De Verleiding-definitieve versie.pdf - Lize
De Verleiding-definitieve versie.pdf - Lize
De Verleiding-definitieve versie.pdf - Lize
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
driehonderd PVV-stemmers en nog eens driehonderd overige stemgerechtigden. ‘Allemaal<br />
willen ze dat de immigratie stopt en assimilatie wordt afgedwongen.’ Bij de twintigste verjaardag<br />
van <strong>Lize</strong> is de agenda van de populistische beweging in Nederland sterk in opkomst: voortgaande<br />
immigratie is uit den boze en reeds gevestigde immigranten moeten vertrekken of zich<br />
zo snel mogelijk onzichtbaar maken.<br />
Handen nodig<br />
In de jaren vijftig van de vorige eeuw kampten belangrijke economische sectoren als de mijnbouw,<br />
metaal, scheepsbouw en textiel met een serieuze onderbezetting. In een aantal bedrijven<br />
kon de productie wel eens tot stilstand komen als niet snel ergens personeel vandaan gehaald<br />
werd. Nederlanders emigreerden op vrij grote schaal, gestimuleerd door de overheid die vreesde<br />
voor overbevolking. En de blijvers voelden niet veel meer voor zwaar werk in kwijnende branches.<br />
Als de productiebedrijven en zware industrie geen personeel konden vinden, zou de<br />
concurrentie uit het buitenland een deel van het nationale bedrijfsleven wegvagen. Alternatieven<br />
waren niet populair. <strong>De</strong> techniek maakte weliswaar een stormachtige ontwikkeling door,<br />
maar automatisering en mechanisering vereisten een ingrijpende ombouw van fabrieken en<br />
werkplaatsen. Dat kostte tijd, maar vooral ook geld. En kapitaal was tijdens de wederopbouw<br />
schaars. Kredieten waren moeilijk te krijgen en dan nog slechts tegen hoge rentes. Daar voelden<br />
ondernemers niet veel voor, want ze moesten nog maar zien of die investeringen op korte<br />
termijn tot een winst- en omzetverhoging zouden leiden.<br />
<strong>De</strong> komende jaren is de cruciale vraag: krijgen immigranten in Nederland de tijd en ruimte om<br />
zich een volwaardige maatschappelijke positie te verwerven? Of wordt de sociale en politieke<br />
druk zo opgevoerd dat het hen te heet onder de voeten wordt en een deel van hen genoodzaakt<br />
zal zijn om zich te vestigen in het land van herkomst of dat van hun ouders? Zuid-Europese<br />
arbeidsmigranten en hun nakomelingen zullen zich niet zo snel opgejaagd voelen. Hoewel de<br />
ervaring van de hiervoor geciteerde Spaanse Nederlander leert dat in het verleden behaalde<br />
resultaten geen garantie bieden voor de toekomst, gelden zij in het algemeen als voorbeeldig<br />
geïntegreerd. Maar misschien kunnen migrantengemeenschappen die nu als problematisch te<br />
boek staan - Marokkanen en in mindere mate Turken, Antillianen, asielzoekers en vluchtelingen<br />
van uiteenlopende nationaliteit - en toekomstige nieuwkomers iets hebben aan de recente ervaringen<br />
van Zuid-Europeanen.<br />
<strong>De</strong> veelal verouderde bedrijven moesten de productie in aftandse fabriekshallen dus wel gaande<br />
houden, zodat ze nog wat winst konden peuren uit het afgeschreven machinepark. Het is een<br />
<strong>De</strong> rede en het woord zijn eigenlijk geen wapens tegen populisme. Populisten stellen doelen<br />
oude economische wetmatigheid dat ondernemers een deel van hun winst investeren in uitbrei-<br />
4 (‘Nu assimileren!’) en resultaten (‘Het afgelopen jaar kwam geen enkele immigrant Nederland<br />
ding van de productie. Daardoor groeit de behoefte aan personeel nog. Het kwam goed uit dat 5<br />
binnen’) centraal. <strong>De</strong> weg ernaartoe is daaraan ondergeschikt. Een rationeel betoog, met een<br />
enkele honderdduizenden Indische Nederlanders, Molukkers en andere oud-KNIL-militairen<br />
historische aanloop en een ontrafeling van maatschappelijke en politieke verantwoordelijkheden<br />
tijdens en na de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd gedwongen naar Nederland kwamen.<br />
voor een vreedzame toekomst, is in de strijd tegen populisten als parelen voor de zwijnen. Maar<br />
het allergrootste gevaar van populisme is dat je het gaat bestrijden door de redelijkheid en<br />
rechtvaardigheid terzijde te plaatsen en je te vergrijpen aan de wapens van de tegenstander. Als<br />
je met monsters vecht, moet je oppassen er zelf geen te worden, hield de negentiende-eeuwse<br />
filosoof Friedrich Nietzsche ons al voor.<br />
Maar er waren meer handen nodig.<br />
<strong>De</strong> uitnodiging van de jarige <strong>Lize</strong> om een essay te schrijven, grijp ik graag aan om nog eens<br />
terug te blikken op de naoorlogse immigratie en de integratie die daar direct mee verbonden<br />
is. Hoe is het allemaal ook alweer begonnen? Voor een antwoord op die vraag keren we terug<br />
naar de jaren vijftig, zestig en zeventig. Waarom dringt Nederland sinds enkele decennia op het<br />
panische af aan op ‘aanpassing’ of ronduit ‘assimilatie’ van immigranten? Daar past een kort<br />
uitstapje naar de jaren tachtig en negentig. Tot slot: is het niet eerder tijd voor een moderne<br />
variant van ‘integratie met behoud van eigen identiteit’ dan voor stoere taal uit de mond van<br />
populisten die hun hand overspelen? Het antwoord op die vraag ligt verscholen in het heden<br />
en de toekomst.<br />
<strong>De</strong> Limburgse mijnen kenden een vooroorlogse traditie van arbeidsimmigratie. Polen, Slovenen<br />
en Italianen waren geen ongebruikelijke verschijningen in de zuidelijke mijnstreken. In 1930 was<br />
één op de drie Limburgse mijnwerkers een buitenlander. Tijdens de crisisjaren en bij het begin<br />
van de Tweede Wereldoorlog vlogen ze als eersten de straat op, maar eind jaren veertig zaten<br />
de kolenmijnen alweer ernstig verlegen om personeel. Buurland België had goede ervaringen<br />
met Italiaanse mijnwerkers. In 1949 sloot ook Nederland een wervingsverdrag met Italië, dat er<br />
na de oorlog als een ruïne bij lag. Het overbevolkte Nederland kampte in die jaren met ernstige<br />
woningnood. Om optimaal gebruik te kunnen maken van buitenlandse arbeidskrachten zonder<br />
schaarse woningen te hoeven aanbieden aan hun gezinnen, legden de Nederlandse en Italiaanse<br />
overheden in de wervingsovereenkomst vast dat alleen ongehuwde Italianen van negentien tot<br />
dertig jaar welkom waren. Zij werden ondergebracht in pensions en kosthuizen, zodat ze nauwelijks<br />
beslag legden op de krappe woningvoorraad.