17.09.2013 Views

Elsenerbeek - Landinrichting Rijssen

Elsenerbeek - Landinrichting Rijssen

Elsenerbeek - Landinrichting Rijssen

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Landinrichting</strong> <strong>Rijssen</strong><br />

Inrichtingsplan<br />

<strong>Elsenerbeek</strong>


<strong>Landinrichting</strong><br />

<strong>Rijssen</strong><br />

Inrichtingsplan <strong>Elsenerbeek</strong><br />

(met bijzondere aandacht voor de verbeelding)<br />

Werkgroep <strong>Elsenerbeek</strong><br />

Februari 2005


4<br />

6<br />

6<br />

7<br />

7<br />

7<br />

7<br />

9<br />

9<br />

9<br />

9<br />

12<br />

12<br />

12<br />

13<br />

14<br />

16<br />

16<br />

16<br />

16<br />

17<br />

19<br />

19<br />

20<br />

24<br />

25<br />

26<br />

27<br />

29<br />

29<br />

31<br />

32<br />

33<br />

34<br />

40<br />

44<br />

Inhoud<br />

Inleiding<br />

1 Gebiedsbeschrijving<br />

1.1 Geologie en bodem<br />

1.2 Water<br />

1.2.1 Grondwater<br />

1.2.2 Oppervlaktewater<br />

1.3 Landschap<br />

2 Uitgangspunten <strong>Elsenerbeek</strong><br />

2.1 Inleiding<br />

2.2 Uitgangspunten voor de inrichting<br />

2.2.1 Natuur<br />

2.2.2 Landschap<br />

2.2.3 Water<br />

2.2.4 Recreatie<br />

2.2.5 Wonen<br />

3 Hydraulisch ontwerp<br />

4 Inrichting <strong>Elsenerbeek</strong><br />

4.1 Visie<br />

4.2 Verbeelding van de <strong>Elsenerbeek</strong><br />

4.3 Inrichtingsvoorstel<br />

4.3.1 Zuidelijk gelegen natuurgebieden<br />

4.3.2 Traject Spoorlijn-Holterstraatweg<br />

4.3.3 Groene knoop<br />

4.3.4 Holterstraatweg-Ligtenbergerdijk<br />

4.3.5 Recreatieve knoop<br />

4.3.6 Ligtenbergerdijk-Schoneveldsdijk<br />

4.3.7 Grensknoop<br />

4.3.8 Schoneveldsdijk-Regge<br />

4.3.9 Aanhechting<br />

4.4 Recreatie<br />

5 Eigendom, beheer en onderhoud<br />

6 Raming van de kosten<br />

Bijlage 1 Samenstelling werkgroep<br />

Bijlage 2 Hydraulisch ontwerp<br />

Bijlage 3 Vlechtheggen<br />

Bijlage 4 Literatuurlijst


Inleiding<br />

<strong>Elsenerbeek</strong> onderdeel van landinrichting<br />

<strong>Rijssen</strong><br />

De aanleg van de ecologische verbindingszone de<br />

<strong>Elsenerbeek</strong> is een onderdeel van de landinrichting<br />

<strong>Rijssen</strong>. De landinrichting <strong>Rijssen</strong> ligt in de<br />

gemeenten Wierden, <strong>Rijssen</strong>-Holten en<br />

Hellendoorn en heeft een oppervlakte van ca.<br />

3800 ha. Het landinrichtingsplan <strong>Rijssen</strong> is op 9<br />

december 1999 vastgesteld. Het landinrichtingsplan<br />

wordt in modules uitgevoerd. De<br />

<strong>Elsenerbeek</strong> maakt deel uit van de 2e en 3e<br />

module. De 2e module is gestart in 2003, de 3e in<br />

2004. De modules dienen binnen 4 jaar uitgevoerd<br />

te zijn.<br />

<strong>Elsenerbeek</strong> als ecologische verbindingszone.<br />

De <strong>Elsenerbeek</strong> als ecologische verbindingszone<br />

verbindt de zuidelijk gelegen (bestaande en nieuwe)<br />

natuurgebieden met de noordelijke natuurgebieden.<br />

De zuidelijke natuurgebieden zijn het<br />

Elsenerveld/-veen en het nog te realiseren<br />

Middelveen /Overtoom. Recent is een ecoduct<br />

over de A1 aangelegd die deze natuurgebieden<br />

met elkaar verbindt. De meer noordelijk gelegen<br />

natuurgebieden zijn de nog te realiseren Zunasche<br />

heide, de natuurgebieden in en nabij het Reggedal,<br />

het Notterveld en het Wierdensche Veld.<br />

De breedte van de <strong>Elsenerbeek</strong> varieert tussen 50<br />

en 100m. Bepalend voor deze breedte zijn enerzijds<br />

de ecologische criteria en anderzijds de<br />

beschikbare ruimte tussen de bebouwing en de<br />

plattelandswegen Akkerdijk en Maisweg.<br />

4 Inrichtingsplan <strong>Elsenerbeek</strong><br />

In het landinrichtingsplan <strong>Rijssen</strong> is de ecologische<br />

verbindingszone opgenomen in de vorm van een<br />

vochtige zone met een vrij meanderende, natuur-<br />

lijk ingerichte waterloop. Het gebied dat afwatert<br />

op de <strong>Elsenerbeek</strong> wordt grotendeels gevoed door<br />

kwelwater. Dit betekent dat de nieuwe beek het<br />

gehele jaar water af zal voeren. Tevens is in het<br />

plan opgenomen dat het landelijk en stedelijk<br />

water in het kader van deze verbindingszone<br />

wordt gescheiden. Hiervoor zullen aan- en afkop-<br />

pelingen worden gerealiseerd. Het stedelijk water<br />

zal worden afgevoerd door de Maatgraven.<br />

Samenhang <strong>Elsenerbeek</strong> met nieuwbouwwijk<br />

Het tracé van de <strong>Elsenerbeek</strong> ligt in de laagst<br />

gelegen delen. In het zuidelijke deel liggen deze<br />

aansluitend aan de bebouwing van de westkant<br />

van <strong>Rijssen</strong>. Deze bebouwing betreft de nieuwbouwwijk<br />

De Veeneslagen en het bedrijventerrein<br />

Plaagslagen. Bij de woonwijk (in aanbouw)<br />

Veeneslagen en het bedrijventerrein Plaagslagen<br />

worden de <strong>Elsenerbeek</strong> en het wijkgroen geïntegreerd<br />

in een planconcept, waardoor één geheel<br />

ontstaat. In figuur 1 is de ligging schematisch<br />

weergegeven. Deze figuur geeft de landschappelijke<br />

en ecologische context van de <strong>Elsenerbeek</strong><br />

weer als knooppunt tussen het Reggesysteem en<br />

het stuwwallensysteem.


Figuur 1: landschappelijke en ecologische context van de<br />

<strong>Elsenerbeek</strong>, een knooppunt tussen het Reggesysteem en het<br />

stuwwallensysteem.<br />

Aandacht voor vormgeving<br />

In het inrichtingsplan is op een bijzondere wijze<br />

aandacht geschonken aan de vormgeving van de<br />

verbindingszone. Een tweetal kunstenaars (J. van<br />

Westen en J. van Hezewijk) en een architectenbureau<br />

(Bureau Ale Hosper) hebben in nauwe<br />

samenwerking met de vertegenwoordigende partijen<br />

in de werkgroep hiervoor ideeën en alternatieven<br />

ontwikkeld. De werkgroep heeft hieruit vervolgens<br />

keuzes gemaakt. Dit vormgevingsaspect is<br />

een eerste uitwerking van het project “de<br />

Verbeelding van de Regge”, een project dat ideeen<br />

aandraagt voor het vergroten van de zeggingskracht<br />

van het gehele Reggesysteem.<br />

De <strong>Elsenerbeek</strong> heeft gediend als een pilot voor<br />

dit project dat naar verwachting in 2004 verder<br />

uitgewerkt gaat worden.<br />

Opdracht: maken inrichtingsplan<br />

De landinrichtingscommissie heeft besloten de<br />

<strong>Elsenerbeek</strong> in 2004/2005 te willen aanleggen.<br />

Gezien bovenstaande problematiek is het noodzakelijk<br />

de verbindingszone <strong>Elsenerbeek</strong> uit te werken<br />

tot een inrichtingsplan voordat er een bestek<br />

gemaakt kan worden. Daarvoor is een werkgroep<br />

ingesteld om zo’n inrichtingsplan te maken.<br />

De samenstelling van de werkgroep staat vermeld<br />

in bijlage 1.<br />

Communicatie en verdere voortgang<br />

Dit inrichtingsplan is in april 2004 met de aanwonenden<br />

en grondeigenaren besproken in een<br />

voorlichtingsavond. Ook is er een inloopavond<br />

geweest voor belangstellenden. De werkgroep<br />

heeft de reacties gewogen en zo mogelijk ingepast<br />

in het inrichtingsplan. In september 2004<br />

heeft de werkgroep het inrichtingsplan afgerond<br />

en aangeboden aan de landinrichtingscommissie.<br />

In de tweede helft van 2004 wordt begonnen met<br />

de besteksvoorbereiding, waarna de uitvoering<br />

vervolgens in 2005 kan starten.<br />

Inhoud rapport<br />

In hoofdstuk 1 is een gebiedsbeschrijving gegeven.<br />

Hoofdstuk 2 bevat de uitgangspunten.<br />

Hoofdstuk 3 beschrijft de hydraulische berekening<br />

van de beek. In hoofdstuk 4 is de inrichting van de<br />

verbindingszone beschreven. Hoofdstuk 5 geeft<br />

informatie over het beheer van de beek en<br />

natuurzone. Tot slot wordt in hoofdstuk 6 een<br />

raming van de kosten gegeven.<br />

Figuur 2: De zogenaamde “eieren van het Reggesysteem” met de <strong>Elsenerbeek</strong> als koekoeksei<br />

5 Dienst Landelijk Gebied


1<br />

Gebiedsbeschrijving<br />

Figuur 3: Vereenvoudigde bodemkaart<br />

1.1 Geologie en bodem<br />

Het plangebied is gelegen tussen de stuwwallen<br />

van Holten-Nijverdal en <strong>Rijssen</strong>. Deze stuwwallen<br />

zijn tijdens de ijstijd door het landijs opgestuwd<br />

en bestaan uit grindhoudende, grove zanden.<br />

Tijdens het afsmelten van het ijs spoelden grote<br />

hoeveelheden smeltwater langs de hellingen van<br />

de stuwwallen naar beneden. Hierbij is zand afgezet<br />

aan de voet van de helling in de vorm van<br />

brede waaiers.<br />

In de laatste ijstijd vonden op grote schaal zandverstuivingen<br />

plaats, waarbij grote zandvlakten<br />

met verspreide zandruggen zijn gevormd.<br />

Hierna verbeterde het klimaat en is een gesloten<br />

vegetatiedek ontstaan.<br />

6 Inrichtingsplan <strong>Elsenerbeek</strong><br />

In de lagere delen heeft zich veen gevormd, o.a.<br />

Zunasche Heide, Overtoom, Middelveen en<br />

Veenegge.<br />

Langs de Regge verlanden sommige geulen en<br />

meanders met broekveen en bosveen. Op de<br />

meeste plekken langs de Regge vond vanwege<br />

regelmatige overstromingen geen veenvorming<br />

plaats, maar verspoelde het aanwezige dekzand<br />

enigszins en zette zich kleiig materiaal af.<br />

Tussen de Holterberg en <strong>Rijssen</strong> komen verschillende<br />

opeenvolgende bodemtypen voor. Tegen de<br />

Holterberg aan liggen de laarpodzolen (cHn), de<br />

veldpodzolen (Hn) en de gooreerdgronden (tZn).<br />

De podzolen zijn zandgronden waarbij een<br />

inspoelingslaag voorkomt wat wijst op een infiltrering<br />

van water. Eerdgronden hebben een<br />

humeuze bovenlaag die duidt op minder uitspoeling<br />

van voedingsstoffen dan bij de podzolgronden.<br />

De neerwaartse waterstroom is dan ook<br />

minder groot. De podzol- en eerdgronden zijn<br />

relatief hoger gelegen en hebben lagere grondwaterstanden.<br />

Tussen Kedingen en de Akkerdijk<br />

komt een grindwaaier voor in de bovengrond.<br />

Tegen <strong>Rijssen</strong> aan liggen moerige gronden (W) en<br />

veengronden (V). Deze gronden liggen op het<br />

laagste punt tussen de Holterberg en de <strong>Rijssen</strong>erberg<br />

en hebben hogere grondwaterstanden.<br />

Deze gronden waren het moeilijkst te ontginnen en<br />

zijn niet afgegraven voor veen- of turfontginning.<br />

Bij deze gronden is een opwaartse waterstroom<br />

aanwezig (kwel).<br />

Tussen de hogere zandgebieden en de lage veengronden<br />

liggen vlakvaaggronden (Zn). Op deze<br />

gronden bevond zich van nature een veen- op<br />

moerige bovengrond. Deze toplaag is echter verwijderd<br />

door veen- of turfontginning. De<br />

Pleistocene ondergrond die bestaat uit dekzand<br />

ligt nu aan de oppervlakte. Door de ontginning<br />

ligt het maaiveld lager dan de naastgelegen zandgronden.<br />

De grondwaterstand is hierdoor hoger<br />

komen te liggen en hier komt ook kwelwater voor.


