lokaal sociaal beleidsplan 2008-2013 - Gemeente Ardooie
lokaal sociaal beleidsplan 2008-2013 - Gemeente Ardooie
lokaal sociaal beleidsplan 2008-2013 - Gemeente Ardooie
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
.<br />
OCMW-SOCIAAL HUIS<br />
MARKTPLEIN 1<br />
8850 ARDOOIE<br />
051/74.03.70<br />
GEMEENTEHUIS<br />
POLENPLEIN 15<br />
8850 ARDOOIE<br />
051/74.40.40<br />
Gunstig geadviseerd door de stuurgroep Lokaal Sociaal Beleid dd. 28 december 2007<br />
Goedgekeurd door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn dd. 8 januari <strong>2008</strong><br />
Goedgekeurd door de <strong>Gemeente</strong>raad dd. 21 januari <strong>2008</strong>
INHOUDSTAFEL<br />
I. Voorwoord 3<br />
II. Kader en aanpak van het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> beleid 5<br />
III. Omgevingsanalyse 8<br />
IV. Geïntegreerde visie op het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> beleid 56<br />
V. Meerjarenplan met acties en inzet van middelen 60<br />
VI. Taakverdeling en werkafspraken tussen gemeente en OCMW 84<br />
VII. Participatie van lokale actoren 86<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
2
I. VOORWOORD<br />
Op 3 maart 2004 heeft het Vlaams Parlement het decreet betreffende <strong>sociaal</strong> beleid<br />
uitgevaardigd. Naast de belangrijke bepalingen omtrent de coördinatie van het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong><br />
beleid en de verbetering van de dienstverlening voor de burger, heeft dit decreet het<br />
opstellen van een <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> verplicht gesteld. Deze nieuwe taak voor de<br />
lokale besturen zet de trend van de hogere overheden verder om de lokale besturen aan te<br />
sturen om op ieder beleidsdomein zoveel mogelijk via een gecoördineerde en<br />
gestructureerde planning te werk te gaan (cf. jeugdwerk<strong>beleidsplan</strong>, cultureel <strong>beleidsplan</strong>,<br />
sport<strong>beleidsplan</strong>, etc.).<br />
Binnen de gemeente <strong>Ardooie</strong>-Koolskamp waren traditioneel de verschillende aspecten van<br />
het <strong>sociaal</strong> beleid verdeeld over de diensten van het gemeentebestuur en het OCMW. De<br />
laatste jaren werd echter de keuze gemaakt om geleidelijk aan alle dienstverlening inzake<br />
sociale materies bij het OCMW te centraliseren. In dit kader werden ondermeer de diensten<br />
van het OCMW en het PWA in 2005 samen ondergebracht in een volwaardig Sociaal Huis<br />
(in de gebouwen van het vroegere gemeentehuis). Het leek dan ook logisch om in het<br />
verlengde van deze centralisatie de concrete opmaak van het eerste lokale <strong>beleidsplan</strong><br />
<strong>2008</strong>-<strong>2013</strong> eveneens aan het OCMW toe te wijzen.<br />
De opmaak van een plan biedt een ideale gelegenheid om even stil te staan bij de huidige<br />
situatie en een foto te maken van de realiteit binnen de gemeente. In deze optiek bakende<br />
de stuurgroep bij de voorbereiding van huidig plan 5 beleidsdomeinen af waarvoor een<br />
grondige omgevingsanalyse werd verricht. Deze omgevingsanalyse gaf de mogelijkheid om<br />
bepaalde gegevens en cijfers te verzamelen waar voordien nooit of slechts versnipperd<br />
gebruik van werd gemaakt. Voor statistische cijfergegevens werd bijvoorbeeld het steunpunt<br />
Sociale Planning van het Provinciebestuur West-Vlaanderen ingeschakeld. Deze gegevens<br />
stelden de opstellers in staat om op gerichte wijze een SWOT-analyse op te stellen en<br />
beleidsvoorstellen te doen.<br />
Het spreekt voor zich dat een <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> geen eindpunt is, maar slechts een<br />
begin. Lokaal <strong>sociaal</strong> beleid is een taak van elke dag. Gedurende de komende legislatuur<br />
zullen de aanzetten en voorstellen die in huidig plan naar voren komen, verder worden<br />
bekeken en waar nodig uitgewerkt. Veel actiepunten die vanuit huidig plan naar boven<br />
kwamen, zijn reeds opgenomen in het meerjarenplan <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong> van het OCMW. Andere<br />
zaken behoeven nog een verdere evaluatie samen met de verschillende diensten en de<br />
lokale actoren.<br />
Dit plan is tot stand gekomen dankzij de medewerking van verschillende personen. Ik hou er<br />
dan ook aan om alle mensen die op één of andere wijze betrokken waren bij het opstellen<br />
van huidig plan te bedanken. In het bijzonder wens ik volgende personen, die met enorm<br />
veel energie en inzet hebben meegewerkt om dit <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> tijdig af te leveren,<br />
oprecht te danken:<br />
- de coördinator van het plan, zijnde OCMW-secretaris Patricia Desmet;<br />
- de werkgroep bestaande uit de maatschappelijke assistenten van het OCMW, de<br />
gemeente- en OCMW-ontvanger en de verantwoordelijke van het gemeentelijk<br />
secretariaat;<br />
- de verantwoordelijke voor de kinderopvang;<br />
- de ambtenaren van gemeente en OCMW die gegevens hebben aangebracht voor het<br />
plan;<br />
- de leden van de stuurgroep van het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> en van het <strong>lokaal</strong><br />
overleg kinderopvang<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
3
Laat ons de initiatieven die uit huidig plan voortvloeien samen in de toekomst met hetzelfde<br />
enthousiasme realiseren!<br />
Pieter Callens<br />
Voorzitter OCMW<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
4
II. KADER EN AANPAK VAN HET LOKAAL SOCIAAL BELEIDSPLAN<br />
II. 1. Kader van het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong><br />
Het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> dient te beantwoorden aan het decreet van 19 maart 2004, dat<br />
op 9 december 2005 door een besluit van de Vlaamse Regering uitvoerbaar werd.<br />
Onder “<strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> beleid” wordt begrepen het geheel van de beleidsbepaling en acties<br />
van de lokale besturen en de lokale actoren, met het oog op het garanderen van de toegang<br />
van elke burger tot de rechten, vastgelegd in artikel 23 en 24, §3 van de Grondwet.<br />
Bovenvermelde grondwetsartikelen hebben betrekking op volgende grondrechten:<br />
* het recht op arbeid<br />
* het recht op sociale zekerheid, bescherming van de gezondheid en sociale, geneeskundige<br />
en juridische bijstand<br />
* het recht op behoorlijke huisvesting<br />
* het recht op de bescherming van een gezond leefmilieu<br />
* het recht op culturele en maatschappelijke ontplooiing<br />
* het recht op onderwijs.<br />
II.2. Aanpak van het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong><br />
Door het overlegcomité met afvaardiging van gemeente en OCMW werd in zitting van<br />
15/04/2004 en 18/11/2004 duidelijk gesteld dat het initiatief tot opmaak van voormeld <strong>lokaal</strong><br />
<strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> in handen werd gelegd van het OCMW, met beperkte afvaardiging van<br />
het gemeentebestuur.<br />
In juni 2006 werd door gemeente en OCMW beslist om een samenwerkingsovereenkomst af<br />
te sluiten met de Regionale Welzijnsraad Roeselare-Tielt voor de begeleiding en<br />
ondersteuning van het traject aan de hand van vormingsmodules betreffende de<br />
verschillende aspecten van een <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong>. Dit begeleidingstraject beliep 50<br />
uren vorming in de periode van 06/2006 tot 05/2007, betoelaagd door de Vlaamse<br />
Gemeenschap.<br />
Er werd een stuurgroep opgericht met afvaardiging van gemeente en OCMW. Deze<br />
stuurgroep neemt de verantwoordelijkheid op en volgt de ontwikkeling van het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong><br />
<strong>beleidsplan</strong>.<br />
De stuurgroep werd eind 2004 samengesteld uit een afvaardiging van OCMW en<br />
gemeentebestuur, zijnde de OCMW-voorzitter, 2 OCMW-raadsleden, de OCMW secretaris,<br />
de hoofdmaatschappelijk werkster, de schepen van sociale zaken en de schepen van jeugd.<br />
De stuurgroep onderging de wijzigingen ten gevolge van de gemeenteraadsverkiezingen en<br />
bestaat op heden uit volgende personen:<br />
- Pieter Callens, OCMW-voorzitter<br />
- Claire Chiers, raadslid OCMW<br />
- Gabriël Steen, raadslid OCMW<br />
- Patricia Desmet, OCMW-secretaris<br />
- Anne-Mie Maeseele, hoofdmaatschappelijk werkster OCMW<br />
- Antonia Bourgeois, schepen van sociale zaken<br />
- Chantal Vandevyvere, schepen van jeugd<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
5
Door de stuurgroep werd op 21/06/2006 beslist om de lokale actoren in de opstelfase van<br />
huidig plan niet actief te betrekken, maar de informatiegaring en het concrete voorbereidend<br />
werk voornamelijk via een werkgroep te laten plaats vinden.<br />
De werkgroep werd samengesteld uit een ambtelijke afvaardiging van OCMW en gemeente,<br />
zijnde de OCMW-secretaris en alle maatschappelijk werksters, de gemeente en OCMWontvanger<br />
en de verantwoordelijke van het gemeentelijk secretariaat.<br />
De eerste taak van de werkgroep was het opstellen van een inventaris van alle<br />
dienstverlening verstrekt door gemeente, OCMW en derden in onze gemeente op het vlak<br />
van diverse beleidsdomeinen.<br />
Doordat gekozen werd om geen extra personeel in te zetten voor de opmaak van een <strong>lokaal</strong><br />
<strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> en de inzet vooral geconcentreerd was bij het OCMW, werd door de<br />
stuurgroep op 14/11/2006 beslist om a priori een aantal beleidsdomeinen af te bakenen.<br />
Het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong> spitst zich toe op volgende clusters:<br />
1. senioren<br />
2. algemene sociale dienstverlening<br />
3. wonen<br />
4. werken<br />
5. kinderopvang<br />
Met het besluit van de Vlaamse Regering van 4 mei 2007 werd verplicht gesteld om het<br />
<strong>beleidsplan</strong> omtrent kinderopvang te integreren in het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong>.<br />
Voor wat betreft dit beleidsdomein werd de taak volledig waargenomen door de coördinator<br />
van de kinderopvang en was er een regelmatige terugkoppeling naar het Lokaal Overleg<br />
Kinderopvang. De uiteindelijke versie van dit onderdeel werd gunstig geadviseerd door het<br />
Lokaal Overleg Kinderopvang op 5 december 2007.<br />
Door verenging van het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> beleid voor de periode <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong> tot bovenvermelde<br />
domeinen, werd er wel voor gekozen een grondige analyse op deze terreinen uit te voeren.<br />
Er werd een kwantitatieve omgevingsanalyse op elk van bovenstaande domeinen uitgewerkt<br />
door het steunpunt sociale planning van het provinciebestuur.<br />
De werkgroep, bestaande uit ambtenaren, werd opgesplitst in sub-werkgroepen per cluster.<br />
Elke sub-werkgroep bestond uit enkele leden van de werkgroep en bestudeerde de<br />
kwantitatieve omgevingsanalyse van het betrokken beleidsdomein.<br />
De kwantitatieve gegevens werden aangevuld met ervaringen en eigen bevindingen. Deze<br />
laatste werden getoetst bij de actieve lokale actoren op het betrokken beleidsdomein. Het<br />
resultaat was per cluster een analyserapport.<br />
Deze analyserapporten werden verwerkt tot een kwalitatieve omgevingsanalyse, dat het deel<br />
III uitmaakt van dit <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong>.<br />
Per beleidsdomein wordt besloten met een SWOT-analyse (Strengths, Weaknesses,<br />
Opportunities & Threats). Op het vlak van senioren, algemene sociale dienstverlening,<br />
wonen, werken en kinderopvang worden de sterktes, de zwaktes, de kansen en de<br />
bedreigingen geïdentificeerd. Vanuit de SWOT-analyse werd het meerjarenplan met acties<br />
opgemaakt.(deel V).<br />
Een volgend <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> kan zich richten tot andere beleidsdomeinen, indien<br />
dit zo aangevoeld wordt.<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
6
Het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong> zal geëvalueerd worden na verloop van drie jaar,<br />
met name tegen juni 2010, zodat het verder verloop van het plan kan bijgestuurd worden<br />
gedurende de volgende drie jaren.<br />
Gedurende de eerste periode van drie jaar krijgen alle lokale actoren die betrokken zijn in de<br />
afgebakende domeinen, de kans zich uit te spreken over de voorziene acties op hun<br />
beleidsdomein en adviezen te formuleren voor aanpassing of bijsturing van dit <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong><br />
<strong>beleidsplan</strong>.<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
7
III. OMGEVINGSANALYSE<br />
III.1. Procesbeschrijving<br />
Aan strategische en operationele doelstellingen dient een degelijke omgevingsanalyse<br />
vooraf te gaan.<br />
De opmaak van de omgevingsanalyse werd in onze gemeente opgesplitst.<br />
Aan het steunpunt Sociale Planning van het Provinciebestuur West-Vlaanderen werd<br />
gevraagd om een kwantitatieve omgevingsanalyse op te maken. Het betreft een<br />
voornamelijk cijfermatige analyse bestaande uit een foto van onze gemeente en<br />
cijfergegevens omtrent de vooraf afgebakende thema’s. Het volledige exemplaar wordt in<br />
bijlage gevoegd.<br />
Per thema werd een werkgroep samengesteld uit een aantal personen die zich over de<br />
bovenvermelde cijfergegevens ontfermden en hun ervaringen en bevindingen eraan<br />
koppelden. De hoofdmaatschappelijk werkster bereidde deze werkgroepvergaderingen voor<br />
en coördineerde de vergaderingen. Per thema werd uiteindelijk geëindigd met een SWOTanalyse.<br />
Het resultaat is de kwalitatieve omgevingsanalyse.<br />
Het geheel werd gecoördineerd door de hoofdmaatschappelijk werkster en de OCMWsecretaris.<br />
De bedoeling van de opmaak van een omgevingsanalyse is een goed beeld te schetsen van<br />
de huidige situatie op <strong>sociaal</strong> vlak in onze gemeente <strong>Ardooie</strong>. Om dit beeld te verkrijgen,<br />
wordt stilgestaan bij de vroegere situatie en vooruitgekeken naar de te verwachten<br />
toekomstige situatie. Tegelijkertijd worden naast vergelijkingen in de tijd daar waar mogelijk<br />
ook vergelijkingen gemaakt in de ruimte (regio, provincie, Vlaanderen, …)<br />
Een belangrijk uitgangspunt voor de analyse vormde de ruime ervaring van de<br />
verantwoordelijke als maatschappelijk werker (sinds 1980) en als hoofdmaatschappelijk<br />
werker (sinds 1991) binnen de sociale dienst van het OCMW. De eigen inzichten werden<br />
daar waar mogelijk getoetst aan cijfers en aan de mening van de andere actoren.<br />
Daarnaast werd ook beroep gedaan op de ervaring, kennis en aanvoelen van de andere<br />
maatschappelijk werkers tewerkgesteld binnen de sociale dienst. Om de eigen inzichten te<br />
toetsen en mogelijks bijkomende invalshoeken te belichten werd contact opgenomen met de<br />
belangrijkste actoren werkzaam op de afgebakende themata.<br />
III.2. Kwantitatieve omgevingsanalyse<br />
Voor de kwantitatieve omgevingsanalyse verwijzen we graag naar het document in bijlage 1<br />
opgemaakt door de cel sociale planning van het provinciebestuur van West-Vlaanderen.<br />
III.3. Kwalitatieve omgevingsanalyse<br />
In dit luik is het de bedoeling om de cijfergegevens die blijken uit de kwantitatieve<br />
omgevingsanalyse te checken met meer kwalitatieve gegevens.<br />
Hierbij werd meteen ook opgesplitst naar de thema’s die op voorhand werden afgebakend.<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
8
Elk onderdeel eindigt met een SWOT-analyse, als signaal voor de opmaak van het<br />
meerjarenplan.<br />
III.3.1. WONEN<br />
1. Algemeen<br />
Om een inzicht te krijgen in de sterktes (wat is er al) en zwaktes (knelpunten) m.b.t. “wonen”<br />
is het belangrijk een goed zicht te krijgen op de algemene situatie van de gemeente<br />
aangaande het thema wonen.<br />
De bereikbaarheid van de gemeente via auto is optimaal door de aanwezigheid van de A17<br />
en de gewestwegen N37 Roeselare-Tielt, N35 Lichtervelde-Pittem en N50 Kortrijk-Brugge.<br />
Via openbaar vervoer is <strong>Ardooie</strong> wel bereikbaar maar niet zo optimaal. Er is geen treinstation<br />
meer maar er zijn wel enkele busverbindingen vanuit de omringende iets of veel grotere<br />
steden en gemeenten zijnde Tielt, Izegem, Roeselare, Torhout… Voor de andere<br />
busverbindingen kan sinds 2006 beroep worden gedaan op een belbus.<br />
Om wonen op <strong>lokaal</strong> vlak te organiseren dient rekening te worden gehouden met de regels,<br />
wetgeving en inkleuring van gebieden door de hogere overheden zoals vb. structuurplan<br />
Vlaanderen. De woonbehoeftenstudie van het gemeentebestuur doet uitspraak over de<br />
wenselijkheid van bijkomende woningen (<strong>sociaal</strong> + privaat), wetgeving rond zonevreemde<br />
woningen, huurwetgeving,... Het gemeentebestuur beschikt op heden over een niet<br />
goedgekeurd ontwerp van gemeentelijk structuurplan.<br />
Uit de ‘foto van <strong>Ardooie</strong>’ (kwantitatieve omgevingsanalyse) stellen we vast dat het aantal<br />
huishoudens in absolute cijfers is gestegen terwijl de totale bevolking een dalende trend<br />
kent. Procentueel stijgt vooral de groep van de alleenstaanden tot 22,5% van de totale<br />
bevolking, naast een stijgend aantal eenoudergezinnen. Er is ook een groeiende groep +65<br />
jarigen.<br />
Wonen betekent niet alleen het hebben van een kwalitatief hoogstaande en betaalbare huur-<br />
en/of koopwoning (privaat of <strong>sociaal</strong>) maar eveneens het kunnen verblijven in een<br />
aangename woonomgeving waar woonkwaliteit in al zijn facetten aan bod komt. Dit laatste<br />
aspect werd hier niet behandeld.<br />
Gelet op het specifieke karakter van wonen voor bejaarden wordt dit in een aparte cluster<br />
uitgewerkt.<br />
2. Aantal en aard van de woongelegenheden<br />
Uit de kwantitatieve omgevingsanalyse blijkt dat het aantal woongelegenheden in onze<br />
gemeente is gedaald. Er is sprake van gezinsverdunning, mede ten gevolge van het<br />
toenemend aantal echtscheidingen. Er is dus een dalend aanbod aan wooneenheden terwijl<br />
de vraag naar wooneenheden steeds blijft stijgen.<br />
Uit de cijfergegevens blijkt ook dat <strong>Ardooie</strong> over het laagste aandeel appartementen en<br />
studio’s beschikt ten opzichte van de vergelijkbare gemeenten m.n. slechts 2,34% van het<br />
woningenbestand zijn appartementen en studio’s. Gezien verondersteld wordt dat deze<br />
huisvestingsvorm het meest geschikt is voor alleenstaanden, is dit toch wel een gebrek. In<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
9
het kader van de toenemende gezinsverdunning, moet gezocht worden naar kleinere<br />
aangepaste wooneenheden.<br />
Het feit dat in het verleden reeds diverse bejaardenwoningen verhuurd werden aan<br />
alleenstaanden die niet aan de voorwaarden hiertoe voldeden (niet gepensioneerd) door een<br />
afwijking toe te staan, mag een signaal zijn. Ongeveer 10% van de huidige bewoners<br />
behoren niet tot de doelgroep.<br />
Er wordt wel vastgesteld dat er veel plannen in die richting zijn gezien er in de bebouwde<br />
kom van <strong>Ardooie</strong> en Koolskamp het laatste jaar en ook voor de nabije toekomst veel<br />
dergelijke projecten gerealiseerd zijn of zullen worden. De vraag hierbij is natuurlijk naar de<br />
betaalbaarheid van de huur van al deze nieuwe projecten. Zolang deze projecten in<br />
particuliere handen blijven, zal de huurprijs wellicht 500€ of meer bedragen, wat voor vele<br />
alleenstaanden onbetaalbaar is.<br />
In vergelijking met de ons omringende gemeenten kent <strong>Ardooie</strong> een hoger aandeel huurders<br />
(18,2 %), maar weliswaar wel nog onder het provinciale en Vlaamse gemiddelde van ca.<br />
25%. Om het hoofd te kunnen bieden aan diverse huisvestingsproblemen en voldoende<br />
circulatie mogelijk te maken wordt een huurmarkt van 25% aangewezen. <strong>Ardooie</strong> beschikt<br />
dus over een relatief kleine huurmarkt voor personen die geen eigen woning kunnen<br />
verwerven.<br />
De prijzen van vastgoed en grond bij verkoop stijgen. De vastgoedprijzen in <strong>Ardooie</strong> voor<br />
villa’s, bungalows, landhuizen, woonhuizen en appartementen, flats en studio’s zijn in 2005<br />
ten opzichte van 2000 ruimschoots gestegen, net zoals dit in de rest van Vlaanderen het<br />
geval is.<br />
Uit cijfers van de FOD Economie – Algemene Directie Statistiek en Economische informatie<br />
inzake de verkoop van onroerende goederen in 2004 blijkt dat de gemiddelde verkoopprijs<br />
voor een appartement 152.303 € bedroeg, wat vrij hoog is in vergelijking met de gemeenten<br />
uit de regio, maar wellicht te verklaren is door de nieuwbouwappartementen die enkele jaren<br />
terug op het Polenplein te <strong>Ardooie</strong> gerealiseerd werden.<br />
De verkoopprijs van de bouwgrond was gemiddeld 81,1 €/m², met uitzondering van de<br />
grotere steden, een stuk duurder dan in veel vergelijkbare gemeenten als Wingene,<br />
Meulebeke, Hooglede, … Deze hoge verkoopprijs heeft vanzelfsprekend te maken met de<br />
schaarste van deze bouwgrond in onze gemeente, gezien er in het betreffende jaar slechts<br />
13 percelen verkocht werden, een stuk lager dan in de ons omringende gemeenten.<br />
De verkoopprijs van een gewone woning was gemiddeld 115.647 €, met uitzondering van de<br />
gemeente Ruiselede, de hoogste prijs van de volledige arrondissementen Tielt en<br />
Roeselare.<br />
Leegstaande panden bieden hier zowel voor het particulier als voor het publiek initiatief<br />
kansen voor het realiseren van nieuwe projecten, die aangepast zijn aan de noden van de<br />
bevolking, maar enkel het publiek initiatief kan welllicht garanderen dat de huurprijs<br />
betaalbaar blijft voor de gewone burger.<br />
Het voorkooprecht en het <strong>sociaal</strong> beheersrecht behoren ook tot de mogelijkheden.<br />
Als het initiatief in particuliere handen blijft, blijft het risico bestaan dat de huurprijs opnieuw<br />
hoog gehouden wordt. Dit verzekert natuurlijk niet dat de huurders de gevraagde prijzen<br />
kunnen betalen, wat een stijging van het aantal huurtussenkomsten tot gevolg kan hebben.<br />
Er is bovendien dan ook geen garantie dat de verhuring aan eigen bewoners hiertoe de kans<br />
krijgen. Er is steeds instroom vanuit andere gemeenten mogelijk.<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
10
Indien aangepaste woningen voorzien worden voor senioren, komen deze woningen vrij wat<br />
dan weer de huur- of koopmarkt uitbreidt.<br />
In geval van verhuur van de woning, kan het <strong>lokaal</strong> bestuur hierin de taak op zich nemen om<br />
deze woningen op de sociale huurmarkt te krijgen via het SVK. Het lijkt dus van belang<br />
hiervoor een goede communicatie met de eigenaars op poten te zetten en dit structureel te<br />
voorzien bvb bij aanvraag van een seniorenwoning.<br />
3. Huurprijs van de woongelegenheden<br />
Naast de stijging van de verkoopprijzen is er ook een aanvoelen van steeds stijgende<br />
private huurprijzen.<br />
Uit de kwantitatieve omgevingsanalyse blijkt wel dat 92% van de huurprijzen lager dan 495<br />
€/maand liggen, maar in vergelijking met de omliggende vergelijkbare gemeenten beschikt<br />
<strong>Ardooie</strong> over meer woningen in de hogere prijsklasse tot 743,67 €/m.<br />
Gelet op de gezinsverdunning, is zelfs een huurprijs van bv. 400 €/m al een serieuze hap uit<br />
het maandelijks beschikbare budget, zeker als de alleenstaande over een<br />
vervangingsinkomen beschikt. Dit maakt de vraag naar sociale huisvesting steeds groter.<br />
Momenteel beschikt <strong>Ardooie</strong> over 4,77% aan sociale woningen (Lokale statistieken, cijfer<br />
2005). Het Vlaams gemiddelde is 6%. Het streefcijfer in het kader van het Nationaal<br />
Actieplan Sociale Inclusie werd vastgesteld op 8% tegen 2010.<br />
Het sociale huurpatrimonium in <strong>Ardooie</strong> is op heden verdeeld over 2<br />
huisvestingsmaatschappijen en het gemeentebestuur.<br />
De Mandel uit Roeselare beschikt op heden over 93 woongelegenheden, allen gelegen in<br />
<strong>Ardooie</strong>. De kwantitatieve analyse spreekt weliswaarover 98 woningen maar dit is te<br />
verklaren door het feit dat 5 woningen in de Eekhoutstraat aangekocht werden om te worden<br />
gesloopt. De sloping van de woningen in de Eekhoutstraat zal plaatsmaken voor een volledig<br />
nieuw <strong>sociaal</strong> project van 18 seniorenappartementen en 10 woningen voor gezinnen, wat zal<br />
worden gerealiseerd in de komende jaren.<br />
Van de huidig bestaande 93 woningen zijn er reeds 28 voorbestemd voor senioren<br />
(Boncquetstraat, Tulpenstraat, Mezenstraat), wat betekent dat er nog 65 sociale<br />
huurwoningen zijn, waarvan 14 appartementen gevestigd in de Kortrijksestraat.<br />
In de veronderstelling dat enkel die woongelegenheden met 1 slaapkamer, volgens de<br />
sociale huurreglementering, mogen verhuurd worden aan alleenstaanden, betekent dit dat er<br />
voor deze doelgroep, slechts 5 appartementen ter beschikking zijn.<br />
Voor al deze woningen legt de sociale huisvestingsmaatschappij De Mandel wachtlijsten<br />
aan.Eind 2006 telden hun wachtlijsten 75 personen uit onze gemeente. Er is een wachttijd<br />
van ca. 16 maanden.<br />
Helpt Elkander uit Waregem beschikt over 68 woongelegenheden, allen gelegen in<br />
Koolskamp, waarvan 18 patiowoningen (bungalows) en 50 eengezinswoningen. Volgens hun<br />
eigen reglement worden 1/3 van de patiowoningen, dus 6 woningen specifiek voorbehouden<br />
voor alleenstaanden. De rest voor minimum 2 personen.<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
11
Voor al deze woningen legt de maatschappij wachtlijsten aan, op heden tellen deze<br />
wachtlijsten 50 personen, waarbij niet duidelijk is of deze kandidaten op heden reeds in onze<br />
gemeente wonen. Er is een wachttijd van ca. 36 maanden.<br />
Daarnaast beschikt het gemeentebestuur over een <strong>sociaal</strong> huisvestingsproject van 4<br />
woningen in de Kloosterstraat 6 te Koolskamp. Deze appartementen zijn allen gericht op<br />
gezinnen met kinderen.<br />
Het gemeentebestuur is ook nog eigenaar van een gebouw met 3 appartementen, gelegen in<br />
de Oude Lichterveldsestraat 20 te Koolskamp, waarvan 2 woongelegenheden gericht zijn op<br />
alleenstaanden. Deze vallen evenwel buiten de sociale huurreglementering.<br />
Het OCMW is op heden ook nog eigenaar van 4 woningen, waarvan 1 hoeve. Deze<br />
woningen worden evenwel niet binnen de sociale doelstelling verhuurd. Bij het vrijkomen van<br />
woningen kan hier eventueel een andere wending aan gegeven worden. 2 van deze<br />
woningen zijn centraal gelegen en lijken in elk geval hiervoor in aanmerking te komen.<br />
In de nabije toekomst zal het OCMW wellicht overgaan tot de aankoop van de oude<br />
rijkswachtwoningen in de Stationsstraat via subsidiëring van het Vlaamse Gewest, waarbij<br />
het eveneens de bedoeling is om door renovatie bijkomend 5 woningen te realiseren op de<br />
sociale huurmarkt. Het betreft evenwel ook woningen voor gezinnen gezien elke woning over<br />
meerdere kamers beschikt.<br />
Het gemeentebestuur is bovendien eigenaar van 2 crisiswoningen, het appartement<br />
Prinsendreef 14 en de woning Marktplein 3. Enkel die laatste woning is in beheer door het<br />
OCMW. De crisiswoning Prinsendreef 14 is sedert 2006 permanent verhuurd aan een<br />
alleenstaande die uit zijn huis werd gezet, wegens gebrek aan betaalbare aangepaste<br />
huisvesting op dat moment. Crisishuisvesting mag niet onder de gewone huisvesting<br />
gerekend worden.<br />
1 crisiswoning lijkt te weinig, gezien een bezette crisiswoning niet steeds meteen weer<br />
beschikbaar komt. Een centraal beheer bij het OCMW lijkt aangewezen.<br />
Het gemeentebestuur is ook eigenaar van de voormalige pastorijwoning in de Spanjestraat 1<br />
te <strong>Ardooie</strong>, die in het najaar van 2007 vrijkwam en ter beschikking werd gegeven aan het<br />
OCMW. Zo wordt een bijkomende mogelijkheid tot sociale verhuring gecreëerd.<br />
De versnippering van de sociale huisvesting in handen van het <strong>lokaal</strong> bestuur, verspreid over<br />
gemeente en OCMW, is niet aangewezen. De toewijzingsreglementen kunnen afwijken en<br />
het loket waartoe de burger zich moet wenden met zijn aanvraag, is niet gecentraliseerd.<br />
Uniformisering en centralisering van alles wat te maken heeft met sociale huisvesting door<br />
het <strong>lokaal</strong> bestuur, samen met de gerichte doorverwijzing naar de private partners, lijkt zich<br />
dan ook op te dringen.<br />
Sedert 2005 is het OCMW ook aangesloten bij het Regionaal Sociaal Verhuurkantoor<br />
Midden West-Vlaanderen. Dergelijk Sociaal Verhuurkantoor heeft als voordeel dat het<br />
zekerheid biedt naar verhuurders toe inzake controle op de verhuring en ontvangst van de<br />
huurprijs, maar tegelijk particuliere woningen beschikbaar maakt voor sociale doelgroepen.<br />
Zo komen particuliere woningen ook ter beschikking van kansarmen tegen een correcte prijs.<br />
Gezien de beperkte resultaten bij het RSVK Midden West-Vlaanderen , werd gezocht naar<br />
