>en</strong>situaties zoveel mogelijk toepass<strong>en</strong> in<br />
gewijzigde situaties: Stap 7 RIS <strong>en</strong> onder wissel<strong>en</strong>de<br />
omstandighed<strong>en</strong>: Stap 8 RIS.<br />
Het leerproces bij de leerling is afgerond. De leerling<br />
geeft er blijk van succes te ervar<strong>en</strong>, hij laat zi<strong>en</strong> dat hij<br />
de nieuwe rijtaak aankan.<br />
11. Aanbied<strong>en</strong> 4 ─ Fout<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> veiligheidsmarge: geeft de leerling ruimte om fout<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> zolang de veiligheid niet in het gedrang komt<br />
Contraproductief gedrag (1) Beginn<strong>en</strong>d productief gedrag (2) Productief gedrag (3)<br />
De instructeur grijpt al in als er nog ge<strong>en</strong> direct gevaar<br />
dreigt. Hij geeft de leerling nauwelijks ruimte om fout<strong>en</strong><br />
te mak<strong>en</strong>.<br />
Het leerproces van de leerling wordt gefrustreerd. Hij<br />
krijgt niet de mogelijkheid om fout<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> om van<br />
die fout<strong>en</strong> te ler<strong>en</strong>. De leerling is bang om fout<strong>en</strong> te<br />
mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> laat tek<strong>en</strong><strong>en</strong> van frustratie zi<strong>en</strong>. In sommige<br />
situaties kan angst ontstaan voor het autorijd<strong>en</strong>.<br />
De instructeur geeft de leerling ruimte om fout<strong>en</strong> te<br />
mak<strong>en</strong>. Soms grijpt hij echter te vroeg in (er is<br />
eig<strong>en</strong>lijk ge<strong>en</strong> evid<strong>en</strong>t gevaar), soms grijpt hij te laat in<br />
(er ontstaat e<strong>en</strong> gevaarlijke situatie, die hij had kunn<strong>en</strong><br />
voorkom<strong>en</strong>).<br />
De leerling ervaart weliswaar dat hij fout<strong>en</strong> mag<br />
mak<strong>en</strong>. Maar omdat hij soms in evid<strong>en</strong>t gevaarlijke<br />
situaties terechtkomt, zorgt dat toch voor e<strong>en</strong><br />
bepaalde gespann<strong>en</strong>heid. Dat betek<strong>en</strong>t dat het<br />
leerproces niet altijd optimaal verloopt.<br />
De instructeur geeft de leerling de ruimte om fout<strong>en</strong> te<br />
mak<strong>en</strong>. Hij voorkomt wel tijdig dat de leerling zelf of<br />
andere verkeersdeelnemers door de fout<strong>en</strong> in gevaar<br />
kom<strong>en</strong>.<br />
De leerling ervaart dat hij fout<strong>en</strong> mag mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat<br />
zorgt voor e<strong>en</strong> bepaalde ontspann<strong>en</strong>heid. Dat stimuleert<br />
het leerproces.<br />
11
12. Feedback 1 ─ Lesafronding: geeft e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>vatting van de les<br />
Contraproductief gedrag (1) Beginn<strong>en</strong>d productief gedrag (2) Productief gedrag (3)<br />
De instructeur geeft ge<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>vatting of e<strong>en</strong> zeer<br />
onvolledige sam<strong>en</strong>vatting van de les . Hij legt ge<strong>en</strong><br />
verband met eerder geleerde rijtak<strong>en</strong>.<br />
Voor de leerling is onduidelijk wat de ess<strong>en</strong>tie van de<br />
les was. Hij heeft ge<strong>en</strong> idee hoe de les sam<strong>en</strong>hangt met<br />
eerder geleerde rijtak<strong>en</strong>.<br />
<strong>IBKI</strong> versie 01‐10‐2012DEF<br />
De instructeur geeft e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>vatting van de les die<br />
op punt<strong>en</strong> nog onvolledig is. Hij slaat <strong>en</strong>kele<br />
elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> over <strong>en</strong> verzuimt in <strong>en</strong>kele gevall<strong>en</strong> aan te<br />
<strong>gev<strong>en</strong></strong> wat de sam<strong>en</strong>hang met eerder geleerde<br />
rijtak<strong>en</strong> is.<br />
Voor de leerling is niet op alle punt<strong>en</strong> duidelijk wat de<br />
ess<strong>en</strong>tie van de les was . Voor hem is niet volledig<br />
duidelijk wat de sam<strong>en</strong>hang met eerder geleerde<br />
rijtak<strong>en</strong> is.<br />
13. Feedback 2 ─ Bespreking leerresultaat: stelt het leerresultaat vast <strong>en</strong> bespreekt dit met de leerling<br />
Contraproductief gedrag (1) Beginn<strong>en</strong>d productief gedrag (2) Productief gedrag (3)<br />
De instructeur verzuimt het leerresultaat vast te stell<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> dit aan de leerling mee te del<strong>en</strong>.<br />
De leerling weet niet wat hij goed <strong>en</strong> fout gedaan heeft<br />
<strong>en</strong> hoe hij de tak<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel anders zou moet<strong>en</strong><br />
uitvoer<strong>en</strong>. De leerling is onzeker.<br />
De instructeur geeft aan wat de leerling goed <strong>en</strong> fout<br />
gedaan heeft. Hij slaat soms ess<strong>en</strong>tiële zak<strong>en</strong> over in<br />
zijn toelichting aan de leerling.<br />
De leerling heeft e<strong>en</strong> globaal beeld van wat hij goed<br />
<strong>en</strong> fout gedaan heeft. Hij mist informatie over<br />
ess<strong>en</strong>tiële onderdel<strong>en</strong>. Daardoor kan er twijfel<br />
ontstaan.<br />
WRM‐scorevoorschrift <strong>Instructie</strong> <strong>gev<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> coach<strong>en</strong><br />
De instructeur geeft e<strong>en</strong> heldere sam<strong>en</strong>vatting van de<br />
gehele les die ‘to-the-point’ is. Hij vat sam<strong>en</strong> wat de<br />
leerling heeft geleerd <strong>en</strong> geeft aan wat de sam<strong>en</strong>hang is<br />
met al eerder geleerde rijtak<strong>en</strong>.<br />
De leerling weet precies wat de ess<strong>en</strong>tie van de les<br />
was. Voor hem is helder wat de sam<strong>en</strong>hang met eerder<br />
geleerde rijtak<strong>en</strong> is.<br />
De instructeur geeft duidelijk <strong>en</strong> kernachtig aan wat de<br />
leerling goed <strong>en</strong> fout heeft gedaan. Hij bekijkt sam<strong>en</strong> met<br />
de leerling of de doelstelling is gehaald.<br />
De leerling heeft e<strong>en</strong> duidelijk beeld van de wijze<br />
waarop hij de rijtaak heeft uitgevoerd. Hij weet wat hij<br />
goed <strong>en</strong> fout heeft gedaan <strong>en</strong> hoe hij de uitvoering van<br />
de rijtaak kan verbeter<strong>en</strong>.<br />
12
14. Feedback 3 ─ Evaluatie leerproces: gaat sam<strong>en</strong> met de leerling na hoe het leerproces is verlop<strong>en</strong><br />
Contraproductief gedrag (1) Beginn<strong>en</strong>d productief gedrag (2) Productief gedrag (3)<br />
De instructeur gaat niet sam<strong>en</strong> met de leerling na hoe<br />
