VERENIGING “DE BREDASE AMATEUR TUINDER”

Suikermeloen
Hebben een hoger suikergehalte (15% tegenover 10% voor de andere types).
Tamelijk zwaar, hoogrond en met een lichtgele schil en lichtgroen vruchtvlees.
Cantaloupmeloen
Geribde meloenen van gemiddelde grootte met een grijsgroene schil en oranje
vruchtvlees. Het zijn Europese meloenen die een sterke groeikracht hebben.
Netmeloen
Deze meloen heeft op zijn schil een tekening en onregelmatige lijnen.
Gemiddeld groot (ongeveer 1,5 kilo), oranje schil en lichtgroen vruchtvlees.
Minder sterke groeier maar wel vroeg oogstbaar.
Bodem en bemesting
Al te zware grondsoorten zijn niet geschikt voor meloenen. Verder is het
belangrijk dat de grond veel humus bevat en vocht vast kan houden. Meloenen
zijn slokoppen, maar als ze te zwaar bemest worden zullen stengels en
bladeren veel te uitbundig groeien, wat de vorming van meloenen en de
gezondheid van de plant belemmert. Jonge compost of halfverteerde stalmest
voldoet prima. Eventueel bijmesten met 70 gram NPK 12-10-18 per vierkante
meter en 40 gram patentkali per vierkante meter.
Standplaats
Houd rekening met een vruchtwisseling van 1 op 4 jaar, op het perceel van de
vruchtgewassen. Zo voorkom je aantasting door bodemschimmels. Vermijd
daarom ook een te hoge luchtvochtigheid.
Teeltzorgen
Meloenen worden altijd gesnoeid, maar op veel manieren die licht verschillen:
Platte bak:
De plant wordt getopt na 4 bladeren. In elke bladoksel ontwikkelt zich
vervolgens een nieuwe stengel, die hoofdrank genoemd wordt. Elke hoofdrank
wordt naar een hoek van de platte bak geleid en getopt als ze 60-70 centimeter
lang is. Ondertussen hebben de hoofdranken ook alweer zijranken gevormd; in
de bladoksels daarvan verschijnen de vrouwelijke bloemen. Op 2 bladeren na
de vrucht wordt de zijrank gesnoeid. Zijranken zonder vruchten worden volledig
weggenomen. Als er 5 meloentjes van de grote soorten of 10 van ogenmeloen
of andere kleinvruchtige rassen zijn ontwikkeld, verwijder je alle later
bijkomende vruchten en zijscheuten.
Zo voorkom je dat je teveel kleine meloentjes krijgt, die niet goed zullen
afrijpen.