een optimalisering en werd in het najaar van 2007 aangesloten bij het SVK regio Roeselare.<br />
Het probleem van de betaalbaarheid van de huisvesting wordt ook duidelijk door het<br />
toenemend aantal uithuiszettingen om reden van onbetaalde huren. Het OCMW heeft, in het<br />
kader van de humanisering van de uithuiszettingen, in 2006 13 dossiers uithuiszetting<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
12
ehandeld, waarvan in 11 dossiers het niet betalen van de huur aan de oorsprong ervan lag.<br />
Een cijfer dat reeds enkele jaren een vast gegeven is en zelfs lichtjes stijgt. In enkele<br />
gevallen moet het OCMW dan ook een oplossing zoeken in het verlenen van een<br />
huurwaarborg voor een andere woning. (zie jaarverslagen bij de rekening cijfers 2002-2006)<br />
Of het probleem daarmee structureel aangepakt wordt, is nog maar de vraag gezien het niet<br />
altijd duidelijk is of de nieuwe huurprijs wel kan gedragen worden door de inkomsten. Het<br />
opzetten van een budgetbeheer kan misschien het probleem in de toekomst oplossen, maar<br />
dit is nog steeds op vrijwillige basis en kan vanuit de dienst nooit opgelegd worden, hoewel<br />
dit in veel gevallen de enige noodzaak is.<br />
Een aantal uithuiszettingen hebben geen financiële oorzaak, maar ligt de verwaarlozing en<br />
vervuiling aan de bron. Dit zou kunnen opgelost worden door het opzetten van een<br />
intensieve woonbegeleiding, hoewel vele van deze huurders niet gekend zijn binnen het<br />
OCMW.<br />
Er zijn geen duidelijke cijfers over de gezinssituatie van deze dossiers m.a.w. of het hier<br />
gezinnen, echtparen of alleenstaanden betreft.<br />
Benevens de gevallen van uithuiszetting, wordt vastgesteld dat het OCMW ook in steeds<br />
meer dossiers een tussenkomst in de huurwaarborg voor een woning verleent,<br />
vanzelfsprekend gelinkt aan de hogere maandelijkse huurprijs. (zie jaarverslagen bij de<br />
rekening cijfers 2002-2006)<br />
Algemeen doorheen de analyses en besprekingen wordt door de diverse partijen toch<br />
aangevoeld dat er een tekort is aan sociale woningen.<br />
Om het aanbod sociale woningen te verhogen zijn nieuwe projecten in zicht, die uiteindelijk<br />
zullen resulteren in 10 bijkomende woningen van De Mandel en 5 woningen en 2<br />
appartementen van het OCMW. Daarnaast bieden 18 nieuwe seniorenwoningen het<br />
antwoord op de vraag naar aangepaste huisvesting voor de doelgroep van de bejaarden (cf.<br />
infra).<br />
Door de stijgende huurprijzen wordt het moeilijker om betaalbare woningen op de private<br />
markt te vinden zowel voor het Sociaal Verhuurkantoor als voor de individuele burger. Zowel<br />
SVK als de individuele burger zijn afhankelijk van de huurprijs gevraagd door de eigenaar.<br />
Momenteel wordt nog niet in een gemeentelijke of OCMW huursubsidie of installatiepremie<br />
voorzien. Dossiers met vraag tot steun en/of tussenkomst (rond huur of andere) worden door<br />
het OCMW steeds individueel behandeld. Er is enkel de huursubsidie en installatiepremie<br />
van het Vlaams Gewest (vaak zeer specifieke eisen en grenzen waardoor niet iedereen in<br />
aanmerking komt).<br />
Bij de sociale woningen van de sociale huisvestingsmaatschappijen en het gemeentebestuur<br />
wordt de huurprijs mede bepaald door het inkomen van de huurders, hiervoor zijn wettelijke<br />
grenzen opgesteld waardoor er niet zo’n grote schommelingen zijn in de huurprijs.<br />
Door stijging van de prijzen en het beperkte aanbod aan betaalbare koop- en huurwoningen<br />
stelt zich de vraag of de inwoners van <strong>Ardooie</strong> en Koolskamp en hun familie en kinderen nog<br />
voldoende kansen zullen hebben om <strong>lokaal</strong> te kunnen blijven wonen. De vraag stelt zich<br />
eveneens of een gemeente hierin een sturende en regulerende rol kan en dient op te nemen.<br />
Als het initiatief in particuliere handen blijft, is er steeds het risico van instroom uit andere<br />
gemeenten. Zelfs bij sociale huisvestingsmaatschappijen is er geen garantie dat personen uit<br />
<strong>Ardooie</strong> deze woningen kunnen betrekken. Meermaals werd door de sociale dienst<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
13
vastgesteld dat de woningen worden verhuurd aan niet-<strong>Ardooie</strong>naren, op basis van hun<br />
eigen toewijzingsreglement en vastgestelde prioriteiten.<br />
Enkel indien gemeente of OCMW zelf de touwtjes in handen neemt, is er de garantie dat<br />
onze eigen bewoners de woningen kunnen betrekken dit op basis van een eigen<br />
toewijzingsreglement.<br />
Een goede verhouding tussen publiek en privaat initiatief blijft natuurlijk wenselijk.<br />
Naast het aanbod lijkt het vooral van belang een goede communicatie en overleg te hebben<br />
tussen alle partijen die geconfronteerd worden met vraag naar en aanbod van huisvesting.<br />
Zo lijkt het wenselijk dat ook de OCMW’s, naast de gemeentebesturen, vertegenwoordigd<br />
worden in de bestuursvergaderingen van de sociale huisvestingsmaatschappijen.<br />
4. Aangepaste huisvestingsvormen<br />
Er wordt vastgesteld dat er op heden geen aangepaste woningen zijn voor personen met<br />
een handicap binnen het sociale woonpatrimonium.<br />
Enkel het OCMW beschikt over één seniorenwoning te Koolskamp die volledig is aangepast<br />
voor rolstoelgebruikers. Deze woning wordt evenwel niet apart beschikbaar gehouden voor<br />
deze doelgroep en wordt mee betrokken in de verhuur van de seniorenwoningen. Alle<br />
seniorenwoningen van het OCMW in de Cardijnlaan te <strong>Ardooie</strong> (12) zouden ook aangepast<br />
zijn om te worden bewoond door rolstoelgebruikers (verlaagd toilet, brede deuren, …) maar<br />
worden eveneens niet expliciet voor deze doelgroep gereserveerd.<br />
Er is ook op heden geen zicht op de totale nood van woningen aangepast aan personen met<br />
een handicap, noch binnen het <strong>sociaal</strong> patrimonium noch binnen de private markt.<br />
Het particulier initiatief in de Brabantstraat heeft wel voornemens in deze richting.<br />
Er zijn wel woningen via het OCMW, het gemeentebestuur en de sociale<br />
huisvestingsmaatschappij De Mandel ter beschikking specifiek voor bejaarden. Deze<br />
woningen worden in een andere cluster behandeld.<br />
De diensten begeleid zelfstandig wonen van Roeselare en Tielt zijn ook werkzaam op ons<br />
grondgebied maar concrete cijfergegevens hieromtrent zijn niet ter beschikking. Deze<br />
dienstverlening staat ook los van de vorm van huisvesting (<strong>sociaal</strong> / privaat / appartement /<br />
woning).<br />
5. Kwaliteit van de woongelegenheden<br />
De kwaliteit van het bestaande woonpatrimonium op de gemeente (vastgesteld op basis van<br />
het hebben van centrale verwarming, het hebben van een badkamer, het hebben van een<br />
toilet) scoort vooral in vergelijking met het Vlaamse niveau beduidend lager. De gehele<br />
streek en eigenlijk de volledige provincie West-Vlaanderen ligt lager dan het Vlaamse<br />
niveau.<br />
Uit de kwantitatieve omgevingsanalyse blijkt dat de kernen van kwalitatief mindere woningen<br />
geconcentreerd zijn ten noorden van de gemeente <strong>Ardooie</strong>, nabij de grens met de<br />
deelgemeente Koolskamp, vooral de buurt rond de Watervalstraat, Fabriekstraat,<br />
Eekhoutstraat en Berlingmolenstraat.<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
14
Het betreft voornamelijk rijwoningen maar we hebben er geen zicht op of deze woningen in<br />
eigendom of in huur zijn. Wel wordt vastgesteld dat vele van deze woningen nog bewoond<br />
worden door oudere mensen. Vele van deze mensen zijn wellicht ofwel in de onmogelijkheid,<br />
om financiële of andere redenen, ofwel in de onwil om hieraan iets te verhelpen. Nochtans is<br />
een minimum aan basiscomfort (warm water, verwarming, …) noodzakelijk voor de<br />
thuisverzorging die meer en meer in deze buurten wordt aangeboden.<br />
Het gemeentebestuur voorziet een premiestelsel waarbij premies worden verstrekt voor<br />
vochtbestrijding, dakrenovatie, woningaanpassing en –verbetering, … vaak als aanvulling op<br />
premies van het provinciebestuur of het Vlaamse Gewest. Er zijn geen statistieken<br />
beschikbaar over het aantal toegekende premies in de voorbije jaren.<br />
Het feit of van deze premies gebruik gemaakt wordt, is natuurlijk in belangrijke mate<br />
afhankelijk van de bekendheid van de premies en ook van de gestelde voorwaarden. Gezien<br />
er nog een harde kern is van oud en ongeschikt woningenbestand waarvan de eigenaar nog<br />
geen stappen ondernomen heeft om deze woningen aan te pakken, is het mogelijk dat het<br />
bestaande premiestelsel ofwel onvoldoende bekendheid geniet ofwel te strenge<br />
voorwaarden kent.<br />
Van zodra thuiszorg wordt ingeschakeld kan sinds kort ook het steunpunt woningaanpassing<br />
van het provinciebestuur worden ingeschakeld om een gratis advies voor de renovatie en de<br />
aanwendbare premies te geven.<br />
Om de kwaliteit van de sociale woningen te behouden en te verbeteren worden door de<br />
sociale huisvestingsmaatschappijen De Mandel en Helpt Elkander regelmatig<br />
renovatieprojecten opgezet, deze moeten zeker worden behouden. Misschien is er hier een<br />
mogelijkheid om dit vanuit het <strong>lokaal</strong> bestuur te stimuleren.<br />
Een uitbreiding van het aantal gemeentelijke premies en het verduidelijken en bekendmaken<br />
van de bestaande premies kan tot de mogelijkheden behoren. Een regelmatig bijgewerkte<br />
brochure die alle info bundelt, een up-to-date website, bijdragen in het infoblad, één<br />
aanspreekpunt of infopunt,een persoonlijk gesprek … kunnen hier een belangrijke rol spelen.<br />
Nieuwe premies moeten wel aanvullend zijn en weinig administratieve lasten met zich<br />
meebrengen.<br />
Gelet op het groter wordend aandeel bejaarden in de gemeente die langer thuis wensen te<br />
blijven wonen, moet worden nagegaan hoe dit kan gestimuleerd worden.<br />
Er kan worden overwogen of er geen mogelijkheid bestaat om de bestaande<br />
aanpassingspremie voor woningen verder uit te werken zodat het de senioren de kans biedt<br />
om langer thuis te wonen.<br />
In het kader van de kwaliteit van de woningen speelt ook het Sociaal Verhuurkantoor een<br />
belangrijke rol. Vooraleer de woningen (die in eigendom blijven van een particuliere<br />
eigenaar) worden doorverhuurd op de private markt aan een sociale doelgroep, worden ze<br />
eerst gerenoveerd en aangepast aan de Vlaamse wooncode. Op die manier wordt kwalitatief<br />
wonen gekoppeld aan betaalbaar wonen. Een verdere samenwerking met een SVK is dan<br />
voor dit element van het woonbeleid van groot belang.<br />
Algemeen wordt ook aangenomen dat kwaliteit ook samenhangt met huur m.a.w. dat<br />
woningen in eigendom vaak veel beter onderhouden worden of dat deze woningen vlugger<br />
worden gerenoveerd en aangepast aan de hedendaagse normen. In die optiek lijkt het<br />
wenselijk om eigendom te gaan stimuleren met het oog op het verhogen van de kwaliteit van<br />
de woningen. Het gemeentebestuur heeft hiertoe misschien mogelijkheden.<br />
Toch mag een aanvaardbare huurmarkt niet uit het oog verloren worden, tenzij het kopen<br />
ook mogelijk wordt voor de minder begoeden.<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
15
6 Communicatie en overleg<br />
Zowel intern binnen het gemeentebestuur als binnen de diensten van het OCMW is er op<br />
regelmatige basis overleg - al dan niet gestructureerd. Dit is nodig om nieuwe initiatieven<br />
aangaande “wonen” aan elke mandataris en medewerker te verduidelijken.<br />
Een meer gestructureerd overleg tussen de beide besturen omtrent wonen zou wellicht een<br />
grote meerwaarde betekenen en zou een beter en éénduidige informatieverschaffing naar de<br />
burger toe kunnen mogelijk maken.<br />
Extern communiceren rond wonen naar de burger toe gebeurt via het infoblad en de website.<br />
Deze twee kanalen worden gebruikt maar geven niet altijd een duidelijk en toegankelijk en<br />
totaal overzicht rond het thema wonen.<br />
Extern communiceren naar professionele organisaties die eveneens betrokken zijn bij het<br />
thema wonen gebeurt steeds op vraag van de betrokken professionelen. Zij worden niet<br />
steeds systematisch actief benaderd.<br />
De werking van het OCMW, de sociale huisvestingsmaatschappijen De Mandel en Helpt<br />
Elkander en SVK is onderling in grote lijnen gekend maar een meer gedetailleerde<br />
kennismaking is misschien wel wenselijk om het begrip en de samenwerking te vergroten.<br />
Andere organisaties die op het vlak van huisvesting betrokken zijn, worden slechts<br />
sporadisch gecontacteerd en bevraagd.<br />
Goed doorverwijzen of afstemmen van dienstverlening is pas mogelijk indien we een zicht<br />
hebben op elkaars werking en er regelmatig contacten zijn.<br />
De communicatie naar verenigingen toe gebeurt ook via het infoblad en soms via<br />
infovergaderingen, na expliciete vraag van de betrokken verenigingen. Een meer actieve<br />
benadering kan overwogen worden.<br />
7. Conclusie<br />
Alle bestaande dienstverlening rond wonen en huisvesting moet zeker blijven en moet verder<br />
uitgebouwd worden op maat van de burger en aangepast aan de maatschappelijke noden.<br />
Door de algemene prijsstijging van koopwoningen en bouwgronden, de gezinsverdunning en<br />
het dalend aantal betaalbare huurwoningen wordt het voor steeds meer jonge mensen<br />
moeilijk om te blijven wonen in de eigen gemeente. Er is een nood aan meer sociale<br />
huurwoningen.<br />
De kwaliteit van de woningen ligt laag en er dient te worden nagegaan hoe nog meer de<br />
kwaliteitsbevordering kan gestimuleerd worden (aanpassingspremies, etc.). Ook met het oog<br />
op het stijgend aantal ouderen dat thuis wenst te blijven wonen is het belangrijk om<br />
aanpassingen van hun woningen te stimuleren. (zie ook senioren)<br />
De mogelijke impact van het plaatselijke bestuur op de woningmarkt met een gezonde<br />
verhouding <strong>sociaal</strong> vs. privaat, publiek vs. privaat en huur vs. koop in het achterhoofd, dient<br />
te worden onderzocht.<br />
Tot slot kan volgende SWOT-analyse een korte samenvatting zijn van de sterkten, zwakten,<br />
kansen en bedreigingen op het vlak van wonen en een signaal geven naar het beleid toe:<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
16
Sterkten:<br />
* bijkomende geplande sociale huisvesting<br />
door OCMW: 5 woningen<br />
* bestaand <strong>lokaal</strong> premiestelsel<br />
* aansluiting SVK regio Roeselare<br />
* vrijgekomen pastorijwoning Spanjestraat:<br />
mogelijkheid tot creëren van 2<br />
wooneenheden<br />
Kansen:<br />
* leegstaande panden: zelf aan te pakken of<br />
in samenwerking met privaat initiatief?<br />
* voorkooprecht <strong>lokaal</strong> bestuur<br />
* provinciaal steunpunt woningaanpassing<br />
* subsidiëring door Vlaams gewest van<br />
sociale woonprojecten<br />
* Vlaams stelsel van<br />
huursubsidie/installatiepremie<br />
* premiestelsel van provincie en Vlaams<br />
gewest<br />
* bijkomende sociale huisvesting door De<br />
Mandel: 18 seniorenwoningen en 10<br />
woningen<br />
* private nieuwbouw of verbouwprojecten in<br />
centrum van gemeente: appartementsbouw<br />
III.3.2. SENIOREN<br />
1. Algemeen<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
Zwakten:<br />
*premiestelsel: voorwaarden te streng of<br />
onvoldoende bekend?<br />
*versnippering van bestaande sociale<br />
huisvesting door <strong>lokaal</strong> bestuur<br />
*geen goedgekeurd gemeentelijk<br />
structuurplan<br />
*weinig aangepast huisvestingsaanbod voor<br />
alleenstaanden<br />
*lange wachttijden sociale huisvesting<br />
*OCMW woningen: geen sociale doelstelling<br />
*weinig gestructureerde communicatie en<br />
overleg tussen partners sociale huisvesting<br />
Bedreigingen:<br />
*gezinsverdunning<br />
*basiscomfort nodig voor de thuiszorg<br />
*hoge verkoopprijzen vastgoed<br />
*schaarste aan bouwgrond<br />
*kleine huurmarkt<br />
*stijgende huurprijzen private markt<br />
*laag aandeel appartementen/studio’s<br />
*laag aandeel sociale huisvesting<br />
*slechte kwaliteit van bepaalde woningen<br />
Het cijfermateriaal van de kwantitatieve omgevingsanalyse bevestigt het gegeven van de<br />
vergrijzing van de bevolking van <strong>Ardooie</strong>.<br />
Opvallend evenwel voor <strong>Ardooie</strong>, in tegenstelling met de andere gemeenten, is wel dat het<br />
aantal vrouwen binnen deze groep stijgt.<br />
We stellen ook vast dat het aantal alleenstaanden binnen deze groep stijgt.<br />
Van alleenstaande ouderen wordt aangenomen dat de nood aan hulp zich vroeger zal laten<br />
voelen gezien bij koppels, de partners elkaar nog kunnen bijstaan.<br />
In de veronderstelling dat deze alleenstaanden dan nog voornamelijk vrouwen zijn, zal dit<br />
ook zijn invloed krijgen op de aard van de thuishulp die zal moeten aangeboden worden.<br />
Daar waar de nood aan poetsdienst misschien eerder aangevoeld wordt bij alleenstaande<br />
17
mannen, zal de nood aan een klusjesdienst misschien eerder aangevoeld worden bij<br />
alleenstaande vrouwen.<br />
In het kader van de vergrijzing van de bevolking is de thuiszorg van onschatbare waarde om<br />
de zelfredzaamheid en het gevoel van zelfstandigheid te verhogen.<br />
Het streefdoel van de thuiszorg moet zijn: voorwaarden scheppen om de bejaarde en/of<br />
hulpbehoevende zo lang mogelijk in zijn vertrouwde omgeving te laten.<br />
De bevolkingsprognose zal druk leggen op de thuiszorg. Vergrijzing leidt tot stijgende<br />
zorgbehoevendheid. Gezien de hoge interne vergrijzing zal ook vooral de grote<br />
zorgbehoevendheid een steeds grotere rol spelen.<br />
Ook mede door het opnamebeleid in de rust- en verzorgingstehuizen (voorrang aan C-forfait)<br />
stijgt het aantal thuisblijvende zorgbehoevenden.<br />
2. Thuiszorg<br />
In de thuiszorg spelen verschillende partners een rol. Centraal staan de zorgbehoevende<br />
persoon en zijn partner en/of zijn gezinsleden. Zij worden bijgestaan door de<br />
‘mantelzorger(s)’ en de professionele thuiszorgdiensten.<br />
Naast de private diensten werkzaam op onze gemeente, in vele gevallen gelinkt aan een<br />
mutualiteit beschikt het OCMW <strong>Ardooie</strong> over een poetsdienst, een dienst maaltijden en<br />
verhuurt het OCMW ook personenalarmsystemen.<br />
Het gemeentebestuur neemt de toekenning van een mantelzorgpremie voor zijn rekening.<br />
2.1. Functie en betekenis van de poetsdienst van het OCMW<br />
Positionering<br />
De poetsdienst van het OCMW heeft als doelgroep bejaarden en/of zwaar gehandicapten die<br />
niet of onvoldoende in staat zijn zelf hun woning te onderhouden wegens ziekte, lichamelijke<br />
ongeschiktheid of bijzondere sociale omstandigheden.<br />
Het aandeel van de eigen dienstverlening aan poetshulp overtreft in sterke mate het aandeel<br />
van de externe diensten, daar het OCMW 79,30% van alle poetshulp aanbiedt in <strong>Ardooie</strong>.<br />
Wat gezinshulp betreft daarentegen, wordt deze dienstverlening volledig gegarandeerd door<br />
de private sector.(zie www.zorg-en-gezondheid.be\cijfers\thuiszorg)<br />
De private diensten gezinszorg nemen naast het poetsen tal van andere taken waar, zoals<br />
boodschappen doen, maaltijden bereiden, strijken, wassen, … en fungeren dan ook meestal<br />
aanvullend op onze dienstverlening. Slechts in mindere mate nemen zij zuivere poetshulp op<br />
zich, wat ook bleek uit voormelde gegevens.<br />
Familiehulp beschikt over een tijdelijke poetsdienst om dringende gevallen op te vangen<br />
waarbij de aanvrager recht heeft op 6 poetsbeurten, op wekelijkse of veertiendaagse basis.<br />
Op die manier beschikt Familiehulp over geen wachtlijst. Ook Solidariteit voor het Gezin<br />
heeft geen wachtlijst. De dienst Thuishulp van Bond Moyson heeft ook slechts een beperkte<br />
wachtlijst van ca. 5 aanvragen.<br />
Bij de oprichting van het dienstenchequebedrijf Kraak-Net door het Plaatselijk<br />
Werkgelegenheidsagentschap werd een duidelijke positionering van de lokale diensten<br />
afgesproken: het dienstenchequebedrijf richt zich meer naar jongere gezinnen en naar de<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
18
senioren die bemiddeld zijn en die om die reden niet meteen tot de doelgroep van het<br />
OCMW behoren. Ook andere senioren die, wegens fiscale redenen, een financieel voordeel<br />
doen, worden naar deze dienst doorverwezen. Bij Kraak-Net kan de vraag niet gevolgd<br />
worden.<br />
Gezien de specifieke opdracht van het OCMW en gezien de specifieke aandacht voor<br />
zwakkere doelgroepen in het kader van het decreet Lokaal Sociaal Beleid, moet aandacht<br />
besteed worden aan de specifieke rol die de OCMW-poetsdienst moet vervullen in<br />
vergelijking met andere dienstverleners op de markt.<br />
Het aanbieden van poetshulp door het OCMW heeft een potentiële meerwaarde die zich<br />
minder stelt bij een commerciële dienstverlening zoals een dienstenchequebedrijf. Van het<br />
personeel verwacht men niet alleen dat ze professioneel kunnen poetsen, maar zijn andere<br />
kwaliteiten (luisterbereidheid, inlevingsvermogen, observatie..) even belangrijk.<br />
Via de thuishulp leert het OCMW ook de behoeften kennen van de hulpvrager, komt men tot<br />
het vormen van een netwerk (professionelen en mantelzorgers). De contacten die worden<br />
opgebouwd in het kader van een specifieke dienstverlening (poetshulp) worden ook een bron<br />
van informatie m.b.t. een bepaalde doelgroep waar het OCMW vanuit zijn opdracht zijn<br />
acties op moet richten.<br />
Deze sociale meerwaarde weegt evenwel niet steeds op tegen de flexibiliteit van een<br />
dienstenchequebedrijf, wat hun belangrijkste troef is. Een dienstenchequebedrijf kan heel<br />
vlot personeel aanwerven, startend met bvb arbeidscontracten van 4u/w en zo meteen elke<br />
aanvraag beantwoorden en dus ook alle dringende aanvragen. Bovendien kan de<br />
werkregeling ook afwijken van de kantooruren waardoor soms meer ingespeeld wordt op de<br />
behoeften van de gebruiker.<br />
Het publieke en eigen karakter van een OCMW-poetsdienst maakt dit bovenstaande niet<br />
mogelijk waardoor deze cliënten vaak de stap zetten naar een dienstenchequebedrijf, en er<br />
zo cliënteel aan een dienstenchequebedrijf verloren gaan. Deze concurrentie zal steeds in<br />
het achterhoofd moeten gehouden worden.<br />
Het OCMW heeft nog steeds de mogelijkheid om een dienstenchequebedrijf op te starten<br />
maar dan zullen alle voor- en nadelen opnieuw moeten overwogen worden.<br />
Uit regelmatig tevredenheidsonderzoek bij de gebruikers van de poetsdienst blijkt een<br />
algemene tevredenheid over deze dienstverlening. (zie bijlage 2: tevredenheidsonderzoek<br />
poetsdienst 2006)<br />
Het OCMW heeft er voor geopteerd om zijn sociale rol te vertalen in zijn poetsdienst door in<br />
het jaar 2005 het huishoudelijk reglement met zijn tariefbepaling te herzien. Zo werd<br />
gepoogd voornamelijk de zwakste leden van de doelgroep te bereiken die mogelijk ook door<br />
andere problemen gekenmerkt worden die door het OCMW verder kunnen aangepakt<br />
worden. Dit werd bereikt door inkomstenschalen te creëren in functie van het leefloon, die<br />
regelmatig worden geïndexeerd, en een extra hoge bijdrage te bepalen voor die personen<br />
die eigenlijk niet tot deze <strong>sociaal</strong> zwakkere doelgroep behoren. Indien deze groep echt wil<br />
geweerd worden, kan eventueel nog een maximuminkomensgrens vastgesteld worden of<br />
maximum aan onroerend goed vastgesteld worden. Het is dan voor deze doelgroep wel<br />
noodzakelijk dat er een alternatief op de private markt aanwezig is.<br />
Het aantal gebruikers van onze poetsdienst is gestegen van 96 in het jaar 2000 tot 155 in het<br />
jaar 2005, wat een stijging betekent van ruim 61% in vijf jaar tijd, wat vanzelfsprekend ook<br />
zijn weerslag heeft op het aantal gepresteerde uren.(zie bijlage 3 : OCMW- jaarverslag 2005)<br />
Nog altijd wordt gewerkt met een wachtlijst voor deze dienst met een gemiddelde wachttijd<br />
van 6 maanden.<br />
Uit het laatste jaarverslag (2005) blijkt dat er 26 nieuwe personen werden ingeschakeld en<br />
dat meer dan de helft van de gebruikers alleenstaande vrouwen zijn.<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
19
Ruim 85% van de gebruikers is reeds ouder dan 70 jaar. 62% van de gebruikers heeft<br />
veertiendaagse hulp. De meeste mensen maken hun voorkeur in het begin duidelijk maar in<br />
het verleden werd door de toenemende druk om zo veel mogelijk aanvragen te<br />
beantwoorden, vaak slechts veertiendaagse hulp geboden. Van zodra er wel weer meer<br />
ruimte is, wordt er waar mogelijk overgeschakeld naar wekelijkse hulp, in samenspraak met<br />
de gebruikers. Zeker waar de nood aan wekelijkse hulp aangevoeld wordt, krijgt de gebruiker<br />
hiertoe de kans. Deze kans wordt evenwel niet altijd benut, voornamelijk om financiële<br />
redenen.<br />
Omwille van de leeftijdscategorie waarin het grootst aantal gebruikers voorkomen en omwille<br />
van de grotere zorgbehoevendheid dat dit met zich meebrengt, komt de kwaliteit soms in het<br />
gedrang bij hulp om de 14 dagen.<br />
Bovendien wordt vastgesteld dat de woningen van deze (en volgende) generatie gebruikers<br />
steeds groter worden. Voor het personeel betekent dit eveneens dat de werktaak<br />
omvangrijker wordt en meer tijd vraagt.<br />
Belangrijk voor de werknemers in de thuiszorg is het evenwicht tussen draaglast en<br />
draagkracht.<br />
Als thuishulp leef je een stukje mee in het leven van de zorgbehoevende, wat emotioneel<br />
zwaar kan wegen. Ook de fysieke inspanning is een niet te onderschatten element.<br />
Vandaar dat in de meeste thuisdiensten de voorkeur gegeven wordt aan deeltijdse arbeid.<br />
Ook in de eigen poetsdienst zien we deze tendens. Het personeel bestaat op heden uit 4<br />
voltijdse en 12 halftijdse krachten.<br />
Kwaliteit is belangrijk. Als poetsvrouw ben je naast het uitvoeren van je praktische taken ook<br />
een belangrijke schakel in het netwerk van de thuiszorg. Omdat je een stukje meeleeft in het<br />
dagelijks leven van de zorgbehoevende ben je vaak de eerste die een aantal nieuwe noden<br />
en/of tekorten opmerkt. Inlevingsvermogen, communicatievaardigheid, zin voor<br />
verantwoordelijkheid, … zijn dan ook belangrijke aspecten die bij iedere nieuwe aanwerving<br />
moeten aan bod komen. Het opnemen van deze sociale en hulpverleningsfuncties in de<br />
thuisdiensten is een belangrijk element in de meerwaarde van de OCMW-dienstverlening. Dit<br />
vereist dat er vanuit de dienst voldoende aandacht besteed wordt aan de waardering van<br />
deze functies in de job en aan middelen voor vorming van het personeel terzake. Deze<br />
kwaliteitsbewaking is van groot belang.<br />
Tarieven<br />
Het uurtarief van de poetsdienst hangt af van de gezinssituatie en van het maandinkomen.<br />
De minimumbijdrage is 2,50 €/uur, de maximumbijdrage is 6,20 €/uur.<br />
Er is een uitzonderlijke tarief van 8 €/uur voor personen die een 2° eigendom en/of gronden<br />
in bezit hebben, of deze in de laatste 10 jaar verkocht hebben maar ook voor zij die geen<br />
medewerking verlenen aan het <strong>sociaal</strong> onderzoek. Jaarlijks gebeurt een hertarificatie op<br />
basis van de actuele inkomsten.<br />
Uit facturatiegegevens van het jaar 2006 blijkt dat 41 % van de gebruikers de<br />
minimumbijdrage van 2,5 euro betaalt, 32% betaalt 4,5 euro, 20% betaalt 6,20 euro en<br />
slechts 7% betaalt het uitzonderlijk tarief van 8 euro.<br />
Het dienstenchequebedrijf Kraak-Net werkt met een vast uurtarief van 6,70 euro, fiscaal<br />
aftrekbaar, wat een netto uurtarief geeft van 4,69 euro. Senioren die nog fiscaal plichtig zijn<br />
en die volgens onze tariefberekening een bijdrage van 6,20 euro/u of meer moeten betalen,<br />
worden doorverwezen naar het dienstenchequebedrijf. Sommigen verkiezen evenwel om<br />
toch door onze dienst verder bediend te worden.<br />
Hierdoor wordt duidelijk dat het huidige tariefbeleid goed is en dat de lagere<br />
inkomstencategorieën bereikt worden. De meeste senioren zijn bovendien niet langer fiscaal<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
20
plichtig waardoor ook de derde categorie geen financiële reden heeft om naar het<br />
dienstenchequebedrijf over te stappen.<br />
Zo wordt de positionering tussen het PWA-dienstenchequebedrijf en de poetsdienst van het<br />
OCMW nog versterkt en kunnen de gemaakte afspraken naar afbakening van de doelgroep<br />
zonder veel problemen nageleefd worden.<br />
De vraag naar thuiszorg is in de laatste jaren reeds sterk toegenomen en zal in de toekomst<br />
nog zeker groeien. Het OCMW heeft op deze nood ingespeeld door de wachtlijst op te<br />
vangen door uitbreiding van het personeelsbestand en dit zal in de toekomst blijvend<br />
noodzakelijk zijn om een aanvaardbare wachtlijst te behouden.<br />
2.2. Functie en betekenis van de dienst maaltijden van het OCMW<br />
Positionering<br />
De doelgroep van de dienst maaltijden zijn gezinnen, bejaarden of zwaar gehandicapten die<br />