het leerproces is verlop<strong>en</strong>. Hij geeft de leerling ge<strong>en</strong><br />
geleg<strong>en</strong>heid om op het verloop van het lesonderdeel<br />
terug te kijk<strong>en</strong>.<br />
De leerling krijgt ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele informatie over hoe hij de<br />
rijtaak heeft aangepakt <strong>en</strong> opgelost. Hij krijgt niet de<br />
mogelijkheid om aan te <strong>gev<strong>en</strong></strong> wat hij moeilijk of<br />
gemakkelijk vond.<br />
<strong>IBKI</strong> versie 01‐10‐2012DEF<br />
De instructeur gaat sam<strong>en</strong> met de leerling na hoe het<br />
leerproces is verlop<strong>en</strong>. Hij mist wel <strong>en</strong>kele kans<strong>en</strong> om<br />
‘op<strong>en</strong>’ vrag<strong>en</strong> te stell<strong>en</strong> (vraagt bijvoorbeeld alle<strong>en</strong> of<br />
de leerling de uitvoering moeilijk vond …)<br />
Hij geeft de leerling niet optimaal geleg<strong>en</strong>heid om zijn<br />
eig<strong>en</strong> verhaal te do<strong>en</strong>. De procesevaluatie is daarom<br />
nog niet ‘volledig’.<br />
De leerling heeft niet optimaal de kans gekreg<strong>en</strong><br />
duidelijk kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> hoe het aanler<strong>en</strong> van de<br />
nieuwe rijtaak verlop<strong>en</strong> is. Voor hem is niet altijd<br />
duidelijk waarom het leerproces goed of fout verlop<strong>en</strong><br />
is.<br />
WRM‐scorevoorschrift <strong>Instructie</strong> <strong>gev<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> coach<strong>en</strong><br />
De instructeur gaat sam<strong>en</strong> met de leerling na hoe het<br />
leerproces verlop<strong>en</strong> is. Hij betrekt de leerling nadrukkelijk<br />
bij de evaluatie <strong>en</strong> daagt hem met de juiste vrag<strong>en</strong> uit<br />
over zijn eig<strong>en</strong> leerproces na te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>.<br />
De leerling krijgt de mogelijkheid om op zijn eig<strong>en</strong><br />
leerproces terug te kijk<strong>en</strong>. Hij weet precies wat er in het<br />
leerproces goed is gegaan <strong>en</strong> wat er verkeerd is gegaan.<br />
15. Feedback 4 ─ Volg<strong>en</strong>de les/rijtaak: geeft onderwerp <strong>en</strong> motivatie van volg<strong>en</strong>de les/rijtaak aan <strong>en</strong> geeft e<strong>en</strong> opdracht voor zelfwerkzaamheid<br />
Contraproductief gedrag (1) Beginn<strong>en</strong>d productief gedrag (2) Productief gedrag (3)<br />
De instructeur laat de volg<strong>en</strong>de drie gedraging<strong>en</strong> niet<br />
zi<strong>en</strong>:<br />
geeft het onderwerp van de rijtaak van de volg<strong>en</strong>de<br />
les aan<br />
motiveert de noodzaak van deze rijtaak<br />
geeft e<strong>en</strong> opdracht voor zelfwerkzaamheid in relatie<br />
tot de rijtaak.<br />
Voor de leerling is het nut <strong>en</strong> belang van de rijtaak van<br />
de volg<strong>en</strong>de les niet duidelijk.<br />
De instructeur laat één of twee van de volg<strong>en</strong>de drie<br />
gedraging<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>:<br />
geeft het onderwerp van de rijtaak van de volg<strong>en</strong>de<br />
les aan<br />
motiveert de noodzaak van deze rijtaak<br />
geeft e<strong>en</strong> opdracht voor zelfwerkzaamheid in relatie<br />
tot de rijtaak.<br />
Voor de leerling is het nut <strong>en</strong> belang van de rijtaak niet<br />
geheel duidelijk.<br />
De instructeur laat alledrie de volg<strong>en</strong>de gedraging<strong>en</strong><br />
zi<strong>en</strong>:<br />
geeft het onderwerp van de rijtaak van de volg<strong>en</strong>de<br />
les aan<br />
motiveert de noodzaak van deze rijtaak<br />
geeft e<strong>en</strong> opdracht voor zelfwerkzaamheid in relatie<br />
tot de rijtaak.<br />
Voor de leerling is het nut <strong>en</strong> belang van de rijtaak<br />
geheel duidelijk. Hij wordt nieuwsgierig gemaakt <strong>en</strong> ziet<br />
door deze motivatie de relatie met zijn toekomstig<br />
(gew<strong>en</strong>st) gedrag als bestuurder. Tev<strong>en</strong>s heeft dit e<strong>en</strong><br />
gunstig effect op het leerproces van de leerling.<br />
13
<strong>IBKI</strong> versie 01‐10‐2012DEF<br />
COACHEN<br />
WRM‐scorevoorschrift <strong>Instructie</strong> <strong>gev<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> coach<strong>en</strong><br />
16. Signaler<strong>en</strong> 1 ─ Opmerk<strong>en</strong> van fout<strong>en</strong>: merkt fout<strong>en</strong> in de uitvoering van rijtak<strong>en</strong>/deelhandeling<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s de Rijprocedure op<br />
Contraproductief gedrag (1) Beginn<strong>en</strong>d productief gedrag (2) Productief gedrag (3)<br />
De instructeur signaleert veel fout<strong>en</strong> in waarneming<strong>en</strong>,<br />
beslissing<strong>en</strong> <strong>en</strong> handeling<strong>en</strong> van de leerling niet <strong>en</strong><br />
bespreekt ze niet, gelet op wat de leerling geleerd heeft<br />
<strong>en</strong> deze les gaat ler<strong>en</strong>.<br />
De leerling rijdt, veel fout<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>d, door tijd<strong>en</strong>s de<br />
rijles.<br />
De instructeur<br />
- merkt de meeste foute waarneming<strong>en</strong>, beslissing<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong><br />
handeling<strong>en</strong> van de leerling op <strong>en</strong> bespreekt deze.<br />
In <strong>en</strong>kele gevall<strong>en</strong> rijdt de leerling door, terwijl e<strong>en</strong><br />
fout onbesprok<strong>en</strong> wordt gelat<strong>en</strong>.<br />
De instructeur:<br />
- ziet bijna alle fout<strong>en</strong> van de rijtaak/deelhandeling<strong>en</strong> al<br />
in<br />
de kijkfase aankom<strong>en</strong> <strong>en</strong> maakt ze bespreekbaar /<br />
bespreekt ze.<br />
- neemt fout<strong>en</strong> in de uitvoering (deelhandeling<strong>en</strong> of totale<br />
rijtaak) tijdig waar.<br />
De leerling weet exact waar hij aan toe is.<br />
17. Signaler<strong>en</strong> 2 ─ Hardop lat<strong>en</strong> verwoord<strong>en</strong>: stimuleert de leerling (hardop) te verwoord<strong>en</strong> hoe hij e<strong>en</strong> rijtaak aanpakt of heeft aangepakt<br />
Contraproductief gedrag (1) Beginn<strong>en</strong>d productief gedrag (2) Productief gedrag (3)<br />
De instructeur stimuleert de leerling op ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele<br />
manier hardop te verwoord<strong>en</strong> hoe hij e<strong>en</strong> rijtaak aanpakt<br />
of heeft aangepakt.<br />
De leerling rijdt zijn route <strong>en</strong> hoeft ge<strong>en</strong> feedback te<br />