Bij de Regge liggen beekeerd- (tZg en cZg) en<br />

gooreerdgronden (tZn). De beekeerdgronden zijn<br />

ontstaan door afzettingen wanneer de Regge bui-<br />

ten zijn oevers trad. Evenwijdig aan de weg tus-<br />

sen Nijverdal en <strong>Rijssen</strong> omsluiten beekeerdgron-<br />

den en gooreerdgronden en kronkelig restant<br />

veengrond. Dit kan een oude loop van een veen-<br />

beek voorstellen. Met de <strong>Elsenerbeek</strong> kan een<br />

deel van deze oude loop hersteld worden.<br />

1.2 Water<br />

1.2.1 Grondwater<br />

Door de stuwwal Holten-Nijverdal en de stuwwal<br />

ten zuiden van <strong>Rijssen</strong> is de grondwaterstroming<br />

naar het noordoosten en noorden georiënteerd.<br />

De huidige diepe ontwatering trekt het kwelwater naar de<br />

sloten<br />

In de gebieden Zunasche Heide, Lichtenbergerveld,<br />

de Veeneslagen en Overtoom/Middelveen kwelt<br />

het water, dat op de omringende hoger gelegen<br />

delen geïnfiltreerd is, weer op.<br />

Door de drinkwaterwinningen Holten en Nijverdal<br />

wordt het kwelwater vroegtijdig afgevangen.<br />

Hoge grondwaterstanden komen van nature voor<br />

in de vlakkere kwel- en overgangsgebieden<br />

(Middelveen/Overtoom, Plaagslagen en Zunasche<br />

Heide). Ook in het beekdal van de Regge komen<br />

hoge grondwaterstanden voor. Mede als gevolg<br />

van de normalisatiewerken in de jaren 70 en<br />

andere aanpassingswerken zijn de grondwaterstanden<br />

de laatste decennia sterk gedaald. Door<br />

sloten en waterlopen komt het kwelwater niet<br />

meer in het maaiveld, maar wordt direct afgevoerd.<br />

1.2.2 Oppervlaktewater<br />

Het gebied watert onder vrij verval af op de<br />

Midden Regge. De kwelgebieden hebben een<br />

dicht waterlopenstelsel. Het zuidelijke deel watert<br />

af via de Maatgraven (waterloop 2-7) naar de<br />

Midden Regge. De noordelijker gelegen gronden,<br />

tussen de Holterberg en <strong>Rijssen</strong>, wateren via<br />

waterloop 2-8 af naar de Midden Regge.<br />

Het noordwestelijke deel van het plangebied<br />

watert af via de Paalsleiding (waterloop 2-0-2).<br />

In het beekdal van de Regge wateren diverse<br />

gronden via een aantal waterlopen rechtstreeks<br />

af op de Midden Regge.<br />

In de nieuwe woonwijken en bedrijventerreinen<br />

van <strong>Rijssen</strong> (Veeneslagen en Plaagslagen) komen<br />

diverse waterpartijen en vijvers voor. Deze vijvers<br />

hebben een waterbergende functie en zijn zodanig<br />

ontworpen dat het gebiedseigen water van het<br />

ste-delijk gebied tijdelijk wordt geborgen waarna<br />

het via waterlopen wordt afgevoerd naar de<br />

Maatgraven.<br />

Nabij de woonwijk Braakmanslanden bevinden zich<br />

3 riooloverstorten, waarvan 2 aan de Keizersdijk en<br />

1 ten zuiden van de spoorlijn (Smitjesdijk/<br />

Nieuwenhuisstraat).<br />

De gemeente <strong>Rijssen</strong>-Holten heeft plannen om<br />

ten zuiden van de spoorlijn een bergbezinkbassin<br />

of bergbezinkleiding aan te leggen, waarna het<br />

water via een aan te leggen rietveld wordt<br />

geloosd op de Maatgraven (lit. 2)<br />

1.3 Gebiedsbeschrijving<br />

De eerste bewoning in het gebied is ontstaan op<br />

de hooggelegen zandgronden; op de flank van de<br />

Holterberg en op de stuwwal van <strong>Rijssen</strong>. Vlakbij<br />

de boerderijen zijn door eeuwenlange potstalbemesting<br />

hooggelegen landbouwgronden ontstaan;<br />

de esgronden. De verder van het bedrijf<br />

gelegen gronden waren veelal nog niet ontgonnen<br />

en waren begroeid met bos en heide of<br />

vormden een moeras of hoogveen. In de twintigste<br />

eeuw is veel woeste grond ontgonnen en als<br />

landbouwgrond in cultuur genomen. Op deze jonge<br />

ontginningen was nu een bestaan mogelijk en er<br />

vestigde zich een aantal boeren. Aan de hand van<br />

de ontstaansgeschiedenis, bodemopbouw en de<br />

aanwezige verschijningsvorm en gebruik van het<br />

landschap is het gebied van de <strong>Elsenerbeek</strong> in<br />

verschillende landschapseenheden op te delen.<br />

Verrassende openheid van het Ligtenbergerveld<br />

7 Dienst Landelijk Gebied


Figuur 4: Gebiedseenheden bron: Topografische dienst<br />

Jonge veentontginningen<br />

Deze gebieden zijn de laatst in gebruik genomen<br />

gronden en bevinden zich op de laagste plekken<br />

van de <strong>Rijssen</strong>ervallei die bestaat uit een grote<br />

dekzandvlakte. Zonder de huidige ontwatering<br />

fungeerde de vallei als een grote afgesloten bad-<br />

kuip waar veenontwikkeling in plaatsvond.<br />

De verschillende stadia van ontginning hebben<br />

gezorgd voor differentiatie in kleinere gebieds-<br />

eenheden. De vroegste ontginningen hadden een<br />

individueel karakter en waren kleinschalig.<br />

Ze kenmerken zich door lange smalle percelen met<br />

veel sloten en elzensingels als perceelsscheiding.<br />

De eerste ontginningen zijn begonnen vanaf de<br />

hogere en drogere randen waar al bewoning<br />

plaatsvonden. Tot dit type horen de volgende<br />

gebieden; Ligtenbergerveld, Zunasche Heide,<br />

Middelveen en een deel van Overtoom.<br />

De meer georganiseerde ontginningsmethodes<br />

zijn veel grootschalig opgepakt en hebben een<br />

rationeel en open karakter met grote blokken ver-<br />

kaveling en weinig beplanting. Deze grootschali-<br />

gere ontginning en verkaveling is te vinden in de<br />

Norkerij, grote delen van de Overtoom en bij de<br />

toekomstige benedenloop van de <strong>Elsenerbeek</strong>.<br />

Ondanks de verschillen in verschijningsvorm zijn<br />

de overeenkomsten zijn duidelijk.<br />

8 Inrichtingsplan <strong>Elsenerbeek</strong><br />

Het zijn allen relatief lege gebieden met bebou-<br />

wing op de rand van de hogere gronden. De<br />

gronden zijn vochtig en hebben (van oorsprong)<br />

kwelwater in de percelen. De wegen hebben<br />

namen als Blokkendijk en Ligtenbergerdijk die de<br />

vroegere natte omstandigheden aangeven.<br />

In de huidige tijd zijn de verschillen aan het ver-<br />

vagen en krijgen gebieden een nieuwe functie. In<br />

het Ligtenbergerveld heeft de gangbare land-<br />

bouw plaatsgemaakt voor kleine “hobbyboeren”.<br />

Dit geeft een levendig beeld, maar zorgt soms<br />

ook voor wat verrommeling door de aanleg van<br />

vele kleine schuren. Ook de Zunasche Heide is<br />

niet meer geschikt voor landbouw op wereld-<br />

marktniveau en krijgt natuur als nieuwe functie.<br />

De gebieden Overtoom en Middelveen voldoen<br />

goed voor de landbouw en hebben enkele grote<br />

bedrijven. Toch is er door de aanwezige natuur-<br />

kansen voor gekozen om een deel van de gron-<br />

den om te vormen naar natuur.<br />

Uitloper stuwwal<br />

Het gebied “De Leiding” ligt op de uitloper van<br />

een lage smeltwaterheuvel en heeft daardoor een<br />

duidelijk ander karakter dan de omliggende gron-<br />

den. Het opvallendst is dat de dekzand hier aan<br />

de oppervlakte komt en dat de heuvel ongeveer 2<br />

meter boven de omgeving uitsteekt. Naast zand<br />

komt ook grind uit een aanwezige puinwaaier in<br />

maaiveld voor. De meeste wegen worden bege-<br />

leid met laanbeplanting; Akkerdijk, Telgendijk,<br />

Kedingen. In het gebied zijn meerdere steilranden<br />

aanwezig. De boerderijen die voorkomen zijn<br />

groot en aan de doorgaande wegen gelegen. Het<br />

gebied heeft een relatief besloten karakter en<br />

hoort qua uiterlijk nog bij de stuwwal.<br />

Essen en kampengebieden langs de Regge<br />

Binnen de invloedssfeer van de Regge ligt een<br />

gebied dat duidelijk verschilt van de jonge veen-<br />

ontginningen. De vlakke percelen en rechte<br />

wegen maken plaats voor kleine kopjes met kron-<br />

kelige vormen en bijbehorende wegen. De hoge-<br />

re gronden op de oeverwal zijn als eerste ontgon-<br />

nen waardoor dikke esdekken zijn ontstaan. Alles<br />

is gerelateerd aan de Regge en richt zich daar<br />

ook naar. De hoevenzwermen Zuna en Notter lig-<br />

gen op essencomplexen aan beide zijden van de<br />

Regge. Daarnaast komen kleinere eenmansessen,<br />

de kampen, verspreidt in het gebied voor op klei-<br />

ne kopjes en liggen de hooilanden op de lage<br />

gronden die vroeger regelmatig overstroomden.<br />

De <strong>Elsenerbeek</strong> mondt straks uit bij een kopje<br />

midden in de hooilanden.


2 Uitgangspunten <strong>Elsenerbeek</strong><br />

2.1 Inleiding<br />

In de landinrichting <strong>Rijssen</strong> zal nieuwe natuur<br />

gerea-liseerd worden in Overtoom-Middelveen,<br />

Zunasche heide en Zunasche hooilanden, over-<br />

eenkomstig het Natuurgebiedsplan en het<br />

<strong>Landinrichting</strong>splan. In het landinrichtingsgebied<br />

is een ecologische verbindingszone opgenomen,<br />

die de grotere bestaande en nieuwe natuurgebie-<br />

den via de laagste gebiedsdelen verbindt.<br />

De nieuwe natuurgebieden Zunasche heide en<br />

Overtoom-Middelveen liggen op de overgang van<br />

hogere gronden (stuwwallen) met uitgestrekte<br />

bestaande natuur naar lage gebieden zonder veel<br />

actuele natuurwaarden. Ze zijn reeds met elkaar<br />

verbonden via de bestaande “droge” natuur.<br />

bron: Topografische dienst<br />

Figuur 5: Nieuwe natuur- en beheersgebieden<br />

Door middel van de geprojecteerde landschappe-<br />

lijke zone kunnen ook de lagere, vochtig tot natte<br />

delen ecologisch met elkaar en met de Zunasche<br />

hooilanden (en natuur langs de Regge) worden<br />

verbonden.<br />

In de ontwerpfase is overeengekomen om de ecologische<br />

zone in te richten als beekdalletje.<br />

Oorspronkelijk was het, door stuwwallen omgeven<br />

bekken met veen bedekt en was van een beekdal<br />

geen sprake. Na ontginning zijn in de zandondergrond<br />

wel natuurlijke laagten aanwezig, die tot<br />

beekdal-systeem ontwikkeld zouden kunnen worden.<br />

Overtoom-Middelveen en Zunasche heide zijn<br />

dan te beschouwen als “oorsprong-bovenloopgebied”,<br />

het centrale deel van de laagte als “middenloop”<br />

(met kwel) en de monding in de Regge (Zunasche<br />

hooilanden) als “benedenloop”. De nieuwe<br />

beek heeft de naam “<strong>Elsenerbeek</strong>” gekregen,<br />

genoemd naar het zuidelijk gelegen oorspronggebied<br />

Elsenerveld.<br />

2.2 Uitgangspunten voor de inrichting<br />

2.2.1 Natuur<br />

De <strong>Elsenerbeek</strong> is door provincie aangewezen als<br />

regionale/locale ecologische verbindingszone tussen<br />

Zunasche heide en Overtoom-Middelveen.<br />

Mogelijke doelsoorten zijn: Poelkikker, Heikikker,<br />

Ringslang, Waterspitsmuis, Heideblauwtje,<br />

Kommavlinder. Voor deze soorten zou een nat<br />

kralensnoer langs (bestaande) sloten met schrale<br />

graslandjes en struweel voldoen.<br />

Als ecologische verbinding tussen de (laagste delen<br />

van) nieuwe natuurgebieden, vormt de <strong>Elsenerbeek</strong><br />

een verbinding tussen (te ontwikkelen) ecosysteemtypen<br />

“grasland”, “grasland met klein water” en<br />

“struweel en zoom met klein water”. Als de verbindingszone<br />

ook een eigen waarde krijgt als<br />

beekdal, hebben we bovendien te maken met het<br />

ecosysteemtype “beken en beekdalbos”. In ruimer<br />

verband kan de Elsener-beek ook een belangrijke<br />

schakel worden in een ecologische verbinding<br />

tussen de natte heide- en veengebieden in het<br />

9 Dienst Landelijk Gebied


Nu nog watergang in landbouwgebied, straks <strong>Elsenerbeek</strong> in natuurgebied Middelveen /Overtoom<br />

Elsenerveld en het Wierdense veld (via kleinere<br />

heidegebieden bij Notter). In dat geval hebben<br />

we ook te maken met het ecosysteemtype “natte<br />

heide en ven”.<br />

Voor de ecologische verbinding van elk van deze<br />

ecosysteemtypen zijn door Alterra (Handboek<br />

robuuste verbindingen) “ecoprofielen” geformu-<br />

leerd. Dat zijn eisen, die door verschillende groe-<br />

pen soorten worden gesteld aan de inrichting van<br />

verbindingszones. Elk ecoprofiel heeft de naam<br />

van een (voor een bepaalde groep) kenmerkende<br />

soort, maar staat voor de eisen van meerdere<br />

soorten. De naamgevende soort hoeft dus niet<br />

persé in het gebied voor te komen. In tabel 2.1<br />

zijn per ecosysteemtype een aantal profielen ver-<br />

meld, met de bijbehorende eisen.<br />

De verspreidingscorridor bestaat veelal uit dezelf-<br />

de (structuur-) elementen als het ecosysteemtype.<br />

Volgens de tabel is deze voor alle genoemde eco-<br />

profielen nodig (er kan niet met alleen stapstenen<br />

worden volstaan). De <strong>Elsenerbeek</strong>zone heeft een<br />

breedte van minimaal 40 meter en kan dus in<br />

ieder geval niet voldoen voor de beide salaman-<br />

dersoorten, de adder en moeilijk verspreidende<br />

planten. Voor de andere ecoprofielen is de corri-<br />

dorbreedte weliswaar 25 meter, maar is het moei-<br />

lijk om 25 meter struweel, 25 meter grasland met<br />

klein water en 25 meter heide met ven te combi-<br />

neren binnen de (minimaal) 40 meter van de<br />

<strong>Elsenerbeek</strong>.<br />

10 Inrichtingsplan <strong>Elsenerbeek</strong>


Tabel 2.1 Eisen die ecoprofielen stellen behorende bij bepaalde ecosysteemtypen<br />

Ecosysteemtype Ecoprofiel Minimum<br />

Corridorbreedte<br />

Grasland en Grasland<br />

met klein water<br />

Struweel en zoom(en)<br />

met klein water<br />

Minimum opp.<br />

sleutelgebied<br />

Maximum afst.<br />

sleutelgeb.<br />

Stapsteen<br />

(meter) (hectare) (meter) (hectare)<br />

Bruine vuurvlinder 25 50 2000 5.5<br />

Bittervoorn 10 - - -<br />

Kleine modderkruiper 25 - - -<br />

Kamsalamander 70 5 500 -<br />

Poelkikker 25 5 2000 5,5<br />

Bruine eikenpage 25 50 2000 5,5<br />

Dwergmuis 25 5 2000 1<br />

Ringslang 25 300 11000 30<br />

Boomkikker 25 50 2000 5,5<br />

Beken en beekdalbos Bermpje 10 - - -<br />

Gr. weerschijnvlinder 25 50 2000 5,5<br />

Waterspitsmuis 25 5 2000 1<br />

Natte heide met vennen Adder 500 300 2000 -<br />

Heideblauwtje 25 5 2000 1<br />

Heikikker 25 50 2000 5.5<br />

Vinpootsalamander 70 5 500 -<br />

Alle ecosysteemtypen Slecht verspr. Planten 100 5 500 -<br />

Sleutelgebieden zijn een soort grote stapstenen in<br />

een zone, waarin wel voortplanting kan plaatsvinden,<br />

maar die nog geen optimaal leefgebied zijn.<br />

De nieuwe natuurgebieden Zunasche heide en<br />

Overtoom-Middelveen zijn (eenmaal gerealiseerd)<br />

elk ca 150 ha groot en liggen op een afstand van<br />

ruim 2000 meter van elkaar verwijderd. De<br />

omvang voldoet om deze gebieden als sleutelgebied<br />

te laten functioneren, de afstand is wellicht<br />

een probleem. Zeker als tussen deze potentiële<br />

sleutelgebieden alleen een corridor ligt en er<br />

maar beperkt ruimte voor stapstenen is.<br />

Keuzes en daaruit volgende eisen aan de<br />

inrichting.<br />

Het is niet mogelijk om binnen de gegeven afmetingen<br />

van de <strong>Elsenerbeek</strong> de zone te laten functioneren<br />

als ecologische verbinding voor alle ecosysteemtypen.<br />

Zowel de afstand tussen de sleutelgebieden,<br />

als de afwezigheid van stapstenen daartussen<br />

en de beperkte breedte van de corridor zijn<br />

onvoldoende.<br />

Het ligt voor de hand te kiezen voor een beperking<br />

tot de ecosysteemtypen die vrijwel zeker in<br />

de nieuwe natuurgebieden aanwezig zullen zijn:<br />

‘grasland met klein water’, ‘struweel en zoom met<br />

klein water’ en ‘beek en beekdalbos’. Deze zijn<br />

goed te combineren binnen een corridorbreedte<br />

van 50 meter. Bij verweving van deze drie typen<br />

kan de corridorbreedte minder zijn dan de som<br />

van deze drie afzonderlijk (minder dan 3x25 m).<br />

Bovendien kunnen ze elkaar versterken zodat de<br />

kwaliteit van de corridor het gemis aan stapstenen<br />

ondervangt. Aangenomen wordt dat de nieuwe<br />

beek het gehele jaar watervoerend zal zijn.<br />

De ingrediënten voor de inrichting van de<br />

<strong>Elsenerbeek</strong> zijn dus: grasland (schraal en/of<br />

bloemrijk), struweel- en zoomvegetatie, klein<br />

water (poelen) en beekloop met beekdalbos.<br />

De meeste ingredienten vergen een doorgaand<br />

karakter (niet onderbroken zijn; behalve bij passeren<br />

barrières); ze zijn elkaars complement.<br />

Het ene moment de ene breed en de andere smal<br />

en dan weer andersom. Zo af en toe beide versmald<br />

ten behoeve van een poel, die niet in verbinding<br />

mag staan met de beekloop.<br />

Kunstwerken en doelsoorten<br />

Doelsoorten waarvoor bij kunstwerken rekening<br />

gehouden dient te worden zijn de otter, muizen<br />

en de ringslang. Voor doelsoort otter, is de beste<br />

passagemogelijkheid onder een grote weg door<br />

een doorlopende onverharde horizontale oeverstrook<br />

naast de waterloop met een minimale<br />

breedte van 0,30 m, boven gemiddeld hoogste<br />

peil, bij voorkeur iets aflopend vanuit het midden.<br />

Tevens is geleiding in de vorm van een faunaraster<br />

of wilgenscherm noodzakelijk, 100 meter aan<br />

weerszijden van de in- en uitgang. Is een oeverstrook<br />

niet mogelijk dan kan ook door middel van<br />

een tunnel een verbinding worden aangelegd.<br />

Huidige kruising met de provinciale weg tussen <strong>Rijssen</strong> en Nijverdal<br />

11 Dienst Landelijk Gebied


De diameter moet dan 0,5 tot 1,0 meter zijn (bij<br />

lengtes korter dan 10 m, volstaat 0,30 meter).<br />

Voor muizen zijn beide bovengenoemde con-<br />

structies voldoende. Voor de ringslang volstaat<br />

alleen de horizontale onverharde oeverstrook.<br />

Voor de locaties die worden gepasseerd met dui-<br />

ker en veeroosters is het mogelijk te kiezen voor<br />

passage over de weg, waarbij dan wel geaccep-<br />

teerd wordt dat er mogelijk verkeersslachtoffers<br />

vallen. De kans van verkeerslachtoffers is kleiner<br />

doordat de verkeerssnelheid door de veerooster<br />

wordt afgeremd. Ook kan gekozen worden voor<br />

het openhouden aan de uiteinden van de vee-<br />

roosters zodat deze passeerbaar zijn.<br />

2.2.2 Landschap<br />

Ten aanzien van het landschap worden de volgen-<br />

de uitgangspunten/randvoorwaarden aan de<br />

<strong>Elsenerbeek</strong> gesteld:<br />

• De <strong>Elsenerbeek</strong> vormt een goede drager voor<br />

de visuele verbinding tussen het Elsenerveld<br />

en de Regge.<br />

• De <strong>Elsenerbeek</strong> vormt een fraaie overgang tus-<br />

sen stad en land;<br />

• Zo weinig mogelijk beheer, alleen (jaarrond)<br />

begrazing. Begrazing zorgt voor een verrassin-<br />

gelement en diversiteit in de vegetatie, heeft<br />

recreatieve meerwaarde voor passerende<br />

recreanten en houdt recreanten enigszins uit<br />

de natuurzone zelf. Bij integrale begrazing ont-<br />

staan geen vegetatiekundige hoogstandjes,<br />

maar de ecologische functionaliteit is voldoen-<br />

de en de beheerskosten zijn relatief laag.<br />

• Een fysieke scheiding in de vorm van een sta-<br />

pelmuur of vlechtheg tussen de woonwijk<br />

Veeneslagen en de <strong>Elsenerbeek</strong>.<br />

Toevoer van voedselarm water via een natuurlijk aangelegde watergang 2-8-2<br />

12 Inrichtingsplan <strong>Elsenerbeek</strong><br />

• De inrichting dient tenminste de componenten<br />

grasland, struweel en klein water te bevatten;<br />

de eerste twee in min of meer aaneengesloten<br />

zones over de volle lengte. De verhouding tus-<br />

sen grasland en struweel wordt gestuurd met<br />

de begrazing (soorten, intensiteit).<br />

2.2.3 Water<br />

Voor het onderdeel water worden de volgende<br />

randvoorwaarden gesteld:<br />

• De watersystemen (stadswater en landelijk<br />

water) dienen gescheiden te worden om ver-<br />

vuiling met voedselrijk water in de <strong>Elsenerbeek</strong><br />

tegen te gaan.<br />

• De <strong>Elsenerbeek</strong> mag geen water aan de omrin-<br />

gende gebieden onttrekken (kwel wegzuigen).<br />

Hiervoor dient de slootbodem zo hoog moge-<br />

lijk te liggen.<br />

• Het profiel vormt een brede platte bak op het<br />

laagste punt.<br />

• Naastliggende gebieden mogen geen water-<br />

overlast ondervinden.<br />

• De <strong>Elsenerbeek</strong> mag niet tot nauwelijks droog-<br />

vallen (in de eindsituatie).<br />

• De <strong>Elsenerbeek</strong> mag alleen gevoed worden<br />

door voedselarm water vanuit de natuurgebie-<br />

den of extensieve landbouw.<br />

2.2.4 Recreatie<br />

Vanuit recreatie wordt de volgende randvoor-<br />

waarden gesteld aan de <strong>Elsenerbeek</strong>:<br />

• <strong>Elsenerbeek</strong> zodanig inrichten dat pleksgewijs de<br />

recreant mogelijkheden wordt geboden te genie-<br />

ten van de natuur. Hierbij dient ook rekening<br />

te worden gehouden met de toegankelijkheid.