niet of onvoldoende in staat zijn deze maaltijden zelf te bereiden, wegens ziekte, lichamelijke<br />
ongeschiktheid of bijzondere sociale omstandigheden. Deze dienstverlening wordt<br />
verwezenlijkt door de goede samenwerking met het plaatselijke private woon-en<br />
zorgcentrum St. Vincentius, die instaat voor de bereiding van de maaltijden.<br />
De dienst van het OCMW kent weinig concurrentie van private instanties. Er zijn wellicht wel<br />
traiteurs uit omliggende gemeenten die aan huis bedelen, maar cijfergegevens hieromtrent<br />
zijn niet bekend.<br />
De bereikte doelgroep is gestegen van 76 gebruikers in het jaar 2000 (13.028 maaltijden) tot<br />
109 gebruikers in 2005 (16.723 maaltijden). Uit het jaarverslag 2005 blijkt dat 76% ouder is<br />
dan 70 jaar. Ook hier wordt vastgesteld dat het aantal alleenstaande vrouwen binnen de<br />
gebruikers toeneemt.<br />
Een dienst voor warme maaltijden geeft senioren niet alleen te eten, maar verzorgt ook een<br />
sociale rol: het geeft hen <strong>sociaal</strong> contact en kan een antenne zijn om nieuwe zorgbehoeften<br />
te ontdekken. Door de toenemende tijdsdruk gaan deze elementen vaak verloren.<br />
We stellen in elk geval een steeds toenemende vraag vast, die in de toekomst wellicht niet<br />
langer door 1 personeelslid kan bediend worden.<br />
Een dienst maaltijden kan ook gehanteerd worden om zorgbehoeften te inventariseren en<br />
het aanbod aan zorg te communiceren, maar dan zal er meer tijd moet worden vrijgemaakt<br />
voor een gesprek met de gebruikers.<br />
Tarieven<br />
De eenheidsprijs voor een gewone maaltijd bedraagt 3,47 €; 3,97€ voor een dieetmaaltijd.<br />
Deze prijzen liggen op heden heel laag en dus betaalbaar voor iedereen. Om de sociale rol<br />
van de dienstverlening nog meer te benadrukken is het steeds mogelijk om de prijs<br />
inkomensafhankelijk vast te stellen.<br />
2.3. Verhuur personenalarmsystemen door het OCMW<br />
Positionering<br />
Het OCMW beschikt over 6 personenalarmtoestellen die verhuurd worden aan senioren,<br />
zwaar gehandicapten of langdurig zieken. Reeds enkele jaren zijn alle 6 toestellen bestendig<br />
verhuurd. Een wachtlijst wordt niet aangelegd gezien de aanvragers die door onze dienst<br />
niet kunnen worden geholpen meteen doorverwezen worden naar de mutualiteiten. Zij<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
21
kunnen de vraag meestal meteen opvangen, omdat zij over meer toestellen beschikken en<br />
aldus meer beweging hierin hebben. Bovendien hanteren zij de politiek dat elke aanvraag<br />
moet beantwoord worden, desnoods door aankoop van een bijkomend toestel.<br />
Het was de bedoeling de dienstverlening aan te bieden aanvullend op die van de<br />
mutualiteiten, voor zij die daar eventueel niet terecht konden.<br />
Sedert enkele jaren kent het OCMW eveneens een financiële tegemoetkoming toe ten<br />
bedrage van 4,96 euro/maand aan huurders van noodoproepsystemen van private<br />
instanties, in casu mutualiteiten. Doordat de mutualiteiten hun bijdrage verlaagd hebben tot<br />
12,39 €/m, komt het er in de praktijk op neer dat het OCMW enkel nog een tussenkomst<br />
geeft aan die personen die geen provinciale toelage bekomen.<br />
Tarieven<br />
De huur van een dergelijk toestel bedraagt 18,59 €/m, naast een éénmalige waarborg van<br />
49,58 €, die wordt terugbetaald nadat het toestel in goede staat terug werd bezorgd.<br />
Voor zij die aan de voorwaarden voldoen, wordt een aanvraag ingediend om een provinciale<br />
tegemoetkoming van 12,39 € hierin te bekomen.<br />
2.4. <strong>Gemeente</strong>lijke toelage sociale hulp (mantelzorgpremie)<br />
Inwoners van de gemeente die zorgen voor een inwonende hulpbehoevende hebben recht<br />
op een toelage sociale hulp indien ze aan de voorwaarden voldoen.(zie bijlage 4:<br />
toelagereglement sociale hulp)<br />
Het gaat om een maandelijkse premie van 60 €, in onze gemeente weliswaar uitgekeerd<br />
door het gemeentebestuur. Er is geen zicht op de evolutie in de toekenning van deze<br />
mantelzorgpremie gezien hiervan geen statistieken worden bijgehouden.<br />
Deze mantelzorgpremie bestaat naast de premie van 105€/m toegekend door de<br />
zorgverzekering voor hulpbehoevenden ter financiering van hun mantelzorg, naast hun<br />
thuiszorg.<br />
Het is niet echt duidelijk of de beide doelgroepen mekaar overlappen of hoe deze zich<br />
tegenover elkaar verhouden.<br />
Misschien is het dan ook interessant om dit bestaande reglement eens te herbekijken in het<br />
licht van de bestaande zorgverzekering en kan een aanvullend systeem uitgewerkt worden<br />
voor die categorieën die uit de boot vallen, of kunnen extra tussenkomsten verleend worden<br />
in functie van de noden en/of de inkomsten.<br />
Wellicht is deze premie een eerste contact van de mantelzorger met de thuiszorg en kan er<br />
een nood ontstaan naar meer informatie over thuiszorg in zijn ruime betekenis. In dat geval<br />
is een doorverwijzing noodzakelijk, in eerste instantie naar het OCMW, die over eigen<br />
thuiszorgdiensten beschikt maar ook goede contacten onderhoudt met de private partners op<br />
het vlak van thuiszorg.<br />
Een centralisering van deze informatie op één punt zou zorgen voor een toegankelijker<br />
dienstverlening op dit vlak en een gerichtere aanpak van diverse problemen inzake<br />
thuiszorg.<br />
Er is geen duidelijk zicht op de groep van de mantelzorgers in onze gemeente. Wellicht kan<br />
een betere ondersteuning van deze groep een positieve invloed hebben en zullen meer<br />
mensen bereid worden gevonden als mantelzorger op te treden zodat de senioren langer in<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
22
hun thuismilieu kunnen blijven wonen om zo een opname in een verzorgingsinstelling uit te<br />
stellen.<br />
2.5. Aanbod van dagopvang: dag- en verzorgingscentrum De Kim<br />
Met de vergrijzing kan dagverblijf een goede oplossing bieden voor kinderen die verder hun<br />
job willen uitoefenen en de familie na hun dagtaak verder willen opvangen.<br />
Het dagverzorgingscentrum De Kim uitgebaat door vzw Open Kring, ingebed in het woon- en<br />
zorgcentrum St. Vincentius kent een bloeiende werking in <strong>Ardooie</strong>. Het centrum beschikt op<br />
heden over een erkenning voor 15 personen, maar er zijn plannen om deze erkenning uit te<br />
breiden tot 30 personen.<br />
Volgens de programmatiecijfers is er ruimte voor 38 personen. (www.zorg-engezondheid.be\cijfers\programmatie)<br />
Het dagcentrum werkt niet met een wachtlijst. Het centrum wordt vooral bezocht door eigen<br />
inwoners of uitgeweken <strong>Ardooie</strong>naren die in naburige gemeenten wonen.<br />
Ter ondersteuning en stimulering van deze dienstverlening worden bijdragen in de prijs<br />
voorzien door de mutualiteiten en ook door het OCMW, wat de dagopvang betaalbaar houdt<br />
voor de gast.<br />
2.6. Vrijwilligerswerking als ondersteuning voor de thuiszorg<br />
De vrijwilliger is de natuurlijke persoon die, op vrijwillige basis en onbezoldigd en in een<br />
georganiseerd verband, zijn activiteiten uitvoert (definitie volgens het decreet thuiszorg).<br />
Professionele hulpverleners worden soms geconfronteerd met vragen die misschien kunnen<br />
beantwoord worden via het vrijwilligerswerk. Vrijwilligerswerk kan op verschillende terreinen:<br />
oppas, vervoer, <strong>sociaal</strong> contact, boodschappen doen, klusjesdienst…<br />
Er is geen weet van een gestructureerde vrijwilligerswerking in onze gemeente met<br />
uitzondering van de parochiewerking in Koolskamp. Wel is er een goed draaiende<br />
vrijwilligerswerking in het plaatselijke woon- en zorgcentrum, als ondersteuning van de<br />
residentiële dienstverlening.<br />
Misschien kan een bevraging van de bevolking duidelijkheid geven over de werkelijke nood<br />
aan vrijwilligers en ook over het aanbod aan vrijwilligers. Als er vrijwilligerswerking wordt<br />
uitgebouwd, lijkt het wel van belang te zorgen voor voldoende ondersteuning en begeleiding<br />
om de werking te kunnen behouden en stimuleren.<br />
3. Nood aan duidelijke informatie<br />
Vanuit de seniorenverenigingen wordt duidelijk dat er een algemene nood is aan centrale<br />
informatie over alle vormen van dienstverlening gericht op ouderen, zijnde de financiële<br />
tegemoetkomingen maar ook voorzieningen op materieel vlak zoals betreffende<br />
woonaanpassingen, aangepaste materialen, enz.….<br />
Hieraan kan men tegemoet komen door het gehele aanbod aan thuisdiensten en de hieraan<br />
verbonden premies en tegemoetkomingen overzichtelijk te communiceren aan<br />
mantelzorgers en zorgbehoevenden. Dit kan bvb door de opmaak van een overkoepelende<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
23
ochure die gericht verspreid wordt (aan diegenen die het nodig hebben) en op het juiste<br />
moment aangeboden wordt (op het moment dat ze het nodig hebben). Veel private<br />
organisaties beschikken reeds over hun eigen folders en brochures, van gemeente en<br />
OCMW wordt weinig gepubliceerd. Een bundeling van het ganse aanbod in <strong>Ardooie</strong> zou<br />
handiger zijn voor de gebruikers en effectiever als communicatiemiddel voor de verschillende<br />
diensten. Er kan worden nagegaan hoe dit in samenwerking kan gerealiseerd worden.<br />
Een aanduiding van iemand binnen de dienst als seniorenconsulent kan hier eveneens een<br />
oplossing bieden op voorwaarde dat er voldoende bekendheid gegeven wordt aan deze<br />
functie.<br />
Het initiatief moet laagdrempelig en onafhankelijk zijn. Er moeten duidelijk afspraken worden<br />
gemaakt over hoe wordt doorverwezen en welke info over de diverse diensten en zijn<br />
contactpersonen kan worden doorgegeven. Dit stelt heel wat vereisten aan het betrokken<br />
personeelslid en er moet sterk geïnvesteerd worden om de informatie up to date te houden.<br />
Dit is natuurlijk enkel mogelijk indien de andere diensten inderdaad bereid zijn om informatie<br />
over hun dienstverlening te communiceren en vanzelfsprekend ook hun wijzigingen, wat kan<br />
bevraagd worden.<br />
4. Residentiële zorg<br />
4.1. Woongelegenheden voor zware zorgbehoevenden<br />
<strong>Ardooie</strong> beschikt over een privaat woon- en zorgcentrum St. Vincentius met 104 erkende<br />
woongelegenheden, terwijl er voor de gehele regio een programmatiecijfer van 157 voorzien<br />
is. De helft van de bewoners zijn afkomstig uit <strong>Ardooie</strong>-Koolskamp.<br />
Het centrum beschikt over een wachtlijst van 102 zwaar zorgbehoevenden (door de<br />
regelgever aangeduid met categorie B en C) en van 170 semi-valide en valide senioren<br />
(door de regelgever aangeduid met de categorie A en O). Het wordt duidelijk dat veel<br />
senioren zich preventief laten opnemen op de wachtlijst. De minimum wachttijd voor opname<br />
bedraagt 6 maanden maar is wel afhankelijk van de aandoening gezien de afdelingen<br />
opgesplitst worden in een afdeling voor dementerende en een afdeling voor niet<br />
dementerenden. In 2005 kwamen er 38 aanvragen binnen van personen uit onze gemeente.<br />
Gezien de lange wachtlijst krijgen de zwaar verzorgingsbehoeftigen vanzelfsprekend<br />
voorrang om opgenomen te worden in het woon- en zorgcentrum.<br />
Uit de analyse van de cijfers blijkt dat door het stijgende aantal 80 plussers er in de toekomst<br />
meer kandidaten op de wachtlijsten zullen staan. Meer dan waarschijnlijk zal er op termijn<br />
onvoldoende capaciteit zijn om aan deze stijgende vraag naar opnames te voldoen.<br />
4.2. Aanbod van serviceflats voor minder zware zorgbehoevenden<br />
De vragen tot opname in het woon- en zorgcentrum van minder zware<br />
verzorgingsbehoevenden krijgen heel weinig kans. Deze groep kan weliswaar terecht in de<br />
serviceflats Hof ter Linden in de Cardijnlaan te <strong>Ardooie</strong>.<br />
Een serviceflat is een rustige en comfortabele woongelegenheid, met behoud van alle<br />
zelfstandigheid en privacy waarbij men in noodgevallen een beroep kan doen op permanent<br />
aanwezig, gekwalificeerd personeel van het rust- en verzorgingstehuis door gebruik van een<br />
noodoproepsysteem.<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
24
Dit project is het initiatief van vzw Open Kring, tevens uitbater van het woon- en<br />
zorgcentrum. Het project bestaat uit 20 erkende serviceflats, terwijl er wel een<br />
programmatiecijfer is van 49 voor de regio. Slechts 2 flats worden bewoond door echtparen.<br />
18 van de 22 bewoners zijn afkomstig van <strong>Ardooie</strong>, waaruit blijkt dat deze dienstverlening<br />
vooral onze eigen bewoners bedient.<br />
Voor de serviceflats wordt eveneens een wachtlijst aangelegd die op heden ongeveer 79<br />
aanvragen telt. Maar ook hier wordt vastgesteld dat veel personen hun aanvraag uit voorzorg<br />
indienen.<br />
De analyse van de cijfers toont aan dat ook deze groep in de toekomst nog zal stijgen.<br />
4.3. Aanbod van kortverblijf<br />
Senioren blijven langer thuis wonen met ondersteuning van hun kinderen en hun<br />
mantelzorgers. Maar ook de mantelzorgers willen er ook wel eens tussenuit; op reis, op<br />
uitstap … Kortverblijf is een goede oplossing om hier aan deze vraag tegemoet te komen.<br />
Het woon- en zorgcentrum St. Vincentius beschikt over 4 erkende kamers voor kortverblijf, er<br />
is een programmatiecijfer voor onze regio van 38, terwijl er al 49 aangevraagd zijn. Een<br />
uitbreiding voor <strong>Ardooie</strong> zit er dus in elk geval niet in.<br />
Er wordt vastgesteld dat het kortverblijf wel meer en meer zijn oorspronkelijke doel<br />
voorbijschiet en in het kader van de zorgbehoevendheid gebruikt wordt in afwachting van<br />
een definitieve opname in een rusthuis. Zo worden dezelfde personen opgenomen in diverse<br />
kortverblijven in rusthuizen in de regio totdat zij ergens definitief kunnen opgenomen worden.<br />
Dit geeft vooral een signaal inzake het tekort aan RVT-bedden.<br />
4.4.Nood aan aangepaste woningen voor senioren<br />
Schaduwzijde van opnames van zwaarverzorgingsbehoevenden, is dat de kandidaten die<br />
minder zorgen nodig hebben (categorie O en A) weinig kans maken op een opname. Deze<br />
kandidaten komen eerder in aanmerking voor een opname in een serviceflat of een verblijf in<br />
een aangepaste woning.<br />
Ook het aantal aanvragen op de wachtlijst voor de bejaardenwoningen wijst op het feit dat er<br />
nood is aan aangepaste woningen.<br />
Ook de KBG kaart in hun Zilverboek de nood aan meer aangepaste huisvesting aan.<br />
Om de noden correct in kaart te brengen, zou er een rondvraag (vragenlijst, interview)<br />
kunnen gebeuren bij de aanvragers betreffende de aangepastheid van hun huidige woning<br />
en de reden waarom een aanvraag werd gedaan voor een bejaardenwoning. Er kunnen<br />
verschillende redenen zijn voor een dergelijke aanvraag : te weinig diensten aan huis,<br />
onaangepaste woning, geïsoleerd zijn, eenzaam, woning zelf te groot of omgeving rond<br />
woning te uitgestrekt, of nog andere. Met het oog op het vinden van de aangewezen<br />
oplossing voor deze verschillende problemen, is het belangrijk om ook in de analyse het<br />
onderscheid zo nauwkeurig mogelijk te maken.<br />
In onze gemeente zijn er reeds 10 seniorenwoningen in de Cardijnlaan die beheerd worden<br />
door het gemeentebestuur, naast 27 seniorenwoningen die beheerd worden door het<br />
OCMW, verspreid over 15 woningen in de Walstraat te Koolskamp en 12 woningen in de<br />
Cardijnlaan te <strong>Ardooie</strong>.<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
25
Voor deze woningen worden wachtlijsten aangelegd. De wachtlijst van het gemeentebestuur<br />
telt 39 kandidaten, evenveel als de wachtlijst van het OCMW voor <strong>Ardooie</strong>. Velen zullen dan<br />
ook dezelfde personen zijn.<br />
De wachtlijst voor Koolskamp is daarentegen een stuk korter en telt 13 kandidaten. Er wordt<br />
vastgesteld dat er weinig verloop is tussen de beide deelgemeenten.<br />
De wachttijd bedraagt ongeveer 7 jaar voor een woning te <strong>Ardooie</strong> en 3 jaar voor een woning<br />
te Koolskamp.<br />
De versnippering van het beheer van deze woningen in handen van het <strong>lokaal</strong> bestuur,<br />
verspreid over gemeente en OCMW is absoluut niet wenselijk. Een uniformisering van de<br />
toewijzings- en verhuurreglementen is aangewezen.<br />
De lokale besturen hebben op heden nog geen concrete plannen tot uitbreiding van dit<br />
patrimonium specifiek voor senioren.<br />
Daarnaast beschikt de sociale huisvestingsmaatschappij De Mandel nog over 28<br />
seniorenwoningen in <strong>Ardooie</strong>, verspreid over de Boncquetstraat, de Tulpenstraat en de<br />
Mezenstraat (Tassche).<br />
Ook zij hebben een wachtlijst hiervoor van ca. 35 kandidaten. Opnieuw is het mogelijk dat<br />
hierbij veel dezelfde mensen zijn en er dus dubbeltellingen gebeuren.<br />
De Mandel heeft reeds concrete plannen tot het bouwen van 18 seniorenappartementen in<br />
de Eekhoutstraat. Wanneer deze zullen gerealiseerd zijn, is nog onduidelijk.<br />
De sociale huisvestingsmaatschappij Helpt Elkander beschikt over geen specifieke<br />
seniorenwoningen.<br />
De bouw van seniorenwoningen uit handen geven aan de private sector of sociale<br />
huisvestingsmaatschappij heeft tot gevolg dat er geen controle door het lokale bestuur is<br />
over de instroom. Ook personen van buiten <strong>Ardooie</strong> kunnen zich aanmelden op de<br />
wachtlijsten van de maatschappijen. Er wordt een eigen toewijzingsreglement gebruikt, dat<br />
niet altijd gelijk loopt met het toewijzingsreglement van de sociale<br />
huisvestingsmaatschappijen.<br />
Uit contact met de kandidaat-huurders van seniorenwoningen blijkt wel dat de senioren<br />
eerder terughoudend zijn voor appartementen en aparte woningen verkiezen. Deze laatste<br />
woonvorm is natuurlijk ook de duurste in investering.<br />
In het kader van de bouw van seniorenwoningen is het van belang te letten op de centrale<br />
ligging van de woningen. Van belang wordt ook de nabijheid van een zorgcentrum. Probleem<br />
is het gebrek aan bouwgrond in het centrum van onze gemeente.<br />
Uit de conceptnota van Minister Vervotte inzake een nieuw woon-, welzijns- en zorgbeleid<br />
voor ouderen in Vlaanderen blijkt dat er een evolutie verwacht wordt naar woonzorgkernen<br />
waarbij o.a. ‘assistentiewoningen’ aanleunen bij een zorgcentrum (vb een rusthuis) en dat<br />
van daaruit zorggarantie kan verleend worden.<br />
Naast deze bejaardenwoningen is het ook nuttig om de privé woningen in de gemeente eens<br />
van naderbij te bekijken.<br />
Voor ouderen is kwaliteit van het wonen heel belangrijk. Voor een ouder wordend koppel of<br />
senior is het een vereiste dat de woning weinig hindernissen en niveauverschillen vertoont<br />
en bovendien ook nog gebruiks- en onderhoudsvriendelijk is.<br />
‘Levenslange woningen’ zijn zo gebouwd dat ze geschikt blijven doorheen de verschillende<br />
levensfasen van hun bewoners.<br />
Drie kenmerken zijn typerend voor levenslange woningen:<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
26
- ze zijn toegankelijk: iedereen kan erin leven, ongeacht de leeftijd en lichamelijke<br />
beperkingen<br />
- ze zijn veilig, de ruimten zijn goed gedimensioneerd<br />
- ze zijn comfortabel<br />
De kwaliteit van het bestaande woningpatrimonium op de gemeente scoort, samen met de<br />
rest van de streek en de provincie, in vergelijking met het Vlaams gemiddelde slecht. Het niet<br />
hebben van centrale verwarming of een ingerichte, aangepaste badkamer en toilet kan voor<br />
de groep van bejaarden een extra moeilijkheid zijn om in de bestaande woning te blijven.<br />
Vooral ook als er thuiszorg aan huis komt, wordt een minimum aan basiscomfort<br />
noodzakelijk. Er zijn echter op heden geen gegevens over wie nu net in de kwalitatief minder<br />
goede woningen woont, of het huur- of koopwoningen zijn en of de bewoners dit zelf als een<br />
probleem gaan ervaren.<br />
Het aanpassen van een woning om langer thuis te kunnen blijven wonen, brengt niet alleen<br />
administratief heel wat aspecten met zich mee (offertes vergelijken, aannemers<br />
aanspreken,…) maar betekent meteen ook een financiële inspanning. Daarnaast kennen niet<br />
alle bejaarden hun rechten aangaande premies/tussenkomsten en diensten die hen<br />
hieromtrent kunnen informeren.<br />
Het stimuleren van deze aanpassingen kan ervoor zorgen dat deze senioren toch langer in<br />
hun eigen woning blijven wonen. (zie ook de cluster wonen)<br />
Naast het kunnen aanpassen van een bestaande woning en de ondersteuning die de<br />
bejaarde hierbij krijgt, spelen ook het aspect van afstand tot de dorpskern, isolement en<br />
immobiliteit een grote rol. Zaken die niet opgelost worden door de fysieke aanpassing van de<br />
woning.<br />
Naast het voorzien van aparte seniorenwoningen, wat een serieuze investering vergt, kan<br />
ook de uitbreiding van de thuiszorgdienstverlening waaronder klusjesdienst,<br />
mindermobielencentrale, … een stimulans zijn voor de senior om langer in zijn eigen woning<br />
te blijven wonen, waardoor de noodzaak minder of niet gevoeld wordt om te verhuizen naar<br />
een aangepaste woning. Bij dergelijke initiatieven dienen de kosten-baten binnen een<br />
gemeente met een beperkt aantal inwoners uiteraard nauwgezet afgewogen worden.<br />
5. Mobiliteit<br />
Onze gemeente beschikt slechts over beperkt openbaar busvervoer maar sedert september<br />
2006 is ook het initiatief van de belbus werkzaam.<br />
De belbus heeft als nadelen dat de gebruiker zich opnieuw moet gaan verplaatsen naar een<br />
vaste halte op vastgestelde uren. Dit biedt een oplossing voor de mobiele mensen maar voor<br />
zieken en zij die zich moeilijk of niet kunnen verplaatsen naar de belbushalte blijft het<br />
probleem bestaan.<br />
Het is op heden ook niet meteen duidelijk hoeveel senioren frequent gebruik maken van<br />
deze dienst en voor welke doeleinden, maar het eerste evaluatierapport is alvast lovend over<br />
het gebruik van het initiatief. (zie: Openbare Vervoerscommissie 30/11/2007 - Eerste<br />
evaluatierapport basismobiliteit <strong>Ardooie</strong>)<br />
Door de feit dat ouderen steeds minder beroep kunnen doen op mantelzorg, wegens o.a. het<br />
ontbreken van of het drukke gezinsleven van de kinderen, zijn deze mensen inderdaad op<br />
andere initiatieven aangewezen.<br />
De uithoeken van de gemeente zoals de wijk De Tassche, de Weze, de Bergmolen en ’t Veld<br />
liggen afgelegen en geïsoleerd en worden daardoor ook door de seniorenorganisaties<br />
aangeduid als de probleemzones voor wat betreft openbaar vervoer.<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
27
Uit het Eerste evaluatierapport basismobiliteit <strong>Ardooie</strong> blijkt dat de belbus in 2007 (berekend<br />
tot en met de maand september 2007) gemiddeld 477 ritten per maand had en dat de<br />
meeste reizigers op- of afstappen aan de halte <strong>Ardooie</strong>-Tassche, wat het signaal van de<br />
Tassche als probleemzone wel degelijk bevestigt.<br />
Het gemeentebestuur is evenwel recent overeengekomen met de Lijn om vanaf (januari)<br />
<strong>2008</strong> te zorgen voor een snelle busverbinding tussen Tielt en Roeselare via de Tassche<br />
waardoor deze buurt wel bereikbaar wordt met een gewone buslijn en de reizigers niet<br />
noodzakelijk beroep moeten doen op de belbus.<br />
Deze seniorenorganisaties zijn dan ook vragende partij naar het opstarten van een initiatief<br />
inzake minder mobielen vervoer.<br />
Er bestaat in onze gemeente geen dergelijk initiatief zoals bvb een mindermobielencentrale.<br />
Een mindermobielencentrale richt zich vooral tot 60 plussers die hiervan kunnen gebruik<br />
maken voor het vervoer naar medische afspraken (ziekenhuis, dokter, tandarts, kinesist,…),<br />
voor een bezoek aan de partner of familie in het ziekenhuis of voor het bijwonen van<br />
begrafenissen, … Een dergelijke dienst kan opgezet worden met vrijwilligers maar moet<br />
eveneens administratief ondersteund worden.<br />
Daarnaast bestaan er natuurlijk ook private initiatieven die in onze gemeente werkzaam zijn<br />
die zorgen voor aangepast vervoer voor medische afspraken in ziekenhuis,<br />
revalidatiecentra… maar het is niet duidelijk in hoeverre op dergelijke diensten ook beroep<br />
kan gedaan worden voor andere doeleinden. Het totale aanbod vanuit de private sector op<br />
dat vlak is weliswaar op heden nog niet duidelijk.<br />
Ook het plaatselijke rusthuis ondervindt het probleem van aangepast vervoer voor<br />
rolstoelpatiënten naar hun dagcentrum.<br />
Het staat evenwel zo goed als vast dat door het stijgende aantal bejaarden, de geografische<br />
uitgestrektheid van de gemeente, het langer thuis willen/kunnen blijven wonen,… de vraag<br />
naar individueel en/of aangepast vervoer verder zal stijgen.<br />
6. Senioren en vrije tijd<br />
In onze gemeente <strong>Ardooie</strong> zijn er diverse seniorenverenigingen werkzaam met elk hun eigen<br />
ledenaantal. Zij dragen bij aan een uitgebreid <strong>sociaal</strong> en cultureel aanbod voor senioren. Er<br />
is op heden geen navraag gedaan bij deze verenigingen naar hun ledenaantal en hun<br />
activiteitenaanbod. Er is dan ook geen zicht op hoeveel 60 plussers hiermee bereikt worden.<br />
Het aantal leden is wellicht ook geen garantie voor de actieve deelname aan de activiteiten.<br />
De seniorenverenigingen worden vertegenwoordigd in de gemeentelijke seniorenadviesraad.<br />
Deze adviesraad komt 4x per jaar samen en uit de verslagen blijkt een heropflakkering in de<br />
werking met nieuwe dynamiek en inbreng.<br />
Er is geen globaal zicht op de financiële of logistieke ondersteuning (subsidies, lokalen,<br />
publiciteit, secretariaat, …) vanuit het gemeentebestuur aan de seniorenverenigingen.<br />
Het aanbod aan activiteiten voor senioren komt vooral uit de hoek van de<br />
seniorenverenigingen. Vanuit het OCMW worden geen specifieke seniorenactiviteiten op<br />
poten gezet en het is niet duidelijk of er door het gemeentebestuur nog zelf activiteiten<br />
georganiseerd worden.<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
28
Uit contacten blijkt dat de seniorenverenigingen eerder weigerachtig staan tegenover<br />
activiteiten georganiseerd door diensten van gemeente of OCMW bv. via een<br />
dienstencentrum. Zij beschouwen deze als oneerlijke concurrentie voor het eigen aanbod.<br />
Een dienstencentrum kan in theorie evenwel aanvullende activiteiten van informatieve,<br />
vormende en recreatieve aard (conform het besluit betreffende de dienstencentra)<br />
aanbieden voor alle senioren (ook niet-leden van verenigingen), naast vanzelfsprekend het<br />
aanbod aan bepaalde zorgactiviteiten (bad, pedicure, …). Daarnaast kan het ook een extra<br />
ontmoetingsplaats zijn voor alle senioren en biedt een dienstencentrum een belangrijke<br />
bijkomende ondersteuning voor nog thuiswonende senioren vb om samen een maaltijd te<br />
nemen.<br />
De discussie over de eventuele uitbouw van een volwaardig dienstencentrum dient helder te<br />
worden gevoerd. <strong>Ardooie</strong> heeft hiervoor een programmatiecijfer van 1. Volgens de geest van<br />
de wetgeving m.b.t. dienstencentra dient het dienstencentrum een spilfunctie te vervullen in<br />
de lokale gemeenschap van senioren. Gegeven een goede samenwerking en afspraken kan<br />
een dergelijk dienstencentrum een impuls geven aan de werking van de<br />
seniorenverenigingen door samen te communiceren, samen activiteiten te organiseren<br />
(indien open voor iedereen) en ruimte ter beschikking te stellen.<br />
7. Conclusies<br />
De huidige en toekomstige tendens van vergrijzing maakt dat het aantal zwaar<br />
zorgbehoevenden zal toenemen. De wachtlijst toont aan dat de huidige rusthuiscapaciteit<br />
wellicht niet voldoet.<br />
De rusthuisopname moet zo lang mogelijk uitgesteld worden. Bovendien willen de mensen<br />
zelf ook de rusthuisopname zo lang mogelijk uitstellen. Dit kan alleen bij een sterk<br />
uitgebouwd aanbod van thuiszorg en mantelzorg. Gezien de algemene veroudering zal het<br />
aantal minder zwaar zorgbehoevenden in ieder geval toenemen en door de stijging van het<br />
aantal mantelzorgers dat zal vereist zijn, zal ook de behoefte aan kortverblijf en dagverblijf<br />
toenemen.<br />
De stijging van het aantal minder zwaar zorgbehoevenden zal ook de vraag naar aangepaste<br />
woningen doen toenemen. Gezien de kostprijs van dit aanbod zal ook hier moeten worden<br />
nagegaan of bepaalde problemen ook niet kunnen opgelost worden via het aanpassen van<br />
de bestaande woning en de ondersteuning van de omkadering (mantel- en thuiszorg). De<br />
uitbreiding van bestaande of uitbouw van nieuwe thuiszorginitiatieven zoals poetsdienst,<br />
klusjesdienst, maaltijdendienst, mindermobielencentrale…kunnen deze noden lenigen.<br />
Door het toenemend aantal thuiswonende senioren zal een nood ontstaan naar meer<br />
vrijetijdsaanbod voor deze categorie van mensen. De seniorenverenigingen hebben een<br />
belangrijk aanbod maar een aanvullend pakket aan activiteiten en diensten voor deze<br />
doelgroep kan steeds tot de mogelijkheden behoren.<br />
