19.09.2013 Views

Veer 2 - VGK

Veer 2 - VGK

Veer 2 - VGK

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

28 e jaargang: november 2010<br />

Het <strong>Veer</strong> www.vgkgent.be<br />

1


28 e jaargang: november 2010<br />

Het <strong>Veer</strong> www.vgkgent.be<br />

2


28 e jaargang: november 2010<br />

Tijdschrift van de Vlaamse Geschiedkundige Kring<br />

Hoofdredactie/Lay-out: Wouter Peeters<br />

Eindredactie: Wouter Peeters<br />

Cover: Charlotte Van Goubergen & Wouter Peeters<br />

Verantwoordelijke Uitgever: Wouter Peeters p/a Vlaamse Geschiedkundige<br />

Kring, Blandijnberg 2, 9000 Gent<br />

Website: www.vgkgent.be<br />

Rekeningnummer: 733-0015320-24<br />

Rekeningnummer Reis: 737-0164111-30<br />

28 e Jaargang, nr. 2 november<br />

Inhoudsopgave 3<br />

De praeses heet u welkom! 4<br />

Een column, hoera! Door Ruben Cassiman, joepie! 7<br />

Het Bachelorweekend 10<br />

Poëzie 12<br />

Gekke Engelse koningen 14<br />

Een verhaal 17<br />

Een filosofisch traktaat 20<br />

Sien op Erasmus 22<br />

Kalender 24<br />

De reis naar Griekenland 25<br />

Dagboek van een 1 e Bachelor 26<br />

Interview met de Gentse Politie 28<br />

Recensie: ‘Sioux’ door Bavo Dhooge 32<br />

Fantasy 36<br />

Janna op Erasmus 38<br />

Pocahontas 40<br />

Het August Vermeylenjaar 43<br />

Willem 44<br />

Uitsmijter 46<br />

Het <strong>Veer</strong> www.vgkgent.be<br />

3


28 e jaargang: november 2010<br />

Het was met de haren in diverse richtingen dat ik mijn<br />

Praeses<br />

tanden poetste met uitzicht op een spiegel. Talrijke<br />

jaren had de badkamer met de caravanafmetingen<br />

probleemloos dienstgedaan, de sporadisch gekneusde knie niet te na gesproken<br />

van wie zich, zijn toilet makend of zich scherend voor het lavabootje, te bruusk<br />

omdraaide en aan den lijve moest ervaren hoe gering de speling was gebleven<br />

tussen rand en wand. Voor een vroege les volstond dit stukje plaats tussen het<br />

bed en de kast echter ruimschoots om enigszins fris op het appel te verschijnen. 1<br />

Zoals het mij in het begin van de dag wel nog eens overkomt, was de aandacht<br />

niet ten volle bij mijn ochtendlijke activiteiten, maar lag de focus eerder bij<br />

eerdere gebeurtenissen.<br />

Ik dacht terug aan het bachelorweekend, innig hopend dat wie er was zich even<br />

veel geamuseerd had als ondergetekende, en dat wie afwezig bleef dan toch zijn<br />

kans zou wagen op een andere gelegenheid. Dergelijke schabouwelijke zinsconstructies<br />

vliegen inderdaad door mijn hoofd terwijl ik mijn weerspannige haartooi<br />

in de plooi tracht te leggen. 2 Bij het aanbrengen van de bij momenten broodnodige<br />

deodorant volgde de rest van mijn korte overzicht van de eerste maand. 3<br />

Op onze sportactiviteiten was er immer een mooie opkomst, maar ook de<br />

komende weken is het aanbod veelbelovend.<br />

Qua cultureel gehalte liep het ook al vlot bij de <strong>VGK</strong>, en de activiteiten zijn steeds<br />

uitverkocht. En de feestelijke gelegenheden waren even divers als geslaagd. Een<br />

zekere tevredenheid maakte zich dus van mij meester, en dit niet alleen omdat<br />

mijn propere hemd minder gekreukt dan gevreesd bleek te zijn. 4 Daarnaast<br />

herinnerde ik me de ouderavond, met dank aan instant hero Karel Velle, als een<br />

geslaagde avond en deed de gedachte aan de Griekenlandreis 5 mij neuriën. Dit,<br />

door mijn beperkte toonvastheid, tot grote onvrede van mijn deerne, die mij<br />

toonde waar ik mijn zwarte sokken had achtergelaten.<br />

Terwijl ik mijn knie kneusde aan de bedrand, en in één beweging mijn kostuumvest<br />

meegriste, zat de stream of consciousness van de tragische held van dit<br />

voorwoord reeds bij de affiche van het aankomende Congodebat. Een reden te<br />

meer om goedgemutst de fiets ter hand te nemen en de tocht naar de Blandijn<br />

zonder meer aan te vatten. De Gentse binnenstad ontwaakte met me mee<br />

alvorens ik tegenover de Amber parkeerde en me naar de les begaf…<br />

1<br />

De nadruk op ‘enigszins’ zal de mensen uit mijn scholaire omgeving niet verbazen.<br />

2<br />

True story.<br />

3<br />

De Kantienberg beklimmen schaadt de gezondheid van mens en fiets.<br />

4<br />

Dat is verrassend gebeurlijk voor iemand die dat slechts enkele malen ’s jaars uit de kast haalt.<br />

5 Zie verder in dit boekje.<br />

Het <strong>Veer</strong> www.vgkgent.be<br />

4


28 e jaargang: november 2010<br />

Het <strong>VGK</strong> werkjaar 2010-2011 is, me dunkt, mooi ingezet en met niet aflatend<br />

enthousiasme zal het praesidium ook de rest van het jaar trachten jullie te<br />

entertainen en te informeren, jullie mensen en plaatsen te leren kennen, jullie<br />

warmte te bieden naarmate de dagen korter worden, kortom een mooi aanbod<br />

voor het studentenleven te verzorgen. Ik hoop elkeen van jullie dan ook te zien op<br />

onze activiteiten, die proberen een wijde waaier van mogelijkheden aan te<br />

bieden.<br />

Tot dan, veel leesplezier in dit <strong>Veer</strong> en natuurlijk vele groetjes,<br />

Het <strong>Veer</strong> www.vgkgent.be<br />

Ruben Vandeputte<br />

<strong>VGK</strong> Praeses 2010-2011<br />

De vraagtekens in de ogen van de persoon die zich naast mij in een bankje had<br />

gewurmd voor de volgende les waren vrij terecht en dat lag niet aan de kwaliteit<br />

van mijn dasknoop. Onderstaande in kostuum, het is in iedere context een bevreemdend<br />

zicht, maar in het schemerdonker van auditorium B nog net iets meer.<br />

Maar laat echter duidelijk zijn, uw praeses is klaar voor het galabal van drie<br />

december, en nodigt u allen hiervoor dan ook warm uit.<br />

5


28 e jaargang: november 2010<br />

Het <strong>Veer</strong> www.vgkgent.be<br />

6


28 e jaargang: november 2010<br />

De herfst is in het land getreden, en met haar ook de<br />

Column<br />

maand november. November moet zo’n beetje de<br />

vervelendste maand van het hele jaar zijn. Als het<br />

niet regent, dan is het koud. En als het niet koud is, dan is er wel een of andere<br />

vervelende kerel die in je oor komt schreeuwen, je fiets steelt of for no reason at<br />

all je twee schoenveters aan elkaar bindt. November was vroeger de negende<br />

maand van het jaar (novem is Latijn voor negen), maar in 153 voor Christus kreeg<br />

één of andere Romein het idee om het jaar niet meer in maart, maar in januari te<br />

laten beginnen. En zo geschiedde deze belachelijke lapsus, die nu al meer dan<br />

tweeduizend jaar voort duurt. Nee, november, die maand houdt helemaal geen<br />

steek.<br />

Om de koude en de regen van deze gure maand te overwinnen, trok ik mijn jas<br />

aan en ritste hem tot aan mijn kin dicht. Ik had voor de gelegenheid mijn winterjas<br />

bovengehaald. Het zinde me niet dat ik mijn winterjas reeds in de herfst<br />

moest dragen. Ik vroeg me af of het nu de werkelijkheid of de taal was die daarbij<br />

de mist in ging. Ik besloot dat dat een zaak voor filologen was en ging naar<br />

buiten, zelf de mist in. Terwijl ik grinnikte over deze bizarre doch vermakelijke<br />

spelingen van het woordelijke lot, fietste ik naar de Blandijnberg alwaar menig<br />

avontuur haar oorsprong vond.<br />

Ik zette mijn fiets op slot met twee sloten. Vroeger durfde ik dat al eens met<br />

maar één slot doen. Tot de kerels van studentenmobiliteit mijn fiets doodleuk<br />

meenamen naar hun depot, omdat ik hem niet goed beveiligd had. Nou, als ik<br />

hem niet goed beveiligd zou hebben, dan hadden ze hem toch niet in een bestelwagen<br />

gezet? Dan hadden ze toch gewoon met mijn fiets naar het fietsendepot<br />

gefietst? Het zou me niks verbazen als die fietsfabrieknozems de open gele<br />

fietsen gewoon lieten staan. Ik zie die luieriken nog niet meteen op een fiets<br />

zonder versnellingen naar hun werkplaats puffen. Het grapje met de slecht<br />

beveiligde fiets kostte me tien euro. Bij dezen wens ik de rector veel plezier met<br />

de schuimige pint die hij er ongetwijfeld heeft van kunnen drinken.<br />

De koude van de novembermaand haalde mij uit mijn gedachtegang en wees me<br />

op mijn plichten. Ik liet mijn fiets met een gerust hart achter en ging de Amber<br />

binnen. Het was een tijd geleden dat ik nog een café langs de binnenzijde had<br />

gezien. In de master geschiedenis vindt men het leuk om veel werk naar je hoofd<br />

te gooien. Onderzoeksseminaries, presentaties, stages, interviews en niet te<br />

Het <strong>Veer</strong> www.vgkgent.be<br />

7


28 e jaargang: november 2010<br />

vergeten, talloze bibliotheekbezoeken voor het euvel dat een heel gemeen oud<br />

vrouwtje ooit ‘thesis’ moet genoemd hebben. Dat deed me er aan denken dat ik<br />

nog boeken diende binnen te brengen in de bibliotheek geschiedenis. Ik had deze<br />

morgen een ‘eerste aanmaning’ in mijn mailbox ontvangen. Nou, dat klonk best<br />

gewichtig. Even had ik overwogen om de volgende aanmaning en eventuele<br />

politionele stappen af te wachten, maar de goedzak in mij overwon en ik had de<br />

bewuste boeken maar snel in mijn rugzak gepropt. Het beeld van een hysterisch<br />

krijsende bibliothecaresse die de te laat ingediende boeken naar mijn hoofd<br />

slingerde boezemde me enige angst in, maar hoe langer ik zou wachten, hoe<br />

draconischer de maatregelen zouden uitvallen, daar bestond geen twijfel over. Ik<br />

besloot de koe bij de hoorns te vatten, zwaaide even naar de cafébaas en ging<br />

terug de kroeg uit. Van pinten drinken was er niets in huis gekomen, maar ik had<br />

nu toch opnieuw een café langs de binnenkant gezien.<br />

Ik stelde me voor hoe iemand me in de loop van de week op straat zou tegenhouden<br />

en zou vragen of ik de voorbije week nog een kroeg langs de binnenkant<br />

had gezien. Trots zou ik “ja” antwoorden, waarop ik door de man gefeliciteerd<br />

wordt en een cheque van een miljoen euro in de hand gestoken krijg. “Een geluk<br />

dat ik onlangs nog even de Amber binnenging”, zou ik dan tegen mezelf zeggen.<br />

Met dat miljoen euro zou ik een hoop goeie dingen doen. Ik zou wat geld geven<br />

aan arme kinderen, peter worden van één of ander gek dier in de zoo of<br />

Planckendael en ook voor de studentenkringen zou ik iets doen. Misschien word<br />

ik wel sponsor van Departuur, naar het schijnt kunnen ze dat daar momenteel<br />

nog wel gebruiken. Op het einde van de rit zou ik Luxemburg kopen. Dat lijkt me<br />

nog een tof landje en dan word ik hertog. Een hertog, dat verdient zo slecht nog<br />

niet.<br />

De mevrouw van de bibliotheek keek me met priemende ogen aan. “Nou, het is<br />

niet dat ik twee aanmaningen heb gekregen,” probeerde ik nog. “Bovendien is<br />

tijd een heel relatief gegeven.” De blik van de vrouw werd er niet beter op. “Wist<br />

u dat de maand november tot voor 153 voor Christus eigenlijk…” De vrouw had<br />

haar hand opgeheven en ik zweeg abrupt. Haar gezicht werd eerst bleker en<br />

vervolgens licht geel. Haar ogen begonnen rood uit te slaan en nadat ze haar<br />

mond lichtjes had geopend kwam er een licht hees geluid uit. Ik deinsde enigszins<br />

achteruit en probeerde mijn boeken van op een meter of twee naar haar bureau<br />

te gooien. Als ze daar niet belandden, kon ik me met de twee uitgeleende turven<br />

nog altijd verdedigen tegen haar toorn. De vrouw begon nu eerder paars uit te<br />

Het <strong>Veer</strong> www.vgkgent.be<br />

8


28 e jaargang: november 2010<br />

slaan en in haar ogen leek ik de weerspiegeling van een lichte vlam te ontwaren.<br />

