Formulekaart Wiskunde HAVO/VWO
Formulekaart Wiskunde HAVO/VWO
Formulekaart Wiskunde HAVO/VWO
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
1<br />
<strong>Formulekaart</strong> <strong>Wiskunde</strong> <strong>HAVO</strong>/<strong>VWO</strong><br />
Overzicht<br />
• Bewegingen in het vlak<br />
• Binomium van Newton<br />
• Continue dynamische modellen<br />
• Differentiëren en integreren<br />
• Goniometrische formules<br />
• Kansrekening<br />
• Kegelsneden<br />
• Ellips<br />
• Hyperbool<br />
• Parabool<br />
• Limieten<br />
• Lineaire differentievergelijkingen<br />
• Lijnen en cirkels in het vlak<br />
• Machten en logarithmen<br />
• Somformules voor rijen<br />
• Vierkantsvergelijkingen<br />
Vierkantsvergelijking<br />
• Vlakke meetkunde<br />
• Cirkeleigenschappen<br />
• Koordenvierhoek<br />
• Stelling van Thales<br />
• Driehoeken<br />
• Cosinus- en sinus regel<br />
• Gelijkbenige driehoek<br />
• Stelling van Pythagoras<br />
• Gelijke driehoeken<br />
• Gelijkvormige driehoeken<br />
• Hoeken, lijnen en afstanden<br />
• Puntverzamelingen<br />
• Vierhoeken<br />
• Parallellogram<br />
• Rechthoek<br />
• Ruit<br />
2<br />
Als a ≠ 0 en b − 4ac ≥ 0 dan worden de oplossingen van de vierkantsvergelijking<br />
gegeven door<br />
2<br />
ax bx c<br />
x<br />
1,2<br />
+ + = 0<br />
− ± −<br />
=<br />
2a<br />
2<br />
b b 4ac<br />
Machten en logaritmen<br />
p q p q<br />
a a a +<br />
⋅ = ( a > 0)<br />
p q pq<br />
( a ) = a<br />
( a > 0)<br />
p p p<br />
( a ⋅ b) = a ⋅ b<br />
( a, b > 0)<br />
− p ⎛ 1 ⎞ 1<br />
a = ⎜ ⎟ = p<br />
⎝ a ⎠ a<br />
p<br />
1<br />
p p<br />
( a > 0)<br />
b = a ⇔ a = b<br />
( a, b > 0; p ≠ 0)<br />
x a<br />
y = a ⇔ x = log y<br />
( a, y > 0; a ≠ 1)<br />
x<br />
y = e ⇔ x = ln y<br />
( y > 0)<br />
log uv = log u + logv<br />
( a > 0; a ≠ 1; u, v > 0)<br />
a a a<br />
log u = v ⋅ log u<br />
( a > 0; a ≠ 1; u > 0)<br />
a v a<br />
a<br />
b<br />
log u<br />
log u = ( a, b > 0; a, b ≠ 1; u ><br />
0)<br />
b<br />
log a
Binomium van Newton<br />
n<br />
n ⎛ n ⎞ k n −k<br />
⎛n ⎞ n !<br />
( a + b) = ∑ ⎜ ⎟a<br />
b met ⎜ ⎟ =<br />
k = 0 ⎝ k ⎠<br />
⎝k ⎠ k !( n − k)!<br />
Goniometrische formules<br />
2 2<br />
cos t + sin t = 1<br />
sin( − t) = − sint<br />
π<br />
sin( − t) = cos t<br />
2<br />
cos( − t) = cost<br />
sint<br />
tant<br />
=<br />
cos t<br />
sin 2t = 2sin t cos t<br />
π<br />
cos( − t) = sint<br />
2<br />
cos 2 cos sin 2cos 1 1 2sin<br />
2 2 2 2<br />
t = t − t = t − = − t<br />
sin( t + u) = sint cos u + cos t sinu<br />
t + u t − u<br />
sint + sinu = 2sin cos<br />
2 2<br />
sin( t − u) = sint cos u − cos t sinu<br />
t − u t + u<br />
sint − sinu = 2sin cos<br />
2 2<br />
cos( t + u) = cost cos u − sint sinu<br />
t + u t − u<br />
cos t + cos u = 2cos cos<br />
2 2<br />
cos( t − u) = cos t cos u + sint sinu<br />
t + u t − u<br />
cos t − cos u = − 2sin sin<br />
2 2<br />
Somformules voor rijen<br />
Rekenkundige rij:<br />
n<br />
∑<br />
k = 0<br />
1<br />
( a + kv ) = ( n + 1) a + n( n + 1) v<br />
2<br />
Meetkundige rij:<br />