Nieuwe bebouwing van Veeneslagen langs de beekzone<br />

2.2.5 Wonen<br />

Vanuit het aspect wonen geldt de volgende rand-<br />

voorwaarde:<br />

• Met de aanliggende bewoners is ten tijde van<br />

de aankoop van de kavels afgesproken dat het<br />

zicht op de Holterberg in stand zal blijven.<br />

13 Dienst Landelijk Gebied


3<br />

Hydraulisch ontwerp<br />

Uitgangspunten<br />

Door Grontmij Advies en Techniek (Lit. 3) is berekend<br />

hoeveel water in de toekomst via de<br />

<strong>Elsenerbeek</strong> zal stromen naar de Regge en welke<br />

invloed dit heeft op de grondwaterstanden in de<br />

omliggende gebieden. Een uitgebreide toelichting<br />

is opgenomen in bijlage 2.<br />

De volgende gebieden zullen afvoeren naar de<br />

<strong>Elsenerbeek</strong>:<br />

• Middelveen en Overtoom (via de westelijke<br />

spoorduiker en een nieuw aan te leggen duiker<br />

onder de Holterstraatweg);<br />

• Look en Borkeld (via de duiker onder de<br />

Keizersdijk en de spoorsloot);<br />

• De landbouwgebieden De Leiding, Norkerij,<br />

Ligtenberg en Ligtenbergerveld (via 2-8-0-16);<br />

• De gebieden die voorheen afvoerden naar<br />

watergang 2-8.<br />

Gewenst profiel van de beek<br />

In totaal is het afwaterende oppervlakte 3.896 ha.<br />

Bij maatgevende afvoer Q (wordt 1 à 2 dagen per<br />

jaar bereikt of overschreden) betekent dit een<br />

debiet van 3 m3/sec bij de instroom in de Regge.<br />

Op basis van de berekeningen worden twee profielen<br />

voorgesteld:<br />

• Het zuidelijke deel tot aan de instroom van de<br />

2-8-0-16 (tussen de Ligtenbergerdijk en<br />

Schoneveldsdijk): bodembreedte 0 m, diepte<br />

70-90 cm, talud 1:1,5 en talud 1:20, breedte 15-<br />

20 m. Bij talud wordt rekening gehouden met<br />

het reliëf. Daardoor zal 1:20 pleksgewijs wijzigen.<br />

• Het noordelijke deel vanaf de instroom van de<br />

2-8-0-16 tot aan de Regge: bodembreedte 8 m,<br />

diepte 1.20 m, talud 1:1,5 en talud 1:20, breedte<br />

35-40 m. Talud kan afhankelijk van reliëf<br />

pleksgewijs wijzigen.<br />

Het (extensieve) onderhoud van de beek kan vanaf<br />

de zijde van het steile talud (1:1,5) plaatsvinden.<br />

14 Inrichtingsplan <strong>Elsenerbeek</strong><br />

Met dit ontwerp zal de <strong>Elsenerbeek</strong> het gehele<br />

jaar door watervoerend blijven. De stuwen in de<br />

beek komen te vervallen. De duikers in de kruisende<br />

wegen zullen verruimd moeten worden.<br />

Talud 1:1,5<br />

Bodembreedte 0m<br />

Talud 1:1,5<br />

Bodembreedte 8m<br />

Bodemdiepte t.o.v. maatgevend<br />

maaiveld 0,75m<br />

Bodemdiepte t.o.v. maatgevend<br />

maaiveld 1,20m<br />

Talud 1:20<br />

Profiel bovenstrooms<br />

Talud 1:20<br />

Profiel benedenstrooms<br />

In de bovenstaande berekening is uitgegaan van<br />

de toekomstige situatie van het nieuwe natuurgebied<br />

Middelveen-Overtoom. Dit betekent dat er is<br />

gerekend met een drooglegging van nagenoeg<br />

nul. Uitgaande van deze situatie is de diepte van<br />

de beekbodem ontworpen. De praktijk is dat het<br />

natuurgebied Middelveen-Overtoom voorlopig<br />

nog niet wordt gerealiseerd. Met andere woorden<br />

het gebied Middelveen-Overtoom moet voorlopig<br />

kunnen blijven afwateren op basis van landbouwkundige<br />

afwateringsnormen.<br />

De watergang vanuit Middelveen heeft een<br />

(zomer/winter) peil van NAP 9,95 /9,40 m. De<br />

bodem van de <strong>Elsenerbeek</strong> ligt op NAP 9,80m (zie<br />

figuur 3.1). In de zomerperiode kan het water uit<br />

Middelveen/Overtoom probleemloos op de<br />

<strong>Elsenerbeek</strong> worden gebracht.<br />

In de wintersituatie zal een hoogteverschil van<br />

maximaal 0.70 m overbrugd moeten worden (0.40<br />

+ 0.30 m waterdiepte). Hiervoor zijn meerdere<br />

oplossingen in de werkgroep besproken. Eén<br />

daarvan is een tijdelijke afwatering via de<br />

Maatgraven. Dit betekent minder water op de<br />

<strong>Elsenerbeek</strong>. De werkgroep heeft in de afweging<br />

als uitgangspunt gehanteerd dat de beek zo veel<br />

mogelijk (schoon) water moet ontvangen.<br />

Daarom is gekozen voor de oplossingen om de<br />

beek ter plekke van de instroom over een bepaald<br />

traject (tijdelijk) te verdiepen met 0.60 – 0,70 m.


Dit kan minder worden als de landbouwkundige<br />

peilen in het zuidelijk landbouwgebied enige ver-<br />

hoging verdragen. Dit zal nader worden onder-<br />

zocht. Zodra het nieuwe natuurgebied<br />

Middelveen-Overtoom is gerealiseerd zal de ver-<br />

dieping via het natuurlijk proces (dichtslibben,<br />

dichttrappen door het vee etc) ongedaan worden<br />

gemaakt.<br />

9.98<br />

Kleine leiding<br />

Bodem <strong>Elsenerbeek</strong>: 9.80m<br />

9.95 / 9.40<br />

8.91<br />

Figuur 6: Waterpeilen aansluitende waterlopen <strong>Elsenerbeek</strong><br />

In de natuurvriendelijke watergang 2-8-2 vindt direct spontane meandering plaats<br />

De watergang ten noorden van het spoor heeft<br />

een vast peil (9.98 m NAP). Er is echter onvoldoen-<br />

de ruimte om dit water op het hoge peil op de<br />

<strong>Elsenerbeek</strong> aan te sluiten<br />

15 Dienst Landelijk Gebied


4<br />

Inrichting <strong>Elsenerbeek</strong><br />

Vogelvlucht van de toekomstige <strong>Rijssen</strong>ervallei<br />

4.1 Visie<br />

De <strong>Elsenerbeek</strong> vormt een continue lijn van<br />

schoon kwelwater die op de laagste plek in het<br />

landschap ligt. De beek moet de verschillende<br />

gebieden die hij tegenkomt verwoorden door aan<br />

te sluiten op zijn omgeving met de aanwezige<br />

ruimtelijke elementen. De recreatiezonering heeft<br />

ook een duidelijke invloed op de inrichting. Voor<br />

de integratie van de beek in zijn omgeving is het<br />

belangrijk dat hij zichtbaar en op sommige plaatsen<br />

betreedbaar is. De <strong>Elsenerbeek</strong> is geen verboden<br />

terrein maar een schitterende toevoeging aan<br />

het landschap.<br />

4.2 Verbeelding van de <strong>Elsenerbeek</strong><br />

Om de herkenbaarheid en de zeggingskracht van<br />

het landschap van het beekdal van de totale<br />

Regge te vergroten is in 2002 een start gemaakt<br />

met het project de “Verbeelding van de Regge”.<br />

Specifieke aandachtspunten hierbij zijn de punten<br />

waar deelstroomgebieden uitmonden in de Regge.<br />

De <strong>Elsenerbeek</strong> vormt één van deze deelstroomgebieden<br />

en is als eerste deelproject (als een<br />

pilot) nader uitgewerkt. Een tweetal kunstenaars<br />

in samenwerking met een landschapsarchitect<br />

hebben een groot aantal voorstellen ontwikkeld<br />

16 Inrichtingsplan <strong>Elsenerbeek</strong><br />

die een bijdrage kunnen leveren aan de verbijzondering<br />

van de vormgeving van het nieuwe element<br />

in het landschap. Heel specifiek wordt er aandacht<br />

gevraagd voor de culturele dimensie van deze<br />

nieuwe ingreep in het landschap. Deze culturele<br />

dimensie is dan ook een heel nadrukkelijk aspect<br />

geweest bij de vormgeving van de <strong>Elsenerbeek</strong>.<br />

De resultaten hadden enerzijds betrekking op het<br />

totale tracé van de beek/verbindingszone met<br />

haar omgeving en anderzijds op karakteristieke<br />

punten(knopen).<br />

De knopen liggen voornamelijk op de kruisingen<br />

van de beek met infrastructurele elementen als<br />

wegen, spoor en andere waterlopen.<br />

Van zuid naar noord worden de volgende knopen<br />

onderscheiden:<br />

• Groene knoop.<br />

• Recreatieve knoop.<br />

• Grensknoop.<br />

• Aanhechting.<br />

De gepresenteerde voorstellen waren in eerste<br />

instantie uitgewerkt in globale ideeën (lit 4). Deze<br />

werden positief ontvangen door de werkgroep.<br />

De beide kunstenaars hebben dit vervolgens uitgewerkt<br />

in meer gedetailleerde planschetsen die<br />

per voorstel veelal voorzien waren van alternatieven<br />

(lit. 5). Dit gaf de werkgroep de mogelijkheid<br />

om hun voorkeuren/ideeën mee te laten wegen.<br />

De kunstenaars waren bereid constructief mee te<br />

denken om uiteindelijk de concepten zodanig<br />

vorm te geven dat er draagvlak is zonder dat de<br />

concepten te veel geweld werden aangedaan.<br />

Dit heeft uiteindelijk geleid tot een plan met een<br />

kwalitatief hoger niveau.<br />

Zowel de voorstellen voor het totale tracé als de<br />

knooppunten zijn geïntegreerd in het inrichtingsplan<br />

dat hieronder wordt toegelicht.<br />

4.3 Inrichtingsplan<br />

Het inrichtingsplan van de ruim 4 kilometer lange<br />

<strong>Elsenerbeek</strong> wordt van zuid naar noord per traject<br />

toegelicht.