Ze sperde haar mond nu helemaal open en plots kwamen daaruit wel honderd<br />

sprinkhanen tevoorschijn die recht op me afvlogen en me met hun venijnige<br />

poten uit evenwicht probeerden te brengen. Ik verweerde me met alle macht,<br />

maar terwijl de getransformeerde bibliothecaresse hysterisch begon te lachen<br />

viel ik hulpeloos neer op de grond.<br />

Met een schok werd ik wakker. Fuck, dit was een van die columns waar op het<br />

einde alles een droom bleek te zijn. Mijn hoofd gonsde en ik voelde een kater<br />

doorheen mijn lichaam zinderen. Misschien moest ik wat minder de binnenkant<br />

van een café opzoeken.<br />

Het <strong>Veer</strong> www.vgkgent.be<br />

Ruben Cassiman<br />

9


28 e jaargang: november 2010<br />

Het was op vrijdag 22 oktober dat we om 16u30<br />

verwacht werden in het Sint–Pietersstation in<br />

Gent om te vertrekken naar een tot dan toe voor<br />

de eerstejaars onbekende locatie, en met een<br />

Het <strong>Veer</strong> www.vgkgent.be<br />

Bachelor-<br />

weekend<br />

groep mensen waarvan de meesten elkaars naam nog niet eens kenden. Het<br />

besloot dus vast en zeker een avontuur te worden, en dat werd het ook!<br />

Pas op het perron zagen we dat onze bestemming de stad Mechelen zou zijn. Van<br />

bij de aankomst werd ons snel duidelijk dat we niet de kans zouden krijgen om<br />

ons te vervelen: na het inladen van de bagage in een bestelwagen werden we in<br />

teams opgedeeld en kreeg elke groep een blaadje met raadsels in handen. Met<br />

slechts één kans om een juist antwoord te geven, voelde het meteen aan als ons<br />

eerste mondeling examen, alleen konden we hier enkel tips verdienen om het<br />

vinden van onze verblijfplaats wat makkelijker te maken. Elke groep werd op weg<br />

gestuurd met een kaartje in de handen naar de volgende tussenstop waar ons<br />

een nieuwe opdracht wachtte. Van hieruit trokken we verder met als prijs een<br />

volgende tip en de tekst van het <strong>VGK</strong>-lied in ons bezit, dat we uit ons hoofd<br />

moesten kennen voordat we bij de volgende proef aankwamen. Dus die avond<br />

konden de bewoners van Mechelen genieten van de gezangen van de <strong>VGK</strong> in de<br />

straten, of toch alleszins van de pogingen die we ondernamen om het lied te<br />

leren. Nadat we onze laatste tip gekregen hadden konden we eindelijk het laatste<br />

eindje naar de locatie afleggen en het bleek dat we het weekend zouden doorbrengen<br />

in de lokalen van scoutsgroep Thila Coloma.<br />

Bij aankomst was het uiteraard eerst tijd voor een welkomstpintje of -cola en het<br />

maken van een paar afspraken. Daarna konden we ons settelen met matje en<br />

slaapzak in een van de drie slaapzalen. Wanneer de tijd voor het avondeten<br />

gekomen was, schoven we allemaal aan tafel en kregen we een goed bord<br />

spaghetti voorgeschoteld, en nadat iedereen zijn deeltje van het opruim- en<br />

afwaswerk had gedaan konden we beginnen met wat kennismaking, in de vorm<br />

van het spelletje ‘ik heb nog nooit…’ en een heel snelle speeddate. Hierna was er<br />

niet echt meer iets gepland, behalve gezellig samenzijn. De sfeer werd verzorgd<br />

door het kampvuur, het gerstenat en een paar gitaren.<br />

De volgende ochtend, na een bitter koude nacht, was het na het ontbijt tijd voor<br />

de volgende activiteit. We werden allemaal opgedeeld in teams voor het grote<br />

Gravensteenspel, waarbij we de bezetting van het Gravensteen door Gentse<br />

studenten op 16 november 1949 naspeelden in een groepspel dat nogal deed<br />

denken aan Stratego. Het doel was om als eerste het Gravensteen te ‘bestormen’<br />

door 4 palen en een stoel aan elkaar te sjorren en de aanvoerder van het team<br />

naar het kasteel te dragen. De climax van het spel was uiteindelijk de voordracht<br />

en uitbeelding van de slag door het winnende team.<br />

10


28 e jaargang: november 2010<br />

Tijdens de namiddagactiviteit bezochten we het Vlaamse televisielandschap van<br />

vroeger en nu, in een groepsactiviteit waar we konden deelnemen aan allerlei<br />

televisiespellen zoals Blokken, De Droomfabriek, De Slimste Mens enz. Het doel<br />

van het spel was zoveel mogelijk punten verdienen met de verschillende<br />

opdrachten, en de uiteindelijke winnaars kregen als prijs dat ze vrijgesteld waren<br />

van het ronddragen van drank tijdens de cantus.<br />

Na dit spel was het bijna tijd voor het avondeten en daarna was het moment<br />

aangebroken dat voor velen het hoogtepunt van het weekend zou worden: de<br />

cantus! De zaal werd klaargezet door de leden van het praesidium, terwijl wij een<br />

inleiding kregen over de do’s en don’ts. De voornaamste regels werden uitgelegd<br />

en er werd ons ook heel duidelijk gezegd dat het de bedoeling was om het<br />

gezellig te maken en het leuk samen te hebben, maar dat discipline ook een<br />

belangrijke rol speelt.<br />

Vervolgens werden we de zaal binnengeleid, werden de eerste bierschachten<br />

aangeduid en konden de gezangen aangeheven worden. Het was het begin van<br />

een superleuke avond, waarbij de gezangen afgewisseld werden met grappige<br />

straffen, waar natuurlijk steeds drank bij kwam kijken. Tijdens de eerste pauze<br />

was er al een stormloop naar de toiletten, omdat niet iedereen dichterlijk talent<br />

genoeg had om een pisrijmpje te verzinnen waarin de woorden ‘koude nachten’,<br />

‘Smirnoff’ en ‘besletten’ moesten voorkomen in een opgegeven rijmschema. Na<br />

de eerste drie delen was het tijd voor een rustiger gedeelte, waarin er kaarsjes op<br />

tafel kwamen en er niet meer uit volle borst werd gezongen. De sfeer werd<br />

ingetogen en de cantus werd zoals gewoonlijk afgesloten met het <strong>VGK</strong>-lied.<br />

Na de cantus was er nog de gelegenheid om iets te drinken en wat te praten, en<br />

langzaamaan vulden de slaapzalen zich met vermoeide, soms wat aangeschoten,<br />

maar stuk voor stuk blije en gelukkige studentjes, die wel iets minder blij leken de<br />

volgende ochtend, toen we om 8u30 al werden gewekt voor het ontbijt. Er was<br />

nog werk aan de winkel, want de eetzaal zag er niet echt meer zo proper uit en<br />

ook buiten en in de slaapzalen moest er opgeruimd worden. Iedereen droeg zijn<br />

steentje bij en het werk was snel gedaan. We moesten ook de bagage al inladen<br />

en na een kort bedankje van de kookploeg konden we vertrekken richting station.<br />

De NMBS bracht ons veilig en wel terug naar Gent en daar volgde het afscheid<br />

van de groep, en we konden allemaal naar huis met de herinnering aan een<br />

superweekend, dat we nooit meer zullen vergeten en dat ons ongetwijfeld al een<br />

paar goeie vriendschappen heeft opgeleverd.<br />

Het <strong>Veer</strong> www.vgkgent.be<br />

Constant Van Grembergen<br />

11


Rerereconquista<br />

28 e jaargang: november 2010<br />

Ze zijn Wilden geworden in hun eigen hoerwoud;<br />

als verlepte bomen lokken ze ons met knokige vingers en<br />

het maanlicht werpt een roze gloed op hun bleke maskers.<br />

Hun pennen zijn machtiger dan de zwaarden indertijd:<br />

inkt kleurt zwart en laat wit,<br />

zwaarden kleuren enkel rood.<br />

Let op want de reyes catolicos ligt bij het andere afval<br />

er is niemand meer om schuldig te wijzen<br />

ook wij niet want<br />

langzaam<br />

druipen<br />

we<br />

het<br />

af.<br />

Het <strong>Veer</strong> www.vgkgent.be<br />

Poëzie<br />

Mathijs Tratsaert<br />

12


In een land hier ver vandaan<br />

klinken bij het licht van de sterren en de<br />

maan<br />

tromgeroffel en jubelkreten<br />

in een taal die door niemand is<br />

geweten.<br />

Rond grote vreugdevuren<br />

dansen mensen, groot en klein<br />

tot in de vroege uren,<br />

gelukkig omwille van het samenzijn.<br />

In het vroege ochtendgloren<br />

wanneer de zon opnieuw wordt<br />

geboren<br />

vragen ze hun totem om veel kracht<br />

voor een goede en behouden jacht.<br />

Gezwind geven ze hun mustangs de<br />

sporen<br />

met in de hand boog en pijlpunt.<br />

elke trage buffel is verloren,<br />

want de jagers hebben het op hen<br />

gemunt.<br />

Wanneer ze teruggaan naar de stam<br />

met een hele stapel vlees<br />

horen ze de oorlogstamtam<br />

waarbij blijdschap omslaat in vrees.<br />

In het midden van de nacht<br />

groeit er een nieuwe macht.<br />

wanneer de coyotes roepen,<br />

komen de nieuwe troepen.<br />

Mannen met hoeden en geweren,<br />

niets of niemand kan hen deren.<br />

De stam slaat op de vlucht,<br />

achterna gezeten door schoten in de<br />

lucht.<br />

28 e jaargang: november 2010<br />

De eerste Amerikaan<br />

Het <strong>Veer</strong> www.vgkgent.be<br />

Ze verzetten zich met bijl en speer,<br />

ook al is het een ongelijke strijd.<br />

In een regen van kogels vallen ze neer.<br />

Wie schiet, toont genade noch spijt.<br />

In plassen van bloed, zo rood,<br />

vinden velen de omhelzing van de dood.<br />

Wie overblijft, zingt een droevig lied<br />

van woede, onrecht en verdriet.<br />

De zon en maan aanschouwen het<br />

gebeuren<br />

en zagen de prairievlakte verkleuren<br />

van al dat warme levensbloed,<br />

de kleur van de avondgloed.<br />

De mooie wilde, van zijn veren beroofd,<br />

die steeds in zijn goden had geloofd,<br />

werd in de steek gelaten<br />

in de grote reservaten.<br />

Voor het goud in de grond<br />

snoerden de blanken hen de mond.<br />

Ze kwamen naar de Nieuwe Wereld van<br />

over zee<br />

en namen alle rijkdom mee.<br />

Toch zingen de wilden hand in hand<br />

over pijn, liefde, hun verloren land.<br />

Terwijl hun geliefden verder leven op<br />

een plek hier ver vandaan,<br />

omhelzen zij hun nieuw bestaan.<br />

In een taal al lang vergeten,<br />

zeggen ze iets wat we altijd hebben<br />

geweten:<br />

De eerste Amerikaan<br />

was tenslotte de indiaan!<br />

Sofie De Clerck<br />

13


28 e jaargang: november 2010<br />

Better a witty fool than a foolish wit:<br />

Engelse monarchen in de wereld van de<br />

‘hogere sferen’.<br />

Het <strong>Veer</strong> www.vgkgent.be<br />

Geschiedenis<br />

In de geschiedenis zijn er wel enkele monarchen de revue gepasseerd die op<br />

het eerste zicht niet helemaal mentaal gezond waren. Uiteraard is een lijst<br />

opstellen van dergelijke vorsten een werk van zeer lange adem, waardoor —<br />

helemaal in lijn van het thema ‘in hogere sferen’ — maar enkele van de vele<br />

opvallende vorsten met een hoek af, van naderbij<br />

bekeken kunnen worden.<br />

Een tekst van mijn hand zou niet helemaal compleet zijn<br />

zonder te verwijzen naar de wondere wereld van de<br />

Britse — hieronder vallen eveneens Engelse en Schotse<br />

vorsten van het pre-1707 6 tijdperk — vorsten. Laat ons<br />

beginnen bij één van de vele Henry’s — acht<br />

exemplaren welbepaald — die de Engelse troon hadden<br />

bestegen: Henry VI, zoon van de Hero of Agincourt<br />

Henry V, die het niet bepaald onder de markt had<br />

tijdens zijn regering. De War of the Roses 7 Henry VI (1421-1471)<br />

brak uit en de campagne in Frankrijk<br />

liep niet bepaald van een leien dakje. Hoewel Henry VI een naïeve, timide en<br />

vooral volgzame vorst was die in feite geleid werd door zijn vrouw, Margaret<br />

d’Anjou, was hij eveneens vatbaar voor zware depressies en zenuwinzinkingen<br />

van eenzelfde zware multitude. Wat lang gevreesd werd, zijnde het hebben van<br />

diezelfde krankzinnige genen zoals die van zijn grootvader, Charles VI le fou van<br />

Frankrijk — die dacht van glas te zijn —, werd bewaarheid in 1453.<br />

Nadat duidelijk werd dat de Engelse aanwezigheid in Frankrijk op haar laatste<br />

benen liep, begon Henry VI zich steeds meer vreemder te gedragen. Bordeaux<br />

viel ten prooi aan de troepen van de bijzonder vitale Charles VII en Henry VI viel<br />

daarna ten prooi aan een bijzonder zware vorm van krankzinnigheid. Woedeaanvallen<br />

en bijzonder zware vlagen van een onvoorstelbare angst werden<br />

gevolgd door een bijzonder hardnekkige verlamming waarbij hij zelfs zijn oogleden<br />

amper kon openhouden, dit alles terwijl het land overgeleverd werd aan<br />

de conflicten tussen de huizen York en Lancaster. Zelfs na het kaalscheren —<br />

zoals Samson zijn kracht verloor na het scheren van de baard zou Henry VI zijn<br />