n<br />
n + 1<br />
k 1 − r<br />
∑ ar = a<br />
( r ≠ 1)<br />
1 − r<br />
k = 0<br />
∞<br />
k a<br />
∑ ar = ( r < 1)<br />
1 − r<br />
k = 0<br />
2
Lineaire differentievergelijkingen<br />
De oplossing van de lineaire differentievergelijking Xt + 1 aXt b = + met 1 a ≠ is<br />
b ⎛ b ⎞<br />
Xt = + ⎜ X 0 − ⎟a<br />
1 − a ⎝ 1 − a ⎠<br />
Voor a < 1 geldt<br />
lim X<br />
t →∞<br />
t<br />
b<br />
=<br />
1 − a<br />
Kansrekening<br />
Binomiale verdeling met parameters n en p<br />
t<br />
Kansverdeling:<br />
⎛n ⎞ k n −k<br />
P( X = k) = ⎜ ⎟ p (1 − p) ( k = 0,..., n)<br />
⎝k ⎠<br />
Verwachting: E( X ) = np<br />
Variantie: Var( X ) = np(1 − p)<br />
Standaardafwijking: σ ( x) = Var( X ) = np(1 − p)<br />
Normale verdeling met verwachting μ en standaardafwijking σ > 0<br />
Cumulatieve verdelingsfunctie:<br />
3<br />
2<br />
1⎛<br />
t −μ<br />
⎞<br />
− ⎜ ⎟<br />
2⎝<br />
σ ⎠<br />
x<br />
1<br />
P( X ≤ x) = ∫ e dt<br />
σ 2π<br />
−∞<br />
Voor μ = 0 en σ = 1 is dit de zogenaamde standaardnormale verdeling met cumulatieve verdelingsfunctie:<br />
1 2<br />
− t<br />
2<br />
z<br />
1<br />
Φ ( z ) = ∫ e dt<br />
2π<br />
−∞<br />
X − μ<br />
Als X normaal verdeeld is met verwachting μ en standaardafwijking σ , dan is Z = standaardnormaal<br />
σ<br />
verdeeld. Omrekenformules:<br />
⎛ x − μ ⎞<br />
P( X ≤ x)<br />
= Φ ⎜ ⎟ en Φ ( z ) = P( X ≤ μ + σ z )<br />
⎝ σ ⎠<br />
Voor willekeurige stochastische variabelen geldt<br />
E( X + ... X ) = E( X ) + ... + E( X )<br />
1 n 1<br />
n<br />
Voor onderling onafhankelijke stochastische variabelen geldt<br />
Var( X + ... X ) = Var( X ) + ... +<br />
Var( X )<br />
1 n 1<br />
n
Limieten<br />
sin x<br />
lim = 1<br />
x →0<br />
x<br />
p<br />
x<br />
lim = 0 ( a > 1)<br />
x →0<br />
x<br />
a<br />
Differentiëren en integreren<br />
Functie afgeleide<br />
f ( x) + g( x)<br />
f '( x) + g '( x)<br />
c ⋅ f ( x)<br />
f ( x) ⋅ g( x)<br />
f ( x)<br />
g( x )<br />
f ( g( x ))<br />
c ⋅ f '( x)<br />
4<br />
x<br />
a − 1<br />
lim = ln a ( a > 0)<br />
x →0<br />
x<br />
⎛ a ⎞<br />
lim ⎜1 + ⎟ = e<br />
x →0<br />
⎝ x ⎠<br />
f '( x) g( x) + f ( x) g '( x)<br />
(productregel)<br />
f '( x) g( x) − f ( x) g '( x)<br />
2<br />
( g( x))<br />
Differentiëren van standaardfuncties<br />
f ( x ) f '( x )<br />
p<br />
x<br />
p x −<br />
⋅<br />
x<br />
x<br />
a ln<br />
x<br />
e<br />
p 1<br />
a a<br />
x<br />
e<br />
a<br />
log x<br />
1<br />
x lna<br />
ln x<br />
1<br />
x<br />
sin x cos x<br />
cos x − sin x<br />
tan x<br />
1<br />
2<br />
cos x<br />
(quotiëntregel)<br />
f '( g( x)) ⋅ g '( x)<br />
(kettingregel)<br />
2<br />
= 1 + tan x<br />
Lineaire benadering van f in 0 x : L( x) = f ( x0 ) + f '( x0 )( x − x0<br />
)<br />
x<br />
a<br />
Primitiveren van standaardfuncties<br />
f ( x ) f ( x) dx<br />
p<br />
x p 1<br />
1<br />
x<br />
x<br />
a<br />
∫<br />
1 +<br />
x + c ( p ≠ −1)<br />
p + 1<br />
ln x + c<br />
1 x<br />
a + c<br />
lna<br />
x<br />
e<br />
x<br />
e + c<br />
ln x x ln x − x + c<br />
a<br />
log x<br />
1<br />
( x ln x − x) + c<br />
