Figuur 1. De centrale heide van de <strong>Sallandse</strong> <strong>Heuvelrug</strong>, beheerd door Staatsbosbeheer en Verenig<strong>in</strong>g Natuurmonumenten en enkele toponiemen. Alterra-rapport <strong>Korhoen</strong> <strong>2007</strong> 10
1 Inleid<strong>in</strong>g Aanleid<strong>in</strong>g Van de vele wilde korhoenpopulaties die <strong>in</strong> de vorige eeuw de heidevelden en hoogveengebieden <strong>in</strong> Nederland bewoonden, heeft alleen de populatie van de <strong>Sallandse</strong> <strong>Heuvelrug</strong> zich, ondanks periodiek lage aantallen en een recente volledige isolatie, weten te handhaven. Na een groei tot ruim 30 hanen <strong>in</strong> de eerste helft van de jaren negentig van de vorige eeuw, daalde de omvang van deze populatie tot een historisch m<strong>in</strong>imum van slechts 9 hanen <strong>in</strong> het voorjaar van 2002 (Niewold et al. 2005). Uitsterven leek aanstaande, maar <strong>in</strong> 2003 en 2004 toonde de populatie veerkracht <strong>in</strong> de vorm van een herstel tot 15 hanen. Een lichte teruggang <strong>in</strong> 2005 (13 hanen) werd <strong>in</strong> 2006 gevolgd door een spectaculaire groei tot 23 hanen (ten Den et al. 2005, <strong>2007</strong>). De aanvankelijke groei aan het e<strong>in</strong>d van de vorige eeuw werd mogelijk geactiveerd door de <strong>in</strong> gang gezette vergrot<strong>in</strong>g van het heideareaal. Deze vergrot<strong>in</strong>g vloeide voort uit aanbevel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het "Soortbescherm<strong>in</strong>gsplan <strong>Korhoen</strong>" (M<strong>in</strong>isterie van LNV 1991). Het dieptepunt <strong>in</strong> 2002 werd echter bereikt op het moment dat de beoogde areaalvergrot<strong>in</strong>g door kap van 700 naar ca. 1000 ha heide <strong>in</strong> de afrond<strong>in</strong>gsfase verkeerde. Voor een voorgestelde verdere vergrot<strong>in</strong>g van het heideareaal met m<strong>in</strong>imaal 500 ha (Groot Bru<strong>in</strong>der<strong>in</strong>k et al. 2002: Faunabeheerplan <strong>Sallandse</strong> <strong>Heuvelrug</strong>) werd een evaluatie van de eerdere areaalvergrot<strong>in</strong>g nodig geacht. Wel werd na een periode van vrijwel geen bestrijd<strong>in</strong>g, de bestrijd<strong>in</strong>g van de Vos (vanaf e<strong>in</strong>d 2002) en de Zwarte kraai (vanaf 2005) <strong>in</strong> toenemende mate weer ter hand genomen. Het evaluatieonderzoek (Niewold et al. 2004, 2005) en ook de recente monitor<strong>in</strong>g (2006) tonen aan dat de areaalvergrot<strong>in</strong>g een sterk positief effect heeft gehad op de populatie. Door kap ontstonden bosbesrijke voorkeurvegetaties en een grote centrale heide, waardoor de korhoenders beter <strong>in</strong> staat waren om aan de toenemende predatiedruk vanuit de randen te ontkomen. Bij deze predatie bleken vossen en kraaiachtigen een grotere rol te spelen dan voorheen. Hierdoor is waarschijnlijk de voortplant<strong>in</strong>g sterker onder druk komen te staan. De <strong>in</strong> gang gezette predatorbestrijd<strong>in</strong>g heeft mogelijk bijgedragen aan het recente populatieherstel, maar is nog onvoldoende effectief. De onderzoekresultaten maken verder duidelijk dat de populatie, ondanks enig verlies van genetische variatie, nog steeds vitaal is en <strong>in</strong> staat tot een goede voortplant<strong>in</strong>g. Uit modelbereken<strong>in</strong>gen blijkt echter dat de populatie bij de huidige aantallen erg kwetsbaar is en dat meer dan een verdubbel<strong>in</strong>g van het aantal hanen (50) nodig is om de populatie buiten de stochastische gevarenzone te brengen. Op grond van deze resultaten wordt een snelle doorgroei noodzakelijk geacht. Op de korte termijn willen de terre<strong>in</strong>beheerders deze groei stimuleren door een tijdelijke, maar effectieve predatorbestrijd<strong>in</strong>g, en een optimalisatie van het heidebeheer. Dit heidebeheer wordt sterk gericht op het ontwikkelen van mozaiekvegetaties waarbij structuurrijke en bosbesrijke heide wordt afgewisseld met nutriëntenrijke pioniervegetaties en waarbij op de heide ruimte is voor opslag, verspreide bomen en boomgroepen. Kle<strong>in</strong>schalig branden, opslag langer sparen, bekalken, wandelend bos en niets doen zijn voorgenomen maatregelen. Voor een blijvende populatievergrot<strong>in</strong>g wordt het verdere uitbreiden van het leefgebied onontkoombaar gezien. Dit was ook de belangrijkste conclusie van de <strong>in</strong> 2006 gehouden "M<strong>in</strong>iconferentie <strong>Korhoen</strong>", waar<strong>in</strong> buitenlandse specialisten participeerden. Nadrukkelijk werd gewezen op het belang van zo’n uitbreid<strong>in</strong>g. Allereerst op de <strong>Heuvelrug</strong> zelf, maar voor langdurige overlev<strong>in</strong>g werd aanbevolen toe te werken naar een metapopulatiestrucuur, waarbij de populatie van de <strong>Sallandse</strong> <strong>Heuvelrug</strong> fungeert als kern- en bronpopulatie voor kle<strong>in</strong>ere satellietpopulaties op bijvoorbeeld het Wierdense Veld, de Lemeler- en Archemerberg, de Alterra-rapport <strong>Korhoen</strong> <strong>2007</strong> 11