6 Act of Union, wat de Koninkrijken Engeland en Schotland, die sinds 1603 door dezelfde monarch<br />

werden bestuurd, verenigde onder de naam ‘Great Britain’.<br />

7 Lancaster (Red Rose) vs. York (White Rose).<br />

14


28 e jaargang: november 2010<br />

krankzinnigheid verliezen door het verliezen van zijn wilde haren, dacht men<br />

uiteraard — bleek Henry VI niet in staat om te regeren. Hoewel de vorst<br />

tekenen vertoonde van herstel, werd hij in 1461 verdreven door Edward of<br />

York, die als Edward IV de troon besteeg. Henry keerde weliswaar terug in<br />

1470, maar moest opnieuw het onderspit delven na het verlies van de slag<br />

nabij Tewkesbury, waarbij ook zijn enige zoon, Edward omkwam. In 1471 werd<br />

de compleet verdwaasde en onttroonde Henry VI wellicht op last van Edward<br />

IV in de Tower vermoord. De stelling “Henry lost his wits, his two Kingdoms 8<br />

and his only son” was spijtig genoeg de trieste waarheid betreffende de trieste<br />

regering van deze Plantagenet.<br />

Indien we enkele jaren vooruitspoelen, komen we uit bij de voor ons<br />

welbekende Henry VIII, symbool van de bijzonder viriele Tudor-monarchie.<br />

Hoewel Henry VIII niet als krankzinnig kon beschouwd worden, balanceerde<br />

zijn gemoedstoestand constant op de wijze van het weer. De ene dag kon hij<br />

zijn omgeving overladen met de meeste dierbare complimenten, terwijl de<br />

andere dag hij ze persoonlijk naar het schavot zou kunnen geleid hebben.<br />

Bekijk eens de biografieën van Thomas Wolsey, Thomas Cromwell of Thomas<br />

Howard 9 en dit zal duidelijk worden.<br />

Willy Sommers in het bijzijn<br />

van Henry VIII<br />

Het <strong>Veer</strong> www.vgkgent.be<br />

Bijzonder is het feit dat Henry VIII zich graag liet<br />

entertainen door ene William Sommers, een nar<br />

met een bijzonder ‘wit’ die bij tijd en wijlen<br />

zorgde voor algemene hilariteit aan het hof. Zo<br />

wierp hij een kommetje melk in het gezicht van<br />

een jongleur, beledigde en passant iedereen die<br />

aan het hof verscheen en maakte Thomas<br />

Wolsey zo’n £10 10 afhandig door hem mee te<br />

delen dat er enkele schuldeisers aan de<br />

poorten op hem wachtten. Wanneer Somers<br />

het geld kreeg en later terugkeerde, vroeg hij<br />

aan Wolsey aan wie hij zijn rijkdom verschuldigd was. Een verbouwereerde<br />

Wolsey stelde uiteraard aan de armen, waardoor Sommers meedeelde dat hij<br />

die £10 had uitgedeeld aan de bedelaars die aan de poorten stonden te<br />

wachten op een gift. Henry VIII kon er hartelijk om lachen. Wolsey ook, maar<br />

kon die nar wel trakteren op de bijl.<br />

8 Sinds Edward III droegen de Engelse vorsten eveneens de titel ‘King of France’.<br />

9 Afgedankt en beschuldigd van verraad in 1530, onthoofd op last van verraad in 1540, beschuldigd<br />

van verraad, maar overleefde Henry VIII.<br />

10 Naar huidige maatstaven zo’n 4000 £.<br />

15


28 e jaargang: november 2010<br />

Na het Tudor tijdperk komt de Stuart era, waarbij vooral James I op z’n minst<br />

als een bijzondere verschijning kon gezien worden. In het kader van dit stuk zal<br />

er gewezen worden op de bijzonder panische angstpsychoses waaraan deze<br />

vorst leed. Uiteraard is zijn jeugd daar een deel verantwoordelijk voor, zeker als<br />

je weet dat zijn vader, Henry Stuart in 1567 werd opgeblazen 11 , zijn regenten<br />

James Stewart, Matthew Stewart en James Douglas 12 op een weinig subtiele<br />

wijze uit te weg werden geruimd en zijn moeder, Mary Stuart, in 1587 stierf op<br />

het schavot 13 . Vooral na de dood van James in 1625 verschenen in anti-Stuart<br />

teksten de verhalen van een koning die constant een gepantserd hemd droeg<br />

of zijn baard volgens de legende liet inkorten door middel van brandende kolen<br />

‘fearing lest the barber should cut his throat’. Uiteraard zijn deze verhalen<br />

gekleurd door tegenstanders van James, zoals Sir Anthony Weldon die de<br />

koning afschilderde als de verstandigste gek van de christelijke wereld. Feit<br />

blijft wel dat de koning een verregaande fascinatie voor de jacht had, waarbij<br />

het ontdoen van de ingewanden van de neergeschoten dieren een geliefkoosde<br />

activiteit was. Wat eveneens aan James werd toegeschreven – hoewel dit<br />

uiteraard niet als krankzinnig kan geklasseerd worden, maar toen als een teken<br />

van een minder stabiel mentaal gestel werd gezien – waren de bijzonder<br />

vettige moppen die James kon tappen. Met zijn zwaar Schots accent genoot<br />

James ervan zijn Engelse hofleden nu en dan te schofferen door verhalen te<br />

vertellen die nogal aan de aangebrande kant waren. Ach, James was nu<br />

eenmaal een toffe peer met een bijzonder gevoel voor humor.<br />

Als laatste kunnen we George III aanhalen, die aan het einde van de 18 de eeuw<br />

ook daadwerkelijk krankzinnig was. In de laatste jaren van zijn regering moest<br />

zijn zoon, George of Wales, het regentschap waarnemen. George leed<br />

waarschijnlijk aan poryfie, veroorzaakt door de hoge hoeveelheid arsenicum in<br />

o.a. medicatie en cosmetica. De gevolgen waren waanbeelden en het uren aan<br />

een stuk redevoeren zonder pauzeren. Hoewel de koning na zijn eerste aanval<br />

herstelde, was hij na 1810 eveneens dement geworden, waardoor alsnog hij<br />

niet langer in staat was om te regeren. Na George werd geen enkele Britse<br />

monarch nog geconfronteerd met symptomen van krankzinnigheid, wat<br />

uiteraard de stabiliteit enkel ten goede kwam.<br />

‘’His Majesty was all powerful and all knowing. But he wasn't quite all there.’’<br />

Het <strong>Veer</strong> www.vgkgent.be<br />

Vincenzo De Meulenaere<br />

11 Nabij Kirk-O-Field, waarschijnlijk op last van James Hepburn, Earl of Bothwell.<br />

12 James Stewart werd vermoord, Matthew Stewart stierf na een schermutseling met troepen van<br />

Mary Stuart en James Douglas werd op beschuldiging van de moord op Henry Darnley onthoofd.<br />

13 Mary Stuart werd ervan beschuldigd mede verantwoordelijk te zijn voor het Babington Plot (1587),<br />

dat Elizabeth I wilde onttronen.<br />

16


28 e jaargang: november 2010<br />

Esa hakte de uien in stukken en gooide die in de<br />

Verhaal<br />

ketel die boven het vuur hing. Het water spatte op<br />

en pletste op de houten vloer. Elke dag moest ze<br />

soep zien te maken voor haar zes kinderen. Soms was het bijna niet meer dan<br />

warm water. Ze gebruikte wat haar kinderen voor haar meebrachten. Ze<br />

vermoedde dat ze het soms gestolen hadden. Ze dwaalden dag in dag uit door<br />

de stad, deden klusjes hier en daar om wat te verdienen of hielden zich bezig<br />

met meer clandestiene praktijken.<br />

Esa woonde met haar kinderen op de zolderverdieping van een groot huis aan<br />

de rand van een grauwe havenstad. In het gebouw woonden meer dan tien<br />

gezinnen. Ze wist niet precies hoeveel het er waren, maar aan de rommel en<br />

het aantal kinderen op het koertje kon ze zien dat het er veel waren. Esa en<br />

haar kinderen deelden de zolderverdieping met een grimmige oude man die de<br />

helft van de ruimte opeiste. Door het enige en piepkleine raampje keken ze uit<br />

over de stad. Ze konden de kathedraal zien, gebouwd in de nieuwe gotische<br />

stijl. Ze was enorm hoog. Ze dachten dat ze zo dichter bij God konden komen.<br />

Esa voelde zich niet dichter bij God omdat ze op de zolderverdieping woonde.<br />

Hooguit een beetje in hogere sferen wanneer ze kruidenthee maakte met de<br />

planten die haar jongens meebrachten.<br />

Esa wou weg uit de stad, ze wou naar het platteland. De stad maakte<br />

criminelen van haar jongens. Ze wou ook een veiliger omgeving voor haar<br />

zwangere dochter. En ze was nog maar een kind. Esa dacht dat het misschien<br />

van de jongen beneden was. Maar haar dochter zweeg in alle talen. Ze wist het<br />

waarschijnlijk zelf niet van wie het was. Net als van haar zonen wist ze niet wat<br />

haar dochter allemaal uitvoerde.<br />

Esa’s gedachten werden onderbroken door luid geruzie. De muren trilden er<br />

zowaar van. Esa luisterde er niet meer naar. Het was dagelijkse kost in een<br />

gebouw waar zo veel mensen zo dicht op elkaar woonden. Maar plots hoorde<br />

ze een schrille meisjesstem die haar hart even liet stilstaan. Ze had duidelijk<br />

kunnen horen dat het haar dochter was. Ze haastte zich de krakkemikkige<br />

ladder af, liep enkele ruimtes door – elk bewoond door een mengelmoes van<br />

mensen – en daalde nog een soort ladder af. Ze bleef even staan om te<br />

luisteren en ging toen de juiste kant uit om bij haar dochter te komen.<br />

Ze zag twee mannen. De ene was nog jong en hield een kapmes dreigend voor<br />

het gezicht van haar dochter. De andere was iets ouder en veel groter. Hij was<br />

gespierd en hield Esa’s dochter tegen de balustrade zodat ze er net niet over<br />

tuimelde. Ze wist dat de boel hier niet zo stevig was en dat haar dochter elk<br />

ogenblik twee verdiepingen naar beneden kon vallen op de binnenkoer. Ze<br />

Het <strong>Veer</strong> www.vgkgent.be<br />

17


28 e jaargang: november 2010<br />

gilde dat ze ermee moesten ophouden. De twee mannen keken om en keken<br />

haar schertsend aan. Bleek dat ze wilden weten wie van hen beiden de vader<br />

was van het kind dat Esa’s dochter droeg. Niemand wist een antwoord op die<br />

vraag. Haar dochter werd weggehaald van bij de balustrade, het halve gebouw<br />

doorgesleurd en ten slotte opgesloten in een klein hokje zonder bestemming<br />

dat dienst deed als dumpplaats voor allerlei ondefinieerbaar afval. En Esa keek<br />

machteloos toe. De twee mannen hadden postgevat voor het hokje en waren<br />

duidelijk niet van plan om weer weg te gaan vooraleer ze een antwoord<br />

hadden gekregen op hun vraag. Maar geen enkel antwoord zou goed genoeg<br />

zijn, er zou in elk geval iemand ontevreden zijn. Het was een uitzichtloze<br />

situatie. Esa ging terug naar boven. Ze kon niets ondernemen zolang haar<br />

zonen niet thuis waren om haar te helpen.<br />

Het duurde niet lang voor de eerste thuiskwam. Het was de jongste. Hij hing<br />

altijd rond met een andere jongen uit het gebouw. De zoon van een vrouw die<br />

nooit getrouwd was geweest. Hij was niet echt een goede invloed voor haar<br />

eigen zoon. Ze waren wel de enigen van wie ze wist waar ze hun tijd<br />

doorbrachten, in de vismijn, want haar jongste zoon stonk dan uren in de wind.<br />

Maar vis had hij nooit mee. Esa vertelde hem niet wat er met zijn zus aan de<br />

hand was. Hij was toch nog te klein om er iets aan te kunnen veranderen.<br />

De volgende die thuis kwam, rook ook al niet fris. Dat kwam gewoon door<br />

gebrekkige lichaamshygiëne gecombineerd met overmatig zweten, typisch voor<br />

zijn leeftijd. Aan hem vertelde Esa wel dat zijn zus beneden opgesloten zat. Het<br />

scheelde geen haar of hij lachte er mee. Hij vond het niet zo erg. Hij vond het<br />

haar verdiende loon. En dat terwijl hij zelf een even grote nietsnut was als zij.<br />

Ze had het kunnen weten. Esa ging het dan zelf maar nog eens proberen.<br />

De twee mannen lachten haar vierkant uit. Ze smeekte om haar dochter vrij te<br />

laten, maar het mocht niet baten. Mensen van overal in het gebouw kwamen al<br />

kijken wat er aan de hand was. Niemand ondernam een poging om haar te<br />

helpen. De vader van de jonge man die haar dochter bewaakte, schonk Esa een<br />

meelevende blik. Maar hij vroeg zijn zoon niet om er mee op te houden. Een<br />

vader was nochtans vaak de enige persoon waar een jongen nog naar luisterde.<br />

Hij wilde gewoon niet helpen. Zo ging het in dit gebouw. Men zou samenhorigheid<br />

verwachten bij een groep mensen die in dezelfde penibele<br />

omstandigheden leven en elkaar allemaal kennen. Niet dus. Toen de mannen<br />

begonnen te dreigen om Esa bij haar dochter op te sluiten, ging ze terug naar<br />

boven.<br />

De derde zoon zat haar al op te wachten. Omdat ze er niet was, had hij zich een<br />

portie soep toegeëigend die veel te groot was. Iemand anders zou daardoor<br />

Het <strong>Veer</strong> www.vgkgent.be<br />

18


28 e jaargang: november 2010<br />

minder hebben, maar dat kon hem niet schelen. Ze moest maar boven geweest<br />

zijn toen hij thuis kwam. Hij toonde wel meer medeleven voor zijn zus dan zijn<br />

broer had gedaan. Hij was woedend op de mannen die haar vasthielden en<br />

stampte demonstratief tegen de pot zodat nóg een geut soep verloren ging. Hij<br />

wou onmiddellijk naar beneden gaan om zijn zus eigenhandig uit het hokje te<br />

halen, maar Esa raadde hem aan om te wachten op de overige twee broers. De<br />

jongste was alweer verdwenen.<br />

De laatste twee zoons kwamen samen thuis. De oudste was de verstandigste.<br />

Hij had ook het meeste autoriteit van de vijf. Maar hij had geen tijd. Hij<br />

luisterde amper en beschouwde het als een van de vele banale conflicten in dit<br />

gebouw. Daarna was hij weer weg. De andere wou wel helpen, maar enkel in<br />

ruil voor de portie soep van zijn zus. Dit betekende dat hij al de rest opat. Esa<br />

en haar dochter zouden het zonder moeten stellen die dag.<br />

Geflankeerd door twee van haar zoons ging Esa naar de twee mannen die haar<br />

dochter gijzelden. Ze stelde haar eisen en dreigde met de harde aanpak van<br />

haar zoons. Maar de mannen bleken niet echt onder de indruk te zijn. De<br />

jongste ging bij wijze van antwoord het hokje binnen en aan het gegil te horen,<br />

begon hij Esa’s dochter af te ranselen. Haar zoons zagen dit als ultieme<br />

oorlogsverklaring en vlogen op de oudste man af. Deze slaagde er vrij goed in<br />

om ze van hem af te houden. Instinctief zette Esa een stapje achteruit wanneer<br />

de jongste man met een zelfvoldane grijns terug uit het hokje kwam. Maar hij<br />

had haar direct in het vizier en kwam gniffelend naar haar toe.<br />

Van buitenaf zag het gebouw er rustig uit. Er waren ook weinig voorbijgangers.<br />

Na deze rij huizen waren er enkel nog weilanden. De enkele passant die er dan<br />

toch per ongeluk langs kwam, hoorde wel eens een gil, een schreeuw of<br />

gestommel, maar sloeg daar doorgaans weinig acht op. Ook tijdens de strijd om<br />

Esa’s dochter was daar buiten weinig van te merken. Er was enkel een soort<br />

diep gekraak te horen. Het bleek om de laatste ademtocht van het gebouw te<br />

gaan. Het gebouw gaf het op en zakte met een oorverdovend geraas in elkaar.<br />