Tot slot kan volgende SWOT-analyse een korte samenvatting zijn van de sterkten, zwakten,<br />
kansen en bedreigingen op het vlak van senioren en een signaal geven naar het beleid toe:<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
29
Sterkten:<br />
* actieve seniorenverenigingen<br />
* actieve seniorenadviesraad<br />
* gemeentelijk premiestelsel voor aanpassing<br />
woningen<br />
* 37 seniorenwoningen van gemeentebestuur<br />
en OCMW<br />
* fin.bijdragen in kost dagopvang door<br />
mutualiteiten en OCMW<br />
* mantelzorgtoelage van gemeente<br />
* duidelijke positionering<br />
Kraaknet/poetsdienst OCMW<br />
* goed tariefbeleid OCMW poetsdienst<br />
* sociale karakter en meerwaarde<br />
thuiszorgdiensten OCMW<br />
* kwaliteitsbewaking poetsdienst<br />
* goede samenwerking tussen OCMW en<br />
woon- en zorgcentrum<br />
* aanvullende verhuur PAS door OCMW<br />
* OCMW-bijdrage in huur PAS<br />
Kansen:<br />
* uitbreidingsmogelijkheid voor De Kim<br />
* belbus voor mobiele senioren<br />
* 28 bestaande seniorenwoningen van De<br />
Mandel<br />
* geplande bouw seniorenappartementen<br />
van De Mandel (18)<br />
* kortverblijf St. Vincentius: 4 plaatsen<br />
* WZC St. Vincentius: 104 plaatsen<br />
* dagcentrum De Kim: 15 plaatsen<br />
* Hof ter Linden: 20 serviceflats<br />
* zorgverzekering<br />
* prov. Tegemoetkoming PAS<br />
* uitbreidingsmogelijkheid serviceflats<br />
* sociale maribel: goedkopere<br />
tewerkstellingsmogelijkheden<br />
* concept ‘levenslang wonen’<br />
* premiestelsel van provincie en Vlaams<br />
Gewest voor woningaanpassingen<br />
* dienstencheques<br />
* programmatiecijfer <strong>lokaal</strong> dienstencentrum<br />
= 1<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
Zwakten:<br />
* wachtlijsten seniorenwoningen gemeente<br />
en OCMW<br />
* geen zicht op reden voor aangepaste<br />
huisvesting<br />
* wachtlijsten voor bestaande poetsdienst<br />
* toenemende vraag naar maaltijdendienst<br />
* geen zicht op vraag naar klusjesdienst<br />
* geen mindermobielenvervoer/aangepast<br />
vervoer voor rolstoelpatiënten<br />
* versnippering dienstverlening door lokale<br />
besturen (OCMW/gemeente)<br />
* versnippering beheer seniorenwoningen<br />
van lokale besturen (gemeente/OCMW)<br />
* gebrek aan duidelijke, totale en centrale<br />
informatie over seniorenaanbod/infopunt<br />
* geen zicht op nood aan en aanbod van<br />
vrijwilligers<br />
* beperkte gestructureerde<br />
vrijwilligerswerking<br />
* geen overkoepelende mantelzorgwerking<br />
* geen seniorenactiviteiten georganiseerd<br />
door <strong>lokaal</strong> bestuur<br />
* geen zicht op nood aan dienstencentrum<br />
* geen zicht op effectiviteit van<br />
mantelzorgtoelage<br />
Bedreigingen:<br />
* vergrijzing: stijgend aantal 60- en 80<br />
plussers<br />
* toenemende zorgbehoevendheid<br />
* toenemend aantal alleenstaande vrouwen<br />
* te onderhouden woningen worden steeds<br />
groter<br />
* woningen van senioren zijn vaak in slechte<br />
staat<br />
* programmatiecijfers kortverblijf uitgeput<br />
* kortverblijf in afwachting van opname<br />
* gebrek aan bouwgrond nabij zorgcentrum<br />
* wachtlijst voor woon- en zorgcentrum<br />
* wachtlijst voor serviceflats<br />
* beperkt openbaar vervoer<br />
* wachtlijst seniorenwoningen De Mandel<br />
* thuiszorg vraagt minimum aan comfort in de<br />
woningen<br />
30
III.3.3. KINDEROPVANG<br />
1. Algemeen<br />
In dit onderdeel werden de gegevens van de omgevingsanalyse uit het <strong>beleidsplan</strong><br />
kinderopvang 2007-2010, zoals het werd vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28<br />
mei 2007, integraal overgenomen. De deelaspecten werden herschikt en in de algemene layout<br />
gegoten. De informatie is evenwel ongewijzigd gebleven en is het werk van het Lokaal<br />
Overleg Buitenschoolse kinderopvang en de coördinator het IBO.<br />
2. Lokaal overleg<br />
2.1. Plaatselijke actoren<br />
De voorbije jaren is de nood aan goed onderbouwde en gestructureerde kinderopvang sterk<br />
gestegen. Steeds meer buitenhuiswerkende ouders en een daling van de traditionele opvang<br />
bij grootouders, familie en vrienden doen de vraag naar kinderopvangplaatsen stijgen.<br />
Het Lokaal Overleg vond zijn oorsprong in de reglementering van 1997, waarin werd bepaald<br />
dat een Lokaal Overleg moet worden samengesteld uit partijen betrokken bij de<br />
opvangproblematiek.<br />
De eerste opdracht van het Lokaal Overleg buitenschoolse opvang bestond uit de opmaak<br />
van het eerste <strong>beleidsplan</strong> en het op gang trekken van de dialoog tussen de verschillende<br />
partijen.<br />
In de daaropvolgende jaren werd door het Lokaal Overleg getracht de vooropgestelde opties<br />
uit te werken. Het gemeentebestuur besliste in samenspraak met het Lokaal Overleg om<br />
vanaf september 2002 te starten met een Initiatief Buitenschoolse Opvang (IBO) met<br />
beperkte openingsuren.<br />
Door het grote succes en de toenemende vraag naar kinderopvang werd in oktober 2003<br />
een aanvraag m.b.t. de toekenning van een erkenning voor de capaciteitsuitbreiding van ons<br />
initiatief voor buitenschoolse opvang ingediend.<br />
Het bestaande aanbod werd in 2003 uitgebreid met voor- en naschoolse opvang.<br />
Ondertussen hebben we een erkende capaciteit van 32 plaatsen.<br />
Door de blijvende stijging van het aantal kinderen, werd begin mei 2007 beslist om een<br />
aanvraag te doen voor 18 bijkomende erkende plaatsen. Vanaf 1 september 2007 is de<br />
erkende opvangcapaciteit uitgebreid naar 43 plaatsen.<br />
In 2006 werd beslist om in Koolskamp een bijkomende vestigingsplaats te openen omdat de<br />
vraag naar buitenschoolse opvang bleef toenemen. Ondertussen (op 3 september 2007)<br />
opende die tweede vestigingsplaats reeds zijn deuren. Daar werd de aanvraag gedaan naar<br />
21 erkende plaatsen.<br />
Ook als kleine gemeente ondervinden we - naast de nood aan kwalitatief uitgebouwde<br />
kinderopvang - ook de nood aan een verruiming van het gewone aanbod om in te spelen op<br />
de specifieke noden die wonen en werken met zich meebrengen. Ten volle gebruik maken<br />
van de kansen die de verruiming van het overleg biedt, is dus zeker aangewezen.<br />
2.2. Benaming<br />
Het Lokaal overleg kinderopvang <strong>Ardooie</strong> – Koolskamp is een gemeentelijke adviesraad.<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
31
Het <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang werd oorspronkelijk opgericht conform het Besluit van<br />
de Vlaamse Regering houdende de algemene voorwaarden inzake het organiseren van de<br />
Buitenschoolse opvang (BS 24 juni 1997). Dit Besluit werd opgeheven door het Besluit<br />
houdende het <strong>lokaal</strong> beleid kinderopvang (BS 19 juni 2007)<br />
Het secretariaat van het Lokaal Overleg kinderopvang <strong>Ardooie</strong> – Koolskamp wordt<br />
waargenomen door de <strong>Gemeente</strong>lijke Dienst Kinderopvang, Polenplein 15, 8850 <strong>Ardooie</strong>,<br />
kinderopvang@ardooie.be , 051/74.03.67<br />
2.3. Taken en opdrachten<br />
De taken van het Lokaal Overleg zijn beschreven in de regelgeving van de Vlaamse<br />
Regering betreffende het Lokaal Overleg Kinderopvang:<br />
- Het <strong>lokaal</strong> bestuur adviseren bij de opmaak van het Lokaal <strong>beleidsplan</strong><br />
Kinderopvang en de eventuele bijsturingen ervan;<br />
- Het <strong>lokaal</strong> bestuur adviseren over de uitvoering van het Lokaal Beleidsplan<br />
Kinderopvang en eventuele bijsturingen ervan;<br />
- Het <strong>lokaal</strong> bestuur adviseren met betrekking tot de uitbouw van<br />
opvangvoorzieningen binnen de gemeente<br />
Het <strong>lokaal</strong> bestuur kan het Lokaal Overleg Kinderopvang aanvullende opdrachten<br />
toevertrouwen.<br />
2.4. Samenstelling en structuur<br />
Het Lokaal Overleg Kinderopvang brengt op de algemene vergaderingen, alle<br />
personen samen die met ‘kinderopvang’ te maken hebben.<br />
Het Lokaal Overleg Kinderopvang is samengesteld uit stemgerechtigden en nietstemgerechtigde<br />
leden. Hoogstens 2/3 van de stemgerechtigde leden zijn van hetzelfde<br />
geslacht.<br />
<strong>Gemeente</strong>raadsleden en leden van het College van Burgemeester en Schepenen, kunnen<br />
geen stemgerechtigd lid zijn van het Lokaal Overleg Kinderopvang (art. 200 nieuw<br />
<strong>Gemeente</strong>decreet)<br />
Het Lokaal Overleg Kinderopvang is samengesteld uit minstens:<br />
- Een vertegenwoordiging van de lokale actoren. Daaronder verstaan we: al wie<br />
plaatselijk een functie vervult in de opvang van kinderen en al wie invulling geeft<br />
aan de vrije tijd van kinderen voor – en zolang ze naar de basisschool gaan. Deze<br />
vertegenwoordiging wordt vastgelegd, rekening houdend met de verscheidenheid<br />
en representativiteit van de lokale actoren;<br />
- Een vertegenwoordiging van de gebruikers. Hieronder wordt verstaan: al wie<br />
plaatselijk een beroep doet op kinderopvang en behoefte heeft aan kinderopvang<br />
of een vertegenwoordiger van een organisatie die representatief is voor de<br />
gebruikers inzake kinderopvang;<br />
- Een vertegenwoordiging van het <strong>lokaal</strong> bestuur<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
32
Als niet- stemgerechtigd lid van het Lokaal Overleg Kinderopvang worden volgende<br />
personen aangeduid:<br />
- De afgevaardigde van Kind en Gezin;<br />
- Schepen bevoegd voor de Kinderopvang;<br />
- <strong>Gemeente</strong> – en OCMW – raadsleden<br />
- Deskundigen (ter uitnodiging voor één of meerdere vergaderingen)<br />
De lijst met vaste afgevaardigden en plaatsvervangers wordt ter inzage overhandigd aan het<br />
<strong>lokaal</strong> bestuur.<br />
De samenstelling van de stuurgroep bestaat uit minstens: de voorzitter, de secretaris van<br />
het Lokaal Overleg en de afgevaardigde van Kind en Gezin. De stuurgroep kan in de<br />
toekomst uitgebreid worden, afhankelijk van de projecten waaraan gewerkt wordt , met<br />
deskundigen of leden van het Lokaal Overleg Kinderopvang.<br />
De samenstelling van de thema - werkgroepen wordt bepaald op de Algemene<br />
Vergaderingen (op basis van het actuele agenda) en kan voortdurend gewijzigd worden.<br />
Concreet:<br />
Aanbodzijde<br />
Dit zijn afgevaardigden van elk opvanginitiatief binnen de gemeente :<br />
- dienst voor opvanggezinnen, dienst buitenschoolse kinderopvang, dienst zelfstandige<br />
onthaalouders<br />
- een afgevaardigde van het plaatselijk jeugdwerk en de gemeentelijke jeugddienst<br />
- een afgevaardigde van de directie van elke school binnen de gemeente.<br />
Vraagzijde<br />
De vraagzijde wordt vertegenwoordigd door:<br />
- ouders<br />
- afgevaardigden van de Gezinsbond<br />
- afgevaardigden van de ouderraden en/of vriendenkringen van de scholen van de diverse<br />
netten.<br />
Beleidszijde<br />
• Voorzitter<br />
Het <strong>lokaal</strong> Overleg kiest onder haar leden een voorzitter. Deze is belast met de<br />
voorbereidingen van de vergaderingen en het opvolgen van genomen beslissingen,. De<br />
kandidaatstelling als voorzitter gebeurt mondeling of schriftelijk ten laatste bij aanvang van<br />
de eerste vergadering.<br />
De voorzitter wordt bij afzonderlijke en geheime stemming verkozen via gewone<br />
meerderheid der uitgebrachte stemmen en mits de helft van de stemgerechtigde leden<br />
aanwezig zijn. Deze functie wordt aangeduid voor een periode, tot de hersamenstelling van<br />
het Lokaal Overleg Kinderopvang na de nieuwe bestuursperiode.<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
33
• Secretaris<br />
De secretarisfunctie wordt uigeoefend door de <strong>Gemeente</strong>lijke Dienst voor Kinderopvang.<br />
Het secretariaat staat in voor de verslaggeving, de administratieve uitwerking en opvolging<br />
van de dossiers, alsook de administratieve opmaak van het <strong>beleidsplan</strong> kinderopvang. In<br />
samenspraak met de voorzitter wordt de agenda opgemaakt en doorgestuurd, alsook het<br />
opvolgen van de briefwisseling.<br />
• Kind & Gezin<br />
Vanuit Kind & Gezin zetelt tevens een afgevaardigde met de bedoeling het Lokaal Overleg te<br />
informeren, te stimuleren, te begeleiden en te ondersteunen<br />
2.5. Werking<br />
De algemene vergadering Lokaal Overleg Kinderopvang wordt minimaal 2x per jaar<br />
samengeroepen. Afhankelijk van gevoerde activiteiten of projecten kunnen extra<br />
vergaderingen belegd worden. De aanwezige ‘vaste vertegenwoordigers of<br />
plaatsvervangers’ hebben stemrecht.<br />
De agenda van de algemene vergadering Lokaal Overleg Kinderopvang wordt opgesteld<br />
door de stuurgroep. Agendapunten kunnen steeds door de andere leden aangebracht<br />
worden, mits die op redelijke termijn aan de voorzitter of de secretaris worden meegedeeld.<br />
Het secretariaat zorgt voor de opmaak van de verslaggeving en de verspreiding.<br />
Het <strong>lokaal</strong> overleg kan steeds inhoudelijke werkgroepen oprichten en ontbinden. Vanuit de<br />
werkgroepen wordt telkens verslag uitgebracht bij het Lokaal Overleg Kinderopvang.<br />
2.6. Advies en informatie<br />
Het Lokaal Sociaal Beleidsplan Kinderopvang wordt opgesteld door het Lokaal Bestuur op<br />
basis van adviezen of aanbevelingen vanuit Lokaal Overleg Kinderopvang.<br />
Het <strong>beleidsplan</strong> wordt geïntegreerd in het Lokaal Sociaal Beleidsplan van de gemeente<br />
<strong>Ardooie</strong>.<br />
Het deeldomein Kinderopvang binnen het Lokaal Sociaal Beleidsplan, wordt na kennisgeving<br />
aan het Lokaal Overleg Kinderopvang <strong>Ardooie</strong> – Koolskamp, goedgekeurd door de<br />
<strong>Gemeente</strong>raad en de OCMW – raad.<br />
Het <strong>lokaal</strong> bestuur is ertoe gehouden het <strong>lokaal</strong> overleg tijdig om advies te vragen over<br />
materies inzake kinderopvang. Bij de adviesvraag zal alle nodige informatie ter beschikking<br />
zijn. Het Lokaal overleg Kinderopvang <strong>Ardooie</strong> – Koolskamp brengt op redelijke termijn<br />
advies uit over de gevraagde materies.<br />
Het Lokaal Overleg kan ook op eigen initiatief adviezen formuleren met betrekking tot nieuwe<br />
behoeften, knelpunten en andere signalen inzake kinderopvang.<br />
Het Lokaal Overleg Kinderopvang brengt zijn advies uit binnen een consensus.<br />
Minderheidsstandpunten worden eveneens in het verslag vermeld. Indien er geen consensus<br />
bereikt wordt, zal er overgegaan worden tot stemming. Het <strong>lokaal</strong> overleg kan dan een<br />
beslissing nemen bij een gewone meerderheid van stemmen.<br />
Conclusies i.v.m. de werking van het Lokaal Overleg<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
34
De deelname aan het Lokaal Overleg is goed. Zowel vanuit de vraag – als aanbodzijde<br />
zijn er verschillende partijen vertegenwoordigd. Heel recent sloot jeugd en cultuur zich<br />
aan bij het <strong>lokaal</strong> overleg. Ook de sportdienst werd aangeschreven.<br />
Het voorzitterschap en de combinatie van deze functie met het schepenambt wordt<br />
opnieuw bevestigd.<br />
3. Het basisaanbod<br />
Het basisaanbod kinderopvang omvat kinderopvang van 7 tot 18 uur, aangeboden door<br />
zelfstandige onthaalouders (P.O.G.’s of particuliere opvanggezinnen genoemd), diensten<br />
voor opvanggezinnen (D.O.G.’s), mini-crèches (P.O.I.’s of particuliere opvanginstellingen<br />
genoemd), kinderdagverblijven en ook buitenschoolse kinderopvanginitiatieven.<br />
Elk initiatief dat binnen deze doelgroep en binnen deze openingstijden valt, kan genoemd<br />
worden als een initiatief dat basisaanbod kinderopvang realiseert.<br />
3.1. Aanbodzijde<br />
Overzicht van het aanbod aan opvangmogelijkheden voor kinderen in <strong>Ardooie</strong> : zie bijlage 5<br />
aangevuld met de stukken in bijlage 6 tot 10.<br />
In bovenstaande tabel staan gegevens over de bezetting van de initiatieven.<br />
Gegevens over de bezetting zijn echter heel relatief, want de bezetting is zeer schommelend<br />
en ze kan bovendien zeer snel veranderen.<br />
Zowel zelfstandige onthaalouders als de D.O.G. kinderopvang K.A.V. meldden in een<br />
telefonisch onderhoud dat zowat alle kind – plaatsen ingevuld zijn. Vrijwel alle<br />
opvanginitiatieven hebben dus een volledige bezetting.<br />
Ondanks de organisatie van voor –en naschoolse opvang door alle scholen en ook steeds<br />
meer door zelfstandige onthaalouders en mini-crèches, gaat het IBO soms tijdelijk boven hun<br />
erkende capaciteit van 32 kinderen. Dit vooral op woensdagnamiddag, vakantie – en<br />
schoolvrije dagen. Vanaf (vermoedelijk) september 2007 opent het IBO een bijkomende<br />
vestigingsplaats in Koolskamp. Daar zal opvang aangeboden worden op<br />
woensdagnamiddag, op schoolvrije dagen en tijdens de vakanties met hopelijk het gevolg<br />
dat de vestigingsplaats in <strong>Ardooie</strong> minder vaak overbezet is.<br />
Wanneer we de twee onderstaande tabellen vergelijken, tabel A (cijfergegevens 2004) en<br />
tabel B (cijfergegevens 2006), is duidelijk dat het aantal deelnemers per maand (enkel op<br />
woensdag) sterk gestegen is. In de maanden juli, augustus is de kinderopvang dagelijks<br />
open met uitzondering van de vaste sluitingsperiode. De cijfergegevens van december<br />
werden ook niet opgenomen omdat ook daar een vaste sluitingsperiode is. Deze gegevens<br />
zijn niet te vergelijken met de andere maanden. Er werd geopteerd om deze gegevens niet<br />
te gebruiken om een verkeerd beeld te vermijden<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
35
Tabel A<br />
Maand jan feb<br />
2004<br />
mrt apr mei jun jul aug sept okt nov dec<br />
Aantal inschrijvingen per maand 138 127 131 144 130 127 0 0 135 172 164 0<br />
Tabel B<br />
200<br />
150<br />
100<br />
50<br />
0<br />
jan mrt mei jul sept nov<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
Aantal deelnemers per maand<br />
Maand jan feb<br />
2006<br />
mrt apr mei jun jul aug sept okt nov dec<br />
Aantal inschrijvingen per maand 186 191 225 166 189 212 0 0 219 212 213 144<br />
250<br />
200<br />
150<br />
100<br />
50<br />
0<br />
3.2. Vraagzijde<br />
a) Demografische gegevens<br />
Aantal deelnemers per maand<br />
jan feb mrt apr mei jun jul aug sept okt nov dec<br />
<strong>Ardooie</strong> is een kleine, rustige en landelijke gemeente in centraal West-Vlaanderen. Weinig<br />
verkeer, veel velden, twee kleine gezellige dorpskernen. <strong>Ardooie</strong> bestaat immers na de fusie<br />
van 1977 uit twee deelgemeenten : <strong>Ardooie</strong> en Koolskamp. Andere sociologische<br />
verbanden zijn de 2 buurtwijken ‘de Tassche’ en ’t Veld. De twee entiteiten beschikken elk<br />
over een eigen parochie, lager onderwijs, een aantal culturele verenigingen en manifestaties.<br />
In de school op het gehucht ’t ‘Veld’ kunnen de kinderen voor en na de schooluren terecht<br />
voor buitenschoolse kinderopvang. De school valt echter onder de inrichtende macht van<br />
Meulebeke, alhoewel 30 % van de kinderen woonachtig zijn op grondgebied <strong>Ardooie</strong>. Er<br />
36
wordt voor deze kinderen geen vervoer voorzien naar het IBO van <strong>Ardooie</strong>. Wel kunnen alle<br />
kinderen die school lopen in ’t Veld, gebruik maken van het IBO in Meulebeke.<br />
De totale oppervlakte bedraagt 3457 ha 60a 94ca. De bevolkingsdichtheid is 264 inwoners<br />
per km². Op 1 januari 2007 telde <strong>Ardooie</strong> 6.841 inwoners, Koolskamp 2269, in totaal 9110.<br />
Dat is 37 eenheden minder dan het jaar voordien. De bevolkingsafname is deels te wijten<br />
aan een tekort aan bouwkavels, waardoor er vooral jongeren emigreren, terwijl er zich<br />
minder nieuwe mensen vestigen. Anderzijds waren er in 2006 evenveel geboorten (78) als<br />
overlijdens.<br />
Ondanks de bevolkingsafname blijft het aantal gezinnen lichtjes stijgen. Dit kunnen we<br />
hoogst waarschijnlijk toeschrijven een algemene trend van kleine - en vaak<br />
éénoudergezinnen.<br />
Het aantal vreemdelingen bedraagt slechts 1,08% en is een bonte mengeling van<br />
verschillende nationaliteiten.<br />
Momenteel heeft <strong>Ardooie</strong> een evenwichtig opgebouwde verdeling over de verschillende<br />
leeftijdsklassen. Globaal gezien kan men stellen dat zowel de jongeren als de senioren elk<br />
ongeveer 25% van de totale bevolking beslaan. Op 1/01/2006 telde men 1863 inwoners<br />
tussen 0 en 18 jaar tegenover 2.162 boven de 60 jaar. Een vrij evenredige verdeling, waarbij<br />
de jongeren talrijk aanwezig zijn, aangezien de op rustzijnde klasse het dubbel aantal jaren<br />
bestrijken nl. van 60 jaar tot 100 jaar.<br />
De’ actieve’ bevolking beslaat 76,41 % van de totale bevolking.<br />
Het aantal geboorten is de laatste jaren stabiel gebleven. In 2004 werden 75 geboorten<br />
genoteerd. In 2006 waren het er 78.<br />
b) Sociaal-economische gegevens<br />
In <strong>Ardooie</strong> zijn landbouw, groenten - en veeteelt (varkens), veevoederverwerking,<br />
textielconfectie en metaalverwerking de belangrijkste nijverheidstakken. De laatste jaren<br />
profileert <strong>Ardooie</strong> zich als dé diepvriesgroenten verwerkende gemeente bij uitstek. Samen<br />
met nog zeven andere bedrijven uit de streek staan de vijf van <strong>Ardooie</strong> in voor meer dan een<br />
kwart van de totale productie van diepvriesgroenten in de Europese Unie. Naast de<br />
diepvriesgroenten sector is het confectiebedrijf SIOEN met internationale uitstraling ook een<br />
belangrijk gegeven op de arbeidsmarkt.<br />
Onze gemeente scoort hierdoor behoorlijk goed wat betreft de werkgelegenheid. De<br />
werkloosheidsgraad binnen <strong>Ardooie</strong> bedraagt 2,2% wat vrij laag is ten opzichte van andere<br />
West- Vlaamse gemeenten<br />
Het wonen en werken in de eigen gemeente heeft zijn invloed op de nood aan<br />
gedifferentieerde opvang.<br />
Het aantal kinderen in de verschillende leeftijdsgroepen is te lezen in tabel C<br />
Tabel C (cijfergegevens afkomstig uit het rijksregister d.d. 20-04-2007)<br />
leeftijdsgroep aantal percentage van de aantal niet-Belgen<br />
totale bevolking binnen die groep<br />
0 t.e.m. 3 jaar 266 2,91% 2<br />
4 t.e.m. 5 jaar 145 1,59% 1<br />
6 t.e.m. 12 jaar 628 6,89% 3<br />
13 t.e.m. 18 jaar 653 7,16% 3<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
37
<strong>Ardooie</strong> biedt een ruime waaier aan onderwijsvormen aan en telt 5 onderwijslocaties. Er is<br />
één vrije school voor secundair onderwijs gelegen in de hoofdkern (Instituut H. Kindsheid)<br />
die behoort tot de scholengemeenschap ‘St.-Michiel’ van Roeselare. Het aanbod gaat van<br />
algemeen secundair tot beroepsonderwijs. Dit is vrij uniek voor een kleine gemeente als<br />
<strong>Ardooie</strong>.<br />
Kinderen tot 12 jaar kunnen terecht in één van de zes basisscholen : op beide<br />
deelgemeenten is er een <strong>Gemeente</strong>lijke basisschool en een Vrije Basisschool. De wijken ’t<br />
Veld (St.-Antonius) en de Tassche beschikken elk over één school. Op de Tassche is de<br />
school een afdeling van de vrije basisschool van Koolskamp, de St.Antoniusschool is een<br />
vrije basisschool behorende tot de scholengroep van Meulebeke.<br />
Er lopen 834 kinderen school in de lagere scholen van <strong>Ardooie</strong> (schooljaar 2006-2007) : 577<br />
kinderen gaan in het centrum naar school (69,18 %), 179 in Koolskamp en 81 op het gehucht<br />
‘de Tassche. Er gaan ook een 40-tal kinderen naar school op het gehucht ’t Veld. De<br />
school maakt echter deel uit van de Meulebeekse scholengemeenschap.<br />
Het in het centrum gelegen gemeentelijk IBO (<strong>Ardooie</strong>) heeft 362 ingeschreven kinderen,<br />
waarvan er 336 op regelmatige basis gebruik maken van het gemeentelijk initiatief<br />
(gegevens april 2007).<br />
Steeds meer gezinnen van buiten <strong>Ardooie</strong> of Koolskamp maken gebruik van het IBO.<br />
Enerzijds omdat <strong>Ardooie</strong> zorgt voor een tewerkstelling voor mensen woonachtig buiten de<br />
gemeente en anderzijds omdat er reeds in veel initiatieven wordt gewerkt met vooraf -<br />
inschrijvingen, waardoor het aantal kindplaatsen in die IBO’s beperkt wordt. Ouders wijken<br />
uit naar één van de dichtstbijzijnde gemeenten. Er maken 207 gezinnen gebruik van het IBO<br />
in <strong>Ardooie</strong>, waarvan 48 gezinnen niet woonachtig zijn in <strong>Ardooie</strong> of Koolskamp.<br />
In het huishoudelijk reglement werden wel voorwaarden vooropgesteld om van het IBO<br />
gebruik te kunnen maken.<br />
c) Demografische gegevens i.f.v. kinderopvang<br />
Dagopvang (0-3 jaar)<br />
Via telefonische rondvraag is gebleken dat vrijwel alle opvangvoorzieningen een volledige<br />
bezetting hebben, echter weinig met een wachtlijst. We kunnen dus stellen dat er in <strong>Ardooie</strong><br />
voldoende aanbod aan opvangplaatsen voor kinderen van 0-3 jaar is.<br />
Buitenschoolse kinderopvang (3-12 jaar)<br />
Kind en Gezin berekende op een objectieve wijze per gemeente de relatieve tekorten aan<br />
buitenschoolse opvang, de zogenoemde witte vlekken. (zie bijlage 11)<br />
De opmaak van de witte – vlekken - oefening gebeurde aan de hand van verschillende<br />
criteria :<br />
- het in kaart brengen van het bestaande aantal buitenschoolse opvangplaatsen<br />
per gemeente<br />
- het in kaart brengen van het aantal schoolgaande kinderen per gemeente<br />
- het in kaart brengen van het aantal kansarme kinderen per gemeente<br />
- berekening van het aantal buitenschools opvangplaatsen per 1000 schoolgaande<br />
kinderen per gemeente<br />
- Voornoemde berekening vergelijken met het aantal buitenschoolse<br />
opvangplaatsen per 1000 schoolgaande kinderen in de betreffende provincie<br />
- De witte - vlekken lijst wordt op die manier de rangschikking van de gemeente<br />
volgens de plaats die ze behalen gespiegeld aan het provinciale cijfer.<br />
Wat betreft de voor- en naschoolse opvang scoort <strong>Ardooie</strong> beneden het gemiddelde van de<br />
provincie en staat vrij laag genoteerd in de lijst, wat er op wijst dat er volgens de lijst een<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
38
klein tekort is aan plaatsen. Toch blijft de vraag naar opvang bij het IBO stijgen. De<br />
cijfergegevens zijn dus niet volledig in overeenstemming met de huidige vraag en aanbod.<br />
3.3. Vaststellingen en conclusies<br />
Vaststellingen uit beschrijving van vraagzijde en behoeftenonderzoek :<br />
De bekendmaking van het aanbod kan verder geoptimaliseerd worden. Ook het<br />
bekendmaken van grondige wijzigingen in het aanbod vraagt voldoende aandacht.<br />
IBO<br />
• Er is een verschuiving waar te nemen in de kinderen die gebruik maken van de<br />
buitenschoolse opvang. Vroeger was het zo dat het hoofdzakelijk kinderen waren uit<br />
de woonkern. Nu maken steeds meer kinderen gebruik van het IBO die niet in<br />
<strong>Ardooie</strong> wonen, maar er vb. wel school lopen. Een derde groep kinderen die gebruik<br />
maakt van de opvang , is van ouders die tewerkgesteld zijn binnen de gemeente.<br />
Kinderen van Koolskamp maken niet zoveel gebruik van de buitenschoolse opvang in<br />
<strong>Ardooie</strong>, omdat het iets verderaf gelegen is.<br />
• In de deelgemeente Koolskamp gebeurt de buitenschoolse opvang niet langer door<br />
de scholen. Het gemeentebestuur opende met de start van het nieuwe schooljaar<br />
2007 – <strong>2008</strong> een tweede vestigingsplaats van het IBO (met een erkenningsaanvraag<br />
van 21 plaatsen). Ook enkele zelfstandige opvanginitiatieven vangen deels kinderen<br />
voor en na de schooluren op.<br />
• In de leefgemeenschap de Tassche wordt er buitenschoolse kinderopvang door de<br />
school en een zelfstandig opvanginitiatief georganiseerd.<br />
• Er blijft echter nood aan vroege en late buitenschoolse opvang, aangezien dat die<br />
vooral gebonden is aan de arbeidssituatie van de ouders.<br />
• Een deel van de opvang gebeurt nog door het informele circuit (grootouders; familie).<br />
• De opvang op woensdagnamiddag en vakantiedagen wordt hoofdzakelijk<br />
opgenomen door het IBO. Door de toekenning van capaciteitsuitbreiding van<br />
erkende plaatsen voor de vestigingsplaats ’t Filoetje in <strong>Ardooie</strong> en de opening van de<br />
tweede vestigingsplaats, is de overbezetting sterk geminimaliseerd. Een verdere<br />
samenwerking met het vrijetijdsaanbod is verder aangewezen.<br />
• Hoe ouder de kinderen, hoe minder ze naar de buitenschoolse opvang gaan.<br />
Oorzaak? Activiteitenaanbod niet aangepast aan de leeftijd, of kunnen ze<br />
makkelijker naar oma en opa? Of zijn deze kinderen tussen 9 en 12 jaar al<br />
“sleutelkinderen”?<br />
Aan de hand van een mondelinge bevraging bij de oudste kinderen in het IBO, blijkt<br />
dat ze graag hun “eigen” stekje willen. Sinds juli 2007 heeft het IBO voor een<br />
tienerruimte gezorgd. De oudere kinderen vertoeven heel graag in deze ruimte!<br />
• Tijdens de vakantieperiodes neemt de speelpleinwerking een deel van de<br />
kinderopvang over. Ook sportkampen vullen de vrije tijd van kinderen een stuk in.<br />
Er is vraag naar een specifiek aanbod tijdens de vakantieperiodes, vooral voor de<br />
9 à 12-jarigen, temeer “Grabbelpas” die tijdens de paas- en zomervakantie een<br />