<strong>gev<strong>en</strong></strong>. Het blijft in het midd<strong>en</strong> hoe de leerling zijn rijtak<strong>en</strong><br />
aanpakt.<br />
De instructeur stimuleert de leerling onvoldo<strong>en</strong>de<br />
hardop te verwoord<strong>en</strong> hoe hij e<strong>en</strong> rijtaak aanpakt of<br />
heeft aangepakt. Dit gebeurt niet volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> aantal<br />
vaste stapp<strong>en</strong>.<br />
De leerling krijgt de kans e<strong>en</strong> aantal stapp<strong>en</strong> in de<br />
taakuitvoering te verduidelijk<strong>en</strong>.<br />
De instructeur stimuleert de leerling stap voor stap<br />
hardop te verwoord<strong>en</strong> hoe hij e<strong>en</strong> deelhandeling of de<br />
totale rijtaak aanpakt of heeft aangepakt (invoeg<strong>en</strong>,<br />
kruispunt berijd<strong>en</strong>).<br />
De leerling vertelt stap voor stap hoe hij e<strong>en</strong> taak<br />
aanpakt of heeft aangepakt. Het wordt zeer duidelijk<br />
welke deelstapp<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> rijtaak opgeslot<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong>.<br />
Hierdoor kan hij vroegtijdig bijgestuurd word<strong>en</strong>.<br />
14
<strong>IBKI</strong> versie 01‐10‐2012DEF<br />
WRM‐scorevoorschrift <strong>Instructie</strong> <strong>gev<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> coach<strong>en</strong><br />
18. Ondersteun<strong>en</strong> 1 ─ Hints/corriger<strong>en</strong>de aanwijzing<strong>en</strong>: geeft hints of corriger<strong>en</strong>de aanwijzing<strong>en</strong> over de uitvoering van rijtak<strong>en</strong><br />
Contraproductief gedrag (1) Beginn<strong>en</strong>d productief gedrag (2) Productief gedrag (3)<br />
De instructeur geeft de leerling niet of nauwelijks hints<br />
<strong>en</strong>/of corriger<strong>en</strong>de aanwijzing<strong>en</strong> hoe hij e<strong>en</strong> rijtaak moet<br />
aanpakk<strong>en</strong>, waar dit wel nodig is. Hij maakt niet duidelijk<br />
hoe gevaarlijke situaties kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong>/of lastige situaties kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangepakt.<br />
De leerling krijgt ge<strong>en</strong> beeld hoe problem<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong><br />
kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>en</strong> lastige situaties kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
aangepakt.<br />
De instructeur geeft diverse hints <strong>en</strong>/of corriger<strong>en</strong>de<br />
aanwijzing<strong>en</strong> over de uitvoering van rijtak<strong>en</strong>. Hij<br />
maakt niet geheel duidelijk hoe gevaarlijke situaties<br />
kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of lastige situaties<br />
kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangepakt.<br />
De leerling krijgt ge<strong>en</strong> volledig consequ<strong>en</strong>t beeld hoe<br />
problem<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>en</strong> lastige<br />
situaties kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangepakt.<br />
De instructeur geeft voldo<strong>en</strong>de hints <strong>en</strong>/of corriger<strong>en</strong>de<br />
aanwijzing<strong>en</strong> over de uitvoering van rijtak<strong>en</strong>. Hij maakt<br />
duidelijk hoe gevaarlijke situaties kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
voorkom<strong>en</strong> <strong>en</strong> lastige situaties kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
aangepakt.<br />
De leerling krijgt e<strong>en</strong> goed beeld hoe problem<strong>en</strong><br />
voorkom<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>en</strong> lastige situaties kunn<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> aangepakt.<br />
19. Ondersteun<strong>en</strong> 2 ─ Inhoudelijke verbeterpunt<strong>en</strong>: geeft feedback met concrete verbeterpunt<strong>en</strong> die inhoudelijk overe<strong>en</strong>komt met de Rijprocedure<br />
Contraproductief gedrag (1) Beginn<strong>en</strong>d productief gedrag (2) Productief gedrag (3)<br />
De instructeur:<br />
- geeft algeme<strong>en</strong> feedback met weinig of ge<strong>en</strong> tips om<br />
e<strong>en</strong> rijtaak anders aan te pakk<strong>en</strong><br />
- laat bijna alle kans<strong>en</strong> om verbeterpunt<strong>en</strong> te <strong>gev<strong>en</strong></strong><br />
ligg<strong>en</strong><br />
- geeft tips die niet klopp<strong>en</strong> met de Rijprocedure.<br />
De leerling krijgt onvolledig <strong>en</strong> regelmatig onjuist<br />
feedback. Dit kan bij de leerling leid<strong>en</strong> tot verwarring of<br />
onverschilligheid.<br />
De instructeur:<br />
- geeft feedback die klopt met de Rijprocedure<br />
- laat kans<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> om met concrete<br />
verbeterpunt<strong>en</strong> te kom<strong>en</strong>.<br />
De leerling mist feedback. Dit kan bij de leerling<br />
leid<strong>en</strong> tot mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van verwarring: ‘gaat het goed<br />
zo?’<br />
De instructeur:<br />
- geeft feedback die klopt met de Rijprocedure<br />
- b<strong>en</strong>ut de meeste kans<strong>en</strong> om feedback <strong>en</strong> concrete<br />
verbeterpunt<strong>en</strong> te <strong>gev<strong>en</strong></strong>.<br />
De leerling krijgt volledig <strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s de Rijprocedure<br />
juist feedback. Dit kan bij de leerling leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> Ahagevoel.<br />
‘Ja, ik snap het. Zo zit dat dus.’<br />
15
<strong>IBKI</strong> versie 01‐10‐2012DEF<br />
WRM‐scorevoorschrift <strong>Instructie</strong> <strong>gev<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> coach<strong>en</strong><br />
20. Ondersteun<strong>en</strong> 3 ─ Verklar<strong>en</strong>de feedback: bespreekt wat van e<strong>en</strong> rijtaak goed of fout is uitgevoerd volg<strong>en</strong>s gangbare criteria (veiligheidsmarges,<br />
technisch vloei<strong>en</strong>d, doorstroming, milieu, sociaal rijgedrag) <strong>en</strong> licht het waarom toe<br />
Contraproductief gedrag (1) Beginn<strong>en</strong>d productief gedrag (2) Productief gedrag (3)<br />
De instructeur doet weinig om te verduidelijk<strong>en</strong> waarom<br />
e<strong>en</strong> leerling iets goed of fout doet. Gevolg<strong>en</strong> van<br />
rijgedrag voor veiligheid, milieu, de andere weggebruiker<br />
e.d. kom<strong>en</strong> niet ter sprake.<br />
De leerling krijgt ge<strong>en</strong> beeld van waarom hij iets goed of<br />
fout doet. Dit kan bij de leerling leid<strong>en</strong> tot verwarring of<br />
onverschilligheid.<br />