Het resultaat was een gat in de gammele huizenrij. En niemand wist nog af van<br />

het bestaan van een zekere Esa met haar zes kinderen alsook de andere<br />

mensen die in het gebouw gewoond hadden. Niemand stelde er zich ooit enige<br />

vragen over.<br />

Het <strong>Veer</strong> www.vgkgent.be<br />

Elien Vernackt<br />

19


28 e jaargang: november 2010<br />

Vele <strong>VGK</strong>’ers hebben waarschijnlijk al een<br />

situatie meegemaakt waarin ze hun keuze<br />

voor de opleiding geschiedenis moesten<br />

funderen. Geschiedenis studeren wordt vaak<br />

Het <strong>Veer</strong> www.vgkgent.be<br />

Filosofisch<br />

traktaat<br />

geassocieerd met saaiheid, droge feitenkennis en senioren die genealogisch<br />

onderzoek verrichten om hun resterende tijd op deze planeet nog zinvol door<br />

te komen.<br />

Die associaties berusten natuurlijk op een grond van waarheid. We stellen<br />

ellenlange bibliografieën op en zijn op zoek naar obscure bronnen waarbij een<br />

gezond persoon zich de vraag stelt welk doel het dient. Toegegeven, historici<br />

zijn bijwijlen moderne asceten. Een prangende vraag is of historici nog relevant<br />

kunnen zijn in een wereld die een obsessie heeft met kennis die een<br />

marktwaarde heeft.<br />

Dit artikeltje wil een kleine aanzet geven tot een reflectie over het nut van de<br />

geschiedbeoefening. Ik zal de stelling verdedigen dat het nut van de<br />

geschiedenis zich situeert op het kruispunt van drie perspectieven: het<br />

persoonlijke, het morele en het kritische.<br />

Ik ben de mening toegedaan dat geschiedenis van belang kan zijn om onszelf<br />

beter te begrijpen. Het gaat hier natuurlijk over het bevragen van onze eigen<br />

persoonlijkheid, onze opvattingen en gedragingen en dit in relatie tot de<br />

wereld. Dit vergt natuurlijk een zekere mate van introspectie, graven in het<br />

eigen verleden. Pijnlijke passages die wij allemaal hebben doorgemaakt,<br />

worden herontdekt en voor een stuk herleefd. Het leert ons inzien wie we nu<br />

zijn. Sterker nog, het belicht onze tekortkomingen en in dat opzicht kan<br />

geschiedenis een opstap zijn naar menselijke vervolmaking.<br />

Aan onze toekomstig metier hangt een morele dimensie vast. Een zegswijze<br />

stelt dat zij die hun geschiedenis niet kennen, gedoemd zijn om ze opnieuw te<br />

ondergaan. Heden ten dage duiken er regelmatig berichten in de media op over<br />

bevolkingsgroepen die gedehumaniseerd worden. Onlangs zond de zender<br />

Canvas een reportage uit die inging over op welke manier Joodse kolonisten<br />

Palestijnen in de stad Hebron behandelen. De Palestijnen worden op een<br />

systematische manier vernederd totdat ze hun biezen nemen. De beelden<br />

grijpen naar de keel. Beelden van Joden die constant vrezen voor hun leven zijn<br />

evenzeer schokerend.<br />

Is het net niet de Shoah die ons dicteert dat zo’n praktijken nooit meer<br />

mochten voorkomen? Daarbij komt nog dat de Shoah nog te vaak wordt<br />

aangewend om kritiek ten opzichte van de Israëlitische staat te pareren. Karel<br />

De Gucht heeft dit recent nog aan de lijve mogen ondervinden. Mijn punt is dat<br />

20


28 e jaargang: november 2010<br />

het gruwelijke conflict tussen Joden en Palestijnen ons, historici, ertoe aanzet<br />

om een genuanceerd relaas te brengen. Onze taak bestaat er uit om zo’n<br />

vreselijke oorlogen proberen te verklaren in de hoop dat ze zich niet opnieuw<br />

voordoen.<br />

Het nut van de geschiedbeoefening schuilt ook in haar kritische potentieel.<br />

Door kritiek te uiten, maak je jezelf niet sympathiek. Het daagt uit en verplicht<br />

mensen om hun opvattingen beter te rechtvaardigen. De historicus en filosoof<br />

Michel Foucault heeft op een unieke manier geschiedenis verbonden met<br />

maatschappelijke kritiek. Hij schreef geen geschiedenissen omwille van de<br />

geschiedenis zelf. Dat zou antiquarisch zijn en dat lijkt me net de oorzaak te zijn<br />

van de associatie tussen historici en saaiheid.<br />

Foucault ondermijnde met zijn historische werken het vooruitgangsdenken. In<br />

zijn werk ‘Discipline, toezicht en straf’ betoogt hij dat het moderne gevangeniswezen<br />

alles behalve humaan is, zoals ze pretendeert te zijn. Het moderne<br />

gevangeniswezen is volgens Foucault zodanig georganiseerd dat het<br />

conformisme promoot en dit terwijl de Westere maatschappij diversiteit<br />

omarmt als ideaal. Zij die afwijken van het dominante normen- en<br />

waardestelsel, worden scheef bekeken en in het slechtste geval opgesloten.<br />

Het waardevolle van Foucault ligt daarin dat zijn werken mensen verplichten<br />

om na te denken over maatschappelijke alternatieven.<br />

Met dit korte essay heb ik getracht te beargumenteren dat historici niet per<br />

definitie even stoffig zijn zoals hun primaire bronnen. Historische technieken<br />

kunnen toegepast worden op ons eigen leven en dit resulteert hopelijk tot zelfkennis.<br />

Bepaalde actuele gebeurtenissen zijn vanuit een moreel standpunt zo<br />

choquerend dat ze er ons toe aanzetten om de historische oorzaken te<br />

lokaliseren. Een kennis van de geschiedenis staat ons ook toe om na te denken<br />

over een meer rechtvaardige maatschappij. Een historicus bekommert zich dan<br />

ook om het verleden omwille van het heden.<br />

Het <strong>Veer</strong> www.vgkgent.be<br />

Michiel T’Jampens<br />

21


28 e jaargang: november 2010<br />

Erasmus in Sevilla: tapas, fiestas en inca’s<br />

Het <strong>Veer</strong> www.vgkgent.be<br />

Erasmus I<br />

Terwijl de herfst valt over Gent en jullie de<br />

winterjassen uit de kast halen, genieten 3 geschiedenisstudenten ‘van bij ons’<br />

van de nazomer in Sevilla. Ik ben een van de gelukkigen, en uw lieftallige<br />

scriptor (Nvdr: Die elke donderdagvoormiddag te vinden is in de Kelder!) heeft<br />

mij overtuigd jullie in het Erasmusleventje in te wijden.<br />

Wat is er zo anders aan studeren in Sevilla? Laat ons eerlijk zijn: het grootste en<br />

aangenaamste verschil is el tiempo. Op dit eigenste moment – de laatste week<br />

van oktober- klimmen de temperaturen op het warmste moment van de dag<br />

nog steeds naar de 30°, en een week geleden vertoefde ik nog met mijn Gents<br />

bezoek op een strand aan de Océano Altantico, zwemmend, zonnend en<br />

verbrandend. Dit heeft het zeer welkome bijeffect dat terrasjes,<br />

openluchtdiscotheken en picknicken in het park hier tot het dagelijkse leven<br />

behoren. Als Belgische studente kan ik dat alleen maar toejuichen!<br />

Ik woon hier samen in een groot huis met een Oostenrijkse, twee Duitsers, drie<br />

Fransen, een Griekse, een Italiaan, een Hollandse en een meisje uit Brussel.<br />

(Nvdr: Wederom, zie L’auberge espagnol!) Onnodig om te zeggen dat de<br />

gesprekken in de keuken of in de living in allerlei talen plaatsvinden en doordat<br />

al dat volk ook nog eens zijn eigen bezoek (van thuis of van in de les)<br />

meebrengt, is het hier altijd de zoete inval. Terwijl de keuken doods is tot een<br />

uur of elf ’s morgens (wie vroeger les heeft, neemt toch niet bepaald te tijd om<br />

te ontbijten), wordt er de hele avond door gekookt of gegeten – naar typische<br />

Spaanse gewoonte. Je wordt hier immers letterlijk geweigerd in restaurants<br />

voor 20u30: de keuken is gewoon nog niet open. Gelukkig zijn er altijd de<br />

tapas: elke bar heeft hier zijn eigen kaart (waarop je overigens naast de tapas<br />

en de wijnen geen frisdranken of bieren zult vinden – altijd een beetje gokken<br />

naar de prijzen dus).<br />

Sevilla is ook een echte grootstad (voor ons geschiedenisstudenten: al sinds de<br />

15 e eeuw behoort zij tot de grootste steden van Spanje), met 5 Burger Kings,<br />

ontelbare MacDonalds, KFC en natuurlijk ook Starbucks, maar met eveneens<br />

een uitgebreid aanbod aan discotheken. Een typische avond uit met<br />

Erasmussers begint steevast met een botellon, waarbij iedereen verzamelt op<br />

een plein of aan de oevers van de Guadalquivir en er sangria, tinto de verano,<br />

Cruzcampo, of gewoon een huismix van rum-cola of wodka-lemon gedronken<br />

wordt. Tegen dat er uiteindelijk naar een discotheek getrokken wordt rond 1-<br />

2u, zijn vele mensen dan ook stevig in de mood, maar dat is gezien de prijzen in<br />

de clubs heel vaak een voordeel.<br />

22


28 e jaargang: november 2010<br />

Er moet echter natuurlijk ook gestudeerd en naar de lessen gegaan worden, en<br />

dat is gezien de Spaanse taal niet altijd evident. Het Andalusische accent is een<br />

uitdaging op zichzelf, en maar al te vaak vind ik mezelf wanhopig vertalingen<br />

opzoekend in m’n zakwoordenboekje om maar al te vaak te ontdekken dat het<br />

eerder toeristisch dan academisch Spaans behandeld. De proffen zijn echter<br />

zeer vriendelijk en we zijn hier uiteindelijk gekomen voor een uitdaging, dus…<br />

Opvallend is ook hoe alle lessen in kleine groepen worden gegeven (bij een vak<br />

zitten we werkelijk met 8, de grootste groep telt 50 man), en lesparticipatie<br />

wordt hoog gewaardeerd: consequent brossen is dus niet echt aan te raden.<br />

Ik heb het geluk mijn faculteit in de prachtige Real Fabrico de Tabacos uit de<br />

17 e eeuw te vinden: gelegen in het historische centrum van Sevilla, is het na El<br />

Escorial van Filips II bij Madrid het grootste gebouw van Spanje. Marmeren<br />

hallen en patio’s met fonteinen op plekken waar je het niet verwacht: de<br />

Geografia y Historia is naast een doolhof ook een droom vergeleken met ‘Het<br />

Roemeense ziekenhuis de Blandijn’. Helaas is de universitaire administratie<br />

werkelijk het grootste doolhof, nooit gedacht dat ik die van de Blandijn ooit<br />

duidelijk zou vinden.<br />

Het is dan wel weer een enorm plezier om op m’n dagelijkse weg naar de les<br />

langs de Kathedraal, het Archivo General de Indias en het Réal Alcazar te<br />

passeren. Ook m’n lespakket maakt mij maar al te gelukkig: maya’s, azteken,<br />

inca’s en de kolonisatie van Amerika zullen na dit semester geen geheimen<br />

meer voor me hebben ☺<br />

Het wordt echter tijd voor mijn siesta: ik wens jullie zelf een leuk semester in<br />

Gent, en vergeet ook daar niet van jullie studententijd te genieten! Ik kijk<br />

stiekem nu al terug uit naar Belgische frieten, pintjes en chocolade.<br />

Het <strong>Veer</strong> www.vgkgent.be<br />

¡Hasta Luego!<br />

Sientje<br />

23


Wo 03/11: Levensbeschouwelijk debat<br />

Do 04/11: Theater<br />

Di 09/11: Winteravond<br />

Het <strong>Veer</strong><br />

De <strong>VGK</strong> stelt voor:<br />

Di 09/11: Infovergadering reis Griekenland I<br />

Di 09/11: Redactievergadering<br />

Wo 10/11: Zwemmen<br />

Vr-Di 12-16: 16: Reis Barcelona<br />

Di 16/11: Kleine Quiz<br />

Wo 17/11: Infovergadering reis Griekenland II<br />

Wo 17/11: Tafeltennis<br />

Do 18/11: Themafuif<br />

Di 23/11: Themacantus<br />

Wo 24/11: pokertoernooi<br />

Do 25/11: Dies-Natalis Natalis ddebat<br />

28 e jaargang: november 2010<br />

Meer info op www.vgkgent.be of in de kelder.<br />

<strong>VGK</strong>-Kalender Kalender<br />

www.vgkgent.be<br />

November<br />

24


Wereldreizigers aller landen,<br />

28 e jaargang: november 2010<br />

Het <strong>Veer</strong> www.vgkgent.be<br />

Griekenland<br />

Wanneer u dit <strong>Veer</strong> in handen krijgt, moeten we<br />

nog vertrekken naar Barcelona en toch staan we allemaal al te springen voor de<br />

volgende reis: Griekenland! Jawel, u leest het goed. Wanneer gewone<br />

stervelingen bevriezen in dit koude en vochtige land, trekt de <strong>VGK</strong> naar de zon.<br />

Meer bepaald in de periode van 5 tot 13 februari en dit voor de belachelijk lage<br />

prijs van € 599.<br />

Heel lang geleden moest Hercules zijn beroemde twaalf werken tot een goed<br />

einde brengen. Hij reisde hiervoor heel Griekenland door. Het zal u allicht niet<br />

verbazen dat wij, ware halfgoden die we zijn, hetzelfde doen.<br />

Onze reis begint en eindigt in Athene. Athene, de wieg van de Westerse<br />

democratie en tegenwoordig ook wel de hoofdstad van Griekenland. We<br />

beklimmen de Akropolis en bewonderen daar het Parthenon. Na dit bezoekje<br />

aan de goden hebben we ook nog een paar andere dingen in petto zoals het<br />

presidentieel paleis, waar mannen in korte rokjes (Nvdr: Uw dienaar fronst de<br />

wenkbrauwen!) elkaar aflossen. Maar uiteraard is Griekenland meer dan enkel<br />

Athene! Andere belangrijke steden die we zeker niet links laten liggen zijn<br />

