Marge Nr. 3, 1997
Marge Nr. 3, 1997
Marge Nr. 3, 1997
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
A. Soeteman<br />
IDEOLOGISCH ERFGOED<br />
2<br />
DE LEVENSBESCHOUWING VAN HET RECHT<br />
‘De Amsterdamse politie heeft de computer<br />
van een man in beslag genomen, omdat<br />
hij softdrugs aanbood via Internet.’<br />
‘De kantonrechter in Lelystad heeft voormalig<br />
staatssecretaris Linschoten toestemming<br />
gegeven het arbeidscontract met zijn<br />
secretaresse te ontbinden. Linschoten wil<br />
van haar af, omdat zij tegenover het weekblad<br />
Privé het persoonlijk leven van hem<br />
had toegelicht.’<br />
Zomaar twee korte berichtjes uit de krant<br />
(Trouw) van 25 juli jl. Mijn vak, rechtsfilosofie,<br />
begint met de krant. Softdrugs zijn<br />
verboden. Is dat terecht? En mag je dan<br />
een computer in beslag nemen als je koffieshops<br />
toelaat? Hoe zit het eigenlijk met<br />
de vrijheid van meningsuiting van<br />
Linschotens secretaresse?<br />
Recht houdt zich met maatschappelijke<br />
vragen bezig. De rechtsfilosofie, die nadenkt<br />
over grondbeginselen en fundamentele<br />
uitgangspunten van dat recht, houdt<br />
zich dus ook met die maatschappelijke vragen<br />
bezig, zij het vaak op een wat abstracter<br />
niveau. Daar zit de levensbeschouwing,<br />
lijkt het, direct al in. Rechtsfilosofen denken<br />
(o.a.) na over de vraag hoe het recht<br />
eruit hoort te zien, dus hoe wij ons maatschappelijk<br />
samenleven horen te organiseren.<br />
Als beginnend hoogleraar werd het mij<br />
dan ook al snel ingepeperd: nog maar net<br />
benoemd kreeg ik van mijn toenmalige collega<br />
voor het staatsrecht te horen dat er aan<br />
de juridische faculteit twee leerstoelen wa-<br />
ren met een bijzondere identiteitsgevoeligheid:<br />
de zijne en de mijne. Bij staatsrecht<br />
ging het (zo interpreteerde ik dit) om<br />
macht, bij rechtsfilosofie om de bewaking<br />
van het ideologisch erfgoed.<br />
Nu wist ik dat ook wel. Mijn voorgangers,<br />
Dooyeweerd en Van Eikema Hommes,<br />
hadden zich met dat ideologisch erfgoed<br />
intensief en op een bijzondere manier beziggehouden.<br />
Maar ik had tijdens de<br />
sollicitatieprocedure verteld dat ik geen<br />
aanhanger (meer) was van hun filosofisch<br />
systeem. Dat was niet helemaal vanzelfsprekend,<br />
want ik was mijn wetenschappelijke<br />
carrière aan de VU begonnen als student-assistent<br />
en later wetenschappelijk<br />
medewerker onder Van Eikema Hommes.<br />
Jarenlang had ik geprobeerd het systeem<br />
van de Wijsbegeerte der Wetsidee uit te leggen<br />
aan beginnende juridische studenten.<br />
Ik vond (en vind) de Wijsbegeerte der<br />
Wetsidee een indrukwekkende filosofische<br />
prestatie. Maar ik was erin vastgelopen. Ik<br />
kreeg geen bevredigend antwoord op de<br />
vraag of de transcendentale kritiek van<br />
Dooyeweerd, die wilde aantonen dat elk<br />
wetenschappelijk denken op religieuze<br />
vooronderstellingen gebaseerd was, dan<br />
niet zelf ook religieus bepaald was en zich<br />
dus in een cirkel bewoog. Bovendien leidde<br />
de Wijsbegeerte der Wetsidee in de gedaanten<br />
waarin ik ermee te maken kreeg onveranderlijk<br />
tot de meest conservatieve stellingnames.<br />
Het WUB-reglement voor de<br />
VU, dat ik ontworpen had, kreeg als commentaar<br />
dat een universiteit nu eenmaal<br />
een autoritatieve gemeenschap van (hoog)<br />
leraren en studenten is en dat democratise-