De instructeur geeft wel aan welke handeling<strong>en</strong><br />
goed/fout ging<strong>en</strong>, maar laat e<strong>en</strong> aantal kans<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong>.<br />
Bijvoorbeeld vertelt hij wel vaak wat fout ging, maar<br />
niet altijd waarom. Hij verheldert niet altijd de<br />
oorzak<strong>en</strong> van fout<strong>en</strong><br />
De leerling mist soms onderdel<strong>en</strong> van verklar<strong>en</strong>de<br />
feedback. Dit kan bij de leerling leid<strong>en</strong> tot mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
van verwarring: ‘wat was er nu precies fout/goed?’<br />
21. Ondersteun<strong>en</strong> 4 ─ Ess<strong>en</strong>tiële zak<strong>en</strong>: laat in zijn feedback ess<strong>en</strong>tiële zak<strong>en</strong> aan de orde kom<strong>en</strong><br />
Contraproductief gedrag (1) Beginn<strong>en</strong>d productief gedrag (2) Productief gedrag (3)<br />
De instructeur:<br />
- zit er passief bij <strong>en</strong> zegt bijna niets, ook als er wel<br />
ess<strong>en</strong>tiële feedback is te <strong>gev<strong>en</strong></strong><br />
- heeft veel woord<strong>en</strong> nodig om duidelijk te mak<strong>en</strong> wat er<br />
goed of fout ging<br />
- praat aan één stuk door <strong>en</strong> treedt veel in details.<br />
De leerling hoort niet meer wat de instructeur zegt,<br />
omdat hij wordt overlad<strong>en</strong> met informatie. Of hij besteedt<br />
minder aandacht aan verbetering van fout<strong>en</strong>. Het gevolg<br />
is dat leerling niet leert van zijn fout<strong>en</strong> of afgeleid raakt<br />
van de rijtaak.<br />
De instructeur:<br />
- mist <strong>en</strong>kele ess<strong>en</strong>tiële punt<strong>en</strong> in zijn feedback<br />
- weidt in <strong>en</strong>kele gevall<strong>en</strong> nog uit, waar bondige<br />
feedback nodig was<br />
- in andere gevall<strong>en</strong> komt hij in weinig woord<strong>en</strong> tot de<br />
kern.<br />
De leerling kan mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van afdwal<strong>en</strong> (niet meer<br />
oplett<strong>en</strong>) hebb<strong>en</strong>.<br />
De instructeur zorgt ervoor dat de leerling e<strong>en</strong> scherp<br />
beeld heeft van wat waarom goed of fout ging:<br />
- welke handeling<strong>en</strong> goed/fout ging<strong>en</strong><br />
- volg<strong>en</strong>s welke criteria ze goed/fout ging<strong>en</strong><br />
- wat de oorzak<strong>en</strong> war<strong>en</strong> van goed/fout handel<strong>en</strong>.<br />
De instructeur neemt de zelfreflectie met de leerling door<br />
(BEELD-gedrag leerling versus WAARGENOMEN<br />
gedrag Instructeur).<br />
Hij geeft daarna het GEWENSTE Gedrag aan zoals<br />
beschrev<strong>en</strong> in de Rijprocedure.<br />
De leerling krijgt inzicht in waarom hij iets goed of fout<br />
doet. Dit kan bij de leerling leid<strong>en</strong> tot Aha-gevoel. ‘Ja, ik<br />
snap het. Zo zit dat.’<br />
De instructeur:<br />
- haalt ess<strong>en</strong>tiële zak<strong>en</strong> in het rijgedrag van de leerling<br />
naar bov<strong>en</strong><br />
- heeft heel weinig woord<strong>en</strong> nodig om concreet te mak<strong>en</strong><br />
wat goed of fout ging <strong>en</strong> waarom.<br />
De leerling kan reager<strong>en</strong> met: instemming of herk<strong>en</strong>ning<br />
<strong>en</strong> heeft weinig vrag<strong>en</strong>. Hij blijft geconc<strong>en</strong>treerd op de<br />
rijtaak.<br />
16
22. Ondersteun<strong>en</strong> 5 ─ Timing feedback: geeft op e<strong>en</strong> pass<strong>en</strong>d mom<strong>en</strong>t na de taakuitvoering feedback<br />
Contraproductief gedrag (1) Beginn<strong>en</strong>d productief gedrag (2) Productief gedrag (3)<br />
De instructeur:<br />
- geeft de leerling ge<strong>en</strong> kans eerst de taak uit te voer<strong>en</strong>,<br />
want hij komt al tijd<strong>en</strong>s de uitvoering met feedback<br />
- <strong>en</strong>/of wacht zo lang met het <strong>gev<strong>en</strong></strong> van feedback dat<br />
de situatie waar het om ging al helemaal uit beeld is.<br />
- heeft zichtbaar erg veel moeite om de situatie concreet<br />
terug te hal<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> nabespreking.<br />
De leerling:<br />
- krijgt niet kans de rijtaak eerst helemaal te oef<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
- <strong>en</strong>/of weet niet meer over welke situatie <strong>en</strong> welk gedrag<br />
de instructeur spreekt <strong>en</strong> heeft op die manier weinig<br />
baat bij de feedback.<br />
<strong>IBKI</strong> versie 01‐10‐2012DEF<br />
De instructeur:<br />
- laat in e<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel geval de leerling niet de kans eerst<br />
de taak uit te voer<strong>en</strong> alvor<strong>en</strong>s met feedback te<br />
kom<strong>en</strong><br />
- geeft in de meeste gevall<strong>en</strong> feedback zoals<br />
beschrev<strong>en</strong> onder ‘Productief gedrag’<br />
- haalt in <strong>en</strong>kele gevall<strong>en</strong> situaties naar vor<strong>en</strong> die al te<br />
lang uit beeld zijn om nog helder voor de geest te<br />
staan.<br />
De leerling:<br />
- wordt in e<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel geval de kans ontnom<strong>en</strong> de<br />
rijtaak<br />
eerst helemaal te oef<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
- weet in <strong>en</strong>kele gevall<strong>en</strong> niet meer het situatieverloop<br />
op te roep<strong>en</strong> waar de instructeur over spreekt.<br />
Meestal is de feedback goed plaatsbaar.<br />
WRM‐scorevoorschrift <strong>Instructie</strong> <strong>gev<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> coach<strong>en</strong><br />
De instructeur:<br />
- geeft de leerling kans eerst de taak uit te voer<strong>en</strong><br />
alvor<strong>en</strong>s met feedback te kom<strong>en</strong><br />
- geeft feedback op e<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>t dat de leerling zich<br />
de situatie nog helder voor de geest kan hal<strong>en</strong><br />
- vermijdt situaties na te besprek<strong>en</strong> die pas na lange tijd<br />
teruggehaald kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />
De leerling:<br />
- krijgt de kans de rijtaak eerst helemaal te oef<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
- weet exact het situatieverloop op te roep<strong>en</strong> waarover<br />
de<br />
instructeur spreekt. Hij kan de feedback daardoor<br />
goed<br />
plaats<strong>en</strong> <strong>en</strong> herk<strong>en</strong>t de feedback.<br />
17
<strong>IBKI</strong> versie 01‐10‐2012DEF<br />
WRM‐scorevoorschrift <strong>Instructie</strong> <strong>gev<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> coach<strong>en</strong><br />