Korinthe, Nauplion, Mycene, Olympia en Delphi. Zo komt u onder meer te<br />

weten of er nog drogerende dampen op te snuiven zijn in Delphi, waar de<br />

Olympische spelen in de Oudheid doorgingen, of de Meteora echt zo mooi zijn<br />

als op de foto's en misschien ook wel waar koning Agamemnon verbleef toen<br />

hij besliste met het verenigd Griekse leger naar Troje te trekken.<br />

Wil u nog meer van dit soort spannende dingen horen? Haast je dan naar een<br />

van onze infovergaderingen:<br />

− dinsdag 9/11 om 17u<br />

− woensdag 17/11 om 19u<br />

Dit gaat door in de Amber tussen de nodige pot en pint. Inschrijven kan via de<br />

website of in de kelder, het voorschot (€200) wordt ten laatste 30 november<br />

gestort op het reisrekeningnummer 737-0164111-30.<br />

Hou de intersemestriële vakantie dus maar vrij want dan is het zover!<br />

Jochen Elegeert & Jacques Pottie<br />

Reispraesides 2010-2011<br />

25


Dagboek van een eerste bachelor<br />

28 e jaargang: november 2010<br />

Het <strong>Veer</strong> www.vgkgent.be<br />

1 e Bachelor<br />

We namen allen afscheid van een vakantie die<br />

waarschijnlijk de langste uit onze carrière was. Op Facebook bladerden we nog<br />

een laatste keer door de ‘zomer2010’- fotoalbums en mijmerden we over die<br />

hete zomeravonden, talloze cocktails en de donkere stem van Tom Smith. Maar<br />

we probeerden die gevoelens van nostalgie te verdringen met de gedachte aan<br />

dat wat op ons wachtte: het studentenleven in dé studentenstad bij uitstek:<br />

Gent!<br />

Met mijn nieuwe babyblauwe 14 stekje nabij de bron van alle Gentse cultuur 15<br />

was ik niet langer die van den apotheker in Halle. Samen met enkele hele<br />

goede vrienden die het katholieke studentendorp boven Gent verkozen, waren<br />

dan ook de laatste oude zekerheden van de kaart geveegd. De eerste weken in<br />

Gent zouden een heuse ontdekkingstocht worden. Natuurlijk waren we op<br />

voorhand gewaarschuwd voor die beruchte straat die de ‘Overpoort’ wordt<br />

genoemd, maar de nieuwsgierige eerste bachelor wil dat allemaal eens met<br />

eigen ogen gadeslaan. Wie dacht dat de ‘Carré’ het mekka van de marginaliteit<br />

was, heeft zeker zijn licht nog niet opgestoken in de ‘Cuba Libre’.<br />

Het leven is niet aan de twijfelaars, jammer genoeg. Al maanden hield mijn<br />

studiekeuze me in de ban. Honderden pro- en contralijstjes passeerden de<br />

revue. Leerkrachten geschiedenis promootten hun geliefkoosde passie alsof<br />

het een lieve lust was, maar aan de andere kant kon ook het bestuderen van<br />

pakweg ‘A Clockwork Orange’ me wel bekoren. De vraag naar mijn studiekeuze<br />

kwam in de zomervakantie nog meermaals naar boven en ik besefte dat een<br />

keuze onvermijdelijk zou moeten komen. Die kwam er uiteindelijk, maar zoals<br />

het een echte twijfelaar betaamt, had ik meteen spijt van die keuze.<br />

Toch besloot ik de kat uit de boom te kijken en me op die bewuste<br />

introductiedag in auditorium E wel degelijk tussen toekomstige historici te<br />

begeven.<br />

Eerlijkheid gebiedt me toch te zeggen dat ik de eerste les van vroegmoderne<br />

tijd heb gemist. En dat is niet één van de eerste symptomen van een<br />

toekomstige brosser, maar wel het droevige lot van een hevige twijfelaar. Het<br />

is misschien niet slim om hier te verkondigen dat ik me bijna in de open armen<br />

van onze filologica-medemens had gesloten. Ik zag nog net op tijd het licht,<br />

waardoor ik wel degelijk naar de peter- en meteravond van de <strong>VGK</strong> ging en<br />

14 Het babyblauw was allesbehalve mijn keuze, maar de kotbaas leek er nogal aan gehecht te zijn, waardoor ik<br />

niet veel anders kon doen dan foto’s bovenhalen om die pastelkleur toch ietwat te camoufleren.<br />

15 Dit is ongetwijfeld de Vooruit, ook mijn lieftallige werkgever.<br />

26


28 e jaargang: november 2010<br />

daar Michiel als peter kreeg toegewezen, ongetwijfeld de leukste peter die je je<br />

kan wensen. En het feit dat ik mijn dagboek openstel voor ‘Het <strong>Veer</strong>’, bewijst<br />

dat mijn toekomst definitief in de handen van de geschiedenis ligt. En moge die<br />

toekomst nu net iets rooskleuriger zijn dan al die zwartgalligen beweren.<br />

Laten we nu moedig onze ontdekkingstocht verder zetten en ons laten leiden<br />

door de zoete geur van onbekende oorden…<br />

[Omdat die oude zekerheid blijkbaar toch blijft voortbestaan en ik blijkbaar ook<br />

in Gent nog zo genoemd wordt]: getekend, het meisje met de blonde krullen.<br />

(Nvdr: Céline Verstaete, maar dat weet u niet van ons!)<br />

Het <strong>Veer</strong> www.vgkgent.be<br />

27


28 e jaargang: november 2010<br />

Donderdagavond is een plezierige avond... voor<br />

Interview<br />

studenten. Maar hoe ervaart de politie het<br />

uitgaansleven van de student? Ik en mijn<br />

notitieboekje brachten een bezoek aan Bart Tant (7 jaar werkervaring) en Dirk<br />

de Smaele (33 jaar werkervaring) in het politiekantoor in de Belfortstraat.<br />

Hebben jullie een extra trainingsonderdeel<br />

gekregen ivm omgaan met (dronken)<br />

studenten?<br />

Tant: Neen. Het komt er voornamelijk op aan om je gezond verstand en je<br />

inschattingsvermogen te gebruiken. We treden hoofdzakelijk op tegen mensen<br />

die een gevaar voor zichzelf en/of hun omgeving vormen, niet tegen de ‘makke’<br />

zatlap.<br />

De Smaele: Met dronken mensen valt sowieso moeilijk te praten, er is wat dat<br />

betreft geen verschil tussen studenten en volwassenen.<br />

Denken jullie dat het een goed idee is om de leeftijdsgrens voor alcoholconsumptie<br />

te verhogen? (zoals bv. in de VS: 21 jaar)<br />

Unaniem: Neen!<br />

T: In deze maatschappij word je verondersteld je gezond verstand te kunnen<br />

gebruiken op 18 jaar. Sommige mensen hebben daar iets langer voor nodig,<br />

maar als je de leeftijdsgrens verhoogt, duikt de alcoholconsumptie in de<br />

illegaliteit. En waar zijn we dan aanbeland?<br />

DS: (voorzichtig) Ze zouden misschien wel de cafés iets vroeger moeten sluiten.<br />

Want de echte miserie begint meestal pas na 3u ’s nachts. De échte drank en<br />

de drugs...<br />

T: Er is bijvoorbeeld één café in de Overpoort dat veel langer openblijft dan de<br />

andere. Daar krijg je dan een concentratie van dronken mensen die nergens<br />

Anekdote : Een bestuurder parkeert zijn Porsche naast<br />

de politiecombi, stapt waggelend uit en roept ‘jullie<br />

zullen er wel even op passen zeker?’ Agent: ‘Ik zal wel<br />

even op jou passen!’<br />

Het <strong>Veer</strong> www.vgkgent.be<br />

Opkomend fenomeen : De Kotfuif.<br />

Organiseer je een kotfuif? Houd dan<br />

steeds rekening met de nachtrust van<br />

je buren!<br />

anders heen kunnen voor een<br />

drankje, wat leidt tot een heel<br />

aantal kleine vechtpartijtjes op<br />

die plek. Maar de leeftijdsgrens<br />

verhogen? Neen.<br />

28


Is er meer agressie dan vroeger?<br />

28 e jaargang: november 2010<br />

T: Laten we zeggen dat de hoeveelheid geregistreerde agressie gestegen is. Dat<br />

is ook omdat we vroeger niet zo talrijk in de Overpoort aanwezig waren als nu.<br />

DS: Vroeger gingen mensen al eens op de vuist, maar achteraf kwam dat<br />

allemaal weer goed. Nu merk je dat er veel sneller naar wapens gegrepen<br />

wordt. Glazen worden kapotgeslagen en in iemands gezicht geduwd, of er<br />

worden zelfs messen getrokken.<br />

T: Tsja, dat is deel van ons werk. Maar we doen het nog graag!<br />

NVDR: Zorg ervoor dat de politie haar job graag blijft doen en besef steeds dat<br />

ook zij slechts mensen zijn.<br />

Is er meer overlast in periodes als oktober (studentendopen), de periodes na<br />

de examens e.d.?<br />

T: Ja! Nu bijvoorbeeld: het begin van het academiejaar. Er is geluidsoverlast,<br />

vuilniszakken worden open geschopt, ... Bovendien zit de ‘kotfuif’ in de lift. Dit<br />

zorgt vaak voor veel geluidsoverlast voor de buren, waardoor mensen van de<br />

interventiedienst er worden bijgeroepen. Zij moeten vaststellen of het lawaai<br />

inderdaad tot in het aangrenzende huis of op straat gehoord kan worden<br />

(positieve vaststelling) of niet (negatieve vaststelling). Bij een positieve vaststelling<br />

komt de stadswacht tot 2 maal toe overleggen met de student, de<br />

derde keer komt de politie –desnoods wordt er contact opgenomen met de<br />

kotbaas of de ouders. Meer info hierover vind je in het 'Huis van de Student'<br />

(Nvdr: studentingent@gent.be).<br />

Moet alcohol duurder worden? Of zou dit niet veel helpen om de consumptie<br />

naar beneden te trekken?<br />

T: Met roken zie je dat ook. De prijs is verhoogd, maar er is geen serieuze daling<br />

van rokers. In Zweden is de alcoholprijs vrij hoog, maar als de Zweden dan naar<br />

het buitenland komen, drinken ze vaak te veel.<br />

DS: Het is zo in onze cultuur ingedrongen dat je dat toch niet meer kan tegenhouden.<br />

T: Het zou zorgen voor nog meer kotfuiven omwille van de drankprijs. Twee<br />

jaar geleden was er trouwens ‘Botellon’: een samenkomst op het Sint-<br />

Het <strong>Veer</strong> www.vgkgent.be<br />

29


28 e jaargang: november 2010<br />

Pietersplein met de afspraak je eigen drank mee te brengen. Er was een masale<br />

opkomst.<br />

DS: Door de leeftijdsgrens of de prijs te verhogen, wordt het alcoholgebruik<br />

ook minder controleerbaar.<br />

Is er een verschil in de zatte student van pakweg 15 jaar geleden en nu?<br />

DS: Er is geen verschil. (denkt na). De student van nu is misschien iets<br />

mondiger, iets assertiever. Ze hebben minder schrik van en respect voor de<br />

politie; dat is een evolutie in de maatschappij. Vroeger als je zei: ‘het is zo,’ dan<br />

aanvaardden ze dat. Nu vragen de studenten vaak ‘en waarom?’ en word je<br />

verplicht een woordje uitleg te geven, ook als dat eigenlijk niet hoeft.<br />

Geraken studenten gemakkelijker aan drugs tegenwoordig? Zijn er veel<br />

drugsproblemen?<br />

DS: Het zal wel zijn! Ze geraken er al aan van in de middelbare school!<br />

T: Tijdens zomernacht was er eens iemand die midden op straat pirouettes aan<br />

het draaien was met gespreide armen. Hij botste hardhandig op tegen voorbijgangers;<br />

die zat duidelijk aan de drugs. Ook hier concentreren we ons op de<br />

studenten die een gevaar vormen voor zichzelf of voor anderen. Soms brengen<br />

we te zatte studenten naar huis, of in het ergste geval naar het ziekenhuis.<br />

DS: Nu het zo koud is zeker. De studenten komen vanuit een warm café, ze<br />

hebben niet veel kledij aan en hebben alcohol gedronken waardoor ze de<br />

koude niet voelen. Overmatig drankgebruik kan zo tot onderkoeling leiden als<br />

studenten op straat hun roes uitslapen. Daar kan je niet zomaar aan<br />

voorbijgaan; als het te erg is, roepen wij een ambulance.<br />

Jullie komen niet weinig in aanraking met de effecten van alcohol; drinken<br />

jullie zelf nog?<br />

T: Ja, maar met mate. Een glazeke wijn...<br />

DS: ’s Avonds bij de tv, of na het sporten. Er werken hier meer dan duizend<br />

mensen; de ene drinkt en de ander niet.<br />

T: In uniform drink je sowieso niet! Vroeger ging de buurtinspecteur nog mee<br />

op café, dat werd aanvaard in de maatschappij. Nu niet meer – en terecht. Er is<br />

nu een nieuwe cultuur ingebakken: in uniform drink je niet. Ook als je als agent<br />

in je vrije tijd dronken achter het stuur wordt aangetroffen, word je streng<br />

gestraft. Maar het hoort bij ons statuut, we hebben een voorbeeldfunctie. Dan<br />

komt het erop aan een beetje consequent te zijn eh.<br />

Het <strong>Veer</strong> www.vgkgent.be<br />

30


28 e jaargang: november 2010<br />

Zijn er leuke anekdotes/hilarische belevenissen die jullie al hebben meegemaakt?<br />

T: Iemand die aan het urineren was tegen onze combi.<br />

Ik was ook een keertje in de Overpoortstraat, toen ik een geparkeerde auto<br />

lichtjes op en neer zag gaan. Ik liep er voorbij, besefte toen dat dit niet klopte<br />

en keerde terug op mijn stappen. Twee (zatte) studenten met hun broek op<br />

hun enkels (lacht). Ik heb ze naar huis gestuurd.<br />

DS: Tijdens een grote bijeenkomst in de Overpoortstraat reden we in de combi<br />

tussen een massa mensen. Opeens hoorden we een luide krak aan de voorkant<br />

van ons voertuig. We stapten uit en zagen dat iemand de nummerplaat er had<br />

afgerukt. De dader was natuurlijk al lang opgegaan in de massa (lacht).<br />

Tot slot, hebben jullie een ‘goede raad’ voor de studenten?<br />

Goed studeren (lachen).<br />

T: Als je zat bent, ga naar huis! Alcohol doet rare dingen met mensen.<br />

DS: Kruip op tijd in bed. Ik zie nu ook wel een einde komen aan het fenomeen<br />

van steeds later beginnen uitgaan. De grens is bereikt, denk ik.<br />

Het <strong>Veer</strong> www.vgkgent.be<br />

Laura Nijs<br />

31


28 e jaargang: november 2010<br />

Bavo Dhooge – Sioux Blues<br />

Shappa Crane wil de moordenaar van haar man doden,<br />

maar wordt verliefd op hem.<br />

Het <strong>Veer</strong> www.vgkgent.be<br />

Recensie<br />

Bavo Dhooge doet zijn reputatie als misdaadauteur weer alle eer aan in dit<br />

sublieme boek. In dit boek bewijst hij dat hij zijn lezer in spanning kan houden<br />

d.m.v. verschillende verhaallijnen die elkaar langzaam kruisen. Hij geeft zijn<br />

lezer met mondjesmaat informatie en laat de puzzel langzaam in elkaar vallen.<br />