Afvoer via landbouwsloten richting de Maatgraven<br />

4.3.1 Het begin: de zuidelijk gelegen natuurgebie-<br />

den<br />

Ter wille van de beeldvorming wordt in het kort<br />

beschreven hoe het zuidelijk gelegen toekomstig<br />

natuurgebied Middelveen-Overtoom mogelijk zal<br />

worden ingericht. Er is inmiddels een aantal ideeen<br />

hiervoor ontwikkeld; keuzes worden in een<br />

later stadium gemaakt.<br />

De uiteindelijke oorsprong van de <strong>Elsenerbeek</strong><br />

ligt in het Elsenerveld en -veen ten zuiden van<br />

Rijksweg 1, maar de beek begint fysiek gezien in<br />

de natuurgebieden Middelveen en Overtoom.<br />

Vanuit het Elsenerveld komt een watergang die<br />

door middel van een duiker onder de Rijksweg<br />

door gaat ter hoogte van km 127.5. In het kader<br />

van de landinrichting <strong>Rijssen</strong> worden hier geen<br />

aanvullende maatregelen voorgesteld.<br />

De <strong>Elsenerbeek</strong> zal, behalve vanuit het Elsenerveld,<br />

ook worden gevoed door het kwelwater dat in het<br />

landbouwgebied Middelveen-Overtoom naar boven<br />

komt. Dit kwelwater wordt momenteel afgevangen<br />

door de landbouwsloten die tot anderhalve meter<br />

diep zijn. Het kwelwater wordt door de landbouwsloten<br />

zo snel mogelijk afgevoerd en geloosd op de<br />

2-7-2 richting de Maatgraven (zie foto hierboven).<br />

Inrichting Middelveen / Overtoom<br />

Voor het nieuwe natuurgebied Middelveen/Overtoom<br />

(158 ha) wordt gestreefd naar vochtig tot<br />

nat, redelijk open gebied met grazige vegetaties.<br />

Voor het gebied Overtoom ligt de nadruk op<br />

benutten van kwel van diep grondwater.<br />

In Middelveen gaat de aandacht uit naar de overgangen<br />

hoog-laag en regenwater-grondwater.<br />

Extensieve integrale begrazing met plaatselijk een<br />

hooilandbeheer wordt toegepast om kansrijke<br />

(kwel-)plekken te benutten.<br />

Om dit streefbeeld te kunnen realiseren wordt<br />

aan de volgende maatregelen gedacht:<br />

1. Dempen van alle aanwezige sloten om de kwel<br />

waar mogelijk weer tot in het maaiveld te krijgen.<br />

In de laagste delen bouwvoor verwijderen en<br />

zo ondiepe slenken maken om stagneren van<br />

regenwater (verzuring) te voorkomen.<br />

2. Verwijderen doorsnijdende wegen om verstoring<br />

te voorkomen en het waterpeil op te kunnen<br />

zetten.<br />

3. Geen drainerende <strong>Elsenerbeek</strong> door het natuurgebied<br />

heen aanleggen, maar het water zijn eigen<br />

weg laten vinden in de laagste (afgeplagde) delen.<br />

4. Zoveel mogelijk benutten van de gradiënt van<br />

de heuvel naar de laagte. Doordat deze overgang<br />

niet geheel binnen (nieuw) natuurgebied<br />

ligt, kan in het randgebied de grondwaterstand<br />

onvoldoende verhoogd worden i.v.m. wateroverlast<br />

op blijvende landbouwgronden.<br />

5. Aanleg van een ringsloot om landbouwwater<br />

om het natuurgebied heen te leiden i.v.m. vervuiling<br />

met voedselrijk water.<br />

6. Geen maatregelen nemen die toekomstige<br />

(hoog)veenvorming in de weg kunnen staan.<br />

7. Onderzoek naar de fosfaatverzadiging.<br />

8. Hydrologisch onderzoek inclusief effecten landbouwontwatering.<br />

Scheiden water Braakmanslanden/Banis en<br />

Overtoom - Middelveen<br />

Het stedelijk water en het landbouwwater uit De<br />

Banis moet afgevangen worden door een nieuw<br />

aan te leggen waterloop aan de oostzijde langs<br />

het natuurgebied.<br />

Nabij de Trippenweg ligt een deel van de lage gronden<br />

buiten de begrenzing van de nieuwe natuur.<br />

Om ongewenste verdroging van de natuur te<br />

voorkomen zou het wenselijk zijn de aan te leggen<br />

waterloop in oostelijke richting te verschuiven.<br />

Zelfs zou het gewenst zijn dit lage deel alsnog te begrenzen.<br />

Beide aspecten worden nader onderzocht.<br />

Opvang piek in waterafvoer<br />

Om piekafvoer vanuit de riooloverstorten bij Braakmanslanden<br />

op te vangen wordt een bergbassin<br />

aangelegd. Dit bergbassin bestaat uit een betonnen<br />

bak waar het overtollige water in wordt opgevangen.<br />

Zicht op de <strong>Rijssen</strong>ervallei vanaf het Elsenerveld<br />

17 Dienst Landelijk Gebied


Schone lei Beschreven blad<br />

Figuur 7: Inrichtingsvarianten van Middelveen/Overtoom.<br />

Twee inrichtingsvarianten Middelveen-<br />

Overtoom<br />

Ten aanzien van de inrichting van Middelveen/<br />

Overtoom zijn 2 varianten mogelijk. Deze zijn in<br />

figuur 7 en de daarbij behorende tekst uitgewerkt.<br />

Deze twee ‘extremen’ liggen in feite in elkaars<br />

verlengde. Het beschreven blad legt verantwoording<br />

af tegenover de cultuurhistorie, het onbeschreven<br />

blad/schone lei probeert kunstmatig<br />

ruimte te geven aan oorspronkelijk landschap.<br />

Uiteindelijk kunnen beiden zich ontwikkelen tot een<br />

natuurlijk landschap. Interessantere verschillen<br />

tussen de twee schetsen zitten in de manier waarop<br />

het landelijk water om het natuurgebied heen<br />

geleid wordt, waarbij het Beschreven blad in de<br />

noordwestelijke hoek kleiner is om het water op<br />

een lager punt in het landschap onderlangs de<br />

spoordijk naar het punt van samenkomen te brengen.<br />

18 Inrichtingsplan <strong>Elsenerbeek</strong><br />

Door vervolgens de cultuurhistorische Keizersdijk<br />

te handhaven kan een gewenst retentiegebied<br />

gevonden worden tussen spoordijk en Keizersdijk.<br />

Tweede verschil is een kleine vergroting van het<br />

natuurgebied aan de noordoostelijke kant om het<br />

natste deel (laag en kwel) erin op te nemen. In een<br />

later stadium zal dit verder worden uitgewerkt.<br />

Huidige situatie Overtoom


4.3.2 Traject Spoorlijn-Holterstraatweg<br />

Duiker spoorweg<br />

Het landbouwwater en het stedelijk water gaan<br />

nu samen door een duiker onder de spoorweg<br />

door. De duiker bestaat uit twee aparte buizen<br />

(zie foto). In het landinrichtingsplan <strong>Rijssen</strong> is<br />

ervan uitgegaan dat het stedelijk en landelijk<br />

water elk afzonderlijk door een buis onder het<br />

spoor doorgeleid zouden kunnen worden.<br />

Doordat de ruimte achter de woning aan de<br />

Holterstraatweg onvoldoende is voor twee<br />

gescheiden waterstromen, wordt voorgesteld de<br />

beide spoorwegkokers te benutten voor de<br />

<strong>Elsenerbeek</strong> en ten zuiden van de spoorlijn een<br />

afwatering voor het stedelijk water te realiseren<br />

met meer oostelijk een nieuwe duiker onder het<br />

spoor richting Maatgraven.<br />

Het huidige landbouwpeil (winterpeil 8.40 m<br />

+NAP, zomerpeil 8.95 m +NAP) in de waterloop 2-<br />

7 (Middelveen-Overtoom) is te laag t.o.v. de<br />

bodem van de nieuwe <strong>Elsenerbeek</strong>. De noordelij-<br />

ke spoorsloot (2-7-0-9) ligt wel op een goed<br />

niveau, maar kan pas naar de <strong>Elsenerbeek</strong> wor-<br />

den gebracht indien het waterpeil in Middelveen/<br />

Overtoom wordt verhoogd. Onderzocht zou moe-<br />

ten worden in hoeverre waterpeil in dit gebied<br />

kan worden verhoogd binnen de huidige droog-<br />

leggingsnormen.<br />

Duikers onder de spoorweg<br />

Daarnaast wordt in deze overgangssituatie de<br />

eerste 800m van de <strong>Elsenerbeek</strong> verdiept aange-<br />

legd (70 cm).<br />

In de situatie na realisatie van de ‘Nieuwe natuur’<br />

in Middelveen/Overtoom vervalt de landbouw-<br />

kundige droogleggingseis en kan het peil van<br />

watergang 2-7 worden verhoogd en als voeding<br />

voor de <strong>Elsenerbeek</strong> dienen.<br />

Als droge faunapassage wordt door de spoorbaan<br />

een faunaduiker geperst.<br />

Voor het stedelijke water wordt ten oosten van<br />

de <strong>Elsenerbeek</strong> een nieuwe duiker door de spoor-<br />

lijn aangelegd. Deze duiker wordt gevoed door<br />

een nieuwe watergang ten oosten van de nieuwe<br />

natuur in Middelveen/Overtoom die de resteren-<br />

Huidige Maatgraven onder brug, parallelweg en duiker N350<br />

de landbouwstrook ontwatert. Op deze water-<br />

gang wordt tevens het overstortwater vanuit de<br />

woonwijk Braakmanslanden opgevangen (evt. na<br />

zuivering in een heylofytenfilter).<br />

Kruising N350 (Holterstraatweg)<br />

Nadat de <strong>Elsenerbeek</strong> onder de spoorweg door is<br />

gegaan bestaat de volgende hindernis uit de krui-<br />

sing met de N350 en de parallelweg. Momenteel<br />

gaat de Maatgraven met een duiker onder de<br />

N350 door en via een brug onder de parallelweg<br />

(zie foto). Aangezien de <strong>Elsenerbeek</strong> een eigen<br />

schoonwatersysteem vormt, kan deze niet samen-<br />

gaan met het stadswater van de Maatgraven.<br />

Om de watersystemen gescheiden te houden is<br />

voor de <strong>Elsenerbeek</strong> een nieuwe duiker onder de<br />

N350 en de parallelweg nodig. Deze duiker, inclu-<br />

sief faunavoorzieningen (voor o.a. zoogdieren, vis-<br />

sen en amfibieën), wordt ten westen van de huidi-<br />

ge brug (over de Maatgraven) aangelegd.<br />

Het stedelijke water gaat via de Maatgraven onder<br />

de huidige brug door.<br />

4.3.3 Groene knoop<br />

De lijnen van de provinciale weg en NS-spoor zijn<br />

hard, zelfs die van de parallelweg en de Akkerdijk<br />

willen we als onveranderlijk aanvaarden. Ook de<br />

Maatgraven in zijn harde bedding is een harde<br />

lijn voor snel en doelmatig afvoeren. Het pro-<br />

bleem is dus hoe een (trage) ecozone te leggen<br />

door een chaos van (rechte) lijnen van een totaal<br />

andere snelheid. De beek wordt het mikadostokje<br />

dat haaks onder alle andere ligt. Gedacht wordt<br />

daarom aan het inkapselen van de beek waardoor<br />

deze bijna in het geheim aan snelheid kan ont-<br />

snappen. De inkapseling moet zo volledig zijn dat<br />

de snelle lijnen in verwarring raken, vertragen en<br />

zo de kruising gelijkwaardiger maken. De beek en<br />

wegen worden daarom in een bol van groen van<br />

verschillende dichtheden en vormen ingekapseld.<br />

19 Dienst Landelijk Gebied


Groene Knoop.<br />

Dit duidelijk aanwezig punt wordt daarom aange-<br />

duid als een ‘poort’ voor <strong>Rijssen</strong>. Gezien de aan-<br />

wezige particuliere huizen, afspraken met bewo-<br />

ners in de nieuwbouwwoningen, beschikbaarheid<br />

van grond en ecologische wensen is maar een<br />

beperkte aanvulling met beplanting mogelijk.<br />

De uitwerking van deze groene knoop zou er als<br />

bovenstaande illustratie uit kunnen gaan zien.<br />

Gekozen is om de randen van het ‘beekdal’ te<br />

benadrukken d.m.v. hoog opgaande beplanting<br />

4.3.4 Traject Holterstraatweg-Ligtenbergerdijk<br />

Inleiding<br />

De <strong>Elsenerbeek</strong> vormt op deze locatie de vervlechting<br />

van de stad en het landelijk gebied.<br />

Naast een landschapsecologische functie heeft de<br />

<strong>Elsenerbeek</strong> bij Veeneslagen een recreatieve functie<br />

voor de bewoners van <strong>Rijssen</strong> en is deze van<br />

esthetisch belang als overgang van de stad<br />

<strong>Rijssen</strong> naar het buitengebied. De functie van de<br />

<strong>Elsenerbeek</strong> als ecologische verbindingszone is<br />

echter de belangrijkste. De recreatiefunctie is<br />

hieraan ondergeschikt.<br />

Ruimtelijke uitwerking<br />

Asymmetrisch profiel<br />

In de ruimtelijke uitwerking is een asymmetrisch<br />

profiel voorgesteld. Dit profiel verbeeldt de beide<br />

zijden van de <strong>Elsenerbeek</strong>;<br />

20 Inrichtingsplan <strong>Elsenerbeek</strong><br />

Figuur 8: Asymmetrisch profiel<br />

<strong>Elsenerbeek</strong> profiel<br />

Dit deel van de beek stroomt pal langs de nieuwe<br />

woonwijk. Een nieuwe identiteit van het gebied<br />

waar op wordt voortgeborduurd door een specifieke<br />

vormgeving van de beek: strak met ontwikkelingsdynamiek.<br />

In een getrapt rechtlijnig patroon wordt<br />

de beek in een strak patroon aangelegd.<br />

Een simpel patroon van hoog-laag begeleidt de<br />

smalle rechte watergang.<br />

De runderen grazen, lopen, trappen de kanten af,<br />

verdiepen laagtes waardoor de waterloop geleidelijk<br />

van haar rechte lijn zal afwijken. Wanneer<br />

het water stroomt verstekt het deze afwijkingen.<br />

Asymmetrisch profiel dat ook voor de <strong>Elsenerbeek</strong> wordt toegepast


De gehele breedte van de beschikbare strook<br />

waarin ook de beek wordt aangelegd wordt ont-<br />

daan van de teelaarde. Aanvullend onderzoek<br />

naar fosfaat in de bodem moet uitwijzen in welke<br />

mate afgraving plaats dient te vinden. In deze ter-<br />

reinverlaging wordt het nieuwe beekprofiel<br />

gegraven in de vorm van een omgekeerd dakpro-<br />

fiel met microreliëf.<br />

Het diepste punt van dit profiel ‘slingert’ door de<br />

beekbedding, waardoor de taluds variabel zijn. In<br />

de buitenkanten bevindt het diepste gedeelte<br />

zich, net zoals in natuurlijke situaties. Dus in de<br />

buitenkanten een sterk hellend en in de binnen-<br />

kanten een zwak hellend talud. Ten zuiden van de<br />

Ligtenbergerdijk ligt het diepste punt circa 0,70<br />

tot 0,90 meter beneden oorspronkelijk maaiveld<br />

en is de breedte variërend van 15 tot 20 meter.<br />

Gezien het feit dat tijdelijk een extra verdieping<br />

(0.70 m nabij Holterstraatweg) moet worden gerea-<br />

liseerd om het water van Middelveen/Overtoom af<br />

te kunnen voeren zal het tijdelijk deels over een<br />

bepaald traject dieper worden. De taluds worden<br />

in de toekomst door begrazing beheerd en de<br />

begroeiing dient zich spontaan te ontwikkelen.<br />

De beek ligt langs de nieuwbouwwijk Veenelagen<br />

voornamelijk aan de westzijde binnen de ecologi-<br />

sche zone, behalve bij de ‘Groene lobben’. Na de<br />

recreatieve knoop tot de Schoneveldsdijk is dit<br />

juist aan de oostzijde. Vanaf de Schoneveldsdijk is<br />

er geen specifieke oriëntatie.<br />

Op de bijgevoegde plankaart worden de verschil-<br />

lende waterdieptes (afhankelijk van het debiet) in<br />

verschillende kleuren aangegeven. Dit geldt voor<br />

de waterdiepte 0,20 m (bij 1/4Q) en 0,50 m (bij<br />

2Q). Bij de inrichting wordt rekening gehouden<br />

met machinaal onderhoud vanaf 1 zijde.<br />

Schraal grasland met beekbegeleidende begroeiing<br />

Het overige terrein wordt eveneens middels<br />

begrazing beheerd. Hierdoor ontstaat, waar niet<br />

wordt aangeplant, schraalgrasland met beekbege-<br />

leidende spontane begroeiing, waaronder wilg,<br />

meidoorn, sleedoorn etc. Vanaf de Akkerdijk is<br />

tussen de plukken spontaan ontstane struweel<br />

zicht op de <strong>Elsenerbeek</strong>.<br />

De <strong>Elsenerbeek</strong> krijgt langs Veeneslagen-West<br />

een breedte van ca 50 m tot 100 m breed (tot in<br />

de groene lobben van de nieuwbouwwijk). Deze<br />

zone wordt van west naar oost als volgt ingericht:<br />

• spontane opslag op deels afgegraven talud;<br />

• water (diepte bodem ± 0,80 m minus maaiveld);<br />

• schuin oplopend talud;<br />

• afgegraven bouwvoor (bedoeld voor grazige<br />

vegetatie; wel hier en daar zandopduikingen);<br />

• afscheiding bij bebouwing (vlechtheg).<br />

Figuur 9: <strong>Elsenerbeek</strong> bij Veeneslagen<br />

De bovengrond in de zone wordt afgegraven.<br />

Hierdoor wordt de rijke bovengrond met al zijn<br />

meststoffen afgevoerd, zodat bijzondere vegetaties<br />

een grotere kans hebben tot ontwikkeling te<br />

komen. Bovendien wordt hiermee de els onder-<br />

drukt ten gunste van de wilg.<br />

In en langs de beek zal een natte ruigte ontstaan<br />

die tot twee meter hoogte kan groeien. Om te<br />

zorgen dat de ruigte niet overgaat in struweel en<br />

bos wordt jaarrond begraasd.<br />

21 Dienst Landelijk Gebied


Poelen<br />

In het stroombed van de <strong>Elsenerbeek</strong> worden<br />

enkele poelen gegraven op potentiële kwellocaties<br />

voor amfibieën en reptielen. Deze poelen moeten<br />

in droge perioden, als de <strong>Elsenerbeek</strong> weinig water<br />

afvoert, wel met water gevuld blijven, maar blijven<br />

gescheiden van de beek zelf. Daarom omgeving zo<br />

inrichten dat bij hoger water de poelen niet bereikt<br />

worden.<br />

De amfibiepoelen hebben twee vormen.<br />

1. Poelen met een cirkelvormige vorm, een menselijke<br />

uitnodiging aan de wereld van de amfibieën.<br />

2. Poelen in de vorm van wiggen. Op plaatsen van<br />

de groene wiggen die de wijk binnenlopen is<br />

gekozen voor vormen die deze verloren ruimtes<br />

interessanter maken. Bij deze poelen wordt een<br />

bijzondere boom, de zwarte populier geplant<br />

ter markering.<br />

Poel op nieuwe locatie of een poel op een oude kruising van watergangen<br />

22 Inrichtingsplan <strong>Elsenerbeek</strong><br />

Voor alle poelen geldt dat de diepte minimaal 1 m<br />

moet zijn.<br />

Vlechtheg<br />

Op de scheiding van de woningen in Veeneslagenwest<br />

wordt een vlechtheg (zie figuur 4.5) aangeplant,<br />

waarmee een eenheid ontstaat als afscheiding<br />

van de woningen. Ook ontstaat hiermee een<br />

ecologisch doorgaand struweel en wordt de zone<br />

afgeschermd tegen honden en andere verstoring.<br />

Tevens dient het als veekering voor de grazers in<br />

de verbindingszone.<br />

De vlechtheg wordt tot aan de Ligtenbergerdijk<br />

langs de nieuwbouwwijk Veeneslagen aangebracht.<br />

Op de plaatsen waar ‘groene lobben’ de<br />

wijk in wijzen, wordt de heg evenwijdig meegetrokken.<br />

De kopse kanten worden open gelaten.<br />

Naast de onderbrekingen in de vlechtheg op de<br />

kopse kanten van de ‘Groene lobben’ wordt de<br />

heg ook onderbroken bij de delen waar de openbare<br />

ruimte grenst aan de ecozone (zie figuur 10),<br />

bijvoorbeeld het ‘openbare balkon’ in nieuwbouwwijk<br />

Veeneslagen.<br />

Dit balkon krijgt een harde grens bestaande uit<br />

schanskorven of een gemetselde muur waarop de<br />

vlechtheg aansluit.<br />

Hier wordt wel zoals langs de hele haag het raster<br />

van gekloofd eiken palen doorgezet om bijvoorbeeld<br />

te voorkomen dat honden de zone verontrusten<br />

en dat vee uit kan breken.<br />

De heg kan de stedenbouwkundige afwisseling<br />

van achterkanten, voorkanten en straten die uitkomen<br />

op de zone als beeld samen binden.<br />

Een beeld dat op den duur zonder verbindend<br />

element nog sterker zal verbrokkelen door een<br />

veelheid aan types van tuinscheidingen.<br />

Wanneer de zone serieus een ecologische taak<br />

moet kunnen uitvoeren, dan dient de rust in de<br />

zone gewaarborgd te zijn, dus geen uitloopgebied<br />

voor honden(bezitters), niet spelen in de beek.<br />

De heg wordt aangelegd op de benedeninsteek<br />

van het talud, dat is ontstaan door het (grotendeels)<br />

afgraven van de teelaarde (zie figuur 4.7).<br />

Ter wille van de groei kan het aan te bevelen zijn<br />

een gleuf met zwarte grond aan te brengen.<br />

Totdat de heg op sterkte is voor de grazers, wordt<br />

deze uitgerasterd door een raster van gekloofde<br />

eiken palen. Om het uitzicht van de bewoners<br />

niet te belemmeren wordt de heg onderhouden<br />

tot een hoogte van 1 m boven het maaiveld van<br />

de tuinen. Door uitgroei kan dit (tijdelijk) uitlopen<br />

tot 1.50 m (de uiteindelijke hoogte van de<br />

heg wordt circa 2,00 tot 2,50 meter). Voor aanvullende<br />

informatie over de vlechtheg: zie bijlage 3.