23. Afstemm<strong>en</strong> 1 ─ Sturing naar niveauverhoging: geeft de leerling precies díe steun die hij nodig heeft om e<strong>en</strong> stap vooruit te mak<strong>en</strong> in de beheersing<br />
van de rijtaak<br />
Contraproductief gedrag (1) Beginn<strong>en</strong>d productief gedrag (2) Productief gedrag (3)<br />
De instructeur gaat bij het coach<strong>en</strong> bijna volledig voorbij<br />
aan het niveau dat de leerling op dat mom<strong>en</strong>t heeft.<br />
Bij e<strong>en</strong> beginn<strong>en</strong>d niveau of e<strong>en</strong> trage leerling:<br />
gaat hij te snel voor de leerling in zijn feedback<br />
verzuimt hij handelwijz<strong>en</strong> stap voor stap te lat<strong>en</strong><br />
verwoord<strong>en</strong>, daar waar de leerling nog ge<strong>en</strong> goed beeld<br />
heeft van de uit te voer<strong>en</strong> rijtaak<br />
Bij e<strong>en</strong> gevorderd niveau of e<strong>en</strong> snelle leerling:<br />
- legt hij in zijn feedback onnodig veel zak<strong>en</strong> uit die de<br />
leerling al bek<strong>en</strong>d moet<strong>en</strong> zijn in deze fase van de<br />
opleiding<br />
- gaat hij uitgebreid aanwijzing<strong>en</strong> <strong>gev<strong>en</strong></strong>, waar e<strong>en</strong> korte<br />
hint al g<strong>en</strong>oeg is.<br />
E<strong>en</strong> beginn<strong>en</strong>de of trage leerling krijgt instructie op e<strong>en</strong><br />
te complex niveau (te weinig tuss<strong>en</strong>stapp<strong>en</strong>), waardoor<br />
hij weinig zal ler<strong>en</strong>.<br />
E<strong>en</strong> gevorderde of snelle leerling krijgt instructie op e<strong>en</strong><br />
te simpel niveau (te veel tuss<strong>en</strong>stapp<strong>en</strong>, te weinig<br />
uitdaging) <strong>en</strong> leert minder snel dan zou kunn<strong>en</strong>.<br />
De instructeur mist in e<strong>en</strong> aantal gevall<strong>en</strong> kans<strong>en</strong> om<br />
aan te sluit<strong>en</strong> bij het niveau van de leerling.<br />
Hij geeft in de rest van de lessituaties bij het coach<strong>en</strong><br />
precies die steun die past bij het niveau dat de leerling<br />
op dat mom<strong>en</strong>t heeft.<br />
E<strong>en</strong> beginn<strong>en</strong>de of trage leerling <strong>en</strong> e<strong>en</strong> gevorderde<br />
of snelle leerling krijg<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de kans<strong>en</strong> om te ler<strong>en</strong><br />
op e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> niveau, maar word<strong>en</strong> niet volledig<br />
aangesprok<strong>en</strong> op hun niveau. Leerstapp<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />
meer optimaal zijn.<br />
De instructeur geeft bij het coach<strong>en</strong> precies die steun<br />
die past bij het niveau dat de leerling op dat mom<strong>en</strong>t<br />
heeft. Hij br<strong>en</strong>gt de leerling in de zone van de naaste<br />
ontwikkeling.<br />
Bij e<strong>en</strong> beginn<strong>en</strong>d niveau of e<strong>en</strong> trage leerling:<br />
- geeft hij precies die uitleg voor de leerling die nodig is<br />
om verder te kom<strong>en</strong><br />
- doet hij handelwijz<strong>en</strong> zelf voor, die de leerling e<strong>en</strong><br />
duidelijk beeld <strong>gev<strong>en</strong></strong> van de rijtaak.<br />
Bij e<strong>en</strong> gevorderd niveau of e<strong>en</strong> snelle leerling:<br />
- houdt hij feedback beperkt als leerling blijkt geeft van<br />
voldo<strong>en</strong>de begrip<br />
- volstaat hij met e<strong>en</strong> korte hint, of laat leerling eerst zelf<br />
do<strong>en</strong> voor hij zelf feedback geeft.<br />
E<strong>en</strong> beginn<strong>en</strong>de of trage leerling <strong>en</strong> e<strong>en</strong> gevorderde of<br />
snelle leerling word<strong>en</strong> beid<strong>en</strong> precies op maat bedi<strong>en</strong>d<br />
<strong>en</strong> zett<strong>en</strong> respectievelijk kleine <strong>en</strong> grotere stapp<strong>en</strong> naar<br />
e<strong>en</strong> hoger vaardigheidsniveau.<br />
18
<strong>IBKI</strong> versie 01‐10‐2012DEF<br />
WRM‐scorevoorschrift <strong>Instructie</strong> <strong>gev<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> coach<strong>en</strong><br />
24. Afstemm<strong>en</strong> 2 ─ Sturing naar zelfstandigheid: geeft de leerling de mate van zelfstandigheid die past bij de tot dan toe gemaakte vordering<strong>en</strong><br />
Contraproductief gedrag (1) Beginn<strong>en</strong>d productief gedrag (2) Productief gedrag (3)<br />
De instructeur laat bij e<strong>en</strong> beginn<strong>en</strong>de leerling te veel<br />
over aan de zelfstandigheid van de leerling, daar waar<br />
hints <strong>en</strong> instructie nog nodig zijn.<br />
Bij e<strong>en</strong> gevorderde leerling is hij in bijna alle<br />
verkeerssituaties de leerling voor met gedetailleerde<br />
aanwijzing<strong>en</strong>, terwijl de leerling overduidelijk evid<strong>en</strong>t met<br />
minder aanwijzing<strong>en</strong> zelfstandig de rijtaak zou kunn<strong>en</strong><br />
uitvoer<strong>en</strong>.<br />
De beginn<strong>en</strong>de leerling voert rijtak<strong>en</strong> uit die hij nog lang<br />
niet zelfstandig aankan. Het gevolg kan zijn dat hij fout<strong>en</strong><br />
aanleert <strong>en</strong> e<strong>en</strong> misplaatst gevoel van bekwaamheid<br />
ontwikkelt.<br />
De gevorderde leerling voert rijtak<strong>en</strong> uit exact op<br />
aanwijzing van de instructeur. Het gevolg kan zijn dat hij<br />
steeds afwacht<strong>en</strong>der <strong>en</strong> onzekerder wordt <strong>en</strong> afhankelijk<br />
van de instructeur.<br />
De instructeur laat bij e<strong>en</strong> beginn<strong>en</strong>de leerling in<br />
<strong>en</strong>kele gevall<strong>en</strong> onderdel<strong>en</strong> over aan de<br />
zelfstandigheid van de leerling, daar waar hints <strong>en</strong><br />
instructie nog nodig zijn.<br />
Bij e<strong>en</strong> gevorderde leerling biedt hij de leerling<br />
geleg<strong>en</strong>heid om onderdel<strong>en</strong> van de rijtaak zelfstandig<br />
te lat<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong> of situaties geheel zelfstandig op te<br />
loss<strong>en</strong>. Toch laat hij per les nog <strong>en</strong>kele kans<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong><br />
om de leerling zelfstandig de rijtaak te lat<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>.<br />
De beginn<strong>en</strong>de leerling voert soms rijtak<strong>en</strong> uit die hij<br />
nog niet zelfstandig aankan.<br />
De gevorderde leerling is niet duidelijk afhankelijk van<br />