Het boek begint met Shappa die een huurmoordenaar, Chet ‘Le Chef’, inhuurt<br />

om Ron Dark te vermoorden. Hij is een flik die haar man, Cassius Crane,<br />

vermoordde. Langzaamaan komen we te weten dan Cassius niet door één,<br />

maar door drie kogels dodelijk verwond werd en dat de laatste kogel uit Rons<br />

geweer kwam, wettelijke zelfverdediging… Dat Cassius niet zonder zonde was,<br />

wordt ook heel snel duidelijk, hij had een enorme gokschuld bij Ray Fines,<br />

overviel een bank en schoot Rons partner Buzz Penn dood.<br />

Ron weet dat Shappa achter hem aan zit, zo’n pittige Sioux dame uit Pine Ridge<br />

Indian Reservation, en vreest terecht voor zijn leven. Shappa heeft Cassius<br />

gezworen wraak te nemen, wat ze ook probeert te doen via Chet. Chet heeft<br />

echter een eigen agenda. Frankie Sweet, zijn baas, had hem aan Ray Fines uitgeleend<br />

om Ray’s geld op te halen bij Cassius. Cassius’ dood strooide echter<br />

roet in het eten. Buzz Penn stond veel te snel voor de deur van het hotel waar<br />

Cassius zich schuilhield na de bankoverval… En daar zat Sherry Penn voor iets<br />

tussen… Meesterlijk weet Bavo Dhooge hier verhaallijnen te laten samenvallen<br />

om het boek tot een echt pageturner om te vormen tot het einde.<br />

Doordat Chet niet doet wat Shappa wil, namelijk Ron vermoorden, zal ze wel<br />

zelf het heft in handen moeten nemen. Maar Ron blijkt niet zo’n onknappe,<br />

voormalige flik te zijn… Shappa en Ron vallen voor elkaar. Wat de kwestie<br />

alleen maar meer ingewikkeld maakt.<br />

Bavo Dhooge’s boek is niet enkel kommer en kwel, de conversaties die Shappa<br />

met haar moeder voert, zijn bijzonder amusant en zijn bijzonder herkenbaar.<br />

Ook racisme als thema komt hier aan bod, en dan op een wel zeer herkenbare<br />

manier. Shappa moet haar keuze voor de zwarte Cassius tegenover haar<br />

moeder verdedigen, wetende dat het voor haar moeder nooit goed zal zijn,<br />

tenzij het een iemand van haar eigen ‘soort’ is.<br />

Op de achterflap van het boek wordt Shappa als een ‘sexy moordwijf’<br />

beschreven, de auteur beschrijft haar dan ook consequent zo doorheen het<br />

32


28 e jaargang: november 2010<br />

boek. Hij laat de mannen in bosjes voor haar vallen, zo ook Chet die wat meer<br />

wil van Shappa dan enkel geld. Door haar te willlen dwingen tot dit soort<br />

handelingen delfde hij zijn eigen graf. Shappa wordt een moordwijf, en dan<br />

komt Chet op een –voor mannen toch- zeer pijnlijke manier aan zijn einde. De<br />

auteur heeft iets met sterke, dodelijke vrouwen, want Lena beet Ray’s hoofd er<br />

bijna af. Risico van het vak als je met tijgers werkt…<br />

Dit boek is een echte aanrader, Bavo Dhooge is een superauteur en dit boek<br />

zorgde ervoor dat ik beetje bij beetje meer fan werd. De historische<br />

gebeurtenisen m.b.t. het “Wounded Knee”-incident is relatief historisch correct<br />

en vanuit het perspectief van een ‘native’ verteld, wat het boek een<br />

meerwaarde geeft. Deze Vlaamse misdaadauteur laat je in een goeie 318<br />

pagina’s in een Amerikaanse film stappen. Zijn filmische schrijfstijl laat zich<br />

gemakkelijk lezen en het boek leest als een trein. Laat je door dit boek<br />

meenemen in een spannend verhaal, dat je op een aangename manier verrast.<br />

Een andere sterke indianendame was Sacajawea. Haar naam duikt regelmatig<br />

op in een serie. Zo onlangs ook in “Castle -The Late Shaft”, waar de vertaler een<br />

grote fout maakte door haar naam simpelweg met ‘squaw’ te vertalen. Deze<br />

vertaling doet deze grote dame absoluut geen eer aan, vandaar deze rechtzetting.<br />

Laat het voor alle vertalers een les zijn, ‘Sacajawea’ vertaal je niet als<br />

‘squaw’. Blijkbaar hebben deze mensen nog nooit ‘Night at the museum’ of de<br />

Simpsonsepisode “Margical History Tour” gezien. De reden waarom ‘The<br />

Simpsons’ hier aangehaald worden, is omdat het populaire beeld dat in de<br />

Amerikaanse geest van Sacajawea bestaat, uitstekend op een Simpsoniaanse<br />

manier wordt toegelicht.<br />

Voor de doorsnee Amerikaan is Sacajawea de indiaanse dame die Lewis en<br />

Clark op hun zoektocht naar de Stille Zuidzee gidste, met haar baby op haar<br />

rug. De historische waarheid is lichtjes anders dan de versie die men in films en<br />

kinderboeken wil verkopen. Sacajawea was geen officieel lid van de expeditie,<br />

haar echtgenoot, Toussaint Charbonneau, wel.<br />

Sacajawea’s jeugd verliep niet over rozen. Rond 1790 werd ze in wat nu Idaho<br />

is, geboren binnen de Shoshonestam. Ze werd als jong meisje geschaakt tijdens<br />

een plundering van haar dorp door de Hidatsastam. Langzaamaan leerde ze<br />

hun taal, want ze was vastbesloten die te leren. Hierdoor werd ze niet langer<br />

als een Shoshoni beschouwd en gaf men haar een nieuwe naam: ‘Sacajawea’.<br />

Later wordt ze ingezet bij een gokspel of wordt ze verkocht om zo bij<br />

Charbonneau terecht te komen als één van zijn vrouwen. Ze kwam bij de<br />

Het <strong>Veer</strong> www.vgkgent.be<br />

33


28 e jaargang: november 2010<br />

expeditie terecht omdat Charbonneau als tolk ingehuurd was en omwille van<br />

diens kennis van het gebied. Sacajawea mocht mee van de organisatoren van<br />

de expeditie omdat ze dachten dat haar kennis van de indianentalen handig<br />

zou zijn bij de communicatie met de indianenstammen. De expeditieleden<br />

besloten ook misbruik te maken van Sacajawea’s toestand, het meisje was<br />

zwanger en zo’n 16 jaar oud. De expeditieleden wisten dat de<br />

indianenstammen een groep met een zwangere dame, of met een dame en<br />

een jong kind niet zouden aanzien als krijgers en hen daarom ook niet zouden<br />

aanvallen.<br />

Sacajawea wordt geprezen als een dame die haar kalmte en zelfbeheersing<br />

altijd weet te bewaren. Op een bepaald ogenblik beïnvloedde ze de richting<br />

waarin ze trokken omdat ze hen vertelde dat haar stam in de buurt woonde.<br />

Clark en Lewis wensten paarden te kopen en besloten dat ze dat best deden bij<br />

een stam die hen gunstig gezind zou zijn. Toen ze bij de Shishone aankwamen<br />

ontdekte Sacajawea dat haar hele familie gestorven was, met uitzondering van<br />

twee broers en de zoon van haar oudste zus, die ze adopteerde. Eén van haar<br />

broers, Cameahwait, was ondertussen stamhoofd van de Shashone en ging<br />

akkoord met de verkoop van de paarden aan de expeditie, hij tekende ook een<br />

kaart van het land naar het Westen en voorzag hen van een gids die hen veilig<br />

naar het land van de Nez Perce bracht.<br />

Doorheen de expeditie bleef Sacajawea behulpzaam en kloeg ze niet, zelfs niet<br />

toen ze ernstig ziek was. Toen ze door ziekte getroffen werd, had ze zichzelf al<br />

meerdere malen bewezen als één van de meest waardevolle leden van de<br />

expeditie. Zo redde ze waardevolle boeken en instrumenten toen de boot<br />

dreigde te kapseizen en de aanwezige mannen van angst verstijfd waren. Deze<br />

anekdote staat in meerdere dagboeken van de expeditieleden vermeld en zo<br />

verwierf Sacajawea het respect van haar medereizigers. Deze medereizigers<br />

kwamen dan ook voor haar op toen Charbonneau haar sloeg. Charbonneau had<br />

de reputatie een ruw man te zijn en het leven met hem verliep niet bepaald<br />

van een leien dakje na de expeditie. In 1806 was de expeditie afgelopen en<br />

vestigden ze zich in Ford Mandan. Toen Clark hen in 1806 aanbood om een<br />

tijdje in St. Louis te logeren en de kleine Jean Baptiste Charbonneau,<br />

Sacajawea’s zoontje, er van scholing te laten genieten aanvaardden ze dit<br />

aanbod. Jean Babtiste bleef bij Clark in St. Louis toen zijn ouders in 1811<br />

terugkeerden naar Ford Mandan.<br />

Wat gebeurde er met Sacajawea na haar vertrek uit St. Louis? Er zijn twee<br />

verhalen in omloop, met geen bewijs voor één van beiden. De eerste versie<br />

Het <strong>Veer</strong> www.vgkgent.be<br />

34


28 e jaargang: november 2010<br />

verhaalt dat ze op 20/12/1812 stierf en een babydochter, “Sacajawea’s<br />

Lizette”, achterliet. Maar de orale traditie van de Shoshones verhaalt dat<br />

Sacajawea niet in 1812 stierf, maar enkele jaren rondzwierf en uiteindelijk naar<br />

haar stam in het Wild River Reservation terugkeerde. Daar stierf ze, volgens de<br />

traditie op 09/04/1884, als een gerespecteerd en invloedrijk lid van haar stam.<br />

Ze werd begraven tussen haar zoon, Jean Baptiste en haar adoptiefzoon, Bazil,<br />

die ook de zoon van haar zus was. Er staat een monument bij een graf in het<br />

Wind River Reservation, voor een vrouw genoemd Sacajawea, die volgens de<br />

traditie dezelfde Sacajawea is die met Lewis en Clark meegereisde en dat de<br />

dame die in Ford Mandan stierf één van Charbonneau’s bijvrouwen was.<br />

Wat er van Lizette geworden is, is nogal onduidelijk. Van Jean Baptiste weten<br />

we dat hij minstens tot 1866 geleefd heeft en een carriére uitgebouwd heeft<br />

als vertaler-gids. Hij was goed opgeleid en sprak Frans, Duits en Spaans, alsook<br />

Shoshone. Volgens sommige tradities stierf hij in Cow Creek, Oregon, in 1866<br />

zonder ooit herenigd te zijn geweest met zijn moeder. De orale<br />

Shoshonetraditie verhaalt dat hij rond 1866 naar zijn stam terugkeerde en<br />

herenigd werd met zijn moeder, Sacajawea, en er verbleef tot zijn dood in<br />

1885.<br />

Sacajawea is niet enkel omwille van haar aandeel in het welslagen van de<br />

expeditie van Lewis en Clark een groot personage te noemen, maar ook als<br />

symbool voor alle Indiaanse Naties. Sacajawea bewees, met haar moed en<br />

doorzettingsvermogen, dat ze als vrouw haar mannetje kon staan in een<br />

mannenwereld. Sacajawea is één van de meest bekende en gerespecteerde<br />

indianenvrouwen in de Noord-Amerikaanse geschiedenis. Ze staat niet enkel<br />

symbool voor haar kracht maar is ook het embleem van de doorzetting en wilskracht<br />

van alle vrouwen. En om het met een spreekwoord af te ronden: “De eer<br />

van het volk ligt in de mocassinsporen van de vrouwen!”<br />

Het <strong>Veer</strong> www.vgkgent.be<br />

Karolien Meskens<br />

35


28 e jaargang: november 2010<br />

Hallo boekenwurmen, leesbeesten en fantasyfans,<br />

Het <strong>Veer</strong> www.vgkgent.be<br />

Fantasy<br />

Nu er weer een hele lading verse eerstejaartjes op<br />

de universiteit zijn aangekomen, kan ik dit jaar mijn missie verder zetten om<br />

jullie allemaal verslingerd te krijgen aan mijn favoriete genre: sword and<br />

sorcery. Natuurlijk bespreek ik geen boeken apart want alle fantasyschrijvers<br />

zijn ongelooflijk dol op reeksen. De langste reeks die ik ooit heb gelezen,<br />

bestond maar liefst uit 22 delen!<br />

De reeksen (‘Belgarion’ & ‘The Malloreon’ door David Eddings) die ik deze keer<br />

zal bespreken, bestaan uit tien boeken. Jullie hoeven echter niet meteen<br />

ontmoedigd te raken, want de boeken kunnen ook vijf aan vijf gelezen worden,<br />

ze zijn gemakkelijk om te volgen en enorm ontspannend. Echt een aanrader<br />

wanneer je eens even genoeg hebt van serieuze, moeilijk te verteren romans<br />

waar pretentieuze mensen verkiezen de term “literatuur” op te plakken.<br />

Deze twee deelreeksen gaan over een jongen, Garion, die eerst onbetekenend<br />

lijkt, maar later (zoals in alle fantasyboeken) de held blijkt te zijn die (let op,<br />

niet alleen de wereld!, maar) het hele universum moet redden. Aan het begin<br />

van het boek wordt hij opgevoed door zijn tante Pol, tot een oude vagebond bij<br />

hen op bezoek komt en alles verandert. Hij blijkt de aloude tovenaar Belgarath<br />