Figuur 10: Onderbreking van de vlechtheg om vrij zicht te<br />

creëren.<br />

Poortwachters<br />

Bij de ingangen van de groene wiggen worden<br />

zwarte populieren geplant. Deze imposante<br />

bomen krijgen de functie van poortwachter en<br />

accentueren de plek en zijn van verre zichtbaar.<br />

Recreatief medegebruik<br />

Recreatief medegebruik van de <strong>Elsenerbeek</strong> is<br />

pleksgewijs in principe toegestaan. De beek is<br />

voor een deel uitloopgebied van de stad. Verder<br />

worden geen wandel of fietspaden door de verbindingszone<br />

gelegd. Mensen mogen er komen,<br />

maar ze moeten er wel wat voor doen. De<br />

<strong>Elsenerbeek</strong> wordt geen knuffelnatuur maar een<br />

ruig en zo zelfstandig mogelijk systeem.<br />

Aanleg fietsbrug<br />

Mede op verzoek van de bewoners wordt ter verbinding<br />

van de woonwijk Veeneslagen met het<br />

buitengebied een fietsbrug over de <strong>Elsenerbeek</strong><br />

naar de Akkerdijk aangelegd. Deze fietsverbinding<br />

bestaat uit een verhard fietspad dat middels twee<br />

veeroosters de verbindingszone kruist. De oevers<br />

van de beekbedding wordt door een fietsburg met<br />

een overspanning van circa 20 m verbonden. Het<br />

vee kan onder de brug door. De fietsverbinding<br />

komt ten noorden van de Olieslager. Ook bij de<br />

fietsbrug kan een poortwachter worden geplaatst.<br />

Vleermuisbunkers.<br />

Op plaatsen die zich daarvoor lenen (b.v. bij poelen)<br />

worden met oude vrijkomende duikers vleermuisbunkers<br />

ingericht.<br />

Zandopduikingen<br />

Langs het gehele tracé worden enkele zandopduikingen<br />

aangebracht. Schraal zand uit het te ontgraven<br />

beekprofiel wordt op verschillende locaties<br />

(vooral in binnenbochten) op de schrale ondergrond<br />

aangebracht tot een hoogte variërend van 0,3 tot<br />

1m en met zwak hellende taluds.<br />

Gedacht wordt aan een omvang van 10*10 m.<br />

Deze verhogingen kunnen in natte tijden dienen<br />

als rustplaats voor het vee en versterken door de<br />

gradiëntwerking het landschap.<br />

Raster<br />

Omdat in de toekomst wordt beheerd middels<br />

begrazing, dient de zone veekerend te zijn. Dit<br />

gebeurt door raster bestaande uit gekloofde<br />

eiken palen met puntdraad aan te leggen.<br />

Toegangdammen<br />

Voor het beheer dient het gebied op meerdere<br />

plaatsen toegankelijk te zijn dmv dammen/hekken.<br />

Met name de terreindelen ter hoogte van De<br />

Veeneslagen en Plaagslagen.<br />

Doorwaadbare plaats<br />

Op een aantal locaties wordt een doorwaadbare<br />

plaats aangelegd van, eventueel in het werk vrijgekomen,<br />

keien. Deze locatie kan worden gebruikt<br />

door de beheerder om met materieel de beek<br />

over te steken en is een van de weinige plekken<br />

waarbij recreanten haaks op de beek een (avontuurlijke)<br />

toegang hebben in de verbindingszone.<br />

Picknickbanken<br />

Aan de zijde van de Akkerdijk worden verspreid<br />

enkele picknickbanken geplaatst. Tevens wordt<br />

hier een opstapje over het raster gemaakt, zodat<br />

recreanten de zone kunnen betreden.<br />

Bestaande bomen<br />

Bestaande bomen worden zo veel mogelijk<br />

gehandhaafd.<br />

Obstakels<br />

Op dit moment zijn er enkele tuinen in dit traject<br />

aanwezig. Tevens bevindt er zich een grote schuur<br />

met gedeeltelijk open kap en een kleine veestal.<br />

Tot slot is er een met exoten omzoomde crossbaan.<br />

Deze bouwwerken zullen worden verwijderd, eventueel<br />

nadat een vervangende locatie is gevonden.<br />

23 Dienst Landelijk Gebied


Figuur 11: Maquette ontwerp recreatieve knoop.<br />

4.3.5 De recreatieve knoop<br />

De <strong>Elsenerbeek</strong> is een begrenzing van de nieuwe<br />

woonwijk, de kruising Akkerdijk, Ligtenbergerdijk<br />

en Maisweg is de drempel naar het landelijk<br />

gebied. Gezien deze ligging is het aantrekkelijk<br />

dit punt een of andere recreatieve functie te laten<br />

vervullen. Een openbaar toegankelijk deel binnen<br />

de ecozone kan helpen de mensen de rest van de<br />

zone als ‘minder toegankelijk gebied’ te respecte-<br />

ren. Voor de inrichting wordt gezocht naar speel-<br />

se elementen die inspelen op de omvorming van<br />

landbouwgebied naar de natuur. Een mogelijkheid<br />

is te kiezen voor het spiegelen van de oorspron-<br />

kelijke- verdwenen- natuurlijke omstandigheden.<br />

Inrichting recreatieve knoop<br />

Een van de belangrijkste elementen van de recre-<br />

atieve knoop is de op schaal aan te leggen ‘<strong>Rijssen</strong>er<br />

vallei’. De stuwwallen die van invloed zijn op de<br />

hydrologische situatie van de <strong>Elsenerbeek</strong> worden<br />

op deze plek op schaal ingepast in de vorm van<br />

zandopduikingen. Het gaat om de Friezenberg,<br />

de <strong>Rijssen</strong>se berg en de Holterberg: zie schets.<br />

Op deze plek wordt tevens een van de kwelwater-<br />

tafels aangelegd (zie verder). De verdere invulling<br />

van deze locatie met informatieborden, picknick-<br />

banken etc. wordt nog nader uitgewerkt.<br />

Tevens wordt een doorwaadbare plaats aangelegd,<br />

waar een puinwaaier op schaal wordt ingepast.<br />

De grootste keien worden voorzien van de naam<br />

van het gebied van herkomst.<br />

24 Inrichtingsplan <strong>Elsenerbeek</strong><br />

Een groot deel van het recreatieve knooppunt<br />

wordt mede begraasd. Het westelijke deel, met<br />

fietspad, picknickbankjes en de kwelwatertafel<br />

wordt uitgerasterd. Doordat ten oosten van de<br />

Akkerdijk een bergingsvijver voor de woonwijk<br />

Veeneslagen-West wordt aangelegd, wordt ten<br />

westen van de Maïsweg extra ruimte gecreëerd<br />

voor deze recreatieve knoop (ca. 1,3 ha).<br />

De situatie en het ontwerp voor deze recreatieve<br />

knoop is weergegeven in de figuur 11.<br />

Kruising Ligtenbergerdijk<br />

De <strong>Elsenerbeek</strong> kruist de Ligtenbergerdijk door een<br />

duiker. Het asfalt wordt over een bepaalde lengte<br />

weggehaald en vervangen door klinkers.<br />

De verbindingszone wordt aan weerszijden<br />

begrensd door veeroosters. De grazers dienen over<br />

deze natuurvriendelijke weg heen te lopen om te<br />

passeren. In de veeroosters komen faunavoorzienin-<br />

gen. Op de Ligtenbergerdijk sluit ook de te verleg-<br />

gen Maïsweg met nieuw aan te leggen fietspad aan.


Figuur 12: Onderscheid in hiërarchie bij kruisingen natuur<br />

en verkeer<br />

Bestaande watergang<br />

Vanaf de kruising met de ligtenbergerdijk bevindt<br />

zich een watergang evenwijdig met de nieuw aan<br />

leggen <strong>Elsenerbeek</strong>. Deze watergang wordt<br />

gedempt met schraal zand vrijkomend uit het werk,<br />

nadat deze watergang is opgeschoond.<br />

Ontsluiting recreatieve knoop<br />

Het aan te leggen fietspad op de Maïsweg wordt<br />

via een slinger door het recreatieve knoopunt<br />

aangelegd. Om de bereikbaarheid van de percelen<br />

aan de Maisweg via de Ligtenbergerdijk tot de<br />

herverkaveling in stand te houden, wordt aan de<br />

rand van het knooppunt een tijdelijke zandweg<br />

aangelegd. Nabij het recreatieve knooppunt wor-<br />

den enkele parkeerplaatsen voor auto’s aangelegd.<br />

4.3.6 Traject Ligtenbergerdijk-Schoneveldsdijk<br />

Langs het bedrijventerrein Plaagslagen krijgt de<br />

<strong>Elsenerbeek</strong> een breedte van ca 100 m.<br />

Van west naar oost wordt de zone als volgt inge-<br />

richt:<br />

• afgraven bouwvoor (met zandopduikingen);<br />

• Zwak hellend talud (kwelvegetaties verwacht);<br />

• water;<br />

• verlaagd deel met groei van opslag aansluitend<br />

aan beplanting op gemeentegrond.<br />

Deze dwarsdoorsnede is een beetje het spiegelbeeld<br />

van de dwarsdoorsnede Veeneslagen.<br />

Fiets-/wandelpad<br />

Op de Maïsweg wordt een fietspad aangelegd.<br />

Voorgesteld wordt de Maïsweg alleen als fiets/<br />

wandelpad te bestemmen, agrarisch en eventueel<br />

overige verkeer kan via de Sikkelweg worden<br />

opgevangen. Via de herverkaveling worden de<br />

percelen naar deze weg ontsloten. Een uitzondering<br />

geldt voor de nieuwe woning aan de Maïsweg.<br />

Deze blijft vanuit noordelijke richting vanaf de Schoneveldsdijk<br />

voor gemotoriseerd verkeer bereikbaar.<br />

Langs de Maïsweg wordt op een aantal plaatsen<br />

inhammen gemaakt in de ecologische zone waar<br />

picknickplaatsen worden ingericht.<br />

Een struinpad evenwijdig met de beek door de<br />

ecologische zone van recreatieve knoop tot aan de<br />

grensknoop wordt afgeraden, vanwege de storende<br />

effecten op de ecologie. Echter worden er wel<br />

dwarsverbindingen gemaakt zoals de doorwaadbare<br />

plaatsen en eventuele overstappen over de<br />

rasters langs de Maisweg ter hoogte van picknickplaatsen<br />

langs het fiets/wandelpad op de Maisweg.<br />

Hierdoor wordt voorkomen dat de zone door<br />

honden wordt betreden en kan de recreant toch<br />

een gedeelte van het gebied verkennen.<br />

Bos<br />

Tussen de ecologische zone en het bedrijventerrein<br />

Plaagslagen is tijdens de Nationale Boomfeestdag<br />

2004 een broekbos aangeplant. De rasters voor<br />

de grazers worden een eindje in het bos aangelegd.<br />

De mantel en zoomvegetatie zal dan onder<br />

invloed van grazers vorm krijgen, terwijl de rasters<br />

niet opvallen. In de randbeplanting zijn dan<br />

soorten als slee- en meidoorn aan te bevelen.<br />

Instroom watergang 2-8-2 (oud 2-8-0-16)<br />

Ten noorden van de Ligtenbergerdijk vergroten<br />

de afmetingen zich totdat de beekbedding bij de<br />

instroom van watergang 2-8-2 (oud 2-8-0-16) een<br />

diepte heeft van 1,20 meter min oorspronkelijk<br />

maaiveld, een bodembreedte van circa 8 meter en<br />

een bovenbreedte variërend van 35 tot 40 meter.<br />

Vanaf de duiker in de Maisweg sluit watergang 2-<br />

8-2 via een bredere ondiepere bedding aan op de<br />

<strong>Elsenerbeek</strong>. De bodemhoogte dient net iets<br />

hoger te liggen dan die van de <strong>Elsenerbeek</strong> om<br />

de afvoer van landbouwwater te garanderen.<br />

Huidige situatie van de beekzone naast Plaagslagen<br />

25 Dienst Landelijk Gebied


Figuur 13: Ontwerp draaideur bij de grensknoop<br />

Obstakels<br />

Er bevindt zich een middelgrote veestal met<br />

opbergschuurtje en een woonhuis met diverse<br />

bouwwerken. Voor deze bouwwerken wordt een<br />

vervangende locatie gezocht, waarna ze zullen<br />

worden afgebroken.<br />

4.3.7 De Grensknoop<br />

Ter plaatse van de Schoneveldsdijk wordt de<br />

Zunasche wal doorsneden, een oude Markegrens.<br />

Deze wal is een oude grenslijn tussen twee marken<br />

en vormt nu de gemeentegrens tussen de<br />

gemeenten Wierden en <strong>Rijssen</strong>-Holten. In het ontwerp<br />

voor de <strong>Elsenerbeek</strong> is dit punt opgenomen<br />

als grensknoop.<br />

Draaideur<br />

Op de plek waar de ecologische zone de Wal van<br />

Zuna doorsnijdt, wordt de draaideur aangelegd.<br />

Dit betekent het verwijderen van de wal over de<br />

breedte van de zone en het opnieuw aanleggen<br />

van de verwijderde wal evenwijdig met de stroomrichting.<br />

Het beeld dat gewekt moet worden is dat<br />

de wal op deze locatie over een breedte van plm<br />

35 meter omgeklapt is. Hiermee worden cultuurhistorie<br />

en vernieuwing gelijkwaardig behandeld.<br />

26 Inrichtingsplan <strong>Elsenerbeek</strong><br />

Kruising van huidige watergang met Zunasche was<br />

Op de kopse kanten van de draaideur worden<br />

middels platen van verroest metaal of oude metselstenen<br />

en speciale mortel frontmuren gemetseld<br />

met daarin de woorden Land, Ver, Weer, Binding.<br />

De hoofdstroom gaat over een breedte van circa<br />

20 meter aan een zijde langs de omgeklapte wal,<br />

terwijl bij piekafvoer ook een tijdelijke waterafvoerende<br />

laagte meestroomt ter breedte van circa<br />

15 meter aan de andere kant van de omgeklapte<br />

wal (zie Figuur 13).<br />

Schoneveldsdijk<br />

De Schoneveldsdijk wordt gekruist middels een<br />

duiker afmetingen 3 x 1,25 m. Er worden op de<br />

kruising met de ecologische verbinding zone veeroosters<br />

aangebracht om de grazers de oversteek<br />

van de Schoneveldsdijk mogelijk te maken. Een<br />

duiker met twee veeroosters voldoet voor de grazers.<br />

De kans van verkeersslachtoffers van kleine<br />

zoogdieren en bijvoorbeeld ringslang is dan wel<br />

aanwezig, maar klein. Veeroosters remmen de<br />

verkeerssnelheid. De veeroosters krijgen aan de<br />

uiteinden een open constructie ten behoeve van<br />

de amfibieën. Tussen de veeroosters wordt het<br />

asfalt verwijderd en vervangen door klinkers om<br />

nog meer verkeersremming te verkrijgen. Dit is<br />

tevens beter passeerbaar voor fauna.<br />

Nieuw kantoor Staatsbosbeheer<br />

Vlak voor de kruising met de Schoneveldsdijk<br />

wordt op bedrijventerrein Plaagslagen de nieuwe<br />

locatie aangelegd van Staatsbosbeheer. Het broekbos<br />

wordt tot deze locatie aangelegd, zodat Staatsbosbeheer<br />

zicht houdt op de ecologische zone.<br />

Picknickplek<br />

Aan de oostzijde van de <strong>Elsenerbeek</strong> staat momenteel<br />

een aantal veeschuurtjes van een hobbyboer.<br />

Deze schuurtjes worden verwijderd, zodat hier<br />

een eenvoudige recreatieve plek (enkele bankjes)<br />

in de Grensknoop kan worden ingericht en de<br />

Wal van Zuna versterkt kan worden.


4.3.8 Traject Schoneveldsdijk-Regge<br />

Dit deel van de <strong>Elsenerbeek</strong> maakt onderdeel uit<br />

van de Robuuste verbindingszone Holterberg-<br />

Haaksbergen.<br />

Inrichting Zunasche Heide<br />

In de Zunasche Heide is 170 ha nieuwe natuur<br />

begrensd. Als streefbeeld wordt gehanteerd eenslagenlandschap<br />

met hooilanden en begraasde<br />

delen dat de gradiënt vormt van de Sallandse<br />

Heuvelrug naar het Reggesysteem. De Zunasche<br />

Heide is potentieel leefgebied voor het korhoen.<br />

Gestreefd wordt naar een extensief integraal<br />

begraasd gebied, met in één of meer vensters<br />

plaats voor hooilandbeheer en handhaving/versterking<br />

slagenverkavelingspatroon (dit zou bij<br />

gehele integrale begrazing grotendeels vervagen).<br />

Hiervoor zijn de volgende maatregelen nodig:<br />

1. Ophogen slootbodems en dempen van enkele<br />

drainerende sloten.<br />

2. Verschillend beheer: begrazing en hooien.<br />

3. Gebruiken bestaand patroon voor inrichting<br />

natuurgebied. Zo weinig mogelijk vergraven.<br />

Mogelijk wat fosfaat en stikstofverzadigde<br />

bovengrond afvoeren.<br />

4. Zoveel mogelijk benutten van de gradiënt van<br />

de heuvel naar de laagte. Doordat deze overgang<br />

niet geheel binnen (nieuw) natuurgebied<br />

ligt, kan in het randgebied de grondwaterstand<br />

onvoldoende verhoogd worden i.v.m. wateroverlast<br />

op blijvende landbouwgronden.<br />

5. Aanleg van een ringsloot om landbouwwater<br />

om het natuurgebied heen te leiden i.v.m. vervuiling<br />

met voedselrijk water.<br />

6. Geen maatregelen nemen die toekomstige<br />

(hoog)veenvorming in de weg kunnen staan.<br />

7. Onderzoek naar de fosfaatverzadiging.<br />

8. Hydrologisch onderzoek inclusief effecten landbouwontwatering.<br />

Voorstel: enkele relicten van het slagenlandschap<br />

handhaven met hooilandjes en singels binnen een<br />

grote begrazingseenheid.<br />

In figuur 14 wordt de inrichting van het nieuwe<br />

natuurgebied Zunasche heide toegelicht in een<br />

benadering die vergelijkbaar is met model<br />

‘beschreven blad’ voor het zuidelijke nieuwe<br />

natuurgebied Middelveen-Overtoom.<br />

De watergang die omgevormd wordt tot de benedenloop<br />

van de <strong>Elsenerbeek</strong><br />

Figuur 14: Ontwerp “spons” en inrichting van de Zunasche heide en benedenloop<br />