werking had, weggevallen is. Grabbelpas organiseerde activiteiten voor kinderen<br />
tussen 9 en 15 jaar en richtte zich tot verschillende omliggende gemeenten.<br />
Tijdens de grote vakantie is de buitenschoolse opvang 2 weken gesloten. Gezien de<br />
kinderen enkel in de namiddag kunnen aansluiten bij de speelpleinwerking is er voor<br />
deze periode geen oplossing. De meeste ouders zijn dan ook met verlof.<br />
• Slechts enkele ouders vragen naar zeer flexibele opvanguren. Reden : ouders<br />
werken in ploeg of zijn zelfstandig.<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
39
0-3 jarigen<br />
De aanbodzijde werd bevraagd (onthaalouders, mini-crèches, dienst<br />
opvanggezinnen), de vraagzijde (ouders) werd niet bevraagd. De gegevens wijzen uit<br />
dat er voldoende aanbod is. (zie bezettingsgraad)<br />
4. Het verruimde aanbod<br />
Het verruimd aanbod gaat over het aanbod dat valt buiten het basisaanbod en/of een<br />
aanbod realiseert naar specifieke doelgroepen. Het gaat hier om initiatieven die openstaan<br />
voor bijzondere noden: flexibele opvang (opvang in de vroege en/of late uurtjes of in het<br />
weekend), opvang van zieke kinderen of opvang van kinderen met specifieke zorgbehoeften<br />
(inclusieve opvang), urgentie- en occasionele opvang.<br />
Daarnaast moeten ouders en kinderen met verschillende culturele achtergronden, vanuit<br />
verschillende gezinssamenstellingen en sociale achtergronden en met al dan niet<br />
belemmerende kansen (financieel, <strong>sociaal</strong>, cultureel), … ook toegang kunnen hebben tot de<br />
opvangvoorzieningen.<br />
Al deze vormen van opvang verruimen het basisaanbod en worden daarom “het verruimd<br />
aanbod” genoemd.<br />
4.1. Aanbodzijde<br />
De openingsuren, de te betalen ouderbijdrage en de bereidheid tot het opvangen van<br />
kinderen met specifieke zorgbehoeften zijn elementen die meebepalen of het basisaanbod<br />
overstegen wordt.<br />
Bijlage 7 toont die aspecten voor de opvangvoorzieningen in <strong>Ardooie</strong>.<br />
De meeste opvanginitiatieven hebben vaste uren die zich situeren binnen wat men “het<br />
basisaanbod” noemt, maar doen ook dringende en occasionele opvang als het zich<br />
voordoet. Sommigen hebben dan wel de beperking dat het kinderen moeten zijn die<br />
gewoonlijk al bij de onthaalouder worden opgevangen . In veel gevallen zijn de openingsuren<br />
in deze opvanginitiatieven bespreekbaar.<br />
De tarieven van de D.O.G.’s zijn afhankelijk van het gezinsinkomen, de duur van de opvang,<br />
het aantal kinderen en eventueel meerlingen en uitzonderlijk ook van een moeilijke financiële<br />
situatie.<br />
De zelfstandige onthaalouders (Z..O.) bepalen vrij het bedrag evenals de mini-crèches<br />
Geen enkel van deze plaatselijke initiatieven heeft sociale tarieven.<br />
De scholen organiseren de voor – en naschoolse opvang allen tegen éénzelfde tarief. Er is<br />
geen <strong>sociaal</strong> tarief van toepassing.<br />
Het gemeentelijk IBO geeft 25% korting indien er twee of meer kinderen uit hetzelfde gezin<br />
op dezelfde dag aanwezig zijn. Naast de gewone tarieven (opgelegd in een besluit van de<br />
Vlaamse Regering) is er ook een <strong>sociaal</strong> tarief (de helft van het gewone) indien de financiële<br />
situatie van de ouders daartoe aanleiding heeft. In zeer uitzonderlijke gevallen, wanneer de<br />
(kans)armoedesituatie van het gezin daartoe aanleiding heeft, kan het organiserend bestuur<br />
(het gemeentebestuur) een gratis opvang toestaan na advies van het OCMW. Het <strong>sociaal</strong><br />
tarief is enkel van toepassing voor gebruikers, woonachtig op het grondgebeid <strong>Ardooie</strong>.<br />
Bij de D.O.G.’s bepalen de onthaalouders zelf indien zij inclusieve opvang willen doen. De<br />
zelfstandige onthaalouders en mini crèches zeggen dat zij bereid zijn kinderen met<br />
specifieke zorgbehoeften op te vangen. Enkelen onder hen hebben reeds zulke kinderen bij<br />
hen opgevangen.<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
40
Het gemeentelijk IBO vangt ook dergelijke kinderen op indien het haalbaar is voor het<br />
personeel.<br />
Ook de Ardooise jeugdverenigingen bieden een brede waaier aan opvangmogelijkheden<br />
aan, waar jongeren van verschillende leeftijden, uit verschillende sociale doelgroepen,<br />
terecht kunnen.<br />
Tijdens bepaalde vakanties verzorgt het gemeentebestuur een speelpleinwerking voor de<br />
Ardooise kinderen. Dit initiatief is toegankelijk voor kinderen van 3 tot 14 jaar. Hier is een<br />
tussenkomst van het OCMW mogelijk.<br />
Opvang van zieke kinderen bij de opvanginitiatieven zelf wordt meestal gedaan (om de<br />
ouders te helpen), alhoewel er wel rekening wordt gehouden met de aard van de ziekte (vb.<br />
oorontsteking t.o.v. besmettelijke diarree).<br />
In het huishoudelijk reglement van het gemeentelijk IBO staat dat als een kind te ziek is om<br />
naar school te gaan het ook niet naar de opvang kan komen. Wordt een kind ziek in de<br />
opvang, of komt het ziek van school, dan kan het wat rusten of slapen in een bedje in de<br />
opvang en worden de ouders gecontacteerd.<br />
De mutualiteiten hebben elk een eigen oppasdienst voor zieke kinderen.<br />
4.2. Vraagzijde<br />
Kansarmoede wordt in het decreet van 14/05/1996 op het Sociaal Impulsfonds opgevat als<br />
een multi - dimensioneel gegeven. De criteria vatten de verschillende dimensies van<br />
maatschappelijke achterstalling : inkomens-, beroeps- en huisvestingsituatie.<br />
Kansarmoede in <strong>Ardooie</strong> :<br />
1. De aanwezigheid van migranten : zonder te beweren dat alle migranten kansarm zijn,<br />
moet vastgesteld worden dat zij als groep in sterkere mate in achterstandsposities vertoeven<br />
op het gebied van wonen, werken, onderwijs, gezondheid, maatschappelijke integratie, enz.<br />
.<br />
SIF (jongeren > 25j) vreemdelingen in <strong>Ardooie</strong> : 11<br />
2. Het aantal bestaansminimumtrekkers : dit is een nogal evident criterium als maatstaf<br />
voor armoede en bestaansonzekerheid. Via dit criterium worden enkel de<br />
uitkeringsgerechtigden zelf geteld en niet diegenen die samen met de gerechtigde leven van<br />
het bestaansminimum.<br />
Bestaansminimumtrekkers in <strong>Ardooie</strong> : 8<br />
3. Het aantal eenoudergezinnen: Wetenschappelijk onderzoek wijst op het feit dat vooral<br />
alleenstaande ouders een groeiende risicogroep inzake bestaanszekerheid vormen.<br />
Aantal eenoudergezinnen in <strong>Ardooie</strong>(2006) : 92 of 8,25%<br />
4. Het aantal jongeren in de Bijzondere Jeugdbijstand : om ook de risico - jongeren mee<br />
in rekening te brengen werd een lijst opgevraagd van het aantal jongeren dat via de<br />
bijzondere jeugdbijstand één of andere ambulante, semi-ambulante of residentiële zorg<br />
ontvangt.<br />
Aantal jongeren in de Bijzondere Jeugdbijstand in <strong>Ardooie</strong> : 15<br />
5. Het aantal kinderen, geboren in een kansarm gezin : hier wordt gebruik gemaakt van<br />
een parameter die aangemaakt wordt door de <strong>sociaal</strong> verpleegkundigen van Kind en Gezin.<br />
Sinds 1992 registreren zij bij elk kind de verschillende elementen van de thuissituatie, zodat<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
41
zij in staat zijn op basis van die gegevens een inzicht te krijgen op het aantal kansarmoede -<br />
gezinnen in hun cliënteel. De bepaling van kansarm gezin gebeurt bij Kind & Gezin op basis<br />
van meerdere criteria.<br />
Aantal kinderen geboren in een kansarm gezin in <strong>Ardooie</strong>(2005) : 2<br />
<strong>Ardooie</strong> is een landelijke gemeente en heeft geen toerisme of horeca met zijn specifieke<br />
werktijden, doch kwam in december 2006 de vraag van een diepvriesgroentebedrijf uit<br />
<strong>Ardooie</strong> of de gemeente kan voorzien in zeer flexibele opvang (van 4u00 ’s morgens tot<br />
22u00 ’s avonds) voor kinderen van werknemers die bij hen tewerkgesteld zijn. De<br />
werknemers ( in sommige gevallen beide ouders) werken in een verschillend<br />
ploegensysteem waardoor het moeilijk wordt om opvang te vinden voor hun kinderen.<br />
Hoe we aan deze vraag kunnen tegemoetkomen, zijn we nog volop aan het onderzoeken.<br />
Er zijn ook geen scholen of instellingen in de gemeente voor kinderen met specifieke<br />
zorgbehoeften.<br />
4.3. Conclusies en vaststellingen<br />
• Bij de dagopvang is er een sterk uitgebouwd aanbod van zelfstandige onthaalouders.<br />
Hier worden geen sociale tarieven toegepast. De ouderbijdrage wordt bij deze<br />
voorzieningen ook niet berekend op basis van het inkomen van de ouders.<br />
• De mogelijkheid om <strong>sociaal</strong> tarief toe te kennen, kan een belangrijke factor zijn om de<br />
toegankelijkheid van de kinderopvang voor kinderen van alleenstaande ouders te<br />
verhogen.<br />
• Er is weinig nood aan opvang van het verruimde aanbod : weinig kinderen zijn<br />
geboren in kansarmoede, er is weinig vraag naar opvang van kinderen met specifieke<br />
zorgbehoeften.<br />
• Er is vraag vanuit de plaatselijke economie om de opvangmomenten aan te passen<br />
aan de uurregeling van de werknemers. Via een bevraging proberen we in kaart te<br />
brengen hoe groot de vraag effectief is zodoende er kan gezocht worden naar een<br />
passende oplossing.<br />
5. Kwaliteit<br />
Kwaliteit leveren is een gemeenschappelijk doel van alle kinderopvangvoorzieningen. Eén<br />
van de basisvereisten voor kwaliteit binnen de kinderopvangsector is continuïteit.<br />
Afstemming tussen de verschillende leefomgevingen kan aanzienlijk bijdragen tot deze<br />
continuïteit en dus tot de kwaliteit.<br />
5.1. Beschrijving van de kwaliteit van de aanbodzijde<br />
In de praktijk is het niet evident dat het Lokaal Overleg zich mengt in het meten van de<br />
kwaliteit van alle opvangvoorzieningen. Het is dan ook niet de bedoeling dat het Lokaal<br />
Overleg alle opvanginitiatieven gaat screenen en bepalen hoeveel kwaliteit zij effectief<br />
nastreven.<br />
Het Lokaal Overleg vindt dat dit ook haar taak niet is.<br />
Voor het streven naar kwaliteitsverbetering en het meten van kwaliteit in de eigen<br />
opvangvoorzieningen kunnen de aanbieders zich wel beroepen op een aantal instrumenten.<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
42
Hieronder volgt een overzicht van alle aanwezige middelen binnen het opvanglandschap<br />
waarmee het nastreven en het meten van kwaliteit beoogd wordt.<br />
1. Kwaliteitsdecreet<br />
Alle voorzieningen die erkend zijn door Kind & Gezin moeten volgens het<br />
kwaliteitsdecreet werken aan de kwaliteit van hun dienstverlening via het uitwerken van<br />
een kwaliteitssysteem en een kwaliteitsplanning, dat schriftelijk wordt vastgelegd in een<br />
kwaliteitshandboek. Via regelmatige inspecties van Kind & Gezin worden de minimale<br />
kwaliteitseisen in de opvangvoorzieningen opgevolgd.<br />
Het IBO beschikt over een kwaliteitshandboek. Op vrijwel elke teamvergadering (die 2 -<br />
wekelijks doorgaat met uitzondering van de vakanties) wordt een aspect besproken zodat<br />
de informatie actueel blijft en werken we aan de kwaliteit van de opvang.<br />
2. Kwaliteitscharter<br />
Daarnaast kunnen IBO’s zich beroepen op het ‘kwaliteitscharter’, waar specifieke<br />
bepalingen omtrent pedagogische aanpak, de begeleiding, de ouderparticipatie, de<br />
infrastructuur en de veiligheid en de gezondheid omschreven zijn.<br />
Pedagogische aanpak IBO:<br />
Binnen het gestructureerd aanbod moeten kinderen kunnen kiezen en initiatieven nemen<br />
(samen spelen – rustig alleen bezig zijn – binnen spelen – buiten spelen)<br />
Er wordt aandacht besteed aan sociale relaties, verdraagzaamheid en geweldloos<br />
optreden staat hierbij centraal.<br />
De begeleiding:<br />
In het IBO beschikken alle begeleidsters over de passende kwalificaties.<br />
Daarnaast is het volgen van vorming heel belangrijk. Vanuit het IBO gebeurt dit op<br />
regelmatige basis.<br />
Ouderparticipatie:<br />
Belangrijk is voor de ouders dat zij naast de contacten tijdens breng- en haalmomenten<br />
ook op regelmatige basis geïnformeerd worden over werking, activiteiten,…<br />
Infrastructuur:<br />
Specifiek voor het IBO werd de huidige infrastructuur uitgebreid met een extra <strong>lokaal</strong>, dit<br />
i.f.v. het werken in verschillende leeftijdsgroepen. De vestigingsplaats in <strong>Ardooie</strong> wordt in<br />
de loop van <strong>2008</strong> – 2009 opnieuw gerenoveerd en ingericht Voor de vestigingsplaats in<br />
Koolskamp staan ook enkele verfraaiingwerken op het programma.<br />
3. Kwapoi<br />
Particuliere opvanginstellingen kunnen zich beroepen op ‘kwapoi’. Dit zijn zelfevaluaties<br />
en bevragingslijsten waarbij de P.O.I’s zelf kunnen checken in hoeverre kwaliteit wordt<br />
nagestreefd.<br />
Deze kwapoi wordt ondermeer gehanteerd als een van de criteria voor financiële<br />
ondersteuning.<br />
4. Vorming bij DOG<br />
Particuliere onthaalgezinnen kunnen aansluiten bij de vormingen georganiseerd door de<br />
Diensten voor opvanggezinnen.<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
43
5. Inspecties door Kind & Gezin<br />
Kind & Gezin onderneemt op regelmatige tijdstippen inspecties binnen de erkende sector<br />
waarbij gepeild wordt in hoeverre de voorzieningen kwaliteit nastreven en meten.<br />
6. Schoolopvang<br />
Kind & Gezin probeert de scholen te ondersteunen door informatie en inspiratie door te<br />
geven voor een kwaliteitsvolle opvang.<br />
5.2. Beschrijving van de kwaliteit van de vraagzijde<br />
Zoals hiervoor reeds is aangehaald, wordt een behoefteonderzoek gepland in <strong>2008</strong>.<br />
Enerzijds zal er een peiling gedaan worden naar alle gezinnen met kinderen die verblijven in<br />
<strong>Ardooie</strong> en anderzijds volgt een onderzoek specifiek voor de ouders die gebruik maken van<br />
het gemeentelijk initiatief van buitenschoolse opvang.<br />
Zo kunnen we ons een beeld vormen over de verdere noden en behoeften van de ouders<br />
Momenteel hebben we niet echt zicht op wat zowel ouders als kinderen (als gebruikers)<br />
vinden van de kwaliteit binnen de bestaande projecten. Een kwaliteitsonderzoek opstarten<br />
en degelijk verwerken is trouwens niet zo evident en zeer tijdsintensief. Een bijkomend<br />
probleem is dikwijls de medewerking : is het resultaat wel representatief voor alle<br />
gebruikers?<br />
Ondersteuning : isolement bij de particuliere opvanggezinnen en particuliere<br />
opvanginitiatieven doorbreken. Er zijn weinig onderlinge contacten.<br />
Er werd begin 2007 een vorming opengesteld voor alle leden van het Lokaal Overleg. Er was<br />
een talrijke opkomst. Dit zal in de toekomst blijvend georganiseerd worden.<br />
6. Analytische besluitvorming<br />
In voorgaande hoofdstukken merken we een aantal feitelijke gegevens die werden<br />
beschreven in de vaststellingen, knelpunten en verwachtingen.<br />
Vanuit deze feitelijke gegevens werden volgende zaken geconcludeerd:<br />
Het basisaanbod aan kinderopvang is reeds goed uitgebouwd, maar kan nog verder<br />
kwalitatief uitgebouwd worden. Er is een tekort wat betreft de buitenschoolse kinderopvang<br />
aangezien de maximumbezetting heel vaak bereikt, zoniet overstegen wordt. Er moet dus<br />
alvast ruimte zijn om enerzijds het bestaande aanbod te voorzien van uitbreidingen en<br />
anderzijds om nieuwe projecten op te starten.<br />
IBO<br />
• Er is een verschuiving waar te nemen in de kinderen die gebruik maken van de<br />
buitenschoolse opvang. Vroeger was het zo dat het hoofdzakelijk kinderen waren uit<br />
de woonkern. Nu maken steeds meer kinderen gebruik van het IBO die niet in<br />
<strong>Ardooie</strong> wonen, maar er vb. wel school lopen. Een derde groep kinderen die gebruik<br />
maakt van de opvang , is van ouders die tewerkgesteld zijn binnen de gemeente.<br />
Kinderen van Koolskamp maken niet zoveel gebruik van de buitenschoolse opvang in<br />
<strong>Ardooie</strong>, omdat het iets verderaf gelegen is.<br />
• In de deelgemeente Koolskamp gebeurt de buitenschoolse opvang niet langer door<br />
de scholen. Het gemeentebestuur opende met de start van het nieuwe schooljaar<br />
2007 – <strong>2008</strong> een tweede vestigingsplaats van het IBO (met een erkenningaanvraag<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
44
van 21 plaatsen). Ook enkele zelfstandige opvanginitiatieven vangen deels kinderen<br />
voor en na de schooluren op.<br />
• In de leefgemeenschap de Tassche wordt er buitenschoolse kinderopvang door de<br />
school en een zelfstandig opvanginitiatief georganiseerd.<br />
• Er blijft echter nood aan vroege en late buitenschoolse opvang, aangezien dat die<br />
vooral gebonden is aan de arbeidssituatie van de ouders.<br />
• Een deel van de opvang gebeurt nog door het informele circuit (grootouders; familie).<br />
• De opvang op woensdagnamiddag en vakantiedagen wordt hoofdzakelijk<br />
opgenomen door het IBO. Door de toekenning van capaciteitsuitbreiding van<br />
erkende plaatsen voor de vestigingsplaats ’t Filoetje in <strong>Ardooie</strong> en de opening van de<br />
tweede vestigingsplaats, is de overbezetting sterk geminimaliseerd. Een verdere<br />
samenwerking met het vrijetijdsaanbod is verder aangewezen.<br />
• Hoe ouder de kinderen, hoe minder ze naar de buitenschoolse opvang gaan.<br />
Oorzaak? Activiteitenaanbod niet aangepast aan de leeftijd, of kunnen ze<br />
makkelijker naar oma en opa? Of zijn deze kinderen tussen 9 en 12 jaar al<br />
“sleutelkinderen”?<br />
Aan de hand van een mondelinge bevraging bij de oudste kinderen in het IBO, blijkt<br />
dat ze graag hun “eigen” stekje willen. Sinds juli 2007 heeft het IBO voor een<br />
tienerruimte gezorgd. De oudere kinderen vertoeven heel graag in deze ruimte!<br />
• Tijdens de vakantieperiodes neemt de speelpleinwerking een deel van de<br />
kinderopvang over. Ook sportkampen vullen de vrije tijd van kinderen een stuk in.<br />
Er is vraag naar een specifiek aanbod tijdens de vakantieperiodes, vooral voor de<br />
9 à 12-jarigen, temeer “Grabbelpas” die tijdens de paas- en zomervakantie een<br />
werking had, weggevallen is. Grabbelpas organiseerde activiteiten voor kinderen<br />
tussen 9 en 15 jaar en richtte zich tot verschillende omliggende gemeenten.<br />
Tijdens de grote vakantie is de buitenschoolse opvang 2 weken gesloten. Gezien de<br />
kinderen enkel in de namiddag kunnen aansluiten bij de speelpleinwerking is er voor<br />
deze periode geen oplossing. De meeste ouders zijn dan ook met verlof.<br />
• Slechts enkele ouders vragen naar zeer flexibele opvanguren. Reden : ouders<br />
werken in ploeg of zijn zelfstandig.<br />
0-3 jarigen<br />
• Bij de dienst voor onthaalgezinnen merkt men een constante bezetting van 100 %<br />
• Ook bij de mini crèches en de zelfstandige onthaalouders blijkt er grotendeels een<br />
constante bezetting te zijn van 100%<br />
• In zijn totaliteit wijzen de gegevens uit dat er voldoende aanbod is bij de dagopvang.<br />
De opvanginitiatieven zijn meestal volzet, maar hebben geen wachtlijst. Vraag en<br />
aanbod zijn dus evenredig.<br />
Wat het verruimend aanbod betreft, is er weinig vraag Er zijn weinig kinderen die geboren<br />
worden in kansarmoede, en er is zeer weinig vraag naar opvang van kinderen met specifieke<br />
zorgbehoeften.<br />
Voorgaande conclusies werden, naar analogie met de voorgaande thema’s, gegoten in een<br />
SWOT-analyse, wat een korte samenvatting mag zijn van de sterkten, zwakten, kansen en<br />
bedreigingen op het vlak van kinderopvang en een signaal kan geven naar het beleid toe:<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
45
Sterkten:<br />
* reeds goed uitgebouwd basisaanbod aan<br />
kinderopvang: IBO, DOG, mini-crèches,<br />
zelfstandige onthaalouders<br />
* De Tassche : buitenschoolse opvang door<br />
scholengemeenschap en zelfstandig<br />
opvanginitiatief<br />
* Koolskamp: buitenschoolse opvang door<br />
het gemeentebestuur en zelfstandig<br />
opvanginitiatief<br />
* gedeeltelijke opvang door informele circuit<br />
Kansen:<br />
* geen wachtlijsten bij opvang 0-3 jarigen<br />
III.3.4. WERKEN<br />
1. Arbeidsmarktsituatie<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
Zwakten:<br />
* tekort aan buitenschoolse kinderopvang<br />
* aanbod kan kwalitatief sterker<br />
* minimale overbezetting IBO ’t Filoetje op<br />
vakantiedagen<br />
* nood aan specifiek vakantieaanbod voor 9-<br />
12 jarigen<br />
* Vrijwel alle opvanginitiatieven in<br />
vakantieperiode 2 weken gesloten<br />
Bedreigingen:<br />
* verschuiving binnen de kinderopvang<br />
* nood aan vroege en late buitenschoolse<br />
opvang (specifieke arbeidstijden)<br />
* opvangmogelijkheid voor 0-3 jarigen voor<br />
100% bezet<br />
Uit de kwantitatieve omgevingsanalyse omtrent tewerkstelling kan geconcludeerd worden dat<br />
de activiteitsgraad in de gemeente <strong>Ardooie</strong> vrij hoog ligt gezien het beperkte aantal<br />
werklozen in absolute cijfers. De gemeente biedt ook veel werkgelegenheid gezien het hoge<br />
aantal bedrijven in de gemeente.<br />
De activiteitsgraad is opmerkelijk hoger bij mannen dan bij vrouwen.<br />
Het aantal actieve ondernemingen in de gemeente is een vrij stabiel gegeven van de<br />
voorbije jaren. Het aantal ondernemingen dat verdwijnt ligt de voorbije jaren lager dan het<br />
aantal nieuw opgerichte ondernemingen, wat wellicht de oorzaak is van de lichte stijging van<br />
de werkgelegenheidsgraad in de gemeente in de voorbije jaren.<br />
De werkloosheidsgraad is in <strong>Ardooie</strong> zeer laag, beduidend beneden het gemiddelde van het<br />
arrondissement en het gewest.<br />
De lage werkloosheidsgraad duidt er waarschijnlijk op dat we hier te maken hebben met de ‘<br />
harde ‘ kern van werklozen.<br />
Uit het profiel van de werkzoekenden, valt qua leeftijd op dat de 50-plussers en de<br />
jongvolwassenen de risicogroepen zijn.<br />
Qua opleidingsniveau wordt duidelijk dat de meeste werklozen bovendien laaggeschoold<br />
zijn.<br />
Gezien het kleine aandeel van alleenstaanden binnen deze groep, verlaagt evenwel het<br />
risico op financiële problemen.<br />
46
Uit de tabel van de werkloosheidsduur kan vastgesteld worden dat weinig jonge mensen<br />
langdurig werkloos zijn, maar dat de langdurig werklozen vooral 50-plussers zijn, bovendien<br />
een sterk toenemende groep. Hoe ouder de werkloze, hoe groter de kans op langdurige<br />
werkloosheid.<br />
In absolute cijfers is wel duidelijk dat het aantal werklozen een beperkte groep is; waarvoor<br />
reeds diverse initiatieven bestaan, zijnde de VDAB, de lokale werkwinkel, de jobclub,<br />
arbeidstrajectbegeleiding,….<br />
2. Toegankelijkheid van de arbeidsmarkt<br />
2.1. Mobiliteit<br />
De werkgelegenheidsgraad in <strong>Ardooie</strong> is relatief hoog. Dit impliceert dat veel inwoners zich<br />
binnen de gemeente verplaatsen om te gaan werken, met eigen wagen, brommer of fiets.<br />
Voor de overigen die wel tewerkgesteld zijn buiten de gemeente, is de mobiliteit wel eerder<br />
een probleem.<br />
Het openbaar vervoer in <strong>Ardooie</strong> is zeer beperkt. Er zijn slechts beperkte busverbindingen<br />
tussen <strong>Ardooie</strong> en de omliggende gemeenten, die bovendien eerder afgestemd zijn op<br />
schooluren dan op werkuren. Dit beperkt de toegankelijkheid tot de arbeidsmarkt, vooral voor<br />
de kansarmen die zich moeilijker een auto kunnen veroorloven.<br />
Wel is er de goede ligging van de gemeente aan de autosnelweg, de E403 tussen Brugge en<br />
Kortrijk, met een op-en afrit in <strong>Ardooie</strong> en nabij Koolskamp. Ook de bereikbaarheid van<br />
provinciesteden zoals Roeselare en Tielt is zeer groot. Dat maakt dat de mobiliteit van<br />
mensen met een wagen wel zeer groot is.<br />
2.2. Kinderopvang<br />
Uit de omgevingsanalyse van de cluster ‘Kinderopvang’ blijkt dat er voor de bevolking van<br />
<strong>Ardooie</strong> voldoende aanbod is inzake kinderopvang. Er zijn geen wachtlijsten, en er kan op<br />
relatief korte termijn aan alle aanvragen tegemoet gekomen worden.<br />
Kinderopvang buiten de normale kantooruren, zijnde in de vroege ochtend en in de late<br />
avond, is in onze gemeente niet bestaande maar volgens onderzoek is de vraag hiernaar vrij<br />
beperkt (zie omgevingsanalyse kinderopvang).<br />
2.3. Actoren<br />
De lokale werkwinkel is in Roeselare gevestigd. Er is dus nog steeds een afstand, zij is dus<br />
niet laagdrempelig. Voor de <strong>sociaal</strong> zwakkeren kan dit een probleem vormen. Er zijn geen<br />
antenneposten in <strong>Ardooie</strong> aanwezig maar door een samenwerkingsverband met de<br />
Regionale Tewerkstellingsdienst (een samenwerkingsverband tussen Roeselare en diverse<br />
omliggende kleinere gemeenten met als doel de tewerkstelling van kansarmen te<br />
bevorderen) is de tewerkstellingsconsulent wel aanwezig in het <strong>sociaal</strong> huis op zitdagen en<br />
kunnen hiervoor afspraken bekomen worden via de sociale dienst.<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
47
Het PWA – kantoor is geïntegreerd in het <strong>sociaal</strong> huis en is dus vlot bereikbaar. Naast de<br />
gewone PWA – werking, werd een dienstenchequebedrijf Kraak-Net opgericht, wat ook een<br />
belangrijke werkgever is geworden in onze gemeente.<br />
De doorverwijzing van werkzoekenden is soms problematisch. Er zijn zeer veel diensten<br />
actief. Het is een ingewikkeld kluwen waarin werkzoekenden én diensten verstrikt geraken.<br />
Sedert de samenwerking met de Regionale dienst Tewerkstelling wordt voor de <strong>sociaal</strong><br />
zwakkeren hierop een antwoord gegeven: de tewerkstellingsconsulent helpt hen om de juiste<br />
weg te vinden, onderzoekt alle financiële maatregelen en legt contact met potentiële<br />
werkgevers.<br />
3. Sociale tewerkstelling<br />
Inzake sociale tewerkstelling zijn er verschillende actoren actief op of voor het grondgebied<br />
<strong>Ardooie</strong>.<br />
We moeten vaststellen dat er een harde kern is van mensen, die moeilijk naar tewerkstelling<br />
kunnen georiënteerd worden. Niet iedereen is bemiddelbaar. Door de extra begeleiding die<br />
de tewerkstellingsconsulent in het kader van de samenwerking met de Regionale Dienst<br />
Tewerkstelling kan bieden, wordt deze groep wel sterk beperkt gehouden.<br />
Cliënten van de sociale dienst van het OCMW worden dan ook meestal doorverwezen naar<br />
onze tewerkstellingsconsulent.<br />
Daarnaast moeten we vaststellen dat een groot deel van de sociale tewerkstelling<br />
gerealiseerd wordt met tijdelijke contracten: wep +, art. 60 § 7, ... Een gedeelte van de<br />
mensen kan doorstromen naar de reguliere arbeidsmarkt, anderen echter niet. Voor hen is<br />
de sociale tewerkstelling geen opstapje maar slechts een opflakkering.<br />
Een aantal mensen zijn niet bemiddelbaar omdat hun draagkracht en/of hun arbeidsattitude<br />
zeer beperkt is.<br />
Er is een aanbod van arbeidszorgprojecten in de omgeving zijnde De Lochting-Dedrie, de<br />
kringloopcentra, ….<br />
Beschutte werkplaatsen bieden hier ook niet altijd een oplossing omdat ook hier productief<br />
moet gewerkt worden.<br />
Deze groep is in <strong>Ardooie</strong> evenwel heel beperkt in omvang, waardoor het niet aangewezen is<br />
om hiervoor nog nieuwe initiatieven op poten te zetten. Er wordt zo veel als mogelijk<br />
doorverwezen naar bestaande tewerkstellingsplaatsen.<br />
4. Overheid als werkgever<br />
Het gemeentebestuur heeft een aantal belangrijke taken van patrimonium- en<br />
groenonderhoud. De meeste hiervan nemen zij nog zelf in handen en worden niet uitbesteed<br />
aan externe firma ‘s, waardoor zij optreden als een belangrijke werkgever van mogelijks ‘<br />
zwakkere ‘ werknemers in functioneren. (Het gemeentebestuur gaat het engagement aan om<br />
dit ook naar de toekomst toe te behouden.)<br />
Het OCMW heeft de mogelijkheid om mensen die leefloon genieten gedurende een<br />
bepaalde periode tewerk te stellen, zodat ze na afloop recht hebben op<br />
werkloosheidsuitkeringen. (tewerkstelling art. 60 § 7)<br />
Voor deze tewerkstelling doet het OCMW beroep op eigen diensten, voornamelijk de<br />
poetsdienst maar wordt er ook samengewerkt met het gemeentebestuur, voor hun<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
48
onderhoudsdiensten of instellingen en het plaatselijke private woon-en zorgcentrum in de<br />
eigen gemeente. Het OCMW werkt hiervoor ook vaak samen met sociale economieinitiatieven,<br />
waaronder de kringloopcentra uit de omgeving. Hiervoor krijgt het OCMW een<br />
extra subsidie van de overheid maar deze konden in het verleden niet steeds benut worden<br />
omdat de afstand en het vervoer voor potentiële krachten vaak het probleem vormden.<br />
Door de waaier van mogelijkheden worden de job en de persoon afgewogen en op elkaar<br />
afgestemd met het oog op het welslagen van de tewerkstelling.<br />
Zo werden er reeds meerdere tewerkstellingen overeenkomstig art. 60, §7 gerealiseerd,<br />
waarvan een aantal mensen meteen voor bepaalde of onbepaalde tijd in het reguliere circuit<br />
terecht kwamen.<br />
Het is wel belangrijk om het evenwicht te bewaren tussen ‘sociale’ tewerkstelling en ‘gewone’<br />