te zijn en hij sleept Garion en zijn tante (waarvan hij ontdekt dat zij de<br />

legendarische tovenares Polgara is, de dochter van Belgarath) mee op een<br />

tocht die hele continenten bestrijkt, om een onschatbare steen te<br />

bemachtigen, die werd gestolen door de onderdanen van de duistere god<br />

Torak (hetzelfde juweel dat hij duizenden jaren eerder had gebruikt om de hele<br />

wereld te splijten – je ziet dus wel hun reden voor bezorgdheid). Op hun reis<br />

doen ze een hele groep reisgenoten op met wel zeer uiteenlopende<br />

persoonlijkheden, die allemaal een deel van de profetie moeten vervullen die<br />

leidt naar de lotsbestemming van Garion en van het universum.<br />

Hoewel het lot van vele werelden hier op het spel staat, zullen deze boeken je<br />

niet aan het nagelbijten of klappertanden zetten maar ze zijn wel grappig,<br />

ontspannend en bijzonder goed geschreven (net als alle andere reeksen van de<br />

hand van dezelfde schrijver overigens).<br />

Ten slotte nog een extraatje (denk er maar aan als bladvulling) voor diegenen<br />

die niet genoeg kunnen krijgen van tovenarij. Hen raad ik aan om het boek<br />

‘Magiër’ van Raymond E. Feist te lezen. In tegenstelling tot wat ik jullie daarnet<br />

verteld heb, is dit wel degelijk één boek en geen reeks. Raak echter niet al te<br />

opgewonden want alle andere werken van deze auteur moeten worden<br />

gelezen in reeksen van minstens drie delen (allemaal een goede 500 à 600<br />

pagina’s, zoals vele fantasyboeken; dat is nu eenmaal de aard van het<br />

36


28 e jaargang: november 2010<br />

beestje…). Dit boek is een meesterwerk dat verdient te worden aanbeden door<br />

elke zichzelf respecterende fantasyfan. Het verhaal is meeslepend en enorm<br />

doordacht, het neemt de lezer mee op een reis tussen twee werelden en maakt<br />

ongelooflijke dingen geloofwaardig. De enige reden waarom ik ‘Magiër’ niet als<br />

eerste keuze aan jullie heb aangeraden, is omdat vele beginnende fantasylezers<br />

de dikte van het boek, dat meer dan 700 pagina’s bestrijkt, wel eens een<br />

obstakel zouden kunnen vinden. Maar geloof me, daar zullen jullie heel snel<br />

overheen geraken en algauw zullen jullie merken dat 700 pagina’s veel te kort<br />

is… Veel leesplezier!<br />

Het <strong>Veer</strong> www.vgkgent.be<br />

Elisabeth Haerens<br />

37


28 e jaargang: november 2010<br />

Beste vrienden en vijanden van Erasmus,<br />

Het <strong>Veer</strong> www.vgkgent.be<br />

Erasmus II<br />

Hier zit ik nu in de les Historia de America<br />

Contemporanea in Spanje en ik zit een tekstje te schrijven voor het <strong>Veer</strong>. Hoe is<br />

het zo ver kunnen komen?<br />

Voor de mensen die mij niet kennen: ik ben Janna - 3 de bachelor geschiedenis -<br />

en ik zit momenteel voor zes maanden op Erasmus in Valladolid. Nu vragen<br />

jullie zich waarschijnlijk af waar dat ligt. Awel, ergens in het noordwesten van<br />

Spanje.<br />

Ik zit nu dus in de les Historia de America<br />

Contemporánea (= geschiedenis van modern<br />

Latijns-Amerika). Eigenlijk zou ik moeten<br />

opletten en noteren, maar in deze les is dat<br />

nogal moeilijk. Even een situatieschets: je zit<br />

in een les met twaalf man, waaronder zeven<br />

erasmussers (ja, alle klassen zijn hier nogal<br />

klein in vergelijking met Gent). De professor<br />

is een kleine, grijze dame van in de 60 die op<br />

monotone wijze haar blad afleest. Wij - de zeven erasmussers - begrijpen er<br />

niets van en hopen dat … (even een naam noteren die toch wel belangrijk kan<br />

zijn) … daar vroeg of laat toch nog eens verandering in komt (al vrees ik<br />

ervoor). Wat is dan de oplossing? Boeken lezen, boeken lezen en boeken lezen.<br />

De mensen die dus beweren dat een Erasmus enkel gesubsidieerde vakantie is,<br />

hebben het bij het verkeerde eind. Toch zeker wat de Gentse<br />

geschiedenisstudenten betreft: bepaalde studenten uit andere landen (die<br />

geen examens moeten afleggen of maar twee vakken moeten afleggen)<br />

hebben echter wel vakantie.<br />

De lessen worden hier allemaal in het<br />

Spaans gedoceerd, soms gebruikt men een<br />

powerpoint. Die verschijnt wel nergens<br />

online, dus mag je die in de les lustig<br />

overpennen. Het principe van een syllabus<br />

of een handboek kennen ze hier ook niet.<br />

Het enige wat je krijgt, is een bibliografie<br />

van twee pagina’s. Als je dus niet naar de<br />

lessen gaat, heb je een probleem.<br />

Bovendien moet ik hier al minstens vier papers schrijven - en ja, allemaal in het<br />

Spaans. Engels dat kennen ze hier niet. Als er een Engelstalig boek op de<br />

38


28 e jaargang: november 2010<br />

bibliografie staat, vragen de Spaanse<br />

studenten al in paniek of er geen<br />

Spaanse vertaling beschikbaar is.<br />

Naast al dat schoolwerk is er natuurlijk<br />

ook tijd voor ontspanning. En ja, de<br />

beroemde/beruchte Spaanse fiesta’s zijn<br />

daar een onderdeel van. Valladolid staat<br />

zelfs bekend om zijn toffe<br />

uitgaansbuurten. Als Erasmusser krijg je<br />

hier dan ook overal gratis chupitos (shotjes). Bovendien hebben ze hier nog<br />

andere lekkere lokale dranken, zoals calimucho (rode wijn met cola) en rebujito<br />

(witte wijn met sprite). Op erasmusfeestjes lopen ook altijd drie soorten<br />

mensen rond: de Erasmussers, de Spanjaarden die op Erasmus zijn geweest en<br />

de Spanjaarden die de nacht niet alleen willen doorbrengen. Ze doen hun naam<br />

van macho’s wel alle eer aan. De Spanjaarden die op Erasmus naar Gent zijn<br />

geweest kennen allemaal één plaats heel goed: de Overpoort. Gent staat hier<br />

dus ook bekend om zijn nachtleven.<br />

Naast feesten is ook het bezoeken van andere steden een leuk tijdverdrijf.<br />

Valladolid ligt dan ook heel centraal; binnen de twee uur sta je in Madrid,<br />

Salamanca, Segovia, Burgos, León… Het alternatief is een weekend op kot<br />

blijven. Al is een kot hier niet hetzelfde als bij ons. Hier is dat een piso<br />

compartido. Met andere woorden, je deelt een appartement met andere<br />

studenten. In mijn geval is dat met een Franse en een Oostenrijkse. Hier wordt<br />

dus een mengelmoes van Frans, Engels en Spaans gesproken. Ik spreek hier<br />

trouwens overwegend Frans. In deze voor de meeste toch vrij onbekende stad<br />

zitten immers 900 erasmussers, waarvan meer dan de helft Italianen en<br />

Fransen. Mijn vriendengroep hier bestaat dan ook bijna uitsluitend uit Fransen.<br />

Daarnaast zitten hier ook nog wel veel Duitsers, Oostenrijkers, Nederlanders,<br />

Belgen (!) en Polen. Het is hier dus een drukke en toffe bedoening.<br />

Tot slot wil ik nog even bemerken dat het hier KOUD is. De temperaturen zijn<br />

dezelfde als bij ons, alleen regent het hier wel een pak minder. Dit gezegd<br />

zijnde, hoop ik nu van alle opmerkingen in de trant van “Het is daar warm<br />

zeker?” af te zijn.<br />

Het <strong>Veer</strong> www.vgkgent.be<br />

Hasta luego chicos,<br />

Janna Everaert<br />

39


28 e jaargang: november 2010<br />

Pocahontas: speels dartelend,<br />

ondeugend meisje<br />

Het <strong>Veer</strong> www.vgkgent.be<br />

Geschiedenis<br />

In 1995 scoorde Disney het zoveelste tekenfilmsucces met Pocahontas, de<br />

geromantiseerde legende over een Indiaanse prinses. Pocahontas is zowaar de<br />

eerste Disney film gebaseerd op een echt, historisch personage en past in een<br />

lange reeks interpretaties van Pocahontas' leven, afhankelijk van de obsessies<br />

en interesses van de betreffende tijd. Maar wat heeft de historische Pocahontas<br />

nu eigenlijk gemeen met het ravissante personage uit de gelijknamige Disney<br />

film?<br />

Een bescheiden biografie<br />

Matoka, beter bekend als Pocahontas (zie 17 de eeuwse gravure van Simon De<br />

Passe), was de dochter van Powhatan, stamhoofd van de Powhatan<br />

Confederatie. De legende gaat dat Pocahontas verhinderde dat haar vader de<br />

kolonist John Smith doodde in het jaar 1607. Smith<br />

werd namelijk tijdens één van zijn expedities gevangen<br />

genomen door de krijgers van Powhatan. Als gevolg van<br />

deze redding, schonk Powhatan Smith een stuk land,<br />

verklaarde hem tot zijn zoon, liet hem weer naar<br />

Jamestown terugkeren, en stuurde welkome hoeveelheden<br />

voedsel tijdens de strenge wintermaanden.<br />

Pocahontas bleef contact houden met de kolonisten.<br />

In oktober raakte Smith verbrand door een hevige<br />

ontploffing. Hij keerde terug naar Engeland voor de<br />

gepaste medische behandeling. Pocahontas kreeg echter het bericht dat Smith<br />

overleden was en verbrak hierna alle contact met Jamestown. In 1610 trouwde<br />

Pocahontas met een Patawomeke krijger, Kocoum. Er is hierover maar weinig<br />

bekend.<br />

In 1612 werd Pocahontas gegijzeld door enkele kolonisten uit Jamestown, in de<br />

hoop dat ze haar konden ruilen voor kolonisten die gevangengenomen waren<br />

door haar stam. Tijdens haar gevangenschap werd ze gedoopt en nam de<br />

christelijke naam Rebecca aan. Na haar doop op 5 april 1614 huwde ze met<br />

John Rolfe, een van de drijvende krachten achter de tabaksplantage in Virginia.<br />

Sindsdien is ze bekend als Rebecca Rolfe. Hun huwelijk leidde niet tot het<br />

uitwisselen van gevangenen, maar het zorgde wel een aantal jaren voor een<br />

vrediger klimaat tussen de kolonisten en de stam van Pocahontas.<br />

40


28 e jaargang: november 2010<br />

In 1616 reisde Pocahontas naar Engeland om daar koning James I te<br />

ontmoeten. Ze werd een fenomeen in Engeland en werd algauw de Indiaanse<br />

Prinses genoemd. Ze was namelijk de eerste bekendheid van de Nieuwe<br />

Wereld. Dit zorgde voor de toename van investeringen in de kolonies in<br />

Virginia.<br />

Toen Rolfe en Pocahontas plannen maakten om terug te keren naar Virginia,<br />

werd Pocahontas opeens ernstig ziek, en stierf uiteindelijk in maart 1617. De<br />

doodsoorzaak is niet helemaal zeker: mogelijks tuberculose, longontsteking of<br />

pokken. Ze werd begraven in Gravesend, in het noorden van het graafschap<br />

Kent, Engeland.<br />

Verbroken illusies<br />

Volgens Disney was John Smith een grote, knappe<br />

kerel, fris geschoren en strak in het pak, uitgedost<br />

met harnas. Een galante gentleman die je zo aan de<br />

schoonpapa zou voorstellen. Helaas, dames. John<br />

Smith was in het echte leven klein van gestalte, met<br />

een volle baard. En wat betreft de klederdracht was<br />

John niet meer als iemand anders. Hij droeg<br />

ondermeer een harembroek, die toentertijd blijkbaar<br />

high fashion waren. Hij was een ervaren<br />

soldaat en avonturier, een man die moedig op pad<br />

ging en die de dingen keer op keer voor mekaar<br />

kreeg.<br />

In de film is te zien hoe, van zodra de kolonisten aan land kwamen, John Smith<br />

de omgeving onmiddellijk begon te verkennen. Niets is minder waar. Tijdens de<br />

reis naar de Nieuwe Wereld werd John Smith gearresteerd en gehandboeid. Hij<br />

werd niet vrijgelaten tot een maand na de landing in Jamestown. Hierna hield<br />

hij zich bezig met verkenning en ruilhandel. Hij bracht het grootste deel van de<br />

regio in kaart.<br />

De Disney film concentreert zich op een van de meest beroemde incidenten in<br />

het leven van iedereen betrokken: de redding van John Smith door Pocahontas.<br />

De waarheidsgetrouwheid van dit voorval is echter uiterst twijfelachtig, mede<br />

omdat veruit de meeste gegevens over haar leven komen uit de geschriften en<br />

reisbeschrijvingen van haar koloniale tegenspeler Smith. Sinds de jaren 1860,<br />

drukken historici meer en meer hun twijfels uit over de getrouwheid van deze<br />

geschriften. Debatten duren nog vandaag de dag nog steeds voort.<br />

Het <strong>Veer</strong> www.vgkgent.be<br />

41


28 e jaargang: november 2010<br />

Ook een romance tussen beide hoofdpersonages is vrij onwaarschijnlijk.<br />

Pocahontas en John Smith waren geen jongvolwassenen toen ze elkaar voor<br />

het eerst tegen het lijf liepen. Smith was 28 jaar op het moment dat hij<br />

Pocahontas ontmoette, een meisje van 11 jaar.<br />

Een goed verhaal<br />

Laten we vooral niet vergeten dat Pocahontas in de eerste plaats een tekenfilm<br />

is. Walt Disney was veeleer geïnteresseerd in het vertellen van een goed<br />

verhaal dan in de historische waarde van Pocahontas. Hoewel het merendeel<br />

van het verhaal fictioneel is, zijn er toch nog enkele knappe referenties naar de<br />

geschiedenis terug te vinden. Ik laat het over aan uw kritisch oog deze te<br />

vinden.<br />

Het <strong>Veer</strong> www.vgkgent.be<br />

Cynthia Van Der Heyden<br />

42


28 e jaargang: november 2010<br />

Het <strong>Veer</strong> presenteert: het August<br />

Vermeylenjaar<br />

Het <strong>Veer</strong> www.vgkgent.be<br />

Cultuur<br />

Op 1 oktober ging het August Vermeylenjaar van start aan de UGent. Als<br />

gevolg hiervan vind je nog tot juni 2011 posters, flyers en andere<br />

overbodigheden terug in de wandelgangen van uw geliefde faculteit. Maar<br />

waar slaat dat toch allemaal op? Uw <strong>Veer</strong>verslaggever licht u in!<br />

