20.09.2013 Views

HISTORISCHE EVOLUTIE A. De vroegste geschiedenis Dat Sint ...

HISTORISCHE EVOLUTIE A. De vroegste geschiedenis Dat Sint ...

HISTORISCHE EVOLUTIE A. De vroegste geschiedenis Dat Sint ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

herbergen waren gevestigd. <strong>Dat</strong> deze herbergen op de jaarmarktdag druk werden bezocht,<br />

hoeft geen betoog. Zoals nu nog het geval is, bleef waarschijnlijk ook toen al het<br />

jaarmarktbezoek van velen – voornamelijk jongeren – beperkt tot de plaatselijke cafés. Dit<br />

vermoeden zien we trouwens bevestigd in de procesbundel uit 1786. Marie Joanna <strong>De</strong> Smet<br />

verdedigt zich tegen de haar ten laste gelegde aanklachten door te stellen “dat zij altijds,<br />

gedurende de merckt van Ste Lievens Hautem, in d’herberge is geweest.” Ook de reeds<br />

eerder vernoemde beschuldigde Johanna <strong>De</strong> Bock verklaart “geweest te hebben op de<br />

leste jaermerckt van Ste Lievens Hauthem met haeren man, haere zuster Pieternelle ende<br />

haeren broeder Tiste” en “dat haere zuster aldaer gink om eens beschonken te worden en<br />

om het mannevolk.” Met andere woorden, ook meer dan 200 jaar geleden reeds kwam een<br />

deel van de (jongere) jaarmarktbezoekers met dezelfde motieven naar <strong>Sint</strong>-Lievens-Houtem<br />

als vandaag.<br />

Waar veel volk samenkomt en de drank rijkelijk vloeit, durft de feestvreugde al eens<br />

ontaarden in vechtpartijen. Aan deze tijdloze en universele regel ontsnapte ook de jaarmarkt<br />

van <strong>Sint</strong>-Lievens-Houtem niet. Niemand minder dan de beruchte gangster Jan <strong>De</strong> Lichte<br />

kwam hier amok maken in het jaar 1745. In de herberg “Au Lion d‟Or” kreeg hij ruzie omwille<br />

van een vrouw. In het gevecht dat hierdoor ontstond deelde Jan <strong>De</strong> Lichte meerdere<br />

messteken uit en kon hij, gered door zijn kompanen, slechts ternauwernood ontsnappen.Over<br />

deze herbergruzie lezen we meer bij E. Ternest, die een geromantiseerde verhaal neerschreef<br />

over Jan <strong>De</strong> Lichte en zijn bende.Ternest laat zijn verhaal trouwens aanvangen op de<br />

jaarmarkt van <strong>Sint</strong>-Lievens-Houtem, hetgeen ons inziens nogmaals een indicatie is voor de<br />

faam die ze genoot.<br />

C. evolutie in de afgelopen eeuw<br />

Laten we nu de draad van de evolutie van de winterjaarmarkt terug opnemen. We zagen<br />

een gestage groei in de tweede helft van de zestiende eeuw, waardoor de winterjaarmarkt<br />

in de zeventiende eeuw qua belangrijkheid al gauw de zomerjaarmarkt evenaarde en zelfs<br />

oversteeg. In de achttiende eeuw groeide de markt op 12 november uit tot één der meest<br />

gerenommeerde vee- en paardenmarkten in Oost-Vlaanderen, met een uitstraling tot ver<br />

over de grenzen heen. <strong>De</strong> langdurige vrede die onze gewesten kenden onder het<br />

Oostenrijkse bewind van Maria-Theresia werkte deze voorspoed ongetwijfeld in de hand.<br />

Anderzijds zagen in deze vredesperiode ook vele nieuwe jaarmarkten het licht. <strong>De</strong> installatie<br />

van concurrerende veemarkten in de nabije omgeving zorgde in het begin van de<br />

negentiende eeuw voor een stagnatie in de groei van de Houtemse jaarmarkt, en zelfs voor<br />

een achteruitgang. Vandaar de hoger beschreven bezorgdheid van de Houtemse<br />

gemeenteraad.<br />

<strong>De</strong> meeste van de nieuw ingerichte jaarmarkten konden zich echter niet handhaven. <strong>De</strong><br />

markt van <strong>Sint</strong>-Lievens-Houtem daarentegen bleef overeind en beleefde in het begin van de<br />

twintigste eeuw een nieuwe bloei. Uit gegevens over de bewegingen van het vee op de<br />

winterjaarmarkt in het decennium voorafgaand aan WO I, blijkt een uitgesproken oriëntatie<br />

op de veehandel.<br />

In 1904 werd aan 954 paarden en 669 runderen plaats gegeven op de jaarmarkt. In 1906<br />

werden 919 paarden opgesteld en 656 runderen. Het jaar nadien telde men 1118 paarden,<br />

583 runderen en 106 varkens. In 1908 merken we een lichte daling : 998 paarden en 403<br />

runderen. Maar in 1909 stonden terug 1081 paarden en 581 runderen opgesteld, samen met<br />

120 varkens. In 1910 waren dat 922 paarden, 476 runderen en 112 varkens.<br />

Tijdens WO I kreeg de winterjaarmarkt een serieuze knauw. Uit angst voor verdere opeisingen<br />

door de Duitsers lieten de meeste boeren hun vee op stal. Bijgevolg werden in 1914 nog<br />

slechts 56 paarden, 161 runderen en 8 kooien varkens geteld. Vooral paarden konden bij de<br />

oorlogvoering van nut zijn en werden in massale getale opgeëist door de Duitse instanties. In<br />

1915 viel er al geen paard meer te bespeuren op de jaarmarkt. Opmerkelijk is wel dat er

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!