tewerkstelling. Goede werknemers worden immers vaak gedemotiveerd wanneer zij merken<br />
dat er twee prestatiemaatstaven gehanteerd worden.<br />
Het OCMW is daarnaast ook een belangrijke werkgever voor ongeschoolde personen in de<br />
poetsdienst: op heden werken reeds een 20-tal personen in deze dienst.<br />
Vorming en training is hierbij cruciaal om het beoogde niveau te behalen en kwaliteit te<br />
kunnen afleveren, gezien het belang van deze dienstverlening voor de burger.<br />
Zoals vermeld onder punt 3.4.2. is ook het PWA met haar dienstenchequebedrijf Kraak-Net<br />
ook een belangrijke werkgever van ongeschoolden, met op heden een personeelsbestand<br />
van ca. 33 personen.<br />
5. Conclusies<br />
Uit de arbeidsmarktsituatie blijkt dat de werkgelegenheids- en activiteitsgraad in onze<br />
gemeente vrij hoog ligt. Er zijn slechts een beperkt aantal werklozen in onze gemeente.<br />
Voor deze beperkte groep zijn er reeds diverse initiatieven bestaande, vooral van de<br />
Vlaamse en federale overheid, zijnde de VDAB, de lokale werkwinkel, enz. Deze actoren zijn<br />
evenwel niet in onze eigen gemeente gevestigd wat een drempel kan vormen voor de<br />
<strong>sociaal</strong> zwakkeren.<br />
Voor hen doet het OCMW beroep op de Regionale Dienst Tewerkstelling, met een zitdag op<br />
het OCMW, die een belangrijke hulp is voor hen in hun zoektocht naar een passende job.<br />
Er is een aanbod van sociale tewerkstelling onder diverse vormen waarvan gebruik kan<br />
gemaakt worden. Uitbreiding van initiatieven is niet meteen wenselijk.<br />
Ook in de eigen gemeente zelf zijn het gemeentebestuur zelf, het OCMW en het<br />
dienstenchequebedrijf Kraak-Net belangrijke werkgevers voor ongeschoolden. Kwaliteit moet<br />
evenwel bewaakt blijven.<br />
Tot slot kan volgende SWOT-analyse een korte samenvatting zijn van de sterkten, zwakten,<br />
kansen en bedreigingen op het vlak van tewerkstelling en een signaal geven naar het beleid<br />
toe:<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
49
Sterkten:<br />
* Regionale Dienst Tewerkstelling: aanbod<br />
van tewerkstellingsadvies en –bemiddeling<br />
voor <strong>sociaal</strong> zwakkeren<br />
* sociale tewerkstelling: art. 60, §7<br />
* belangrijk tewerkstellingsaanbod van<br />
overheid zelf: gemeentebestuur, OCMW en<br />
PWA-dienstenchequebedrijf Kraak-Net<br />
Kansen:<br />
* hoge werkgelegenheidsgraad<br />
* hoge activiteitsgraad<br />
* lage werkloosheidsgraad<br />
* beperkt aantal werklozen in absolute cijfers<br />
* uitgebreid dienstenpakket in Roeselare:<br />
VDAB, jobclub, ATB, lokale werkwinkel,…<br />
* ruim aanbod van sociale tewerkstelling:<br />
sociale economie, beschutte werkplaatsen,<br />
arbeidszorgcentra, …<br />
III.3.5. ALGEMENE SOCIALE DIENSTVERLENING<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
Zwakten:<br />
* beperkt openbaar vervoer naar<br />
tewerkstellingsplaatsen buiten de<br />
gemeente<br />
* beperkt dienstenpakket in <strong>Ardooie</strong> zelf<br />
Bedreigingen:<br />
* werklozengroep is laaggeschoold<br />
* toenemend aantal werklozen > 50 jaar<br />
* groep niet bemiddelbare personen<br />
1. Gebrek aan diensten op het grondgebied vereist veel flexibiliteit van OCMW<br />
Zoals uit de algemene gegevens reeds blijkt, is <strong>Ardooie</strong> een kleine gemeente.<br />
De sociale dienst van het OCMW is samen met de sociale dienst van de christelijke<br />
mutualiteit (met beperkte zituren) de enige op het grondgebied.<br />
Momenteel zijn er 3,5 FTE maatschappelijk werkers tewerkgesteld voor volgende taken en<br />
diensten :<br />
- wettelijke opdrachten zoals onderzoek en toekenning recht op maatschappelijke<br />
integratie, stookoliepremie, diverse vormen van steunverlening, …<br />
- dienst schuldbemiddeling met budgetbeheer, budgetbegeleiding, collectieve<br />
schuldenregeling<br />
- <strong>lokaal</strong> opvanginitiatief voor asielzoekers<br />
- poetsdienst<br />
- dienst maaltijdbedeling<br />
- verhuur personenalarmsystemen<br />
- lokale adviescommissie<br />
- begeleiding, advies en doorverwijzing<br />
- oplading van budgetmeters<br />
- begeleiding bij uithuiszettingen<br />
50
Er is zeer weinig personeelsverloop. Iedereen beschikt over het diploma van<br />
maatschappelijk assistent. Er wordt getracht om via vorming en regelmatig overleg de<br />
kwaliteit van de dienstverlening te optimaliseren.<br />
Voor een aantal andere (bovenlokale) diensten behoort <strong>Ardooie</strong> formeel gezien wel tot het<br />
werkingsgebied, maar concreet hebben deze diensten er geen kantoren en blijft de<br />
dienstverlening dus zeer beperkt. Het gaat onder meer om ziekenfondsen, dienst geestelijke<br />
gezondheidszorg en ziekenhuis, ambulante drugscentra, CLB, … Dit betekent dat er in het<br />
OCMW een vrij diverse problematiek dient behandeld te worden omdat doorverwijzing niet<br />
steeds mogelijk is. Zo is <strong>Ardooie</strong> bv. aangewezen op het CAW in Roeselare of Izegem.<br />
Mensen vanuit <strong>Ardooie</strong> naar Roeselare, Izegem of Tielt krijgen is soms bijzonder moeilijk<br />
omwille van de beperkte mobiliteit, naast de psychische drempel die hoog ligt.<br />
Onze samenleving én de hulpverlening worden steeds ingewikkelder. Het is bijna een must<br />
voor de OCMW’s om te specialiseren. Zo zien we bij andere grotere OCMW ’s aparte<br />
diensten voor schuldbemiddeling, tewerkstelling, juridische diensten… ontstaan. Met een<br />
kleine equipe is dit natuurlijk niet zo evident. Dit betekent dat er een grotere deskundigheid<br />
van de maatschappelijk werker gevraagd wordt, grotere flexibiliteit en kennis, … .<br />
Om die reden werden in het verleden reeds diverse samenwerkingsovereenkomsten met<br />
andere kleinere OCMW’s uit de regio afgesloten, waaronder de regionale dienst voor<br />
schuldbemiddeling en de regionale dienst tewerkstelling, gecoördineerd vanuit het OCMW<br />
Roeselare. Op die manier wordt geprobeerd om de cliënt in onze gemeente niet te<br />
benadeligen tegenover de cliënt in een groter OCMW met alle specialiteiten in huis en wordt<br />
er gestreefd naar uniformiteit over de hele regio.<br />
In grotere gemeenten is er bovendien een uitgebreider netwerk aan sociale voorzieningen:<br />
voedselbank, kringloopwinkel, <strong>sociaal</strong> restaurant, …naar waar wordt doorverwezen waardoor<br />
de stap evenwel nog groter omdat de cliënt zich bijkomend moet verplaatsen.<br />
Anderzijds is de kleinschaligheid ook een troef. Er wordt gewerkt op maat van de mensen.<br />
Meestal volgt één maatschappelijk werker een persoon op gedurende de volledige<br />
begeleiding. Dit gecombineerd met het feit dat de meeste maatschappelijk werkers bijna<br />
levenslang in dienst blijven, zorgt ervoor dat er een langdurige relatie met de cliënt kan<br />
ontstaan. Bovendien wordt het OCMW op die manier een aanspreekpunt voor de mensen,<br />
en verhoogt dit de toegankelijkheid.<br />
2. Concrete problemen<br />
2.1. Aantal cliënten met psychiatrische problematiek neemt toe<br />
Het aantal cliënten met een psychiatrische problematiek waarmee de OCMW-sociale dienst<br />
geconfronteerd wordt neemt toe de laatste jaren.<br />
Langdurige psychiatrische opnames worden stelselmatig afgebouwd.<br />
Er is steeds meer behoefte aan beschut en begeleid wonen, waar er ondertussen al met<br />
wachtlijsten wordt gewerkt.<br />
Er is de psychiatrische zorg van patiënten in de thuisomgeving. Dit is zeker en vast een<br />
positief element maar blijkbaar kan het aanbod de vraag hierin niet volgen.<br />
Het feit dat steeds meer van onze cliënten een psychiatrische problematiek vertonen zorgt<br />
ook binnen het OCMW voor een grotere werklast. Voor een aantal van deze mensen is vaak<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
51
een intensieve begeleiding nodig op diverse vlakken (administratie, onderhoud van de<br />
huisvesting, …)<br />
Cijfergegevens die dit kunnen staven zijn niet voorhanden, maar uit overleg met collega’s<br />
binnen de regio blijkt echter dat ook zij hiermee geconfronteerd worden.<br />
2.2. Gebrek aan opvangvoorzieningen en methodieken voor mensen met verslavings- en<br />
huisvestingsproblemen<br />
Voor mensen die te kampen hebben met een verslavingsprobleem én met<br />
huisvestingproblemen, is het zeer moeilijk om een oplossing te vinden binnen de bestaande<br />
hulpverlening. Ze kunnen niet terecht in onthaalcentra, diensten voor begeleid of beschut<br />
wonen en psychiatrische thuiszorg weigeren hen…<br />
Alle levensdomeinen zijn aangetast: gezondheid, tewerkstelling, financieel, … Het meest in<br />
het oog springend is echter de woningproblematiek. Vaak glijden ze af naar een vorm van<br />
dakloosheid.<br />
De laagdrempelige opvang, een initiatief van het CAW Roeselare, biedt deze mensen een<br />
rustpunt aan.<br />
2.3. Verjonging cliënteel<br />
In het kader van het recht op maatschappelijke integratie stellen we vast dat de laatste jaren<br />
meer studenten zich aanmelden, vooral in verhouding tot het totaal aantal<br />
leefloonbegunstigden.<br />
Ook zijn diverse aanvragen behandeld van jonge mensen met een drugsproblematiek, voor<br />
wie vanuit het drugsopvangcentrum steunverlening werd aangevraagd.<br />
Concrete gegevens omtrent de algemene verjonging van het cliënteel zijn niet beschikbaar<br />
en kunnen enkel via een degelijke registratie bekomen worden.<br />
2.4. Huisvestingsproblemen<br />
Veel mensen hebben het moeilijk om een betaalbare woning te vinden. Zij worden standaard<br />
doorverwezen naar sociale huisvestingsmaatschappijen maar daar zijn er ellenlange<br />
wachtlijsten. Deze problematiek is reeds aangekaart in het onderdeel ‘Wonen’.<br />
Naast het probleem van de betaalbaarheid van de huur, wordt ook het probleem van<br />
onderhoud van de woning. Verregaande verwaarlozing of vervuiling van de woning zijn ook<br />
steeds vaker redenen tot uithuiszetting. Concrete oplossingen hiervoor zijn nog niet<br />
gevonden.<br />
Een samenwerking met een regionaal <strong>sociaal</strong> verhuurkantoor kan een oplossing bieden voor<br />
zowel de betaalbaarheid als voor de begeleiding.<br />
Het OCMW beschikt over 1 noodwoning en nog enkele woningen op de particuliere markt,<br />
die niet meteen aan kansarmen verhuurd zijn.<br />
Verder huurt het OCMW zelf twee woningen op de private markt voor de organisatie van<br />
lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers.<br />
In de toekomst zal er wellicht vanuit het OCMW een crisiswoonst bij komen en ook een<br />
aantal sociale wooneenheden (zie ook onderdeel ‘wonen’)<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
52
Het aanbod dat het OCMW zal creëren, zal uiteraard de lange wachtlijsten bij de sociale<br />
huisvestingsmaatschappijen en de vele uithuiszettingen wegens huurachterstal niet geheel<br />
kunnen wegwerken.<br />
2.5. Het toenemend aantal juridische vraagstukken<br />
Vele vragen van het OCMW-cliënteel hebben een juridisch aspect o.a. in het kader van<br />
echtscheiding, onderhoudsgelden, consumentenkrediet, erfenisrecht e.d.<br />
Een OCMW sociale dienst is niet langer denkbaar zonder juridische ondersteuning.<br />
Ook de vraag naar pro deo advokaten neemt toe maar het aanbod is schaars en de<br />
opvolging wordt als rampzalig ervaren. Als gevolg hiervan worden cliënten soms<br />
doorverwezen naar andere advokaten, waarbij de erelonen dan ten laste genomen worden<br />
door het OCMW, om toch binnen een afzienbare tijd een structurele oplossing te krijgen in<br />
het juridische steekspel.<br />
3. Methodieken<br />
3.1. Begeleiding lost generatiearmoede niet op<br />
Mensen die lang genoeg op de sociale dienst werken stellen vast dat de kinderen van onze<br />
cliënten ook cliënt worden en niet uit de vicieuze cirkel weg geraken. Hoe kan vermeden<br />
worden dat probleemgedrag zich in de volgende generatie verderzet?<br />
3.2. Te weinig huisbezoeken schept drempel en veroorzaakt gebrek aan cliëntinformatie<br />
Er zijn weinig diensten en instellingen die huisbezoeken verrichten in <strong>Ardooie</strong>. De meeste<br />
diensten vragen dat mensen zelf langs komen: bv. CAW, dienst geestelijke<br />
gezondheidszorg, gemeentebestuur, … Voor de meest kwetsbare mensen verhoogt dit de<br />
drempel, en voor een aantal stelt zich een mobiliteitsprobleem. Een aantal cliënten worden<br />
daardoor niet bereikt.<br />
Bovendien gaat een groot stuk informatie verloren. Een goed uitgevoerd huisbezoek kan een<br />
schat aan informatie bezorgen en tijdens het huisbezoek kan ook informatie over dienst- en<br />
hulpverlening gegeven worden.<br />
3.3. Collectieve schuldenregeling en budgetbeheer: duurzame oplossingen voor de cliënt?<br />
Collectieve schuldenregeling werd een tijdje geleden door iedereen beschouwd als een<br />
wondermiddel. Het biedt aan mensen een soort van beschermingsstatuut, de mogelijkheid<br />
om een gedeelte van hun schulden af te betalen, en daarna met een nieuwe lei te beginnen.<br />
Dit werkt evenwel niet voor iedereen. Mensen maken opnieuw schulden. Bovendien zijn er<br />
heel wat nadelen aan het systeem. De verstandhouding tussen schuldbemiddelaars en<br />
cliënten loopt vaak spaak. Hun leefwerelden en hun omgangsvormen zijn zo verschillend wat<br />
de samenwerking vaak onmogelijk maakt.<br />
Voor de meeste dossiers wordt om voormelde reden vaak de combinatie gemaakt met<br />
budgetbeheer: In de praktijk betekent dit dat het OCMW de naaste begeleiding verzorgt van<br />
de collectieve schuldenregeling, terwijl de schuldbemiddelaar hiervoor betaald wordt.<br />
Er worden binnen de sociale dienst daarnaast steeds meer dossiers budgetbeheer<br />
opgestart, gezien de steeds toenemende schuldenlast.<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
53
Wel moet bewaakt worden dat hiermee de zelfredzaamheid van de mensen niet in het<br />
gedrang komt.<br />
4. Communicatie over dienstverlening van OCMW<br />
De bekendmaking van de diensten en dienstverlening gebeurt bijna uitsluitend via het<br />
gemeentelijk infoblad. De OCMW-dienstverlening staat op heden ook op de website van de<br />
gemeente, maar de informatie wordt niet steeds geactualiseerd. Welke dienstverlening er<br />
geboden wordt is echter voor velen nog steeds niet duidelijk.<br />
Het OCMW werkt samen met diverse actoren: CAW, Regionale Dienst Tewerkstelling,<br />
Regionale Dienst Schuldbemiddeling ; Regionaal Sociaal Verhuurkantoor, de Lokale<br />
Adviescommissie, Samenwerkingsinitiatief in de Thuiszorg, Lokaal Gezondheidsoveleg, het<br />
gemeentebestuur… maar de ene samenwerking werkt al gestructureerder dan de andere.<br />
Vaak zijn er ook ad-hoc samenwerkingen.<br />
De onderlinge contacten verlopen goed. Soms is meer structuur in de samenwerking<br />
aangewezen.<br />
Uit de kwantitatieve omgevingsanalyse bleek dat weinig gegevens gekend zijn over onze<br />
sociale dienst. Uit de cijfers kon geen juist beeld van onze dienst geschetst worden.<br />
Hieruit blijkt toch weer nood aan registratie van onze dienstverlening, naar aantal en aard<br />
van de hulpverlening waardoor op termijn weer de werking kan verduidelijkt worden met<br />
cijfermateriaal en evoluties kon bekeken worden.<br />
5. Conclusies<br />
Het feit dat er weinig diensten echt actief zijn op het vlak van sociale dienstverlening op het<br />
grondgebied van <strong>Ardooie</strong> heeft een aantal gevolgen:<br />
- er is nood aan specialisatie binnen het OCMW, een specialisatie die opgevangen kan<br />
worden door (intergemeentelijke) samenwerkingsverbanden<br />
- er is doorverwijzing die vaak stoot op de psychologische drempel voor de cliënt<br />
gecombineerd met mobiliteitsargumenten<br />
- sterke kwaliteit van de dienstverlening op maat door de kleinschaligheid<br />
De sociale dienstverlening stuit op volgende toenemende probleemgebieden, waarvoor niet<br />
steeds een oplossing gevonden wordt:<br />
- psychiatrische problematieken<br />
- drugs- en verslavingsproblematieken<br />
- huisvestingsproblemen<br />
- juridische vraagstukken<br />
In het kader van de gebruikte methodieken, wordt het gebrek aan huisbezoeken<br />
gesignaleerd door de verschillende diensten, wat een drempel vormt en oorzaak kan zijn van<br />
informatiegebrek voor de cliënt. Daarnaast wordt in twijfel getrokken of collectieve<br />
schuldenregeling een duurzame oplossing biedt.<br />
De sociale dienst van het OCMW zal noodgedwongen zich blijvend zeer flexibel moeten<br />
opstellen en een antwoord moeten kunnen bieden op de veelheid aan problematieken. Ter<br />
ondersteuning van de sociale dienst vereist dit investeringen in vorming voor<br />
maatschappelijk werkers, ondersteunende (intergemeentelijke) samenwerkingsverbanden en<br />
ervaringsuitwisseling op boven<strong>lokaal</strong> niveau.<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
54
Naast deze zaken is er ook meer nood aan communicatie over de dienstverlening door het<br />
OCMW en registratie van onze eigen dienstverlening om een juister beeld te kunnen<br />
schetsen gefundeerd op kwantitatief materiaal.<br />
Tot slot kan volgende SWOT-analyse een korte samenvatting zijn van de sterkten, zwakten,<br />
kansen en bedreigingen op het vlak van sociale dienstverlening en een signaal geven naar<br />
het beleid toe:<br />
Sterkten:<br />
* sterke eigen sociale dienst, met weinig<br />
personeelsverloop en aldus veel ervaring<br />
* hulpverlening op maat door kleinschaligheid<br />
* langdurige relaties met cliënt verhoogt<br />
toegankelijkheid van de dienst<br />
* bestaande intergemeentelijke<br />
samenwerking rond tewerkstelling en<br />
schuldbemiddeling<br />
* lidmaatschap van SVK Regio Roeselare<br />
* diverse minder gereglementeerde<br />
samenwerkingsverbanden om noden van<br />
diverse aard te lenigen<br />
Kansen:<br />
* uitgebreid netwerk van sociale<br />
voorzieningen in naburige steden<br />
* uitbreiding van (intergemeentelijke)<br />
samenwerkingsverbanden om nood aan<br />
specialisatie op te vangen<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
Zwakten:<br />
* quasi enige sociale dienst op het<br />
grondgebied<br />
* geen uitgebreid netwerk aan voorzieningen<br />
op de gemeente zelf<br />
* doorverwijzing stuit op psychologische<br />
drempel en mobiliteitsargumenten<br />
* nood aan specialisatie op diverse domeinen<br />
* nood aan meer huisbezoeken: van belang<br />
voor informatieverzameling en<br />
drempelverlaging<br />
* nood aan meer bekendmaking van<br />
dienstverlening<br />
* nood aan uitgebreidere registratie van<br />
dienstverlening<br />
Bedreigingen:<br />
* vrij diverse en complexe problematieken<br />
vragen grote deskundigheid en flexibiliteit<br />
* toenemende psychiatrische problematieken<br />
van cliënten verhoogt werklast<br />
* gebrek aan opvangmogelijkheden en/of<br />
lange wachtlijsten voor gespecialiseerde<br />
instellingen (voor drugsgebruikers,<br />
begeleid wonen, psychiatrische<br />
instellingen,…)<br />
* steeds duurdere woningmarkt<br />
* huisvestingsprobleem krijgt bijkomende<br />
dimensie: onderhoud<br />
* toenemende thuisloosheid en dakloosheid<br />
* uitbreiding van begeleiding lost<br />
generatiearmoede niet op<br />
* toenemend aantal juridische vraagstukken<br />
55
IV. GEÏNTEGREERDE VISIE OP HET LOKAAL SOCIAAL BELEID<br />
IV.1. Algemeen<br />
Het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> beleid in een gemeente heeft diverse facetten en op al deze facetten zijn<br />
er raakvlakken tussen gemeente en OCMW.<br />
Centraal hierbij is dat het OCMW zich richt tot kansarmen en personen met minder<br />
behartigde belangen. De gemeente richt zich dan op de diverse beleidsdomeinen tot alle<br />
andere burgers. Door een duidelijke afbakening te stellen, worden overlappingen en<br />
concurrentie vermeden en kan er een gerichte doorverwijzing gebeuren.<br />
Er is een algemeen akkoord tussen gemeente en OCMW dat alles wat “<strong>sociaal</strong>” is in de<br />
toekomst toebedeeld wordt aan het OCMW-SOCIAAL HUIS. Maar dit vraagt verduidelijking.<br />
Op volgende sectoren is het gemeentebestuur hoofdinitiatiefnemer en zorgt het OCMW-<br />
SOCIAAL HUIS voor aanvullende dienstverlening (advies, financiële tegemoetkomingen,<br />
informatieverspreiding, materiële ondersteuning…) ter ondersteuning van de <strong>sociaal</strong><br />
zwakkeren:<br />
-Kinderopvang<br />
-Jeugd<br />
-Gezondheid<br />
-Vreemdelingen<br />
-Sport<br />
-Mobiliteit<br />
-Gezin<br />
-Cultuur<br />
Naast de wettelijke opdracht van het OCMW om maatschappelijke dienstverlening te<br />
verstrekken die eenieder in de mogelijkheid moet stellen een leven te leiden dat beantwoordt<br />
aan de menselijke waardigheid (zie artikel 1 van de Organieke wet op de OCMW’s van 8 juli<br />
1976), neemt het OCMW ook steeds meer taken op zich die zich situeren op het vlak van het<br />
algemeen <strong>sociaal</strong> beleid, verwijzende naar de grondrechten in de grondwet.<br />
In de toekomst is het de bedoeling dat binnen volgende sectoren het OCMW-SOCIAAL HUIS<br />
als hoofdinitiatiefnemer fungeert en zorgt het gemeentebestuur voor aanvullende<br />
dienstverlening voor de niet-kansarme burger:<br />
-Mindervaliden<br />
-Senioren<br />
-Huisvesting<br />
-Tewerkstelling<br />
IV.2. Voorwaarden voor een goede samenwerking<br />
Voor een goede samenwerking tussen gemeente en OCMW en een realisatie van het <strong>lokaal</strong><br />
<strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> zijn volgende zaken van elementair belang:<br />
1/ informatie-uitwisseling<br />
Het is van belang dat beide lokale besturen kennis hebben van het aanbod en de aard van<br />
de dienstverlening van de respectievelijke besturen.<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
56
De opmaak van een inventaris was hierbij een eerste aanzet die bovendien constant moet<br />
worden bijgewerkt.<br />
In de toekomst zal moeten verder gewerkt aan de verfijning van deze inventaris.<br />
Een goede informatiedoorstroming tussen beide lokale besturen is van groot belang voor<br />
een efficiënte doorverwijzing.<br />
Op het politieke vlak kan deze informatie-uitwisseling voor de duur van de huidige legislatuur<br />
nog gestructureerd worden via het overlegcomité gemeente-OCMW. Daarna zal de voorzitter<br />
deel uitmaken van het schepencollege. Het is van belang dat de mandatarissen hun<br />
ambtelijk apparaat informeren en betrekken bij de besprekingen over hun beleidsopties.<br />
Op het ambtelijke vlak is deze informatie-uitwisseling van even groot belang en kan die<br />
gerealiseerd worden door de organisatie van een gestructureerd overleg.<br />
2/ goede afspraken<br />
Gemaakte afspraken omtrent afbakening van bevoegdheden op diverse beleidsterreinen,<br />
zijn er om te worden nageleefd.<br />
Door de opmaak van het meerjarenplan verbinden zowel gemeente als OCMW zich tot het<br />
realiseren van een aantal acties om zo doelstellingen op langere termijn te bereiken.<br />
Elk bestuur neemt hierin zijn verantwoordelijkheid op en neemt het initiatief hierin volgens<br />
afspraak.<br />
3/ optimaliseren van de dienstverlening<br />
De kerngedachte bij de opmaak van het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> is het optimaliseren van<br />
de dienstverlening ten voordele van de burger.<br />
Deze verbetering situeert zich op diverse domeinen zoals bekendmaking,<br />
informatieverschaffing, centralisering en kwaliteitsbewaking.<br />
Een belangrijk gegeven hierbij is de totstandkoming van een <strong>sociaal</strong> huis met een éénloket-,<br />
doorverwijs- en de informatiefunctie.<br />
IV.3. Concreet: Planning <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
In het kader van het plan <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong> werd geopteerd om te werken rond 5 thema’s.<br />
Op het beleidsdomein ‘wonen’ is de eerste strategische doelstelling te streven naar<br />
betaalbare huisvesting.<br />
Deze strategische doelstelling kan worden bereikt door te zorgen voor meer sociale<br />
huisvesting, voor ondersteuning van de kansarme huurders gehuisvest op de private<br />
woningmarkt en door het lenigen van de nood aan crisisopvang.<br />
Een tweede strategische doelstelling is de kwaliteit van de huisvesting te verbeteren. Deze<br />
doelstelling kan worden bereikt door het bestaande premiestelsel toegankelijker te maken,<br />
de samenwerking met het SVK regio Roeselare te optimaliseren en het bestaande<br />
premiestelsel beter af te stemmen op de werkelijke noden in de gemeente.<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
57
Een derde strategische doelstelling is te streven naar meer éénduidigheid voor de burger. Dit<br />
wordt bewerkstelligd door te zorgen voor een centraal beheer van de sociale woningen van<br />
de lokale besturen en de creatie van een centraal informatieloket voor private en openbare<br />
sociale huisvesting.<br />
Op het vlak van het beleidsdomein ‘senioren’ is het vooreerst van belang te streven naar<br />
aangepaste huisvesting voor deze doelgroep. Dit kan bekomen worden door te zorgen voor<br />
de bouw van meer seniorenwoningen en/of –appartementen maar ook door aanpassingen<br />
van het bestaande woningenbestand aan de noden van de senioren te stimuleren.<br />
Een tweede belangrijke strategische doelstelling op dit vlak is te streven naar éénduidigheid<br />
voor de burger, door de organisatie van een centraal informatiepunt en de centralisering van<br />
het beheer van seniorenwoningen van de lokale besturen.<br />
Ten derde wordt ernaar gestreefd om de senioren zo lang als mogelijk in hun eigen<br />
vertrouwde huiselijke omgeving te laten wonen. De uitbouw van nieuwe en de verbetering<br />
van bestaande thuiszorgdienstverlening zijn hierin 2 belangrijke operationele doelstellingen.<br />
Ten laatste is het noodzakelijk te streven toekomstige acties af te stemmen op de werkelijke<br />
noden en behoeften van senioren waarvoor het noodzakelijk is eerst een duidelijk zicht<br />
hierop te krijgen.<br />
Het beleidsdomein ‘kinderopvang’ omvat 3 strategische doelstellingen.<br />
Vooreerst wordt gestreefd naar het versterken en het optimaliseren van de interne werking<br />
van het <strong>lokaal</strong> overleg door de eigen werking efficiënter te maken en het personeel uit de<br />
opvangvoorzieningen extra te ondersteunen.<br />
Werken aan de individuele kwaliteitsverbetering in de kinderopvang is een tweede<br />
strategische doelstelling, die kan gerealiseerd worden door te streven naar een onderzoek<br />
van de behoeften van de ouders en kwaliteitsmeting in opvangvoorzieningen.<br />
De renovatie van het gemeentelijk Initiatief Buitenschoolse Opvang ’t Filoetje is de laatse<br />
strategische doelstelling, te realiseren door diverse verfraaiings- en aanpassingswerken.<br />
Gezien uit de omgevingsanalyse blijkt dat de werkloosheidsproblematiek in onze gemeente<br />
niet zo groot is, werd op het vlak van het beleidsdomein ‘werken’ enkel gekozen om zich te<br />
concentreren op de <strong>sociaal</strong> zwakkeren binnen deze doelgroep en hen extra te ondersteunen<br />
en te begeleiden. De versterking van de bestaande regionale dienst tewerkstelling lijkt hierbij<br />
het centrale gegeven.<br />
Op het vlak van ‘algemene sociale dienstverlening’ zijn drie strategische doelstellingen<br />
vooropgesteld.<br />
Een eerste betreft het streven naar een efficiënte aanpak van overmatige schuldenlast door<br />
de versterking van de Regionale Dienst voor Schuldbemiddeling en de optimalisering van de<br />
eigen OCMW-dienst budgetbeheer.<br />
Eénduidigheid voor de burger is de tweede belangrijke strategische doelstelling. Door<br />
mogelijkse centralisering van dienstverlening, de organisatie van een centraal informatiepunt<br />
en uitgebreide informatieverschaffing hieromtrent aan de burger zou deze doelstelling<br />
kunnen bereikt worden.<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
58
Ten derde is het van groot belang ook te streven naar meer zicht op de eigen algemene<br />
sociale dienstverlening door het opzetten van een duidelijk registratiesysteem.<br />
Op het vlak van alle voormelde beleidsdomeinen en strategische en operationele<br />
doelstellingen worden diverse acties opgezet, uitgaande van OCMW, gemeente of private<br />
instanties. Deze acties bestaan in de opzet van nieuwe of de optimalisering van bestaande<br />
initiatieven.<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
59
V. MEERJARENPLAN MET ACTIES EN INZET VAN MIDDELEN<br />
V.1. Algemeen<br />
Het meerjarenplan omvat de jaren <strong>2008</strong> tot <strong>2013</strong> en werd toegespitst op 5 verschillende<br />
beleidsdomeinen.<br />
Op elk beleidsdomein werden strategische doelstellingen vooropgesteld die opgesplitst<br />
werden in één of meerdere operationele doelstellingen.<br />
Voor het bereiken van elk van deze operationele doelstellingen zijn diverse acties voorzien.<br />
Bij elke actie wordt volgende elementen duidelijk gesteld:<br />
-de hoofduitvoerder<br />
-eventuele betrokken partners<br />
-tijdsplanning<br />
-personeelsinzet<br />
-financiering<br />
V.2. Concreet<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
60