Dalbegeleidende singel<br />

Vanaf de ‘Draaideur’ heeft de <strong>Elsenerbeek</strong> een brede<br />

zone tot zijn beschikking. Ongeveer 100 meter voordat<br />

de Petersdijk wordt gekruist wordt aan weerszijde<br />

langs de <strong>Elsenerbeek</strong> een dalbegeleidende singel<br />

aangeplant met een breedte van circa 5 tot 10 meter.<br />

Petersdijk<br />

De Petersdijk wordt gekruist middels een duiker<br />

afmetingen 3 x 1,25 m. Er worden op de kruising<br />

met de ecologische verbindingszone veeroosters<br />

aangebracht om de grazers de oversteek van de<br />

Petersdijk mogelijk te maken. Deze veeroosters<br />

krijgen aan de uiteinden een open constructie ten<br />

behoeve van de amfibieën. Tussen deze veeroosters<br />

wordt de asfaltverharding vervangen door<br />

klinkers. Dit wegdeel wordt versmald tot 3.5 m<br />

om de snelheid van het verkeer af te remmen.<br />

Instroom watergang 2-8-0-2<br />

Tussen de Petersdijk en de Blokkendijk sluiten<br />

watergang 2-8-0-9 aan de oostzijde en 2-8-0-2 aan<br />

de westzijde via een bredere ondiepere bedding<br />

aan op de <strong>Elsenerbeek</strong>.<br />

27 Dienst Landelijk Gebied


De bodemhoogte dient net iets hoger te liggen<br />

dan die van de <strong>Elsenerbeek</strong>.<br />

Blokkendijk<br />

Vlak voordat de <strong>Elsenerbeek</strong> de Blokkendijk kruist<br />

maakt de beek een uitwijking naar het oosten om<br />

de boerderij aan de Blokkendijk te passeren.<br />

Hiervoor dient extra grond verworven te worden.<br />

De Blokkendijk wordt gekruist middels een duiker<br />

afmetingen 4 x 1,25 m. Er worden op de kruising<br />

met de ecologische verbindingszone veeroosters<br />

aangebracht (aan de uiteinden open: zie Petersdijk)<br />

om de grazers de oversteek van de Blokkendijk<br />

mogelijk te maken. Tussen deze veeroosters wordt<br />

de asfaltverharding vervangen door klinkers.<br />

De weg krijgt hier een breedte van 3.5 m om de<br />

snelheid af te remmen.<br />

Smalendijk<br />

Vlak voordat de <strong>Elsenerbeek</strong> de Smalendijk kruist<br />

wordt de breedte van de verbindingszone in het<br />

nauw gedreven. Als eerste dient een boerderij<br />

aan de Smalendijk gepasseerd te worden.<br />

Hiervoor dient extra grond verworven te worden.<br />

Mogelijk is het perceel ten oosten van deze boerderij,<br />

dat nu is ingeplant met hoogstamfruitbomen,<br />

uit te ruilen. Extra verwerving aan de oostzijde is<br />

misschien ook mogelijk. Dit geldt ook ten noorden<br />

van de Smalendijk.<br />

De Smalendijk wordt gekruist middels een duiker<br />

afmetingen 4 x 1,25 m. Er worden op de kruising<br />

met de ecologische verbindingszone veeroosters<br />

aangebracht (aan uiteinden open: zie Petersdijk)<br />

om de grazers de oversteek van de Smalendijk<br />

28 Inrichtingsplan <strong>Elsenerbeek</strong><br />

Figuur 15: Verborgen beek met beekdalbegeleidende beplanting<br />

mogelijk te maken. Tussen deze veeroosters wordt<br />

wederom de asfaltverharding vervangen door<br />

klinkers. De weg krijgt hier een breedte van 3.5 m<br />

om de snelheid te verminderen.<br />

Markeringspunten<br />

Ter plekke van terugkerende elementen van doorsnijdingen<br />

langs het hele beektraject wordt ter<br />

visualisering een markering aangebracht. In welke<br />

vorm dit kan plaatsvinden moet nog nader uitgewerkt<br />

worden.<br />

De benedenloop<br />

Voor de benedenloop is het model met de beekdalbegeleidende<br />

begroeiing gekozen uit de drie<br />

modellen die bedoelen zichtbaar te zijn in het<br />

landschap (zie figuur 15).<br />

Het fossiele beekdal in het terrein ten noorden van<br />

de Zunasche wal is niet of nauwelijks zichtbaar in het<br />

landschap, maar biedt misschien op de lange duur<br />

de meeste kansen voor de beek. Door deze ‘bedding’<br />

te volgen wordt ook onnodige doorsnijding<br />

van ‘kopjes’ voorkomen. Met name waar de beek de<br />

N347 kruist lijkt het gereserveerde gebied niet het<br />

meest aangewezen punt om de beek aan te leggen.<br />

De <strong>Elsenerbeek</strong> krijgt hier sterk wisselde breedtes.<br />

Langs de randen wordt aan beide zijden opgaande<br />

begroeiing aangeplant (visualisering beek).<br />

Kruising provinciale weg <strong>Rijssen</strong> - Nijverdal (N347)<br />

De N347 wordt in het plan Duurzaam Veilig gereconstrueerd<br />

door de provincie. Om de onveilige<br />

gelijkvloerse kruisingen te verwijderen worden er<br />

parallelwegen aangelegd langs de N347.


De kruising van de <strong>Elsenerbeek</strong> met de N347<br />

wordt mogelijk gerealiseerd door een nieuwe<br />

brug. Dit is wenselijk gezien het ecologische<br />

belang van dit deel van de verbindingszone<br />

(onderdeel van de robuuste verbindingszone). De<br />

brug bestaat uit drie verbindingen, namelijk die<br />

van de zuidelijk gelegen parallelweg met fiets-<br />

pad, de hoofdrijbaan van de N347 en de noorde-<br />

lijk gelegen parallelweg met fietspad. Elke verbin-<br />

ding wordt opgebouwd uit een overspanning met<br />

twee tussensteunpunten. De middelste ontstane<br />

ruimte is dan beschikbaar voor de <strong>Elsenerbeek</strong>.<br />

De twee buitenste ruimten dienen als droge ver-<br />

bindingszone.<br />

Aangezien de reconstructie van de provinciale<br />

weg binnenkort gaat spelen, kan met de inrichting<br />

van de <strong>Elsenerbeek</strong> hierop worden ingespeeld.<br />

De voorzieningen voor kruising van de<br />

<strong>Elsenerbeek</strong> kunnen direct meegenomen worden<br />

wanneer de weg wordt aangepakt.<br />

Tussen de provincie en de Dienst Landelijk Gebied<br />

vindt overleg plaats hoe de planprocessen van de<br />

<strong>Elsenerbeek</strong> en de reconstructie van de N347 tussen<br />

<strong>Rijssen</strong> en Nijverdal op elkaar aan kunnen sluiten.<br />

4.3.9 Aanhechting<br />

Inrichting Zunasche Hooilanden<br />

Nabij de uitstroom in de Regge is 13 ha nieuwe<br />

natuur in de Zunasche Hooilanden begrensd. Als<br />

streefbeeld geldt hier vochtige laagte van de<br />

Regge met bijbehorende es waarlangs de<br />

<strong>Elsenerbeek</strong> loopt en aantakt op de Regge.<br />

Hiervoor worden de volgende inrichtingsvoorstellen<br />

gedaan:<br />

1. Gehele laagte betrekken bij het natuurgebied.<br />

2. Overgang hoogte naar laagte symboliseren.<br />

3. Herstellen esrandbeplanting en oude gewassen<br />

terugbrengen op es.<br />

4. Recreatief en cultureel hoogtepunt maken van<br />

aantakking van <strong>Elsenerbeek</strong> op Regge.<br />

5. <strong>Elsenerbeek</strong> aantakken zo ver mogelijk boven<br />

de stuw, waardoor laagte regelmatig kan inunderen<br />

zonder dat aangrenzende landbouwgronden<br />

wateroverlast ondervinden.<br />

De <strong>Elsenerbeek</strong> mondt voor de stuw uit in de Regge<br />

Figuur 16: Kwelwatertafels<br />

Nadat de <strong>Elsenerbeek</strong> de N347 heeft gekruist,<br />

maakt de beek een grote bocht evenwijdig met<br />

de oostelijk gelegen steilrand en es (zie figuur 16).<br />

Ecologisch is het aantrekkelijk de beek bovenstrooms<br />

(of anders halverwege) van de in de<br />

Regge gelegen vistrap te laten uitmonden.<br />

Hierdoor kan de laagte voor de es inunderen.<br />

Vlak na de kruising met de N347 wordt een zandvang<br />

aangelegd. Dit is een extra breed stroombed,<br />

zodat door vermindering van stroomsnelheid<br />

meegevoerd zand sedimenteert. Dit zand<br />

wordt regelmatig afgegraven.<br />

Tevens wordt een recreatieve plek ingericht in de<br />

buurt van de N347 met een kwelwatertafel op het<br />

hoogste deel van de es, die ter plekke nog iets<br />

verhoogd zal worden. De bestaande duiker met<br />

gemetselde frontmuren kan worden gebruikt<br />

voor een wandel-/fietspad. De dalbegeleidende<br />

singel wordt aan de oostzijde geplant in de<br />

esrand. Aan de westzijde wordt een lage singel<br />

aangebracht.<br />

29 Dienst Landelijk Gebied


4.4 Recreatie<br />

Stedelijk intensief<br />

Voor het recreatief gebruik van de <strong>Elsenerbeek</strong> is<br />

rekening gehouden met de wensen van de bewo-<br />

ners. Tijdens de voorlichting over een eerste con-<br />

cept van het inrichtingsplan is een aantal wensen<br />

en ideeën ingebracht. Deze zijn betrokken bij de<br />

recreatieve inrichting van het plan. Voor de<br />

woonwijk Veeneslagen was het van groot belang<br />

dat de nieuwe <strong>Elsenerbeek</strong> door middel van een<br />

fietsbrug passeerbaar is. Deze wordt gerealiseerd.<br />

Gezien de begrazing met koeien is tevens reke-<br />

ning gehouden met het feit dat kinderen niet<br />

ongehinderd vanuit de wijk de zone in kunnen.<br />

Ook is het wenselijk dat de verbindingszone zo<br />

wordt ingericht dat het uitlaten van honden<br />

wordt ontmoedigd.<br />

Stedelijk extensief<br />

Langs het bedrijventerrein Plaagslagen ligt de<br />

beek nog in de stedelijke invloedssfeer, maar de<br />

interactie tussen de stad en beek is hier minder<br />

dan bij Veeneslagen. Binnen de toekomstige<br />

groenvisie van Plaagslagen is opgenomen dat het<br />

bedrijventerrein zich afschermt van het buitenge-<br />

bied door middel van bossingels. Deze singels<br />

komen van nature voor op de aanwezige<br />

beekeerdgronden.<br />

Recreatie vindt plaats langs de <strong>Elsenerbeek</strong> over<br />

het fietspad via de Maisweg. Dit fietspad wordt in<br />

het kader van de landinrichting aangelegd. Om<br />

het karakter van het gebied te behouden zou het<br />

fietspad uit het huidige zandpad moeten bestaan.<br />

Of hooguit een halfverhard pad. Het gebied<br />

bestaat namelijk uit een stramien van zandwegen<br />

met een kleinschalig karakter ertussen. Een strook<br />

asfalt verliest het contact met de omgeving, wat<br />

juist zo belangrijk is voor de recreant.<br />

30 Inrichtingsplan <strong>Elsenerbeek</strong><br />

Landelijk gebied<br />

Het landelijk gebied rondom <strong>Rijssen</strong> is een waar<br />

paradijs voor de recreant. Door de verschillende<br />

deelgebieden is het een aantrekkelijk en afwisselend<br />

landelijk gebied. Er zijn vele zandwegen en<br />

onverharde wegen waardoor de fietsers en wandelaars<br />

zich nog echt in het landelijk gebied<br />

wanen.<br />

Zandwegen hebben naast een recreatieve meerwaarde<br />

ook een grote meerwaarde voor planten<br />

en dieren. Verharding geeft een harde scheiding<br />

in het landschap terwijl een zandweg een geleidelijke<br />

overgang vormt. Verharde wegen zorgen<br />

eveneens voor sluiproutes voor auto’s waardoor<br />

het met de rust in het gebied gedaan is.<br />

Daar waar de <strong>Elsenerbeek</strong> in het landelijk gebied<br />

gaat, loopt er geen fiets of voetpad langs de beek.<br />

De dappere recreant kan de beek zelf natuurlijk<br />

gaan volgen. Met de broek opgestroopt door het<br />

water. Maar de <strong>Elsenerbeek</strong> is wel te benaderen<br />

vanaf de kruisingen met de Petersdijk, Blokkendijk<br />

en Smalendijk.<br />

Natuurgebied<br />

In de natuurgebieden is de <strong>Elsenerbeek</strong> zichtbaar<br />

vanaf fietspaden. Mogelijk kunnen hier enige zitplaatsen<br />

worden gemaakt met bankjes of zitkeien.<br />

Ook is een educatief punt langs een fietspad<br />

mogelijk.


5 Eigendom, beheer en onderhoud<br />

Eigendom<br />

Bij de nadere uitwerking is het tracé van de verbindingszone<br />

op een plek uitgebreid met 1,3 ha.<br />

Het eigendom van de ecologische verbindingszone<br />

gaat deels naar het waterschap (strook<br />

van 15 m) en deels naar Staatsbosbeheer(het<br />

overig deel).<br />

Voor de realisatie van de <strong>Elsenerbeek</strong> is 26 ha (+<br />

3 ha) nodig.<br />

Op grond van artikel 142, lid 1a van de<br />

<strong>Landinrichting</strong>swet zijn de grondeigenaren van<br />

de kortingsgronden verplicht de grond hiervoor<br />

af te staan. Deze zgn. korting wordt gecompenseerd<br />

in grond of geld.<br />

Beheer en onderhoud<br />

Er is voor gekozen om het beheer en onderhoud<br />

van de beek en ecologische zone door<br />

één instantie te laten plaatsvinden. Gezien de<br />

omvang, doel en functie is overeengekomen dat<br />

dit door SBB gaat gebeuren.<br />

Waterschap en SBB zullen omtrent het beheer<br />

en onderhoud van de afwaterende funktie van<br />

de beek goede afspraken maken. Uitgangspunt<br />

is dat de afwaterende functie voor de landbouwgebieden<br />

onder normale omstandigheden<br />

gewaarborgd moet blijven. Het waterschap zal<br />

de kosten voor beheer en onderhoud vergoeden<br />

aan het SBB.<br />

Uitgangspunt voor het beheer van de ecologische<br />

zone vormt de ecologische functie van de<br />

<strong>Elsenerbeek</strong>; recreatie en wensen van bewoners<br />

zijn afgeleiden hiervan.<br />

Bij het beheer wordt gestreefd naar de volgende<br />

verhoudingen: 20% watergebonden vegetatie,<br />

60% grazige vegetaties (droge ruigtesoorten,<br />

schrale en matig voedselrijke vegetaties),<br />

20% struweel en opslag. Dit is een afspiegeling<br />

van de natuurgebieden die met elkaar worden<br />

verbonden.<br />

Voor de zone van de <strong>Elsenerbeek</strong> is gekozen voor<br />

begrazingsbeheer. De beheerskosten zijn hiervoor<br />

van doorslaggevende betekenis. De beheersgelden<br />

van Staatsbosbeheer zijn gebaseerd op<br />

natuurdoeltypen; hoe zeldzamer hoe hoger de<br />

beheersvergoedingen. Aanvullend beheer in de<br />

vorm van maaien op de grazige terreindelen dient<br />

mogelijk te blijven. Met de aanleg en met het<br />

beheer wordt hiermee rekening gehouden.<br />

Naar verwachting zijn de te realiseren natuurdoeltypen<br />

in de <strong>Elsenerbeek</strong> vrij algemeen van aard en<br />

daardoor zullen ook de beheerslasten navenant<br />

relatief laag moeten zijn. De begrazing zou kunnen<br />

gebeuren door inscharing van vee door agrariërs<br />

uit het gebied. In verband met de begrazing<br />

dient de vlechtheg voldoende uitgerasterd te worden.<br />

De zone zal in enkele begrazingseenheden worden<br />

opgedeeld.<br />

Om de doorvoer van water te verbeteren en<br />

opslag te verwijderen is soms aanvullend beheer<br />

gewenst.<br />

Het onderhoud van de zone van de <strong>Elsenerbeek</strong><br />

wordt uitgevoerd door Staatsbosbeheer. Over het<br />

onderhoud van de vlechtheg is overleg gaande.<br />

Zullen deze koeien van het Elsenerveld in de toekomst de <strong>Elsenerbeek</strong> gaan beheren?<br />

31 Dienst Landelijk Gebied


6 Raming van de kosten<br />

tabel 6.1 Begroting van de <strong>Elsenerbeek</strong>.<br />

De raming van de kosten van de <strong>Elsenerbeek</strong> is als volgt:<br />

Gebied /maatregelen Hoeveelheid Eenheid Prijs per eenheid Subtotaal<br />

Slopen kunstwerken in bestaande watergang en afvoeren/storten 16 st ¤ 800,00 ¤ 12.800,00<br />

Overige opruimwerkzaamheden 4.485 are ¤ 6,00 ¤ 26.910,00<br />

Grond ontgraven vervoeren en verwerken in project (verschralen hele ecozone gem.<br />

25cm en stroomgeul graven incl. poelen en zandopduikingen en dempen watergangen)<br />

132.000 m3 ¤ 5,27 ¤ 695.640,00<br />

Rijplaten 1 1000 m ¤ 125.000,00 ¤ 125.000,00<br />

Groene flanken 1 st ¤ 10.100,00 ¤ 10.100,00<br />

kunstwerk waterscheiding bij spoorbaan 1 st ¤ 15.800,00 ¤ 15.800,00<br />

Duiker stedelijk water onder spoorbaan en aansluiting op maatgraven 1 st ¤ 90.000,00 ¤ 90.000,00<br />

Aansluiting landelijk water op <strong>Elsenerbeek</strong> en duiker landelijk water onder<br />

Holterstraatweg (35m 4,0 x 1,5)<br />

1 st ¤ 218.000,00 ¤ 218.000,00<br />

Raster van geklooft eiken palen (ook langs vlechthaag) 12.000 m ¤ 3,80 ¤ 45.600,00<br />

Vlechthaag 2.000 m ¤ 11,00 ¤ 22.000,00<br />

Recreatieve voorzieningen 7 st ¤7.000,00 ¤ 49.000,00<br />

Inrichting recreatieve knoop st ¤ ¤ 45.000,00<br />

Bomen (poortwachters) 8 st ¤ 110,00 ¤ 880,00<br />

Dalbegeleidende begroeiing 4.000 m ¤ 7,00 ¤ 28.000,00<br />

Puinwaaier 1 st ¤ 65.000,00 ¤ 65.000,00<br />

Ruitersluis 1 st ¤ 2.800,00 ¤ 2.800,00<br />

Maisweg afsluiten voor gemotoriseerd verkeer (wordt onverhard fietspad) 2 st ¤ 800,00 ¤ 1.600,00<br />