lna sin x − cos x + c<br />
cos x sin x + c<br />
Inhoud van het omwentelingslichaam dat ontstaat door de grafiek van de functie f op het interval [a,b] om de xas<br />
te wentelen:<br />
b<br />
2<br />
I π ( f ( x)) dx<br />
= ∫<br />
a<br />
Lengte van de grafiek van f op het interval [a,b]:<br />
b<br />
2<br />
L = 1 + ( f '( x)) dx<br />
∫<br />
a
Bewegingen in het vlak<br />
Als ( x( t), y( t)) de positie in het Oxy-vlak geeft van een bewegend punt op het tijdstip t, dan wordt de<br />
snelheidsvector op het tijdstip t gegeven door ( x '( t), y '( t )) .<br />
De (scalaire) snelheid van het punt op het tijdstip t wordt gegeven door<br />
v( t) = ( x '( t)) + ( y '( t))<br />
2 2<br />
en de lengte van de afgelegde weg tussen de tijdstippen t = a en t = b door<br />
b b<br />
2 2<br />
v( t) dt = ( x '( t)) + ( y '( t)) dt<br />
∫ ∫<br />
a a<br />
Eenparige cirkelbeweging met middelpunt (m, n), straal r en hoeksnelheid ω :<br />
⎧x(<br />
t) = m + r cos ω(<br />
t − t0<br />
)<br />
⎨<br />
⎩y(<br />
t) = n + r sin ω(<br />
t − t0<br />
)<br />
Harmonische trilling met evenwichtsstand c, amplitude A en periode T:<br />
2π<br />
h( t) = c + A sin ( t − t0<br />
)<br />
T<br />
Continue dynamische modellen<br />
Exponentiële groei of verval:<br />
differentiaalvergelijking: dy = c ⋅ y<br />
dt<br />
c t t0<br />
oplossingen: y( t) y( t ) e −<br />
=<br />
Logistische groei:<br />
0<br />
( )<br />
dy<br />
differentiaalvergelijking: = c ⋅ y( M − y)<br />
met M > 0<br />
dt<br />
oplossingen:<br />
y( t)<br />
=<br />
y( t<br />
My( t0<br />
)<br />
) + ( M − y( t )) e<br />
Lijnen en cirkels in het vlak<br />
5<br />
0 0<br />
−cM ( t −t0<br />
)<br />
Algemene vergelijking van een lijn: ax + by = c<br />
normaalvector: (a,b)<br />
Voor twee lijnen ℓ 1 en ℓ 2 met normaalvectoren (a1, b1) en (a2, b2) geldt:<br />
1 2 1 2 1 2 0<br />
⊥ ⇔ a a + b b =<br />
ℓ ℓ<br />
Lijn door (p, q) met richtingscoëfficiënt m: y = q + m( x −<br />
p)
Voor twee lijnen ℓ 1 en ℓ 2 met richtingscoëfficiënten m1 en m2 geldt:<br />
1 ⊥ 2 ⇔ m1m 2 = −1<br />
ℓ ℓ<br />
Vergelijking van de cirkel met middelpunt (m, n) en straal r:<br />
( x − m) + ( y − n) = r<br />
2 2 2<br />
Omtrek: 2π r ; lengte boog met middelpuntshoek α (rad): α r<br />
Oppervlakte:<br />
2<br />
π r ;<br />
1<br />
opp. sector met middelpuntshoek α (rad):<br />
2 r α<br />
Kegelsneden<br />
Parabool:<br />
Standaardvergelijking:<br />
2<br />
4py = x<br />
Brandpunt F:<br />
Richtlijn r:<br />
(0, p)<br />
y = − p<br />
P op parabool ⇔ d( P, F ) = d( P, r )<br />
Ellips:<br />
Standaardvergelijking: 2 2<br />
2 2 1<br />
x y<br />
+ =<br />
6<br />
2<br />
met a > b > 0<br />
a b<br />
Brandpunten F1,2: ( ± c,0)<br />
2 2 2<br />
met c = a − b<br />
P op ellips ⇔<br />
Hyperbool:<br />
d( P, F1 ) + d( P, F2 ) = 2a<br />
Standaardvergelijking: 2 2<br />
2 2 1<br />
x y<br />
− =<br />
a b<br />
Brandpunten F1,2: ( ± c,0)<br />
2 2 2<br />
met c = a + b<br />
Asymptoten: b<br />
b<br />
y = x en y = − x<br />
a<br />
a<br />
P op hyperbool ⇔ d( P, F1 ) − d( P, F2 ) = 2a<br />