U passeerde na een van uw nachtelijke avontuurtjes in de Overpoort wel eens<br />

langs Home Vermeylen? Nooit echter drong het tot u door wiens naam dat<br />

monument van betonnen architectuur nu eigenlijk draagt. Maar geen nood,<br />

een korte samenvatting zorgt er voor dat ook u voortaan kan meepraten op<br />

café.<br />

August Vermeylen leefde tussen 1872 en 1945, was overtuigd flamingant en<br />

werd in 1930 de eerste rector van de vernederlandste Universiteit Gent. Zijn<br />

ideeën over onderwijs, onderzoek en politiek zijn ook vandaag nog opvallend<br />

actueel en juist daarom wordt precies 80 jaar nadat den August zijn rectoraat<br />

aanving, hulde aan hem gebracht.<br />

Binnen dat kader vind je al sinds 1 oktober een virtuele tentoonstelling over de<br />

vernederlandsing van de Universiteit Gent en meneer Vermeylen op<br />

www.UGentMemorie.be. Met dit initiatief van de Vakgroep Geschiedenis en<br />

het Instituut voor Publieksgeschiedenis, wilt men geleidelijk aan een online<br />

geheugen van onze alma mater bekomen.<br />

Waar in het 1930 van Vermeylen nog het Frans tegenover het Nederlands<br />

stond, vind je nu het Engels. Het huidige debat over de verengelsing van het<br />

hoger onderwijs wordt op 23 november verder gezet in de Aula van de Ugent<br />

(Volderstraat 9). Op de affiche van dit openingsdebat prijken namen als Pascal<br />

Smet en Siegfried Bracke. Moderator van dienst is Marc Reynebeau. U ziet,<br />

bijna zo indrukwekkend als uw eigenste Dies Natalis debat. Gaat dat zien!<br />

Nikita Vos<br />

43


28 e jaargang: november 2010<br />

WILLEM, WAT IS ER MIS MET JE?<br />

Het <strong>Veer</strong> www.vgkgent.be<br />

Willem<br />

Het is met pijn in mijn hart dat ik het volgende moet aankondigen: in dit <strong>Veer</strong> –<br />

net zoals in het vorige <strong>Veer</strong> – zult u geen artikel vinden dat geschreven werd<br />

door uw favoriete Scriptor 2009-2010. Dat ben ik dus. Dit jaar ben ik geen<br />

Scriptor, maar zit ik wel in je top twee favoriete PR’s. De Scriptorenpen heb ik<br />

doorgegeven aan Wouter P, het engeltje dat hij is.<br />

Want hij was geduldig. Oh zo geduldig. Hij keek me aan met puppy-oogjes toen<br />

ik hem zei dat ik wel iets ging schrijven. Wist hij het al dat ik niks zou inzenden?<br />

Hij had vast een vermoeden. Het was hetzelfde liedje als bij het vorige <strong>Veer</strong>.<br />

Maar hij gaf me nog een kans. Bij het <strong>Veer</strong> krijgt iedereen een kans, want<br />

anders raakt het niet vol. Enkele dagen voor de deadline polste hij nog<br />

voorzichtig. Een paar dagen erna had hij uiterst veel begrip. Zelfs de hele week<br />

erna kon ik hem nog lachend zeggen: “Het staat bovenaan m’n to-do lijst.”.<br />

Helaas, als je niks doet, dan doet het er niet toe waar het op die lijst staat.<br />

Maar hij was geduldig. Tot vandaag z’n engelengeduld op was en hij me<br />

duidelijk zei: “Ik haat je, Willem, en ik wil je nooit meer zien.”<br />

Of hij zei me: “Alles wat ik om klokslag middernacht niet krijg, komt niet in het<br />

<strong>Veer</strong>.”. En helaas, twaalf uur is gekomen en gegaan en het <strong>Veer</strong> krijgt mijn<br />

woorden niet. Sommigen onder jullie zullen vast juichen: “YES IK HAAT DIE<br />

WILLEM IK BEN BLIJ DAT IK DIE ROTZOOI NIET MEER MOET LEZEN”, terwijl<br />

anderen zullen weeklagen: “FUUUUUUUUUUUCKCCKCJKCCKCCKKCKCJSKFLMJFDSJFDMJMDF,<br />

Willem ik wil je kinderen”. Maar dikke pech, er staat hier niks. Je kan hier niks<br />

lezen. Ik waarschuw je nu al, hier onder zal er ook niks staan.<br />

Niks niks niks niks niks niks<br />

Niks niks niks niks niks niks<br />

Niks niks niks niks niks niks<br />

Niks niks niks niks niks niks<br />

Nu, voor je denkt dat dit weer een klassiek ik-heb-geen-inspiratie-stuk is, wil ik<br />

even iets duidelijk maken. Dit is geen stuk. Er staat hier niks. En, eerlijk gezegd,<br />

ik had dust ideeën. Echt waar. Ik ging eens lachen met de bachelorhervorming.<br />

Of ik ging de eerstejaars wat bespelen door wat te lachen met de bekende<br />

proffen van onze richting. Voor dat stuk heb ik zelfs enkele papiertjes liggen.<br />

44


28 e jaargang: november 2010<br />

Voor in het geval het onleesbaar is Omdat het onleesbaar is: “Alle slides van<br />

Thoen worden op zijn borstkas geprojecteerd.” Oja, dat zou lachen geweest<br />

zijn. Los van het feit dat het nogal goedkoop zou geweest zijn, heb ik het<br />

gewoon niet geschreven omdat… omdat. M’n andere Grote Idee was iets te<br />

schrijven over de GSR, de Gentse Studenten Raad. Het zou perfect passen in<br />

het thema van dit <strong>Veer</strong> en dat weerspiegelde ik in de titel – ja, ik had al een<br />

titel: In Hogere Sferen, een innige blik op de AV van de GSR door Dhr. Sieben. Ik<br />

zat wegens omstandigheden in de vergadering van de GSR en heb wel een blad<br />

vol kunnen pennen over het gedoe.<br />

Waarom, vraag je,<br />

heb je daar dan niks over<br />

geschreven? Wel, zie je,<br />

Beste Lieverds, het<br />

bleek zo te zijn dat ik<br />

maar weinig goeds over<br />

de GSR kon zeggen. Dat<br />

hoefde niet, maar na een<br />

kort stukje gelezen te<br />

hebben wist Wendy<br />

Lisarde mij te zeggen dat<br />

het geen goed idee<br />

was het te publiceren.<br />

En als zij al zegt dat het niet verstandig zou zijn…<br />

Maar ondertussen had ik wel al mijn woorden verspild aan een stuk dat niet<br />

voor publicatie vatbaar was. Dus wat kreeg Wouter P? NIKS. Jazeker, het leven<br />

van een Scriptor is hard, maar wie ben ik om het nog harder te maken? – Eerlijk<br />

gezegd weet ik niet waarom je nog aan het lezen bent. Toen ik zei dat er niks<br />

meer kwam, dan meende ik dat ook. Geef het gewoon op, losers. Omdat er<br />

hier ook effectief niks staat, ga ik gewoon de rest van deze pagina verhuren. Bij<br />

dezen.<br />

Hebt u een hongertje? Doet uw rug soms lastig? Stelt u weinig vragen bij de<br />

kwaliteit en/of oorsprong van uw eten? Is uw mening over buitenlanders zo dat<br />

u er niet bang van bent, maar dat het u ook niet kan schelen wat er mee<br />

gebeurt? Kom dan naar VLADIMIRS THAISE MASSAGE EN BBQ! Voor slechts<br />

twintig luttele euro’s krijgt u een volledige BBQ maaltijd en een Thais dessertje.<br />

Onze BBQ is nu officieel 90% ratten-vrij en onze masseuses zijn nu altijd “blij”!<br />

Bel nu naar 0479/06 02 14 voor een reservatie!<br />

Het <strong>Veer</strong> www.vgkgent.be<br />

Willem Roels<br />

45


Uitsmijter<br />

28 e jaargang: november 2010<br />

Het <strong>Veer</strong> www.vgkgent.be<br />

Scriptor<br />

De aandachtige lezer heeft ongetwijfeld gemerkt dat<br />

het hier en daar in dit <strong>Veer</strong> over hogere sferen gaat,<br />

wat dat dan ook moge zijn. En hoezeer ik aanvankelijk ook enthousiast was<br />

over dit thema, nu vervloek ik het! De hogere sferen, daar wonen de muzen, zo<br />

redeneerde ik, en die zouden dan over mij neerdalen en mij ongeziene<br />

inspiratie brengen. “Musa, mihi causas memoria” smeekte ik elke avond<br />

vanachter een beschamend leeg word-document. Tot dit weekend. De<br />

ontdekker van het thema van dit <strong>Veer</strong> is dood. Harry Mulisch! Gevreesd door<br />

humaniorastudenten en geliefd door ons zusterblad Dilemma. “De één zijn<br />

dood is de ander zijn brood” is een motto dat ik nu niet bepaald hoog in het<br />

vaandel draag, but needs must when the devil vomits in your kettle. Ik heb mijn<br />

uitsmijter en hij zijn postume hulde.<br />

Ik leerde Mulisch kennen in het vijfde middelbaar, toen ‘Het stenen bruidsbed’<br />

in mijn verplichte boekenpakket voor Nederlands zat. We zaten met drie<br />

leerlingen Grieks-Latijn in een klas vol leerlingen Wetenschappen-Wiskunde en<br />

die twee van de Latijn-Wiskunde die ze uit puur miserie dan maar bij ons<br />

hadden gezet. Op een enkeling na was ik de enige die toen al van Mulisch had<br />

gehoord. Het zal u dan ook amper verbazen dat dit betrekkelijk korte boekje<br />

niet in goede aarde viel in onze klas. Ik durfde pas na de middagpauze toe te<br />

geven dat ik het boekje effectief gelezen had en het nog goed vond ook,<br />

hoewel ik hier en daar een stukje niet goed snapte. Zo was ik tenminste zeker<br />

dat ze mijn boterhammen niet in de vuilbak zouden kieperen. Au printemps de<br />

la vie, tout chagrin est léger.<br />

Maar het meeste plezier beleefde ik natuurlijk met ‘De ontdekking van de<br />

hemel’. Een mastodont van meer dan 900 bladzijden. Een origineel concept<br />

(God die zich niks meer aantrekt van de mensheid en de Stenen Tafelen<br />

terugeist) in een intellectueel sterk onderbouwd decor. Wat wensen u en ik<br />

nog meer? Dit boek kent, mijns inziens, enkel in ‘De naam van de roos’ zijn<br />

gelijke.<br />

Tot slot kan ik enkel maar hopen dat de Nederlandse minister van Cultuur<br />

(Marja Van Bijsterveldt, CDA) haar vakgebied beter kent dan Bert Anciaux toen<br />

Gerard Reve stierf. Bert prees Gerard vooral vanwege zijn beroemde roman ‘De<br />

nachten’. Zucht!<br />

Uw dienaar,<br />

Wouter Peeters<br />

46


28 e jaargang: november 2010<br />

Het <strong>Veer</strong> wenst volgende mensen, in kille,<br />

Colofon<br />

alfabetische volgorde, te bedanken:<br />

Bart Tant, Bubble Shooter, Céline Verstraete,<br />

Charlotte Van Goubergen, Constant Van Grembergen, Cynthia van der Heyden,<br />

de opgelegde deadline, Dirk de Smaele, Elien Vernackt, Elisabeth Haerens,<br />

Guillaume Maebe, Harry Mulisch, de Herentalse Bierfeesten (jaarlijks het<br />

laatste weekend van oktober), Janna Everaert, Jochen Elegeert, Karolien<br />

Meskens, Laura Nijs, Mathijs Tratsaert, Michiel T'Jampens, mijn mama en papa<br />

om er niets van te zeggen als ik om 3u ‘s nachts nog op de hierboven vermelde<br />

Bierfeesten ben, Nikita Vos, Ruben Cassiman, Ruben Vandeputte, Sientje Garré,<br />

Sofie De Clerck, Vincenzo De Meulenaere, het voltallige <strong>VGK</strong> Praesidium,<br />

Wikipedia, Willem Roels, Willy Sommers, Wim Bekaert.<br />

Het <strong>Veer</strong> www.vgkgent.be<br />

47


Professoren<br />

Prof. Dr. Boone Marc<br />

Prof. Dr. de Hemptinne Thérèse<br />

Prof. Dr. Velle Karel<br />

Prof. Dr. Vermeir René<br />

Assistenten & Medewerkers<br />

De Bondt Annelies<br />

Froeyman Anton<br />

Lowagie Hannes<br />

Vandevoorde Lindsey<br />

Bevriende Kringen<br />

Filologica<br />

Klassieke Kring<br />

Kring voor Moraal en Filosofie<br />

Kunsthistorische Kring<br />

Oosterse Afrikaanse Kring<br />

Slavia<br />

Sympathisanten<br />

Amber (Kurt)<br />

Jan Spruyt<br />

28 e jaargang: november 2010<br />

Ereleden Vlaamse Geschiedkundige Kring<br />

2010 - 2011<br />

Het <strong>Veer</strong> www.vgkgent.be<br />

Pro-senioren<br />

Deryckere Joeri (’08-’09)<br />

Loonis Logghe (’09-‘10)<br />

Pro-praesidium<br />

Bauters Jasper<br />

Buylen Binou<br />

Cassiman Ruben<br />

Castermans Rebecca<br />

Colpaert Koen<br />

Dancet Jeroen<br />

De Buck Laurens<br />

De Smet Katrien<br />

Garré Sien<br />

Lasoen Kenneth<br />

Maes Thibaut<br />

Opsomer Goedele<br />

Paeye Koen<br />

Roose Hanne<br />

Van De Velde Tieneke<br />

Van Der Wouden Jan<br />

Van Der Straeten Aljosja<br />

Van Duyse Jelka<br />

Van Goethem Jelle<br />

Van Raemdonck Timothy<br />

Vanderhaeghen Bertold<br />

Verfaillie Amélie<br />

Vlaemynck Sigrid<br />

48


28 e jaargang: november 2010<br />

Het <strong>Veer</strong> www.vgkgent.be<br />

49

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!