Draaideur 1 st ¤ 46.000,00 ¤ 46.000,00<br />

Teerhoudend asfalt verwijderen 350 m ¤ 165,00 ¤ 57.750,00<br />

Veeroosters voor weg 10 st ¤ 4.500,00 ¤ 45.000,00<br />

Veeroosters voor fietspad 2 st ¤ 2.100,00 ¤ 4.200,00<br />

Duikers 3 bij 1,25 2 st ¤ 22.500,00 ¤ 45.000,00<br />

Duikers 4 bij 1,25 2 st ¤ 23.700,00 ¤ 47.400,00<br />

Fietspad bij N347 en aanhechting 450 m ¤ 109,00 ¤ 49.050,00<br />

Aanhechting 1 st ¤ 95.000,00 ¤ 95.000,00<br />

Slopen/vergoeden opstallen 2 st ¤ 115.000,00<br />

subtotaal ¤ 1.958.530,00<br />

Onvoorzien 2% ¤ 39.170,00<br />

Opslag 15% ¤ 293.780,00<br />

Dir kosten 24% ¤ 470.050,00<br />

BTW 19% ¤ 372.120,00<br />

Totaal ¤ 3.133.650,00<br />

Fietsbrug over <strong>Elsenerbeek</strong>* pm<br />

Brug N347 en parallelweg* pm<br />

Bodemonderzoek pm<br />

Schadevergoeding landbouw pm<br />

Overige stortkosten (mogelijk verontreinigde grond pm<br />

Leges, vergunningen en ontheffingen pm<br />

* worden op een andere wijze gefinancierd en gerealiseerd<br />

32 Inrichtingsplan <strong>Elsenerbeek</strong>


Bijlage 1 Samenstelling werkgroep<br />

Gemeente <strong>Rijssen</strong>- Holten: H. Hollering<br />

J. Korenromp<br />

Waterschap Regge en Dinkel: H. Beltman<br />

W. Dammers<br />

M. Zonderwijk<br />

Staatsbosbeheer: T. Klomphaar<br />

<strong>Landinrichting</strong>scommissie <strong>Rijssen</strong>: F.J. Lentelink<br />

J.H.J. Bessembinder<br />

Dienst Landelijk Gebied: A. Harsveld<br />

F. Ringenaldus<br />

G.W. Tuinstra (voorzitter)<br />

D.J. Leeuwerik (secretaris)<br />

33 Dienst Landelijk Gebied


Bijlage 2 Hydraulisch ontwerp<br />

Het ontwerp voor de <strong>Elsenerbeek</strong> is tot stand gekomen door berekeningen uit te voeren met behulp<br />

van een hydraulisch model, dat is gemaakt met behulp van het computerprogramma SOBEK-CF.<br />

Randvoorwaarden en uitgangspunten<br />

Voor het bepalen van de watergangdimensies zijn vier afvoersituaties van belang:<br />

• Drooglegging<br />

Drooglegging is het verschil tussen het waterpeil in de watergangen en het maaiveld van het gebied dat<br />

aan de watergang grenst. In de volgende tabel zijn de droogleggingsnormen weergegeven die door het<br />

Waterschap Regge en Dinkel worden gehanteerd .<br />

Het traject tussen de spoorlijn en de Schoneveldsdijk wordt beschouwd als een afwateringswaterloop.<br />

Hierbij moet alleen worden gecontroleerd of het water bij 2Q niet boven het maaiveld stijgt. Daarnaast<br />

mag het peil in de beek niet leiden tot problemen ten zuiden van het spoor en de zijwatergang 2-8-0-16.<br />

Het deel tussen de Schoneveldsdijk en de Regge dient wel te voldoen aan de landbouwkundige drooglegging<br />

(80 cm bij 1/4Q en 0cm bij 2Q).<br />

De gebieden die op de landinrichtingskaart staan aangegeven als nieuwe natuur hoeven niet te voldoen<br />

aan de landbouwkundige drooglegging.<br />

Het waterpeil aan de uitstroomzijde van de duiker onder het spoor moet zodanig zijn dat het peil<br />

bovenstrooms van de duiker maximaal circa 10,75 m NAP bedraagt bij maatgevende afvoer 2Q. Het peil<br />

van 10,75 m NAP is nodig voor het waarborgen van voldoende drooglegging in het gebied ten zuiden<br />

van de spoordijk.<br />

34 Inrichtingsplan <strong>Elsenerbeek</strong>


• Stroomsnelheid<br />

De toetsing van de berekende stroomsnelheden is alleen uitgevoerd bij maatgevende afvoer Q. In het<br />

dwarsprofiel is de daarbij toelaatbare stroomsnelheid maximaal 75 cm/s.<br />

Bij bruggen en duikers geldt de uitstroomsnelheid. Tot + 70 cm/s hoeven geen uitstroomvoorzieningen<br />

aangebracht te worden.<br />

• Afvoerfactor<br />

Op basis van meetgegeven van de huidige watergang 2-8 bij de uitmonding in de Regge zijn de volgende<br />

afvoerfactoren berekend.<br />

• Debieten<br />

Voor de toekomstige situatie is uitgegaan van de debieten die zijn weergegeven in de volgende tabel.<br />

Huidig Ten zuiden Ten zuiden van Tussen spoorlijn Totaal op<br />

stroomgebied spoorlijn, duiker spoorlijn en huidig eindpunt<br />

Keizersdijk westelijke duiker stroomgebied<br />

Oppervlak (ha)<br />

Ontwerpdebiet (m3/s)<br />

1557 422 1091 826 3896<br />

• 1/100Q 0,06 0,02 0,04 0,03 0,16<br />

• ¼Q 0,26 0,07 0,19 0,14 0,66<br />

• 1Q 1,2 0,32 0,84 0,64 3,0<br />

• 2Q 2,4 0,65 1,7 1,3 6,0<br />

• Retentie<br />

In het gebied van de ruilverkaveling <strong>Rijssen</strong> zal op verschillende locaties retentie aangelegd worden.<br />

Voor dit model relevante gebieden zijn Overtoom (duiker Keizersdijk), Middelveen (westelijke duiker),<br />

Ligtenberg en de Leiding (2-8-0-16) en de Zunasche Heide.<br />

• Wandruwheidsfactor<br />

De <strong>Elsenerbeek</strong> zal zeer extensief worden onderhouden, dit resulteert in een model met een hoge<br />

weerstand. Daarnaast is de waterdiepte in de verschillende afvoersituaties verschillend, wat resulteert<br />

in verschillende weerstanden. De gehanteerde waarden voor de wandruwheidsfactor KManning zijn weergegeven<br />

in de volgende tabel.<br />

35 Dienst Landelijk Gebied


• Eindpeilen in de Regge<br />

In het ontwerp van de <strong>Elsenerbeek</strong> is uitgegaan van de volgende peilen in de Regge.<br />

• Stuwen<br />

In het ontwerp zijn geen stuwen opgenomen.<br />

Het ontwerp<br />

Dwarsprofielen<br />

De gestelde randvoorwaarden en ontwerpnormen hebben in eerste instantie geleid tot een zeer breed<br />

en ondiep profiel, wat moeilijk beheersbaar is en bovendien veel ruimte kost.<br />

Daarom is gezamenlijk een extra rekensessie uitgevoerd door DLG, Waterschap Regge en Dinkel en<br />

Grontmij. Doel van deze extra rekensessie was het ontwerp zodanig aan te passen dat er een voor alle<br />

partijen acceptabel ontwerp zou zijn. Daarbij zijn de eerder gestelde randvoorwaarden zoveel mogelijk<br />

gehandhaafd.<br />

In het ontwerp voor de <strong>Elsenerbeek</strong> komen twee dwarsprofielen voor. Beide profielen zijn breed en<br />

ondiep. Het deel van de <strong>Elsenerbeek</strong> tussen het spoor en de instroom van watergang 2-8-0-16 heeft een<br />

profiel met een bodembreedte van 0 m, één talud van 1:1,5 en één talud van 1:20 ; kan wisselen afhankelijk<br />

van reliëf. Het deel tussen de instroom van watergang 2-8-0-16 en de Regge heeft een bodembreedte<br />

van 8 m, één talud van 1:1,5 en één talud van 1:20. De opdeling is gebaseerd op de benodigde<br />

afvoercapaciteit.<br />

Tot aan de instroom van watergang 2-0-8-16 ten noorden van de Ligtenbergerdijk is de afvoer in de<br />

<strong>Elsenerbeek</strong> gelijk aan de afvoer bij het instroompunt onder het spoor. Vanuit watergang 2-8-0-16 komt<br />

de afvoer van de landbouwgebieden de Leiding, Norkerij, Ligtenberg en Ligtenbergerveld in de<br />

<strong>Elsenerbeek</strong> erbij en verdubbelt de afvoer. Vanaf het instroompunt van watergang 2-8-0-16 neemt de<br />

afvoer geleidelijk verder toe, naarmate meer zijwatergangen uitmonden in de <strong>Elsenerbeek</strong>.<br />

De bodem van de watergang ligt in het benedenstroomse deel van de beek 20 cm dieper dan volgens de<br />

gehanteerde criteria is toegestaan.<br />

Het geringe beschikbare bodemverhang en de kleine beschikbare waterdiepte (0,20m bij 1/4 Q) hebben<br />

in de eerste berekeningen geleid tot een zeer breed profiel. DLG en WRD hebben geconcludeerd dat het<br />

ontwaterende effect van een diepere beek waarschijnlijk gering is vanwege de grote afvoeren bij<br />

1/100Q. Hierbij is 1/100Q hierbij niet 1% van de maatgevende afvoer, maar de afvoer, die ca 90% van de<br />

zomerperiode gehaald of overschreden wordt, bepaald uit de duurlijn.<br />

Uit de meetreeks blijkt dat de beek waarschijnlijk altijd watervoerend blijft.<br />

Hierdoor en door het toepassen van een hoge weerstand (extensief onderhoud) komt de ontwateringsbasis,<br />

ondanks een lagere bodem, niet dieper dan 1,0 m. Aan de gestelde randvoorwaarde wordt dan<br />

ook nog voldaan.<br />

In de berekeningen is 1/4Q de maatgevende afvoersituatie gebleken. Bij 2Q is een grotere drooglegging<br />

dan nodig berekend, wat betekent dat de kans op inundatie van de gronden in de omgeving van de<br />

<strong>Elsenerbeek</strong> relatief klein is.<br />

Dit geldt niet voor de natuurgebieden direct langs de beek. De taluds van de watergang voeren in de 1/4<br />

situatie nauwelijks water af door de geringe waterdiepte. Bij 2Q dragen de taluds wel bij aan de afvoer.<br />

36 Inrichtingsplan <strong>Elsenerbeek</strong><br />

Profiel benedenstrooms


Berekende stroomsnelheden in de watergangen<br />

De berekende stroomsnelheden in het profiel vallen ruim binnen de norm van 0,75 m/s. De stroomsnel-<br />

heid bij Q varieert van 0,15 m/s tot maximaal 0,47 m/s bij de uitmonding in de Regge. Deze lage stroom-<br />

snelheden zijn voornamelijk een gevolg van het geringe verhang in het tracé van de <strong>Elsenerbeek</strong>.<br />

Meandering is door de lage stroomsnelheden niet te verwachten. Alleen in het deel tussen de bestaan-<br />

de duiker onder de N347 en de uitmonding in de Regge bestaat er een kans op meandering.<br />

Kunstwerken<br />

De dimensies van de duikers zijn als volgt:<br />

Kunstwerk Locatie b.o.k. (m tov NAP) breedte (m) hoogte (m) lengte (m)<br />

111 <strong>Rijssen</strong>seweg 6.53 2,00 1,20 44<br />

D_eb1 Smalendijk 7,05 4,00 1,25 9<br />

D_eb2 Blokkendijk 7,21 4,00 1,25 10<br />

D_eb3 Petersdijk 7.41 3,00 1,25 11,5<br />

D_eb4 Schoneveldsdijk 7,60 3,00 1,25 11<br />

D_eb5 Ligtenbergerdijk 8,45 3,00 0,75 10<br />

D_eb6 Holterstraatweg 9,71 3,00 0,75 20<br />

D_eb7 * Westelijk spoor 7,92 Rond 1500 16<br />

* gelet op de lage ligging van deze bestaande duiker t.o.v. de nieuwe bodemhoogte van de <strong>Elsenerbeek</strong>,<br />

zal deze duiker aangepast dienen te worden tot een soort onderleider.<br />

Vanaf de Ligtenbergerdijk zijn twee nieuwe duikers opgenomen in het ontwerp. Eén onder de<br />

Ligtenbergerdijk en één onder de provinciale weg Holten-<strong>Rijssen</strong>. Daarnaast zijn de bestaande duikers<br />

onder de Smalendijk, de Blokkendijk, de Petersdijk en de Schoneveldsdijk opnieuw gedimensioneerd.<br />

De bestaande duiker onder provinciale weg N347 kan worden gehandhaafd. De duiker zal bij grote<br />

afvoeren de afvoer knijpen. Door de grote opstuwing voor de duiker wordt de berging in het profiel<br />

optimaal benut. Bij lage afvoeren levert deze duiker nauwelijks opstuwing door de lage ligging. Er ont-<br />

staan dus geen problemen met de drooglegging bij 1/4Q. De overige duikers zijn komen te vervallen.<br />

De stroomsnelheden in de duikers zijn hoog in het benedenstroomse deel: tussen de 0,80 en 0,90 m/s.<br />

Hier dienen dan ook uitstroomvoorzieningen te worden aangebracht (D_eb1 t/m D_eb4). In het boven-<br />

stroomse deel(D_eb5 en D_eb6) is de stroomsnelheid in de duikers geringer: ca 0,50 m/s.<br />

Hier zijn uitstroomvoorzieningen niet noodzakelijk. In de bestaande duiker onder de N347 wordt de<br />

snelheid het hoogst: 1,36 m/s. Hier is een goede uitstroomvoorziening absoluut noodzakelijk.<br />

Flora- en faunapassages<br />

In het ontwerp zijn flora- en faunapassages ter plaatse van kruisingen van de <strong>Elsenerbeek</strong> met infra-<br />

structuur niet door Grontmij uitgewerkt. In het ontwerp zijn de minimum afmetingen voor duikers<br />

gegeven, zodat de maatgevende afvoeren goed kunnen worden verwerkt. We gaan er van uit dat<br />

Dienst Landelijk Gebied Overijssel aangeeft waar de passages moeten komen en hoe die er uit moeten<br />

zien. De flora- en faunapassages kunnen in de besteksfase in het ontwerp worden opgenomen. In het<br />

algemeen geldt vanuit het oogpunt van ecologie een voorkeur voor bruggen boven duikers.<br />

Stuwen<br />

De aanwezige stuwen zijn in het ontwerp vervallen. Voor de uitstroom naar de Regge kan worden gekozen<br />

uit verschillende mogelijkheden. Eén mogelijkheid is geen uitstroomvoorziening aan te leggen.<br />

Doordat vanaf duiker D_eb 1 het verval relatief groot is, kan erosie plaatsvinden. De Regge zal daarom<br />

waarschijnlijk worden belast met het nodige sediment ter plaatse van de instroom. Daarom lijkt deze<br />

mogelijkheid niet gewenst.<br />

Een andere mogelijkheid is aanleggen van een bodemval benedenstrooms van de meest benedenstroomse<br />

duiker in de <strong>Elsenerbeek</strong>, waarmee meandering en erosie van het laatste deel van de<br />

<strong>Elsenerbeek</strong> wordt voorkomen.<br />

37 Dienst Landelijk Gebied<br />

Profiel bovenstrooms


Drooglegging<br />

De berekende drooglegging in de directe omgeving van de <strong>Elsenerbeek</strong> bij de maatgevende afvoeren<br />

1/4Q en 2Q voldoet aan de gestelde norm.<br />

Het berekende peil bovenstrooms van de duiker onder het spoor is met NAP 10,64 m bij 2Q ruim beneden<br />

het maximaal toegestane peil van NAP 10,75 m. Benedenstrooms van de duiker voldoet het peil met<br />

10,55 m precies aan het vereiste niveau.<br />

Beheer en Onderhoud<br />

Door het aanleggen van een talud van 1:1,5 aan een zijde van de beek, zal het mogelijk zijn de<br />

<strong>Elsenerbeek</strong> vanaf de kant te onderhouden. Het ligt echter in de bedoeling om de <strong>Elsenerbeek</strong> zeer<br />

extensief te onderhouden.<br />

De begroeiinggraad van de beek zal een sterk effect hebben op de weerstand van de beek. Het zou kunnen<br />

dat de weerstand van de beek door de begroeiing groter wordt dan waar in het ontwerp rekening<br />

mee is gehouden. Dan zal niet langer aan de droogleggingeis worden voldaan. Het is daarom raadzaam<br />

de begroeiinggraad en opstuwing te monitoren en het onderhoud hierop af te stemmen.<br />

Een strook van 15 m breed door het waterschap zal worden onderhouden. Het overige deel zou worden<br />

beheerd door staatsbosbeheer. Beide partijen dienen nadere afspraken te maken over het beheer.<br />

Ecologie<br />

In <strong>Landinrichting</strong>splan <strong>Rijssen</strong> wordt gesproken van de aanleg van poelen en natte hooilanden in en<br />

langs de <strong>Elsenerbeek</strong>. Deze worden bij de verdere uitwerking van het ontwerp meegenomen.<br />

Er is bij het ontwerp rekening gehouden met een minimale ontwaterende werking van de <strong>Elsenerbeek</strong>.<br />

De flauwe taluds bieden ruimte voor het aanleggen van poelen en het ontstaan van een vochtminnende<br />

vegetatie. De taluds zullen door wisselende waterpeilen afwisselend droog zijn en onder water staan.<br />

Omdat de <strong>Elsenerbeek</strong> een ecologische verbinding vormt tussen het natuurgebied Middelveen, de<br />

Zunasche heide en de Regge, dient bij de aanleg van de duikers rekening te worden gehouden met faunapassages.<br />

Deze passages kunnen worden uitgevoerd als looprichel in de duiker. Wanneer deze richels<br />

minimaal 0,40 m boven de bodem van de duiker worden aangelegd, vormen ze bij 1/4Q (maatgevende<br />

situatie) geen hydraulische belemmering. Een aparte, droge duiker voor faunapassage kan vanuit ecologisch<br />

oogpunt de voorkeur hebben.<br />

38 Inrichtingsplan <strong>Elsenerbeek</strong>


11<br />

10<br />

9<br />

hoogte in m tov NAP<br />

8<br />

7<br />

6<br />

11<br />

10<br />

9<br />

7<br />

6<br />

Lengte profiel Elsener beek (0.25Q)<br />

0 500 1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000<br />

Lengte profiel Elsener<br />

afstand<br />

beek<br />

tov<br />

(0.25Q)<br />

Regge<br />

hoogte in m tov NAP<br />

8<br />

Lengte profiel <strong>Elsenerbeek</strong> (0.25Q)<br />

Bottom Max.Water Levels bestaande bodem 2-8 maatgevend maaiveld vereiste drooglegging<br />