wat de instructeur aanreikt. Toch zijn er nog<br />
mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> waarin hij de leerling meer zelfstandig had<br />
kunn<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> besliss<strong>en</strong>.<br />
De instructeur laat bij e<strong>en</strong> beginn<strong>en</strong>de leerling alle<strong>en</strong><br />
onderdel<strong>en</strong> over aan de zelfstandigheid van de leerling<br />
waar hints <strong>en</strong> instructie niet noodzakelijk zijn.<br />
Bij e<strong>en</strong> gevorderde leerling biedt hij kans<strong>en</strong> om<br />
onderdel<strong>en</strong> van de rijtaak als het kan zonder<br />
aanwijzing<strong>en</strong> uit te voer<strong>en</strong>. Ook moedigt hij leerling<strong>en</strong><br />
aan om zelfstandig te rijd<strong>en</strong> zonder aanwijzing<strong>en</strong>.<br />
De instructeur stuurt de leerling in zijn m<strong>en</strong>tale<br />
overcapaciteit.<br />
De beginn<strong>en</strong>de leerling voert precies die rijtak<strong>en</strong><br />
zelfstandig uit die aankan, <strong>en</strong> wordt gestuurd in die tak<strong>en</strong><br />
die hij nog (lang) niet zelfstandig aankan.<br />
De gevorderde leerling leert zelf keuzes te mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> te<br />
bepal<strong>en</strong> waar <strong>en</strong> welke handeling hij uitvoert. Hierdoor<br />
neemt de kans op e<strong>en</strong> zelfstandige rijhouding toe.<br />
19
<strong>IBKI</strong> versie 01‐10‐2012DEF<br />
WRM‐scorevoorschrift <strong>Instructie</strong> <strong>gev<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> coach<strong>en</strong><br />
25. Leerhouding 1 ─ Positieve beleving: stimuleert e<strong>en</strong> positieve beleving bij de rijtaakuitvoering (humor, relativering, plezier inbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>)<br />
Contraproductief gedrag (1) Beginn<strong>en</strong>d productief gedrag (2) Productief gedrag (3)<br />
De instructeur:<br />
- doet er weinig aan om de leerling de rijles op positieve<br />
manier te lat<strong>en</strong> belev<strong>en</strong>; hij slaagt daarin ook niet<br />
overtuig<strong>en</strong>d<br />
- is voortdur<strong>en</strong>d ernstig over alles wat gebeurt<br />
- neemt ge<strong>en</strong> ruimte voor e<strong>en</strong> grap of humoristische<br />
opmerking.<br />
De leerling rijdt plichtmatig zijn rijles. Ervaart niet of<br />
nauwelijks plezier. Er kunn<strong>en</strong> tek<strong>en</strong><strong>en</strong> van gespann<strong>en</strong><br />
sfeer of onvrede ontstaan.<br />
De instructeur toont initiatiev<strong>en</strong> om de leerling de<br />
rijles op positieve manier te lat<strong>en</strong> belev<strong>en</strong> (zie onder<br />
‘Productief’), maar slaagt er niet altijd in dit te<br />
bereik<strong>en</strong>.<br />
De leerling Is over het algeme<strong>en</strong> positief gestemd.<br />
Toont ge<strong>en</strong> onvrede.<br />
26. Leerhouding 2 ─ Complim<strong>en</strong>ter<strong>en</strong>: geeft gedoseerd complim<strong>en</strong>t<strong>en</strong> als zak<strong>en</strong> goed zijn uitgevoerd<br />
Contraproductief gedrag (1) Beginn<strong>en</strong>d productief gedrag (2) Productief gedrag (3)<br />
De instructeur:<br />
- geeft nauwelijks e<strong>en</strong> complim<strong>en</strong>t. Hij laat bijna alle<br />
kans<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> om goede oplossing<strong>en</strong> voor<br />
verkeerstak<strong>en</strong> (of e<strong>en</strong> goede waarneming) te belon<strong>en</strong><br />
met e<strong>en</strong> complim<strong>en</strong>t.<br />
- of overlaadt de leerling juist met complim<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, ook<br />
waar dit niet pass<strong>en</strong>d is, bijvoorbeeld als de leerling<br />
gelet op zijn niveau iets al lang moet kunn<strong>en</strong>.<br />
De leerling:<br />
- kan het gevoel krijg<strong>en</strong>: heeft hij e<strong>en</strong> hekel aan me?<br />
doe ik dan niets goed? moet het nog beter?<br />
- of kan het gevoel krijg<strong>en</strong>: hij bedondert me, het zal wel.<br />
De instructeur complim<strong>en</strong>teert de leerling zoals<br />
onder ‘productief’, maar laat nog kans<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> of<br />
geeft in <strong>en</strong>kele gevall<strong>en</strong> onterecht e<strong>en</strong> complim<strong>en</strong>t.<br />
De leerling zal overweg<strong>en</strong>d e<strong>en</strong> positief gevoel<br />
hebb<strong>en</strong> bij het rijd<strong>en</strong>, zonder dat hij dat opvall<strong>en</strong>d laat<br />
merk<strong>en</strong>.<br />
De instructeur:<br />
- slaagt erin <strong>en</strong> doet er alles aan om de leerling de rijles<br />
op positieve manier te lat<strong>en</strong> belev<strong>en</strong><br />
- gebruikt humor tijd<strong>en</strong>s de rijles (‘dat was ev<strong>en</strong> de turbo;<br />
die man was nog ev<strong>en</strong> niet wakker..’)<br />
- relativeert foutjes, zonder deze als onbelangrijk af te<br />
do<strong>en</strong>.<br />
De leerling toont zichtbaar plezier of g<strong>en</strong>oeg<strong>en</strong> in het<br />
rijd<strong>en</strong>. Hij voelt zich op zijn gemak.<br />
Tev<strong>en</strong>s werkt het bevorder<strong>en</strong>d voor wat betreft het eig<strong>en</strong><br />
leerproces.<br />
De instructeur:<br />
Geeft de leerling complim<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor de zak<strong>en</strong> die goed<br />
gaan, in ieder geval:<br />
- in situaties waarvan de leerling dacht ze zelf niet te<br />
kunn<strong>en</strong> oploss<strong>en</strong><br />
- in complexe situaties die veel van de leerling vrag<strong>en</strong>.<br />
De leerling krijgt e<strong>en</strong> bevestiging dat hij de taak aankan,<br />
stimulans, reageert duidelijk met voldaan gevoel (wow!).<br />
Hierdoor krijgt zijn zelfvertrouw<strong>en</strong> e<strong>en</strong> positieve boost!<br />
20
<strong>IBKI</strong> versie 01‐10‐2012DEF<br />
WRM‐scorevoorschrift <strong>Instructie</strong> <strong>gev<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> coach<strong>en</strong><br />
27. Leerhouding 3 ─ Acceptatie fout<strong>en</strong> <strong>en</strong> onzekerhed<strong>en</strong>: b<strong>en</strong>adrukt dat fout<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> onderdeel is van het leerproces (niet doorzeur<strong>en</strong> over fout<strong>en</strong>)<br />
Contraproductief gedrag (1) Beginn<strong>en</strong>d productief gedrag (2) Productief gedrag (3)<br />
De instructeur:<br />
- gaat steeds nadrukkelijk op fout<strong>en</strong> in<br />
- zeurt door over fout<strong>en</strong> als de situatie al lang voorbij is,<br />