Strategische doelstelling 1: Huisvesting betaalbaar houden<br />
Operationele doelstelling 1: Meer sociale huisvesting<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
Beleidsdomein: Wonen<br />
Nr. Actie Hoofduitvoerder Partners Tijdsplanning Personeelsinzet<br />
Financiering<br />
<strong>Gemeente</strong> OCMW<br />
de aankoop en de renovatie van de 5 OCMW WVI<br />
December <strong>2008</strong> secretaris - 677.250 €<br />
voormalige rijkswachtwoningen gelegen in de<br />
Subsidie<br />
1 Stationsstraat te <strong>Ardooie</strong> (met min. 3<br />
slaapkamers) om te worden verhuurd in het<br />
kader van het <strong>sociaal</strong> huurbesluit<br />
Vl.gewest<br />
de ombouw van de voormalige pastorijwoning OCMW <strong>Gemeente</strong> December <strong>2008</strong> secretaris eigenaar 25.000 €<br />
2<br />
gelegen Spanjestraat 1 te <strong>Ardooie</strong> tot 2<br />
sociale appartementen (alleenstaande +<br />
(eigenaar)<br />
Subsidie Vl.<br />
gezin)<br />
Gewest?<br />
De bouw van 10 sociale woningen in de De Mandel - Nog niet bepaald van realisator - -<br />
3 Eekhoutstraat te <strong>Ardooie</strong> (naast 18<br />
seniorenappartementen)<br />
optimalisering van de samenwerking met SVK OCMW gemeente jaarlijks - 4.000 €/j<br />
4 regio Roeselare: participatie + inbreng van<br />
woningen<br />
Actie 1: Via het Comité tot aankoop van onroerende goederen van de FOD Financiën wordt de koop van de voormalige rijkswachtwoningen van de regie der<br />
gebouwen betracht: allen zijn ruime gezinswoningen met minimum 3 slaapkamers. De koop wordt verwacht gerealiseerd te zijn tegen maart <strong>2008</strong>. Via een<br />
samenwerking met de WVI zou de renovatie van de woningen aangepakt worden zodat zij voldoen aan de vlaamse wooncode, er zouden evenwel geen<br />
structurele aanpassingen gebeuren. Voor de aankoop en de renovatie werd een subsidieaanvraag van 65% bij de Vlaamse overheid ingediend. De<br />
voorwaarde voor subsidiëring is een verhuring overeenkomstig het <strong>sociaal</strong> huurbesluit.<br />
61
Actie 2: De gemeente is eigenaar van de voormalige pastorijwoning gelegen Spanjestraat 1 te <strong>Ardooie</strong> (Tassche). De woning is vrij ruim en leent zich tot<br />
ontdubbeling zodat 2 wooneenheden gecreëerd worden: een appartement op de benedenverdieping voor een alleenstaande en een appartement op de<br />
bovenverdieping voor een klein gezin. Deze ontdubbeling vraagt een aantal technische aanpassingen. Er wordt nog gekeken hoe dit kan aangepakt<br />
worden of ondersteund. Er kan nog onderzocht worden of het interessant is hiervoor een subsidie van de Vlaamse overheid aan te vragen.<br />
Actie 3: SHM De Mandel plant de bouw van een project in de Eekhoutstraat te <strong>Ardooie</strong> met 10 sociale woningen en 18 seniorenwoningen. De start en de<br />
realisatietermijn van het project is nog niet bekend.<br />
Actie 4: Zowel gemeente als OCMW zijn toegetreden tot het SVK regio Roeselare maar de financiële bijdrage hiertoe wordt voor 100% ten laste genomen door<br />
het OCMW. Het OCMW heeft zich er eveneens toe verbonden actief op zoek te gaan naar huurwoningen om te kunnen inbrengen in dit <strong>sociaal</strong><br />
patrimonium. Vooropgesteld werd dat het OCMW tegen 2009 reeds 5 woningen zou kunnen inbrengen, een stijging die evenwel niet in dezelfde mate zal<br />
kunnen aangehouden worden voor de daaropvolgende jaren. Een inbreng van gemiddeld 1 woning per jaar moet haalbaar zijn in de betreffende periode.<br />
Operationele doelstelling 2: Kansarme huurders op de private markt ondersteunen<br />
Nr. Actie Hoofduitvoerder Partners Tijdsplanning Personeelsinzet<br />
Financiering<br />
<strong>Gemeente</strong> OCMW<br />
1<br />
het verlenen van tussenkomsten in de<br />
huurwaarborg na <strong>sociaal</strong> onderzoek<br />
OCMW - doorlopend Sociale dienst - 20.000 €/j<br />
in geval van hoge huurlast in verhouding tot OCMW De Mandel doorlopend Sociale dienst - -<br />
2 inkomen: systematische doorverwijzing naar<br />
sociale huurmarkt<br />
Helpt Elkander<br />
Actie 1: Met de nieuwe huurwetgeving die de huurder voor de huurwaarborg doorverwijst naar zijn bankinstelling, zou deze financiële drempel er niet langer<br />
mogen zijn. De praktijk wijst evenwel uit dat in geval van verhuring door immobiliënkantoren deze regel niet gevolgd wordt en ook bij rechtstreekse<br />
verhuring wordt een wijziging hierin verwacht. De OCMW blijven met deze problemen geconfronteerd gezien de hoge bedragen die de huurder in één<br />
maal moet ophoesten bij de huur van een woning.<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
62
Actie 2: Voor cliënten van de sociale dienst, van wie de financiële situatie gekend is en waaruit blijkt dat de huurlast niet in verhouding staat tot het maandelijkse<br />
inkomen, is het aangewezen een gerichte doorverwijzing te doen naar de sociale huurmarkt, om op financiële problemen met huurachterstallen en<br />
mogelijkse uithuiszettingen te anticiperen. Voor deze doorverwijzing kan gewerkt worden met een standaarddocument met vermelding van alle partners<br />
inzake sociale huisvesting actief in onze gemeente.<br />
Operationele doelstelling 3: Nood aan crisisopvang lenigen<br />
Nr. Actie Hoofduitvoerder Partners Tijdsplanning Personeelsinzet<br />
Financiering<br />
<strong>Gemeente</strong> OCMW<br />
Aantal crisiswoningen in beheer van het OCMW <strong>Gemeente</strong> December 2009 secretaris eigenaar -<br />
1 OCMW uitbreiden met het appartement<br />
Prinsendreef 14<br />
(eigenaar)<br />
ondersteuning Crisisnetwerk Midden West- OCMW CAW<br />
December <strong>2008</strong> Sociale dienst - 150€/j<br />
2 Vlaanderen: financiële + materiële<br />
Zusters H.<br />
ondersteuning<br />
Kindsheid?<br />
Actie 1: Het OCMW beheert op heden 1 crisiswoning, gelegen Marktplein 3, eigendom van het gemeentebestuur. Dit bestand is te klein gezien de hoge nood<br />
vastgesteld in het recente verleden. Het is wenselijk dit bestand uit te breiden met een woongelegenheid in het centrum van de gemeente, zodat ze vlot<br />
toegankelijk en bereikbaar is voor de verantwoordelijken binnen het OCMW en er een grotere sociale controle is. Het appartement gelegen Prinsendreef<br />
14, eveneens in eigendom van het gemeentebestuur, lijkt hiervoor een geschikt pand maar is op heden verhuurd aan een vaste huurder.<br />
Actie 2:. Het OCMW heeft een samenwerkingsovereenkomst met het CAW, o.a. in verband met het crisisnetwerk. Hiervoor wordt jaarlijks een financiële bijdrage<br />
in hun werking gedaan maar de initiatiefnemer signaleert vooral de nood aan bijkomende opvangmogelijkheden. Gezien grote delen van<br />
kloostergebouwen in onze gemeente leeg staan, is het misschien niet ondenkbaar te zoeken naar een samenwerking van het CAW met de beheerders<br />
van deze gebouwen.<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
63
Strategische doelstelling 2: Kwaliteit van huisvesting verbeteren<br />
Operationele doelstelling 1: Bestaand premiestelsel (vlaams, provinciaal, gemeentelijk) toegankelijker maken<br />
Nr. Actie Hoofduitvoerder Partners Tijdsplanning Personeelsinzet<br />
1<br />
2<br />
Bekendmaking van het premiestelsel door<br />
verspreiding van een algemene<br />
informatiebrochure met alle noodzakelijke<br />
informatie, actualisering op gemeentelijke<br />
website en bijdragen in het gemeentelijk<br />
informatieblad<br />
Gerichte doorverwijzing door sociale diensten<br />
naar gemeentelijke huisvestingsdienst<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
gemeente - Januari <strong>2008</strong><br />
periodiek<br />
Informatiedienst<br />
ICT-ambtenaar<br />
Huisvestingsambtenaar<br />
64<br />
Financiering<br />
<strong>Gemeente</strong> OCMW<br />
5.000 € -<br />
OCMW doorlopend Sociale dienst - -<br />
Actie 1: Het gemeentelijk premiestelsel inzake aanpassings- en renovatiepremies ter verbetering van de kwaliteit van de woningen is aanvullend op het<br />
premiestelsel van de provinciale en Vlaamse overheid. Het is wenselijk een totaal overzicht van de bestaande premies te verwerken in een overzichtelijke<br />
brochure die verspreid wordt onder alle burgers en op de gemeentelijke website, die regelmatig geactualiseerd wordt. Daarnaast is het van belang om op<br />
periodieke tijdstippen hiervan een herhaling te doen via bijdragen in het gemeentelijke informatieblad.<br />
Actie 2:. Naast de algemene verspreiding van de informatie, die aldus ook terecht komt bij personen die hiervoor niet in aanmerking komen, lijkt het wenselijk<br />
hierop aanvullend meer gericht te werken door personen, waar via huisbezoek of andere contacten gebreken vastgesteld worden in woningen, door te<br />
verwijzen naar de gemeentelijke huisvestingsdienst. Hiervoor kan een standaarddocument en –procedure gecreëerd worden.
Operationele doelstelling 2: Stimuleren van intergemeentelijke samenwerking met het oog op meer kwalitatieve woningen<br />
Nr. Actie Hoofduitvoerder Partners Tijdsplanning Personeelsinzet<br />
Financiering<br />
<strong>Gemeente</strong> OCMW<br />
bekendmaking van de SVK-dienstverlening OCMW SVK regio Januari <strong>2008</strong> secretaris - -<br />
1 via gemeentelijk informatieblad en website en<br />
andere media<br />
Roeselare<br />
gerichte doorverwijzing naar svk door sociale OCMW SVK regio doorlopend Sociale dienst - -<br />
2 diensten bij toewijzing van een<br />
seniorenwoning of sociale woning<br />
Roeselare<br />
Onderzoek naar de mogelijkheden van OCMW<br />
Provincie 2010 Nog niet duidelijk - -<br />
3 intergemeentelijke samenwerking met het oog gemeente SVK regio<br />
op woonbegeleiding<br />
Roeselare<br />
Actie 1: Door de inbreng van private woningen in het SVK regio Roeselare breidt niet alleen de sociale huurmarkt uit, maar worden deze woningen ook onderzocht<br />
op alle facetten van de vlaamse wooncode. Al deze woningen worden zo nodig ook gerenoveerd en aangepast om te voldoen aan de minimale normen<br />
van comfort. Het is dan ook van belang deze dienst bekend te maken bij het grote publiek en vooral bij de eigenaars van woningen. Deze bekendmaking<br />
kan gebeuren via het gemeentelijk informatieblad en de gemeentelijke website maar ook via de gewone media als TV en pers.<br />
Actie 2:. Naast een algemene bekendmaking bij het grote publiek, is ook een gerichtere aanpak wenselijk. Deze aanpak kan bijvoorbeeld vanuit het OCMW<br />
georganiseerd worden bij toewijzing van een senioren- of sociale woning. De eigenaar van de vrijgekomen huurwoning kan rechtstreeks aangeschreven<br />
of gecontacteerd worden met de mogelijkheid tot verhuur van zijn woning aan het <strong>sociaal</strong> verhuurkantoor. Hiervoor kan een standaarddocument en –<br />
procedure gecreëerd worden.<br />
Actie 3: Vanuit het provinciebestuur zouden er financiële middelen beschikbaar zijn voor het opstarten van een intergemeentelijke samenwerking in het kader van<br />
woonbeleid, o.a. voor woonbegeleiding. Er is nood aan meer technische ondersteuning van de bewoners voor eventuele aanpassingen en renovaties,<br />
want bewoners ontbreken vaak de technische kennis om probleempunten in hun woning te erkennen. Gezien de reeds bestaande samenwerking met het<br />
SVK regio Roeselare, is een uitbreiding op dit vlak mogelijk.<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
65
Operationele doelstelling 3: Efficiëntere en effectievere afstemming van het premiestelsel op de noden in de gemeente<br />
Nr. Actie Hoofduitvoerder Partners Tijdsplanning Personeelsinzet<br />
1<br />
2<br />
Gericht onderzoek en analyse van de<br />
gesignaleerde concentraties van verouderde<br />
en verslechterde woningen, zoals geduid door<br />
het steunpunt sociale planning<br />
Eventuele aanpassing van bestaand<br />
premiestelsel aan resultaat van bovenstaand<br />
onderzoek en analyse<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
gemeente Steunpunt sociale<br />
planning<br />
2009 huisvestingsdienst<br />
gemeente 2010 huisvestingsdienst<br />
66<br />
Financiering<br />
<strong>Gemeente</strong> OCMW<br />
Actie 1: Het steunpunt sociale planning toont in de kwantitatieve omgevingsanalyse kaarten waarop de concentraties van slechte woningen duidelijk worden.<br />
Vanuit deze kaarten kan wellicht door de gemeente een gericht onderzoek gedaan worden naar deze woningen.<br />
Actie 2:. Uit het onderzoek vermeld in actie 1, kan blijken welke tekortkomingen voormelde woningen hebben en hoe hierop meer gericht kan gewerkt worden<br />
door bijvoorbeeld aanpassing of uitbreiding van het bestaande premiestelsel.<br />
Strategische doelstelling 3: Eénduidigheid voor de burger omtrent sociale huisvesting<br />
Operationele doelstelling 1: centraal beheer van de sociale woningen van het <strong>lokaal</strong> bestuur<br />
Nr. Actie Hoofduitvoerder Partners Tijdsplanning Personeelsinzet<br />
Financiering<br />
<strong>Gemeente</strong> OCMW<br />
1<br />
beheersoverdracht van sociale woningen via<br />
beheersovereenkomst<br />
OCMW gemeente Maart <strong>2008</strong> secretaris - -<br />
2<br />
overdracht bestaande huurders van sociale<br />
woningen via akkoordverklaring<br />
OCMW gemeente Maart <strong>2008</strong> secretaris - -<br />
bekendmaking bij de burgers via een bijdrage OCMW gemeente Maart <strong>2008</strong> secretaris - -<br />
3 in het gemeentelijk informatieblad, website en<br />
op informatieborden
Actie 1: Op heden beschikken zowel gemeente als OCMW over woningen voor de sociale huurmarkt. Een overdracht van het beheer van alle huidige en<br />
toekomstige sociale woningen, in eigendom van het gemeentebestuur naar het OCMW wordt bekomen door de opmaak van een duidelijke<br />
beheersovereenkomst met alle rechten en plichten van beide partijen.<br />
Actie 2:.Juridisch gezien is het wenselijk dat alle bestaande huurders, die een overeenkomst afgesloten hebben met de gemeente, hiervoor hun akkoord verklaren<br />
omtrent de beheersoverdracht voor de toekomstige beheerstaken.<br />
Actie 3: Het is van belang deze centralisering tot één loket bekend te maken bij het grote publiek en in het bijzonder bij de potentiële huurders. Deze<br />
bekendmaking kan gebeuren via de website, het gemeentelijk informatieblad en op publieke informatieborden.<br />
Operationele doelstelling 2: creatie van 1 informatieloket inzake private en openbare sociale huisvesting<br />
Nr. Actie Hoofduitvoerder Partners Tijdsplanning Personeelsinzet<br />
1<br />
2<br />
Gestructureerd overleg organiseren tussen de<br />
diverse partners met sociale huisvesting om<br />
een akkoord hieromtrent te bereiken<br />
Informatieloket bekendmaken bij de burger via<br />
een bijdrage in het gemeentelijk<br />
informatieblad, website en op<br />
informatieborden<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
OCMW <strong>Gemeente</strong><br />
SVK regio<br />
Roeselare<br />
De Mandel<br />
Helpt Elkander<br />
December <strong>2008</strong> secretaris<br />
sociale dienst<br />
67<br />
Financiering<br />
<strong>Gemeente</strong> OCMW<br />
- -<br />
OCMW Maart 2009 secretaris - -<br />
Actie 1: Voor de burger is het van belang te weten tot wie zij zich moeten wenden voor eerstelijnsinformatie over sociale huisvesting, al dan niet van de openbare<br />
sector. Deze informatie dient niet alomvattend te zijn maar een eerste kennismaking met alle mogelijkheden in de eigen gemeente is wenselijk. Wie<br />
hiervoor de meest geschikte gemeentelijke ambtenaar is (van gemeente of OCMW), dient nagegaan te worden en in onderling akkoord tussen de diverse<br />
partners aangeduid worden.
Actie 2:.Eénmaal een akkoord bereikt werd met de diverse partners, is het wenselijk alle praktische formaliteiten hiervoor te volbrengen zodat een gerichte<br />
doorverwijzing naar betrokkene kan gebeuren en dit kan bekend gemaakt worden naar het grote publiek toe via een publicatie in het gemeentelijk<br />
informatieblad, op de gemeentelijke website en andere kanalen.<br />
Strategische doelstelling 1: Aangepaste huisvesting voor senioren<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
Beleidsdomein: Senioren<br />
Operationele doelstelling 1: Meer seniorenwoningen en/of -appartementen in <strong>Ardooie</strong><br />
Nr. Actie Hoofduitvoerder Partners Tijdsplanning Personeelsinzet<br />
Financiering<br />
<strong>Gemeente</strong> OCMW<br />
1<br />
De bouw van 18 seniorenappartementen in de<br />
Eekhoutstraat te <strong>Ardooie</strong><br />
De Mandel - Nog niet bepaald van realisator - -<br />
2<br />
De bouw van verschillende seniorenwoningen OCMW gemeente 2010 secretaris 150.000€<br />
(grond)<br />
Het private appartementencomplex in de privaat SVK regio Juni <strong>2008</strong> van realisator<br />
3<br />
Brabantstraat voorziet 8 kleine appartementen<br />
op de benedenverdieping die ook geschikt zijn<br />
voor senioren of alleenstaanden<br />
Roeselare<br />
Actie 1: SHM De Mandel plant de bouw van een project in de Eekhoutstraat te <strong>Ardooie</strong> met 10 sociale woningen en 18 seniorenwoningen. De start en de<br />
realisatietermijn van het project is nog niet bekend.<br />
Actie 2: Het OCMW gaat op zoek naar bouwgrond voor de bouw van bijkomende seniorenwoningen in samenwerking met het gemeentebestuur.<br />
68
Actie 3: Het appartementscomplex in opbouw in de Brabantstraat voorziet kleine appartementen op de benedenverdieping die geschikt lijken voor senioren en<br />
rolstoelgebruikers. Om de betaalbaarheid van het aanbod voor de doelgroep te garanderen, zal het OCMW de eigenaar in contact brengen met het SVK<br />
regio Roeselare.<br />
Operationele doelstelling 2: Bestaande woningenbestand (al dan niet in eigendom) stimuleren tot aanpassingen aan noden van senioren<br />
Nr. Actie Hoofduitvoerder Partners Tijdsplanning Personeelsinzet<br />
Financiering<br />
<strong>Gemeente</strong> OCMW<br />
1<br />
Gerichte doorverwijzing door thuiszorgdienst<br />
naar provinciaal steunpunt woningaanpassing<br />
OCMW doorlopend Sociale dienst - -<br />
Actie 1: Om het bestaande premiestelsel van de Vlaamse, provinciale of gemeentelijke overheid bekend te maken, is het belangrijk om naast de algemene<br />
verspreiding van informatie (zie beleidsdomein ‘wonen’) aanvullend meer gericht te werken door personen, bij wie via huisbezoeken binnen de thuiszorg<br />
gebreken vastgesteld worden in hun woningen (al dan niet in hun eigendom), door te verwijzen naar het provinciaal steunpunt woningaanpassing.<br />
Hiervoor kan een standaarddocument en –procedure gecreëerd worden<br />
Strategische doelstelling 2: Eénduidigheid voor de burger inzake dienstverlening voor de senioren<br />
Operationele doelstelling 1: creatie van 1 informatieloket inzake dienstverlening voor senioren en thuiszorg<br />
Nr. Actie Hoofduitvoerder Partners Tijdsplanning Personeelsinzet<br />
1<br />
2<br />
Aanstelling seniorenconsulent die gericht kan<br />
doorverwijzen naar alle vormen van<br />
dienstverlening gericht op de doelgroep<br />
Eventuele overheveling mantelzorgpremie van<br />
gemeente naar OCMW – bijsturing van het<br />
bestaande reglement door toetsing van de<br />
effectiviteit<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
OCMW 2009 Sociale dienst<br />
OCMW gemeente 2009 Extra inzet afh<br />
van de<br />
draagwijdte<br />
69<br />
Financiering<br />
<strong>Gemeente</strong> OCMW
Actie 1:.De dienstverlening voor senioren is verspreid over de private en publieke sector. Binnen het OCMW zijn alle taken rond senioren reeds gebundeld bij één<br />
en dezelfde persoon die zich hierin verder kan specialiseren. Het is voor de senior van belang dat alle informatie omtrent dienstverlenig voor hun<br />
doelgroep gebundeld wordt bij 1 consulent binnen het OCMW zodat de senior een vaste contactpersoon leert kennen en een vertrouwensrelatie kan<br />
opgebouwd worden.<br />
Actie 2:. Binnen het <strong>lokaal</strong> bestuur is er een versnippering van de dienstverlening voor senioren tussen gemeente en OCMW: het gemeentebestuur zorgt voor de<br />
mantelzorgpremie, terwijl het OCMW de thuiszorgdiensten voor zich neemt. Een eventuele overheveling van de mantelzorgpremie naar het OCMW zorgt<br />
ervoor dat op 1 adres alles rond thuiszorg, zowel voor senioren als voor andere begunstigden, gebundeld wordt. Bij deze overheveling lijkt het wenselijk<br />
het bestaande systeem te herbekijken en zo nodig bij te sturen met het oog op meer effectiviteit.<br />
Operationele doelstelling 2: centraal beheer van de seniorenwoningen van het <strong>lokaal</strong> bestuur<br />
Nr. Actie Hoofduitvoerder Partners Tijdsplanning Personeelsinzet<br />
Financiering<br />
<strong>Gemeente</strong> OCMW<br />
1<br />
beheersoverdracht van seniorenwoningen via<br />
beheersovereenkomst<br />
OCMW gemeente Maart <strong>2008</strong> secretaris - -<br />
2<br />
overdracht bestaande huurders van senioren<br />
woningen via akkoordverklaring<br />
OCMW gemeente Maart <strong>2008</strong> secretaris - -<br />
bekendmaking bij de burgers via een bijdrage OCMW gemeente Maart <strong>2008</strong> secretaris - -<br />
3 in het gemeentelijk informatieblad, website en<br />
op informatieborden<br />
Actie 1: Op heden beschikken zowel gemeente als OCMW over seniorenwoningen verspreid over <strong>Ardooie</strong> en Koolskamp. Een overdracht van het beheer van alle<br />
huidige en toekomstige seniorenwoningen, in eigendom van het gemeentebestuur naar het OCMW wordt bekomen door de opmaak van een duidelijke<br />
beheersovereenkomst met alle rechten en plichten van beide partijen.<br />
Actie 2:.Juridisch gezien is het wenselijk dat alle bestaande huurders, die een overeenkomst afgesloten hebben met de gemeente, hiervoor hun akkoord verklaren<br />
omtrent de beheersoverdracht voor de toekomstige beheerstaken.<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
70
Actie 3: Het is van belang deze centralisering tot één loket bekend te maken bij het grote publiek en in het bijzonder bij de potentiële huurders. Deze<br />
bekendmaking kan gebeuren via de website, het gemeentelijk informatieblad en op publieke informatieborden, via de seniorenadviesraad of<br />
seniorenverenigingen.<br />
Strategische doelstelling 3: De senioren zo lang als mogelijk in hun vertrouwde huiselijke omgeving laten wonen<br />
Operationele doelstelling 1: Uitbouw van nieuwe thuiszorgdienstverlening<br />
Nr. Actie Hoofduitvoerder Partners Tijdsplanning Personeelsinzet<br />
1<br />
Opstarten klusjesdienst voor senioren en<br />
<strong>sociaal</strong> zwakkeren<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
OCMW - Najaar <strong>2008</strong> Secretaris<br />
Sociale dienst<br />
71<br />
Financiering<br />
<strong>Gemeente</strong> OCMW<br />
-<br />
Actie 1: Er werd in het verleden reeds meermaals aangevoeld dat senioren en <strong>sociaal</strong> zwakkeren hulp nodig hebben bij diverse karweitjes in en om de woning,<br />
wat hen zou toelaten er langer te blijven wonen. Het Plaatselijk Werkgelegenheidsagentschap kan de grote vraag slechts in beperkte mate invullen: zij<br />
werken enkel met langdurig werklozen en dit aantal is vrij beperkt in <strong>Ardooie</strong>. Bij het opstarten van een klusjesdienst is het van belang een duidelijk<br />
reglement hiervoor vast te leggen met duidelijke taakafbakening, voorwaarden en tarieven.<br />
Operationele doelstelling 2: Verbetering van bestaande thuiszorgdienstverlening<br />
Nr. Actie Hoofduitvoerder Partners Tijdsplanning Personeelsinzet<br />
1<br />
2<br />
Uitbreiding van de dienst maaltijden aan huis<br />
zodat elke aanvraag meteen kan beantwoord<br />
worden zonder aanleg van een wachtlijst<br />
Verhoging van de kwaliteit van de dienst<br />
maaltijden aan huis door het voorzien in een<br />
warmhoudkast in de bestelwagen<br />
OCMW WZC St.<br />
Vincentius<br />
OCMW WZC St.<br />
Vincentius<br />
November 2007 Secretaris<br />
Sociale dienst<br />
Nov 2007<br />
(auto 1)<br />
Juni 2009<br />
Financiering<br />
<strong>Gemeente</strong> OCMW<br />
-<br />
- -
3<br />
4<br />
Uitbreiding poetsdienstverlening in verhouding<br />
tot de vraag met een raming van 0,5 VE/jaar<br />
Op regelmatige basis een<br />
tevredenheidsonderzoek doen bij de<br />
gebruikers van de poetsdienst en de<br />
maaltijdendienst om zo signalen te krijgen<br />
waar verbetering nodig is<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
OCMW Subsidie sociale<br />
maribel?<br />
(auto 2)<br />
doorlopend - +15.000€/j<br />
OCMW <strong>2008</strong>-2010-2012 Sociale dienst<br />
administratie<br />
- -<br />
Actie 1: Door het toenemende succes van deze dienst wordt de dienstverlening uitgebreid met een tweede bedeler. Door te werken met 2 rondes per bedeler kan<br />
het haalbare maximum aantal maaltijden vastgelegd worden op ca. 130 maaltijden. Er is op heden nog voldoende ruimte vooraleer dit maximum wordt<br />
bereikt. Door de inschakeling van een tweede bedeler komt er tijd vrij om opnieuw een sociale rol te spelen en signalen op te vangen van nieuwe noden<br />
en behoeften van de gebruikers en de doelgroep.<br />
Actie 2:. Het oude systeem van maaltijdenbedeling bestaat uit het warm houden van de maaltijd in een PVC-box. Uit diverse tevredenheidsonderzoeken uit het<br />
verleden bleek de temperatuur van de maaltijd het grootste struikelblok: de maaltijd dient thuis geleverd worden aan min. 65°C. Om het behoud van een<br />
constante temperatuur beter te garanderen, werd een warmhoudkast aangekocht die wordt geplaatst in de bestelwagen. Dit systeem wordt in fases<br />
ingevoerd in de beide bestelwagens.<br />
Actie 3: Door de blijvende vraag naar poetsdienst voor senioren, aanvullend op de gezinshulp van private diensten, is het van belang dat de wachtlijst ook hier te<br />
beperken. Een beperkte wachtlijst is evenwel noodzakelijk gezien de fragiliteit van deze doelgroep waardoor er plotse schommelingen en wijzigingen<br />
kunnen gebeuren. Hierbij is het bijkomend van belang de gebruikers te stimuleren tot wekelijkse hulpverlening van zodra de woning aan een minimum<br />
grootte voldoet, gezien bij minder hulpverlening kwaliteit niet steeds kan gegarandeerd worden. Een halftijdse poetshulp bedient gemiddeld een 8tal<br />
gebruikers.<br />
Actie 4: Zoals in het verleden, is het aangewezen naar de tevredenheid te peilen van de gebruikers van de thuiszorgdienstverlening. Door op regelmatige basis,<br />
bijvoorbeeld tweejaarlijks, een tevredenheidsonderzoek te doen bij de gebruikers van de poetsdienst en de maaltijdendienst krijgen zij de kans zich uit te<br />
spreken over verschillende facetten van de dienstverlening en kan zo achterhaald worden wat hierin voor verbetering vatbaar is. De bevraging uit het<br />
verleden kan eens herbekeken en geoptimaliseerd worden.<br />
72
Strategische doelstelling 4: Toekomstige acties afstemmen op werkelijke noden en behoeften van de senioren<br />
Operationele doelstelling 1: Zicht krijgen op de behoeften en de noden van senioren<br />
Nr. Actie Hoofduitvoerder Partners Tijdsplanning Personeelsinzet<br />
1<br />
2<br />
3<br />
Medewerking verlenen aan<br />
behoeftenonderzoek, programmatorisch<br />
ondersteund door de provincie, georganiseerd<br />
door de seniorenadviesraad i.s.m. de VUB<br />
Gerichte informatieverschaffing omtrent<br />
dienstverlening op vraag van<br />
seniorenverenigingen waaruit ook noden en<br />
behoeften zullen duidelijk worden<br />
Actieve deelname aan seniorenadviesraad en<br />
doorspelen signalen naar betrokken partners<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
Seniorenadviesraad<br />
<strong>Gemeente</strong><br />
OCMW<br />
OCMW Seniorenverenigingen <br />
Seniorenadviesraad<br />
<strong>Gemeente</strong><br />
OCMW<br />
Juni <strong>2008</strong> Vrijwillige<br />
senioren<br />
doorlopend Secretaris<br />
sociale dienst<br />
doorlopend Raadslid OCMW<br />
Schepen senioren<br />
73<br />
Financiering<br />
<strong>Gemeente</strong> OCMW<br />
? -<br />
- -<br />
- -<br />
Actie 1: Door het provinciebestuur werd een enquête opgesteld om een duidelijk beeld te krijgen op de noden en behoeften van de senioren. De<br />
seniorenadviesraad in samenwerking met het gemeentebestuur nam hiertoe het initiatief. Vrijwilligers van de seniorenverenigingen nemen deze enquêtes<br />
af bij de doelgroep. De Vrije Universiteit van Brussel verwerkt de resultaten. Tegen juni <strong>2008</strong> verwacht de seniorenadviesraad een advies te kunnen<br />
afleveren aan de lokale besturen. Het resultaat van de analyse is een belangrijk instrument voor de lokale besturen in hun toekomstig seniorenbeleid en<br />
kan reeds nuttig zijn bij de evaluatie van dit <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> voorzien in juni 2010.<br />
Actie 2:.Op vraag van seniorenverenigingen kan een vormingsnamiddag gegeven worden door medewerkers van het OCMW omtrent de algemene<br />
dienstverlening van het OCMW-SOCIAAL HUIS en in het bijzonder omtrent de dienstverlening specifiek gericht op senioren. Op deze<br />
informatienamiddagen kunnen tevens signalen gegeven worden omtrent nieuwe noden of behoeften, die verder kunnen onderzocht worden.<br />
Actie 3: Door actieve deelname van zowel gemeente als OCMW aan de seniorenadviesraad kunnen signalen overgebracht worden aan de betreffende besturen<br />
omtrent hun behoeften van belang voor een toekomstig seniorenbeleid.
