Arbeidsmediation: onevenwichtigheid in de machtsverhouding ...
Arbeidsmediation: onevenwichtigheid in de machtsverhouding ...
Arbeidsmediation: onevenwichtigheid in de machtsverhouding ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
2.3 De aanwezigheid van alternatieve oploss<strong>in</strong>gen<br />
Een factor die bepalend is voor <strong>de</strong> macht van <strong>de</strong> een en <strong>de</strong> onmacht van <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r is <strong>de</strong><br />
aanwezigheid van alternatieve mogelijkhe<strong>de</strong>n. In arbeidsconflicten voelt <strong>de</strong> werknemer zich<br />
vaak <strong>in</strong> <strong>de</strong> afhankelijke positie omdat <strong>de</strong> werkgever <strong>de</strong> arbeidsovereenkomst zou kunnen<br />
ontb<strong>in</strong><strong>de</strong>n. De angst om <strong>de</strong> baan verliezen, verzwakt <strong>de</strong> positie van <strong>de</strong> werknemer. Echter het<br />
moment waarop <strong>de</strong> werknemer uitzicht heeft op an<strong>de</strong>r werk, is <strong>de</strong> angst om zijn baan te<br />
verliezen verdwenen; hij heeft immers een alternatief. Met <strong>de</strong> aanwezigheid van een<br />
alternatief, verm<strong>in</strong><strong>de</strong>rt <strong>de</strong> sterkte van <strong>de</strong> wens om zijn baan te behou<strong>de</strong>n en neemt <strong>de</strong><br />
afhankelijkheid van <strong>de</strong> werkgever af en wordt <strong>de</strong> onafhankelijkheid van <strong>de</strong> werknemer ten<br />
opzichte van zijn werkgever groter.<br />
2.4 De perceptie van <strong>in</strong>ter<strong>de</strong>pen<strong>de</strong>ntie<br />
De perceptie van <strong>de</strong> <strong>in</strong>ter<strong>de</strong>pen<strong>de</strong>ntie gaat over het beeld van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge afhankelijkheid,<br />
dit laatste kan gekleurd zijn. Als bijvoorbeeld <strong>in</strong> <strong>de</strong> arbeidsrelatie <strong>de</strong> perceptie is dat <strong>de</strong> baas<br />
ook letterlijk <strong>de</strong> baas is, dan wordt <strong>de</strong>ze als vanzelf steeds machtiger omdat dit beeld, al is het<br />
onjuist, zichzelf bevestigt. De partij die <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r ‘oppermachtigheid’ toedicht, gaat zich hier<br />
naar gedragen en <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r anticipeert hier weer op. Met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n: niet alleen <strong>de</strong><br />
werkelijke on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge afhankelijkheid speelt een rol <strong>in</strong> <strong>de</strong> machtsverhoud<strong>in</strong>g, maar ook <strong>de</strong> wijze<br />
waarop <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge afhankelijkheid wordt gepercipieerd.<br />
Voorbeeld<br />
Marjoke werkt heel hard en elke opdracht van haar directeur voert zij nauwgezet uit. Zij ziet<br />
haar directeur als iemand die niet gauw tevre<strong>de</strong>n is over zijn me<strong>de</strong>werkers. Hij heeft <strong>in</strong> haar<br />
optiek wel waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g voor hardwerken<strong>de</strong> me<strong>de</strong>werkers. Marjoke wil graag salarisverhog<strong>in</strong>g.<br />
Zij durft dit niet rechtstreeks aan haar baas te vragen maar <strong>de</strong>nkt dat zij dit zou kunnen<br />
bewerkstelligen door nog har<strong>de</strong>r te gaan werken en vervolgens een salarisverhog<strong>in</strong>g voor te<br />
stellen. Marjoke verzoekt haar directeur om extra werkzaamhe<strong>de</strong>n en <strong>de</strong>ze krijgt ze ook. Na<br />
verloop van tijd schuift haar directeur haar steeds meer werkzaamhe<strong>de</strong>n toe. Ze kan het amper<br />
aan en over salarisverhog<strong>in</strong>g durft ze - nu ze haar werk amper aankan - al helemaal niet meer te<br />
beg<strong>in</strong>nen.<br />
De directeur ziet Marjoke als een goe<strong>de</strong> werkneemster. Zij doet haar werk uitstekend en kan<br />
veel werk aan. Sterker nog zij vraagt om extra werkzaamhe<strong>de</strong>n. Hij geeft haar meteen extra<br />
werk want hij is bang dat zij zich gaat vervelen - stel je voor dat zij een an<strong>de</strong>re baan zoekt - en<br />
vervolgens hij geeft haar nog wat extra werkzaamhe<strong>de</strong>n. S<strong>in</strong>dsdien heeft hij het i<strong>de</strong>e dat ze zich<br />
niet meer verveelt. Na verloop van tijd vraagt <strong>de</strong> directeur zich af of Marjoke haar werk wel<br />
aankan en of zij wel een realistisch beeld heeft van <strong>de</strong> werkzaamhe<strong>de</strong>n en haar eigen kunnen.<br />
Ze heeft immers om extra werkzaamhe<strong>de</strong>n gevraagd terwijl ze het nauwelijks aan lijkt te<br />
kunnen.