ook als er e<strong>en</strong> nieuwe verkeerssituatie is die aandacht<br />
vraagt.<br />
- (soms) wordt gemakkelijk kwaad bij gemaakte fout<strong>en</strong>;<br />
of zucht nadrukkelijk of reageert geïrriteerd bij het mak<strong>en</strong><br />
van fout<strong>en</strong><br />
De leerling kan hierop reager<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> negatief<br />
gevoel: irritatie, boosheid, verdriet, onverschilligheid<br />
(daar heb je hem weer).<br />
De instructeur geeft ge<strong>en</strong> negatieve lading aan<br />
fout<strong>en</strong>, zoals bij ‘contraproductief’, maar laat soms<br />
kans<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> om het leerzame van fout<strong>en</strong> te<br />
onderstrep<strong>en</strong>.<br />
De leerling zal niet met e<strong>en</strong> negatief gevoel reager<strong>en</strong>,<br />
maar wordt ook niet sterk uitgedaagd om het extra<br />
goed te do<strong>en</strong>.<br />
De instructeur geeft kort weer wat er fout is gegaan,<br />
maar laat steeds merk<strong>en</strong> dat fout<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong>,<br />
dat je van fout<strong>en</strong> leert (bijv.: ‘je krijgt nog kans om dit te<br />
herstell<strong>en</strong> ; doe je het extra netjes’)<br />
De leerling kan hierop reager<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> positief gevoel:<br />
gerustgesteld zijn, extra uitdaging om het beter te do<strong>en</strong>.<br />
21
<strong>IBKI</strong> versie 01‐10‐2012DEF<br />
WRM‐scorevoorschrift <strong>Instructie</strong> <strong>gev<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> coach<strong>en</strong><br />
28. Leerhouding 4 ─ Verwachting<strong>en</strong> uit<strong>en</strong>, vertrouw<strong>en</strong> ton<strong>en</strong>: uit positieve verwachting<strong>en</strong> van de leerling, toont vertrouw<strong>en</strong> in de leerling<br />
Contraproductief gedrag (1) Beginn<strong>en</strong>d productief gedrag (2) Productief gedrag (3)<br />
De instructeur geeft in zijn gedrag nauwelijks aan<br />
vertrouw<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong> dat de leerling zal ler<strong>en</strong> rijd<strong>en</strong>. Hij<br />
b<strong>en</strong>adrukt het negatieve <strong>en</strong> laat e<strong>en</strong> zeker wantrouw<strong>en</strong><br />
zi<strong>en</strong>:<br />
- ‘het schiet niet erg op’<br />
- ‘dit leer je toch niet; dat gaat lang dur<strong>en</strong>’<br />
- ‘dat is niet zo’n slimme vraag’<br />
- ‘dat zal voor jou moeilijk word<strong>en</strong>’.<br />
De leerling:<br />
- kan zich hierdoor terugtrekk<strong>en</strong><br />
- kan bang zijn om fout<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong>, gaat zich steeds<br />
verontschuldig<strong>en</strong> voor fout<strong>en</strong><br />
-of komt in verzet teg<strong>en</strong> de instructeur: prober<strong>en</strong> met<br />
argum<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> zijn gelijk te hal<strong>en</strong>; in conflict rak<strong>en</strong>.<br />
De instructeur uit ge<strong>en</strong> wantrouw<strong>en</strong> in de leerling,<br />
b<strong>en</strong>adrukt regelmatig wat goed gaat (zie bij<br />
productief).<br />
Hij laat nog wel twee kans<strong>en</strong> per les ligg<strong>en</strong> om<br />
duidelijk vertrouw<strong>en</strong> in de leerling uit te sprek<strong>en</strong>.<br />
De leerling laat zeker ge<strong>en</strong> tek<strong>en</strong><strong>en</strong> van gering<br />
zelfvertrouw<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> of verzet teg<strong>en</strong> de instructeur .<br />
De instructeur b<strong>en</strong>adrukt in zijn gedrag er vertrouw<strong>en</strong> in<br />
te hebb<strong>en</strong> dat de leerling zal ler<strong>en</strong> rijd<strong>en</strong>. Hij b<strong>en</strong>adrukt<br />
wat goed gaat.<br />
- ‘het zijn kleine stapjes, maar je gaat echt vooruit’<br />
- ‘er zijn ge<strong>en</strong> domme vrag<strong>en</strong>; je mag alles vrag<strong>en</strong>’<br />
- ‘probeer het maar’.<br />
De leerling zal zich gemakkelijk durv<strong>en</strong> uit<strong>en</strong>; e<strong>en</strong> vraag<br />
stell<strong>en</strong>. Hij Is niet bang fout<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong>, kan op<strong>en</strong> zijn<br />
over eig<strong>en</strong> fout<strong>en</strong>.<br />
22
29. Interpersoonlijk handel<strong>en</strong> 1 ─ Contact mak<strong>en</strong>: leeft zich zichtbaar in in de leefwereld van de leerling<br />
Contraproductief gedrag (1) Beginn<strong>en</strong>d productief gedrag (2) Productief gedrag (3)<br />
De instructeur heeft moeizaam tot ge<strong>en</strong> contact met de<br />
leerling. Gesprekjes word<strong>en</strong> nauwelijks aangeknoopt of<br />
lop<strong>en</strong> al snel vast.<br />
Het beperkte contact werkt ook averechts op de<br />
op<strong>en</strong>heid in de rijles. Gevoelighed<strong>en</strong> zoals het mak<strong>en</strong><br />
van fout<strong>en</strong> word<strong>en</strong> minder vaak besprok<strong>en</strong>.<br />
Er heerst e<strong>en</strong> ongemakkelijke sfeer.<br />
De leerling voelt zich zichtbaar onbegrep<strong>en</strong>; er zijn<br />
misverstandjes, veroorzaakt door uitblijv<strong>en</strong>d contact.<br />
Waar moet<strong>en</strong> we het over hebb<strong>en</strong>?<br />
<strong>IBKI</strong> versie 01‐10‐2012DEF<br />
De instructeur neemt de geleg<strong>en</strong>heid om naast de<br />
instructie-inhoud ook met de leerling van gedacht<strong>en</strong> te<br />
wissel<strong>en</strong> over zak<strong>en</strong> die hem/haar bezig houd<strong>en</strong>.<br />
In <strong>en</strong>kele gevall<strong>en</strong> prat<strong>en</strong> instructeur <strong>en</strong> leerling langs<br />
elkaar he<strong>en</strong> (bijvoorbeeld doordat ze elkaar niet<br />
snapp<strong>en</strong>), maar dit werkt niet negatief in op de les.<br />
De leerling toont ge<strong>en</strong> tek<strong>en</strong><strong>en</strong> van zich<br />
ongemakkelijk voel<strong>en</strong>.<br />
30. Interpersoonlijk handel<strong>en</strong> 2 ─ Taalniveau: past taalgebruik <strong>en</strong> taalniveau aan de leerling aan<br />
Contraproductief gedrag (1) Beginn<strong>en</strong>d productief gedrag (2) Productief gedrag (3)<br />
De instructeur:<br />
- sluit niet aan bij het taalniveau van de leerling<br />
- gebruikt in meer dan de helft van de situaties te<br />
moeilijke<br />
uitdrukking<strong>en</strong>, die de leerling niet begrijpt; of gebruikt<br />
veel<br />
onnodige vaktaal of technische term<strong>en</strong><br />
- of hanteert voortdur<strong>en</strong>d als beledig<strong>en</strong>d overkom<strong>en</strong>de<br />
simpele taal.<br />
De leerling:<br />
- begrijpt toelichting<strong>en</strong> regelmatig niet<br />
