16.09.2013 Views

De Verleiding-definitieve versie.pdf - Lize

De Verleiding-definitieve versie.pdf - Lize

De Verleiding-definitieve versie.pdf - Lize

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

vertrouwdheid en geborgenheid - dé voorwaarden voor een geslaagde socialisatie: goed leren<br />

omgaan met jezelf en met anderen. Dat lukt pas als je voldoende zelfvertrouwen hebt, als je als<br />

groep en als individu aandacht en erkenning krijgt van de buitenwereld. Inmiddels wonen de<br />

voormalige bewoners van de Poelenburg - de Spaghettiflat wordt in 2010 gesloopt - verspreid<br />

over Zaanstad en de regio, mét het zelfvertrouwen en de warme gemeenschapsbanden die ze in<br />

hun jeugd meegekregen hebben. Als we het zo bekijken, leert de geschiedenis van de Italianen<br />

ons dat immigranten hun oorspronkelijke identiteit niet moeten opgeven. Het behoud ervan zou<br />

juist wel eens een voorwaarde kunnen zijn voor succesvolle integratie.<br />

Voor Italianen heeft de verleidingstactiek uit de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw<br />

gewerkt. Dat geldt evenzeer voor de meeste arbeidsmigranten uit het voormalige Joegoslavië,<br />

voor Spanjaarden, Portugezen en Grieken in Nederland. <strong>De</strong> Kaapverdische gemeenschap klimt<br />

wat langzamer naar de nationale gemiddelde scores in het onderwijs, op de woning- en de<br />

arbeidsmarkt. Daar staat tegenover dat de pas laat naar Nederland gekomen vluchtelingen<br />

uit het voormalige Joegoslavië als uitstekend geïntegreerd te boek staan, terwijl ze tevens sterk<br />

hechten aan de cultuur en identiteit van hun gemeenschap en niemand dat als problematisch<br />

lijkt te ervaren. Al eerder zagen we dat verschijnsel bij Indische Nederlanders en Surinaamse<br />

Hindoestanen en zelfs bij de Molukse gemeenschap, die in de jaren zeventig nog op voet van<br />

oorlog stond met de Nederlandse samenleving. Ook honderdduizenden Turken en Marokkanen<br />

hebben zich de afgelopen decennia laten verleiden tot participatie, hoe minimaal soms<br />

ook. Als we al die voorbeelden van geslaagde integratie van immigranten ook onder de term<br />

‘allochtonen’ scharen, is plotseling de vraag gerechtvaardigd: waarom zouden we de Turken<br />

en Marokkanen, asielzoekers en vluchtelingen van uiteenlopende nationaliteiten die hier nog<br />

niet of nog niet helemaal hun draai gevonden hebben niet blijven verleiden om geleidelijk aan<br />

een volwaardige plaats te vinden in de welvarende democratische rechtsstaat die Nederland is?<br />

Er is weinig mis met selectieve immigratie of met het stellen van beperkende voorwaarden aan<br />

nieuwkomers in het algemeen en aan importbruiden en -bruidegommen in het bijzonder. <strong>De</strong><br />

meeste Europese samenlevingen, Nederland niet uitgezonderd, zijn gebaat bij een vermindering<br />

van de instroom van immigranten, al is het alleen al om tot rust en op adem te komen. Maar<br />

een volledige immigratiestop is een illusie voor een open samenleving die economisch drijft op<br />

in- en export van goederen en diensten en die het politiek moet hebben van het onderhouden<br />

van diplomatieke banden met vrijwel alle landen ter wereld. Politici die de kiezers een immigratiestop<br />

als optie voorspiegelen, bedrijven ronduit demagogie. Die energie kan beter geïnvesteerd<br />

worden in het ontwerpen van een systeem dat inzichtelijk maakt wie onder welke voorwaarden<br />

toegang krijgt tot de EU in het algemeen of Nederland in het bijzonder.<br />

Het algemene beeld is dat de kinderen en kleinkinderen van de eerste generatie Zuid-Europese<br />

arbeidsmigranten inmiddels op de belangrijkste sociaal-economische indicatoren aanzienlijk<br />

beter presteren dan hun ouders en de autochtone bevolking dicht benaderen. Dat geldt ook<br />

voor veel Turken, Marokkanen en andere immigranten met een veel grotere culturele, religieuze<br />

en sociale afstand tot Nederland dan de Zuid-Europeanen. Dat is een opmerkelijk goede score<br />

in een tijdsbestek van enkele decennia. En het is op de typisch Nederlandse manier gegaan:<br />

geleidelijk, door veel te gedogen en door conflicten uit de weg te gaan. Nederland heeft, anders<br />

dan de meeste andere naoorlogse immigratielanden in Europa, nauwelijks ‘rassenrellen’ of<br />

gewelddadige confrontaties tussen bevolkingsgroepen gekend, afgezien van de Molukse acties<br />

in de jaren zeventig. Er waren wel botsingen, zoals de eerder genoemde rellen in Twente in de<br />

jaren zestig, het belagen van Turkse pensionbewoners in 1972 in de Rotterdamse Afrikaanderwijk<br />

of gevechten tussen de politie en Marokkaanse jongeren in Amsterdam en Utrecht,<br />

maar die tegenstellingen werden steevast vlot weggemasseerd. Eigenlijk is de integratie van<br />

immigranten in Nederland goeddeels gelukt, concludeerde de commissie-Blok begin 2004 na<br />

een grondig parlementair onderzoek dan ook. Maar niemand wilde dat verhaal nog horen.<br />

Het minderhedenbeleid was mislukt, zo luidde het in beton gegoten oordeel, ‘buitenlanders’<br />

moesten assimileren of oprotten. Maar de feiten en de geschiedenis bieden veel meer reden tot<br />

hoop dan tot wanhoop.<br />

24 25<br />

Rooskleurig beeld<br />

Natuurlijk moeten immigranten de taal leren van het land waar ze zich permanent hebben gevestigd<br />

of waar ze willen gaan wonen. Maar de geschiedenis wijst bepaald niet uit dat arbeidsmigranten<br />

onwillig waren om de Nederlandse taal te leren. Het was vooral een kwestie van gebrek<br />

aan tijd, omdat ze lange dagen maakten, en gebrek aan mogelijkheden, omdat de werkgevers en<br />

de overheid onvoldoende faciliteiten boden. Bied immigranten - zowel nieuwkomers als de arbeidsmigranten<br />

van de eerste generatie - op ruime schaal moderne, geavanceerde faciliteiten om onder<br />

deskundige begeleiding snel en correct Nederlands te leren, in plaats van ze te betichten van onwil.<br />

Waarom zouden allochtonen zo sterk op ons moeten lijken? Omdat we als de dood zijn voor de<br />

islam en voor criminele jongeren? We zijn angstig geworden, ongedurig ook en daardoor vaak<br />

onbeleefd of zelfs ronduit grof. We laten het relatief rooskleurige beeld van een grotendeels<br />

geslaagde integratie veel te makkelijk vertroebelen door onbezonnen daden van maatschappelijk<br />

ontspoorde of religieus geradicaliseerde jongeren. Zij vormen een serieus probleem, maar we<br />

hebben in Nederland het strafrecht om wetsovertreders aan te pakken en dat strafrecht moet<br />

onverkort gelden voor immigranten. Zijn we er nu echt bang voor dat ‘de’ moslims ‘ons’ straks

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!