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
Beleidsdomein: Kinderopvang<br />
Strategische doelstelling 1: interne werking van het <strong>lokaal</strong> overleg versterken - optimaliseren<br />
Operationele doelstelling 1: efficiënter maken van de eigen werking, door alle partijen te betrekken wie het thema “kinderopvang” aanbelangt<br />
Nr. Actie Hoofduitvoerder Partners Tijdsplanning Personeelsinzet<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
Het <strong>lokaal</strong> overleg komt minstens 2 maal per<br />
jaar samen.<br />
De stuurgroep (voorzitter, secretaris en<br />
afgevaardigde van Kind & Gezin) blijft onder<br />
dezelfde vorm verder werken<br />
Informatiedoorstroming: Het <strong>lokaal</strong> overleg wil<br />
dat de informatie omtrent kinderopvang<br />
doorstroomt naar degenen die het aanbelangt:<br />
(toekomstige) ouders en de opvanginitiatieven<br />
zelf<br />
Afstemmen van de werking tussen de<br />
verschillende organisaties<br />
gemeente D.O.G., mini –<br />
crèches,<br />
zelfstandige<br />
onthaalouders,<br />
IBO, scholen,<br />
ouders, jeugd en<br />
vrijetijdsaanbod<br />
2x /jaar Secretaris,<br />
voorzitter <strong>lokaal</strong><br />
overleg<br />
74<br />
Financiering<br />
<strong>Gemeente</strong> OCMW<br />
- -<br />
gemeente Kind en Gezin doorlopend - -<br />
gemeente D.O.G., mini –<br />
crèches,<br />
zelfstandige<br />
onthaalouders,<br />
IBO, scholen,<br />
ouders, jeugd en<br />
vrijetijdsaanbod<br />
gemeente Scholen, CLB,<br />
jeugddienst,<br />
cultuurdienst,<br />
sportdienst,<br />
Sociaal huis,<br />
1 ste / 3 de trimester<br />
van elk jaar<br />
Secretaris <strong>lokaal</strong><br />
overleg<br />
doorlopend Secretaris <strong>lokaal</strong><br />
overleg<br />
Actie 1: Het <strong>lokaal</strong> overleg brengt op de algemene vergaderingen, alle personen samen die met “kinderopvang” te maken hebben.<br />
- -<br />
- -
Actie 2: De samenstelling van de stuurgroep bestaat minsten uit de voorzitter, de secretaris van het <strong>lokaal</strong> overleg en de afgevaardigde van Kind en Gezin. De<br />
stuurgroep kan in de toekomst uitgebreid worden, afhankelijk van de projecten waaraan gewerkt wordt, met deskundigen of leden van het Lokaal overleg<br />
Kinderopvang. De stuurgroep zorgt voor de opmaak van de agenda van de algemene vergadering van het <strong>lokaal</strong> overleg. Agendapunten kunnen steeds<br />
door de andere leden aangebracht worden, mits die op redelijke termijn aan de voorzitter of secretaris worden meegedeeld.<br />
Actie 3: - alle relevante gegevens van alle plaatselijke opvangvoorzieningen (o.a. vrije plaatsen, verlofkalender, urgentieopvang, …) op de website van de<br />
gemeente zetten. De opvanginitiatieven kunnen via een log -in systeem zelf de nodige gegevens of wijzigingen aanbrengen. De opvangvoorzieningen<br />
die niet over een pc beschikken, zullen terecht kunnen in de openbare bibliotheek om hun gegevens aan te passen.<br />
- opmaak van een brochure, in beperkte oplage (gegevens veranderen snel). Deze brochure wordt meegegeven aan nieuwe inwoners en is ook te<br />
verkrijgen bij de verschillende openbare instanties: het gemeentehuis, het <strong>sociaal</strong> huis (OCMW), wachtzalen van dokters, bij de apotheek en in de<br />
kinderopvang.<br />
- vermelden van opvang van zieke kinderen op de website en in de brochure.<br />
Actie 4: Informatie betreffende schoolvrije dagen, probleemsituaties met kinderen / ouders, vervoer, relevante informatie betreffende kinderen die ook van belang<br />
kunnen zijn voor de verschillende opvanginstanties, worden (in alle discretie) aan elkaar doorgespeeld. Zo kan de werking op elkaar afgestemd worden.<br />
Operationele doelstelling 2: ondersteuning bieden aan het personeel dat tewerkgesteld is binnen de verschillende opvangvoorzieningen<br />
Nr. Actie Hoofduitvoerder Partners Tijdsplanning Personeelsinzet<br />
Financiering<br />
<strong>Gemeente</strong> OCMW<br />
1<br />
Jaarlijkse vorming aanbieden vanuit het <strong>lokaal</strong><br />
overleg<br />
<strong>Gemeente</strong>bestuur vormingscentrum jaarlijks Secretaris <strong>lokaal</strong><br />
overleg<br />
€ 300 / jaar -<br />
Oprichten werkgroep zelfstandige<br />
Trefco Stuurgroep <strong>lokaal</strong> ? - -<br />
2 onthaalouders en mini-crèches in<br />
samenwerking met TREFCO<br />
overleg<br />
Actie 1: het vormingsaanbod (voor de begeleidsters in het IBO) openstellen voor onthaalouders als personeel dat instaat voor de opvang in andere instanties.<br />
Actie 2: Het <strong>lokaal</strong> overleg kan steeds inhoudelijke werkgroepen oprichten en ontbinden. Ondersteuning bieden vanuit TREFCO naar de zelfstandige sector. Op<br />
regelmatige basis komen de geïnteresseerde zelfstandige onthaalouders en organisatoren van mini-crèches bijeen om ervaringen uit te wisselen,<br />
probleemsituaties, … te bespreken. Op het <strong>lokaal</strong> overleg wordt telkens verslag uitgebracht bij het <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang..<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
75
Strategische doelstelling 2: opvolging van noden en behoeften – individuele kwaliteitsverbetering<br />
Operationele doelstelling 1: Het <strong>lokaal</strong> overleg kinderopvang wil systematisch nagaan of alle ouders die behoefte hebben aan kinderopvang wel in de gemeente<br />
terecht kunnen met hun vraag<br />
Nr. Actie Hoofduitvoerder Partners Tijdsplanning Personeelsinzet<br />
1<br />
2<br />
Een behoeftenonderzoek richten aan alle<br />
gezinnen met kinderen, woonachtig op het<br />
grondgebied van <strong>Ardooie</strong><br />
Een behoefteonderzoek richten aan alle<br />
gezinnen die gebruik maken van het<br />
gemeentelijk initiatief voor buitenschoolse<br />
opvang<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
<strong>Gemeente</strong>bestuur Leden <strong>lokaal</strong><br />
overleg<br />
kinderopvang<br />
<strong>Gemeente</strong>bestuur - <strong>2008</strong> met<br />
jaarlijkse<br />
herhaling<br />
<strong>2008</strong> Voorzitter ,<br />
Secretaris <strong>lokaal</strong><br />
overleg<br />
Coördinator IBO<br />
en Schepen van<br />
Kinderopvang en<br />
Jeugd<br />
76<br />
Financiering<br />
<strong>Gemeente</strong> OCMW<br />
- -<br />
- -<br />
Actie 1: Aan de hand van een bevraging , gericht aan alle gezinnen met kinderen wonende op het grondgebied <strong>Ardooie</strong>, nagaan of het bestaande aanbod van<br />
kinderopvang voldoet aan de vraag van de ouders. Het <strong>lokaal</strong> overleg kan aan de hand van de gegevens doelstellingen, adviezen formuleren met<br />
betrekking tot nieuwe behoeften, knelpunten en andere signalen inzake kinderopvang.<br />
Actie 2:. Via een bevraging aan ouders die gebruik maken van het IBO, wordt de tevredenheid gepolst. Aan de hand van de resultaten, kan de werking beter<br />
afgestemd worden op de wensen, noden en behoeften van de gebruikers van ’t Filoetje. Dit wordt jaarlijks herhaald.<br />
Operationele doelstelling 2: streven naar kwaliteitsverbetering en meten van de kwaliteit in de opvangvoorzieningen<br />
Nr. Actie Hoofduitvoerder Partners Tijdsplanning Personeelsinzet<br />
1<br />
2<br />
Blijvend aandacht hebben voor voldoende<br />
geschoolde medewerkers in alle betrokken<br />
diensten.<br />
Evaluatie van de eigen werking (voor iedere<br />
opvangvoorziening afzonderlijk)<br />
Verantwoordelijke<br />
van ieder initiatief<br />
Verantwoordelijke<br />
van ieder initiatief<br />
Doorlopend<br />
Doorlopend<br />
Financiering<br />
<strong>Gemeente</strong> OCMW
Actie 1: zelf vorming aanbieden / organiseren waaraan alle begeleidsters uit de aanbodzijde kunnen deelnemen<br />
Actie 2:. Aan de hand van verschillende systemen wordt de werking geëvalueerd.<br />
- evaluatie van het kwaliteitshandboek: op iedere teamvergadering wordt een aspect doorgelicht zodat de informatie actueel blijft en we tevens blijven<br />
streven naar een kwaliteitsverbetering.<br />
- evaluatie van de activiteiten: na de activiteit wordt geëvalueerd door de kinderen, het team en door de begeleiding die activiteit verzorgde.<br />
- evaluatie van het personeel: jaarlijks wordt het eigen functioneren geëvalueerd. Aan de hand van concrete afspraken wordt gewerkt aan het eigen<br />
functioneren.<br />
Strategische doelstelling 3: Renovatie van IBO ’t Filoetje<br />
Operationele doelstelling 1: aanpassingen – verbouwingen – verfraaiing in beide vestigingsplaatsen van ‘t Filoetje<br />
Nr. Actie Hoofduitvoerder Partners Tijdsplanning Personeelsinzet<br />
Financiering<br />
<strong>Gemeente</strong> OCMW<br />
1 Renovatie ’t Filoetje <strong>Ardooie</strong> gemeente - <strong>2008</strong> - 2009 Via realisator € 100 000 -<br />
2<br />
Inrichten/ verfraaiing buitenspeelruimte ’t gemeente - <strong>2008</strong> Via realisator € 10 000 -<br />
3<br />
Filoetje Koolskamp<br />
Aanpassingswerken in de binnenspeelruimte<br />
van ’t Filoetje Koolskamp<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
gemeente - Eerste helft <strong>2008</strong> <strong>Gemeente</strong>lijke<br />
technische dienst<br />
Actie 1: Aangezien het gebouw waar IBO ’t Filoetje aangekocht wordt door de gemeente, worden renovatiewerken gepland. Momenteel is de tienerruimte<br />
ingericht in een aangrenzend <strong>lokaal</strong>. Dit geeft als gevolg dat de tieners enkel naar hun ruimte kunnen als er begeleiding kan meegaan.<br />
Concrete plannen zijn nog niet voor handen.<br />
Actie 2:. Er is een grote buitenspeelruimte in ’t Filoetje Koolskamp, maar deze is nog niet ingericht met speeltoestellen. In de begroting werd extra budget<br />
voorzien, zodat ook deze speelruimte kindvriendelijk kan worden ingericht met klim – klauter – en speeltoestellen.<br />
Actie 3: In de binnenspeelruimte komt er een directe verbinding naar de buitenspeelruimte. Er komt ook een groot venster tot op de grond. Dit heeft als gevolg dat<br />
er meer natuurlijke lichtinval gecreëerd wordt.<br />
77<br />
-
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
Beleidsdomein: Werken<br />
Strategische doelstelling 1: De <strong>sociaal</strong> zwakkeren binnen de beperkte groep werklozen extra ondersteunen en begeleiden<br />
Operationele doelstelling 1: Versterking van de Regionale Dienst Tewerkstelling<br />
Nr. Actie Hoofduitvoerder Partners Tijdsplanning Personeelsinzet<br />
Financiering<br />
<strong>Gemeente</strong> OCMW<br />
1<br />
Herpositionering van de Regionale Dienst<br />
Tewerkstelling in site Noord<br />
Regionale Dienst<br />
Tewerkstelling<br />
OCMW Najaar 2007 Via realisator 1.250 €/j<br />
Actie 1: Door een herpositionering van de dienst tegenover het team opleiding en tewerkstelling van het OCMW Roeselare, dat ingebed is in Site Noord, het<br />
centrum sociale economie in hartje Roeselare worden tal van meerwaarden gecreëerd waaronder meer professionele omkadering en ondersteuning van<br />
de tewerkstellingsconsulente, betere opvolgingsmogelijkheid van lopende sociale tewerkstellingen, garantie van permanentie op de dienst, uitbreiding van<br />
de know-how inzake arbeidsbemiddeling, samenwerkingsmogelijkheden, ….<br />
78
Strategische doelstelling 1: Efficiënte aanpak van overmatige schuldenlast<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
Beleidsdomein: Algemene sociale dienstverlening<br />
Operationele doelstelling 1: Versterking van de Regionale Dienst Schuldbemiddeling als ondersteuning van onze erkenning als Instelling voor Schuldbemiddeling<br />
Nr. Actie Hoofduitvoerder Partners Tijdsplanning Personeelsinzet<br />
1<br />
2<br />
Herpositionering van de regionale dienst<br />
schuldbemiddeling met het oog op meer<br />
efficiëntie en erkenning<br />
Toezicht op erkenningsvoorwaarden van<br />
OCMW als Instelling voor Schuldbemiddeling<br />
met oog op verlenging erkenning<br />
Regionale Dienst<br />
Schuldbemiddeling<br />
OCMW Regionale Dienst<br />
Schuldbemiddeling<br />
OCMW December <strong>2008</strong> Via realisator<br />
<strong>2008</strong> Secretaris<br />
Sociale dienst<br />
79<br />
Financiering<br />
<strong>Gemeente</strong> OCMW<br />
Actie 1: In het verleden werd vastgesteld dat door personeelsgebrek veel collectieve schuldenregelingen niet door de dienst zelf konden aangepakt worden<br />
waardoor <strong>sociaal</strong> zwakkeren onvoldoende ondersteund worden. Er is nood aan meer efficiëntie en een duidelijkere profilering met het oog op meer<br />
erkenning. Een herpositionering van de regionale dienst schuldbemiddeling tegenover de private schuldbemiddelaars en tegenover de arbeidsrechtbank<br />
dringt zich op. Hiervoor voert de dienst een analyse uit van haar eigen werking en zal een voorstel uitgewerkt worden voor de samenwerkende besturen.<br />
Actie 2: De erkenning van het OCMW als instelling voor schuldbemiddeling vervalt op 16 september <strong>2008</strong>. Het OCMW wil deze erkenning behouden. De<br />
erkenningsvoorwaarden situeren zich op volgende 3 vlakken:<br />
1/ de maatschappelijk werkers die aan schuldbemiddeling doen, moeten hiertoe een gespecialiseerde opleiding volgen en de dienst moet ondersteund<br />
worden door een jurist met een gespecialiseerde opleiding<br />
2/ de schuldbemiddeling moet kosteloos zijn<br />
3/ er werden enkele onverenigbaarheden gesteld
Operationele doelstelling 2: Optimaliseren van de dienst budgetbeheer<br />
Nr. Actie Hoofduitvoerder Partners Tijdsplanning Personeelsinzet<br />
Financiering<br />
<strong>Gemeente</strong> OCMW<br />
Uitbreiding personeelsbestand met een OCMW Subsidie sociale September 2007 Sociale dienst - 20.000€/j<br />
1 halftijdse maatschappelijk werker zodat de<br />
maribel<br />
- Subs. soc.<br />
wachtlijst kan ingeperkt worden<br />
maribel<br />
2<br />
Toetsing van de zelfredzaamheid van de<br />
cliënt onder budgetbeheer<br />
OCMW - 2009 Sociale dienst - -<br />
Actie 1: De steeds toenemende vraag naar budgetbeheer kon in de loop van 2007 niet langer meteen opgevolgd worden waardoor een wachtlijst hiervoor werd<br />
aangelegd. Werken met een wachtlijst voor schuldbemiddeling en budgetbeheer is evenwel niet altijd en voor iedereen wenselijk gezien de schuldensituatie<br />
in de wachttijd nog sterk kan toenemen waardoor oplossingen moeilijker te vinden zijn.<br />
Actie 2: De maatschappelijk werksters voelen zich soms goedkope ‘boekhouders’ voor cliënten die zich liever niet bezig houden met de administratieve rompslomp<br />
van het uitvoeren en bijhouden van betalingen. Budgetbeheer is er natuurlijk voor zij die effectief problemen ondervinden met het beheer van hun eigen<br />
centen, wat kan veroorzaakt zijn door hun zwakke gezondheid, hoge schuldenlast of nog andere elementen maar budgetbeheer mag geen<br />
gemakkelijkheidsoplossing worden. Wellicht is het aangewezen te zoeken naar een toetsing van deze zelfredzaamheid om misbruiken uit te schakelen en<br />
ook het waardegevoel bij de maatschappelijk werkster te vrijwaren.<br />
Strategische doelstelling 2: Eénduidigheid voor de burger op het vlak van algemene sociale dienstverlening<br />
Operationele doelstelling 1: Burger informeren over de sociale dienstverlening<br />
Nr. Actie Hoofduitvoerder Partners Tijdsplanning Personeelsinzet<br />
1<br />
Uitwerken van een informatiebrochure over de<br />
specifieke dienstverlening van het OCMW-<br />
SOCIAAL HUIS<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
OCMW <strong>2008</strong> Secretaris<br />
Sociale dienst<br />
80<br />
Financiering<br />
<strong>Gemeente</strong> OCMW<br />
1.250 €
Actie 1: Het is nodig dat het voor de burger duidelijker wordt voor welke zaken zij terecht kunnen in het OCMW-SOCIAAL HUIS. De informatie van het OCMW<br />
wordt summier opgenomen in de informatiebrochure van het gemeentebestuur maar dit vraagt een uitgebreidere toelichting. Dit kan aan de hand van een<br />
uitgebreide brochure met duiding van de verschillende facetten van de dienstverlening. Ook de dienstverlening van het PWA, die eveneens gehuisvest is<br />
in het <strong>sociaal</strong> huis kan hierin opgenomen worden. Indien deze dienstverlening nog zou uitgebreid worden door overheveling van gemeentelijke sociale<br />
dienstverlening (zie operationele doelstelling 2), is het misschien wenselijk de totale dienstverlening te duiden.<br />
Operationele doelstelling 2: Correct beeld van sociale dienstverlening verdeeld over gemeente en OCMW met het oog op centralisering<br />
Nr. Actie Hoofduitvoerder Partners Tijdsplanning Personeelsinzet<br />
1<br />
2<br />
Onderzoek welke vormen van hulpverlening<br />
nog verstrekt worden door het<br />
gemeentebestuur (in bijzonder in kader van<br />
gehandicaptenzorg)<br />
Eventuele overheveling van gemeentelijke<br />
sociale dienstverlening naar OCMW<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
OCMW<br />
gemeente<br />
OCMW<br />
gemeente<br />
2009 Sociale dienst<br />
2009 Sociale dienst<br />
81<br />
Financiering<br />
<strong>Gemeente</strong> OCMW<br />
Actie 1:.Uit de inventaris blijkt dat nog een aantal deelaspecten van sociale dienstverlening waargenomen worden door het gemeentebestuur, waaronder de<br />
tegemoetkomingen voor gehandicapten en alles wat daarmee samenhangt (parkeerkaarten, <strong>sociaal</strong> tarief,…). Ook alles rond pensioenen is nog bij het<br />
gemeentebestuur geconcentreerd. Een duidelijk beeld van de totaliteit van deze hulpverlening is er niet. Een versnippering van deze hulpverlening is niet<br />
wenselijk voor de doorzichtigheid voor de burger. Na onderzoek kan eventueel voorgesteld worden hoe deze versnippering kan aangepakt worden en<br />
eventueel kan gecentraliseerd worden.<br />
Actie 2: Voor de burger is het beter dat alle aanvragen met een sociale dimensie op één en hetzelfde punt kunnen aangevraagd worden. Gezien het<br />
gemeentebestuur over geen eigen sociale dienst beschikt, zal dit aanbod wellicht eerder beperkt zijn. Uit het onderzoek van actie 1 zal dit aandeel<br />
duidelijk worden. In overleg tussen beide partners kan gekeken worden hoe dit aanbod efficiënter kan aangeboden worden op een centraal punt. Een<br />
overheveling van een aantal sociale taken zal eventueel extra personeelsinzet, en desnoods extra vorming vragen, naast infrastructurele aanpassingen of<br />
voorzieningen.
Operationele doelstelling 3: Creatie van centraal informatieloket<br />
Nr. Actie Hoofduitvoerder Partners Tijdsplanning Personeelsinzet<br />
Financiering<br />
<strong>Gemeente</strong> OCMW<br />
1<br />
Uitwerken van de éénloketfunctie, dat deel<br />
uitmaakt van het <strong>sociaal</strong> huis<br />
OCMW gemeente 2009 Sociale dienst - -<br />
Actie 1: Eén van de belangrijkste aspecten van het concept <strong>sociaal</strong> huis is het uitwerken van een één-loket-functie: het creëren van een laagdrempelig<br />
aanspreekpunt voor elke burger waar hij terecht kan met elke vraag omtrent zijn sociale rechten. Voor de uitwerking van deze éénloketfunctie zullen<br />
vooral de uitgebreide kennis van en ervaring met de sociale kaart, de ruime toegankelijkheid van de betrokken persoon en de omgang met de burger een<br />
grote rol spelen. Dit facet zal wellicht ook moeten op informatorische wijze ondersteund worden zodat de doorverwijzer gerichte informatie kan opvragen<br />
over alle mogelijke dienstverleners.<br />
Strategische doelstelling 3: Meer zicht krijgen op de algemene sociale dienstverlening<br />
Operationele doelstelling 1: Registratie van eigen sociale dienstverlening<br />
Nr. Actie Hoofduitvoerder Partners Tijdsplanning Personeelsinzet<br />
1<br />
2<br />
Uitwerken van een degelijk en praktisch<br />
registratiesysteem voor alle vormen van<br />
algemene sociale dienstverlening in eigen<br />
handen<br />
Meewerken aan de uitwerken van een<br />
overkoepelend registratiemodel voor<br />
schuldbemiddeling<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
Werkgroep sociale<br />
diensten OCMW<br />
Werkgroep<br />
schuldbemiddeling<br />
OCMW<br />
Schaubroeck<br />
2009 Sociale dienst<br />
secretaris<br />
82<br />
Financiering<br />
<strong>Gemeente</strong> OCMW<br />
- -<br />
OCMW 2009 Sociale dienst - -
Actie 1: Sinds de afschaffing van de registratieverplichting van de sociale dienstverlening in het kader van subsidiëring sedert meerdere jaren voelen de sociale<br />
diensten dit gebrek aan registratie meer en meer aan als gemis. Diverse enquêtes, (jaar)verslagen, analyses, onderzoeken, … vragen cijfermatige<br />
gegevens omtrent de diverse vormen van dienstverlening die door de OCMW’s worden verschaft. Manuele berekeningen zijn vaak niet meer mogelijk of<br />
praktisch niet haalbaar. Er dringt zich een nieuwe registratie op. Voorlopig werd dit reeds op een rudimentaire manier gestart in 2007, maar er is nood aan<br />
meer ondersteuning, vooral ook op programmatorisch vlak. Deze nood wordt blijkbaar ook in andere OCMW’s aangevoeld en misschien kan vanuit de<br />
softwarehuizen hieraan meegewerkt worden, onder stimulans van de overkoepelende werkgroep van de sociale diensten.<br />
Actie 2:. De erkende instellingen voor schuldbemiddeling zijn verplicht jaarlijks een verslag op te maken met een bewijs van het voldoen aan de<br />
erkenningsvoorwaarden. Vanaf 2007 moet ook de verstrekte dienstverlening geregistreerd zijn waarvoor overkoepelend een eerste model werd<br />
uitgewerkt. Dit model moet nog verder verfijnd worden en hiervoor zal de medewerking van de diverse OCMW’s gevraagd worden.<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
83
VI. TAAKVERDELING EN WERKAFSPRAKEN TUSSEN GEMEENTE EN OCMW<br />
Tijdens het proces van de opmaak van dit plan werd duidelijk dat er nog veel taken van het<br />
gemeentebestuur onduidelijk zijn voor het OCMW en vice versa.<br />
Er werd dan ook gesteld om voor het eerste <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> in eerste instantie<br />
gemeente en OCMW als partners voorop te stellen. Lokale actoren kunnen na evaluatie van<br />
het plan of bij het volgende <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> nauwer worden betrokken.<br />
In het meerjarenplan is bij de acties opgenomen wie de hoofduitvoerder is. Van het<br />
betreffende <strong>lokaal</strong> bestuur zal het initiatief uitgaan om de actie aan te vatten, uit te voeren en<br />
op te volgen.<br />
De coördinatie van het volledige meerjarenplan wordt toebedeeld aan het OCMW. Deze<br />
coördinatie zal er vooral in bestaan om te streven naar duidelijker informatie en meer<br />
afstemming van acties en diensten op elkaar. Het opzetten van meer en gestructureerder<br />
overleg kan hiertoe een middel zijn.<br />
Het uiteindelijke doel van het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> beleid is te komen tot een maximale<br />
toegankelijkheid van de dienstverlening voor elke burger en een optimaal bereik van de<br />
beoogde doelgroep. In dit kader zal een <strong>sociaal</strong> huis als concept worden gerealiseerd tegen<br />
uiterlijk december <strong>2008</strong>. Minimaal moet het <strong>sociaal</strong> huis een informatie-, loket- en<br />
doorverwijsfunctie omvatten.<br />
Het is dan ook in die zin dat de samenwerking en de werkafspraken tussen gemeente en<br />
OCMW zullen moeten evolueren, en kunnen eventuele gesprekken met lokale actoren<br />
opgezet worden.<br />
In het overlegcomité gemeente-OCMW werd reeds sedert meerdere jaren een protocol<br />
vastgesteld met een aantal heel concrete vormen van samenwerking tussen gemeente en<br />
OCMW om overlappingen te vermijden en een efficiëntere werking na te streven.<br />
Dit protocol is sedert 20/11/2007 als volgt vastgesteld en is van toepassing voor de ganse<br />
duur van het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong>:<br />
1. Centraal beheer van het sociale patrimonium van gemeente en OCMW door het OCMW:<br />
reglementering en toewijzing van de sociale woningen en de seniorenwoningen,<br />
administratieve organisatie (contracten, registratie, waarborgen…) en inning van de<br />
huren, in het kader van een beheersovereenkomst af te sluiten tussen gemeente en<br />
OCMW.<br />
2. De samenwerking met de technische dienst van de gemeente voor de herstellingen aan<br />
patrimonium eigendom van het OCMW wordt uitgebreid in het kader van de overheveling<br />
van het beheer van het <strong>sociaal</strong> patrimonium van het gemeentebestuur naar het OCMW in<br />
het kader van een beheersovereenkomst af te sluiten tussen gemeente en OCMW: de<br />
technische dienst treedt op als centraal contactpunt voor alle herstellingen van het<br />
patrimonium, enkel voor investeringswerken aan patrimonium van het OCMW wordt terug<br />
doorverwezen naar het OCMW voor uitbesteding van de werken.<br />
3. Voor de tewerkstelling, overeenkomstig art. 60, §7 van de Organieke wet, van mannelijke<br />
of vrouwelijke krachten wordt samengewerkt met het gemeentebestuur om deze krachten<br />
zo nuttig mogelijk in te schakelen volgens de noden die zich voordoen op dat moment.<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
84
4. De automatisatie van het OCMW blijft verder in netwerk met de gemeentelijke<br />
administratie via de installatie van het gemeentebestuur, onder verantwoordelijkheid van<br />
de ICT-verantwoordelijke van het gemeentebestuur.<br />
5. De gemeente-ontvanger cumuleert de functie van OCMW-ontvanger. Daarenboven is er<br />
een vlottere samenwerking mogelijk gezien de geringe afstand en de grotere bereikbaar-<br />
en beschikbaarheid van betrokken persoon.<br />
6. Voor de bekendmaking van de OCMW-dienstverlening naar de burger toe (verplicht<br />
ingevolge art. 60bis van de OCMW-wet) maakt het OCMW gebruik van het<br />
driemaandelijks gemeentelijk informatieblad.<br />
7. De ICT-verantwoordelijke van het gemeentebestuur is ter beschikking gesteld van het<br />
OCMW als veiligheidsconsulent in het kader van de aansluiting van het OCMW op de<br />
Kruispuntbank voor de Sociale Zekerheid.<br />
8. De ICT-verantwoordelijke zal zorgen voor de opmaak en de bijwerking van een website<br />
specifiek voor het OCMW.<br />
9. Er wordt een <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> opgemaakt door een samenwerking tussen<br />
gemeente, OCMW en eventuele lokale sociale partners.<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
85
VII. PARTICIPATIE VAN LOKALE ACTOREN<br />
Voor het vormen van een correct beeld van de huidige sociale situatie binnen de gemeente,<br />
werd voor de opmaak van huidig plan, en in het bijzonder voor de omgevingsanalyse, op<br />
diverse punten advies ingewonnen bij de lokale actoren. Deze contacten gebeurden<br />
voornamelijk informeel en/of vanuit de bestaande ontmoetingsmomenten tussen de diensten<br />
van het OCMW en de lokale actoren.<br />
Voor de opmaak van het onderdeel ‘kinderopvang’ werd regelmatig teruggekoppeld naar het<br />
Lokaal Overleg Kinderopvang, zoals dit wettelijk voorzien is. Het Lokaal Overleg<br />
Kinderopvang adviseerde het onderdeel ‘kinderopvang’ van huidig plan gunstig op 5<br />
december 2007.<br />
Inzake strategische acties was het voor de lokale besturen (OCMW en gemeente) ter<br />
gelegenheid van een eerste <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> in eerste instantie noodzakelijk om de hand<br />
in eigen boezem te steken en zich voornamelijk te concentreren op de verbetering van de<br />
eigen werking van de verschillende diensten binnen het OCMW en de gemeente. Het werd<br />
duidelijk dat op veel vlakken een efficiëntere werking en een afstemming op elkaar van de<br />
bestaande dienstverlening zich opdrong.<br />
Na goedkeuring van het <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong> door de OCMW-raad en de<br />
gemeenteraad, zal het plan integraal worden overgemaakt aan de belangrijkste lokale<br />
actoren, actief op de afgebakende beleidsterreinen. Van dan af krijgen al deze actoren de tijd<br />
om huidig plan binnen hun organisaties te bespreken en te evalueren.<br />
Alle opmerkingen en actievoorstellen vanuit de lokale actoren met betrekking tot <strong>sociaal</strong><br />
beleid zullen vervolgens door de lokale besturen worden ingewacht tegen uiterlijk december<br />
2009. In 2010 zal op basis van deze opmerkingen een tussentijdse evaluatie van huidig plan<br />
gebeuren, waarna bijsturing mogelijk is. De opmerkingen van de lokale actoren zullen, naast<br />
de onmiddellijke impact op het <strong>sociaal</strong> beleid van gemeente en OCMW, eveneens een<br />
belangrijke inspiratiebron zijn voor de uitwerking van het volgende <strong>lokaal</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong>.<br />
Lokaal <strong>sociaal</strong> <strong>beleidsplan</strong> <strong>Ardooie</strong> <strong>2008</strong>-<strong>2013</strong><br />
86