Raaklijneigenschappen:<br />
1. De raaklijn in een punt P van een parabool maakt gelijke hoeken met de lijn die P verbindt met het<br />
brandpunt en de lijn door P loodrecht op de richtlijn.<br />
2. De raaklijn in een punt P van een ellips of hyperbool maakt gelijke hoeken met de lijnen die P verbinden<br />
met de beide brandpunten.<br />
Vlakke meetkunde<br />
De cursief gedrukte termen mogen als verwijzingen in een bewijs gebruikt worden.<br />
Hoeken, lijnen en afstanden<br />
De overstaande hoeken bij twee snijdende lijnen zijn gelijk (overstaande hoeken).<br />
Als twee evenwijdige lijnen gesneden worden door een derde lijn, dan zijn de F-hoeken en Z-hoeken gelijk<br />
(F-hoeken, Z-hoeken).<br />
Als twee lijnen in twee verschillende punten gesneden worden door een derde lijn, waarbij een paar gelijke<br />
F-hoeken of Z-hoeken optreedt, dan zijn die twee lijnen evenwijdig (F-hoeken, Z-hoeken).
Een rechte hoek is 90 0 ; een gestrekte hoek is 180 0 .<br />
De som van de hoeken van een driehoek is 180 0 (hoekensom driehoek).<br />
De afstand (kortste verbinding) van een punt tot een lijn is de lengte van de loodlijn neergelaten vanuit dat punt<br />
op die lijn (afstand punt tot lijn).<br />
Driehoeksongelijkheid: Als drie punten A, B, C niet op één lijn liggen, dan geldt<br />
|AB|+|BC| > |AC| .<br />
Driehoeken<br />
Gelijkbenige driehoek:<br />
1. Als in een driehoek twee hoeken gelijk zijn, dan zijn de tegenoverliggende zijden ook gelijk.<br />
2. Als in een driehoek twee zijden gelijk zijn, dan zijn de tegenoverliggende hoeken ook gelijk.<br />
Stelling van Pythagoras: Als driehoek ABC een rechte hoek in C heeft, dan geldt<br />
2 2 2<br />
a + b = c<br />
Omgekeerde stelling van Pythagoras: Als in driehoek ABC geldt<br />
2 2 2<br />
a + b = c<br />
dan is hoek C recht.<br />
Cosinusregel: In elke driehoek ABC geldt<br />
2 2 2<br />
c = a + b − 2ab cos γ<br />
Sinusregel: In elke driehoek ABC geldt<br />
a b c<br />
= =<br />
sinα sin β sinγ<br />
Gelijke driehoeken<br />
Twee driehoeken zijn gelijk (congruent) als ze gelijk hebben:<br />
a. Een zijde en twee aanliggende hoeken. (HZH)<br />
b. Een zijde, een aanliggende hoek en de tegenoverliggende hoek. (ZHH)<br />
c. Twee zijden en de ingesloten hoek. (ZHZ)<br />
d. Alle zijden. (ZZZ)<br />
e. Twee zijden en de rechte hoek tegenover één van die zijden. (ZZR)<br />
Gelijkvormige driehoeken<br />
Twee driehoeken zijn gelijkvormig als ze gelijk hebben:<br />
a. Twee paren hoeken. (hh)<br />
b. Een paar hoeken en de verhouding van de omliggende zijden. (zhz)<br />
c. De verhouding van de zijden. (zzz)<br />
d. Een paar rechte hoeken en de verhouding van twee niet-omliggende zijden. (zzr)<br />
Vierhoeken<br />
De som van de hoeken van een vierhoek is 360 0 (hoekensom vierhoek).<br />
Equivalente definities en eigenschappen van een parallellogram:<br />
a. Er zijn twee paren evenwijdige zijden.<br />
b. Er zijn twee paren gelijke overstaande zijden.<br />
c. Twee overstaande zijden zijn gelijk en evenwijdig,<br />
d. De diagonalen delen elkaar middendoor.<br />
7
