Beste Lezers, - Universitair Milieuplatform Maastricht

aanhouden. Na de acute hoofdpijn volgt er vaak
een periode van minder intense hoofdpijn.
Wanneer er een aura optreedt, is dat meestal in de
visuele vorm en kan zowel mono- als binoculair
zijn. Vaak ziet men gekleurde lichtvlekken, maar er
kunnen ook scotomen of complexe visuele beelden
te zien zijn. Het aura komt geleidelijk opzetten en
d uurt een aantal minuten voordat de hoofdpijn
aanvangt.
Diagnose
Vanwege de unieke kenmerken van migraine bij
kinderen zijn de kwaliteit van de hoofdpijn en de
geassocieerde symptomen belangrijker dan
specifieke klinische criteria. Drie van de volgende
criteria moeten aanwezig zijn om de diagnose
migraine bij kin deren te stellen;
○ Abdominale pijn, misselijkheid of braken met
hoofdpijn
○ Hemicranie
○ Pulserende pijn
○ Complete remissie na korte rust
○ Een aura, visueel, sensorisch of motorisch.
○ Een positieve familie-ananmese
Aanvullend onderzoek is nodig bij focale
hoofdpijne n, erger worden in de tijd of atypische
symptomen die aan een ander ziektebeeld doen
denken.
Beeldvorming van de hersenen om de diagnose
migraine te stellen staat nog ter discussie. Er wordt
g esuggereerd dat wanneer het neurologisch
25
onderzoek ongestoord is, het geen echte
meerwaarde heeft om een CT of MRI te maken. Een
EEG is niet geïndiceerd t enzij er sprake is van
verdenking op epilepsie.
Een lumbaalpunctie kan nodig zijn bij verdenking
op een intracranial e infectie of een verhoogde
in tracraniale druk.
Therapie
Bij sporadische, niet-ernstige migraineaanvallen
kan men meestal volstaan met geruststelling, rust
en paracetamol. Voor het instellen op triptanen is
verwijzing naar een (kinder)-neuroloog of een op
dit terrein deskundige kinderarts op zijn plaats. Er
bestaan tot op heden helaas geen goede klinische
onderzoeke n naar migraineprofylactica bij
ki nderen.
Lit eratuur
1. www.utdol.com
2. Alice in Wonderland syndrome as a presenting symptom of EBV
infection. Liaw SB; Shen EY. Pediatr Neurol 1991 Nov-
Dec;7(6):464-6
3. Clinical observation and neurological outcomes in "Alice in
Wonderland" syndrome. Ho CS; Shen EY; Liaw SB; Huang FY.
Zhonghua Min Guo Xiao Er Ke Yi Xue Hui Za Zhi 1992 Mar-
Apr;33(2):89-95
4. http://nhg.artsennet.nl/upload/104/
standaarden/M19
Vorige edities: Usher syndroom 2/04, Kallman syndroom
3/04, Treacher Collins
syndroom 4/04, Landau-Kleffner
syndroom 1/05