Lengte profiel <strong>Elsenerbeek</strong> (2Q)<br />

0 500 1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000<br />

39 Dienst Landelijk Gebied<br />

afstand tov Regge<br />

Bottom Max.Water Levels bestaande bodem 2-8 maatgevend maaiveld vereiste drooglegging


Bijlage 3 Vlechtheggen<br />

In een tijd waarin draad en gaas de functie van heggen hebben overgenomen en onderhoud niet veel<br />

mag kosten, is het onderhoud van heggen verwaarloosd. Het leggen van landelijke heggen, een eeu-<br />

wenoud ambacht, is hierdoor in Nederland verloren gegaan. Toch is het leggen, een belangrijke onder-<br />

houdstechniek die er op langere termijn voor zorgt dat heggen gezond, mooi en functioneel blijven.<br />

Daarmee vormt het een belangrijke bijdrage aan het in stand houden en verbeteren van heggenland-<br />

schap, een cultuurhistorisch, maar ook ecologisch en maatschappelijk belangrijk landschapselement.<br />

Oud ambacht<br />

Het leggen van heggen is een ambacht dat in noordwest Europa ruim tweeduizend jaar oud is. De oud-<br />

ste tekst die er naar verwijst komt uit Julius Caesar’s verslag van de oorlog tegen de Galliërs. In het hui-<br />

dige Vlaanderen worden zijn legers gehinderd door een landschap vol heggen: “(Deze mensen) …. hak-<br />

ken dus jonge bomen om - echter zonder ze geheel door te hakken - , buigen ze en vervlechten de in de<br />

breedte groeiende takken, voegen doorn- en braamstruiken ertussen en zijn zo in staat deze heiningen<br />

tot een verschansing als een muur te vormen, zodat men er niet alleen niet door kan dringen, maar er<br />

zelfs niet doorheen kan kijken.”<br />

Tegenwoordig wordt het ambacht nog beroepsmatig uitgevoerd in Engeland en Ierland (‘hedgelaying’).<br />

In Duitsland, Nederland, België en Frankrijk is het geschiedenis, hoewel er initiatieven zijn om het<br />

ambacht nieuw leven in te blazen.<br />

Het leggen is een onderhoudstechniek die in landelijke heggen maar eens in de 10-15 jaar behoeft te<br />

worden toegepast. Struiken worden dan vlak boven de grond grotendeels doorgezaagd om ze vervol-<br />

gens, zoals de naam zegt, ‘te leggen’. De een over de ander, als een rij dominostenen. Het resultaat is<br />

een rij stammen en takken, die het volgende seizoen uitgroeien tot een hecht, natuurlijk vlechtwerk.<br />

Vandaar dat in Nederland soms ook wel van vlechtheggen gesproken wordt. Het doel van het leggen is<br />

in de eerste plaats een efficiënte veekering. Geen vee mag door de heg heen kunnen breken!<br />

Het leggen van heggen is zwaar en ‘stekelig’ werk, want veekerende heggen bestaan voornamelijk uit<br />

doornstruiken (meidoorn en sleedoorn) vaak vermengd met wilde rozen en bramen. Veel boeren<br />

besteedden het werk daarom wellicht graag uit aan de heggenlegger (‘hedgelayer’), die ‘s winters met<br />

zijn snoeimessen en bijlen van boerderij naar boerderij trok. De moderne heggenlegger gebruikt nog<br />

vaak oude snoeimessen en bijlen maar is daarnaast uitgerust met een motorzaag.<br />

Waarom een heg leggen?<br />

Door een landelijke heg zo nu en dan te leggen blijft deze veekerend. In iedere heg, ook in een die in het<br />

begin erg dicht is, vallen na verloop van tijd gaten. Bijvoorbeeld omdat vee er aan vreet, de onderste<br />

takken te weinig licht krijgen en er struiken doodgaan. Stukken hout of een oud ledikant kunnen tijde-<br />

lijk helpen maar een structurele oplossing is toch geboden. Het leggen is de ideale onderhoudstechniek<br />

die ervoor zorgt dat gaten gedicht worden en een open heg weer enige jaren een dichte structuur heeft.<br />

Het leggen is mede daarom zo’n goede techniek omdat het tot natuurlijke verjonging van struiken leidt.<br />

De gelegde struik vormt namelijk aan de basis krachtige uitlopers die een nieuwe generatie struiken<br />

oplevert. Dit in tegenstelling tot het gebruikelijke onderhoud dat bestaat uit het afzagen (‘afzetten’) van<br />

struiken op 1-1,2 meter hoogte. Kortom, door een heg te leggen blijft deze gezond en levenskrachtige en<br />

vormt hij niet alleen een mooi landschapselement, maar kan hij zijn eeuwen oude functie van veekering<br />

behouden.<br />

40 Inrichtingsplan <strong>Elsenerbeek</strong>


Stijlen<br />

In de loop der eeuwen zijn allerlei stijlen van heggenleggen ontwikkeld. Aan een heg rond een schapenwei<br />

worden immers andere eisen gesteld dan een voor koeien. In Engeland alleen zijn zeker 8 veel<br />

voorkomende stijlen. Belangrijke verschillen tussen stijlen vormen de richting waarin struiken gelegd<br />

worden (kruislings of naar een kant) en het al dan niet gebruiken van staken en tenen om de gelegde<br />

heg steviger te maken. Nog steeds vindt er ontwikkeling plaats. Zo is in Engeland de ‘bird-friendly’ stijl<br />

gesignaleerd. Niet dat de andere stijlen vogelonvriendelijk zijn, maar deze voldoet blijkbaar nog beter<br />

aan de eisen van natuurliefhebbers.<br />

Nederland kende tot aan het begin van de 20e eeuw veel gebieden met een dicht netwerk aan landelijke<br />

heggen. Er is helaas niet meer zo erg veel bekend over het onderhoud van deze heggen in het verleden.<br />

Momenteel wordt daar overigens nog wel onderzoek naar gedaan. Zeker is dat in het huidige<br />

Maasheggen gebied tussen Cuyk en Vierlingsbeek in het verleden heggen werden gelegd. En er zijn<br />

aanwijzingen dat dit ook elders (bijv. de Ooijpolder, in Zuid-Limburg en in Zeeuws Vlaanderen) gebeurde.<br />

Over verschillen in regionale stijlen weten we ook het een en ander. Het best bekend is de stijl van<br />

het Maasheggengebied en die van zuid Limburg. In het Maasheggen gebied werden geen staken van<br />

dood hout en evenmin tenen gebruikt. In plaats daarvan werd op regelmatige afstand een struik hoger<br />

doorgezaagd en over de heg gelegd. Een vergelijkbare techniek was overigens ook in de Vendée in<br />

Frankrijk gebruikelijk. In zuid Limburg werd veel dood hout gebruikt om tot een gevlochten structuur te<br />

komen (‘tuunen’). Dit wordt overigens bij veel andere stijlen als een soort doodszonde beschouwd.<br />

Gelegde heg & landschap<br />

Het leggen van heggen bevordert afwisseling in het landschap. Hierbij moeten we aantekenen dat een<br />

gelegde heg niet hetzelfde is als een geschoren heg. Deze laatste wordt regelmatig (kort) geschoren.<br />

Het leggen daarentegen gebeurt maar eens in de 10-15 jaar. Na het leggen is de heg dicht, smal en 1-<br />

1,2 meter hoog. Daarna groeit de heg echter weer uit. Indien deze niet gesnoeid wordt, groeit hij uit tot<br />

een weelderig struikgewas, maar door eens in de 1 à 2 jaar vormsnoei toe te passen, kunnen hoogte en<br />

breedte gecontroleerd worden.<br />

Het leggen van heggen is een goede techniek om een open landschapsbeeld te handhaven maar past<br />

ook goed in het beheer van struweelheggen. Door gefaseerd te leggen krijgen we een heggenlandschap<br />

met verschillende ontwikkelingsstadia ofwel een gevarieerd en ecologisch rijk landschap.<br />

Leggen: stappenplan<br />

Het doel van het leggen is een heg weer veekerend te maken en een heg te stimuleren zich te verjongen.<br />

Soms ook zijn heggen zo hoog en breed geworden dat het wenselijk is hun ruimtebeslag en schaduwwerking<br />

te beperken. Leggen is niet slechts een snoeitechniek, maar is onderdeel van een proces<br />

dat hierna beschreven wordt.<br />

Stap 1<br />

Het leggen van een heg vraagt tijdige voorbereiding. Het is daarbij belangrijk te weten wat de eigenaar<br />

met de heg wil, hoe de heg is samengesteld en hoe hij er bij staat.<br />

Niet elke heg kan bijvoorbeeld direct gelegd worden. Een heg moet voldoende hoog zijn. Voor een<br />

gelegde heg van 1 meter hoogte moet het uitgangspunt een heg van minimaal 2-2,5 meter zijn.<br />

Regelmatig gesnoeide of pas afgezette heggen moeten soms eerst nog een of twee seizoenen groeien.<br />

Het snoeien van de zijkanten kan dan overigens geen kwaad. Indien heggen in een slechte staat<br />

verkeren is het beter eerst een plan te maken en de nodige herstelwerkzaamheden uit te voeren.<br />

Nadat de heg bekeken en gemeten is, kunnen we bepalen hoeveel staken en tenen, en eventueel<br />

plantmateriaal, nodig zijn. Het leggen gebeurt tussen eind oktober en begin april. De planten zijn<br />

dan in rust en hebben veelal hun blad verloren waardoor we goed kunnen zien wat we doen.<br />

Stap 2<br />

Als het veldwerk begint inspecteren we de heg nog eens om te zien welke soorten er in voorkomen,<br />

waar het midden van de heg loopt, of er moeilijke trajecten in zitten (grote gaten bijvoorbeeld),<br />

welke bomen we laten staan (‘overstaanders’) en naar welke kant de heg gelegd gaat worden. Wat<br />

dit laatste betreft geldt de regel dat in heuvelachtig terrein de heg heuvel op gelegd wordt (de sapstroom<br />

van planten gaat namelijk van beneden naar boven!).<br />

Stap 3<br />

De heg moet schoongemaakt worden. Vooral in grote heggen zit vaak veel dood hout en rommel.<br />

Resten gaas en prikkeldraad moeten verwijderd worden. Bramen en rozentakken worden eruit<br />

getrokken en struiken die te ver uit het midden van de heg staan worden weggehaald. Omdat vlier<br />

en gewone esdoorn ongeschikt zijn in veekerende heggen, worden ook deze verwijderd. Snoeiafval<br />

moet op ruime afstand worden neergegooid zodat voldoende werkruimte beschikbaar blijft.<br />

Een grote heg levert een enorm volume snoeiafval.<br />

41 Dienst Landelijk Gebied


Stap 4<br />

Het eigenlijke leggen kan beginnen. De struik wordt losgetrokken van de andere struiken en uitstekende<br />

zijwaartse takken worden afgekapt. Met een scherp snoeimes of bijl (en bij dikke stammen<br />

met een motorzaag) wordt de stam van een struik schuin voor 80-90% ingezaagd. De zaagsnede<br />

moet een paar cm boven de grond eindigen. De struik of jonge boom geeft nu mee en wordt in een<br />

hoek van 30-45° neergelegd. Nadat de struik gelegd is, wordt de opstaande hak afgekapt. Zo wordt<br />

de een na de andere struik gelegd. De wijze waarop struiken over elkaar gelegd worden, is afhankelijk<br />

van de stijl van leggen.<br />

Stap 5<br />

Als de struiken gelegd zijn, wordt de heg afgewerkt met een streng van gevlochten wilgentenen. Dit<br />

geeft stevigheid, voorkomt dat struiken in het voorjaar zich enigszins oprichten en is een prachtig<br />

gezicht. Daarvoor wordt om de ongeveer 60 cm. een staak in de heg geslagen. Geschikt zijn staken<br />

van es, hazelaar of kastanje. Wilgenstaken zijn niet wenselijk want deze lopen gemakkelijk uit en wilgen<br />

zijn geen succes in een veekerende heg.<br />

Als de streng gevlochten is, worden de staken voldoende diep in de grond geslagen en de streng<br />

wordt met een zware hamer overal op de juiste hoogte gebracht.<br />

Stap 6<br />

Het wordt tijd om te zien of de heg goed (= veekerend) gelegd is. Ziet alles er goed uit dan kan de<br />

afwerking plaatsvinden door de staken een paar centimeter boven de streng schuin af te zagen en<br />

uitstekende takken in te vlechten of af te kappen.<br />

Stap 7<br />

Tot slot moet het snoeiafval nog opgeruimd worden. In Engeland is dit de taak van de eigenaar van<br />

de heg. Als er geschikt brandhout in zit wordt dit er uitgezaagd om vervolgens de rest op een grote<br />

hoop te duwen en in brand te steken. In Nederland is hiervoor een stookvergunning nodig. Eventueel<br />

kan het snoeiafval versnipperd en, bij grote hoeveelheden, afgevoerd worden.<br />

Eenmaal gelegd kan de heg er weer 10-15 jaar tegen. Wel is vormsnoei eens in de 1 à 2 jaar wenselijk.<br />

Dit kan machinaal gebeuren.<br />

Het gereedschap<br />

Voor het leggen van heggen is niet veel gereedschap nodig. Traditioneel zijn dat hark, snoeimes, hakmes,<br />

bijl en palenhamer. Tegenwoordig horen daar de draadtang, beugelzaag en motorzaag bij.<br />

De instrumenten worden als volgt gebruikt:<br />

Hark en snoeimes (‘slasher’): Schoonmaken van de heg. Door de lange stok en het sikkelvormige mes is<br />

het snoeimes gemakkelijk bij het verwijderen van bramen, rozen en dood hout.<br />

Hakmes (‘bilhook’): Het gereedschap van de heggenlegger. Gebruikt voor het leggen van niet al te dikke<br />

stammen. Verder voor het invlechten van takken en het bijwerken van de gelegde heg.<br />

Bijl: Lichte en zware velbijl voor het leggen en verwijderen van struiken en bomen. Deze functie is nu<br />

veelal overgenomen door beugel- en motorzaag. De draadtang is onontbeerlijk voor het verwijderen<br />

van restanten gaas en prikkeldraad.<br />

Palenhamer: plaatsen van staken en op hoogte brengen van de gevlochten streng. Vroeger veelal een<br />

geschikt stuk fruitbomenhout, maar thans veelal een zware metalen hamer.<br />

Naast het gereedschap is goede kleding belangrijk. Men moet beschermd worden tegen doorns. Dikke<br />

leren handschoenen en arm- en beenbeschermers zijn dan ook kenmerkend. Tegenwoordig kunnen we<br />

daaraan de speciale veiligheidskleding voor het werken met motorzagen aan worden toegevoegd.<br />

Wellicht de belangrijkste voorwaarde voor veilig werk is goed, scherp gereedschap en een goede werkhouding.<br />

Botte zagen en bijlen dwingen tot meer krachtsinspanning en verhoogt de kans op afketsen<br />

van sommige gereedschappen. Vooral aan het eind van een vermoeiende dag eist dat dan zijn tol.<br />

Alle struiken leggen?<br />

Vrijwel alle struiken die in landelijke heggen voorkomen, kunnen met succes (= goede groei na het leggen<br />

) gelegd worden. Sommige struiken zijn wel gemakkelijker te leggen dan andere. Zo is bij soorten<br />

waarvan het hout bros is, zoals kardinaalsmuts, meer voorzichtigheid geboden omdat de stammetjes<br />

gemakkelijk breken. De meeste soorten vormen rond het snijvlak wondweefsel en groeien het volgende<br />

seizoen verder. Op de gelegde stam en nog in sterkere mate aan de voet van de stam worden daarnaast<br />

nieuwe loten gevormd die de het vlechtwerk van takken en stammen verder zullen verdichten.<br />

Braam en roos worden niet gelegd. Ze worden gekapt en verwijderd omdat ze het leggen bemoeilijken.<br />

Het volgende seizoen zullen ook zij veelal weer krachtig uitlopers vormen. Sommige rozentakken kunnen<br />

met de gelegde stammen vervlochten worden.<br />

Voor wat betreft de soortensamenstelling van een nieuwe heg vormt het toekomstige leggen geen<br />

beperkende factor.<br />

42 Inrichtingsplan <strong>Elsenerbeek</strong>


43 Dienst Landelijk Gebied


Bijlage 4 Literatuurlijst<br />

1. <strong>Landinrichting</strong>splan <strong>Rijssen</strong>, Dienst Landelijk Gebied, mei 2000<br />

2. Onderhoudsbeheerplan Maatgraven/Zunasche Heide 2001-2011, Waterschap Regge en Dinkel, 2001<br />

3. Dimensies <strong>Elsenerbeek</strong>, Grontmij Advies en Techniek, Houten, 2003<br />

4. De verbeelding van de Regge pilot ‘Vennegraven’, Peter de Ruyter, Joost van Hezewijk,<br />

Jeroen van Westen, mei 2003<br />

5. De verbeelding van de <strong>Elsenerbeek</strong>, Joost van Hezewijk , Jeroen van Westen, 2003<br />

6. Watersysteem <strong>Rijssen</strong>, Lomulder & Oonk, 2001<br />

44 Inrichtingsplan <strong>Elsenerbeek</strong><br />

Colofon<br />

Dit is een uitgave van de landinrichtingscommissie <strong>Rijssen</strong><br />

Postbus 10051, 8000 GB Zwolle<br />

Redactie: Astrid Harsveld, Dirk Jan Leeuwerik, Geert Tuinstra<br />

Illustraties: Astrid Harsveld, Joost van Hezewijk, Jeroen van Westen<br />

Fotografie: DLG Overijssel<br />

Ontwerp: yZ Design Rotterdam<br />

Opmaak: Peter Reijrink<br />

Printwerk: Printpartners Ipskamp<br />

Oplage: 150<br />

Februari 2005


Dienst Landelijk Gebied<br />

Lübeckplein 34<br />

8017 JS Zwolle<br />

Postbus 10051<br />

8000 GB Zwolle<br />

telefoon (038) 427 19 99<br />

telefax (038) 427 12 42

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!