- of voelt zich als e<strong>en</strong> kleuter behandeld (te simpele taal<br />
voor hoger opgeleide: ‘ja, dat snap ik wel hoor’).<br />
De instructeur sluit overweg<strong>en</strong>d aan op het<br />
taalniveau van de leerling.<br />
Hij drukt zich in twee à drie situaties niet volledig<br />
begrijpelijk uit.<br />
Voor de leerling zijn er tijd<strong>en</strong>s het lesverloop slechts<br />
<strong>en</strong>kele mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met misverstand<strong>en</strong>.<br />
WRM‐scorevoorschrift <strong>Instructie</strong> <strong>gev<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> coach<strong>en</strong><br />
De instructeur houdt contact met de leerling doordat hij<br />
naast de instructie-inhoud ook met de leerling van<br />
gedacht<strong>en</strong> wisselt over zak<strong>en</strong> die hem/haar bezig<br />
houd<strong>en</strong> (het nieuws, het werk, de opleiding (overig<strong>en</strong>s<br />
niet constant!).<br />
Het contact maakt dat veel zak<strong>en</strong>, ook gevoelige als<br />
fout<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>, besprok<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in de les.<br />
De leerling voelt zich zichtbaar op zijn gemak. Er heerst<br />
e<strong>en</strong> op<strong>en</strong>, plezierige sfeer.<br />
De instructeur houdt bij het <strong>gev<strong>en</strong></strong> van uitleg <strong>en</strong><br />
feedback rek<strong>en</strong>ing met de taalachtergrond van de<br />
leerling: laag of hoog opleidingsniveau, allochtoon of<br />
autochtoon, jongere of middelbare leeftijd.<br />
De leerling voelt zich aangesprok<strong>en</strong> op zijn niveau.<br />
Tijd<strong>en</strong>s het verloop van de les blijkt steeds dat alle<br />
feedback wordt begrep<strong>en</strong>.<br />
23
ALGEMEEN<br />
31. Tijdverdeling ─ Tijd faser<strong>en</strong>: verdeelt de beschikbare tijd proportioneel<br />
Contraproductief gedrag (1) Beginn<strong>en</strong>d productief gedrag (2) Productief gedrag (3)<br />
De instructeur verdeelt de beschikbare tijd niet<br />
proportioneel over de Inleiding, Kern <strong>en</strong> Afsluiting van de<br />
les, waardoor de leerling onvoldo<strong>en</strong>de tijd heeft om zijn<br />
leerdoel te hal<strong>en</strong>.<br />
De leerling haalt hierdoor onvoldo<strong>en</strong>de r<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t uit<br />
de beschikbare tijd.<br />
<strong>IBKI</strong> versie 01‐10‐2012DEF<br />
De instructeur verdeelt de beschikbare tijd niet geheel<br />
juist, waardoor de leerling onvoldo<strong>en</strong>de tijd krijgt om<br />
optimaal r<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t uit de beschikbare tijd te hal<strong>en</strong>.<br />
WRM‐scorevoorschrift <strong>Instructie</strong> <strong>gev<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> coach<strong>en</strong><br />
De instructeur verdeelt de beschikbare tijd<br />
proportioneel over de Inleiding, Kern <strong>en</strong> Afsluiting van de<br />
les.<br />
De leerling haalt hierdoor optimaal r<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t uit de<br />
beschikbare tijd.<br />
32. Administratie ─ Gebruik <strong>Instructie</strong>vordering<strong>en</strong>kaart: hanteert de instructievordering<strong>en</strong>kaart/RIS werkboek op de juiste wijze <strong>en</strong> op de juiste<br />
mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
Contraproductief gedrag (1) Beginn<strong>en</strong>d productief gedrag (2) Productief gedrag (3)<br />
De instructeur gebruikt ge<strong>en</strong> <strong>Instructie</strong>vordering<strong>en</strong>kaart/RIS‐werkboek.<br />
Voor de leerling is het niet duidelijk welke vordering<strong>en</strong><br />
hij heeft gemaakt, dan wel welke aandachtspunt<strong>en</strong> voor<br />
hem van belang zijn.<br />
De instructeur gebruikt de<br />
<strong>Instructie</strong>vordering<strong>en</strong>kaart/RIS‐werkboek niet op het<br />
juiste mom<strong>en</strong>t van de les om de vordering<strong>en</strong> van de<br />
leerling te noter<strong>en</strong>.<br />
Hij vult de resultat<strong>en</strong> van de vordering<strong>en</strong> van de leerling<br />
onjuist in.<br />
Voor de leerling is niet geheel duidelijk welke<br />
vordering<strong>en</strong> hij heeft gemaakt, dan wel welke<br />
aandachtspunt<strong>en</strong> voor hem van belang kunn<strong>en</strong> zijn.<br />
De instructeur gebruikt de<br />
<strong>Instructie</strong>vordering<strong>en</strong>kaart/RIS werkboek om de<br />
vordering<strong>en</strong> van de leerling te noter<strong>en</strong> <strong>en</strong> bespreekt aan<br />
de hand van deze vordering<strong>en</strong> het leerresultaat tijd<strong>en</strong>s<br />
de inleiding <strong>en</strong> de afsluiting van de les.<br />
Voor de leerling is het duidelijk welke vordering<strong>en</strong> hij<br />
heeft gemaakt, dan wel welke aandachtspunt<strong>en</strong> voor<br />
hem van belang zijn.<br />
24
<strong>IBKI</strong> versie 01‐10‐2012DEF<br />
WRM‐scorevoorschrift <strong>Instructie</strong> <strong>gev<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> coach<strong>en</strong><br />
33. Overdracht ─ Gebruik lesplan: gebruikt e<strong>en</strong> lesplan, wanneer aanwezig, als leidraad <strong>en</strong> ter ondersteuning alle<strong>en</strong> als dat nodig is<br />
Contraproductief gedrag (1) Beginn<strong>en</strong>d productief gedrag (2) Productief gedrag (3)<br />
De instructeur leest, wanneer e<strong>en</strong> lesplan wordt<br />
gebruikt, voortdur<strong>en</strong>d daaruit voor.<br />
De leerling krijgt hierdoor onvoldo<strong>en</strong>de aandacht.<br />
De instructeur gebruikt e<strong>en</strong> lesplan, wanneer<br />
aanwezig, op verkeerde mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.<br />
De leerling kan hierdoor minder aandacht krijg<strong>en</strong>.<br />
34. Verkeersveiligheid ─ Voorkom<strong>en</strong> verkeersovertreding<strong>en</strong>: voorkomt het pleg<strong>en</strong> van verkeersovertreding<strong>en</strong><br />
Contraproductief gedrag (1) Beginn<strong>en</strong>d productief gedrag (2) Productief gedrag (3)<br />
De instructeur pleegt e<strong>en</strong> verwijtbare<br />
verkeersovertreding of geeft aan de leerling e<strong>en</strong><br />
opdracht die e<strong>en</strong> verwijtbare verkeersovertreding<br />
oplevert.<br />
De instructeur gebruikt e<strong>en</strong> lesplan, wanneer<br />
aanwezig, uitsluit<strong>en</strong>d als leidraad of ter ondersteuning.<br />
De leerling ervaart hierdoor de maximale aandacht.<br />
De instructeur voorkomt het pleg<strong>en</strong> van<br />
verkeersovertreding<strong>en</strong> van zichzelf <strong>en</strong> van de leerling.<br />
25