Equivalente definities en eigenschappen van een ruit:<br />
a. Het is een parallellogram met vier gelijke zijden.<br />
b. Het is een parallellogram waarin een diagonaal een hoek middendoor deelt.<br />
c. Het is een parallellogram waarin de diagonalen elkaar loodrecht snijden.<br />
Equivalente definities en eigenschappen van een rechthoek:<br />
a. Het is een vierhoek met vier rechte hoeken.<br />
b. Het is een parallellogram met een rechte hoek.<br />
c. Het is een parallellogram met gelijke diagonalen.<br />
Puntverzamelingen<br />
De verzameling van alle punten die dezelfde afstand hebben tot twee gegeven punten A en B, is de<br />
middelloodlijn van het lijnstuk AB (middelloodlijn).<br />
De verzameling van alle punten binnen een hoek die dezelfde afstand hebben tot de benen van die hoek, is de<br />
deellijn (bissectrice) van die hoek (deellijn).<br />
De verzameling van alle punten die afstand r tot een gegeven punt M hebben, is de cirkel met middelpunt M en<br />
straal r (cirkel).<br />
De verzameling van alle punten die dezelfde afstand hebben tot twee elkaar snijdende lijnen, is het<br />
deellijnenpaar (bissectricepaar) van die twee lijnen (deellijnenpaar).<br />
De twee deellijnen van twee elkaar snijdende lijnen snijden elkaar loodrecht in het snijpunt van die twee lijnen<br />
(loodrechte stand deellijnenpaar).<br />
De verzameling van alle punten die dezelfde afstand hebben tot twee evenwijdige lijnen, is de middenparallel<br />
van dat lijnenpaar (middenparallel).<br />
Cirkeleigenschappen<br />
Bij gelijke bogen behoren gelijke koorden (boog en koorde).<br />
De loodlijn vanuit het middelpunt op een koorde deelt die koorde middendoor (loodlijn op koorde).<br />
Een raaklijn aan een cirkel staat loodrecht op de verbindingslijn van middelpunt en raakpunt (raaklijn).<br />
Stelling van Thales: Als hoek C in driehoek ABC recht is, dan ligt C op de cirkel met middellijn AB.<br />
Omgekeerde stelling van Thales: Als C op de cirkel met middellijn AB ligt, dan is ∠ACB recht.<br />
Stelling van de omtrekshoek: Elke omtrekshoek is half zo groot als de bijbehorende middelpuntshoek.<br />
De hoek tussen een raaklijn en een koorde is gelijk aan de bij die koorde behorende omtrekshoek (hoek tussen<br />
koorde en raaklijn).<br />
Liggen P en Q aan dezelfde kant van een lijn AB en geldt ∠ APB = ∠ AQB , dan liggen P en Q op eenzelfde<br />
cirkelboog met A en B als eindpunten (hoeken op een cirkelboog).<br />
Koordenvierhoekstelling: In een koordenvierhoek is de som van elk paar overstaande hoeken 180 0 .<br />
Omgekeerde koordenvierhoekstelling:<br />
0<br />
Liggen P en Q aan weerszijden van een lijn AB en geldt ∠ APB + ∠ AQB = 180 , dan is APBQ een<br />
koordenvierhoek.<br />
8<br />
Deze formulekaart is door Dædalus Onderwijsproducties opgemaakt in Word met behulp van de formule-editor MathType.<br />
De kaart is volledig in overeenstemming met de originele tekst uit Uitleg, Gele Katern nr 12a, CEVO-98/257 en de formulekaart die door de<br />
Nederlandse Vereniging van <strong>Wiskunde</strong>leraren gepubliceerd is op de website www.nvvw.nl.