De gouden eeuw - ThiemeMeulenhoff
De gouden eeuw - ThiemeMeulenhoff
De gouden eeuw - ThiemeMeulenhoff
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Les 1<br />
Hoofdstuk 1<br />
Verhaal-les<br />
WS blz. 2<br />
In deze les leer je dat<br />
zeilschepen naar de<br />
Oost varen. Naar Indië.<br />
<strong>De</strong> schepen brengen<br />
goederen mee:<br />
specerijen, porselein,<br />
goud en zilver. <strong>De</strong><br />
reizen duren erg lang,<br />
wel zes maanden.<br />
Begrippen<br />
de goederen<br />
de Oost<br />
de specerijen<br />
de torenkamer<br />
het zeilschip<br />
1 <strong>De</strong> zeilschepen<br />
komen terug! 1700<br />
Met een boos gezicht zit Maartje voor het<br />
raam. Haar moeder heeft haar naar haar<br />
kamer gestuurd. Ze is erg kwaad. Maartje<br />
heeft een ruitje ingegooid bij een van de<br />
huizen langs de kade. Het kost veel geld om<br />
dat weer te laten maken. Nu moet moeder<br />
nog een goede straf bedenken.<br />
Maartje verveelt zich. Dan hoort ze ineens<br />
roepen en gillen op straat. Ze luistert naar<br />
wat er wordt gezegd. Dat is groot nieuws!<br />
Stil sluipt ze haar kamer uit en gaat naar<br />
boven. Even goed opletten dat moeder haar<br />
niet ziet. Zou het waar zijn?<br />
‘<strong>De</strong> schepen komen terug. <strong>De</strong> schepen uit<br />
de Oost.’ Dat riepen ze op straat.<br />
Haar vader zit op een van die schepen.<br />
Over de brede trappen rent ze zo zacht<br />
mogelijk door het mooie huis naar boven.<br />
Helemaal boven in het huis is een torenkamer.<br />
Van daaruit heeft Maartje een<br />
prachtig uitzicht over de haven. Het is<br />
spannend om hier te staan.<br />
Het is druk in de haven. Aan de kade staan<br />
veel arbeiders. Ze laden en lossen allerlei<br />
goederen in en uit de schepen. Maartje<br />
ziet ook kooplui langs de kade staan. Die<br />
werken natuurlijk niet.<br />
Daar! Aan het eind van de haven, daar ziet<br />
ze vijf zeilschepen aankomen. Ze varen met<br />
een bocht de haven in. Maartje kijkt nog<br />
eens goed. Ja! Daar is het schip van haar<br />
vader. Die is kapitein op <strong>De</strong> Kleine Lelie.<br />
Wat zou vader bij zich hebben?<br />
Specerijen, thee, porselein, <strong>gouden</strong><br />
en zilveren sieraden?<br />
Maartje bedenkt zich geen moment en rent<br />
weer naar beneden. Dan sluipt ze haar<br />
kamer in en doet het raam open. Lenig<br />
springt ze op een hoge muur en dan op<br />
straat. Ze lacht. Haar vader is terug! Snel<br />
rent ze langs de kade naar de plaats waar de<br />
schepen aanleggen. Ze ziet haar vader al<br />
staan en begint te gillen en te zwaaien.<br />
Vader ziet haar nu ook en zwaait wild terug.<br />
Ineens voelt Maartje een paar handen op<br />
haar schouders. ‘Ontsnapt, Maartje?’ vraagt<br />
een stem. Geschrokken draait Maartje zich<br />
om. Het is haar moeder. Maar moeder is<br />
niet meer kwaad. Ze kijkt net zo blij als<br />
Maartje. Over straf zegt ze niets.<br />
8 9<br />
1600